~--- - - - - ---~~----~ .\ \ \ \ \
\
VERSLAG behorende bij het fabrieksschema ter bereiding van aethyleenglycol uit aethyleenchloorhydrine via
aethylee.noxyde. -A.Brakel Maart 1951. s . { . i ~t t .• ,
'"
..
"
I •. "}..
In dit verslag '/·,'0 rdt de fabriekmatige bereiding van
glycol behandeld. (productie van
3,7
ton glycol per uur).Er 'Nordt in het rapport verv,ezen naar het f abrieksschema, vvu.arin schetsmatig de apparaten, na dig voor de bereiding, weergegeven zijn.
Het uitgangsproduct is aethyleenchloorhydrine.
De bereiding van dit product wordt beschreven in het verslag van de heer C.H.Daane
.-·---~---
---'._---•
-2-Indeling van het verslag :
A. Kort over~icht van enige methoden ter bereiding van aethyleenglycol.
IIotivering van de uiteindelijke keuLje,
waarbij glycol uit chloorhydrine via
aethyleenoxyde v,ordt bereid •••••••.••••••••••• bI. 3 B. l"rateriaalb.::tlans ••••••••••••••••••••••••••••••• bl. 7
c
.
Bereiding van glycol uit chloorhydrine via aethyleenoxyde.Korte beschrijving van de apparaten, welke voor deze bereiding gebruikt
kUllIlen wo rden . . . . . . . . b 1. 8
D. Berekening van enige grootheden, betrekking hebbend op de destillatie
glycol-water .••• ••••• •.••.•••••••••••••••••••• bl.IO E. Geractdpleegde literatuur •••••••••••••••••••••• bl.15 •
'
-A. Kort overzicht van enige methoden ter bereiding Y§g!
äëihyleenglycol.
rr.otiyering yë:!Xl de uiteindelijke keu;6e, vvaaJt.'bij glycol uit chloorhydrine via aethyleenoxyde bereid wordt.
a. Glycol kan direct uit chloorhydrine bereid worden door hydrolyse crH~-ct ,. 0 cLJ,-~O~ u
+ 1'1.1. - I .. pCL.
c"'~-o~ c~)..-o"
De oplossing van chloorhydrine wordt hier behandeld met een
bepaalde hoeveelheid Na-bicarbonaat bij 70- 80
°c
onderroeren. Op deze wijze is de hydrolyse na ongeveer 6 uren ten einde. De aanvankelijke concentrat i e aan chloorhydrine in het reactievat is 20 ~. (1)
Betreffende de hoeveelheden \vordt in een Frans patent (2) beschreven, dat men 160 gew.delen chloorhydrine, 170 gew. delen Na-bicarbonaat en 350 gew. delen v.'ater samenvoegt.
Een directe methode ter bereiding van glyco 1 uit c hloorhy-drine is ongetvJijfeld aantrekkelijk. Een bezwaar van de beschreven mc.:mier is echter de lange 'reactietij d : de hydniyse is eerst na 6 uren ten einde.
Een methode, "waarbij de r eacties momentaan, of althans snel,
verlopen, verdient daarom voor'keur.
b. :2r bestaat een dunt<-.l bereidingsv;ij:uen voor glycol,
waa3."-bij ui tg8gaan wordt van aethyleen-dihalogeenverbindingen.
(3, 4, 5). Deze vel'bindingen \\orden behandeld met Na-carbO -naat of -bicarbonaut . Ook gebruikt men ',',el NaOH. De reacties vinden plaats bij matig hoge temperatuur (150-200 °C) en
bi j matige druk (15 tot 20 atm. ). De reactietijden
bedra-gen gemiddeld 5 uren.
Men kan zich de reac ties als vo 19t voorstellen
Cl.CH
2.CH2.Cl + 2NaOH - HO.CH2.CH2.OH + 2 NaCl.
Een optredende nevenr8~ie is Cl.CH
2.CH2.Cl ... NaOH - CH2=CHCI ... H20 ... NaCl.
Men ziet , dat ook vinylchloride ontstaat.
In een Amerikacllls pa.tent wijst Hibbert er op (6), dat men de opbrengst aan het bijproduct sterk kan verminderen, door in
plaats van een sterke, een z~":a.kke ba.se te gebrui ken. Het
ontstaan van vinylchloride km men echter niet voorkomen. Deze methode zal nie't verder in bestWuwing genomen v.,orden. Het ontstaan van bij pro ducten is ~Jeer ongev.enst. Bovendien stel t het '. erken onder druk in het algemeen aan de apparatuur hoge eisen. ::~en volgend bezwaar is, dat de reactietijden vrij 12ng zijn.
c. Glycol is ook te bl;reiden uitgé.i.ande van formaldehyde.
(7, 8). Ilen behandelt formaldehyde met CO onder een druk van 700 atm. bij aanwe:ügheid van een katalysa#>r (anorganisch
elft.
0 -f C Q -f J/-t.-UHet verkregen product v,or&t gehydrogen8erd bij een t elP e
-r atuur tussen 195 en 215 C en bij een druk van 900 é.ltm:
(
8
)
0 \ 1\/c,
.
T
U'- ~+
~~-
.z..
Ho
.
C~~. C~2.' O~.o
CU"'c
'
11o
Het be!0wê:l.ur va.n dit proces i s , dat onder uitzonderlijk hoge àrukken g~werkt moet '. orden. Aan dit proces wordt
dan ook verder ge en aandacht geschonken.
d. Glycol kan be reid worden uit aethyleenchloorhydrine via aethyleenoxyde.
Het is deze me thode, die uiteindelijk geko zen ,,-erd bij de
opzet V<.3n het f abrieksschema.
De reactie van chloorhydrine tot aethyle enoxyde verloopt vlot en zondeÓ hinderlijke bi jproducten. Aethyleenoxyde
kookt bij 12 C : hi erdoor bestaat de mogelijkheid om het product op eenvoudige wijze als zuivere damp uit heyrea ctie-vat af te voeren.
De hydrat atie van het aethyleenoxyde tot glycol verloopt,
dank zij een /uneri kè:èmse uitvinding, 0 p eenvoudige en vlotte
wij::::.e.
Bovendien ~ijn de opbrengsten V8I1 de verschillende realb~es
r edelijk.
Alvorens op de laatstgenoemde bereidings\',ij ze verder in te
gaan, \"orde OVE;r de b8reiding van aethyleenoxyde het
vol-gende opgemerkt :
r,'Ien kan iedere :::::terke base gebruiken om de verzeping van chloorhydrineGOt ê.l.ethyleenoxyde tot stéllld te brengen :
HO. CH 2• CH
2• Cl t- EOH - CH2 - CH2 ... MCI + H20 '" 0/
Het gebruik VèJ1l een bep,'o.lde base hangt echter af van de te vormen bij pro ducten. De t ,,·ee VOOrno.é:.mste bij pro ducten zijn
HO.CH2.CH2.CL + I:OH - HO.CH
2.CH2.OH + MCI en CH2- CH 2 - CH
3CHO •
"-'0/
De li t8r atuur ge eft élêm , dat HgO de vorming v&n het ~weet
aldehyde bevordert. (9) .
Het minste v.'ordt de Lwt van de bijproducten ondervonden,
wanneer men het chloorhydrine mengt met een oplossing van
Ca-hydroxyde (10). Vervo 1gens v:o rdt verhit, y;aarbij het
aethyleenoxyde uitgedreven '·-ordt.
Een Amerikaans patent geeft het vo 1gende -naar opgemerkt
wordt : zeer bevredigende- voorschrift (11) :
De chloorh;ydrineoplossing van geringe concentratie (5 i~)
vwrdt gemengd met \!j.me-81urr;v van 10 tot 15 ?~. Dan v!oBit verwarmd om de reactie te l aten plaats vinden en om het
De reactie van chloorhydrine met een anorganische base is buitengewoon snel.
(12)
.
Een nieuwere methode ter bereiding Vé.ill aethyleenoxyde is de
directe oxydatie van aethyleen bij aanvvezigheid van een.
katalysator (13). Lcnher beschrijft, dat bij de oxydatie
van C H de tv:ee hoofdreacties zijn het vormen van aethy
-leenofy~e
en formaldehyde. Lefort(14)
maakt voor het eerstgebruik van een Ag-kat al ysator.
In het algemeen voert men een mengsel van C H en overmaat
lucht door esn buis met Ag-kat alysator bij €eA temperatuur van 200-350 C.
De afgassen bevatten N
2, 02' C2H4, CO2 en aethyleenoxyde. De concentratie van de laatstgenoemde stof is minimaal 1 'f~
en maximaal 4-5 ~.
Uit een publicatie van McBee, Hass en \,iseman (15) blijkt,
dat men kan komen tot concentraties van 40 ')~.
Het mechanisme van de optr edende reacties v'erd bestudeerd
door G.H.T~igg
(1
6
)
.
Deze bereidingswij 2e voor aethyleenoxyde \\'erd niet in
be-schouwing genomen, omdat het proces nog in een experimenteel
stadium verkeert. Bovendien zijn de opbrengsten aan de l age
kant.
De bij de hydrat é:ltie van o.ethyleenoxyde betrokken reacties
met die van de bijproducten zijn de volgende
De2e r eacties zlJn rbeds in 1860 beschreven (17).
In het al gemeen wordt het aethyleenoxyde gemengd met water,
dat een kleine hoeveelheid zuur als katalysator bevat. De
oplossing v.ordt verFdrmd om de r eactie te versnellen.
Na afloop van de rei.wtie Y:ordt de zure kat alysator, gewoon
-lijk zv'avel2Uur, geneutraliseerd met een base of verwijderd met behulp van een i onenuitwisselaar .
De reactie is erogs 2ins exotherm. V'anneer koud ','mter
ge-bruikt wordt in een continu systeem voor een 10 tot 20 ~'~-ige oplossing van het oxyde in '.'!ater, dan is de reactievJarmte
juist voldoende om de reactie te doen plaats vinden.
De concentratie van 10 tot 20 ~ is eveneens geschikt om de vorming van polyglycolen :,:,eer sterk te miniL:.eren.
J~en actntal krommen door I~atignon weergegeven (18) demonstree~
de invloed van de oxydeconcentratie op de vorming van de
.
-
-6-Invloed Véill de aethyleenoxyde-concentratie op de vorming
van po ly-a,ethyleenglyco len :
Resumerende k[ill geconstateerd worden, dat, gelet op de
reactietijden, de te stellen eisen aan de apparè~tuur, de
opbrengsten en de eventueel optredende nevenreacties, aan
het proces, ',",élCU'bij glyco 1 bereid v~ordt uit chloorhydrine
via aethyleenoxyde, de voorkeur gegeven moet v:torden boven de
andere genoemde processen.
Hierbij komt nog het feit, dat de hydratatie van ae
thleen-oxyde tot glycol eenvoudig en snel kan gebeuren onder
in-vlo ed van een org:~~nisch :t;uur, dat door verv,arming in
vluchtige pro ducten uiteenvalt, 'iiaardoor de moei.ijke en
lang-durige vervJij dering V:lll de gev.'oonlijk gebruikte anorganische zuren vermeden \",0 rdt.
Ij
i
3000
•
- - - -
-
-7-B. r..1ateri aalb;.tlans voo r de bereiding van glycol.
C 2H4 (2,5 T) ,C1
2
'
(6'J00 I frtg) H20t
.---
---l---
---
-
----
..
--- ----
---'
(1000 T)t
---~ _. HCI H20 Cl.CH2·CH2·C131
00
kg
998
f0
,
4
T
t<-
___
---'
~
'---t--
,
.. _ _ .L..t _ _ _ _ _ _-...Jt
~~
:;
,~l~OH~L
50:
~_.
__
.
__
.
___
~
.
-_._
... _--C 2H40 (2,7 T) CaC12~H20L
_______
~
-
..
-...
_-.--
._
..
__ _
1505'r
1
.-C2H
4
O
(2,7t
r
-GLYCOL
3
,
7
Ir
T)•
-r
CCI COOH 3(54
,
4 kg)
,._-- -.-.---
t
---
10,6•
----r----
----
L ___ ._---'
f
--"
"
--H 0 29
,
6
T
CCI
COOR
3
54
,
4
kg
,
CHC1 3t
*
CO 2 TCl
.
CH2
·
CR2
·
Cl
0
,
4
Tt
H 20t
l
di-aeth.glycol 0,2T
39
,
2
kg14
,
5
kg
.
Opbrengsten :De opbrengst aan aethyleenoxyde op basis van aethyleen bedraagt ongeveer 75 ;.b Vó1n de theoretische v·aarde.
De opbrengst aan glycol op basis van de hoeveelheid aet hyleen-oxyde bedraag't ongeveer . 90 ~~ van de theoretische waa.rde.
•
c
.
Bereiding v<m. glycol uit chloorh;vdrine via aethyleenoxyde.Beschrijving Vè:ill de apparaten, v.elke voor deze bereiding
gebruikt kunnen worden. .
De apparaten zijn schetsmatig in het fabrieksschema weer-gegeven.
De gegevens, nodig voor de bereiding uit chloorh;ydrine 1i erden gro tende els
rapport (19).
In dit rapport vordt, in hoofd2.aken, schreven.
van aethyleenoxyde
ontleend aan een
CI08-ook de apparatuur
be-Chloorhydrine wordt in een mengbak met v,'ater en kalk
ge-mengd. Daarna valt het mengsel in de verzepingsapparatuur. ("saponifier"). Er zijn vier van deze apparaten. In het
fabrieksschema vierd er één getekend (no. 1).
De ver~epingsapparaten zijn cylindervormige lichamen, waa r-in platen aangebracht zijn, die met stoom verwarmd kunnen
worden. In de platen ~ijn openingen aangebracht om het
wa-terige mengsel van de ene plaat op de andere te brengen.
Tevens zijn openingen aanwezig om het gevormde
aethyleen-oxyde naar boven af te vo eren.
Op de platen zijn opstaande randen aangebracht om intensief
contact tussen de componenten van het mengsel te bevorderen.
Op iedere "saponifier" is een dephlegmator aangebracht, waardoor een deel van de stoom als water in de apparatuur
wordt teruggebracht.
De literatuur geeft
op,
dat een mengsel van40
%
aethyleen-oxyde en 60
10
~Nater de "saponifier" verlaat. (19) •De bereiding van glycol volgt nu door de inwerking van wa.ter ,
op aethyleenoxyde :
C2H40
+H20
---
C2H4(OH)2
·
Deze hydratering wordt veimeld in tegenwoordigheid van een
zuur • . De aciditeit wordt gewoonlijk verkregen door het
ge-bruik van zuren, die uit de \vaterige oplossing ver,djderd
kunnen worden door neerslaan in de vorm van onoplosbare
zouten, zoals zwavelzuur en oXaéilzuur.
In de praktijk is de scheiding van het praecipitaat en de
oplossing langdurig en moeilijk.
In een Amerikaans patent (20) vmrdt de uitvinding besc~even
. betreffende het gebruik van organische zuren , ten einde
1./1
r
de hydratatie van aethy1eenoxyde tot glycol te vers~nellen.'. ~.; -Y ' , :8r zijn organische zuren, die onder invloe d van matige
ver-.~ ,L~/ warming ui teenve.llen in vilchtige pro ducten, die zonder ~ ~ moei te ver,üjderd kunnen v,'orden.
Y'
V'
/
De aanvlezigheid van vaste bestanddelen in de bij het procesd"'t
/
gebruikte vloeistoffen VI,'Ordt zodoende vermeden.// Er wordt nu gebruik gemaakt van trichloorazijnzuur, dat het
. voordeel heeft uiteen te vallen in vluchtige producten
boven de hydrateringstemperatuur vag het aethyleenoxyde. De
ontleding begint namelijk tegen 60 C en bij deze
tempera-tuur is de hydrateringssnelheid van het aethyleenoxyde veel
---
-
-9-Het proces verloopt als volgt :
Het aethyleenoxyde, dat met een hoeveelheid stoom de
"saponifier",uverlaten heeft, wordt aan het benedeneinde in
één mengkolom gevoerd. Deze mengkolom is in het fabrie~s
schema weergegev:en onder no.2.
In de mengkolom voert men t evens een hoeveelheid
tricftoor-azijnzuur (in oplossing) en een hoeveelheid water.
De . temperél.tuur in de kolom is, 0 door de vrijkomende 'Narmte,
in de orde van grootte van 60
o
.
In de kolom ontstaat nu een mengsel van glycol, water en
een kleine hoeveelheid di-aethyleenglycol.
Dit mengsel moet aan een temperatuur van 100 00 (onder nor-I1k'1le druk) blootgesteld worden, ten einde het in de
vloei-stof aanwe!!;ige trichloorazijnzuur te ontleden.
Er werd nu overwogen om deze on~leding niet bij 100 00 onder norm&.le druk, maar bij 70 - 75 C bij 228 mIn druk uit te
voeren.
Na de ontleding namelijk wordt het mengsel van water, glycol en di-aethyleenglycol gedestilleerd bij een druk van 228 m~. Het kookpunt van dit mengsel is onder de genoemde druk 73
o
.
Zou men ~u de ontleding van trichloorazijnzuur uitvoeren
~i~
1
00
C,
dan zou men het
vervo1gegs te destilleren
meng-i J.y sel moeten afkoelen tot ongeveer 70 0, omdat het mengsel
~r. i ' het ,kookpunt in de destillatiekolom gebrahllt wordt.
~
%~l
.
Deze \'iarmteui twisseling k211 voo rkomen wo rden door deont-e
. ;
leding van trichlooraz~jnzuur bij 228 mm druk en bij eenJ-"""
,.
temperatuur van 70-75 0 uit te voeren.b.
/
De hoeveelheid vloeistof, die met een temperatuur van 60 00 de mengkolom 2 verlaat, V'.'ordt in de warmteuitwisselaar 3
gevo erd. Hier wo rdt warmte ui tgevJisseld tussen dit meng-sel en de hoeveelheid kalk (kalkwater) uit de "saponifiers".
De kalk 'wordt aan de onderzij de van de ui twisselaar inge-voerd. Er wordt verondersteld, dat een groot deelvan de
vaste kq:tlk be~inkt en möteen afgevoer('fl{an"-Vioraen;---terwijl
de vvarme kalkmelk (100 0) door het appc!.raat naar boven
stroomt en é1.sn de bovenzijde afgevoerd 'Nordt.
De afmetingen van de warmteui tV.'issel aar zijn zo danig geko-zen, da~ het mengsel uit mengkolom 2 met een temperatuur
V[1n 60 0, dat door de ui t wiöselaar van boven naarbeneden stroomt, ongeveer 10 tot 15 C in temperatuur stijgt, zodat het mengseJ de warmteuitwisselaar verlaat met een temperatuul van 70-75
c
.
Deze vvarme hoeveelheid vloeistof wordt in een kleine kolom
gebracht (aclngegeven onder no. 4 in het shema), waar het .
trichloorazijnzuur ontleed ~ordt in chloroform en
kooldi-oxyde • Deze ko lom v"erkt, zo als reeds werd opgemerkt , bij een druk van 228 mmo
Op de plaats, \',aèT het n~ngsel de kolom 4 binnengevoerd
'wordt, is stoominj ectie mogelijk gemaakt. Zou de
tempe-ratuur door onvoor.6iene omstandigheden te laag worden, dan kan zij door stoomtoevoer ':eer op de meest geschikte waarde
gebracht '.'iorden.
Van de kolom
4
wordt het mengsel gevoerd naar de destilla-tieko lom
5
.
Hier wordt het \vater gescheiden van glycoJ endi-aethyleengl;ycol. In kolom 6 VJ?rdt de scheiding tussen
gly-col en di-aethyleenglycol bewe:kstelligd.
Het va.cuum 1;',ordt gehandhél:.ifd met behulp van een valbuis,
Berekening yan enige groothed~nL betrekking hebbenq op de destillatie van het mengsel-glycol - wa~.
De twee meest toegepaste methoden ter berekening van een destillatie ~ijn die van I.1cCabe-Thiele en die van P
onchon-Savarit.
I,~ Bij de methode van McCabe- Thiele viorden ter vereenvoudiging
u-t'1.~ van de berekening enige benaderingen toegepast.
l
~o worden de mengvJarmten der componenten ver \'.aar1oosd.~
Voorts wordt verondersteld, dat de molecul aire verdampings-,\yrt'.
warmten voor beide componenten gelijk ~ijn.Als gevolg van de toegepaste benaderingen kan men in som-mige gevallen afv:ijkingen tot
30
5'6
krijgen.De methode Vé--ID Ponchon-Savari t , v,'aar de genoe1!l.de
veronder-stellingen niet gedaan vvo rden, is dé:w_rom voor meer nauvv -keurige berekeningen de enig bruikbare.
Volgens J:'onchon-Savari t worden voor de glycol-vmter-d
estil-latie de volgende grootheden berekend :
èl.. Het minimum aantal schotels. b. De minimale reflux.
c. Het theoretisch aantal schotels en de voedingsschotel.
In de literatuur (22) kOElen een aantal gegevens voor be-treffende de destillatie van een mengsel van glycol en
vlater bij 228, -'1m druk. Aangezien geen gegevens gevonden
'werden voor de destillatie onder normale druk, werd de des-t i l latie berekend voor een druk van
228
mmeNomenclatuur.
De hoeveelheid van de lichte component ('.'Iat er) in de
vloei-stof v.;ordt steeds aGngegeven door x.
De letter F heeft betrekking op de voeding ; R duidt de reflux aan, D het verkregen producten V' het residu.
De voeding.
Totaal vJordt per uur gE;destilleerd
3,
7
ton glycol9
,
6
ton V'iater0,2 ton di-aethyleenglycol.
De~e hoeveelheid ,",Jordt in t wee kolommen gedestilleerd.
De voeding per kolom is derhalve
1
.
85
ton .uo lv" col 4,él ton water
-11-De temperatuur van de voeding, die bij het kookpunt (8nder.
228 mm druk) in de kolom gebracht r.ordt' obedraagt 73
c
.
Het kookpunt V81l water bij 228 mm ~s 70 C. Het kookpunt
van glycol onder deze druk i~ 160 C.
Het z"vakke punt bij deze destillatie i s de omstö.ndigheid,
dat de berekening uitgevoerd is voor een mengsel van glycol en water, terv.:i j l er in v,,:erkelijkheid nog een
-kleine-hoeveelheid diaethyleenglycol bij aanwezig is.
Nu is deze hoeveelheid di-aethyleenglycol zee:r;'gering :
l"ti- ~;~ v:;'n he t to t al e ge'.';icht aon glyco 1 en v'ater.
Het kookpunt V1ill di-aeth::,rleenglycol i s hoog:
245
,
0
oe bij760 mmo
Bovendien '. erden in de li ter. ~tuur geen l.li:.illv,ij zingen gevonden, dat di-aethyleenglyco 1
of
met 1,'!aterof
met glyco 1 eenazeotropisch mengsel vo::cmt.
De~e over~egingen hebben geleid tot de veronderstelling, dat di-aethylcengl,).-col niet stoort bij de destillatie van
het \,,;xGer-glycol-mGngsel . 60U er een hoeveelheid di-a ethy-l eenglycol met de damp meegaen, dan v'ordt aangenomen, dat deze hoeve~lheid reeds onder in de kolom, b.v. bij de eerste
schote~uitgewassen wordt.
Het verkregen Rroduc1.
Er ~ordt verondersteld, dat het wat er , dat over de top komt,
voor 99 gew.~ zuiver i s .
Voorts, dat het residu maxi maal 1 gev.:. '7~ water bevat . Balans. (v~ater) 6750
=
D + " 6750 IC. 0.70=
O. 99D ... O. OHi Hieruit volgt:D
='4
752
kg W=
1998 kg.De concentraties worden in mol. fracties uitgedrukt
Voeding : ll.,..2
=
0,442
mol. glycol62
l.ShQ
=
3,950 mol. 'water18
1
.
2
:%0
,
0
14
mol. di-aethyleenglycol106
4
,
40
6
mol. in totaal.•
• -12-l'roduct.9.2
::::- 5,500 mol. v.'ater 18 1 0,016 mo 1. glycol 62=
5,516 r::J.ol. totaal xn
::
222
5,516 00=
0,997 Residu I 18=
0,055.9..2
::: 1,547 64 1,602 mol. totaal ~V=
01,6022
022=
0,034 De refluxverhouding :Voor de berekening moet een vTu..:..rde voor de reflux bepaald
worden.
,
.
,
Onder de refluxverhouding viordt verstaan de verhouding
tussen de hoeveelheid vloeistof, die men terugvoert in de
kolom, tot de hoeveelheid vloeistof, die afgetapt wordt als
product. '.
\. Volgens Fenske (23) geldt voor een benaderde waClrde van de
" refluxverhouding de volgende formule :
I al' ':-" L I
I
XDI XDhk]~y
~v
""
~
D :::~-l
Xl - xhk
~
rJ..",
.V
H
l e r l n lS·
. .
de mol. fractie van de lichte
com-ponent in de vloeistof, die over de
top komt, resp. in het rectificeren-de ·rectificeren-deel van rectificeren-de kolom.
de mol. fractie van de zware
com-ponent in de vloeistof, die over
de top komt, resp. in het rec-tificerende deel van de kolom •
c4. wordt als volgt gedefinieerd :
1
,
Heeft men een binair systeem met componenten A en B,(
.
l)t\
dan is 0(, de verhouding van PoA tot PoB ' waarin PoA en
V
V
J? de dampspanningen zijn van zuiver A en VUIl Zuiver\
.\.1 "
BO~ij
een temgeratuY,L waarbij het mengsel kookt bij de~y?
.
bepa2.1q..e.-GFuk" van het mengsel."
:
....-
In
"
"
ef
ê
--
g
'
~g~~en
formule valt bi j benadering de term tussenV
haakjes in het tv.:eede lid "veg.Hetokookpunt van het te destilleren mengsel bij 228 mm is
Î
•
•
De dampspanning van water bij
73
0g
is265
mm
o
De dampspanning van glycol bij
73
C is20
mrn (1). De waarde vooro<.. ·v.'ordt nu~-
20 - 13.
De refluxverhouding v.ordt derhalve
.
--
--r-:---
"
12
....
---_.,._
..-Bij de berekening vo 1gens .t>onchon-Savari t 'oNordt gebruik ge-maakt van een enthalpie-concentratie-diagram (een
W-x-fi-guur) , ",·:elke geschetst is in fig. 1 en die ontleend werd
aan
(22).
De waarden voor xF'
Xw
en xD \-vorden in deze figuur aangege-ven.Om tot de bepaling van grootheden uit deze figuur te komen, moeten de "polen" berekend worden. Daartoe bepa,üt men de
specifieke refluxy'armte en de specifieke warmte, die men
aan de bodem moet toevoeren. (bodemwarmte ).
De totale hoeveelheid v'later, die over de top komt, bedraagt
per uur :
4752
kg.De refluxverhouding is
1/12.
Derhalve wo rdt1/13 x. 4752
kg =:366
kg terug in de kolom gebracht.12/13)( 4752
=4386
kg wordt opgevangen als product.De l atente verdampingswarmte van water bij
228
mm drukbe-draagt
18080
BTU per pound-mole.(22).
Dit is553
kcal. perkg. Voor de reflux moet afgevoerd worden aan warmte :
366 x
553 =202398
kcaljhr.De specifieke refluxwarmte wordt verkregen door de~e
hoe-veelheid QR te delen door de hoeveelheid destillaat
(4386
kg)ol q :=
202~~8
=
46
kcal/kgR
43
0 Dit is1509
BTU/lbmole.De bodemwarmte berekent men als volgt
QB': QR .... D. i Dl + y, . i1;,~ - F. i F
:=
202398
+(4386
218) +
(1998
90) - (6750
63).
=
908346
kcaljhrDe specifieke bodemwarmte verkrijgt men door deling door de
hoeveelheid afloop :
ClB -
908346
==
455
kcal/kg- 1998
Di t is49504
BTU/lbmo Ie.a. Bepaling van het minimum aant al schotels.
In dit gev .. ü i s er sprake van een oneindig grote reflux,
en dus VEUl een oneindig grote waarde van q (dit is de
hoeveelheid warmte, die men in de terugvlot!icondensor mo et
•
•
-
14-De pool PI ligt nu in het oneindige en de constructiehulp
-lijnen mothen dus steeds vertikaal getrokken worden.
Na ui tvo ering van de constructie vlordt uit de figuur af'ge-lezen, dat het minimum aantal schotels drie bedraagt.
(Vanui t het P'unt D moet dus een vertikale lijn
getrokken. "vorden. 3Deze lijn valt bijna samen met de
vertikaal door x D).
b. Bepaling v~n de minimum reflux.
In dit geval is er sprake van een oneindig aantal platen.
De hulpconstuctielijnen vallen samen met de isothermen.
Het platenaantal wordt eindig, ~odra de minimumrel.ux met
een willekeurig bedrag vergroot wordt.
I.:en trekt de isotherm door het "vo edingspunt 11 F en leest
uit het snijpUl1t van deze isotherm met de vertikaal door
x
D de waarde van de tlinimaal af te voeren condensatiewarmte
qHm af . Uit de graf~ek.blijkt, dat qRn een waarde heeft
vm1
50
BTU/lbmole. Dl.t lS1
,
5
kcal/kg.TIDe refluxwarmte vordt derhalve 1,5 x 4386 = 6579 kcal/hr.
De lèLtente verdampingswarmte van \\Iater bij 228 mm druk
be-dra8.gt
553
kcal/kg.De hoeveelheid reflux is derhalve : ~ _
553 - 12
kg/hrTotaal komt over de top per uur 4752 kg.
De minimurnrefluxverhouding wordt dus :
4~~
0
=
3~5
c. Bepaling van het theoretisch aantal schotels.
De pool op de vertikaal door
x
=
XI valt bui ten de grafiek.\.' eGens de ligging is dit punt
niet voor de constructie
ge-schikt. Het aantal platen in
de stripper werd daarom
bere-kend. Kien ziet uit de figuur,
'" ' dat men met behulp van een
e±--~
,
<
.
,
..
_
,
ogTU I ge:r:schap van de r~chthoek~ge---t.l-~:---r, ---~~ drl.ehoek (KD1 : KiJ = LN : Lz,).
, , I de stukken kan berekenen, die
I
/
/
,.
/
door de verschillende driehoeke van de as , waarop de mol.framt. zijn aangegeven,worden
afgesne-den.
Uit de grafiek valt af te le~en, dat de tvveede schotel de
vo edingsschotel V'IQ'l"dt ; uit de
grafiek volgen verder ~
theoretische platen.
Het werkelijke aantal platen
volgt uit : n= n(th)
sr,T
sr" is het gemiddelde plaat effect • Bij aanname van de
gemid-~elde waarde Véill
0
,
7
wordt het ",.erkelijke aantal platen•
9 ,
-literatuur:
l J.W.Lawrie, Glycerol end the glycols,~U. rL.~u.t~::L~
·2. Fr.Patent, 457833, (1913) 0-. ~CJc-" .
. 3. U.S.l;atent, 1206222, (1916) A. ~~,
v
/j{.t:'
~'<:;'". 4. U.S.Pë.tent, 1237076, (1917) O.~. /éJlA.' ~
,5. U.S.Patent, 1402317,
(1922)W./.J.~i7ó~· ~
....:...~.
·6. Hibbert,
u
.
s
.
.
eatent, 12:7,0759, (1918) 1'J~.7.A.rLarson, U.S.Pat é;nt, 2,153,064, (1939)lfo[J .
.lu.?~~~~a.J
8 .~]Lo der, U. S • .iatent, 2,285 ,448, (1942 'X..to é.J . .u... p~~ ~
<&..Ic..)
9. Fi at Final Reptr. 874, 19, 1947.
10. I . G. Farb enindustri e AG, Brit .l?atent , 292066 (1927) ~
· 11. U.S.:tlatent, 1,996, 638, (1935)«,.~~.u~'~"'YIP.~,'Jl].~~
12. Ind.~iJlg.Chem. ~, 2403, 1950. p'p'-Mc.~ ~·CJ.
"""
.
13.SLenher, J .Am.Chem.Soc.
22
,
2420-1, 1931.14.T.r.Lef07,'t, U.~ • .ia~ent, 1,998,878, (1935 )lté~oc..ktf.~~ 15. Ind.Eng.Chem.
TI
,
432-8, 1945 .l..,ttc.flc.t.,/.l.b.~0I..P.A.Wt.~.16'"JI.Twigg, i'roc.H.oy.Soc. (London), A188, 92-104, 105-22,
123-41, (194$ 17.A.Y,"urtz, J'J:Ul. 113, 255-6, 1860.
18.cI-:latignon, Bul1.Soc.Chim.France (5), 1,1308-17, 1934.
19. Item no. 822, File No. XXIV - 19 • . Anorgana G.I;I.B.H.
Werk Gendor:f.
·20. U.S.i'atent, 2,472,417, (1947) ~~.~.Îo~,,~~
21. E.Kirschbaum, "Destillier-und Rektifiziertechniek". ~,
22. Ind.~ng.CheI!l.
A1.,
373, 1950.Ju.-~~o(to.J.~·:.-..l~~23.fhFenske, Ind.Eng.Chem. z..4.,482, 1932.
I
, /
.
~·~o.R...