'(
~
~
-u-
w
~
PO•
~.o ffl
~
~~
~
~-
u
;
"
)
ti~
~1=1
,----
'
'T_ _ lo
r)
I I -L--~II II
,----I
r
Z!J !
F
I
~
l
LJ
~
-
'---i.üj-+t
I, : '1$
Q
~
,
:
--=
<
IL.
_
T= 1'11 I1 I1 I T lil'=-.". ~ -,, -"1~
l:
" 'I" :t. ""i,,<
.
AFGASJ
r'
1,900
I PROPEENOXYDE E.B.M.MAJOOR MEI '61 5ch.. al 1:50lr--i!J
w
CaO ~ ~,
: I' ,-Dl
-
1
~
-j
..
_
..
, , .,
!
,
hb
t2+-~
.-t< I I--1"
---~ ~ -~.:.'
.:h:
-
-L'
~
I
IIL
~
~
.
k:'i
~:'
.
:-:
"
,
,
" ',. -
"
I .cl. • . . • . . . •~,
PRO N - -,-- - -J
.--J
_
_
-
J ~. .I I /
..
.....
..
Schema van een PRüPEENüXYDE-fabriek.
E.D.M. Majoor Spoorsingel 38
INHOUD:
I
UITGANGSPUNTEN.
11
PROCESKEUZE.
III
BESCHRIJVING VAN HEI' SCHEMA.
IV
ST OF - EN WARMTEBALAN SEN.
'!V
ONTWERPBEREKENINGEN.
VI
GRONDSTOFFEN.
VII
BIJLAGEN.
VIII
LITTERATUUR.
".. . ._
-I. UITGANGSPUNTEN.
De fabriek is ontworpen voor een productie van 17.000 ton propeen-oxyde per jaar.
Volgens onderstaande tabel is van de totale propeenproductie in 1957 in de U.S.A. 5,1
%
gebruikt voor de bereiding van propeenoxyde. Het geschatte verbruik van propeen in 1960 van dat land is 2 miljard pound, dus 900.000 ton.Tegenover een productie van ongeveer 60.000 ton in 1960 in de U.S.A. is een capaciteit van 17.000 ton per jaar voor een fabriek in
Nederland verantwoord. Wel overtreft dit de huidige nationale behoef-te, er staat echter tegenover dat het Europese achterland een belang-rijke afnemer zal zijn.En da t vooral voorzover het Eu r omar k t l a n d e n betreft.
Propeenverbruik en productie in 1957 in U.S.A.
Totaalproductie: 730.000 ton (1,610 billion pounds ) 94
%
uit raffinaderijgas ti%
L.P.G. Verbruik: Isopropanol 53,8%
Dod e c e e n 25 , 6%
Noneen ti, 8%
Propeenoxyde 5,1%
All y l ch l or i d e 1,0%
I Cumeen 3,ti%
Rest 1,1%
(litt. 1)Als vestigingsplaats is ge k o z e n het gebied van de Botlek bij Rotterdam Deze plaats combineert de meest ideale omstandigheden in zich.
.
.
Aanvoer van grondstoffen: propaan-propeen van de aldaar gelegen raffinaderijen (Shell of Esso). Chloor van de
K.N.Z.
Een keukenzout-electrolysebedrijf is daar in aanbouwen zal zeker voor de in-bedrijf-stelling van de propeenoxydefabriek klaar komen. Tussen het electro-lysebedrijf en de Shellraff inaderij i s een chloorl eiding gepl_~. In verband hiermee wordt geädviseerd de fabriek te vestigen dichtbij het terrein van de Shell-raffinaderij te Pernis, ookalomdat dan het reactiegas (hoofdzakelijk propaan) goedkoper naar de raffinaderij kan worden teruggevoerd. Afvalwater kan zonder bezwaar in de Nieuwe Water-weg of eventueel in zee gespuid worden. Proceswater wordt betrokken uit de Brielse Maas. Kalk wordt per schip aangevoerd.Transport van producten kan over water geschieden via de zee naar Scandinavië en via de Rijn naar Duitsland.
Er mag niet uit het oog verloren worden dat de grootste afnemer de in Pernis gelegen petrochemische industrie zal zijn.
Propeenoxyde vindt toepassing als laagkokend oplosmiddel voor nitrocellulose , celluloseacetaat, lijmen en andere verbindingen.
Een belangrijk deel van de bereiding van 1,2-propaandiol geschiedt via propeenoxyde, omdat op deze manier een groter rendement te bereiken is.
Een sterk in belang toenemende toepassing is het gebruik van propeen-oxyde in de polymeerindustrie.
Het is namelijk de basis van vele epoxyharsen en polyesters. (cfr het C
3-analogon van polyglycoltereftalaat, Terlenka)
Het laatsée nieuws is het mogelijke gebruik als grondstof voor poly-propeenoxyde.(litt.14)
Verder is propeenoxyde tussen-product bij de bereiding van mono-, di-, en triisopropanolamine.
Een klein deel van de productie van propeenoxyde vindt zijn weg in de landbouw, daar het gebruikt wordt als fumigant, hoewel het niet zo giftig is als etheenoxyde.
II, PROCESKEUZE,
Propeenoxyde wordt gemaakt door oxydatie van propeen, CH
3- CH
=
CH2, Naar de keuze van het oxydatiemiddel onderscheidt men drieberei-dingsmethoden, n,l,die via:
a. Oxydatie van propeen met een peroxyde.
b. Directe oxydatie van propeen met lucht of zuurstof. c. Oxydatie van propeen met hypochloorzuur, HCIO, via
propeenchloorhydrine, CH _ CR CH
3 I - I 2
OH Cl
Ad a, De voornaamste peroxyden zijn: H
20 2,
- Metaalgeactiveerd H
20 2,
- Organische perzuren,
In de techniek zijn hier de perzuren verreweg het be~langrijkst,
Gebruikt woeden: perazijnzuur, CH - C -
° -
OH, al of niet in situ3 I'
°
gevormd. permierenzuur, H - C - 0 -OH*'
o
aceetaldehydemonoperacetaat,AMP,
CH - CH -° - ° -
C - CH3• 3 I 11 OH°
In het laatste geval wordt ,U W gemaakt door autoxydatie van
aceetaldehyde met zuurstof en ozon, 03' als katalysator,
De Union Carbide Chemicals Corporation heeft in 1958 aangekondigd
een fabriek te gaan bouwen di e volgens dit principe werkt.
Ad b, Directe parti~le oxydatie van propeen tot propeenoxyde gaat
niet zo goed als bij etheenoxyde. De opbrengst is hier veel lager
door de vele bijproducten di e ontstaan.
Tot nu toe is er nog ge e n fabriek gebouwd op basis van directe
oxydatie van propeen, We l wordt er intensief naar gezocht blijkens
de stroom van patenten in de laatste 10 jaar,
De reactie wordt op twee manieren uitgevoerd, n,l, inde gasfase of
in de vloeistoffase, De vloeistoffasereactie geschiedt dan in een inert oplosmiddel, meestal benzeen, C
6H6, ( eventueel met
nitrobenzeen, C
1. Gasfasereactie -katalytisc h.
..
2 CH - CH - CH3 , , / 2
o
Druk: ongeveer atmosferisch.
Een propeen-zuurstofmengsel (1 : 0,35 vol.) wordt door een
gefluïdi-seerd katalysatorbed gelei d. Re nd e me n t : ? (laag)
Als katalysator Ag of Ag op drager met Au, Pt, Mn en
aardalkali-promotoren .
(i ;
tt. 3 en 4) -niet katalytisch. Druk: 3, 8 atm. 2. Gasfasereactie = Gepakte reactor:~ o Temperatuur: 400 C surface : 7 -9 cm2/cm.3 free space Olefine: Zuurstof=
3, 7 Opbrengst: I (v o l ) 3 44 kg per m reactieruimte. Druk: ti - 8 atm.Pakking: 3/8 inch Raschig ringen.
= Pijpenreactor .
Temperatuur: 3300_ 400oC.
(litt.5)
"~ t
Verdund propeen,bij voorkeur een propeen-propaanmengsel van 30 - 60
%
propeen, en 2 - () %v o l . zuurstof door een roestvrijstalen of messing
pijpenreactor met circulatie van de reactiegassen.
Opbrengst: 40 - 60 kg per m3 reac tieruimte. (litt.ö)
3. Vloeistoffasereactie. - katalytisch.
Temperatuur: 175 - 2250C. Druk: 20 atm (voor 100 % propeen)
50 atm (voor propeen-propaan 1:1) De hoge druk wordt door middel van stikstof verkregen.
Rendement: 26
%
en 9%
respectievelijk aan propeenoxyde en1,2-propaandiol.re (litt.7)
40
%
en 20%
resp. door CO2 en CO-verwijdering in de
circulatiegassen, en door speciale temperatuur- en
druk-condities, als P enT in voorwarmers e.d.
Ad c. De bereiding van propeenoxyde via propeenchloorhydrine door
oxydatie van propeen met hypochloorzuur.
~ HCl + HClO 7
CH - CH - CH
2
+OH
3 , /
r -\, , '-t ---"::'
CH -
CR - CH 2 +H
20
~a: CH - CH
-
?H2
3"'"
/ 3 I Cl ...OH
Cl
~ b:CH - CH - CH
3 I 1 2Cl
OH
Er bestaan dus twee propeenchloorhydrines ( ~ en
r
)j
beiden gevenbij verzeping met loog propeenoxyde.
CH - CH -
C(H2
NaOH
CH - CH - CH
+NaCl
+H
20
~ 3 Ik
l
3 ... / 2OH
Cl
0
CH - CH - CH
NaOH
CH - CH - CH
2
+NaCI
+H
20
-/ 3 I I2
k
2
3 \ /Cl
OH
0 k=
7,85 mol/ltr/min. bij 200C )1 voor een pseudo-eerste-ordereactie
k
2 2,65 mol/ltr/min. bij 20
0C
) in water.
Dit proces voert men op dezelfde manier uit als bij etheen, maar
ook hier is het rendement lager. Wa n n e e r in één goedgeroerde reactor chloor in water wordt geleid en propeen in contact wordt
gebracht met het ontstane HelO, dan is het rendement slechts 60 - 70
%
terwijl in gelijke omstandigheden met etheen een rendement van bijna
90
%
bereikt wordt.EEn dergelijkrendement nu kan met propeen verkregen worden door in
twee reactoren te werken. In de ene wordt hypochloorzuur gevormd en
inde andere reageert propeen met de hypochloorzuuroplossing. De eis
die hieraan ten grondslag ligt, is dat de vrij-chloorconcentratie
3
lager dan 0,5 kg/m moet zijn. Daartoe wordt een grote recirculatie
toegepast. Het ontstane propeenchloorhydrine in waterige oplossing wordt continu aan de reactor onttrokken en met kalkmelk overgevoerd
in propeenoxyde bij het kookpunt van de oplossing. (litt. 9,10 en 11)
Zowel de bereiding met peracetaat als via chloorhydrine is technisch
uitvoerbaar. De betere toegankelijkheid via de litteratuur van het
chloorhydrineproces, het feit dat de meeste bestaande fabrieken
gebruik maken van deze methode, en de eenvoudiger zuivering die via
de tweede trap bereikt wordt is de reden dat aan het
chloorhydrine-proces de voorkeur is gegeven.
Ookalomdat wat corrosieproblemen beide processen geen duidelijk verschil vertonen.
\ ,
\'
"\ .",. ".:<
.-J'/î
, I ," .:}
\ '~ \ ,r.•i\'~...<
-,,---
-bedrijf stellen
met wateréan
.
'
lIl. BESCHRIJVING VAN HEl' SCHEMA.
Er zijn twee chloorhydrine-reactoren. Ze bestaan uit twee gedeelten,
In het onderste deel wordt chloor ingepomd, hier ontstaat HCIO, in
het bovenste deel wordt een 40 - 60
%
propeen-propaanmengsel gepompd.Een intensieve circulatie tussen de twee delen wordt in stand gehouden, dit is mogelijk door het soortelijk gewichts-verschil van
de vloeistof in de reactor en de vloeistof in de omloopleiding.
In de omloopleiding is een koeler opgenomen om de warmte ontstaan door de exotherme reactie tussen propeen en hypochloorzuur af te
voeren. De temperatuur in de reactor is 350C. Omdat chloor en
propeen-in vloeibare toestand worden aangevoerd wordt in twee verdampers
(bij iedere reactor twee) chloor resp. propeen-propaan verdampt. Per uur wordt in iedere reactor 1510 kg chloor en 2486 kg propeen-propaan (2 : 3) toegevoerd.
Continu wordt aan het reactiemengsel 30 m3vloeistof onttrokken (per
uur). De z e oplossing bevat 60 kg propeenchloorhydrine (voortaan PeR)
3
per m , zodat op deze manier 1800 kg PCH per uur per reactor wordt
geproduceerd. Deze oplossing ga a t naar de verzeper.
Het propaan en de overmaat propeen (8
%
t.o.v. C12) verlaten de
reactor aan de top, en wordt naar een afgasscrubber gev o e r d waar
het ga s van verontreinigingen al s HCl en sporen C1
2 wordt ontdaan.
("/'v""'-"'"
Om de vloeistof hoeveelheid in de reactor constant te houden wordt "\
ç . 3
. ,. ;1. .1 per uur ongeveer 30 m water ge s u p p l e e r d . Voor het in
\\ .~'\.
\~. ":\' " i s voorzien in de mogelijkheid om de reactor te vullen
\
\\:~"\.
Çf,~
~~" ,
350C
'~\
(Eenmaal voor beide reactoren.)"->.JO /
\ c~ De reactor is ge ma a k t van met rubber bekleed staal dat aan de
binnen-(
kant met zuurvaste steen is bekleed, leidingen zijn voorzover ze met
de reactorvloeistof in aanr aking komen van ge~boniteerd staal en
anders van ge wo on staal, dus ook de chloortoevoerleiding.
De circulatie bedraagt ongeveer 1700 m3 per uur.
Het onderste deel van de reactor heeft een diameter van 1,35 m en
een hoogte van ongeveer 6 meter, het bovenste deel heeft een diameter
van 1,75 en een hoogte van ongeveer 14 meter. De reactor is totaal
2. Afgasscrubber.
Deze toren die voor beide chloorhydrinereactoren dient, heeft een
diameter van 1,50 m en een hoogte van 8,00 m. Het lagere deel is uitge-voerd in zuurvaste steen de top is van staal. De toren is gevuld met 2 inch Raschigringen. De pakkinghoogte bedraagt 6,00 m.
. 3
De gasstroom 1S 1850 m p~r uur, 20
%
natronloog wordt ge v o e d in de 3v : top van de scrubber ( ± 35 m per uur). Deze natronloog wordt perio-diek getest en vernieuwd wanneer het natriumhydroxydegehalte minder dan '3
%
is geworden. Daartoe is een voorraad vat van 4 m3 aanwezig.3. Verzeper.
Het propeenchloorhydrine wordt verzeept met 10
%
kalkmelk dat in een overmaat van 10%
ten opzichte van de theorie wordt toegevoerd.Eén verzeper is geplaa.tJ
g l,· bij elk van d-e chloorhydrinereactoren.
De verzeper is een horizontale cylindrische vat met vlakke einden. Diameter 2,00 m, lengte 3,50 m met een dampuitlaat met een diameter van 1,00 m en een lengte van 1,00 m. Er bovenop is een condensor gemonteerd om zoveel mogelijk van de waterdamp in het uittredende gas te condenseren.
De kalkmelk-chloorhydrineoplossing komt binnen aan de ene kant door een llavegpijp, gaat heen en weer langs dwarsschotten en verlaat de verzeper via een overstroompijp met variabele hoogte.(afvalwater)
De dwarsschotten die tot iets boven het midden van de cylinder reiken o
zijn gemonteerd op een as, zodat het geheel 180 kan draaien. Dit is gedaan om eenvoudige reiniging mogelijk te maken.
Stoom wordt op de bodem ingeblazen door 50 mm pijpen die
uittree-openingen hebben aan de onderkant. Dit is gedaan om de kalk te belet~
ten zich op de bodem af te zetten.
De temperatuur in de verzeper is 107oC. Per uur wordt 20,5 m3
kalk-3 (t s'ei»,>
melk en
a
o
m' PCH-oplossing toegevoerd. Het stoomverbruik"bedraagt5 ton per uur. Het afgas bevat ruim 1000 kg propeenoxyde en ruim
-
200 kg Dichloorpropaan. Di t afgas dat een verzadigde damp is, is de voeding van destillatiekolomJ.
De temperetuur ervan is 350C.4. Bereiding Kalkmelk.
Kalkmelk wordt continu bereid door continu kalk met een doseer-inrichting toe te voeren in een stalen tank, waar ook continu water met een temperatuur van 6loC wordt toegevoerd. (4320 kg CaO en
Het toevoerwater wordt opgewarmd met het hete afvalwater uit de verze-per. Om bezinken van kalk tegen te gaan is de tank voorzien van een roerwerk. Roeren bevordert ook het blussen.
3
De inhoud van de tank is 25 m hetgeen overeenkomt met de behoefte van
een half uur productie.
5. Destillatiekolom I.
Deze kolom is een schotelkolom van 12 meter hoog en 40 schotels. Hij
werkt bij atmosferische druk. De voeding vindt plaats op de achttiende
schotel. Het theoretisch aantal schotels bedraagt 7.
Het topproduct dat bij 350C overkomt is 97,8
~
\propeenoxyde.
Per uur is- .. I .. , r- tX
dat 2047 kg. /"-'... I ~. -.1"'"'1 ' / ' / :-: J
o
Het ketelproduct wordt bij 100 C afgetapt, 4ti3 kg per uur. Het bestaat
voor 85 % uit 1,2-dichloorpropaan, 8
%
is water en 7 % is propeenoxyde.(gewichts%). In verband met aanwezigheid van organische zuren of liever
zuurreagerende bestanddelen in de voeding is als materiaal voor de kolom vertind koper gekozen.
Het ketelproduct wordt in een koeler van 1000 naar 870C gebracht en
naar een scheider gevoerd, waar de waterfase en de dichloorpropaanfase gescheiden worden.
De dichloorpropaanfase is bijna zuiver n.l. 99
%.
Het propeenoxyde zaln.l. door zijn veel grotere oplosbaarheid in water dan in dichloor.
,-.. ( t ',.t It \-t
propaan practisch geheel in de waterfase gaan zitten. .. ~..-'-
-De waterfase die een temperatuur van 870C heeft is de voeding / anL/ :Jk'?
destillatiekolom 11. /
~~
Het propeenoxyde en het dichloorpropaan worden naar hun opslagtànks
3 3
gepompt, die resp.
6
m en3
mmeten.6. Destillatiekolom 11.
De tweede kolom is een met i-inch Raschig ringen gepakte kolom.
Hoogte 9,00 m, diameter 200 mmo Pakkinghoogte 8 x 0,5 m.
Aantal theoretische schotels 8.
Het destillaat, 30,1 kg 99,7
%
propeenoxyde per uur.IV. STOF- en
AlUtl'EBALANS.
Er is gebruik gemaakt Tan de volgende afkortingen:
PCR
PO
DepDCIE
Cl
f lrI~
rn
propeenchloorhydrine.
propeenoxyde.
1,2-dichloorpropaan.
dichloorisopropylether.
vrij-chloorconcentratie. (kmol/m
3)
moleculair gewicht. (kg)
assastroom.
(kg/hr)
rende ent.
De
ateriaalbalans wordt gevonden door gelijkstelling van de in- en
uitgaande stof stromen.
(litt.lO,ll,l3)
Reactiegegevens:
o
Te peratuur: 35 C.
Druk: ongeveer atmosferisch. (alleen
vloeistof-kolom)
PCR-concentratie in uitgaande vloeistof:
60 kg/m
3•
PCR-rendement op basis van C1
2
:
90
~.Propeen-overmaat t.o.v. C1
2
:
8
%.
DCP : 9
~van het ingebrachte Cl
2
wordt in DCP omgezet.
DCIE: 1
%
van het ingebrachte C1
2
wordt in DC
LE
omgezet.
Gesteld wordt dat C1
2
voor 100
%
wordt omgezet.
Propaan gaat onveranderd door het toestel.
100
%
'
Grondstoffen:
Productie:
!
uit een 40-60
~-engsel
propeen-propaan~''-
--.-
-';~"ncL
\
1A.,1rV....
.
-Een 'productie van 15.000 ton PO per jaar eist bij een rendement van
t
80
%
voor de vorming van PO uit PCR en daaropvolgende zuivering
een productie van 30.000 ton PCR per jaar •
Dat is 3600 kg/hr, wanneer één jaar op 350 dagen van 24 uur wordt
gesteld.
De materiaalbalans wordt berekend voor
~~nreactor met de halve
capaciteit nl. 1800 kg PCR per uur •
___ __---L.-__ •_ _
-
I
A, Reactor in
C1
2- g a e ,1
.-
rn
71 1=
1800,~.----• 1510
~':t0,90
~C
ft=
3 6M
CI
~Cl'2 ,(overmaat)=
2 MC H
3 61510,42, 1,08 • 966
71966 kgJk
,1,5 - 96
ti,44,1,5
= 1520
42
1520 kgJhr
349 kgJhr
Voor de hypohalogenering is B
20
nodig. Voor ieder
molecule PCH en DCl
E
is 'ên molecule H
20
nodig,
Er wordt dan totaal 349 kg H
2
0verbruikt per uur.
Totaal vloeistof
3
Per uur wordt
30m
vloeistof met een
PCB-concen-tratie van 60 kg/m
3aan de reactor onttrokken,
Dit moet worden gesuppleerd,
We stellen dit op
30m
3/hr,(In werkelijkheid zal
dit iets schelen door het B
20-verbruik
in de reactor
en omdat de dichtheid van deze vloeistof niet
precies 1000 kg/m
3is,
B, Reactor uit
t. -
37.42 •
~=
5
171
Afgas
Propaan gaat onveranderd door het toestel.
Chloor en HCl in het afgas te verwaarlozen.
Een deel van de overmaat propeen wordt
ge-bruikt bij de vorming van
D
Cl E .
M _ _ C 3Hij
C3H6(DCIE)- DClE'y
DCl E'
Van de overmaat
C
3
B
6
is dan over 75 - 5
70 kg/hr.
De
"i"
komt in de tor ule omdat er voor êên
molecule DelE twee moleculen C1
2
nodig zijn.
1520 kg/hr
70 kg!hr
3
Vloeistof uit
30 m /hr
\-kg/hr
met PCH
1800
DCP
217 k
g/hr
DCIE
18 kg/hr
HCl
120 kg/hr
3 3Per uur wordt ao m
oplossing met 60 kg per m PCH afgevord.
PCH-uit is dus 1800 kg/hr.
9 ~
van het chloor wordt aan propeen geaddeerd
o
nde r vorming van
DCP, volgens:
1
%
van het chloor wordt verbruikt bij de vorming van DClE.
4 4
MDC 1E
A111
~
PDCI
E=
O,Ol.PCl •
.~=
0,01.1510.
.~=
18
2 MCI
11
2Bij de reactie:
-
•HCIO
+HCl
wordt de helft van het chloor in
H
Cl omgezet. Geen HCl echter
ontstaat bij de chlorering van C
3Hti
tot DCP, want dit is een additie.
Bij
de vorming van DCIE wordt ook HCl geproduceerd volgens:
CHa-?H - fH
2OH
Cl
CH 3-
fH - fH2
+
HCl
OCI
Cl
CH -
3CH
3-
CH -
I -.ca
2OCI
Cl
CH - CH
3I
o
ICH
:Er is dus een overmaat HCl ten opzichte van PCR.
Volgens litt.ll bedraagt deze:
[
HC~
-
[
pcIij
=
3,3 ",
De uitgaande HCl-stroom wordt dan:
• 1,033
=
1
800.
3 6• 5.1,033
=
7
20.
,
I
I I-.
I
I I I I I ! I I t I I I I IMateriaalbalans Propeenchloorhydrinereactor in Tabelvorm.
IN
UIT
component
k
g/hr
component
kg/hr
C1
2
1510
pcn
lSOO
C
3H6
966
C
3H6
70
C
31lS
1520
C
3HS
1520
"H 0"
3
49
HCl
720
2
DCP
217
DCIE
IS
!..otaal
4345
totaal
4345
Chloorbalans
IN
UIT
component
kg/hr
component
kg/hr
C1
2
1510
via
PCH
679
DCP
136
DClE
7HCl
700
'totaal
1510
totaal
1522
Propeenbalans
IN
UIT
component
kg/hr
component
kg/hr
C
3H 6
966
via
PCH
S05
D
CP
SI
DCIE
9
C
3
H
6
71
-totaal
966
totaal
966
-- -- I
J
- -- - ---- -- - - - -- - - -
-Warmteproductie in deel B van de reactor. Reactie:
De totaal geproduceerde warmte is dan:
CH - CH - CH
3
2
OH Cl in HCIO om te+
46,1 kcal/grmol. \ \ t'cal/hr. 3 kgjm alsnog 883 0,15 van DCIE ). 46,1 = + HOCI Om de evenwichtsconcentratie Cl f~w
= +~L·
( PCHzetten wordt nog aan warmte opgenomen.
~w
= -
~L·
Clf• 16,3
= -
55 tcal/hr.In totaal wordt dus in deel
B
l
~
_tcal/hr
geproduceerd. Warmteopname in deelA
van de reactor.Reactie:
HCIO + HCI - 16,3 kcaljgrmol.
Gevormd wordt in dit deel van de reactor het equivalent van 0,79 kg 3
C1
2 per m • Het warmteeffect is dus:
. \
~w
= -~L·
'C12 •
16,3 =I
288 jtcal/hr.- ,;;? .
Deze warmteeffecten hebben geen noemenswaardige invloed op de tempe-ratuur van de vloeistof.
(Grootst
~
afw
Wki~~
I~
~îeiner
dan 0, 50 C . )~
~- .
Er kan dus volstaan worden met een koeler op te nemen in de terug-vloeile iding.
dit water is deze capaciteit
r'(
\
vermogen van 210 rcal/hr hebben. adiabatisch
wëTkt~
Dit is uiter-Omloopkoeler.De maximumcapaciteit van de omloopkoeler wordt gevonden uit het suppl eti ewater.
N.B. Er is aangenomen dat de reactor minimumwarmteopnemingsvermogen van het Bij een maximumtemperatuur
va~
24oC.van]33Ö) t c a l / h r .
~
,~~loopkoeler
moet dus een koelend'I.
aard het geval wanneer in de zomer de omgevingstemperatuur eens op 350C komt •
.j Bij een constructie van de reactor uit met rubber beklede zuurvaste steen zal de warmte-afgifte aan de omgeving zelfs onder extreme om-standigheden niet hoger zijn dan ongeveer 15 tcal/hr, hetgeen in de berekeningen verwaarloosd mag worden.
Omdat in de winter de
suppletiewatertem~reatuur
onder de lOoC kan ko-men, is in de toevoerleiding hiervan een voorwarmer opgenomen.-.-- -
?-t.
~
ril
I
tI
!/;I (- - - ----_.- - -
-De materiaalbalans is berekend op basis van het gegeven dat PCH verzeept wordt met 10%-ige kalkmelk zodat de overmaat van de laatste 10
%
is. Het rendement van de verzeping is 92%'
(litt.ll)IN UIT
PCR-oplossing per uur Overloopstroom per uur 30 m3 55 m3 PCH 1800 kg CaC1 2 en andere calciumzouten RCI 720 kg DCP 217 kg Af g a s DCIE 18 kg PO 1017 kg DCP 217 kg Kalkmelk H20G 20,5 kg. 20,5 m3 H 20 19440 kg CaO 2160 kg Stoom 5,05 ton
i.
_E!!.er..gieh.alaQ.s_V!tr~ep"e!:..Voor de berekening van de benodigde stoomhoeveelheid waarvoor deze ener-giebalans is opgezet is ten aanzien van de enthalpie aangenomen, dat deze
o
voor vloeibaar water bij 107 C nulis, en voor P6 in dampvorm nul is, en voor DCP in dampvorm nul is (steeds bij 1070) .
De enthalpie van de overloopstroom is dus nul. (aanname).
o De ingaande kalkmelkstroom treedt in met een temperatuur van 90 C. Om deze stroom op 1070 te brengen is nodig 348 tcal/hr.
De PCR-oplossing heeft een temperatuur van 350C. Om deze op 1070 te bren-gen is nodig 2160 tcal/hr.
In de verzeper moet bovendien ge lev e r d worden:
de reactiewarmte 6,0 kcal/gmol PO dus 1l.4 tcal/hr de verdamping swarmte van PO, 5,25 kcal/gmol 100 tcal/hr de verdampingswarmte van DCP , 3, 88 kcal/gmol 8 tcal/hr In totaal is er dus een warmtetekort van 2730 tcal/hr.
Wa nn e e r stoom van 5 ata en 2360C (H = 593 kcal/kg) wordt toegep'ast met een overmaat van 10
%
in verband met warmteverliezen e.d. komt dat overeen met 5,06 ton stoom per uur.N.B. Er gaat ook waterdamp met het afgas mee. Ee n gedeelte van de overmaat stoom is hiervoor bestemd.
Het warmte overschot wordt voor het gr oot s t e deel in de topcondensor afgevoerd. De energiebalans strekt zich daar niet over uit.
In:
Voeding:pe
DCP H 20 Totaal per uur 2034 kg 434 kg 41 kg 2509 kgUit: per uur
Destillaat: PO 2004 kg DCP 40 kg R 20 3 kg Ketelproduct PO 30 kg DCP 395 kg H 20 38 kg 2511 kg
6.
Energiebalans DestillatiekolomI.
Q = nD(R+l) r = 35,06. 1,5. 5,26 = - 277.000 kcal/hr. condensor Q b " l =(RnD + qD- + nK) r = 11,4. 5,25= + 71.900 kcal/hr. re Ol. er 1"Enthalpie van de voeding =
7. Materiaalbalans Destillatiekolom 11. + 21ö.000 kcal/hr. Totaal 10.900 kcalihr(3,5%) Totaal
In:
Voeding: PO H 20 per uur 3$,6 kg 36,6 kg 66,6 kgUit: per uur
Destillaat: PO 30,1 kg
H
20 0,1 kg Ketelproduct:H
2
0 36,5 kg PO 0,1 kg Totaal 66,8 kg 8. Energiebalans Destillatiekolom 11. Qcondensor= QreboilerEnthalpie van de voeding
+ 6740 kcal/hr 6800 kcal/hr 0 kcal/hr
- - -
-ONTWERPBEREKENINGEN,
"
.,
,Î
""
JEr zijn twee reactoren gebruikt, omdat êên reactor zou leiden tot een
30 meter hoog toestel; dit zou tot een te kostbare constructie leiden,
In het vervolg wordt steeds over éên reactor gesproken.
De reactor:
Deze bestaat uit twee gedeelten, in het eerste deel ("reactor A") vormt
zich hypochloorzuur, in het tweede deel ("reactor
Bil)
reageert propeen
met hypochloorzuur.
o
het vrij-chloorgehalte van de vloeistof, die in
B stroom~op de
ver-eiste lage waarde te houden wordt een groot deel van de vloeistof
gerecirculeerd.
D
e circulatie hoeft niet met een pomp bewerkstelligd te worden. In de
gekozen uitvoering berust ze op het verschil in dichtheid van de
vloei-stof in de circulatieleiding en het gasvloeivloei-stofmengsel in deel
Bvan
de reactor.
Berekening van de circulatiestroom.
De berekening berust op het noodzakelijke chloortransport van
A
naar
B.
Per uur moet 1510 kg C1
2
van
Anaar B gevoerd worden.
Het chloor is in de vloeistof aanwezig als HCIO, CIO- en opgelost C1
2
voortaan Cl
f
genoemd.
We gaan uit van de volgende gegevens en aannames:
HCIO
-... 3 3Cl
f
=
0,15 kg/m
- 0,00211 kmol/m
Eerste aanname:
Omdat
de
Kvan HCIO zo klein is verwaarlozen
z
we
(clo-
1
Tweede aanname:
Daardoor mo
gen
(
H+] ,
(
Cl -]
en
(HCIO
]
gelijkgesteld
-Er geldt dus:
(
HCI O)
(
H+]
[
Cl -]
Cl
f..
-0,00211
..
-4
6,43. 10
Daaruit volgt:
[acro
]
=
0,01108
3
kmoljm •
Omdat samen met HCIO ook HCl ontstaat, wordt er
dus behalve Cl f
30,01108 x 71 .. 0,79 kg chloor per m
getransporteerd.
De noodzakelijke stroom, die hieruit volgt is
dus:
3m jhr.
1605
..
1510
0,15
+0,79
Dat betek nt dus
30 m
3/hr
suppletie en 1575 m
3/hr
circulatie.
P
c i r c
=
Afmetingen van deel B van de reactor.
Het volume van B is 30 m
3
volgens de in litt. 13 gegeven
reactiesnelheid, die onder de hier geldende omstandigheden
3
75 kg propeenchloorhydrine per uur per m
reactieruimte is.
De reactiecondities zijn echter niet identiek.
E
r wordt bij een
hogere temperatuur gewerkt en
d
e propeenchloorhydrieneconcentratie
in de uitgaande vloeistofstroom is hoger.
Genomen is voor deze reactor een volume van 35
m
3
voor deel B.
Dit is in de zelfde orde als voor de chloorhydrinetorens
genoemd
in litt. 16 voor aetheenchloorhydrine.
Voor een cylindrische re
actor
wordt de hoogte van deel B zoals in
de figuur aangegeven:
14,00 m
De diameter is dan
1,75 m.
Het volume van deel
A
is 11 m
3
(ongeveer 1/3 van B,litt.ll)
Volgens de verhoudingen in litt.1
3
zijn de afmetingen dan
hoogte:
6,00 m ( van C12-toevoerpunt
tot hoogte C3Hij-toevoerpunt
diameter:l,35 m.
Tussen A en B heeft de verbindingsleiding dezelfde
diameter als
deel A.
D
e lengte van de as hiervan bedraagt nog eens een
1,75 m.
Berekening van de
warmte~ffectenvande chloorhydrinering, de
daarop-volgende verzeping tot epoxyde, en de vorming van HClO uit chloor en
water.
Van de reacties:
•
CR - CH -
3 ,, /C
H
2
o
(1 )
en
HClO
+HCl
worden in de litteratuur geen
warmte~ffectengegeven. Bij gebrek
hieraan zijn ze bereken
d
uit de
bindingsenergi~envan de verschillende
moleculen.
Dit wordt verantwoord geacht omdat ten eerste alle betrokken
verbindin-gen alifatisch zijn en geen resonantie vertonen, ten tweede deze
berekeningswijze met enige aanverwante reacties waarden oplevert, die
overeenstemmen met experimentele waarden.
Bindingsenergie~n
(kcal/mol)
(li
tt.
18)I
C
-
C
58,6 0 = 096,0
C
=
C
100,0
0 - H 110,2,
;V
I'I
0 C(.t....I" .)'V
~
."
~lJ/v"C
-
H
87,3 0-
Cl
49 I C 0 110,2H
Cl
102,7 '), ...--.-.:-~C
-
Cl
66,5Cl- Cl
57,8In de energiebalans voor de reacties moeten de
binding8energie~nnegatief worden ingevoer
d.
(zie fi
guur)
+
E
1
o
- - - - -- _.
De wamte-vergelijkingen z
ijn
dan :
=
CH -
C
H - CH
2
3 I IOR
Cl
+
a
kcal
- 682,4
- 159,2
- 887,7
+ 46,1kcal
De chloorhydrinereactie is dus exotherm, het
warmte~ffeetbedraagt
+ 46,1kcal/grmol
+
-
102,7
CH3-~H
.:.9H2
OH
Cl
- 887,7
..
..
CH - CH - CH 3 , , / 2o
- 781,0
+
HCl
+a kcal
- 6,0 kcal
De verzeping is dus zwak endotherm met een
warmte~ffeetvan - 6,0 kcal
- 159,2
- 10
2,'7
- 57,8
+
..
..
HOCI +HCl
+a kcal
- 16,3 kcal
Ook deze reactie is endotherm, het
warmte~ffectbedraagt - l6,a kcal/gmol
Volgt hier nog een vergelijkin
g
van een berekende met een experimentele
waarde.
- 682,4
+
1-
02- 4
8
..
- 781,0
+
a kcal
Experimenteel wordt hier gevonden
+50,8 kcal/grmol.
.-
.---HOCI
•
HCl
+l
02
+a kcal
-
159,2
=
-
102,7
-
4
8 , 0
-
8,5 kcal
De proefondervindelijke waarde is hier
- 9,a kcal.
Kortom:
r - - - -- - -- - - ,CaR
ti +HCIO
-
PCR
+4
6 , 1 kcal
PCH
-
PO
+
HCl
-
6
, 0 kcal
- - - ---~ -~ - -~~ ~
Omloopkoeler.
Doel: Afvoeren overtollige r eacti ewarmte.
Capaciteit: 250.000 kcal/hr. 21 m2
Oppervlak:
.
Gegevens: Warme stroom Koude stroom.
Materiaal: Karbate •
U
= 1000 kcal/ m20C hr ,Fluldum: PCR-oplossing Rivierwater
3 50 m3/hr Debiet 1600 m /hr Temperatuur in 35°C 200e uit 350e 250C 3 3 Dichtheid 1000 kg/m 1000 kg/m 2 3 Viscositei t 0,0007 N/m
Q,0009
N/m Berekend drukverlies 3100 N/m2 63 N/m2Snelheid 2,37 m/sec 0,34 m/sec
5 ' l
Inlaatdruk max 1,6.10 N/mu
Gecorrigeerd tempeatuursverschil 12 oe. Constructiegegevens:
De af te koelen stroom wordt door de shell gevoerd, dit omdat anders een te hoge leidingsnelhe i d resulteert.
Diameter shell : 0,60 m Aantal gangen 1 Aa n t a l pijpen 50 Lengte pijpen 3,5 m D 0,050 m u D. 0,038 m J. Steek 0,075 m 2 Opp. pijpen 0,12 m/m
Maat stompen 0,35 m (warme stroom)
0,10 m (koude stroom)
Het drukverschil door de shell is berekend met de Fanningvergelijking waarbij gebruik is gemaakt van de hydraulische straal.
Berekening van het beschikbare drukverschil voor de circulatiestroom in de chloorhydrinereactor.
Dit drukverschil ontstaat door het soortelijk gewichtsverschil van de vloeistof in het bovenste deel van de reactor en in de omloopleiding.
In onderstaande tabel zijn de dichtheden bij verschillende circulatie-stromen berekend,- door middeling van de dichtheid onder in het propeen-propaandeel van de reactor met inachtneming van de druk ter plaatse ten gevolge van de v1oeistofkolom,en in de top van de kolom. Door vermenigvuldiging van deze dichtheid met de versnelling van de zwaartekracht, en de werkzame hoogte hier 13,75 m wordt dan de statische druk op 13,75 m onder de top berekend in de reactor en de omloopleiding, het verschil daartussen is tenslotte het beschikbare drukverschil.
Hierbij is aangenomen dat weliswaar de vloeistof in de reactor lang-zamer omhoog stroomt dan het gas, maar dat dit gecompenseerd wordt
door de wrijvingskracht die de opstijgende dampbellen op de vloeistof uitoefenen. Aangenomen is tenslotte dat het rendement van dit
gas-liftsysteem 75
%
is. (litt.19)circulatie stroom
3/
1500 m hr 1600 1700 1800 2000 2500 volume topgas 916 m3 916 916 916 9116 916f
boven 622 636 650 664 686 732 gasvol. beneden 783 m3
774 764 758 742 721f
beneden 658 676 690 704 728 778p
gem. 640 656 670 684 707 755 0,863 0,885 0,904 0,923 0,954 1,018 1,349 1,349 1,349 1,349 1,349 1,349 p 0,486 0,&64 0,334 0,380 0,296 0,248Vervolgens is voor verschillende leidingsnelheden en debieten het
druk-verschil per m berekend. (met de Fanningverge1ijking 4f = 0,025
In de eerste tabel zijn bij gegeven leidingsnelheden voor verschillende
debieten de leidingdiameters weergegeven. In de volgende tabel zijn dan
Debiet mÖ/hr snelheld 1500 1600 1700 1800 2000 2500 1 m/sec 0,73 6,752 0,775 0,797 0,839 0,935 Diameters 0,613 0,632 0,651 0,685 0,766 meters 1,5 0,595 2 0,515 0,532 0,548 0,564 0,604 0,665 3 0,418 0,434 0,447 0,460 0,485 0,542 4 0,364 0,376 0,387 0,398 0,418 0,470 5 0,326 0,336 0,347 0,357 0,376 0,420 1 m/sec 28,7 16,7 16,2 15,7 14,7 13,7 Drukverlies 1,5 28,4 46,0 44,5 43,3 41,0 36,7 N/m 2 2 96,8 94,2 91,1 88,7 82,6 75,2 3 268 260252 252 245 232 208 4 550 531 516 502 477 425 5 958 931 900 875 832 744
Bij keuze van een diameter van 0,317 m voor de omloopleiding bedraagt
bij een debiet van 1700 m3/hr, dus een leidingsnelheid van 5 m/sec het
drukverschil bij een rendement van 75
%
van het gasliftsysteem33400 N/m2•
Het drukverlies is dan ongeveer 18000 N/m2 in de omloopleiding en nog
eens ruim 3000 N/m2 in de omloopkoeler, totaal dus 21000 N/m2•
De keuze van de diameter van 0,347 m is dus verantwoordt. Er is nog ruimte over voor het drukverlies dat de gegelafsluiter in de
omloop-2
leiding meebrengt n.l. tenminste 5000 N/m in dit geval bij geheel
. /
In litt.16 zijn de af me t i ngpn van een scr ub b e r met ue z e l f d e capaciteit gegeven. Ook de pakkin g n.l. 2 inch Ra s ch ig ring en is daar vermeld.
Re s t nog de bep al i n g van de loogs troom.
Deze stroom van 3% natron loog is ber ek end vogens in litt.20 vermelde
"flooding point"-condi tie s mpt dien verstan d e dat als vl o e i s t of s t r oom is genomen die waar d e, welke behoort bij e e n "flooding point" waarbij de
ga s s n e l h e i d 100/60 is van de in ons geva l gewen s t e snelheid.
Of de scrubber is zo berek en d dat de ga s s ne l h eid 60
%
van de "flooding~snelheid is.
De berekening is uitgevoerd in het ft,lb,sec-stelsel.
Symbolen:
Gg Gassn e l h e id bij "f l ood i ng point" lb/hr/sq ft lege kolom
2
g Versnellin g van de zwaartekracht ft/ s ec
a Specif iek opp. van de pakking sq ft/cu ft kolom
v
F Por o s i t e it cu ft / c u ft kolom
P
g Di chtheid van het gas Ibs/cu ftf
~
Dichtheid van de vl oei s t of Ibs/cu ft?
Viscositeit centipoiseG
l Vloeisto f snelhei d bij "flooding" lbs/hr/sqft lege kolom Gegevens: Opp. ko l om 19,7 s'j ft Gasstroom/hr 318 0 kg of 7010 Ibs
f
g 0,108 3 18 32 m of 64800 cu ftP
1 = 54, 3 . G 7010 • 100 590 g 19,7 60 a v 67 (litt.) p3is ge lijk aan di e van wat e r gen ome n dus 1,0 cp. In litt.20 vinden we een gr af i s che betrekking tussen:
en
De eerste term wordt in ons gev a l: 0,008.
De bijbehorende waarde voor de tweede term is dan 2,9. Door gelijksteeling vindt men da n : G
l = 41 .8 00 lbs/hr/sq ft.3 Voor de hele kolom: 37.5 ton per uur. Of ruim 35 M jhr.
Het afgas van de verzeper be v a t door het toegepaste warmteoverschot een grote hoeveelheid waterdamp. De voeding van de eerste destillatiekolom zal echter zo min mogelijk waterdamp moeten bevatten. Daartoe is op de verzeper een condensor ge p l a a t s t , die zoveel mogelijk waterdamp uit het afgas v e rwijde r-d ,
Bij gebrek aan evenwichtsgegevens is de laagst toelaatbare temperatuur waar nog geen PO of
D
ep
condenseerd berekend waarbij de evenwichten ideaalzijn verondersteld.
Gesteld is dan: PH
°
+ Pp o + PDCP=
760 mm, waarbij door de vasteverhou-o
ding tussen de PO -:.~n:D CP- h ó ev e e l h e i d geldt dat PpO
=
9,15 poep.De laagste temperatuur is da n 32°C, zodat voor de condensor 350 is genomen. Wanneer we aannemen dat de af gekoelde damp verzadigd is aan waterdamp, dan vinden we voor de samenstelling die tevens de voeding van de
destillatiekolom is: PH 0 2 PPO PDCP 42 mm = 65 7 mm
71 mmo ( totaal 20 , 6 kmol/hr)
De moeilijkheid dat propeenoxyde in het condenswater oplost, moet
onder-r vangen worden door de constructie zo uit te voeren dat het condenswater o
/ een temperatuur van bijna 100 C heef~ wanner het terugvalt in de verzeper. Onder deze voorwaarde is bovenstaand e berekening geoorloofd omdat het tot de stationnaire toestand moet leiden door de nu vastgestelde warmtebalans •
Stellen we dat de warmtehoeveelheid welke met het af gas meegaat overeen-komt met de warmteinhoud van de waterdamp die overblijft in het afgas, dan gaat er mee 1,13 kmol H
20, dat is 20,5 kg.
Bij een enthalpie van van
H
t=
0 komt dat neer op 10.400 kcal/hr. wa erl 0 70C
Er moet dus afgevoerd worden 340 . 0 0 0 kcal/hr.
Immers de overmaat is 505 kg stoom met een warmteinhoud van 350.000 kcal per uur. Topcondensor Gegevens Debiet ' /h r Temperatuur in uit Capaciteit: Oppervlak: Materiaal: Wa r me stroom PO 1017 kg DCP 21 7 kg H 20 505 kg 1070C 35
<t:
34 0 . 0 0 0 kc al/hr. 2 18,2 m • Staal Koude stroom Ri v i e rw a t e r 34 m3Constructiege~ven s:
_
Diamet
er
shell:
A
ant a l ga
nge n
A
antal
pijpen
L
engt e pijpen
D
i
Opn
.
pijpen
I~aatstompen
:
D
ampi nlaat
Dampuitlaat
Koelwa
t er
0
,600
m
4
172
1,
C) 0
m
0
,
0 2t:;
m0,
0
78 S
m
2
/ m
1,000
m
0
,2
00
mO
, O
C)O
m
- - - -~-
--4.Destillatiekolom I.
De berekening van het vereist aantal theoretische schotels is gedaan aan de hand van de binaire evenwichten BO-H
20 en PO-DCP volgens de
methode van Sorel en grafische constructie met het x,y-diagram.
Omdat DCP enH
20 ontmenging vertonen tussen 0,5 en 99,5 mol%, de
x,y-diagrammen van DCP-PO en H
20-PO elkaar weinig ontlopen, en het
DCP-gehalte weinig verschilt van het H
20 -ge h a l t e in de voeding is het
geöorloofd de kolom te berekenen met behulp van één van de binaire stelsels.
Omdat de relatieve vluchti gheid van PO ten opzichte van DCP het
kleinst is, is de schotelbepaling aan de hand van het x,y-diagram
van PO-DCP gedaan.
Bij gebrek aan litteratuurgegevens is dit x,y-diagram berekend als
is het een ideaal systeem en wel via de formule:
y = x , waarbij aangenomen is dat de temperatuur van het
\
l + (oc:-l)x
kookpunt van het binaire mengsel lineair met de vloeistofsamenstelling
veranderd. - Bij iedere x is die ~ aangenomen die met de op voornoemde
wijze gevonden temperatuur overeenkomt.
De voeding is (per uur) 35,06 kmol PO
3, 84 kmol DCP
,
totaal 41 , 1 6 kmol2,26 kmol H
20
en is een verzadigde damp dus q
=
O.Wanneer PO + DCP
=
100'/0
,
is de voeding:~
=
38,90 kmol=
90,199,0 is:
waaruit volgt: Het ketelproduct zij:
%
%
35,40 kmol. _ . f. ~.
~tt~r xKlfJ%
E
__~
waaruit volgt n K=
3, 5 0 . ~IGrafisch blijkt dan dat
R
m.
= 0,27 enR
= 0,50 blijkt de kleins~~kolom1n "'----.~/ _
De destillaateis die gesteld wordt
op te leveren.
Het aantal vereiste theoretische schotels is dan 7, waarbij de derde schotel de voedingsschotel i s . ( zie figuur in de bijlage)
Indien eenzelfde berekening voor H
20-PO wordt uitgevoerd zijn er
6 theoretische schotels nodig en is de tweede schotel de
voedingsscho-tel.
Kortom: Voeding: Destillaat Ketelproduct
IIp
=
41,16 nD=
35,06 ~ 6,10 ~=
85,2 % PO xD=
98,5 % PO x K=
8,75%
PO 5,5%
H 20 0,5%
H20 34,2%
H20 9,3%
DCP 1,0%
DCP 57,3%
DCPI
-
I
.
I
II
.
I
.
I
-
- - - - --
-Het schotelrendement
zal
\'1aa
~zijn
gezien de kolommen van 40-50 schotels die in gebruik zijn voor de analoge destillatie bij de bereiding van etheenoxyde.,
J
\ 277.000 kcal/hr. r = 71900 kcal/hr. Refluxverhouding: 0,50. Qcondensor= n D ( R + 1 ) r =Q
- (
Rn
D
+ q~ +n
K
)
rebo i Ier - 1"voor dè vrije
kolom-\
12,00 m\hoog en is de
\L1:1
~!l
( '
,,' '
,
'
,IGekoaen is daarom een kolom met 46 practische schotels
De voeding wordt op de 18-de schotel ingevoerd. (Bij de
kolommen op de U-de litt.16)
Bij een gemiddelde dampsnelheid van 0,60 m/sec
ruimte wordt het schotelgedeelte ven ~e kolom
diameter 1,00 m. (bubble caps) etheenoxyde-Oppervlak: 5. Topcondensor kolom
1.
Capaciteit: 277.000 kcal/hr.Doel: condenseren van het destillaat van kolom
1.
Materiaal: Staal
U
= 600 kcal/hroCm2•2
50,5 m •
Gegevens: Warme stroom Koude stroom
Fluïdum PO-damp Debiet m3/hr 1360 0 Temperatuur C in 350 uit 350 Diameter shell 0,60 m Aantal gangen 6 Aantal pijpen 216 D, 0,025 m 1 Lengte pijpen 3 m rivierwater 27,5 Gecorrigeerd temperatuursverschil 9,10 2
Oppervlak van de pijpen 0,0785 m /m.
6. Reboiler kolom 1.
Capaciteit: 71.900 kcal/hr
Doel: Verdampen van de ketelvloeistof
Materiaal: Staal U = 1000 kcal/hroCm2
2
Oppervlak: 1,44 m
Gecorrigeerd temperatuursverschil: 500
Gegevens Warme stroom koude stroom
Fluîdum Stoom H = 650 kcal/kg Ketelvloeistof
0,20 m 1 29 0,50 m 0,025 m 2 0,12 m
Im
uit reboiler 350 m3/hr uit Gonstructiegegevens: Diameter shell Aantal gangen Aantal buizen Lengte buizen D. 1 Oppervlak pijpen Hoeveelheid damp o Temperatuur C inSnelheid van de damp in de pijpem
ö
, 7
~~h r2 Doortocht (pijpen) 0,0145 m 7. Scheider.
,
3 INhoud 0,4 m Hoogte (= diameter) 0,60 m. Le ngt e 1,50 m.Scheiding berust op het verschil in dichtheid van de beide fase.
Vloeistofmengsel in: 395 kg DCP 37,6 kg H 20 30,0 kg PO Uitgaande stromen: lJCP-fase 395 kg DCP) 1 kg H 20) 36 ,6 kg 1120 ) 30,0 kg PO )
Re d e l ijk zuiver DCP naar opslag.
Voeding van destillatiekolom 11.
8. Destillatiekolom 11.
Voeding: 36,6 kg H
20 2, 0 3 kmol
~
= 2,55 kmol/hr.30,0 kg PO 0,5 2 kmol x
F
= 20,4%
'
voeding wordt kokend ingevoerd, t = 870C q = 1
.
Destillaat: x D = 0,99 kcal/gmoI. Totaal 30,1 kg. r 5,25 nD = 0,52 Ketelpreiduet: x K 0,01 2,03 kmol Totaal 36,6 kg. n K =
Het aantal vereiste theoretische schotels is dan volgens dezelfde
methode als bij kolom I 8.
lJe voeding vindt plaats op de vierde schotel.
Q n (R + 1 ) r - 6750 kcal/hr.
condensoe= D
9. Condensor Kolom 11. Capaciteit: Oppervlak: 6800 kcal/hr. 2 0,92 m Materiaal: Gegevens Flu!dum Staal
u
=
600 kcal/hrm20C Wa r me stroom PO-damp Koude stroom Koelwater. Debiet /hr t°c
Tempera uur in uit 0,78 kmol 1,360 m3 Gecorrigeerd temperatuursverschil: Constructiegegevens: o 12,33 . Diameter shellLengte pijpen
Aantal gangen Aantal pijpen D. 1 10. Reboiler Ko l om 11. 0,200 m 1,00 m 9 27 o,Q12 m 1),150 m. Capaci~ei~: 6800 kcal/hr. Oppervlak: 0,136 m2
Materiaal: Staal
U
= 1000 kcal/hr m2 °C.Gecorrigeerd temperatuursverschil: 500
constructiegegevens:
De reboiler is hier eenstoomspiraal onder in kolom 11.
Di .. = 0,012 m,
PIJP
Hoogte . 1
=
0,230splraa
Diameter van de windingen
De inwendige diameter van de reboiler is Q,200 m.
11. Berekening van de diameter van kolom 11 .
Gegevens:
3
Dampbelasting: 75 kg of 33 m per uur.
Vloeistofbelasting 44,7 kg/hr.
Via dezelfde betrekking als gegeven bij de berekening van de loogstroom
I
.
I
•
I
12. Kalkmelkbereiding.
Er moet 16% kalkmelk bereid worden. Per uur wordt toegevoerd
39.000 kg H
20 en 4320 kg CaO ( 77,2 kmol)
De eindtemperatuur moet 90°C zijn. (zie warmtebalans verzeper).
Aan warmte moet wOEden toegevoerd:
t . c
=
39.000 . 70 . 1,0=
P 2730.000 kcal/hr
~CaO·
t. c = 4320 • 70 • 0,21 4P 65 . 0 0 0 kcal/hr
Totaal dus 2.800.000 kcal/hr.
Een deel hiervan kan door de blussingswarmte van CaO geleverd worden.
Deze bedraagt 15,5 kcal/gmol (litt.21)
In totaal is de vrijkomende warmte dan 1.200.000 kcal/hr.
Het inkomende water moet du s opgewarmd worden tot 61°C. Dit nu kam
geschieden met afvalwater van de twee verzepers 110 m3 per uur van 1070 •
t
13. Voorwarmer To e v o e rw a t e r voor kalkmelkbereiding.
Capaciteit: 1.600.000 kcal/hr
2
Oppervlak: 36, 2 m
Materiaal:RVSStaal U
=
800 kcal/hr m2 °C.Gegevens: FluIdum Debiet Temperatuur in: uit Dichtheid Warme stroom Verzeperafvalwater 110 m3/ h r 107°C 920
e
;1;1050 Koude stroom Kalkmelksuppletiewater 41 m3/ h r 20°C 61oe
3 1000 kg/m 0, Uj m4
l
S6
~,D O m 0,038 m. 2 0,12 m /m 0,053 m0,
11:\
rn
0,
10 rn
Gecorrigeerd temperatuursversc hil:
Constructiegegevens Diameter shel!
Aantal gangen
Aantal pijpen Lengte pijpen
D
.
~.
.
PIJP Oppervlak pijp steek Maat stompen:Warm
e
str
oom
Ko
ude s
t room
:
.
. \ ) .
- - - -- - - -
_.-14
.
Koeler bo
demnro duct
!o
lom
1
.
Hierin wordt het bodemproduct afgekoeld tot 87°C.
Capaciteit
:
6500 kcal/hr
Materiaal:
Staal
U -
500 k
c al/hr
m2oC.
Qonstructiegegevens
:
Type
:
Concentrische buiskoeler.
Lengte P1Jp:
2 m
Di(bin
nen buis)
0,02
5
m
.
2
Oppervlak:
0,18
6
m .
Koude stroom
170°
C.
'1/arme stroom
0,500
m
3/ hr
100°C
87°C
D
eb i et
Temperatuur
in:
uit:
Aantal gangen:
Gecorrigeerd tempera
tuursverschil:
Co •
15. Voorwarmer
R
e a cto r .
Doel:
Bij in bedrij
f
stel
len
van de chloo
rhydrinereactor
moet
deze eerst
g
evul d worden met water van 35°C. Hiertoe is deze
voorwarmer
0
p
g
es t el
d
.
Capaciteit: 690.000
k
c al/h r (Vo
ldo
e
nd e
o
m 3
0 m3 wa
t er p
e r u
ur
o
p t
e wa
rmen
v
an
12
tot 35°
)
K
oud e s
troom
W
at e r
30 m3
12
°C
35
°
c
1000 k
g/m
3
u
=
2u
uU
kca
l/h r
Warme s
tr oom
S
t oom
(1
50° C)
1000 kg
150°C
in:
uit:
2,78
mr!Staal
Oppervla
k:
Mate
riaal
:
Geg
evens
Fluïdu
m
Debi
et
i
h r
T
empe r at uu r
Dichthei
d
3
, 0
m
0,025 m
0,0785 m
2
/m
0,450 m
3
120
g
ang
e
n
p
ij pen
n
ijoe n
Gecor
r i g e erd t
e
mpe r atuur s v
e
rs chi ,
Constructieg~~gs:
D
i ame t e r shell
D.
lpijp
Oppe
rvlak
pi
.
i p
Aantal
Aantal
Lengte
VI.
G
RONDSTOFF
EN.
l·_P.r°12e~n...:.
P
rope
en
word
t
ver~reg enva
n
d
e
r
a
f f i n
a
d
e
ri
j.
I
n de b
e r ekening
is u
itgegaan van e
e n
40
-
6
0
%
-propeen -nroua anmengs el .
Dit i
s
ee
n
me~ gseldat on ie
de re
raf
fin a deri j
voor handen is.
Het is
namenl
ijk
de k
r
a
akf r
actie
d
i e o
ve
r bl
i jft
n
a dem
et ha nis e r i ng
en d
e-ae t haan-ae t
he
ni s e r
i
n
g
va
n
he
t b
ij
gask~ak i n g ve~kregenpro
d
uct.
Het is n
i et
noodzakeli~ kdat
he
t
pr
opeeng
e
hal t e
40
%
is. Het
p
rope e ngehalt
e
m
oe t
tus
s
en d
e
30
en
2
0
%
l
i g
gen.
Een lagere co
ncentrati e is
niet
e
c onom is c h. Bij e
en
hog
er g
e
ha l t e
on
ts taat
meer en
m
e e r
d
ic h l oo rpr op a a n en moet recycling van het
r
ea c t i ega s toe
gep ast
word
en.
,g._Chl.Qo.r:_
Aan het
chloor~wordengee
n bi
j zondere
ei
se n g
es+
e l d . Electrolytisch
chloor is niet perse
nood
zak e l ij k . Wel
licht k
a n i
n
de toe
komst
Deacon-chlo
o r
ge
brui kt word
e n •
.2._K,gl~:
De gebrande
0
kal
k
die voor
d
e
k
a l
k
me l k ge
b
rui
kt
wordt mag slechts
weini
g m
agn e s i a bevat
t en.
In verband met corrosie verdient het aanbevelin
g
om CaO te
gebruiken dat weinig grint
b
ev at .
/
-" \
Natronlo
og
zoals in de handel verkrij
gbaar
in SO
%
~oplossing.
'
~
"
VIII. LITTERATUUR.
•
1. v' Chemical Engineering 65 . 1. 90 . (1958)
2.
~
/
Industrial Engineering ChemistryQl.
25 1 • (1959)3. U.S. Pa t e n t 2.628.9 65 4. U.S. Pa t e n t 2. 60 0 .444 5. U.S. Patent 2. 53 0 .509 Br. Patent 643. 687 6. Duits Patent 1.082.247 7. U.S. Patent 2. 780 .634 U.S. Pa t e n t 2.780.63 5 8. U.S. Pat e n t 2. 784 .202 9. Bri Pa t e nt 10. Frans Patent 982.9 69 982.969 11. 'I/ I n du s t r i e Ch i miq u e BeIge
JJl. •
113-119 . (1954) , fC.\0 l." ~, -12. International Cr i t i c a l Tables 7 . 233 13. Fr a n s Patent 983.910 •14. Journalof the Po1ymer Sc i e c e 43 . 45 3 -45 8 (1960)
15. Landolt-Bornstein. Phy s i k a l is ch Chemische Ta b e l l e n (1956) 16. F. 1.A . T . Re p o r t 874.
17. Fieser & Fieser. Organi c Ch emi s t r y . (1956) 18. Ki r k and Othmer. De r d e supplement (1960 ) 19. Unit Operations. G.G. Brown c. s . (1960 )
20. Introductoin to Chemical Engi n e e r i ng . Badger and Banchero. (1955)
I _
VII. BIJLAGE.
G
egev en
word
en
enk
ele f
y s i s ch e
eigcnschap ~ envan
nropeen-oxyde en 1,2-dichloorpropaan.
Bovendien zi
jn
opgenomen enkele grafieken met de schote
l-b
e na l in g volgens McCabe-Thiele uit de x,y-diag a
mmen
van
PO - H
20
en PO - BCP. Deze diagrammen zi
jn
berekend via de
relatieve vluchtigheid, welke op zijn beurt weer berekend
is met aanneming dat zowel vloeistof a1s
m
gas zich ideaal
gedragen.
PO
DCP
smpt
kpt
dichtheid
34,
1)°
0,859
96,4°
1,16
Dampspanning als functie van de temperatuur
PO
DCP
P
mm Eg
tOC
tOe
10
-49,0
-6,1
40
-28,4
19,4
1
00
-12,0
39,4
400
17,8
76,0
760
34,5
96,8
_ _.1_ _
I
.
I
i
I
.
I I !t
•
I :
I
~-- -; --.-
r---- , n--- 1 0 0r'---
---[---+---1----
-r-- _.
L--; ie:! ---; -
l--i·--F+--~.h
. --
---;
, -.--I :--~,I" -
'---T~~
i
--~
(mol%-)
80
I60
y
--
40
t
---R= » > -I-
1
I 1--- --~ .-- - -- - - . .- ---~ - - - - _.- -~ I