Oil analysis
zone Ontwerpoefening wbm 108 P3
Smeerolieanalyse en de bruikbaarheid voor condition monitoring.
Kasper van der Heiden Documentatienummer: DEMO 92/15.
12 januari 1993
Dispersion zone
Deposit zone
/AV17A/
ALci
Inhoudsopgave
Inleiding
2 Net smeeroliesysteem,
3 Vervuilingen
4 ZuiVeren van de smeerolie
5 Controle van de alpeerolie
6 Cndetzoekmetft6den aan de smeerolie
Uitslqgen van, de, smeerOlibanalyse
Literatuurlijst
1
7
kgeas
v., 4,4.0
bl
ta
7144ar-
I
Vt7ain-C7k °et et&itr_
eatarn
?AU,/
C1-14-- ,0-24Aoteed-t- Ca.,la_
129e4
AA.1:9(14.<
ficeSZ.7-ctie-P
air
Ccfled
Inleiding
Het smeerolie systeem in de moderne dieselmotor heeft meerdere functies te vervullen. Behalve smering zorgt het ook voor koeling, transport medium voor vuildeeltjes en als neutralise-tor/collector van schadelijke stoffen, zoals zuren die vrij-komen tijdens de verbranding.
Dit stelt grote eisen aan de smeerolie die dan ook allang niet
meer bestaat uit "gewone olie". De moderne smeermiddellen
voldoen aan zeer strenge eisen t.a.v. viscositeit, neutralise-tie vermogen, ontvlam temperatuurr
wrijvingsvermindering,
e)(t)(c..
Tijdens gebruik vervuilt de smeerolie en zal de smeerolie in kwaliteit achteruit gaan, de controle van deze achteruitgang is van belang aangezien de eisen aan smeerolie van de moderne dieselmotor steeds hoger worden en deze motoren geen slechte smeerolie verdragen.
Vervuiling van de smeerolie kan op verschillende manieren pleats vinden en hoeft niet altijd gevaarlijk te zijn. Veel vervuilingen kunnen uit de oliestroom gehaald worden d.m.v. filters, andere vervuilingen warden door de smeerolie onscha-delijk gemaakt d.m.v. dopes, sommige vervuilingen blijven in de smeerolie aanwezig en zullen accumuleren. Deze laatste twee bepalen de kwaliteit van de smeerolie, naarmate de chemische dopes uitwerken en de accumulatie van vuil bepaalde grenzen overschrllden dient de smeerolie te worden ververst.
De moderne
smeerolie
systemen
bevatten
meerdere
filters, regelaars voor de temperatuur, opslag, noodopslag,seperato-ren, dit zorgt ervoor dat de smeerolie bij intree in
de motor een constante temperatuur(viscositeit) heeft en van het ergste vuil is gezuiverd.
In de motor wordt de smeerolie belast en vervuila en(keert dan weer terug in de oliestroom via het carter en opslagtank. De situatie in de opslagtank is afhankelijk van diverse condi., ties, die variefiren metide gebruiks toestand. De smeerolie zal hier het meest vervuilef zijn omdat hier elle smeerolie stromen samen komen en dus van de hele motor vervuilingen meebrengen.
Door deze sommatie van vervuilingen
is dit de aan
gewezenplaats voor het nemen van smeerolie monsters aangezien hier
elle vervuilingen zichtbaar zijn. Door toepassing van by-pass c filters, aanvoer van nieuwe smeerolie(door verbruik van
smeer-olie) en menging zal hier voor verschillende vervuilingen een evenwicht optreden, doordat het wegnemen van
vuildeeltjes afhankelijk is van de concentratie en aanvoer constant veron-dersteld is zal de afvoer van vuildeeltjes op een gegeven moment, concentratie, gelijkzijn aan de aanvoer.
Dit geldt
zowel voor deeltjes die worden weggefilterd als voor de
deel-tjes die verbranden en dus weer worden 4angevuld met schone
smeerolie. Deze evenwichtssituatie bepaaltde smeerolie
telt, en dus of het smeeroliesysteem toereikend
is voor de
motor. Niet elle vervuilingen worden weg gefilterd, veel
verbriandings resten worden chemisch geneutraliseerd dit
ge-beurt.door chemische buffers. Buffers zijn chemische
accumula-toren die d.m.v. oxidatie of andere hoeveelheids bindigen
gedurende lange tijd bepaalde stoffen wegoxideren zonder andere condities te veranderen.
e.t.c..
kwali-De achteruitgang van dopes en de accumulatie van vuil dient te warden gecontroleerd, dit on de kwaliteit van de smeerolie en
het smeeroliesysteem in de gaten te
houden. Tegenwoordig
probeert men oak de conditie van de motor uit deze smeerolie tests afteleiden. Dit rapport probeerd: te
onderzoeken in
hoeverre de diverse onderzoekers hierin al zijn geslaagd.
at ca,iisc Crtriotc, arm On. lin c.c. ecolarEA. 144334/M. WC I cc CACAO GLYCOL IC.301..4111, Cola Pc Cacao CMSco.... a 11
Lthl.tirf: In, irr
4.2,4 I coy COMM oolitic D 04. Angocit.1;talrULCfl."911
fe
1 In.le ..III icanC :Dew I C. WI ,,, atasocil CM. Attn. SAVW coralCM cal twoLati COMPANY cost KHMER ROOM iaCIT--rta cigar 0, MAP es .4.4. ..., aiocs ,,, .444..0
ci,
COMM ni Oa ON coca. "inDnInn 3333n-4,14 colic/CA aortic onnoci4 cassoos_32..g,a;a71.!_a si44-041. AL CAD meta CAM cal% tic Lactic CIWICAL CCM: mow. for lot ammo Tampa, cat Loco OIL _ MIA,.030413011731311 Cognac=MC.,aronatIC ntiacTaas TO=LOC
Elana7C31 or tax:" -AZ COLS Jr ...Is 'mama31311141813313Mt TOay.0/COL
rac044DC
rico3YS7174KINDocOM. cc. an11/.70
rani Isis,MOMS Of 017ATICA MRcoo pcm:1,111.
litoacia-ZAFTER I ! tt.. ... ' I1 g I 11111 II 2141
R OM
la ICA es .... ., ...] L..11 ...., et .. le 3 * GC 4 al 3 16 a 1 03 L5.34 531.4! iLk4a so 41 Da 23.1 Is 71 IP lei 22 ma IS 2233 4 IS 11.13 33 1 07 73 3 < CC IA fa 7 71 I 12 4 7 IA Co 501141Nob a..SS 11 .. "th 31 34 S al 9 N el ill se on re. 144a 444 1744 Ill_. 1 .1 Po 34 in 3b al l n IC NM ailSCCC 2a43 121451
44:7alA1 iliCar .... 44121.4 trac.4n' cc....in mowscm 444
4rat UMW/a 2133 ISIS Or AL-arhal2 son
az Circa ace iliac NC
IL
AlterrMil ,icsrt 9.,
643 ila,Ism 3444 NA A D133C3.041 Nall= octal 14.i
4.34 4],/5/I 32 AccirlicaLt co Nit
r.... 33412231ft 2014 inaII CIA MOWS`%VA Mr?
ANN an n crocuictioic 13011.73 4.4 11.33350363.41 3.04.1% 33.3m* .3.33,0 43.3. . ,... ... ,o, ,.., ...tory .313--N:r4=-.-_-....,133333333333.3,...4...3.3..m3.33.... :-.._r
---
... 22 C 21.41 C 9.1 4.1 24.66 5Separator
Four stroke engine
Tank Filters Pumps Indicator filter Automatic filter Controller
TL
Heating_ _ element Cooler Flushing oil treatment or Turbocharger [ Emergency 4 lubricating tank for EngineHet smeerolie systeem
Smering van de moderne dieselmotor vereist en snelle circula-tie van de smeerolie, dit i.v.m. da transport functie van de smeerolie, die warmte en vuil dient te verplaatsen zodat dit
ergens anders uit het systeem kan worden gehaald. Behalve
ciculatie moet de olie op veel plaatsen ook extreem hoge
drukken op vangen, deze druk vervalt snel door lek verliezen en zal dus geregeld zo niet continu moeten worden aangevuld,
tevens zou de temperatuur van deze olie te hoog worden als
deze drukkeh varieereNaast deze
belstingellmoet desmeer-one-66k nog zijii smerende werking verrichten4kat verlangd een zekere periodieke verversing i.v.m. afbraak van de smeer-olie
Dit alles zorgt ervoor dat de smeerolie in een dieselmotor
tegenwoordig 20 tot 200 maal per uur door de motor stroomt, als we hiernaast beschouwen dat per kilowatt ongeveer 0.3 tot 1.3 liter smeerolie aanwezig is en we nemen en motor van 4000'
KW dan zafitier-2-a0000 riter smeerolie
per uur door hetsysteem stromen. Deze hoeveelheden stellen hoge eisen aan de pompen, regelsystemen, koelers en filters. Vooral deze laatste zijn hier de zwakke schakel. Moderne motoren zijn voorzien van glijlagers, deze lagers werken met grote drukken en hebben dien ten gevolge zeer kleine spleten, tegenwoordig 5-8 um.
Dit heeft tot gevolg dat de smeerolie die in de glij lagers
terecht komt geen grotere deeltjes dan 5 um mag bevatten. De nu gebruikelijke full-flow filters filtreren 20-40 um deeltjes
uit de smeerolie stroom. Dit houdt in dat glijlagers kunnen
vervuilen. Om de full-flow filters tot 5 um deeltjes te laten werken zou extreem hoge druk vallen en snel vervuilende fil-ters tot gevolg hebben. Daarom is de oplossing gezocht in de glijlagers die d.m.v. configuratie veranderingen en gebruikma-king van zachte materialen ervoor zorgen dat grote deeltjes
niet in de kleinste spleten terecht komen of hier worden
ingebed in het zachte materiaal. Als er dan nog vervuiling optreed zal deze zichzelf wegschuren en zal er opnieuw een schone zachte laag tevoorschijn komen, dit proces kan zich
vele malen herhalen(op micro schaal) pas bij extreme waarden zal de oliefilm niet meer de benodigde druk op kunnen bouwen en zal er contact tussen lagers en as optreden, welke tot een veelvoud van de normale slijtage zal leiden.
Door deze oplossing zullen de full-flow filters met 20-40 um capaciteit voldoende zijn, echter de accumulatie van deeltjes van 20-40 um is niet gewenst en dus wordt meestal een by-pass filter toegepast. Er zijn twee type by-pass filters n.l.: de vrije straal centrifuge en de centrifugaalseperator, deze
laatste kan deeljes tot 2 um uit de smeerolie stroom halen de capaciteit is echter beperkt en bedraagt meestal maar 1% van
de totale smeerolie stroom. Dit
en het nadeel dat
alleeq_deeltjes met een grotere dichtheid dan de smeerolie filtet maakt dit systeem nooit in full-flow kan worden opgesteld, en dien ten gevolge zal het full-flow filter de smeerolie condi-ties bepalen. Deze condicondi-ties vormen samen met de temperatuur-regeling, die d.m.v. verwarming, koeling en regelateurs zorgt dat de smeerolie tussen de 50 en 70 graden celsius de
motor ingaat, de smeerolie condities aan de intree van de motor.
gedeelte-lijk afbreken en verbranden. Daarna stroomt het weer terug in het carter of tank, waar het gemengd wordt met andere smeer-olie stromen en de aanwezige smeersmeer-olie. In deze tank ontstaat dus een gemengde smeerolie situatie, die afhankelijk is van de vervuiling in de motor, de reiniging in de filters, de kwali-teit van de smeerolie, de kwalikwali-teit en hoeveelheid van schone smeerolie ter vervanging van verbrande smeerolie. Hierna wordt
de smeerolie weer in in de oliestroom opgenomen, dit proces
herhaald zich vele malen gedurende de standtijd van de smeer-olie
Naast deze smeerolie is er nog en andere smeerolie die niet
wordt hergebruikt maar geheel of gedeeltelijk verbrandt- meest-al wordt deze erg met dopes aangelengde olie gebruikt om de zuiger en cylinderwand te smeren. De condities hier zijn zo
extreem dat de hier gebruikte smeerolie slechts eenmalig gebruikt kan worden.
Behalve gebruikelijk vervuilingen zijn er ook vervuilingen die optreden door storingen en veel al niet direct uit de
olie-stroom worden gehaald. Deze extra vervuilingen kunnen een
gevolg zijn van een extra slijtage door een mankement of
alleen maar door een andere belasting(tijdelijk) of een ver-gissing van bedienend personeel. Deze extra vervuilingen dient de smeerolie ook op te vangen want met slechte of erger geen smeerolie zal de motor (ernstig) beschadigen.
Vervuilingen
In de motor kan de smeerolie op verschillende manieren vervui-len. De minst erge is de normale slijtage dIt-is-de-slijtage ie onder normale omstandigheden altijd optreednen waarbij in de levensduur berekening al gerekend wordt. De slijtage die hiermee bedoeld wordt is ca. het afschrapen van zuiger(veren) en cylindervoering, afschuiven van tandwielen, contact
slijta-ge van nokkenas, kettingen, afdichtingen, overbrengingen en
lagers. Al deze slijtage is voorlopig nog niet op te lossen en zal dus d.m.v. verbetering van smeermiddelen en loopvlakken tot een minimum moeten worden beperkt, wat niet wegneemt dat deze slijtage(gevolg van wrijving) optreed gedurende de hele
levensduur van de motor. Doordat deze vervuiling continu is
zal de filtering hieraan zijn aangepast en zal deze vervuiling niet zorgwekkend zijn. Dit in tegen stelling tot vermoeings-slijtage, dit is slijtage t.g.v. het opraken van vermoeings-weerstand van bijvoorbeeld tandwielen, assen, lagers,
kettin-gen, tuimelaars, veren, e.t.c.. Al deze onderdelen worden
wisselend belast wat leidt tot spannings variaties met de
grootste amplitude aan de buitenzijde van het voorwerp. Dit leidt tot afbreken van schilvers aan de buitenzijde van het onderdeel. Omdat vermoeings slijtage pas na verloop van tijd optreedren meestal drastische gevolgen heeft is deze slijtage
vaak pas aan het einde van de
levensduur van de motor ofonderdeel te constateren.
Naast slijtage vervuiling treedt er ook nog andere vervuiling
op. Vanwege de zwavel in de brandstof zullen zuren in het
carter geblazen worden, ook zal de brandstof die niet verbrand langs de zuiger in de smeerolie terecht komen. Behalve zuren zal ook roet langs de zuiger geblazen worden, naast deze roet zal ook een gedeelte van de smeerolie verbranden of afbreken door de hoge temperaturen of oxidatie. Ook zullen er door de afdichtingen stoffen die zich buiten de motor bevinden zoals zand, water, e.t.c. zich in de oliestroom mengen. Processen die zich in de motor afspelen zullen ook nog voor enige ver-vuiling zorgen, lekken van koelwater, binnen komen van uit-laatgassen, verkeerde smeerolie toevoegen, e.t.c..
De laatste soort vervuiling is opzichzelfstaand geen nieuwe vervuiling maar een extra vervuiling die optreed door
overma-tige slijtage die optreed als bepaalde onderdelen versleten
zijn en de toleranties voor bijvoorbeeld contactloze smering
zijn overschreden. Maar ook extra slijtage door te
grote speling zorgt voor deze extra slijtage. Deze slijtages zullen een hogere vervuiling van de smeerolie teweegbrengen.
Oil inlet Clean oil outlet c. Water outlet
ea, Zenhlsogol 2.gengsteseens blple/P our die,
Gehdose dem Row, end Ari.otor.o.^,oe,
Gehause
Owsee RObr
.4 di AnirdosLOi'rni.,u.id
don 1.1t4r/en sotto. de. 2rneAulde an don Moro:, viobe. de,
durch den eadenonwhises aVi
das ,/rte/tielschs. da Man ,wfolgt.
Hohlspindel
Leitblech Feststoff-Kuc hen
Lochblechzylinder
Rotor
:A., Roof IV: ono aonehmtore
Trammel. son de Re/w9sin9 odor
Avwocinivrqru *A..01wen. Schewthoes 34 A"' Wow trey o dos Cewies welsch oo Ind New derch ow Nall;*and.' non ob..,
pieohnsdepg
eePh peel. Dos os *id oul tee.
osch..019:olt 9obreci,t Cho uch
efs.b.n. ,8.),roh die
foissoihwkben in de lolorpond.
*e teen PreeoOen. loth/ in
e*Aemenden 0C1".
Ant riebskommer
Jos to.bew (IN do. Sorer dutch den lochhethtyloder end //In
de Ant,u:61:ofornor or. Dee 01
new.. Id*, Geuherodogke. on, den bodes wired
Ds;ten out, sod/the dr Rob. col
Drei,,Ohignhito 8000 Worn. Ang.nbe, word- Dot titsKikehe oi
ovi0:11 in Zentniege se4L01' osier
.4. Led end Nov
del Moron ZUO/Ck
DUse
Bild 9.27: Wirkungsweise der Freistrahl-Zentrifuge
Disc stack Top disc Inter. lace Gravity disc oil velocity velocity zero at disc
a b (particle paths) 1 centrifuge bowl --
-rd
Zuiveren van de stheeredie
Als de vervuilingen in de smeerolie zouden blijven zitten c.q. niet onschadelijk gemaakt zouden worden zal de motor of smeer-olie geen lang leven beschoren zijn. Veelal zijn de moderne
smeerolieen voorzien van chemische dopes die zorgen voor
langdurige verbetering van de smeerolie. Dopes is een
verza-melnaam voor toevoegingen die de (smeer)olie een verbeterd4R
smeergedrag, neutralisatievermogen, oxidatie weerstand, schuia mweerstand, desintegratie weerstand e.t.c. geven.
Sommige van deze dopes worden gedurende bepaalde tijod
opge-bruikt andere zullen tijdens de levensduur van de smeerolie
nauwelijks achter uitgaan en zijal toegevoegd voor calamitei-ten. Dopes zorgen veelal voor een chemische reiniging van de smeerolie na uitwerking van de dopes is de chemische reiniging ook afgelopen en zal de smeerolie vervangen c.g. opnieuw moeten worden aangevuld met dopes.
Naast het chemische reinigen van de oliestroom kan de
smeer-olie ook nog worden gefilterd, hiertoe zijn twee systemen
denkbaar; full-flow en by-pass. Full-flow filters staan recht-streeks in de hele oliestroom en zijn vanwege hun grote flow-niet goed in staat kleine deeltjes te filteren vaak,zijh de mazen niet kleiner dan 20 tot 40 um omdat anders de- druk val over de filters te groot zou worden. Vaak-zijn deze filters dubbel uitgevoerd zodat ze t.g.listelifir9gereinigd(meestal
auto-matisch) kunnen worden.
By-pass filters zijn geinstalleerd als een soort seperatoren die voor een betere smeerolie kwaliteit zorgen zonder deel
te
nemen aan het smeerolie systeem. Deze filters zijn wel
in
staat zeer kleine deeltjes uit de oliestroom weg tenemen, de capaciteit is echter beperkt en nieit_geschikt om in de hele oliestoom te. opereren vaak passeer slechts 1% van de
olie-stroom een by-pass filter wat niet wegneemt dat toch nog
enkele malen per uur de gehele oliestroom wordt gezuiverd.
By-pass filters werken op het centrifugaal principe en zijn dus
alleen in staat deeltjes met een grotere dichtheid dan de
smeerolie uit de oliestroom te "filteren", deze filters ver-vuilen slechts langzaam en gaan tusen de schoonmaak periodes nauwelijks in efficientie achteruit. Water en slijtage deel-tjes worden door het centrifugaal principe effectief verwija derd, roet daarin tegen passeerd dit filter vrij gemakkelijk. Naast reiniging van de smeerolie komt er ook nog nieuwe sneer-olie in het systeem omdat er smeerolie verbrand, afbreekt
of
wegloopt. Al deze zuiveringen leiden tot een bepaald even
wicht van vuildeeltjes wat is onder te brengen in een
mo-del.Uitgangspunt van dit model is de stelling, dat de verande-ring van de massa van de aanwezige slijtage deeltjes van een
bepaald element in de tijd (dN/dt) op het moment t bepaald
wordt door de produktiesnelheid van de slijtagedeeljes,
de
concentratie deeltjes in de schone smeerolie, het rendement
van het by-pass filter, de massastroom smeerolie door het by-pass filter, de adhesie van slijtagedeeltjes aan oppervlaktes in het smeeroliesysteem, het olie verbruik, de
massa smeerolie
in het systeem en de op het tijdstip t al aanwezige
massa deeltjes in het systee In de von m van een differentiaalver-gelijking luidt deze
f
(stellin
:
/71.
(dN/dt)= i + CO (aQ + D t/b/i(N/V) in (g/h)
N = aanwezige nassa slijtagedeeltjes (g) t = tijd (h)
in = produktieselheid deeltjes (g/h)
CO= concentrat'g deeltjes in schone smeerolie (g/g °lid) U = smeeroli verbru it (g/h)
a - specifiek rendement centrifugaalfilter Q = massastroom olie door filter (g/h)
D = specifieke adhesiesneheid aan opp. (g/h)(a-
-
1/-V = massa olie in het smeeroliesysteem (g)oth-Deze differentiaalvergelijking ks_ opge1o4, met als randvoor-waarden:
(-90,--cert.,
-de slijtagesnelheid in is konstant
het totale filterrendement aQ is konstant -de specifieke adhesiesnelheid D is konstant
het smeerolie verbruik U is konstant
de massa olie V is konstant, m.a.w. er warden oneindig kleine hoeveelheden smeerolie bijgevuld am het carter op konstant niveau te houden.
op het moment t=0 is de massa deeltjes aanwezig in het systeem gelijk aan CO.V = de hoeveelheid deeltjes in de "schone" smeerolie.
Deze differentiaalvergelijking geeft een verloop van de hoe-veelheid deeltjes in de tijd, dit geeft op een gegeven moment een evenwicht. Zodat de prOuktie en zuivering op een gegeven moment in evenwicht zijne,Sit evenwicht is afhankelijk van de
7
slijtagesnelheid en zal dias bij gew 'zigde slijtage veranderen
deze verandering is van belang y/or het onderzoek in dit
rapport.
Large
Particles
Operating Time (Hours)
Figure 1 - Wear Particle
Concentration as a Function of Time Fine Particles and Dissolved Material
1 11 Atomic Emission Spectrometer ELEMENTAL ANALYSIS -WEARMETALS -CONTAMINANTS -ADDITIVES Fourier Transform IR Spectrometer
81=8 r
0 0ANALYSIS OF CHEMICAL COMPOUNDS -OXIDATION -SULFATTON -NITRATION -WATER CONTENT -SOOT -GLYCOL -FUEL DILTJTION -ADDITIVE DEPLETION
File Server & Central Processing Computer
DATA STATION
-DATA STORAGE & RETRIEVAL -TREND ANALYSIS -ARCHIVING -STATISTICAL ANALYSIS -REPORT GENERATION Automatic Viscometer va Personal Computer NE
00
ANALYSIS OF LUBRICANT VISCOSITY
Figure 5, Main Components ofthe Industrial fribology System
ri itr II II
Tape Backup
Controle van de smeerolie
1
Vanwege de achteruitgang
an de smeerolie zal deze geregeld
gecontroleerd moeten worden. Naast
achteruitgang van de
olie-kwaliteit
probeerd
meritoak
te kijken
of
er
ongeoorloofde
vervuilingen in de motor plaats vinden, vooral deze laatste
tests geven inzicht in de conditie
van de motor.
Tot enkele jaren terug beperkteilde
olie analyses zich vooral
tot de rkiVliteits cpritrbTe)
van de smeerolie,
de hoeveelheid
van
de dopesen eventuele vervuiling door water,
zand, zwavel,
phosfor, e.t.c.. Al deze grootheden
werden gemeten maar
naar
een
oorzaak werd veelal niet
gezocht als
meneen bepaald
element naar verhouding teveel
tegen kwam. De smeerolie moest
smeren en als het dat niet
neerdeed dan werd er olieververst.
De tests beperkte zich dan oak tot smeercapaciteit,
veilig-heid, viscositeit, controle
van enkele dopesp1BN, TAX, e.t.c.)
en de aanwezigheid van vuildeeljes. Al
deze
intotaal
ongeveer
150)
hadden betrekking op de bruikbaarheid
van de
olie, nu probeerd
men aan de hand van deze test een uitspraak
te doen over zowel de olie
kwaliteit en bruikbaarheid
maar
tevens
probeerd
menextra
of
niet
gebruikelijke
slijtage
veelal een gevolg van schade
op te sporen.Dit gebeurd aan de
hand
van
nauwkeurige
hoeveelheids
bepalingen
van
bepaalde
elementen in de oliestroom, of
het voorkomen van grote
(ver-moeings
schlifers)
deeltjes. CAandehana
van
deze
gegevens
probeerd men extra slijtage of verkeerde procesen of
verkeerde
vervuiling vroeg optesporen. Zodat behalve de condities
van de
smeerolie oak een uits raak over de conditie0 van de motor kan
warden gedaan.
Statistische Auswertung der Betriebsergebnisse von M.A.N.-B & W-Viertakt-SchwerOlmotoren
96 % alter Ventile erfordern erst nach 5000 6000 h em geringes
Nach-schleifen.
70% alter Kolbenringe haben einen Verschleig unter 0,04 mm/1000 h.
10 000 12 000 h bis zum Kolbenziehen.
80% alter Ringnuten haben einen Verschleig unter 0,01 mm/1000 h.
Die Ringnuten konnen auf einfache Weise nachgearbeitet werden,
was nach ca. 20 000 25 000 h angebracht 1st.
80% aller Zylinderbuchsen haben einen Verschleig unter 0,03 mm/1000 h.
im allgemeinen erreichen die Zylinderbuchsen die Betriebszeit, bis
der Motor auger Betrieb gesetzt wird.
96 % alter Olfullungen konnen 'anger als empfohlen im Motor belassen
werden. Bel mittelschnellaufenden Motoren betragt die Olstandzeit
30 000 h und mehr, bi Triebwerksalen von Kreuzkopfmotoren 1st
III
MESURE DE DET ER GENCE TACHES TEMOIN S CAS I HU I LE BONN E CAS II HUILE ACCEPTABLE r-7
FUEL AND WBE
ANALYSIS SET l'at41
CAS II , HU ILE ACCEPTABLE CAS Id. HU ILE MAU VAKE CAS III HUILE , MAU VAkSE
i OR
r
It i
-111,: [ems IN vt -ittkaier
0 ,gI.
1=614.1.1 1rit:I.
a
ii rffialrintr- ::..c.:4
ti
-"is .P 1Mal
I
.IlI
,rmwati.
1.. Thsserbestimmung von Schmierolen und Brennstoff en
Determination of water content in tube oil and fuel. 2. ViskosItat von Schmierolen und Srennstollen
Determination of viscosity in lube oil and fuel Dtchte von ScnrmerOIen und Brennstolten
Determination of density in tube oil and fuel Stockpunkt von SchmlerOlen und Brennstoff en
Determination of pour point in lube oil and fuel Seewasser in Schmierolen und Brennstoffen
Determination of sea water content' in lube oil and fuel
6 tchrnierol-Troptenprobentest
Labe oil spot test Z. Brennstoff-Venragdichkeitstest
Fuel compatibility test' 8 "TBN"-Wert von Schmterolen
Lube oil 'TBNI" ZOnovnrnaiten CCAVCII von Brennstokfen
Fuel ignition behaviour CCAI/CII (Aromaticity Inceo
3
4
5
iOnderzoetalethoden aan de smeerolie
Al taren wordt geprobeerd om de kwaliteit van smeero ie op een eenvoudige manier te controleren, dit heeft geleid I tot vele
tientallen
mtest
methoden, in het kader van dit Cindertoeie is
14
het niet og' ijk en van belang am al deze methoden te be-lichten en er"zal dan oak een keus gemaakt worden uit de meest gangbare methoden die nu veelal gebruikt warden.
Waarschijnlijk de eerste "on-line" test methode was de druppel
test hierbij werd een druppel smeerolie op een vloeipapier
gelegd, na verloop van tijd had de smeerolie zich over een
grater oppervlak verspreid. De mate van verspreiding en het aantal ringen was een maat voor de smeercapaciteit en vervui-lingsgraad. Schone smeerolie gal' een schone grate vlek, gedes-integreerde smeerolie gaf slechts een klein zwart vlekje te zien, hier tussen gaf een scala van in aantal ringen en groot-te varierende verschillende mogelijkheden en groot-technischi konden aan de hand van voorbeelden en/of ervaring een uitspraak doen over de smeerolie kwaliteit en vervuiling.
Tegenwoordig neemt men een monster bij een bepaald aftap punt uit de motor en zend dit naar een laboratorium waar de visco-siteit, ontvlamtemperatuur, watergehalte, TBN-getal, koolstof-gehalte,
cloud- en pourpoint4a
-we-pat cle.,ghemischesamenstelling en het aantal vaste deeltjes bepaaffliernaast
zijn er oak kleine portabel olielaboratoria die niet alle
mogelijkheden hebben zoals in de laboratoria en dus zullen
hiermee alleen de echt urgente zaken mee warden
gecontrol-leerd, wat neer komt op de smeerolie kwaliteit.
Dit integenstelling met wat men in de laboratoria wil berei= ken, bier wil men precies weten wat, hoe groat en hoeveel er van een bepaald element er in de smeerolie zit.Hieruit wil men zowel smeerolie en motor condities aflezen. De interpretatie van deze gegevens is behalve erg afhankelijk per motor(type)
oak nog afhankelijk van type en standtijd van de smeerolie.
Dit maakt uitspraken over motorcondities erg discutabel.. De mogelijkheden in de laboratoria.
De moderne laboratoria krijgen tegenwoordig veelvuldig grate aantallen oliemonsters ter onderzoeking aangeboden, dit heeft geleid tot een speurtocht naar methoden die snel en efficient te gebruiken zijn. Dit leidde tot universAele, gemakkelijk te bedienen en te automatiseren apparatuur. beze apparatuur heeft meestal wel aan nauwkeurigheid ingeleverd ten behoeve van de efficientie, veelal is de nauwkeurigheid voor de hier beoogde doelen voldoende.
Een goed voorbeeld hiervan is de spektrale analyse, hier zijn twee systemen mogenlijk : absorptie en emissie.
De absorptie methode absorbeerd licht, hierbij dient te warden gerealiseerd dat ieder atoom een eigen frequentie heeft, als men licht van een bepaalde (eigen)frequentie door een prepa-raat zend zal de mate van absorptie een hoeveelheids grootheid zijn van de aanwezigheid van atomen van die frequentie. Nadeel van deze zeer nauwkeurige methode is dat voor ieder te onder-zoeken element de zelfde procedure van licht met de juiste frequentie uitzenden, absorberen en meten moet warden
doorlo-pen.
De andere methode is gebaseerd op het principe van em1ssie,
.71
04,c,
PARTICLE 614 248 526 498 438 748 350 998 263 249 175 499 87 749 Table 1
Groups of Elements Analyzed by the Atomic Emission Technique
Wear Metals Contaminants Additives Iron Silicon Magnesium Silver Sodium Calcium Aluminum Boron Barium
Chromium Phosphorus Nickel Zinc Lead Copper Tin Titanium Molybdenum Antimony Manganese
LUBEOIL PARTICLE ANALYSIS
DATE: 06.04.89
FROM: MS "BIRGIT NABER"
SAMPLED FROM: LUBEOIL AFTER ENGINE
SOLID PARTICLES FROM 1 ml SAMPLE DILUTED WITH CARRIER FLUID
NUMBER OF PARTICLES PER 1 ml SAMPLE
5 - 10 pm 614 248,50 10 - 20 pm 113 487,00 3_ 20 - 40 pm 101.50 40 - 50 pm 1.50 SO - 60 pm 1,00 60 - 99 pm 1,00 5-10 10-20 MAO 40-50 50-60 60-100pm
ook hier maakt men gebruik
van de
(eigen)frequenties vanatomen, alleen worden de atomen nu in aangeslagen toestand
gebracht. Deze toestand ontstaat na toevoeging van energie aan een atoom, hierdoor "springt" een elektron uit zijn schil naar een hoger energie rijker maar instabielere schil na enige tijd (3-4 pikosec.) "valt" het electron weer terug in zijn stabiele uitgangs positie. Dit gaat gepaard met emissie van licht voor de voor dat element specifieke eigen frequentie. Door nu het
uitgestraalde licht te meten kan aan de hand van bepaalde
lichtfrequenties en lichtsterkte de hoeveelheid van een
be-paald element worden bebe-paald. Voordeel van dit systeem in
vergelijking tot absorptie is dat nu in een keer elle elemen-ten die elemen-tenslotte allemaal een (eigen)frequentie hebben kunnen worden gemeten, het bijkomenede nadeel van verminderde nauw-keurigheid is bij olieanalyses niet noemenswaardig. De keus van energie bron voor het in aangeslagen toestand brengen van de atomen bepaald het type apparaat, er zijn er die werken met X-ray fluorisatie of inductively coupled plasma (ICP) of net zo als een TL-buis met electriciteit, al deze methoden hebben ieder hun positieve en negatieve eigenschappen. Maar al deze methoden geven vrij nauwkeurig hoeveelheden aan van slijtage deeltjes(ijzer, zilver, aluminium, koper, tin, lood, titanium en nikkel), smeerolie additieven(calcium, barium,
zink,
fos-for, magnesium, boron en molybdeen) en bepaalde vervuilin-gen(silicium, sodium en potassium). De spektrale analyse geeft bruikbare informatie over de vervuiling van de -smeerolie,
maar nog niet voldoende zodat er ook ander methode)Itijn ontwikkeld en worden toegepast. Bij deze andere meth4deh is
er echter
geen unifomiteit tussen de diverse laboratoria, vandaar een
opsomming van enkele veel gebruikte methoden.
De deeltjes teller dit ;apparaat meet in een massastroom de hoeveelheid en grootte van electrisch induceerbare deeltjes.
Hiertoe wordt het te onderzoeken preparaat opgelost in een
carrier vloeistof en door de induceerder gevoerd, aantal en
grote wordt gemeten aan hoeveelheid en grote van opname in de inductor dit geeft mede door de nauwkeurigheid van de electri-sche apparatuur een zeer nauwkeurige uitslag. Nadeel
van deze methode is dat alleen induceerbare deeltjes worden gemeten
en
er is geen specificatie in elementen mogelijk.
Ferrografie dit is een methode die uitsluitend de ijzer-: deeltjes onderzoekt. Hierbij wordt de oliestroom over een in grote varieerend machnetisch veld geleid zodat de
ijzerdeel-tjes in volgorde naar hun grote neerslaan, hierna
worden de ontstaane preparaat microscopisch onderzocht. Dit verreist een ervaren en dus dure onderzoeker die met de hand (langdurig) de ijzerdeeltjes bekijkt en aan de hand van grote en kleur een uitspraak doet over de vorm van slijtage. Dit is tevens het grote voordeel van deze methode die verder zeer duur en tijd-rovend is. Daarom wordt deze methode
slechts toe gepast als
daar na spectrale analyse of deeltjes tel --aanleiding toe
is. Bij spectrale analyse is d.m.v.
eer 1*esh9jtwaarde een
indicatie te geven over de grootte, hie --y rdt aangenomen dat grote deeltjes langer en feller stralen an kleine. Door mu een bepaalde stralings limiet(treshold) i te stellen kan overschr 'ding van deze limiet een indicatie zijn van om de olie ver er bijvoorbeeld ferrografisch te o derzoeken. Bij
Spacer
glue 6. FT-IR Transmittance Cell
'Oil Sample Transmitting Window
attrattileis
Oil Sample Figure 7FT-IR Attenuated Total Reflectance Cell (ATR)
Ltd. Ni. Prafung Prufmethode Aussage C. motorischen Betrieb
p%9 Conradson. DIN 51 5511 7 IBildung von Olkohle)
Carbon- ASTM D 189 Residue
Elastomer prufung
7 I Labortestergebnisse kaum cut die Praxis Obertragbar)
21 Verdamp. fungsvarlust
DIN 516581 ? Olverbrauch. Viskositatsan. stieg
Scher, I. DIN 54 382. 7 MechanIsche Viskositetssta
Slabilitat II bilitat, LantragevermOgen. Re ibu rigsvertuste .23 i Foaming DIN 51 566 7 Schaumbildung Charente-rlstics ASTM 0 892 24 1F2G-Test I DIN 51 354 1 (Lasttragevermagen on Getriebel 25' V ertrirg-Ilchkeit
niHausmettode. 7 (Unvernaglichkelt mit
Be-tugs/Men bei 220°C uner-wunscht)
26 Homage. nitat
Hausmethode 7 (Trithung bel rief en Tern-peraturen unervoinschtl
22,
,
Maschbarkeit Hausmethode
I
? (Mischbarkeit nit Berugseden,
bei Raumtemp. erwunscht)
2E0 I infrarot. Hausmethode
? (Nur Cu Vergleichszwecken)1
Spektro-gramm Ltd. Nr ifung Prilfmethode 11Aussage I. motorischen Betrieb
TI Dichte DIN 51 757 (Olstruktur/Addiriverungl
a Flammpunkt DIN 51 376 (Gefahrenalassel ASTM D 92 Viskositat bei 100°C DIN 51 562 Tei I1 7 Lasttragevermogen ASTM D 445 Reibungsverluste 40°C Olverbrauch 16°C 28,9°C DIN 51 377 ASTM 0 2602 in Anlehnung an (altstartf
bei Sten Temperaturert DIN 51 377 bzw.
ASTM 0 2602
na ViskoPtats. DIN ISO 2909 (Olstruktur, VlskositatS/ index ASTM D 2270 Temperatur-Verhaltenl
5 Cloudpoint DIN 51 597 ASTM D 2500
? (AbhImgig tom Roholi und
dessert Entparaffinierung)
6 I Pourpoint DIN 51 597 ? rid temp.-flieafehigkeitI)
ASTM D 97
7 Pour IFTM 791 16 TieftemperaturIllieglahigkeit Stability Method Nr. 203
ft Sulfatasche I 'DIN 51 575 7 lAnwesenheit aschebildender
ASTM D 874 Zusetze)
' 91 I I Phosphor DIN 51 363
E101 SchweIel I' DIN 51 400
ASTM D 1551 (HinweilaUff
lul Chloe
Calcium DIN 51 391
AdditIvelemente,
gestated keine
Barium DIN 51 391 Aussage Ober ihre
Zink DIN 51391! Wit ksamkeit)
45 Magnesium DIN 51 431
1I6 I andere DIN &1431
Elemente
Gesamtba DIN ISO 37711 Neutralisationsvermagen senzahl ASTM 0 2896 'ter S.suren
(TB N)
Total Acid' ASTM 0 664 (Additive-abhangig) Number (TAN) To Detector infrared' Radiation ? 3 ? DIN 51 7 12 13 14 17 18 20
deeltjes teller worden grote en aantal éergegeven zodat hier gemakkelijk de noodzaak van ferrografie an warden bepaald.
De viscositeitmeter. Net zo als bij/de spectrometer is hier gezocht naar een snel, eenvoudig en g makkelijk te automatise-ren apparaat. Veelal wordt gekozen viper een vibreautomatise-rende
cylin-der viscositeitmeter dit vanwege de snelheid en ruimte in
name. Deze automatisch regelende v'brerende cylinder viscosi-teitmeter compenceerd dichtheid en heeft een direkt afleesbare temperatuur indicatie. Het werkt d.m.v. een osilerende bewe-ging van een zuiger (zoals een demper dus met stroomkanalen) die elektrisch wordt aangedreven, de kracht die nodig is am een konstante amplitude te behouden is een maat voor de visco-siteit. De metingen warden gedaan bij 40 en 100 graden.
Deze viscositeitmeter is nie,t zo precies als de capillaire buls in een constante tempe atuur maar de nauwkeurigheid is voldoende voor het hier beo gde doel, gebruikt minder smeer-olie en is gemakkelijk te Automatiseren, wat veelal de door-slag gaf tot de keuze voor deze meter.
De Fourier Transform Tnfrarood (FT-fl) Spectrometer, is een vrij nieuw apparaat dat tests als TBN, TAN, total solids(vlek-ken test of centrifugeren), water (crankle test of Karl Fi-scher titratie) en flash point test vervangd. Deze oude tests waren merendeels gebaseerd op oude minerale olie en niet voor de moderne door dopes, verbeterde smeermiddellen.
De FT-IR
S:
'werkt op de chemische verbindingen in eenpreparaat, e truu die wordt toegepast is dat men schone
smeerolie ruikte smeerolie legt en vergelijkt, de verschillen geven een indicatie over de conditie van de
smeer-olie met name: brandstof roet, water/koelmiddel vervuiling,
brandstof vervuiling, oxidatie, nitratie, dopes achteruit-gang(TBN is een dope), e.t.c..
De FT-IR is nog onderhevig aan veel verberingen de werking van
de cel waar de IR-straal de smeerolie aftast kan nog warden
verbeterd, in Amerika test men een cel waar i.p.v. 1 doorstra. ling 3 of meer ref lexies te gelijk pleats vinden (FT-IR-ATR)
dit geeft een betere uitlees mogelijkheid doordat smeerolie
(met roet) een groot deel van de IR-straling bij doorstraling absorbeerd, de FT-TR-ATR is echter moeilijk te bedienen en dus oak moeilijk tot nauwelijks te automatiseren. Hier heeft de
nauwkeurigheid dus wel invloed op het gekozen apparaat en
heeft de eenvoudig te bedienen transmitting-cel niet voldoende mogelijkheden on de ATR te beconcureren. Wat duidelijk maakt dat hier nog het een en ander verbeterd moet worden.
Hiernaast zijn er nog een groat aantal standaard tests en
opsomming uit de duitse literatuur, veel van deze tests zijn
gebaseerd op minerale olieen en nu veelal verouderd i.v.m.
toepassen van smeermiddellen die veelal syntetisch verbeterd of soms wel geheel syntetisch zijn. Hierover is de literatuur niet eenduidig en warden vaak moderne en conventionele
metho-den naast elkaar gebruikt, alhoewel sommige tests voor de
moderne smeermiddelen geen of zeer weinig informatie over de
conditie van de olie of motor geven. Daarnaast zeggen deze
tests voornamenlijk jets over de bruikbaarheid van de smeer-olie en zijn motorcondities hier nauwlijks mee vast te stelr Jen_
Ci= Pi/EQ(1 e-EQUV)
where
ti = Concentration of particles of a
certain size i,
Pi = Production rate of particles of a certain size i,
E = Filter collection efficiency (or particle loss due to other mechanisms),
Q = Oil flow rate, V = Volume of oil
and T = Time.
EQUIPMENT INTEGRITY ANALYSIS
Client : Services Ltd Date :1 January 1986
Bracknell, Berks.
Unit No. : GENER.R Unit type : Gardner Model : 6LYT
Component : Engine Lubricant : Shell Grade : RoteIla X.30 Operating Data Sample date I Nov. 85 1 Dec. 85
1 Jan. 86
Cub. hr/km 100 200 260
Equip hr/km 1000 1200 1260
Wear metals (PPM) Iron 32 38 101"
Chromium 2 3 12' Aluminium 9 12 18 Copper 6 7 9 Lead 10 12 15 Tin 9 8 14 Molybdenum 0 0 0 Nickel 1 1 1 Additives (PPM) Calcium 1240 1300 1360 Zinc 990 980 988 Phosphorus 1230 1400 1410 Barium 1 1 1 Magnesium 130 132 120 Contaminants (PPM) Silicon 15 17 35" Sodium 12 13 14
Physical properties Fuel Neg Neg Neg
Water Neg Neg Neg
Dispersancy Norm Norm Norm
Viscosity (CST at 40°C) 101 102
101
Results DI
D1 D3
Dealer sample number 123
124 125
Sample date 1 January 1986
Condition: Critical This unit should receive immediate attention Discrepancy: Abnormal silicon levels with signs of resulting wear
Recommendation: Inspect for induction leaks, change oil,service filters, resample at reduced interval to verify problem corrected
Reportable, Unacceptable
Urgent
Uitslagen van de smeerolieanalyse
Met de moderne technieken in de laboratoria is het tegenwoordig heel goed mogelijk de toestand van vervuiling en achteruitgang van de smeerolie te meten. Zoals al eerder vermeld wordt een deel van de vervuilingen uit de smeerolie gefilterd en wordt er door
aanvoer van schone smeerolie en dus verbruik van vervuilde
smeerolie ook gezuiverd. Dit leidt tot een proces in de tank of
carter die de vervuilingen op een bepaalde evenwichtsstand
brengt.
Want men dus meet met smeerolie analyse is een toestand grootheid in een evenwichts toestand deze evenwichts stand stelt zich pas
na geruime tijd in en is van een groot aantal grootheden
afhankelijk. Slechts als deze laatste grootheden als motorbelasting, aanvoer schone smeerolie, gelijke vervuilings opbrengst, e.t.c. constant zijn kan er een constant evenwicht ontstaan in de vorm van een differenriaalvergelijking, dit model /2
verschild overigens ook nog per onderzoekscentrum. Deze constante evenwichts situatie is dus afhankelijk van een constante slijtage deeltjes opbrengst, zal dus de produktie van slijtage deeltjes stijgen of dalen dan zal deze evenwichts situatie een andere waarde krijgen zodat extra of verminderde slijtage indirekt zijn te meten. De verandering is alleen in vergelijking met oude gegevens van de motor te constateren, zodat van iedere motor een
logboek dient te worden gemaakt en bijgehouden wat met de
computer techniek van tegenwoordig niet meer zo veel werk is. Aan de hand van deze gegevens kan er een uitspraak over slijtage worden gedaan hierin is het ook mogelijk een uitspraak over de smeerolie condities te doen en is de soort van vervuiling door bijvoorbeeld extra slijtage en vermoeings slijtage oak vast te stellen zoals al vermeld bij ferrografie.Nu verschillen de
evenwichtssituaties natuurlijk per motor en gebruikssituatie toch worden vaak uitspraken gedaan aan de hand van deze gegevens. Naast slijtage processen zou de plaats van deze slijtage ook aan gegeven kunnen worden, hier is slechts een keer melding van gemaakt in een artikel van Shell door Brain Heron die aan de hand van legerings en spoorelementen een indicatie voor de plaats van de slijtage geeft. Inhoeverre hij de taak van een deskundige inneemt is niet geheel duidelijk wat wel duidelijk is is dat op
dit gebied nog veel moet worden onderzocht voordat naast het voorkomen van extra slijtage ook de plaats hiervan kan worden
gegeven. Naast de informatie die valt af te leiden uit de
hoeveelheid vervuilingen probeert men oak informatie uit andere
parameters van de
smeerolie
te halen. Viscositeit van desmeerolie is lange tijd
een
veelzeggende conditieparameter geweest en men is zelfs overgegaan am "on-line" viscositeitsmeters in de motor te plaatsen, die door middel van drukval over een ventiel een verandering van viscositeit doorgaven. Net probleem hierbij was en is nog steeds dat de viscositeit door veel parameters is te beinvloeden daarnaast kan een combinatie van deze parameters elkaar opheffen, zodat twee ernstige vervuilingen toch geen verandering in viscositeit teweegbrengen. Toch vindt er nog steeds veel onderzoek naar
viscositeitsveranderingen plaats in de hoop een goed en snel
(on-line) bewakingssysteem tot stand te brengen.
Onderzoek aan
parameters als sludge uit de filters kan waarschijnlijk oak
Viskositatsanstieg
Feste Fremdstoffe" vvie Rug aus der Verbrennung (Dieselmotor), Bleiverbindungen (Ottomotoren), Crack- und Alterungsprodukte Verdampfung leichtfluchtiger
Olantei le
Wesenseigene Alterung des Oles
Küh)mittel/G lykoleinbruch
Nachfullen eines hoherviskosen
Frischoles/Additivs
40'C
Viskositatsabfall
Table 1: Metals measured by spectrographic
analysis
Losliche Flussige Fremdstoffe"
Kraftstoff-Verdunnung durch unvoll-standige Verbrennung
Kraftstoffein-bruch (Leckagen)
Polymerabbau (bei Mehrbereichsolen mit
V I-Ver bessern)
mechanische Scherung
thermischer oder oxidativer Abbau
Nachfullen eines niedrigerviskosen Frisch-oles/Additivs 1 70 -6 0
*150 1 4 0 -1 3 0 1 2 0 1101 0 0 516 548 580 612 644 665 Equipment HoursCa, Ba, P. Zn Lubricant additives.
Their concentration can serve as an indication
of the lubricant grade
in use, or as an
indication of additive
depletion.
Fe, Cr, Mo, Al Upper engine wear
metals
Pb, Cu, Al Lower engine wear
metals
Na, Mg, B Water contamination
Na, Al, V, Si Fuel oil contamination
Sn,
I
bepaalde stijtage/vervuilingsvormen ook nog de hoeveelheid aan te geven. In de toekomst zal dan oak voornamelijk de correlaties tussen motorcondities en smeeroliecondities moeten warden onderzocht, dit omdat tegenwoordig alle smeeroliecondities heel nauwkeurig te bepalen zijn, maar de stap van smeeroliecondities
naar motorcondities nog veel te vaag is en meestal wordt af
gedaan met "ververs de smeerolie", "motor nakijken" of "alles naar tevredenheid". Uitslagen als " vervang zuigerveren", "big-end lagers vervangen" of "verstuivers na stellen" zullen voorlopig nog wel toekomst muziek zijn, maar in theorie niet onmogelijk.
literatuurlijst
Der VKA-stufentest, em n neuer weg zur beurteilung des vers-chleissschutzes durch motoren- und getreibeole.
Diploma ingeniuer Werner Arndt, promotie onderzoek 1957.
Condition monitoring and preventive maintenance conference proceedings.
Society of tribologists and lubrication enginers, Atlanta
1989.
A quantitative method for the determination of large parti-cels in lubricating oil samples using ICP spectrometry.
Daniel Anderson, artikel 1989.
Enhancing the effectiveness of oil analysis as a condition monitoring tool.
K. E. Homer. artikel 1989.
Development of an automated, on line tribology based mainte-nance management system.
Malte Lukas, artikel 1989.
Graissage et tribotechnique tome 5, publications de l'insti-tut Francais du petrole.
R. Lefevre, 1978.
Schmierung von verbrennungs kraftmaschinen, entwicklung und aktuller stand.
G. P. Reinhardt 1992.
Methodes rapides d'analyse des huiles usagees, publication de l'institute Francais du petrole.
Diverse auteurs 1970.
Inleiding tot molecuulspectroscopie. S. M. van der Kerk, W. Heesma, 1990.
Low cost condition monitoring for engineering services. J. H. Armstrong, P. C. Taylor, 1988.
Aufteilung der treibwerkverluste am schnellaufenden verbren-nungsmotor mittels eines neuen messverfahrens.
Albert Haas, 1987.
Dieseldiagnose: theorie in de praktijk. K. Visser, ingenieursopdracht 1989.