• Nie Znaleziono Wyników

Weerstand, stabiliteit en snelheid van jachten

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Weerstand, stabiliteit en snelheid van jachten"

Copied!
19
0
0

Pełen tekst

(1)

/T

024025

TECHNISCHE HOGESCHOOL DELFT

AFDELING DER M/RITIEMETECHNIEK

LABORATORIUM VOOR SCHEEPSHVDROMECHANICA

Deift University of:Technology Ship Hydromechanics Laboratory

Mekelweg2 2628 CD DELFT

The Netherlands Phone 015 -786882

WEERSTAND, STABILITEIT EN SNELHEID

VAN ZEILJACHTEN.

Prof. ir. J. Gerritsma

Rapport 6 00-P

(2)

--'"' 'TP'-'i-,.'

Mercedes-Benz .- .i. i

lL,J ¡.r,

L &

-

'4".'

-4

,:::-r ;-!?

'i

.-:

5lste jaargang, 27 juli 1984, nummer 15

BIfrheek van O

jir

r'c".

fl SchepYaartk11fl ':-, -

::.cchaoIp

l)OC

')AT%JM:

AGAM ìoir r:d

130V0

Hoofdvertegonwoordiging van Dainhlel-BHnz Aktiengesellschaft voor Noderland van Morcodos.Oenz Motaron Hoofdverlegenwoordiglng van Motoren- und Turbinen Union Friedrichshafen GmbH voor Nederland van MTU Dioscrirnotoren

Veikoop on showroom: Goud&singel 214. 3011 KO Rotterdam, Tel,: 010-137125, Telex: 22647

Service, werkplaals on magazljn: Kalelwog 26, 3356 LE Papuncirecht, Tel.: 078-151122, Telex: 22647

--r:

L 't r:; MAN. Mdybach. Mercode-Benz

(3)

Weerstand,stabiliteit en sneiheid van zeiljachten*

Deell

door: Prof. ir. J. Gerritsma**

1. IP4LEIDING .

/

Proeven met modellen van zelijachten in een sleeptank zijn duur ¡n vergefijking met de proeven die voor motorschepen gebruikelijk

ziin. Immers bij zeilvôortstuwing ¡s de weerstand niet alleen

afhankelijk van de scheepssnelheld, maar 00k van de ¡nvloed van

de helfing en dedrifthoek op de werstand en degrootte van de

dwarskracht is van belang.

Over het algemeen zijn jachten relatief kleine objecten in

vergerrjking met bijvoorbeeld vrachtschepen, zodat orn financiöle

redenen &echts in ultzonderingsgevallen sleeptank onderzoek

wordt uitgevoerd orn de prostaties te bepalen. Een uitzondering vorinen de i 2 meters, waarvoor vaak gebruikgemaakt wordt van modelexperimenten, maar de resultaten van dérgeiijk onderzoek

worden over het algomeon niet gepubiiceerd. Blijkbaar zijn de

kosten van modeionderzoek voor de opdrachtgevers in dit geval

geen probleem. . .

de scheepsbouwkundlge zijn de onderlinge verschillon In

vorm en afmetingen van deze jachten zeer gering en de

Interpretatie van die vorschulen lijkt nauwetijks van belang voor

andere typen zeiljachten. .

In het geval van ¡OR jachten hebben de zeer gedetailleerde

handicap regels een dominante invloed op de vormgeving van do

romp en dat heett tenslotte geteld tot een grole mate van

uniformiteit in het ontwerp. De trend naar gering deplacoment en relatief grote breedlen is de oorzaak van piatte spantvormen. Voor

dit type schepen worden in enkole gevallen wel modeiproeven

ultgovoerd, maar ook hier zijn de marges waarbinnen gevaiieord

kañ worden gering on meestal vertrouwt de ontwerper op zijn

eigen inzicht en ervaringom de kosten vanmodelonderzoek uit te

sparen: heI prototype moet bewijzen of zijn veronderstollingen

joist waren.

In heI algemeen zijn de eigenaars van toorjachten minder.

geinteresseerd in prestatie verbeteringen van enkele tiendenvan proceaton, maar aan de andere kant is voor dezo jachten eon veci grotere vaiiatle in vormgevng mocje!ijk of nodig (bijvoorbeoid door

diepgangsbeperking) zodat voor de grotere objecten een

sleoptank ondorzoek ziiìvol kan zijn. Eon verbetering van 6% in de d- made-good, zoals weleens voorgekomen is, kan legen de kosten van dergelijk onderzoek afgewogen worden, want snethEid

Is óók

voor een toerjacht van belang.

Systematisch modeionderzoek ten behoove van zeiljachten heel t in het verledenvrijwel niet plaatsgevonden. De.behoette daaraan werd lang geleden al naar voren gebracht tijdens de discussie van

Davidson's kiassioke publicatie over model experimenten mot

zelijaclit modellen; er werd toen gesteld dat modelproeven voor

individuele ontwerpen eon onvoldoer,de basis geven voor do

ontwikkeling van ratlonele ontwerp methoden on de bepalingvan

de prestatie van jachten [1).

Eon beperkt systematisch onderzoek naar de invloed van de rompvorm op de weerstand is ultgevoerd en gepubliceerd door

Pierre de Saix. eon medewerker van het Davidson Laboratory [2]. Hij onderzocht vijf breedte-diopgang (van de romp) variaties en drie

variaties van de prismatische

coefficient, waarbij als

moedermodel de NY 32, een ontweip van Sparkman and

Stephens. tungeerde. Verdor is

er systematisch onderzoek verricht op hot gebied van vinkielen en roeren door de Saix [3] Herreshoff en Kerwin [4] en Boukelman en Keuning [5]. Dezo

o somming is niet compleot. maar geeft enigszins eon indruk van rnvang van het verrichte systematische onderzoek.

In 1950 begon in de sleeptank van het laboratorium voor

Scheepshydromechanlca te Delft het onderzoek van zeiljachton met modeiproeven van de 'Zeevalk', eon voor die tijd zeer lichte

Óceaan racer ontworpen door van de Stadt. Indo daarop volgende jaren is eon aantal ontwerpen van dezo ontwerper op modelschaal

beproefd, waarblj een zekere systematiek in de romp en kiel

vormen niet

ontbrak. Daarnaast is een vrlj groot aental modoiproeven van individuete antwerpen uitgevoerd.

In 1966 is een werkgroep van Nederlandse ontwerpers van

zeiljachton en onderzoekers op hot gebied van de

scheepshydromechanica opgericht orn de verschillende aspecten

van hot ontwerpen van zelljachten oriderling te bespreken en

kennis uit to wisselen. 00k in deze werkgroep kwam de behoefte aan systematisch onderzoek, in hot bijzonder met betrekking tot hei woerstand-sneiheld verband, near varen.

Uiteindelijk leidde dit tot heI plan orn een serie van systematisch

gevarleerde rompvormen van zeiljachten te onderzoekcn op

weerstand en stabiliteit. De serie omvatte variaties van de

slankhoidsgraad

de Iangsscheepse ligging van hot

drukklngspunt LCB, de prismatische coefficient CO3 aismedo variaties van de Iengte/bréodte verhouding van de coristructie waterlijn LVL/BÌL en de breedte-diepgang verhouding van de

romp 13WL/TC.

In totaal zijn er twee en twintig varieties beproefd die allen aígeied zijn van de .,Standfast 43" eon Admiral Copper uit 1970, or.:wor-pen door Frans Maas.

Het eorste deel van hot ondorzoek omvatte negen modellen,

inclusiof liet rnoedermodel, en de resultaten van de modelproeven zijn In sarnenworking met hot Massachusetts Institute o

Technology te Boston geanalyseerd..

Do bolangstolling van hot M.I.T. kwam voort uit hun interessevoor

een meer rationele bepaling van de handicap vcor

wedstrijdachten: hot zogenaamde Iriing Prat Ocean Race

Handicapping Project.

De resultaten van de ee1sta nogen.modollen en het gebrui van

deze gcgevons

ten

hehoeve van do bepaling

van de

snelheidspclaire van eon Jacht zijn gepublicceid in 1976 on 1977

[6, 7]

De avenge dertien modelproeven

zijn voltooid en

geanalyseerd in DettI en tensiotte gepubliceerd in 1981 [8]. Er is een zekere analogie met de systematische modelseries de bij het ontwerp van mechanisch voortgestuwde schepen gebruki worden, met dien verstande ial. zoals reeds werd opgemerkt, de

drifthoek, de holling en de op het onderwator schip werkende

dwarskracht eon belangrijke rol spelen bij zelljachten.

De sneiheid van een zeiljacht hangt naast de eigenschappen van

dal Jacht af van de wlndsterkte en do windrichting. Orn eon

prestatie berekening. te kunnon maken, bijvoorbeeld in de vorm van eon polair snelheidsdiegram, moeten de zeilkrachten bekend

zijn. De prestatieberekening is gebaseerd op een stationaire evenwichtstoestand waarbij de voomtstuwende en heilende

zeilkrachton

evenwicht maken

met de oveieenkomstige hydrodynamische weerstand en dwarskracht bij helling en drift va a

hót jacht. Oak moet het stabiliteitsmoment geiijk zijn aan heI

moment dat door de dwarskrachten op onderwaterschip en op de zeilen wordt veroorzaakt.

Voordracht gehoudon voor de aid. Rottodam van de Nod. Ver. y. Technici op Scheepvaartgebied.

de ledn van de Sedie voor

Schoepsiechniek van hot Kivi en hot Schocpsbouwkundig 0eo!schp 'William Fraude' op 12apr.'84 te Rotterdam eri vean de aid. Groningon von

de NVTS op 15 mr!. '84.

Hoogloraar bij de aid. Marltióme Techniek van de '1H Deift.

(4)

Naast de hydrodynamische gegevens, die een modeiproel met voie combinaties van helllngshoek, drift en stabiliteit oplevert,

sioeten Øus voor ledere mogelijke wincisterkte on wlndrichiing do zoilkrachton bekend zijn.

Davidson heel t voor dat doel ware grootte proevon mot hot 6-motor Jacht 'Gimcrack" uitgovoerd waarbij uitsluitend aun de

windse koorsen zijn gevaren. Proeven niet eon model van

'Gimcrack' met overeenkomstige snelheid, stabiliteit, heuing en

drift levorde de voortstuwende en heilende zoilkrachten die

genormaliseerd zijn met het zeiloppervtak [1].

Eenzelfde procedure is gevo!gd bij de experimenten met het Amerikaanse jacht 'Bay Bea' [9] en met het Nederlandse Jacht

'Standfast' [10]. In beide gevallen zijn nu alle mogelijkê koérsen

ten opzichte van de wind beschouwd. Beide proeven hebben

geleid tot zeiikracht coefficlenten die thans vrij algerneen gebruikt worden voor hot berekenen van polaire snelheidsdiagrammen van

jachten [6]. '

Een ultgebrelde

serie modeiproeven met eón zeitplan

is

uitgevoord In de windtunnot van hot Institut für Schiffbau van de Universiteit van Hamburg door Wagner en Boese [11]. In verband

met het ontwerp van 12 meter Jachten heeft Herreshoff in de windtunnel van hot M.I.T. vergelijkendo proeven met eon star

iodelgrootze,I uitgevoerd [12]. Ook in .Engeland maakt men gebruik van eon windtunnel orn de working van jachtzeilcn te onderzoeken. Voor eon boschrijving van de daar aanwezlge

faciliteiten wordt verwezon naar het book van Marchaj [13]. Tenslotte zijn

pogingen ondernomen orn

met numerieke

methoden de zeilkrachten te bepalen, bijvoorbeeld door Migram

[14. 15]. Voor practisch gebruik Iijken de empirisch bepaalde

zeilkracht coëfficiênten zoals die van 'Bay Boa en 'Standlast' het

rieest geschikt.

Jachten die op zee varen ondervinden uiteraard invloed van de zeegolven. In het bijzonder kan de weorstand bij resonantie van do stampbeweging zéér veel groter worden, hotgeen zich uit in eon

drastische snelheidsvemmindering. Hot dynamisch gedrag in onmegelmatige zeegang hangt medo af van hot iangsscheeps

rnassa-traagheidsrnornont van eon jacht: eon concentmatie van massa in hot midden van het jacht blijkt voordelig ¡n verband qiet

de extra

weemstand die in zeegang ondervondeii werd. Systematische berekeningen van die extra weerstand, mot behuip van do methode Gerritsma en Beukelman [1(3] toont inderdaad de

voordelen aan van eon kleine Iangstraagheidsstraal en dat

rincipe Is tegenwoordig kenmerkend voor wedstrljdzoiljachten (17].

In verband met de vaak aanzionlljke asymmetrische zelikrachton en de hydrodynamische reacties daarop is de koersstabllitelt van

een zoiljacht van groot belang. Oat betrelt niet alleen het

stuurmomnt dat door roergoven uitgooelend kan worden, maar

óók hot dynamisch evenwicht van het systeem: jacht + zelten. Bi] de analyse van hot dynamisch evenwicht ¡s eon bepaling van de

krachten op romp, kiel en roer onder meer van belang. Eon redeiijko schatting van die dwarskrachten is mogelijk, in het

bijzondòr voor de moderne piatte rompvormen met aangezette kiel en roer, waarbij uitgegaan wordt van de draagvlaktheomie [18). De analyse van de dynamische stabiliteit blj het varen van een rechte baan is in principe analoog aan de methode die bu mechanisch voortgestuwde schepen wordt gebrulkt, maar bij zeiljachten is de koppeling tussen gieren en hellen zeer belangrijk.

De dwarsstablliteit speelt eon grote rol bi] het zeilen. Heilung

ontstaat door de dwarsscheepse zeikracht en de

"orresponderende hydrodynamische dwarskracht veroorzaakt

en goinduceerde weerstand, waarvan degrootte mode bepalend

is

voor de sneiheid van hot Jacht.

Bovendien heoft de

dwarsscheepse helllngshoek invloed op do grootte van de

voortstuwende zellkracht.

Tensiotte is de dwarsscheepse stabiliteit bi] grotehoeken van

belang voor de voltigheld. De vorm van moderne wedstrijdjachten

(grole breedte/holte verhouding) heeft geloid tot een kleinere

stabilitoitsomvang ¡n vergelijking met rompvormen dio tien ofmeer jaren geledon gebruikolijk waren, Door Keuning is eon

sytornatisch onderzock ultgevoerd irnar de samonhang tussen de ronipvorm en de aanvapgsstabiliteit enerzijds en anderzijds de stabiliteitsomvang [19]. Die stabiliteitsomvang is belangrijk voor hot gedrag van boten en jachten in brekendo golven. Onderzoek op dit gobied is gaande [20, 21].

De dwarsscheepse stabiliteit van eon zeiljacht wordt beïnvloed door de voorwaartse snetheid, omdat de relatlef grote oppervlakte

vorstoring do drukverdeling over het onderwater gedeelte

beïnvloodt. De proeven met de systematische serie hebben echter

slechts een matige invioed van de snelheid aangetoond, zoats

nader bosprokon zal worden.

Inhet volgende zullen enkele resultaten van hot onderzoek in het laboratorium voor Scheepshydromechariica te DeIft besproken worden.

2. RESULTATEN VAN DE DELFTSE SYSTEMATISCHE SERIE

2.1. GeometrIe en woerstand

De wcorstand van eon rechtop varend schip bi] eon bepaalde

sneiheidis sterk afhankt?lijk var, de slankheidsgraad ende verde-hag vari do walorverplacising over de lengto vail het schip, geka-raktoriseord door de prismatisciio coefficient ende ligging van het

drukkingspunt. Daarnaast b!iken do lerijtebreedte verhouding

on de breedte-diepgang vorhouding van be!ang te zijn. Detwee en. twintig systematisch cjovarioerde modellen bestrijken een ruim

bereik vn deze vamiabeten, zoats aangegeven is in Figuur 1. Het onderzoek omvatte 00k min 6f meer onreallstische combina-ties van de vormpararneters. bijvoorboeld G, = 0.60, LCB = 5%, waarme.e eon zeer vol achterschip gekarakteriseerd wordt, maar dezo combinaties zljn nuttig orn bepaalde afhankelijkhederi goed aan te kurineii tonen.

Alle modellen zijn met behuip van 'computer graphics' afgeleid iiit het moedermodal, dat iii Figuur 2 eangeduid is als nr. i. In Figuur 2

zljn zeven modellen van de serie, als voorbeold, gegeven;

Varia-ties ¡n breedte en hotte ijn verkregen door vermonigvuidiging met constan:o factoren, voor hot qodeelte ondor de constructie water-lijn. Daaibovon is do vermenigvuldigingsfactor aangepast met een zodanige functie dat eonconstant vrijboordvoor alle modellen werd

verkregen. (vrijboord 1,15 meter blj eon waterlijnlengte van

10 meter). . .

Varlatle van de prismatische coefficient en van de drukklngspunt ligging werd verkregen door dwarsdoorsneden te verschulven tot eon gewenste kromme van dwarsdoorsneden met de gewenste

en LCB werd verkregon [22].

Alle modellen hadden dezelfde kiel en roer, zoals gegeven in

Figuur 3. Ook dat gaf soms or.realistische combinaties, omdat met eon constante spanwljdte vari de kiel (1,37 rn) eon dlepo v-vor-mige romp eon grotere diopgangoplevert dan een ylakke ondiope

romp. BI] eon waterliJntengto van 10 meter resulteerde dat in

maximaal 0,4 m verschil In cilepgang.

Blj dergelijke systematische vorm variatles zijn geometrische

groothederi, zoals hot natte opperviak, de metacentrische straal, de ho3gte ligging van het drukkingspunt in eenvoudige functies van de hoofdafmetingen van do romp uit te drukken. Voor het natte oppe,vlak van de romp geldt met goode benadering:

=

-

0.171 ? I ('.LJ"

(1)

geIdendvrC

= 0.53 ± 0.02 meleen r.ms fout kleiner dan 1%.

Voor moor vlakke spantvormen met eon grotere Gyp kan eon

correctie lactor (C/0.53) nodig zijn.

(5)

$ LCB B IC

s

e

cp

-.-G e

o

s

LwL/BWL1llI

o

o

I I I I I 2.8 30 3.2 3.4 36

s-Figuur 1: Vorm parameters van de systematische serie.

De hoogte van het metacentrum boyen de basis wordt benaderd door:

met r.m.s. fout < 1.5%.

Cok hier is de formule beperkt tot C, = 0,53 ± 0,02.

Formule (2) geldt voor de romp zonder kiel en roer (index c geldt voor 'canoe body').

De Invloed van het volume van kiel en roer op de hoogteligging is

tamelijk groot. Voor de toegepaste profielen (kiel: NACA 0015,

roer: NACA 0012) is de reductie van KM ongeveer 9%, maar voor een bepaald ontwerp moet die reductie berekend worden als kiel en roer anders gevormd zljn.

Een stabiliteitsberekening voor hellingshoeken tot 90 is voor alle variaties uitgevoerd. De dimensletoze vormstabiliteit, als godefi-nieerd in Flguur 4 ¡s in Figuur 5 ultgezet op basis van de breedte-holte verhouding van de romp. Met cen waarde voor de

metacen-trurnhoogte GM en met BM = voigt na correctie voor kiel en

robr: .

y

GN sin q = k () BM + GM sin q

(3)

waarmee de kromme van armen van statische stabiliteit bekend is,

aithans voor rompvormen uit de serie. Uit Figuur 5 blijkl dat de

vormstabiliteit, on daarmee de arm van statische stabiliteit, sterk afneemt met todriemende breedte-holteverhouding. Brodo piatte rompen kunnen In dit opzicht nadelig zijn, een constatering die ook na de Fastnet-ramp in 1979 is gernaakt (19).

De weerstand vaiì eon zelijachi zonder holling en drift is year alle koersen ten opzichte van de wind een belangrijk uitgangspunt. De modelproeven zijn uitgevoerd mot turbulentie stirnilatie, bestaan-de uit strokon met scherpe carborundum korrels, óók op kiel en

roer. De resultaten zijn gecorrigeerd voor de extra weerstand die

daardoor veroorzaakt wordt en tevens ¡s gecorrigeerd voor

wandeffect. De weorstandsproeven zljn ultgevoord In een

snel-heidsgobied van Fn = 0,15 - 0,45 overeenkomond met eon

Jachtsneheid van 3 tot 9 knopen voor een waterlijnlengte van

10 meter. o I I

s

-2

e

o

e

o'.

-L s.

.

-6 I I I I 056 0.60 054 056 C 058 060 054 056 (2)

KM = 0.664 T + 0.111 B/T

Figuur 3: Opstelling kiel en roer. S. en W. - 5lste jaargang - nr. 15- 1984

Figuur 4: Definitie van vorm stabihteit MN sin p.

(6)

6

NACA[J

CA /

0012 /32A01,/

PARENT MODEL 1

Figuur 2: Li/nenplannen van de systematische serie (modellen i tIm 7)

¡'JI)

:Z7

i'

2 3

(7)

-.40 o k(4) -.20

::::

o 1rb)V -.20 -.40 -.60 Bmax D 1.8 2f) 2.2 D 1.6 1.8 2 22

Figuur 5: Vorm woerstand als funche van he!lingshoek en

breedte/holte verhouding.

Tabo! 1: Coéfuiclenten rostweerslan dspo/ynoom

De resiweerstand is voor 14 waarden van het getal van Fraude

tiitgedrukt in LwL/VC', C, LCB en Bwi/T:

R/Vc.103 = A0 + A,C+ A2C + A3LCB + A4 (LCB)2 +

+ ASBWL/TC + A6LwL/VC" (4)

waarin V, het gewicht van de waterverpiaatslng van de romp

(zander kiel en roer) voorstelt.

De coëfficlenten A1 ziJn voor veortien waarden van Fn gegeven in

Tabou.

De restweerstand voigt uit:

R

De corresponderende sneiheld Is:

V = Fn. VgL

Do wrijvingsweerstand RF wordt voor romp, kiel en roar afzonder-lijk berekend met de weerstandscoefficlent volgens de Internatio-nal Towing Tank Conference 1957:

0.075 C_

--(log Rn - 2)2 (5)

waat bij Rn - bet getal van Reynolds - voor ek van die onderdelen

aprt godelinieord wordt:

V.0.7 L V V.Ck V Rnr -v.Cr V

met: y = 1,1413 x 106 voor zoet water van 15°C

y = ,1907 x 106 voor zeewator van 15°C

1.6 i I i b i i i. p i i . 0:60° s

il

I I 0:80° 0:900

=

JI u

Fn

A 0 A1 A2 A3 A4.

Ar

A6

0.125

- 13.01

+

46.84

-

42.34

-0.0190

-0.0046

+0.0341

+0.0085

0.150

-

14.00

+

50.15

-

45.53

-0.0214

-0.0062

+0.0481

+0.0585

0.175

- 13.11

+

46.58

-

42.76

-0.0153

-0.0062

+0.0674

+0.Ï425

0.200

- 10.26

+

36.06

-

33.41

-0.0021

-0.0043

+0.0757

+0.2246

0.225

-

4.151

+

13.68

-

12.81

+0.0478

+0.0041

+0.0967

+0.2965

0.250

-

0.156

-

2.106 +

3.196 +0.1211

+0.0176

+0.1504

+0.3532

0.275

+

6.203

-

27.30

+

29.88

+0.1711

+0.0273

+0.2240

+0.3408

0.300

+ 24.87

-

98.55

+ 100.1

+0.3168

+0.0570

+0.3365

+0.3313

0.325

+ 85.16

- 315.2

+ 296.8

+0.5725

+0.0930

+0.4526

+0.4662

0.350

+195.6

- 687.8

+ 617.0

+1.009

+0.1476

+0.4640

+0.6776

0.375

+272.8

- 901.2

+ 777.1

+1.540

+0.2142

+0.3431

+0.3463

0.400

+414.0

-1321

+1117

+1.934

+0.2690

-0.1746

+0.0872

0.425

+379.3

-1085

+ 877.8

+2.265

+0.3266

-1.064

-1.05.3

J.450

+588.1

-1666

+1362

+2.871

+0.4519

-1.501

-4.417

S. en W. - 5Iste jeargang - nr. 5 - 1984 249

(8)

on Ö, zljn de gemiddelde koorden van kiel en roer.

De factOr 0.7 Is ingevoerd in verband mot het verloop van het

profiel van Jachten.

Met doze gegevens kan de weerstand R1 = R + R van eon

zeiljachtontwerp in hot ontwerpstadium op eenvoudige wijze

be-paald worden, biJvoorbeold met behuip van een

zakreken-machine.

In Tabel Il zijn cje berekende weerstanden gegeven voor allo

Varianten van de serie voor snelheden van 5.1 ; 6,9 en 8,6 knopen.

Daaruit valt onder meer af te leiden dat de slankhoidsgraad een dominerende factor is. Eon grote waarde van L/VC is gunstig, vergeliJk bijvoorbeeld model i en 6.

Uit het restweerstandspolynoom (4) volgen optimale waarden

voor de prismatische coefficient en de lengteligging van het druk-kingspunt:

C9 = - A/2A2

(6)

LCB = - A3/2A4

Tabo! Il: Berekende weerstanden, rechtopvarend

Doze optimale waarden ziJn als functie van Fn uitgezet In Flguur 6. = 0,56 en LCB = - 3,5% zijn goode gomiddelden voor aan de windse koersen.

De nauwkeurigheid van cte weerstandsberekening volgens (4) wordt golilustreerd door de Figuren 7, 8 en 9.

De overeenstemming tussen meting en berekening voor hot mo-del 1, het moedermomo-del, is zeer goed, zie Figuur 7. Dat geldt 00k voor model 123, de nationale eonheldsklasse 'Pion' (zio Figuur 8) die niet tot de serie behoort.

Flguur 9 Is hot resultaat voor de 'Sabina' die succesvol aan de

Admirals Cup 1983 deelnam. Ook hier is de berekening in goede overeenstemming met het experiment. Dat is opmerkeliJk in

ver-band met do slankheidsgraad LwL/V/C" = 5.34 en de breedte(

diepgang verhouding BWL/TC = 6.33 dIe respectievelijk 5% en 18% groterzljn dan de overeenkomstige maximale waarden van

e systematische serie. 0/O LCB s .60 5000 4000 3000 2000 1000 o o 30 .35

Figuur 6: Optimale v,aarden voor LCB en Ce,.

range of series

Fn

-.40 2 4 6 KNOTS 8 .45 MOOEL i O EXPERIMENT - CALCULATION t i S 39.4 fl B 3.17

Flguur 7: Vergehfking van gemeten en berekende woerstand;

model 1. Model

nr.

C

L/V/,

LCB 8 In Newtons 5.1 kn 6.9 kn 8.6 kn 1 0.568 4.78 -2.3 561 1310 5021 2 0.569 4.78

-2.3

518 1284 5199 3 0.565 4.78

-2.3

600 1453 5115 4 0.564 5.10 -2.3 509 1200 4246 5 0.574 4.34

-2.3

605 1594 6695 6 0.568 4.34 -2.3 635 1594 7142 7 0.562 5.14

-2.3

54! 1220 4029 8 0.585 4.78 -2.4 581 1381 .1604 9 0.546 4.78 -2.2 546 1333 . 5307 10 0.565 4.17 0.0 581 1510 555.1 11 0.565 4.77 -5.0 568 1373 5208 12 0.565 5.10 0.0 499 1265 4354 13 0.565 5.10 -5.0 489 1170 4147 14 0.530 5.11

-2.3

4_ 1193 4564 15 0.530 4.76

-2.3

534 1374 561.1 16 0.530 4.34

-2.3

595 1712 8095 12 0.630 4.78 0.0 622 1626 5209 18 0.600 4.78 -5.0 581 1445 5117 19 0.530 4.78 0.0 558 1548 5969 20 0.530 4.78

-5.0

553 1386 5536 21

0.00

5.10 -2.3 524 1243 4043 22 0.600 4.34 -2.3 677 1813 6355 WI. T0

-

079m = 4.91 n 5 .568 LCD -2.3% 4 78 S 918 n1

(9)

2500 2000 1500 1000 500 0 O EXPERIMENT CALCULATION MODEL 123

V -- KNOTS

i I Lw \

B,

-

0.52 n 4.50

cp

.556 LCB -3.5% 4.85 3.24 n' "1Hz FH(ZCE+D4LVJL) MST A GN sin42

guur 10: Heilend moment door zeilkracht.

S. en W. - 5lsIo joargang - nr. 15- 1984 R.1.5 3.Ie n '2.41 rr 6.33 -4.55 .. 34 6.E r

2.2. Weerstand met heuing en drilt

De helling van een zeiljacht ontstaat als gevolg van do hei!endo zelikracht en de dwarskracht op hot onderwaterschip die tot stand komt door hot varen met eon drifthoek, zio Figuur 10. In die situatio

is de totale weorstand R in het algemeen groter dan bij het

rechtop varen. De helling veroorzaakt eon andere vorm van het onderwater dccl maar uit modoiproevon blijkt dat daaruit weinig weorstand verhoging ontstaat, tenrninste als do dwarskracht nul

is.

De dwarskracht dio kiel, roer en romp opwekken als met cen drifhoek gevaren wordt, veroorzaakt geïnduceerde weerstand

analoog aan de situatie bij eon liftproducerende vbegtuigvleugel.

Deze goinduceerdo weerstand wordt mede bepaald door de

slankhoid (aspectverhouding) van de dwarskrachtproducenten. Qua dwarskracht productie Is de romp van moderne zelljachten weinig olfectief. Zonder kiel en roer is de dwarskracht van do romp ongeveor 10% van de totale dwarskracht terwijl de geinduceerde weerstand doarbij relatief hoog is door de geringe effoctieve as-pectverhouding.

Men heel t dan ook getracht door hot toepassen van asymmetri-sche profielen (kiel met flap, asymmetriasymmetri-sche zwaarden) de romp zell geen dwarskracht te laten leyeren.

De handicaprogeis hebben doze ontwikkeling echter niet gesti-muleerd.

UIt de resultaten van de proeven met de twee en twintig modellen blijkt dat do dwarskracht als voigt van de snelheid, de drifihoek en do hellingshoek afhangt:

251 Flguur 8: Verge/i/king van gomeen en berokende weerstand; Figuur 9: Verge/i/king van garnelen n berekende weerstand;

model 123 (Pion). model 195 (Sabina 1983).

8

2 4 6

--s KNOTS

O

(10)

F cos cp

-

(B -i- B2cp2)

f e,

'/2 fV2S

met geldigheidsbereik: 13 < 0,18 rad cp < 0,52 rad

0e coëtticienten B0 en 2 zijn afhankelijk van de vorm van de romp,

kiel en roer en zijn voor elk van de modellen van do serie met eon kleinste kwadratenmathcde bepaald. In Figuur 11 zijn voor mo-del i de dwarskrachtmetingen vergelekon met de aanpassing vol-gens (7).

Het verschil tussen de totale weerstand met helling en drift (Am) en de weerstand rechtopvarend (AT) kan als voigt benaderd worden:

- AT

(C0 + C2p2)F

2 'I2PV2Sc ('!2pV2S)2

+ Cp

waarin de coöfficienten CO3 C2 en CH weer van de vorm van het ondorwaterschip afhangen.

Do earste term van hot rechterlid vertegenwoordigt de

geindu-ceerde weerstand als govoig van de dwars kracht, de tweede term de weerstandstoenamo als gevoig van de vormverandering van t enderwaterdeel bij heiling.

Fiuur 12 toont de vergelijking van de metingen met de

aanpas-sing volgens (8).

De formule (8) is alléén toepasbaar als oen min of meer realistisch

verbar.d tussn de sneiheid en de heIIirishoek bestaat, zoals In

hot gavaI van aan do wind zollen. Voor eon groter bereik van elk der variabolen Fn, p en (3 geidt de volgende betrokking:

R - R1

-

(C + Cp2 +

F) F

+ CFnp

(9) '/2PV2S0 ('/2PV2Sc)2 (7) (8) (7)

/

V.,

A a, lo

Ì

S A 00 Experiment Calculation according to formula 7

Figuur 11: Owarskracht als func fie van dviithoek en hei/in gshoek.

cL

I> 0F

o

6'-Qj

- Calculation o A 0'Experiment 0J

Uit formule (9) b!ijkt dat er óók een snelheidsafhankelijke versto-rina van hot wate opperviak, as gevoig van de dwarskracht en de

helUng van hot jacht, verantwoordotijk is voor de weorstands- van de dwarskracht en de he/lingshoek.

verhoging.

in Figuùr 13 is voor p = 30° de srielheidsafhankelijkheid volgens 9) vorgeleken met hot experiment voor het geval van model 1.

Do cofticienten C on C' zijn voor allo modellen van de serie

bepaald en geven aen vergelijkbare aanpassing al voor model i

Figuur 12: Woerstand toenarne door hei/ing en drift als functie

o. -

-

Calculatior. according 6'--'- to formula 9 FnO3Oj Fn.O3S'Exp. A Fn040J I I t a 2 4 6 8 tO.l0 Fcos4'/4PV'Sc according formula 8 43O° I s 2 3 1. 5 'O 01.0 035 ...O3O

Figuur 14: Equivalente kiel voor moderne rompvormen.

J.

4

De vergeiijkingen (7), (8) en (9) voor de dwarskracht en de weer-stand bij hetting en dritt, zoals berekend met kleinste kwadraten

4'

methoden, zijn geschikt orn het grote aantal experimonteie gege- r>

-yens vast te loggen, maar de samenhang van de coëtflcienten B en C met da vorm van de romp, de kiel en hot roer is hiormee no niet bekend.

Eeri eenvoudige benadering van die sarnenhang is ontwikkeld voor toepassing hij hot berekenen van de snelheidspolaire van

eon zeiljacht in hot ontwerpstadium. o

De methode is gebaseerd op de bepaling van een fictiove equiva- O

F

6 5 10

-lente kiel (of kiel + roer) zoals gemntroduceerd op hot Third AIAA

'

p

Symposium California 1971 [18]. Figuur 13: Weerstand door hei/ing en drift als functie van

hei-Voor de bepaling van de dwarskracht en de weerstand bij heiling iingshoek en sneiheid.

en drift wordt de combinatie van romp, kiel en roer vervangen

gedacht door één kiel die doorloopt tot de waterlijn. De romp wordt daarbij geheel weggelaten, zio Flguur 14.

Verondersteld wordt dat de eulectieve aspectverhouding van de

equivalente kiel tweemaal zo groot is als de geometrische

as-pectverhouding. Uitgaande van de formule (7):

FH OS cp

3=

2

(B0+B2q)

'12 pV S Model 't' 'SI : 3Qa

(11)

wordt het equilente kielopperviak AK ingevoerd:

(u(2pV2A AK (B0 + B2p2)

Hei rechterlid van (10) wordt nu gelljk gesteld aan de helling van de liftcoötficlentskromme van eon draagvlak bij kleine Invatshoeken. Een benadering daarvoor ¡s bijvoorbeeld (zio: 'Principles of Naval 100

Architecture'):

acL

5.7ARE

af3

1,8 + cosA1'

/ARI

VdA

+4

waarin A de pijistelling en ARE de effectiove aspectverhouding van hot draagvlak voorstolt:

Dan is: S, 5.7 ARE (B0 + B2p

-AK

-/R

1,8 + cosA

cos A

waarult de elfectieve aspectverhouding van de equivalente kiel en dus van hat gehele onderwaterschio, bepsald kan worden met de constanton B0, 2 on hotopperviak van de equivalente kiel AK. Hei

resultaat ¡s uitgodrukt als eon percentage van tweemaal de

geometrische aspectverhouding van de equivalente kiel, als fuiic-tie van de breedte-diopgang verhouding B/T0 ende hollingshoek

p in Flguur 15.

Blijkbaar ¡s hot onderwaterschip bij brade platte rompvormen min-der effectlet bij toenomerlde heltingshoeken, dan bij relatlof smal-lere vormen.

Eon soortgehjke procedure kangebruikt worden orn eer

bonade-ring te vinden voor do geïnduceorde werstand.

De geïnduceerde weerstand wordt nu n 'erband gebracht met de equivalente kiel door de bekonde relatie uit de draagvlaktheorie:

i-2

(10) 150

R1 (C0 + C2P2)FH AK

(14) '!2pV2AK (1/2pV2AK)2 S

De effectieve aspectverhouding van het onderwaterschip mot

be-trekking tot de geïnduceerde weerstand voigt nu uit (13) on (14): 70

Sc

ARE = - (C0 + C2ç2)'

(15)

5Q -b

rIA

_ttl

03

Opgemerkt wordt dat zowel in (12) als in (15) s!echts het oppervlak van de equivalente kiel gebrulkt wordt cm de effectiovo aspoctvor-houding te bepalen.

60

In Figuur 16 is de effectieve aspectverhouding voor de geïndu- I

i

m

4 300

coorde weerstand gegevon als functie van de breedte-diepgang I

verhouding en do hellingshoek. 4O

°

Rechtopvarend ¡s oen grete breedte-diepgang verhouding gunstig I

omdat nadelige golfvorrning door hot drukveld van de kiel vorhin- 3 4 5 6

derd wordt, maar biI hellingen groter dan 10 graden is dat voordeel BwL/T

kbaar niet meer aanwezig.

venals bij de dwarskrachtproduktie neemt de effectiviteit van de

Figuur 16: Effectiove aspectverhouding In verband met de

kiel at naarrnate do hellinyshoek groter wordt. goïnduceerdo weerstand.

S. en W. - 51s10 jaaigang - n'. 15 1984 253 A / Figuur 15: Effect/eve dwars kracht. 80 6 4 BWL/1 aspectverhouding in ARr/Ap a 100 e 80r i I j6Oi I I I

03

4 . 5 6 2Ô° e G verband met 6 COS( Sc CD = (13) flARE

(12)

Do geinduceerde weerstand kan met een bekende effectieve as-ectverhouding en hei equivalente kielopperviak berekend

wor-den:

1 F

nl

-ciARE 'I2PV2AK

(16)

De weerstandstoename ten gevolge van helling aHéén kan ge-schat worden met:

RH CHIP2. '!2pV2Sc (17)

waarin:

CH = 2 (BwL/Tc).

De effectievo aspectvorhoudingen voor dwarskracht en geïndu-ceerde weerstand kunnen voor ontwerpdoeleinden ontieend

wor-den aan de Figuren 15 en 16. Met voldoende nauwkeurigheid

gelden ook de volgendo formules.

Owarakracht

100 AR/2AR0 = a1 + a2q + a3p2 + a4BWL/TC + a5(BjT)2 +

± a6(p . BjT

(18) met: a1 = 80,286

a2 =-62148

a3 - 52,227 a4 + 22,485

95 = - 2,894

a6 = 10,464

Geinduceerde Weerstanci 100 AR/2AR0 b1 b2p+ b3IP2 +

b4BjT

+ b5 (BWL/TC)2 +

+ b6IP. B/T

(19) met:

LI =

13439 b2 = 5,492

b3 = 53,346

b4 = 22,645

b5 = - 2,355

b6 = - 5,844

De equivalente kiel methode heeft uiteraard alleen zinvoor mo-derne Jachten, waarbij de kiel niet geintegreerd is in de lijnon van de romp.

2.3. De stabliltelt blJ hot zellen

Het heltende moment blj een zeiljacht kan als voigt bepaald wor-den, zie Figuur 10:

1.2 10 E 08 4 06

co

In 0.2 X Eer,rental values at I I I I I I I I O 10 20 30 40 50 60 70 80 90 - degrees

Figuur 17: Gemeten en berekende stabiliteit.

Do zelikracht FH grij)t aan in hot zoilpunt CE. Men neemt aan dat CE samenvalt met het zwaartepunt van hei zeitplan (waarbij soins eon grotere gewichtstactor viordt toegekend ¿an de voordrlehoek, zio (13) ).

De hooglotiggirig van hei aangrijpingspunt van de hydrodynami-sche dwarskracht (hei lateraal punt) Is voor elk van de varianten

van dó systematische serie door meting bepaa!d. evenais hot

stabiliteitsmoment. De meetopstelling en do analyse van de re-sultaten is besproken In (8).

De verticale positie van hot lateraalpunt (CLR) varieert tussen 0,77

en 1,12 Ta met oen gemiddelde van 0,97 T. Voor brode piatte

rompvormen ugt hot lateraalpunt lets onder de romp (04 Lw1. > Tc)

en voor smalto diepe rompen ligt dat punt binnen de romp

(04 LWL < Te). In het algemeen tigt CLR dicht bij de ondorkanl van de romp, hetgeen eerder door Nomoto voor drie zeer uiteenlopen-de zeiljachtvormen werd gevonuiteenlopen-den [23).

Betrokken op de totale diopgang van het jacht Ugt CLR tussen 0,31

en 0,40 T (gomiddelde waarde 0,35 T). Doze variatie Is klein In

vergelijking met de totale arm van hei windmoment, zodat een

redelijke schatting daarvan is FH (ZCE +T).

Hei stabilitoitsmoment wordt beinvloed door golfvormlng als hot

Jacht eon voorwaartse snelheid heeft. Die snelheidsinvloed is

echter geringen voor practische doelelnden meestal te verwaarlo-zen. De resultaten van de systematische serie tonénaan dat de gemeten stabiiiteit lets kleiner is (< 5%) dan volgen een statische berekening, bi) sneiheld nul.

Een representatief voorbeeld is gegeven In Figuur 17. Voor pros-tatieberekening in hot ontwerpstadlum kanvpelal volstaan worden met een statische stabiliteitsberekening.

MH = FH (ZCE + D4 LJ (20) (wordt veivolgd).

(13)

Symboleniijst

B B BM C CE CF 0H CR CL Co CP Gyp D Fn FH F g G Isincp KM L LCE3 MNslncp MH k (cp)

opperviak van equivalente kiel effectieve aspectverhouding maximum breedte

maximum breedte constructie waterlijn metacentrische straal

koorde

aangrijpingspunt zellkracht wrijvingscoötficiönt

coöfficiönt heilende zeilkracht coÖfficiönt voortstuwende zoilkracht liftcoöfliciênt zelikracht

weerstandscoefftciönt zeilkracht prismatische coöfticiënt

verticale prismatische coèfficiënt holte van de romp

VA, gL getal van Froude

dwa rs kracht

voortstuwende kracht factor vlaktrekken

versnelling van de zwaartekracht

zwaartepunt van het jacht metacortrumhoogte

arm van statische stahiliteit

dwarstraacjheidsmoment constructie waterlijn hoogte metacoritrum bovc-r. basislijn

iongte constructie waterljn

langte ligging drukkingspunt in % ten opzichle van L/2 arm van de roststabilitsit

heilend moment

dimensioloze arm van de reststabi!iteit

Neuwe uitgaven

REMOTELY OPERATED

VHlCL

MARKET SURVEY

The world market for remotely operated vehicles (ROVs) will grow by 50 par ccr.t r the next three years, according to a

new 460-page study from Petrodata Ltd of Bury St Edmunds, eastern England. Both manufacturers and operators of ROV

systems will find the next two years more

challenging than ever, says the report, as

new vehicles enter a fiercely contested marketplace - with low rates, lump sum

bidding and new equipment all adding to a shakedown in the industry and the lik!ihood of corporate changes.

Petrodata's study will provide all parties in the market - buyers, sellers, manufactur-ers and usmanufactur-ers - with the most compre

hen-sive accounts of companies in the field,

systems, production lists and work records;

and an analysis of future trends and

de-tailed forecasts by area and type of work.

Study conteiils include comparative

spe-cifications of 56 typos of vehicle, details of

systems produced by 24 rnanufacurers

J descriptions of market status,

equip-ment and track records of 61 ROV

oper-ators.

There are more than 30 pages of

contract-¡ng history organised by oil companies both in the North Sea and worldwide, and

follow-¡ng a 20 page market anat,'sis and forecast is a large section detailing all competitive support vessels for the ROV business, with specifications for each one and drawings. where available.

The study is updated to the end of 1983 and

work is already underway on transferring

the full report to an electronic data base

which is designed to be a dynamic tool for use by the industry on a continuing bases.

(LPS).

Printed editions of 'The ROV Market 1984-1986' is available at 59,50 from Petrodata

Ltd, Dales Farm, Bartest, Bury St.

Edmunds, Suffolk 1P19 4EV, England.

NORTH SEA OIL AND GAS DIRECTORY London (LPS): More facts and figures than ever before make the twelfth edition of the

'North Sea Oil and Gas Directory' from

Spearhead Publications of Kingston upon Thames, near London, the largest edition of the directory yet published.

lt details 12,000 named executives from 2,900 manufacturers/suppliers,

contrac-tors, designers and service contractors at 4,800 locations; more. than 260 addresses

for over 200 oil and gas exploration and production companies as weil as some

1200 names of key personnel; a classified listing of some 250 products or services;

and 225 addresses, contact names and

descriptions of official bodies in eight

coun-tries - plus membership and commitlee

lists for UKOOA and -NIFO and member-ships lists for BRINDEX, IADC, NR/ASO,

and - for the first time - contact iiames at principle cenlres of offshore education.

(LPS).

North Sea Oil & Gas Directory is availablo

from Spearhead Publications Ltd. Rowe House, 55/59 Fife Road, Kingston upon Thames, KT1 iTA. England Tel: 01-549 5831. Price: £24,95.

S. en W. - 5Ito Jaargang - nr. 15 1984 255

r reef factor

totale weerstand bij helling en drIft

AF wrlJvingsweerstand

AR rest weerstand

AT 'totale weerstand rechtopvarend

R geïnduceorde weerstand

VL

Rn

- getal van Reynolds

V

S nat oppervlak (c), zelloppeMak (A)

T dlepgang

V sneiheld van hot Jacht

VAW schijnbare wlndrlchting (t.o.v. hart Jacht) VTW werkelijke windrichting (Lo.v. hart Jacht) 7CE hoogte ligging zeilpunt

13 dritthoek

PAW schljnbare windhoek

I3iw werkelljke wlndhoek

deplacoment (gewicht ot massa)

V

waterverpiaatsing (Inhoud) holiingshoek

A pijlstolling 1/4 koorde lijn

V klnomat'sche viscositoit p dichtheld Subscripts: C romp E uffectiof G geometrisch k kiel roer

(14)

\

Weerstand, stabiliteit en sneiheid van zeiljachten*

Deel 2

3. PRESTATIEBEREKENING

3.1. Zellkracht coëfflclênten

Voor de bepaling van zeilkrachtcoêfficiënten zijn ware grootte

proeven ultgevoerd met het 49' Jacht Bay Bea' ¡n de U.S. en met

een Standlast 40' Nederland [8. 9].

In beide gevllen ziJn alle koersen ten opzichte van de ware

windrichting beschouwd, in tegenstelfing tot Davidson's proeven

met de 'Gimcrack' waarblj alléén coëfliclénten voor de aan de

windse koersen ziJn bepaaid. De 'Standlast' was voorzien van een verticale gyroscoop voor de meting van de helllngshoek en een

potentiometer orn de roerhoek te meten. De windrichting en de windsnelheidsmeters waren in een windtunnel geljkt en de

wa-tersnelheidsmeter Is op een bekende afstand in stroomloos water geijkt. Elk van deze vijr moet-grootheden werd over eon

tijdsinter-'I van viJf minuten gemiddeld.

.otaal kwamen 114 van doze metingen ter beschikklng, waarbij wlndsnelheden tot 26 knopon en een grote variatie van zeilvoering voorkwamen.

Eon schaalmodol van do 'Standfast 40' Is beproofd in

overeen-komstige conditles ten aanzien van snelheld, hailing en roerhoek. Die overeenkomstige conclUe houdt in dat bij eon bepaalcle snel-held en hellingshoek, do drifthoek van het model overeenkonit mot

die van hot jacht, afgezien van evontueel scnaaleffect. Daarbij

moet ulteraard de stabilitoit van het model de juiste schaalwaarde

hebben [8].

Do gemeten dwarskracht en weerstand zijn oak in dit geval uitge-drukt in veeltermen, zoals eerder besproken, maar doze veeltor-men bevatten nu ôók de roerhoek als varlabele.

Met doze uitdrukklngen zijn voor elke ware-grootto run, gekarak-teriseerd door snoiheid, helling, drift en roerhoek de daariAj beho-rende dwarskracht en weerstand van hot jacht bepaald, die lijk

zijo aan respectievelijk do heilende - en voortstuwende zeUkracht, zie Figuur 18.

Daarbij is verondersteld dat de boscouwde meettoestand zo

goed mogelijk stationair was.

"

zeilkrachtcoëfticiéntcn zIjn gonormaliseerd met hot gezamen-oppervlak van grootzeil en voordriehoek SA en do schljnbare windsnelheld VAW: FR FR

CR

CH

-II t,2 I2PA AWA (21) 'l2pAVwSA

Er wordt op gewezen dat hot werkelijk zeilopperviak aanzlonlijk kan afwijken van SA door gebruik van spinnaker e.d., maar voor een prestatle analyse wordt aangenomen, dat verandering van hot zelloppervlak door zeilwisseiingen voor vergelijkbaro schepen In dezeifde verhouding staat tot hot referentie-opperviak.

De zeiikrachtcoöfficiönten zijn als funche van de heliingshoek eri do schijnbare windhoek gegeven in de FIguren 19 en 20.

In vergeiijking mot de 'Gimcrack' metingen is de vooristuwonde zeilkracht bij de aan de windse koers voigens de

'Bay-Boa-Standfast' proeven ongeveer 20% groter, hotgeen toe te schrijven is aan de verbeterdo vbirn van de moderne jachtzeiien.

'q zeiikrachtcoäfficiénten in de Figuren 19 en 20 zijn lineair

aihan-jk van do helllngshoek.

Als de windsterkte toeneemt zullen blJ eon bepaalde grens de zeilkrachtcoêfficiönten verandoren ais gevolg van verandering

van de vorm van de zeilen (door viak trekken) door reven en door

door: Prof. ir. J. Gerritsma**

cos-$

SPUD H

Figuur 18: Krachten on momenten werkend op een zell/acht. zeitwisselingen. Oat Is nodig orn een bepaalde maximale

hei-lirtgshook niet te overschrljden, of wanneer de snelheid van hot jacht niet optimaal is.

Doze vorandeingeri kunnen gemntroduceerd worden door eon

reeffunctie r, waarvoor geldt:

_2

(SJeectiet - r SA

(22)

(ZCE + = r (ZCE + D4 LWI)

Omdat zeilkrachten ovenrodig zljn met het product van de

zellkrachtcoöfficiënt en hei zeilopperviak Is hot bij

vormverande-ring of reven van het zeil orn het even of de coefficient of het

opperviak gereduceerd wordt door de reeffunctie. DaarbiJ wordt

aangenomen dat de voortstuwende en heilende zeilkrachteri in

dezelfde mate worden boïnvIoed, hetgeen als voigt enigszins te rechtvaardigen is. Als de zollen viak getrokken worden orn hun lift coöfticlönt te reduceren dan zal de gemnduceerde weerstand ver-minderen (D + C zodat de vorhouding voortstuwende kracht/

heliende kracht groter wordt. De goinduceordo weersiand neemt

echter too als de hoagIe van hot zeilplan verkleind wordt door

reven of zoliwisseiing, zodat de verhouding voortstuwende kracht' heilende kracht kleiner wordt. De offecten van raven en viaktrok-ken kuniieri eikaar dus opheffen.

Voordiacht gehouden voor de aid. Rotterdam van de Ned. Ver. y. Technici op Scheepvaartgebiod, do loden van de Sectie voor

Scheopstechniek van hot Klvl en hot Scheopsbouwkundig Gozelschap 'William Froudo' opl2 apr.'84 te Rotterdam en voor de afd. Groningen van do NVTS op 15 mrt. '84.

(15)

CH

20 40 60 80 100 120 140 160 180

F!guur 19: Coöfficiönt hòllende zeilkracht.

Eon lets andere methode orn de zeilkrachtcoöfficiënton bij hot

berekenen van eon polair snelheidsdiagram te definiëen is door Ker win en Newman gebruikt [24].

De lift- en weerstandscoêfticiènten van eon zeilpian worden be-trokken op de'schijnbare windhoek en de schijnbare wiiidsnniheid beiden gedefinioerd in eon viak loodrecht op de mast.

de prestatle bèrekoning wordt ook een stahitiserend moment

...00r hot gewicht van de bemanning in rokening gebracht nl.,

waarbij hot aantal personen geiijk is L (rn) en de horizontale dwarsscheopse verschuiving O,4.BWL cos p.

De.pauisitaire weerstandscoèfficiëntvan 'mast, tulgageen hetbo-venwatergedeelte van de romp is O,097/r2..

in Figuur 21 is het polaire diagram van lift on

weerstandscoöf-ficiénten gegeven, zoals gebrulkt in (24].

3.2. Hot polaire snelheldsdlagram

In een polair snelheldsdiagram wordt de sneiheid van eon lacht gegeven als functie van de ware windsnelheid en de ware wind-hook. 0m eon dergelijk diagramte bepalenmoet het evenwicht in

zeilonde conditle bepaa!d worden, waarblj de voortstuwende

zeilkracht gelijk Is aan de weerstand van hot jachten het heilende moment veroorzaakt doordat de zeilkrachtgelijk ¡sean hot dwars-scheeps stabiliteitsmoment. Oat is eon Itoratlef proces, want de

onbekende scheepssnelheidV moet voctoriaalopgeteldworden

bij de werkelijkewindsnelheid orn de schijnbare windsneiheid, en daarmco de zelikrachton te kunnen bepalon.

Een voorbeeld van eon berekende snelheldspolaire voor eon 32' cht is gegeven in Figuur 22.

loor dit voorbeeld zIjn de benaderingen voor de dwarskracht en de weorstand In geheldetoestand gebruikt, zoals gegeven door de formules 15 Vm 19.

262

o

20 60 80 100 120 140 160

tAW1

Figuur 20: Coöfficiänt voortstuwendo zeilkracht.

Figuur 21: Lift-weerstwldskarakteristi&ç van de zellkrachtan.

o

(16)

180-10

o

P*.

r

u.',

N

12

Figuur 22: Snelheidspolairn 32' Jacht

Het is ulteraard mogetijk orn meer gedetaifleerde gegevens te gebruiken, bijvoorbeeld afkomstig uit eon modeiproef voor hot beschouwde ontwerp. Uit eon vergeijklng met borekeningen,

waarbij de besproken benaderingen zijn gbrulkt, is in velo geval-len gebteken dat de verschilgeval-len in de snetheidspolairen zéér gering

zijn. De benaderingen zijn nuttig in het ontwerpstadlum orn de

lnvloed van veranderingen in het ontwerp ten aanzien van stank-idsgraad, stabiliteit, zellopperviak o.d. te analyseren.

4. TOEPASSING VAN PRESTATIEBEREKENINGEN

4.1. De invloed van zeegang

0e lnvloed van zeegang op de sneiheid van eon zelijacht kan

aanzienhijk zijn. Modeiproeven in enkelvoudige goiven tonen aan dat blj resonantie van de stampbeweging de weerstand vele maten

groter wordt dart de stllwaterweerstand. Figuur 23 geeft die

weerstandstooname, gebaseerd op modeiproeven, voor eon '/2

ton wedstrijdjacht.

Hoowel enketvoudige goiven op zoo niet voorkomen, toont deze flguur dat na een paar 'resonantle' golven hot Jacht welnig sneiheid

overhoudt door de sterk toegenomen weerstand. Een redeliJk nauwkeurige berekening van de stamp en dompbeweging van

een Jacht in enkelvoudlge golven Is mogelijk door toepassing van de zgn. striptheorie, zoals uit eon vergelijking met modeiprooven met eon tweetal jachten (s'2 ton, 12 meter) is gebteken. Oat getdt

óók voor de extra weerstand in golven, zie Figuur 24.

De weerstandstoenarne in onregoimatige goiven kait bepaald

worden door superpositie van de extra weerstand van do samen-teilende enkelvoudige gotfcomponenten 116].

0e weerstand in zeegang btijkt vrlj stork athankelijk te zijn van hot langscheepsmassatraagheldsmoment van hot Jacht.

S. en W. Siete laargang nr. 16- 1904 90 GM 0.95 m vtw

10

-lSKn

.

-2SKn

/

'z

/

150Q

io oa

i

g500.

I i

lO

20

(rlfIrifein rn

I I I I 1 2 3 4

Gotftengte/scheepsl.engte

Figuur 23: Totale weerstand van oen half-ton jacht ¡r

fangs-schoepse regelmatige go/ven.

E

t

t

o O -.--. 0 050 025 Resonantie voor st am pen

/

stand

-

9OLVefl Ç,

I

-t

I

I

/

/

o

11

l door

StiL water weerstcnd

5peed 7knots wave heigPit= irrt

catctatiot experiment. e e

.

LWL= 7m

tp =20°

V= 2.68 rn/s

¡ I i s -o ... i

l._I:

100 50 IS Length m.

Flguur 24: dompen en woerstand in enkelvoudlge

qn/ven (Vallan Q.

263

(17)

t

1000 Ql o ri *4 u' 1 D 500 C, 264 I i I I Design I V6L74 knots.

Still water resistance 1360 N

1500 1000 500 o o o, Q' 3 I I I Design K V674 knots.

StitI water resistance 1560 N wave heiçfij 29m. 22m. 1.7n 11m. -t I I I I t Design 3K V6,7I. knots

StiLt water resistance 1800 N

t I I I I I

0 023 025 027

UIt Flguur 26 blijkt dat concentratle van gewicht in het midden van

hot jacht In alle gevallen voordelig is en uit Figuur 27 valt at te

leiden dat hot lichte Jacht do grootste speed made good heeft.

Uit eon berekening van de domp- en stampbewegingen bleek

vorder dat de grootte van hot deplacement welnig invloed heeft op de dompbeweging, maar het stampati neemt toe met toenemend deplacement.

Tenslotte geeft Figuur 28 voor hot tichtste Jacht de optimale hook aan de wInd in zeegang.

Als de weerstand door zeegang toeneemt dan neemt deze hook aanzienhijk toe. De berekende waarden komen good overeen met praktijkervaringen.

Figuur 25: Systematische serle voor de bepaling van woerstand Flguur 27: Speed-made-goad in onregelmatige go/ven. ¡n go/ven.

Radius of gyration

LOA

Flguùr 26: Extra woerstand in onregelmatige golven.

Voor oen drietal systematisch gevarieerde rompvormen is die

weerstandstoename In zeegang berekend voor drie

Iangstraag-heidsstraton to weten 23%, 25% en 27% van de longte. Er zijn

daarbij vier golispectra beschouwd.

De Iijrten van do drie varlaties zijn gegeven in Flguur 25. BIJ een waterlijnlengte van 10 meter zijn de massa's van hot deplacement respectievelijk 8207, 9759 en 11443 kg. In Figuur 26 Is de extra weerstand in onrogelmatige golven biJ een sneihold van 6,7

kno-pen gegevèn als functie van de significante golfhoogte en de traagheidsstraalverhouding kw/LOA. De significante golfhoogte'

rieerde daarbij van 1,1 meter tot 2,9 meter.

.et behuip van een prestatleberekenirtg Is vervolgens do 'speed made good' berekend voor een windsnelheid van 3,5; 7 en 10 mIs, waarblj de extra woerstand in zeegang bij de stilwaterweerstand is

opgoteld (kr,, = 0,25 L,J, zie Figuur 27.

o 1 2 3

Si-iificant wave height b m.

0 0.23 025 027 22m 1500

1000

1.7nr 500-I ¡ I I 027 0,25 o 023

(18)

e

1 2

Significant wave height -p m

Figuur 28: Optimale hook aen de wind in onrogelmatige goiven.

4.2. Klelvormen

Do vorm van de kiel, In combinatie met het roer bepaalt in

belong-rijke male de speed made good. De mogelijke variatles bu óén

ontwerp zijn vaak beperkt, bljvoorbeeld door diepgangsbeperklng. Als voorbeeld van de toepassing van tankproevon gecombineerd met een prestatiaberekening worden de r6sultaten van een viertal

kiel - roer configuratles voor de 'Stormy' (ontwerp van de Stadt) gegeven. zio Figuur 29. De woerstand rechtop voor de vier

varia-ties was vrijwel gelijk, maar aan de wind bleak kiel IV de beste

restatle te levaren.

<lel t is hot oorspronkelijke ontworp: een tamelijk dikke bulb aan oen relatief dunne kiel. Er Is eon ondlepe lange scheg tussen kiel on roer aanwezig.

Kiel !l hoeft een langera en slankere bulb, eon lets grotere

as-pectverhouding en .een trimfiap. Kiel Ill heeft goon bulb, een groter oppervlak en dikte in verband met de vereiste hoeveelheid ballast.

Kiel IV heeft een nog dikkor profiol en eon trimflap van 25%

koordelengte.

Bovendien is de ondiepe schog hier weggelaten.

De kwalltelt van de kleien is vergeleken in Tabel Ill voor eon

hellingshoek van 20 graden, eon dwarskracht van 6828 N on eon snolheid van 7,5 knopen.

Tabol Ill: Vergelijklng van vier kleien

S. en W. - 515t0 jaargang - nr. 18- 1984

3

Figuur 29: KieI-roer variaties 'Stormy'.

0 1 2 3

Speed made good in meters per

secondc--Figuur 30: Speed-made-good (aan de wind) voor k/el / en IV.

Bij do kielon Il en IV zijn flapuitslagEn van 40, 6° en 8° bij

res-pectiovelijk 10°, 20° en 30 hellingshoek toogepast. Eon good

gedimensioneerde flap hoch een belangrijke invloed op de drift-hook bij hat aan de wind varen, zoals blijkt uit Tabet IV.

265

heeling ongle

30Q

flap deflection 5= 8'

keetl

- _____

..__.keetiV with deflected flap

L

_

/

/

H_ /

/

/

V

2 l

Knots..- 16

Kiel I Kiel Il Kiel Ill Kiel IV

Totale woerstand 2472 2492 2394 2325 dwarskrachtlweerstand 2,76 2,74 2,85 2.94 drifthoek

56°

53°

56°

31°

;chijnbare windhoek 281° 282° 275° 27,1° ware wlndhoek 39,1° 39,1° 38,3° 37,3° 12 o-'n

03

C w 1.

(19)

V

label IV: Drlfthoeken

1lllngshoek Kiel I Kiel II Kiel Ill Kiel IV

266

5. Llteratuur

(1) DavIdson, KS.M., Some experimental studies on the calling yacht, Society of Naval Architects and Marine Engineers, 1936.

De Saix, P., Systematic model series in the design of the saUing yacht

hull. Second HISWA Symposium, Amsterdam 1971.

De Saix, P., Yacht keels on experimental study, 'Sail', May 1974. [4) Herreshoff, H.C. and J.E. Kerwin, Sailing yacht keels, Third HISWA Symposium, Amsterdam 1973.

[5j Beukeirnan, W. and JA. Keuning, The Influence of lin keel sweep back on the performance of sailing yachts, Fourth HISWA Symposium, Am-sterdam 1975.

'

Er wordt opgemorkt dat de vergelljkende proeven zljn uitgevoerd met hei roer in do middenstand. In hei algemeen zal de drifihoek door roeruitslag kleiner zijn dan de waarden in label IV maar de invloed daarvan op een vergelljking van de speed made good Is

over het algemeen klein [10).

Een vergelijklng van de speed made good voor de 'Stormy met kiel I en IV is gegeven in Flguur 30.

Deze beide voorbeelden zljn willekeu rig gekozen uit een reeks van toepassingen die voor het ontwerp van zelijachten bruikbaar zijn gebleken.

Zoals in de inlelding werd gezegd kunnen de prestatleberekenin-gen 5ók gebrulkt worden voor de berekening van de handicap blj zeilwedstrljden. In de V.S. Is een dergelijke ontwikkeling gaande, waarbij men onder andere uitgaat van het Iijnenplan van hot jacht. zljn methoden ontwikkeld orn het Iljnenplan van een Jacht dat op

de wal Staat te bepalen met behuip van speciaa! ontwikkelde

meetapparatuur. Het berekenen van het polaire snelheidsdiagrarn voor eon bepaald jacht moteen gegeven zeilpian en een gegevon aanvangsstablliteit is dan slechts een kwestio van computertijd.

Kerwin, JE.. A velocity prediction program for ocean racing yathts, New England Sailing Symposium, New London, Connecticut 1976.

Gerritsma, J., G. Moeyes and R. Onnink, Test results of a systematic yacht hull serles, Fifth 1-IISWA Symposium, Amsterdam 1977.

[81 Gerritsma, J., R. Onnink and A. Versluls, Geometry, Resistance and Stability of the DeIft Systematic Yacht Hull Series. Seventh HISWA Sym-posium, Amsterdam 1981.

[9) Kerwin, JE., BW. Oppenheim, J.H. Mays, A procedure for sailing

periormance analysis based on full scale log entries and towing tank data, M.I.T. Report nr. 74-17, 1974.

[101 Gerritsma, J.. G. Mooyes, J.E. Kerwin, Determination of Sali forces based on full scale measurements and model tests, Fourth HISWA Sym-poslum, Amsterdam I 975.

[1 1) Wagner. B. en P. Boese, Windkanal Untersuchungen einer Segel. yacht, Schiff und Hafen, 1968.

[1 2) Herreshotf, H.C., 1 2 meter yacht mainsail variations comparative wind tunnel tests, M.I.T. Report nr. 661 I , 1966.

[13) Marchaj, C.A., SaIling Theory and practice, London, 1964. (14] Milgram, J.H., The analytical design of yacht sails, Society of Naval Architects and Marine EngIneers, 1968.

[15] Milgram, J.H.. Sailforce coefficients for systematic rig variations, Society of Naval Architects and Marine Engineers, Technical & Research Report A-10,1971.

116] Gerrltsma, J. en W. Beukeiman, Analysis of the resistance increase in

waves of a fast cargo ship, International Shipbuilding Progress, 1972. (171 Gorritsma, J. en G. Moeyes, Seakeeping performance, 'Sail', April 1973, Ook in Third HISWA Symposium. Amsterdam 1973.

[18] Gorritsma, J., Courso keeping qualities and motions ifl waves of a sailing yacht, Proceedings of the Third AIAA Symposium on the Aero/ Hydronautics of Sailing, Redondo Beach, California, 1971.

(19] l<euning, J.A., On the stability of calling yachts at large angles of heel.

Repart 499A, 1980. Delft Shiphydromechanics Laboratory.

[20] Motora, S., S. Shimamoto, M. Fujino, Second International Con-fer ence on Stability of Ships and Ocean Vehicles, Tokyo 1982.

[211 Kirkman, K.L., T.J. Nagle, JO. Salslch, SailIng Yacht Capsizing. Society of Naval Architects and Marine Engineers 1983.

(22] Versiuis, A. Computer aided design of shipform by affine transfor-mation. International Shipbuilding Progress 1977.

Nomoto, K., Balance of helm of a sailing yacht. Sixth HISWA Sym-posium, Amsterdam 1979.

Kerwin, JE. and J.N. Newman, A Summary of the H. Irving Pratt Ocean Race Handicapping project.

Society of Naval Architects and Marine Engineers 1979.

/

I 0 3,80 350 390

21°

20° 5,40

49'

57°

320

Cytaty

Powiązane dokumenty

Standardowa chemioterapia jest wystarcza- jącą formą leczenia wtórnych chłoniaków oczodołu, zapewniającą u większości pa- cjentów trwałe ustąpienie nacieku w oczo-

„Prezbiter imieniem Piotr, który pochodził z Rzymu, opowiedział nam to wyda­ rzenie dotyczące świętego Grzegorza - papieża tegoż miasta. «Zostawszy papie­

While many blackouts are caused by accidents best described as systems failures, network failures due to inadequate energy – whether it be depletion of resources such as oil and

Organizacja oraz warunki pracy kancelaryjnej jednostek Policji Państwowej powiatu chełmskiego w latach 1919-19391.. Z akres poruszonego w tytule zagadnienia badawczego, w

gubernator lubelski Michaił Andriejewicz Buc- kowski poinformował unickiego biskupa chełmskiego Jana Mikołaja Kalińskiego o przejęciu majątku znoszonych klasztorów

Pamięci Zygfryda Gardzielewskiego.. Rocznik Toruński

Burszta w rozprawie Kanon es- sendi — kanon in situ nascendi analizował treść pojęcia „kanonu”, która „rozciąga się pomiędzy wymogami globalnej kultury

Trzeba dodać, że sumienie, podnoszące naszą naturę na poziom mo­ ralny dobra i zła dzięki inteligencji i woli, a przez łaskę przemieniające ją w kierunku