• Nie Znaleziono Wyników

Verslag omtrent het gebruik van Indische en Australische houtsoorten, volgens door den Rijkswaterstaat verstrekte gegevens, bewerkt door den hoofdingenieur jhr. F. E. P. Sandberg

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Verslag omtrent het gebruik van Indische en Australische houtsoorten, volgens door den Rijkswaterstaat verstrekte gegevens, bewerkt door den hoofdingenieur jhr. F. E. P. Sandberg"

Copied!
22
0
0

Pełen tekst

(1)

RAPPORTEN

EN MEDEDEELINGEN

Vi\N

DEN RIJKSW A TERST AAT.

N

o.

19.

,'L

INHOUD.

VERSLAG OMTRENT HET GEBRUIK VAN INDISCHE EN AUSTRALISCHE HOUTSOORTEN, VOLGENS DOOR DEN RIJKSWATERSTAAT VERSTREKTE GEGEVENS, BEWERKT DOOR DEN HOOFDINGENIEUR JHR. F. E. P. SANDBERG.

UITGEGEVEN DOOR HET MINISTERIE VAN WATERSTAAT.

(2)

VERSLAG

OMTRENT HET GEBRUIK VAN INDISCHE

EN AUSTRALISCHE

HOUTSOORTEN,

VOLGENS DOOR DEN

RIJKSWATER-STAAT VERSTREKTE GEGEVENS.

INLEIDING EN ALGEMEENE OPMERKINGEN.

In

aansluiting aan hetgeen is medegedeeld aangaande Indische en Australische houtsoorten in het in 1917 als Rapport en

Mede-deeling n°.

14

van den Rijkswaterstaat "uitgebracht verslag omtrent het gebruik dier houtsoorten volgens door den Rijkswaterstaat in r 91 5 verstrekte gegevens", kan, op grond van de in r 920 ver-richte opneming der houtsoorten, het volgende worden opgemerkt.

De indeelîng van den hierachter afgedrukten verzamelstaat is geheel dezelfde als die van den staat in rapport n°. 14.

Het ligt in de bedoeling in volgende verslagen ook de onder-vinding opgedaan bij het verwerkm op te nemen ; voor het verslag

over 1920 ontbreken daarvoor nog de gegevens.

De aandacht wordt er op gevestigd, dat niet-aantasting van het in zeewater verwerkte hout door paalworm zoowel aan het ter plaatse ontbreken van den paalworm als aan het bestand zijn van het hout tegen den worm kan te danken zijn.

Omtrent greenheart en djati zijn geen gegevens meer vermeld, omdat bij deze houtsoorten geen gebreken of andere verschijnselen zijn waargenomen, welke nieuwe gezichtspunten opleveren.

A.

OOST-INDISCHE HOUTSOORTEN.

I.

Teakhout (Engelsch-Inclische djati) blijkt bij voortduring

geschikt voor onderdekken van bruggen.

II. KajoeBesie (ijzerhout) blijkt zoowel voor zee- als kanaal

en rivierwerken, onderdekken van bruggen en voor leuningen zeer geschikt.

(3)

III.

Nam.

Hiervoor geldt hetzelfde als voor Kajoe Besi. IV.

Lasi

is alleen voor leuningen gebezigd en heeft daarvoor

behoorlijk voldaan.

V.

Boisse

is in kleine hoeveelheid verwerkt; het is onder-hevig gebleken aan scheuren, ,velke het inrotten be-vorderen.

VI.

Ressak

voldeed goed voor zee- en kanaalwerken en boven-dekken van bruggen.

B. WEST-INDISCHE HOUTSOORTEN.

VII.

Manbarklak.

In zeewerken heeft het over het algemeen goed voldaan. Slechts voor enkele der vele toepassingen is aantasting door paalvorm en Limnoria lignorum, schimmel, scheuring of vertering geconstateerd.

Bij kanaalwerken waren de uitkomsten van het onder-zoek minder gunstig, daar vele palen gescheurd zijn bevonden; bij één paal werd bederf aangetroffen. VIII.

Bruinlzart

voldeed goed voor kanaalwerk en zeer goed

voor woningbouw.

IX.

Mora

heeft goed voldaan voor werk in de Zuiderzee.

C.

AUSTRALISCHE HOUTSOORTEN.

4

X.

',Jarralz

is in groote hoeveelheden voor zee- en kanaal-werken toegepast. Gebleken is dat paalworm het eenigszins aantast. Voor kanaalwerken bevalt het goed, behalve te Crevecoeur, waai- het hout te veel blijk geeft van het gebrek van scheuren. Ook vrij sterke krimping werd hier en daar daaraan waargenomen.

Voor brugdekken blijkt het over het algemeen zeer geschikt; niettemin wordt ook over het scheuren van de dekplanken geklaagd.

XI. Karri

is niet tegen paalworm bestand, doch overigens

een bruikbare soort timmerhout.

XII. Stringy Bark

is voor bovendekken niet geschikt.

XIII. Blue Gum

is niet tegen paalworm bestand en aan scheuren

(4)

I. I I (n°. 2 v. v.) 2 (n°. 4 v.v.) 3 (no.

5

v. v.) 4 (n°. 6 v. v.) 6 Plaats van waarnerning. 11/ aterstaatswer k waaraan het hout gebruikt is.

2,

A. OOST-INDISCHE HOUTSOORTEN.

Heenvliet sluis).

Ia. 7 eak uit Engelsch-Indië. c. Brugdekken, leuningen, enz.

(Nieuwe

I

Rolbrug over de schutsluis. II. Kajoe Besi (ijzerhout).

a. Zeewerken.

Hoek van Holland. Zuider- en Noorderhoofden.

b. Kanaal- en rlvierwerken.

Koudum. Koudumersluis.

Amsterdam. Schutsluis Willem I.

Vreeswijk. Hulpschutsluis.

Helmond. Helmonclsche ophaalbrug.

Verwerkte deelen.

4.

Stootbalk voor de rolbrug.

Ribben onder het spoor.

Vijf beschoeiïngspalen dervleugelbeschoeiing aan de N.O.-zijde der sluis en de deksloof der beschoeiing. Een schrankschoor en

twee rinketstijlen van de binnenvloeddeuren der groote opening. Westelijke waaierdeur.

Vier gordingen met vier koppelstukken voor de remmingwerken boven de brug.

Ligging ten opzichte van het water.

5.

1 lVI. à 1.60 M. boven L. W.

De palen staan ge-deeltelijk m het water, de deksloof bevindt zich boven water.

Gedeeltelijk m het water.

Idem.

Twee gordingen lig-gen steeds boven water; de beide andere komen met den onderkant bij hoogen kanaal-stand met het wa-ter in aanraking.

Jaar van verwerking.

6.

Uitkomsten van het laatste onderzoek.

7.

In goeden staat.

In gaven gezonden toe-stand.

In goeden staat.

Geen zichtbare gebreken.

In goeden staat.

In goeden staat.

Opmerkingen.

8.

In dezelfde jaren zijn hier ge-plaatst eikenribben: van welke de hoeken en zij-kanten wat meer zijn af-gesleten dan die van Kajoe Besi:

De in r 897 ingehangen oostelijke waaierdeur van eiken -hout is in 1920 vernieuwd.

(5)

===--::-=--============---====""-;"""====...,..,.,,,,.,,..=~--==•=========-;-,========~=====--====

I.

5

(no. 3 v. v.) l (no. 7 v. v.) 2 (no. 9 v. v.) 3 (n°. 10 v. v.) 4 (n°. 8 V, V) l 8 Plaats van waarneming. 2, Koudum. vVaterstaatswerk waaraan het hout gebruikt is.

3· Koudumersluis.

c. Brugdekken, leuningen, enz.

Verwerkte deelen.

4.

Twee sluisdenren.

Kiesterzijl (Franeke- Brug over den noordelijken koker Bovendek.

radeel) der sluis.

Rheden.

Rheden.

Rijssen.

den Helder.

Brug in den Ellecomschen dijk.

Leuning langs den Ellecomschen dijk.

Brug over de Regge.

III. Nani. a. Zeewerken.

Voorhaven der zeedoksluis in de Rijkszeehaven "het Nieuwe Diep".

2

5

onderdekplanken.

4 leuningspalen.

Onder- en bovendek.

14 palen geplaatst aan den voet der steen -glooiing.

Ligging ten opzichte van het water.

5.

Gedeeltelijk 111 het water. Kop op o. 1 o M. boven L.W. Jaar van vuwerking. 6. Uitkomsten van het laatste onderzoek.

7.

In goeden staat.

In goeden staat.

Bij een herstelling van het onderdek in 191 7 bleken nog 9 onderdekplanken in goeden staat te zijn, de overige waren sleten; die 9 planken ver-toon en thans verschei-dene scheuren en zijn niet meer geheel gaaf. Een paal verkeert in goeden

staat; de overige zijn ter hoogte van den grond aan vier zijvlakken 1½ à

2 c.M. diep verteerd.

Het onderdek verkeert nog in goeden staat.

Geen zichtbare gebreken.

Opmerkingen.

8.

Het dek is zeer glad geworden, doch weinig of niet afge-sleten.

ln I 897 zijn hier ook aange-bracht 2

5

djati onderdek-planken, waarvan nog 16 planken in goeden staat verkeeren.

In 1897 zijn aan de leuning

5

palen van djatihout ver-werkt, welke thans nog in goeden staat verkeeren en

5

palen van eikenhout, waarvan één in den grond geheel en één ongeveer half 1s afgerot, terwijl de 3 overige ter diepte van 2 à

3 c.M. zijn verteerd; zie ook III. C r.

Het bovendek was reeds spoedig versleten.

(6)

-

--No. Plaats van 1V' aterstaatswerk waarneming. waaraan het hout gebruikt is.

I. 2. 1 b. Kanaal- en rivierwerken. I Koudum. Koudumersluis (no. 2 v. v.)

2 Rijssen. Brug over de Regge.

(no. 3 v. v.)

c. B1 ugdekken, leuningen, enz.

I Rheden. Leuning langs den Ellecomschen

(no. 4 dijk.

v. v.)

IV. Lasi.

c. Brugdekken, leuningen, enz.

I Rheden. Leuning langs àen Ellecomschen dijk.

v.

Boissc.

b. Kanaal- en rivierwerken. I Helmond, Helmondsche ophaalbrug.

10 -Verwerkte deelen. 4. Vijf beschoeiïngspalen dervleugelbeschoei'ing aan de Z.W.-zijde der

1 sluis en de deksloof der beschoeiing. -12 aanvaar- en schoor-palen.

5

leuningpalen. i 6 leuningpalen. 1

12 palen voor 2

remming-werken boven de brug.

'

~'-!

Ligging ten opzichte Jaar van Uitkomsten

Opmerkingen. van het water. verwerking. van het laatste onderzoek.

5. 6. 7. 8.

De palen staan ge-deeltelijk m het water, de deksloof bevindt zich bo-ven water. Gedeeltelijk m het water. Koppen op 2 150 M.

+

K. P., de punten op 7,50 M.+ K. P. In goeden staat.

Één paal is sterk door ver-rotting aangetast.

Twee palen moesten in 191 r

worden vervangen.

Één paal is aan een zijde Vergelijk sub II. c. 3 en IV r. nabij den grond 3 c.M.

diep verteerd. Overigens verkeeren de palen in goeden staat.

Twee palen verkeeren m Vergelijk sub III. C. r. goeden staat. De

overi-gen zijn op den grond rondom 0,5 à r c.M. diep verteerd.

De koppen van alle palen zijn min of meer ge-scheurd. Drie palen van het rechter remmingwerk vertoonen in en bij die scheuren begin van in-watering en verrotting.

(7)

I, 2 l (n°. 2 v. v.) 2 12 Plaats van waarneming. 2, Amsterdam. Ooltgensplaat. vVaterstaatswerk waaraan het hout gebruikt is.

VI. Ressak. a. Zeewerken.

Oranjesluizen.

3.

Aanv_aarrooster voor den aanleg-steiger.

Meppel.

b. Kanaal- en rivierwerken.

1 Paradijssluis.

c. Brugdekken, leuningen, enz.

Verwerkte deelen.

4.

Gordingen bij de binnen-en buitbinnen-envlbinnen-engelrem- buitenvlengelrem-mingwerken.

Belegstuk tegen den zuidelijksten paal.

Regelwerk der beneden-sluisdeuren.

Jutfaas. Draaibrug over het Merwede- Bovendek. kanaal in den weg

Utrecht-Vreeswijk. B. WEST-INDISCHE HOUTSOORTEN. VII. Mambarklak. a. Zeewerken. Rijkszeehaven "het Nieuwediep" Idem.

Havendijk bij de Koopvaarder-schutsluis.

Het Wierhoofd.

1 meer- of stoppaal in den dijk.

12 palen langs de zuid-zijde.

Ligging ten opzichte van het water.

5.

Gordingen der bin -nenremmingen van 0,13 M. be-neden tot 0,17 M. boven K. P., die der buitenrem-mingen van 0,90 tot 1,20 M. boven L.W. Onderkant o,ro M. -:-L,W. Gedeeltelijk 111 het water. Jaar van verwerking. 6. 1861 Uitkomsten van het laatste onderzoek.

7. In goeden staat. In goeden staat. In goeden staat. In goeden staat. Geen gebreken.

Behalve het spint van enkele palen heeft het hout niet van den paalworm ge-leden. De palen zijn sterk gescheurd.

Opmerkingen.

(8)

I. 3 4

5

(n°. 6 v. v.) 6 (no. 7 v. v.) 7 (n°. 8 v. v.) 8 (no. 9 v. v.) 9 (n°. 10 v. v.) 10 (n°. 11 v. v.) 14 Plaats van waarneming. 2. Î'Vaterstaatswerk waaraan het hout gebruikt is.

Verwerkte deelen.

4. Rijkszeehaven "het Het Wierhoofcl. 6 palen.

Nieuwediep". Idem. Wemeldinge. Vlissingen. Tramwegh:wens aan het Zijpe. Molkwerumerzijl. Urk. Tramweghavens aan het Zijpe.

Steenglooiing bij de Marinesluis. 44 _palen langs deze glooi-mg.

Remmingwerk in de buitenhaven van het kanaal door Zuid-Beve-land.

Oude Westerkoopmanshaven-hoofcl.

Goederensteiger in de haven aan den Willempolder.

Aanlegsteiger langs de Z.O.-zijde van het zeehoofd.

Remmingwerk voor en langs den dam aan de westzijde van den havenmond.

Pontons.

1 vierkant beslagen proef-paal.

r vierkant beslagen proef-balk.

J

ukpalen in den steiger en de loop brug en schoorpalen van cle dukdalven bij den stei-ger.

58 steiger- en schoor-palen.

6 palen.

Jukken van de ponton in de haven aan den Stoofpolcler en gelei-dingsdukdalven van de pontons 111 beide

havens.

Ligging ten opzichte Jaar van Uitkomsten van het water. verwerking. van het laatste onderzoek.

5. Koppen op o,ro M. boven L.W. Kop op r 180 M. bo-ven L.W. Bovenkant 0,10 M. onder L.W. Koppen 3,45 à 4,35 M. boven L.W. Gedeeltelijk m het water. Koppen op 3,40 M. boven L.W. Koppen der jukken

op 1,55 M. boven L.W.; die der duk-dalven 3 M. boven

L.W.

6.

1896

7.

Geen zichtbare gebreken.

Geen zichtbare gebreken.

Geen sporen van aantasting door paalworm.

In goeden toestand, geen sporen van aantasting door den paalworm. 1900-1901 In goeden toestand, geen

sporen van aantasting door den paalworm.

In de palen bevinden zich scheuren, welke echter sedert de vorige waar-nemingen niet erger zijn geworden.

Geheel gaaf, geen aantas-ting door den paalworm. In goeden toestand, geen sporen van aantasting door den paalworm.

Opmerkingen. 8.

Deze palen werden 111 1861 aan het Wierhoofcl ver-werkt en in 1892 getrokken en herplaatst.

Van deze palen zijn enkele reeds in 1861 in het Wier.-hoofd verwerkt, doch in 1894 getrokken en her-plaatst bij de JVIarinesluis. De paal is voor het onder-zoek getrokken en daarna weer geplaatst.

Deze balk werd geplaatst op verzoek van den Directeur van het Koloniaal Museum te Haarlem.

(9)

I. I I (no. 13 v. v.) 12 (no. 13 v. v.) 13 (no. 14 v. v.) 14 (no. 15 v. v.) 15 (n°. 16 v. v.) 16 (no. 19 v. v.) I7 (n°. 18 v. v.) 18 (n°. 20 v. v.) Plaats van waarneming. 2. Tramweghavens aan het Zijpe. Idem. Vlissingen. IJmuiden (Visschers-haven). Rijkszeehaven "het Nieuwediep". Marken. Wieringen. Hansweert. YVaterstaatswerk waaraan het hout gebruikt is.

3· Laagwaterkopsteigers.

Haven aan den Stoofpolder.

Nieuwe W esterkoopmansha ven-hoofd.

Remmingwerk voor den steiger van gewapend beton.

Plankier.

Beschoeiingen bij den haven-ingang in de oude havenkom en langs den landtop tegen den havendijk.

Los- en laadplaats van de haven aan de Haukes.

Lichtopstand op den Zuidhaven-dam.

Verwerkte deelen.

4.

Jukpalen.

Vloei paal.

r 2 palen aan de oostzijde en r r palen aan de westzijde van het hoofd.

6 palen.

29 palen.

16 vloeipalen en 8 be-schoeiingspalen.

26 vloeipalen.

Alle palen van den licht-opstand.

1

1

;_._

I

Ligging ten opzichte van het water.

Koppen 2,30 à 2,80 M. boven L.W. Kop op 6,55 M. bo-ven L.W. De grondslag waar deze palen geheid zijn, ligt beneden L.W., de koppen reiken tot 5 ,3 7 M. boven L.W. Jaar van verwerking. 6. Van 5,06 M. beneden 1904-1905 tot 3,94 à 5,44 M. boven L.W.

Koppen der vloei-palen 2,60 à 3,30 M. boven L.W.; die der beschoei-ingspalen 0,70 M. boven L.W. Kop op 2,30 M.

bo-ven L.W.

De dam is ter plaatse 2,2 5 M. boven L.

·w.

1905, 1907 en 1908

Uitkomsten van het laatste onderzoek.

7.

In goeden toestand, geen sporen van aantasting door den paalworm.

Idem.

In goeden toestand, geen sporen van aantasting door den paalworm.

Eenige palen zijn eenigszins gescheurd aan den kop. Overigens in goeden staat. Geen zichtbare gebreken.

(J:eheel gaaf, niet door paal-worm aangetast.

In zeer goeden staat, niet door paalworm aangetast.

In goeden toestand, geen sporen va,n aantasting door paalworm.

Opmerkingen.

8.

Deze palen maakten tot r 908 deel uit van een in het jaar 1903 geplaatste hanenpoot in de haven aan den Stoof-polder.

De paal maakte tot 1914 dee uit van een in het jaar 1903 geplaatste hanenpoot in de haven aan den Stoofpolder

In de visschershaven komt geen paalworm voor.

(10)

I. 19 (n°. 2 I v.v.) 20 (no.

25

v.v.) 21 (n°. 22 v. v.) 22 (no. 17 v. v.)

25

(no. 2

7

v. v.) Plaats van waarneming. 2, Hansweert. Ter Neuzen. IJmuiden. Vlieland. Medemblik. Urk. Vlissingen. vVaterstaatswerk waaraan het hout gebrnikt is.

Dukdalven in de buitenhaven.

Buiten-basaltmuur der midden-sluis.

Buitenkanaal.

Basaltmuur langs de oostzijde der haven.

Houten hoofd met plankier langs het Noorderhavenhoofd.

Dukdalf in de oosthavenkom bij den aanlegsteiger.

Beschoeiing aan de oostzijde der Marine buitenhaven. Verwerkte deelen. 4. Koningspalen en sehoor-palen. 3 wrijfpalen. 1 meerpaal. 4 vloeipalen. 2 3 remmingpalen. 1 koningspaal en 2 schoorpalen. 64 palen.

Ligging ten opzichte van het water.

5. Koppen 6125-8,25 M. boven L.W. Kop op ongeveer 4,50 M. boven L. W. ( 0,90 M. boven het terrein). Koppen op 3,48 M. boven L.W. Koppen op 3,80 M. boven L.W. Kop op 3,40 M. bo-ven L.W. Koppen op 2,90 M. boven L.W. Koppen op 4,55 M. boven L,W. Grondslag 1,50 M. boven L.W. Jaar van verwerking. 6. Uitkomsten van het laatste onderzoek.

7.

Een paal vertoont ter hoogte van L.W. eenige aantasting door paal-worm, twee andere zijn op die hoogte over de geheele dikte door paal-worm aangetast en dien-tengevolge afgebroken. In goeden staat, geen aan-tasting door paalworm.

De paal is eenigszins ge-scheurd, doch overigens in goeden staat.

Geheel gaaf, niet door paal-worm aangetast.

Idem.

Idem.

Geen spoor van paalworm; bij verscheidene· palen vertoonen zich de scheu-ren over 11/, M. lengte nabij den kop en bij een paal nabij den grond. Bij een der scheuren is ver-tering in het midden van den paal aan weerszijden der scheur geconsta-teerd. Drie palen zijn op korten afstand boven

Opmerkingen.

8.

Het staat niet vast dat het hout mambarklak is.

(11)

No. r. Plaats van waarneming. 2. 26 Ter Neuzen. (no. 30 v. v.) 28 (no. 31 v. v.) 29 (no. 32 v. v.) 30 (no. 35 v. v.) 20 IJmuiden. Vlissingen. IJmuiden. Medemblik. vVaterstaatswerk waaraan het hout gebruikt is.

3.

Verwerkte deelen.

4.

2 dukdalven in de Westgeul der Alle palen. Oost buitenhaven.

Visschershaven. Palen, schoorpalen en klossen en 4 dukdal-ven en 8 geleidings-palen.

Kettinghoofd in de Wester- of 2 1 palen.

Koopmanshaven.

Aanlegsteiger voor zeeschepen in het buitenkanaal. '

Houten hoofd met plankier langs het Zniderhavenhoofd.

Palen, schoorpalen, gor-dingen, liggers, scho-ren, dekslooven en kruisen.

1 2 remmingpalen.

Ligging ten opzichte van het water.

5.

Van 5,06 M. beneden tot 4, 7 4 M. boven L.W. Gedeeltelijk m het water. Van 8,06 M. beneden tot 4,44 M. boven L.W. Koppen op 2,80 M. boven L.W. Jaar van verwerking. 6. Uitkomsten van het laatste onderzoek.

7.

den grond over onge-veer 0,30 M. hoogte een weinig aangetast door Limnoria lignorum. Geen aantasting door

paal-worm. Bij de verbinding van konings- en schoor-palen sterke aantasting door schimmel; het hout is plaatselijk geheel ver-woest.

Eenige palen zijn eenigszins gescheurd aan den kop; overigens in goeden staat.

Een der palen is sterk aan-getast door paalworm. De overige palen zien er gaaf uit en vertoonen geen aantasting door paal-worm of Limnoria lig-norum.

Het hout is over het geheel sterk gescheurd, maar vertoont daar waar het in loodrechten stand is verwerkt, verder geen gebreken. Het hout dat in horizontalen stand of onder flauwe helling is verwerkt, verkeert door inwatering in minder goeden staat.

Geheel gaaf, niet door paal-worm aangetast.

Opmerkingen.

8.

Een der palen vertoont duide-lijke teekenen van verstik-king op den wankant onder de paalmuts.

(12)

No. r. 31 (no. 34 v. v.) 32 (no. 33 v. v.) 33 (no. 38 v. v.) 34 (no. 36 v. v.) 35 (no. 3 7 v. v.) 36 (no. 39 v. v.) 22 Plaats van waarneming. 2, Marken. Urk. Ter Neuzen. Hansweert. Wemeldinge. Marken. vVaterstaatswerk waaraan het hout gebruikt is.

Verwerkte deelen.

4.

Beschoeiing langs het gronddep6t. 1 7 pale1i.

Dukdalven in de Oosthavenkom. 1 koningspaal en 4

schoorpalen.

Remmingwerk in de Oostgeul der Oost buitenhaven.

Beschermingswerken in de kolk der middenschutsluis.

Dukdalf in de buitenhaven.

Haveneiland en oostelijke en mid-denremmingwerken met plan-kier.

Palen, schoren en gor-dingen.

Palen.

Palen.

6 vloeipalen en 20 rem-mingwerken.

Ligging ten opzichte van.het water.

5.

Koppen op 2,30 M. boven L.W. Koppen op 3,40 en 2,90 M. boven L.W. Koppen op 4,90 M. boven L.W. Koppen op 8,2 5 M. boven L.W. Koppen op 2,45 à 3,30 M. boven L.W. Jaar van verwerking. 6. Uitkomsten van het laatste onderzoek.

7.

Geheel gaaf, niet door paal-worm aangetast.

Idem.

In enkele palen, gordingen en schoren werd vermol-ming boven water aan-getroffen, zulks in zeer sterke mate bij een paal aan den kop; ook in een klos in de onderste gor-dingen op o, 7 5 M. boven L.W. werd schimmel-vorming met verwoes-ting van het hout ge-vonden. In de onderste gording werden ter diep-te van ongeveer 1 c.M.

kleine gangen van paal-wormen gevonden. Le-vende wormen werden niet aangetroffen.

In goeden toestand; de bij het onderzoek in 1915 gevonden geringe aan-tasting heeft zich niet uit-ge breid en is dus waar-schijnlijk niet aan paal-worm toe te schrijven. In goeden toestand. Geen

sporen van aantasting door paalworm. Geheel gaaf, niet door

paal-worm aangetast. ·

Opmerkingen.

8.

Niettegenstaande de oostgeul tijdens spuiing met de Oos-sluis veel zoet water af-voert, wordt paalworm in levenden vorm in zacht hout daar wel aangetroffen.

(13)

1, 37 (no. 40 v. v.) 38 (no. 41 v. v.) 39 (no. 42 v. v.) 41 (no.

5

v. v.) 42 43

45

(no. 44 v. v.) 46 (no.

45

v. v.) Plaats van waarneming. 2, Urk.

Bron wersha ven.

Marken. Urk. Rijkszeehaven "het Nieuwediep". Wieringen. Marken. Medemblik. Marken. Urk. Waterstaatswerk waaraan het hout gebruikt is.

Verwerkte deelen.

4, Remmingwerk langs den dam aan 46 palen.

de oostzijde van den haven-ingang en gedeeltelijk langs den Oosthavenkom.

2 dukdalven op de binnenreede.

Baken op het Kruis.

Dukdalven in beide havenkom-men en remmingwerk langs den dam aan westzijde van den havenmond.

Noordzijde van de Jachthaven.

Los- en laadplaats 111 de haven aan de Haukes.

Buitenvleugels van het gemetseld havensluisje.

Houten hoofd met plankier langs het N oorderha venhoofd.

Zuidelijk remmingwerk 111 de nieuwe havenkom.

W esteinde der beschoei'ing in de Oosthavenkom en aanleg-steiger. Koningspalen en schoor-palen. 1 koningspaal en 4 schoorpalen.

55

remmingpalen, 2 ko-ningspalen en 6 schoor-palen, 1 wrijfpaal. 2 vloeipalen. 6 palen. 1 remmingpaal. 1 7 remrningpalen en 2 schoorpalen, 30 schoeiïngspalen, 11 steigerpalen en 8 schoorpalen.

Ligging ten opzichte Jaar van Uitkomsten ! van het water. verwerking. van het laatste onderzoek.

5.

Koppen op 2,83 M. boven L.W. Koppen op 4,66 à

5,26

M. boven L.W. Koppen op 3,70 en 2,70 M. boven L.W. Koppen op 2,83 en 3,33 M. boven !L.W. Koppen op 2,70 en 3:20 M. boven L.W. Kop op 3,77 M. boven L.W. Koppen op 3 M. boven L.W._

Koppen op o,88 tot 3,33 M. boven L.W.

6,

1013

7.

Geheel gaaf, niet door paal-worm aangetast.

In goeden toestand. Geen sporen van aantasting door paalworm.

Geheel gaaf, niet door paal-worm aangetast.

Idem.

Geen zichtbare gebreken.

In zeer goeden staat, niet door paalworm aange-tast.

Geheel gaaf, niet door paal-worm aangetast.

Geheel gaaf, niet door paal-worm aangetast.

Idem.

Idem.

Opmerkingen.

8.

Deze paal is in 1907 uit de haven opgevischt en ver moeclelijk afkomstig vai partij palen aangevoerd in het jaar 1860,

(14)

No. . I. 47 49 52 53 54 55 26 Plaats van waarneming. 2, Vlissingen. Terschelling. Marken. Vlieland. Wieringen. Emmeloord op Schokland. Wieringen. Idem. lclem. Idem. 11/ aterstaatswerk

waaraan het hout gebruikt is. Verwerkte declen.

Buitenhaven. 2 palen.

Plankierwerken in de haven. 9,7 palen.

Zuidelijk remmingwerk 111 de 15 palen. vVesthavenkom.

4,

Plankieren en afheiïngen langs beide zijden van den haven-mond.

14 jukpalen en 18 steun-palen.

Remmingwerk met plankier langs den oeverdijk bij de haven na-bij den Oever.

21 remmingpalen en 11 schoorpalen.

Loopsteiger aan de westzijde van Palen. de haven.

Paalscherm met plankier voor het 4 remmingpalen. oeverhoofd. ·

Los- en laadplaats. 1 vloeipaal.

Remmingwerk met plankier om 9 remmingpalen. den kop van het oeverhoofd.

Paalscherm met plankier aan- 4 vloeipalen. sluitende aan het Wierhoofcl.

Ligging ten OP,zichte van het water.

5. Koppen op

5,10

M. boven L.W. Koppen op 1,92 à 4,10 M. boven L.W. Koppen op 3,08 M. boven L.W. Koppen op 0,51 à 3,28 M. boven L.W. Koppen op 1,59 en 3,31 M. boven L.W. Gedeeltelijk boven water. Koppen op 3,31 M. boven L.W. Koppen op 3,31 M. boven L.W. Idem. Koppen op 2,41 en 3,31 M. boven L.

W.

Jaar van verwerking. 6. 1915 1916 1916 1916 1917 Uitkomsten van het laatste onderzoek.

7.

Beide palen zijn aan ver-tering onderhevig; het meest ter plaatse der scheuren van binnen naar buiten voortgaande. Geen aantasting door paalvorm of Limnoria lignorum.

Geheel gaaf, niet door paal-worm aangetast.

Idem.

Idem.

In zeer goeden staat, niet door paalworm aange-tast.

De palen vertoonen, voor-namelijk aan de koppen, neiging tot scheuren. In zeer goeden staat, niet

door paalworm aange-tast.

In zeer goeden staat, niet door paal worm aangetast.

Idem.

Idem.

Opmerkingen.

In September 19 r 9 zijn deze palen getrokken en op den wal gelegd.

'

.

'

(15)

No. I. 57 58 59 60 2 (no. 29 v. v.) 3 4 (no. 3 7 v. v.)

5

(no. 37 v. v.) 28

Plaats van vVaterstaatswerk waarneming. waaraan het hout gebruikt is.

\

2.

Wieringen. Lantaarn paal voor het Zuider-hoofd.

Vlieland. Plankier langs de westzijde de haven.

van

Idem. Afheiïng langs de westzijde van de haven.

Wieringen. Los- en laadplaats 111 de haven aan de Haukes. b. Kanaal- en rivierwerken. Vreeswijk. IJmuiden. Vlissingen. Keulsche vaart.

Aanlegsteiger binnen de oude Noordzeesluizen.

Fundeering van den kaaimuur aan de noordzijde van het Marinedok.

Bruggen over het Remmingwerk. kanaal door

Zuid-Beveland.

Kanaal door Zuid- Dukdalven. Beveland. 1 Verwerkte deelen. 4. 1 paal. 16 jukpalen. 5 steunpalen. 3 vloeipalen. 1 meerpaal. Palen. 28 palen. Palen. Palen. ~

Ligging ten opzichte van het water.

5. Kop op 6,15 M. bo-ven L.W. Koppen op 3,68 M. boven L.W. Koppen op o,68 M. boven L.W. Koppen op 3,31 M. boven L.W. Koppen op 2 M. bo-ven, punten op 3,50 M. beneden K.P. Koppen op 0,45 M. beneden K.P. De grondslag waar de palen zijn inge-heid, ligt 2,50 à 3 M. beneden K.P. Koppen op 3,75 M. boven K.P. Koppen op 3,75 M. boven K.P. Jaar van verwerking. 6. 1917 1918 1918 1919 Uitkomsten van het laatste onderzoek.

7.

In zeer goeden staat, niet door paalworm aangetast. Geheel gaaf, niet door

paal-worm aangetast. Idem.

In zeer goeden staat en niet door paal worm aangetast.

ln goeden staat.

De palen waren zwaar ge-scheurd, doch overigens in goeden staat.

Niet door paalworm of Lrmnoria lignorum aan-getast.

De meeste palen hebben loodrechte scheuren, welke sedert de plaat-sing in grootte zijn toe-genomen.

In goeden toestand, behalve een schoorpaal, welke aan een zijkant door be-derf, gelijkende op olm, ter diepte van

5

c.M. is aangetast.

In goeden staat, geen sporen van aantasting door paal• worm.

Opmerkingen.

8.

Het onderzoek had plaats bij het afbreken van den steiger in Januari 1918.

Het onderzoek had plaars in Februari 1920 bij een ka naalaflating tot 1,50 M. beneden K.P.

(16)

I. l (n°. z v. v.) l (n°. z v. v.) z (n°. 1 v. v.) 3 (no. 4 v. v.) Plaats van bestemming. z. vVaterstaatswerk waaraan het hout gebruikt is.

VIII. Bntinhart. Verwerkte deelen. 4. b. Kanaal- en rivierwerken. IJmuiden. Maastricht. Emmeloord op Schoklond.

Aanlegsteiger binnen de oude Gording. N oordzee~luizen.

d. Woningbouw.

Brugwachterswoning bij de 0.L. 2 buitendeuren.

Vrouwepoort.

IX. Mora. a. Zeewerken.

1

. Loopsteiger aan de westzijde van

de haven. · Gordingen en klossen.

C. AUSTRALISCHE HOUTSOORTEN. Vlissingen. IJmuiden. Terneuzen. X. :farrah. a. Zeewerken.

Toegangsbrug van het meuwe 1Vesterkooprnanshavenhoofcl na~r den zuidelijken aanleg-steiger voor loodssloepen.

Remmingwerk voor den steiger van gewapend beton.

Ebdeuren der Middensluis.

z jukpalen. 6 palen.

Alle houtwerk behalve de vooraanslagen.

Ligging ten opzichte Jaar van Uitkomsten

Opmerkingen. van het water. verwerking. van het laatste onderzoek.

5. 6. 7. 8. Boven water. Gedeeltelijk onder water. 1908 1916 Koppen op ongeveer 1904 4 M. boven L.W. De grondslag waar deze palen zijn in-geheid1 ligt be-neden L.W. Koppen op 3,94 à 1904-1905 5,45 M. boven L. W. Punten 5,06 M. beneden L.W. 1905

Verkeerde in goeden staat. Het onderzoek had plaats bij afbreken van den steiger in Januari 1918.

In zeer goeden staat.

In goeden staat.

De palen zijn tusschen 0,90 M. beneden en 0,90 M. boven L.vV. zwaar aan-getast door paalworm. Ze zien er overigens gaaf uit en zijn zonder scheuren. Eenigszins gescheurd aan den kop. Overigens in goeden staat.

Toestand boven water goed.

De deuren werden aanvanke-lijk geolied en later ver-. nistver-.

(17)

No. r. 4 (no,

5

v. v.)

5

(no. 7 v. v.) 6 (n°. 8 v. v.) 7 (no. 9 v. v.) 8 9 1 (n°. 10 v. v.) 2 (n°. 10 v. v.) 3 (n°. 11 v. v.) 4 (n°. 12 v. v.) 32 Plaats van waarneming. 2. IJmuiden. Beerta. Rijks~eehaven ,,het Nieuwediep". Ter Neuzen. Idem. Idem. vVaterstaatswerk waaraan het hout gebruikt is.

3.

Buitenkanaal.

Nieuwe Statenschutsluis.

1Vestelijk remmingwerk in, de voorhaven der zeedoksluis.

Basaltmuur bewesten de midden-schutsluis m de Oostlmiten-haven. Verwerkte deelen. 4. 1 meerpaal. 6 paar sluisdeuren. 1 proefstuk. 1 wrijfpaal.

Buitenste meerstoel langs de 2 proefblokjes. Westhavendam m de

West-buitenhaven.

Paalhoofd bewesten de Oostbui- 1 proefblokje.

tenhaven nabij de ruitbaak.

b. Kanaal- en rivierwerken.

Sas van Gent.

Idem.

Idem.

Ter Neuzen.

8 beveiligingswerken van de sluis-hoofden der Oostsluis.

5 dukdalven boven en beneden de Oostsluis.

Beveiligingswerken bij de Oost-draaibrug.

Beveiligingswerken van de Hoek-sche brug.

Alle palen en gordingen.

Idem.

Palen, klossen en schoren.

r

I

l

Ligging ten opzichte van het water.

i

5.

Kop op 4,50 M. bo-ven L.W. (0,90 M.

boven het terrein.)

Jaar van verwerking. 6. Gedeeltelijk 111 het 1906-1907 water. 0,30 à 1,56 M. be-neden L.W. Grondslag 0,50 M. beneden L. W. Ongeveer op L.W. Op 1 M. boven L. W. Palen en gordingen. Uitkomsten van het laatste onderzoek.

7.

In goeden staat.

Idem.

Aan de kanten komen enkele wormgaten voor, terwijl een wormgat mid-den in het hout wordt aangetroffen.

Toestand goed.

Licht aangetast door paal-worm.

Toestand goed, geen aan-tasting door paalworm.

Toestand goed. Idem. Idem. Idem. Opmerkingen. 8.

In dit gedeelte van de buiten-haven komt geen paalworm voor.

(18)

No. Plaats van waarneming. I. 2.

5

Buitenhuijzen. 6 Mierlo. (no. I 3 v. v.) 7 Someren. (no. 14 v. v.) 8 9 10 I l 12 13 14 34 Idem. Crevecoeur. Vianen. Gorinchem. Ter Neuzen. Gorinchem. Vianen. 1 1

vVaterstaatswerk Verwerkte deelen. waaraan het hout gebruikt is.

3· 4.

Noordzeekanaal. 3 meerpalen.

Sluis n°. 8 der Zuid-Willm1svaart. Sluisdeuren in het be-nedenhoofd.

Sluis n°. 11 der Zuid-Willemsvaart. Een gedeelte van het

houtwerk der deuren ,

Idem.

Schutsluis.

Groote sluis.

Schutsluis bij de Algemeene Be-graafplaats.

4 dukdalven bij de Oostdraaibrug. Schutsluis bij de Algemeene

Be-graafplaats. Groote schutsluis.

in net bovenhoofd. Een gedeelte van het

houtwerk der deuren in het benedenhoofd. Sluisdeuren aan de

rivier-zijde van het Dieze-

li

hoofd der sluis.

1 paar deuren 111 het benedenhoofd.

1 paar deuren m het

Noordelijk sluishoofd.

Alle palen.

1 paar deuren 111 het Zuidelijk sluishoofd.. 1

1 paar stormdeuren 111

1

het bovensluishoofd.

Ligging ten opzichte van het water.

5.

Koppen op ongeveer 1,20 M. boven K.

P.

Gedeeltelijk m het water. Idem. Idem. Ièlem. Idem. Idem. Idem. Idem. Jaar van verwerking. 6. Uitkomsten van het laatste onderzoek.

7.

Toestand goed. De harren, regels en schrankschoren in goeden staat; de beplanking is bovenK.P. vanhetboven-pand eenigszins gekrom-pen.

In goeden staat.

In goeden staat. De beplan-king der rechterdeur is een weinig gekrompen. De harren en regels

vertoo-nen meer of minder belangrijke scheuren, vooral de zware achter-harren (0,45 X 0,65 M.). De beplanking is boven 1 M. boven K.P. vrij sterk gekrompen. In goeden staat. Idem. Idem. Idem. Idem. Opmerkingen. 8.

Het overige gedeelte van deze deuren bestaat uit Karri. Zie XI b. 2.

(19)

No. l ,

15

(n°. 16 v. v.) 2 3 (no. l 7 v. v.) 4 (n°. 18 v. v.)

5

(no. 19 v. v.) 6 7 8 9 . Plaats van waarneming. 2. Nederweert. Waterstaatswerk waaraan het hout gebruikt is.

Sluis n°. 14 der Zuid-Willemsvaart.

c. Brugdekken, leuningen, enz. Gorinchem. Beerta. Wijmbritseradeel. Idem. Besoijen. Schoorldam. Rijksweg Alkmaar-Nieuwedijk. Rijksweg Meppel. Zwolle-Katerveer. Korenbrugsluis. Nieuwe Statenschutsluis. Zoolslootbrug. Kerkslootbrug.

Rolbrug over het Zuiclerkanaal in den Zomerdijk.

Draaibrug over het landsch Kanaal.

Noordhol-Vaste brug n°. 47,

Ophaalbrug over de Vecht.

Ophaalbrug over de Groote Schutsluis. Verwerkte cleelen . 4. ' 1 paar sluisdeuren. Dekplanken op de waaier-kassen. 6 paar sluisdeuren.

Bovendek van blokjes (kopshout).

Idem.

'

'

Het geheele boven- en ~

onderdek.

Bovendek.

Idem.

Bovendekken.

Idem.

Ligging ten opzichte van het water.

5.

Gedeeltelijk 111 het water. Jaar van verwerking. 6. Gedeeltelijk onder 1906-1907 water.

-Uitkomsten van het laatste onderzoek.

7.

Boven water vertoonen harren en regels eenige hartscheuren en zijn de deelen der beplanking over het hart eenigszins ingescheurd. Overigens in goeden staat.

In goeden staat.

Idem.

Meerdere blokjes zijn ge-scheurd.

In goeden staat.

Voor zoover te zien nog in zeer goeden staat.

In goeden staat.

Idem.

Idem.

Het dek is sterk gescheurd en verkeert niet in goeden toestand.

Opmerkingen

8.

Door den hellenden stand der vallen, waardoor de paarden tot sterk aanzetten genood-zaakt zijn, verkeert het dek in ongunstigen toestand en heeft dit veel geleden door het telkens vernieuwen van de schraplatjes.

(20)

No. r. 10 I I I (no. 3 v. v.) 2 (n°, 4 v. v.) 3 (no.

5

v. v.) 4 (n°. 6 v. v.)

5

(no. 7 v. v.) 6 Plaats van waarnemmg. 2. Nederhemert. Katerveer. 'vVaterstaatswerk waaraan het hout gebruikt is.

Brug over het Heusdensche kanaal.

Ophaalbrug over de kleine schut-sluis.

XI. Karri. a. Zeewerken.

Rijkszeehaven "het

I

Zuidelijk remmingwerk m de Nieuwediep". voorhaven der zeedoksluis.

b. Kanaal- en rivierwerken. Beek en Donk.

Someren.

Ter Neuzen.

Sas van Gent.

Idem.

Ter Neuzen.

Sluis n°. 6 der Zuid-Willemsvaart.

Sluis n°.11 der Zuid-Willemsvaart.

Beschoei'ing bij de stationslos-kade.

Brug over den benedenmond der linker waterleiding.

Aanlegsteiger bij het douanekan-toor.

Beschoeiing bij de stationslos-kade. Verwerkte deelen. 4. Onderdekken. Bovendekken. 1 proefstuk.

Sluisdeuren in het bo-venhoofd.

'

' i

Een gedeelte van het

1

1

houtwerk der deuren.

. i

i

Palen, sloven en beschoe1-üigsplanken.

Beschoeiing bij het zui-delijk landhoofd.

Wrijfstijlen van den stei-ger, gordingen, wrijf-stijlen, klossen en vul-stukken van de aan-vaarhoofden en alle palen. Palen,slovenen beschoei-ingsplanken. 1 ,,

Ligging ten opzichte van het water.

5. -Van 0,31 tot 1,56 M. beneden L.W. Gedeeltelijk m het water. Idem. Gedeeltelijk onder water. Jaar van verwerking. 6. 1915 1916 Uitkomsten van het laatste onderzoek.

7.

Voor zoovei: te zien nog in zeer goeden staat. In goeden staat.

Het hout is sterk door paal-worm aangetast.

De harren, regels en schrank-schoren in goeden staat. De beplanking is boven K.P. eenigszins gekrom-pen.

In goeden staat. De beplan-king is boven K.P. eenigszins gekrompen. Toestand goed. Idem. In goeden toestand. Idem. Opmerkingen. 8.

Het overige gedeelte van deze deuren bestaat uit jarrah. Zie X b. 7.

(21)

l, l (n°. 8 v.v.) 2 (n°. ro v.v.) 3 (no. 9 v. v.) 4

5

(n°. I r v. v.) 6 (n°. 12 v. v.) 7 (no. 13 v. v.) 2 (no. 3 v. v.) Plaats van waarneming. 2,

r

\,Yaterstaatswerk waaraan het hout gebruikt is.

c. Brugdekken, leuningen enz.

Venverkte deelen.

4.

Sluiskil Brug n°. ro over de westelijke Dek. waterleiding.

Ter Neuzen.

Idem.

Idem.

Ter Neuzen.

Sas van Gent.

Stroodorpe.

Afrastering langs bastion I.

Brug 11°. r 2 over de oostelijke waterleiding.

Brug 11°. II over de oostelijke waterleiding.

Rolbrug bij de Middensluis.

Brug over den benedenmond der linker waterleiding.

Brug n °. 8 over de westelijke water-leiding.

XII. Stringy Bark. c. Brugdekken, leuningen, enz.

Stijlen.

Onderdek.

Broekbalken en dek van de voetpaden. Onderdek.

Idem.

Idem.

Hardenberg. Bruggen over de Vecht en de (Enkele) dekken. Molensloot.

Heusden. Brug over de Bergsche Maas. Bovendek op de eerste 1

overspanning benoor-

1

den den oeverpijler.

I ,igging ten opzichte Jaar van van het water. verwerking.

5.

6, - 1906 - 1906 - 1906

-

1907 - 1907

-

1907

-

1907 Uitkomst,n

~1

van het laatste onderzoek. Opmerkingen.

7. 8.

In goeden toestand.

Idem; in den grond is het hout aan de oppervlakte over eenige m.M. diepte verteerd. Toestand goed. Idem. Idem. Idem. Idem.

Het hout is hard en slijt weinig, doch splintert en bladdert sterk, waardoor na nat weder het boven-vlak lang vochtig blijft hetgeen vooral in d~ wintermaanden hinder-lijk is. Enkele strooken vertoonen aan de einden rotte plekken.

De dekken zijn in 1916 ver-wijderd.

(22)

.~·

No. Plaats van vVaterstaatswerk Verwerkte deelen. Ligging ten opzichte Jaar van Uitkomsten Opmerkingen.

waarnemmg. waaraan het hout gebruikt is. 1

van het water. verwerking. van het laatste onderzoek.

I. 2,

1

4.

5.

6.

7.

8.

XIII. Blzte Gum. a. Zeewerken.

l Middelharnis. Aanlegsteiger lll de tramweg- S belegstukken. Onderkant 0,50 M. 1906 In goeden staat.

haven. boven L.W.

2 Gorishoek (Tholen). Beschoeiïng van het posthaventje. Vloei palen. De palen staan in de 1908 Geen aantasting door

paal-(no. 3 glooi'ing op onge- worm. De palen die reeds

v. v.) veer 0,50 M. bo- bij het plaatsen gescheurd

ven L.W. waren, zijn boven water

verder opengetrokken.

3 IJmuiden. Remmingwerk voor den ~teiger 62 palen. Van 5,06 M. beneden 1917 De palen zijn in den kop

van gewapend beton 111 de tot 3,94 à 5,44 M. sterk ingescheurd.

visschershaven. boven L.W.

4 Ter Neuzen. Buitenste meerstoel langs den r proefblokje. Ongeveer op L.W. 1918 Aangetast door paalworm. vVesthavendam 111 de

We~t-buitenhaven.

Cytaty

Powiązane dokumenty

W Bachtinowskiej koncepcji gatunki wypowiedzi są to tzw. wtórne genry mowy. też uwagi badacza nt.. K siążkę otw iera tytułow a opow ieść z następującą puentą:

Taka chronologia i forma grobu, szkieletowy ob- rządek pogrzebowy oraz bogactwo wyposażenia wskazują natomiast, że należy zaliczyć odkryty pochówek do grobów „książęcych”

Адаманите - Оригените ини. иже сХтъ 0еодос1ане. пргемлХще севира и ©еодосга помЬновенаа. иже аполинарш нарицаЛт сА. сотмещаХт нЬкаа сот

Die Manovrierfahigkeit von Schiffen wird auch in der prognostischen Entwicklung his 1980 nicht ausschlia- lich durch em n betriebssicheres und kurzfristig anspre- chendes

Wydaje siê, ¿e coraz bli¿si jesteœmy zrozumienia wzajemnych powi¹zañ pomiêdzy doœwiadczeniami wczesnodzieciêcymi, w tym przede wszystkim rodzajem przywi¹zania, predyspozycjami

Od 1990 roku do 2011 roku pracował jako adiunkt Kolegium Nauk Ekonomicznych i Społecznych Poli- techniki Warszawskiej Filii w Płocku.. Andrzej Jerzy Papierowski kontynuował obok

VARSAVIANA HISTORYCZNONAUKOWE HISTORYCZNOTECHNICZNE W dniu 17 lutego br. odbyła się w Warszawie konferencja poświęcona proble­ matyce współczesnych varsavianów,

The fast field program (FFP) is used to model the seismo-acoustic coupling between the solid earth, the ocean, and the atmosphere under the variation of source and media parameters.