'0
'0
iO
....
!-.10
,
0
,
U
,~O
·
'..
'" ' ....
•.
...
,I,., 1\;' ",Laboratoriu~
voor Chemische Technologie
. ~
-
--~ ....---",.
Verslag behorende bij het processchema
van
..
.
,WI
M
DE VRIES
enPETER OERLEMA
N
S
onderwerp:
PRODUCTIE VAN PENICILLINE IN EEN
... __________
9_QN'r):;!DJ
..
fIN
~.~.
.
_
..
______ . _
.. _____
.
__
.'
adres: Adelaarstraat 19 , Rotterdam
..
< '
l
J
L •r .
L
..
[
:
PRODUKTIE VM~ PENICILLINE IN EEN
I~
CONTINU PROCESr~
Procesvooronhlerp vanC
P. Oerlemans enW.
de VriesL
[
:
[
~
[
.
r~
l.
[
~
r'
l
J aug/ sept1973
n
n
n
n
n
r
~ --~ - - --,
,
, IL
[
:
, .l
,
[
~
n
n
n
n
n
n
INDELING bladzijde nummer samenvatting en conclusies inleiding markt en prijzen proces beschrijving I de fermentatiebiosynthese ,van penicilline - G
1 2 2
5
schatting van de te bereiken penicilline concentr.
5
berekening fermentorgrootte en aantal fermentoren
8
de voeding van de microorganismen
9
voedigsstromen 2e fermentor 10 voedingsstromen 1 e fermentor 13 beluchting 15 kinetiek 18 morfologie 19 rheologie 19
vermogensconsumptie van de roerders
warmteproduktie en afvoer
opstarten
sterilisatie van voeding en lucht
11 de opi'Jerking
:l.nleiding
koeling V2n de ferment or effluent de filtratie
de extractie
eerste zuivering van het penicilline-extract
het winnen van het Na-zout van penicilline
het terugwinnen van amylacetaat, aceton
en N-ethyl-piperidine 21 22
27
28
35
35
37
39
43
45
46r 1
L
[-[
:
[J
n
n
n
n
111 de utilitiesberekening van de freon massastromen berekening van de koehTater massastromen
berekening van de stoom m8.ssastromen elektriciteit
lucht
de afval prodllicten
IV
de kostprijs berekeningbepaling van de apparatuurkosten
bepaling van het totaal te investeren kapitaal
de totale fabrikagekosten
literatuur
bijlage 1 massa:-en warmtebalans
bijlage 2 apparatenlijst en investeringen bijlage
3
pompenlijst en investeringen bijlage4
berekening van het werkkapitaal bijlage5
berekening V8.n de produktievolumekosten
bijlage 6 globale bepaling van de loonkosten bijlage
7
fysische konstantenbijlage
8
symbolenlij st bijlage9
flol'lschema.
49
51
52
54
54
55
57
58
58
60
afhankelijke• 1 \ I ~ ,
[
:
[l
n
o
n
n
n
r
Samenvatting en konklusiesTeneinde te onderzoeken of het mogelijk is een penicilline
produktie-proces gebaseerd op 8en kontinue fErmentatie , op een ekonomisch verantwoord
manier te doen plaats vinden ,"erd dit ontwerp gemaakt
-o~ dit moment vindt nog geen teohnische produktie vannpenicilline
op kontinue wijze plaats ,
-literatuur betreffende de kontinue penicilline fermentatie bleek bijzonder schaars te zijn , mede in verband met sterke konkurrentie tussen penioilline producenten ,
-de produktie a2n Na-penicilline zout badraagt , in het voor u liggende
onth'erp , 500 ton/jaar,
-de fermentatie \'lordt uitgevoerd in een serie van twee fermentoren :
in de eerste fermentor treedt groei op van mikroorganisme met dàarnaast
vorming van eindprodukt , in de tweede ferment or is er alleen vorming
van eindprodukt ,
-de tot;üe dirckte en indirekte apparatuurkosten bedragen DF
67.000.000.-en het totale te invester67.000.000.-en kapitaal DF
71.000.000.--de direkte fabrikagekosten zijn pen jaar DF 30.000.000.-en per kg DF 60,00 •
-Daar de marktprijs op dit moment ongeveer DF 50,00 per kg is , lijkt
het omlaarschijnlijk met het door ons ontworpen proces te kunnen
konkurreren met reeds bestaande batchgewijze processen ,
-wa2rschijnlijk is het mogelijk de kosten die de op\'Terksektie met zioh
meebrengt terug te dringen , door het toepassen van modernere processen ,
'
I
1
1
I
( 1
L
r
r'
r'
I .
[l
n
n
n
n
r
---
.._-_
.... --, -1-InleidingPenicillines zijn stoffen die behoren tot de antibiotica en die geproduceerd worden door bepaalde schimmels van het geslacht Penicillium.
De engelse arts Alexander Fleming was de eerste die in 1928 de
bacteriedodende werking van de afscheidingsprodukten van een Penicillium- schimmel waarnam.
Pas in 1938 slaagden Florey en Chain erin deze afscheidingspro-dukten te isoleren in een houdbare kristalvorm. Tijdens de tweede wereldoorlog werd bijzonder veel aandacht besteed aan de produktie van penicilline. Na aanvankelijk gebruik te hebben gemaakt van oppervla.ktecultures, ging men snel over op submerse cultures om
de produktii te kunnen vergroten. De 100-liter fermentors waarmee
men begon zijn inmiddels uitgegroeid tot fermentoren met een
inhoud van meer dan 200 m3 • Ondanks de duidelijke nadelen die
verbonden zijn aan batchgewijze produktie, maakt men nog steeds
geen penicilline in continue fermentaties. De voornaamste reden hiervoor is dat men het gevaar van besmetting van de culture tijdens een langdurig proces niet volledig kan uitbannen.
In dit procesvoorontwerp is gekozen voor continue produktie van penicilline. Ondanks de voorzichtige houding van bedrijven
ten opzichte van continue processen, zaleen overgang van batch naar continu tenslotte toch wel worden gerealiseerd.
( 1 L "
r
r,II
n
n
n
n
n
r
-2-Markt en prijzenNa 1945 heeft de produktie van penicilline een enorme vlucht genomen. Van een produktie van 1000 kg in 1945 ging het via 195000 kg in 1951 naar een huidige produktie van ongeveer 5000 ton per jaar. Ten gevolge van de uitbreiding van de fabrieken
-daalde de prijs van de penicilline sterk. In 1943 betaalde men
20 dollar voor 100.000 eenheden, in 1945 nog maar één dollar voor dezelfde hoeveelheid. In 1952 was de prijs-gezakt naar
2 dQllarcenj~ ~oor 100.000 eenheden, en momenteel is de prijs
on-Vl.jrtJ.g
geveer
~
gulden per kg.(=
ongevee~
P
cent per 100.000 units). Aan de enorme groei van de eerste 25 jaar kwam in 1970onver-wacht een eind. Vele biochemisch geörienteerde bedrijven hadden na 1965 grote bedragen geïnvesteerd in de enzymbereiding voor l'lasmiddelen (maxatase). Toen deze markt plotseling in elkaar
zakte, stapten vele enzymproducenten over op penicillineberei-ding. Verscheidene zachte "linters verminderden tevens de vraag naar penicilline, met als gevolg een reusachtige overproduktie.
Pas eind 1972 herstelde de penicillinemarkt zich enigszins.
De vorm waarin de penicillines op de markt kunnen "lOrden ge-bracht is zeer verschillend. Het bulkprodukt zoals het uit de
fermentatie tevoorschijn komt, is voornamelijk benzylpenicilline. In vele gevallen bereidt men alleBn 6-amino-penicillinezuur
(A.P.Z.). Door chemische reakties met deze stoffen uit te voeren
kan men de struktuur en daardoor de werking modificeren. Zo
ont-staan de semisynthetische penicillines, waarvan er tientallen
bekend zijn. Verwerkt in tabletten, poeders, zalven en als
oplossing wordt de penicilline tenslotte in de handel gebracht.
Procesbeschrijving (zie ook flow-schema)
Penicilline wordt gevormd tijdens de fermentatie door een
schim-mel. De schimmel bevindt zich in twee in serie staande geroerde
fermentoren. De eerste fermentor dient voornamelijk voor de groei
van de micro-organismen. In de tt .. eede fermentor treedt geen groei meer op , maar wordt nog wel penicilline gevormd. Beide
fermento-ren worden belucht. Om de vorming van nieuwe schimmel en produkt
'.,
rl I , l ,
r:
[
~
f '
[ J[1
n
n
n
n
-3-in stand te houden, moet het micro-organisme gevoed worden. De voeding wordt eerst gesteriliseerd en vervolgens in de ferme
nto-ren gepompt.
Uit de tweede fermentor stroomt een oplossing van penicilline in
water, met daarin celmateriaal(mycelium). Om snelle degradatie
van de gevormde penicilline te voorkomen, wordt de temperatuur
van de uaterige oplossing teruggebracht tot 2
0
C. Bij deze
tem-peratuur gaat de degradatie veel langzamer. Het mycelium wordt
met een trommelfilter afgefiltreerd. Het filtraat wordt aangezuurd
met zwavelzuur en in een centrifugaal-extractor met amylacetaat
geëxtraheerd. De penicilline gaat daarbij over in de organische fase. In een kristallisator wordt een mengsel van N-ethylpiperi-dine en aceton toegevoegd. N- ethylpiperidine vormt een zout met
penicilline, dat uitkristalliseert. De slurrie uit de
kristalli-sator wordt in een centrifugaalfilter afgefiltreerd. Het afgefil-treerde zout wordt opgelost met een zwavelzuuroplossing en in
een centrifugaalextractor met amylacetaat geëxtraheerd. Door
toe-voegen van water en bicarbonaat gaat penicilline over van de
amylacetaatfase naar de waterfase. In een centrifugaalscheider
worden de vloeistoffasen van elkaar gescheiden. Door vriesdrogen
..
....
,.
.._m~._,_~~_.. ..~_ ..
__ ...
___
.. _
..
,,~,__ . __ . _ _ _ _ _ _ _ _ _
..
-.'- -
_.-. -
-
- - ,
r 11:
r '
r '
t:
[
.[
.[
:
[
~
['
]
rl
[l
n
n
.
'r~
r~
-4-DEEL I DE FERMENTATIE
,
i 'I I ., ,rl I ' I ..
['
r 'l
Ir
~ ~ , r , , I r lrl
rl
n
-5-Biosynthese van penicilline G
De produktie van penicilline geschiedt met behulp van speciaal voor dit doel geselecteerde en gekweekte schimmels. Voor de opper-vlaktecultures die men tot vlak na de tweede wereldoorlog toepaste
l'las PenicilJ.ium notatum het meest geschikt. In de submerse
cul-tures blijkt Penicillium chrysogénum echter beter te voldoen. De biosynthese van penicilline is nog niet geheel opgehelderd,
maar algemeen \-1Ordt aangenomen dat de synthese als volgt verloopt:
de penicillinekern is afgeleid van L-cysteïne 1) en L-valine 1,2,3) Haarschijnlijk wordt eerst cystine gereduceerd tot cysteine. Dit
l'lordt dan met behoud van de stereochemie in de
(3 -
lactamringin-gebouwd. De zwavelbron voor het molecuul kan ook zijn sulfaat, homocysteine of methionine. Van valine wordt het gehele
koolstof-skelet gebruikt en meestal ook het stikstofatoom, hoe\-lel dit ook van andere moleculen kan komen. Zijketens van het penicillinemo-lecuul komen van verschillende resten van carbonzuren.
Men veronderstelt dat het tripeptide 1 (zie figuur 1) wordt gevormd
door achtereenvolgens cysteine en valine aan molecuul
3
tever-binden. Over de oxydatiestappen die 1 omzetten in 2 is weinig bekend.
Schatting van de te bereiken penicillineconcentratie
De te bereiken penicillineconcentratie bij een fermentatie is erg afhankelijk van de gebruikte schimmel. De eerste oppervlakte-cultures in de tweede wereldoorlog hadden een opbrengst aan p@ni-cilline van rond de 100 eenheden per milliliter
fermentatievloei-stof. ( 1 Internationale Eenheid is gelijk aan 0,6~
natrium-benzylpenicilline ). Door bestralen met UV-licht en selectie van de goede mutanten, wist men al gauw beter producerende schimmels
te verkrijgen. (zie ~iguur 2).
Een enorme sprong voorui t was de ontdekking van de \-lerking van
precursors, die de produktie op enige duizenden eenheden per
milliliter fermentatievloeistof bracht. Men heeft inmiddels vele
verbindingen geprobeerd als side-chain precuEsor, maar alleen
monogesubstitueerde azijnzuren bleken succesvol.
I .,
i
r
I L _ r .L
r1 I I l In
r
l Jn
n
r
-6-BIOSYNTHESE VJ..N PFJIJICILLINE-G
H 2N
,
H2f
cysteine +r
H - (CH2)3"
COOH ~ CH-( CH ) - CO -, 23
NH-CH -I eH 2 -SH Hooe COOH Hooe IvalineJ
zijketenuitwisseling penicillineG
figuur 1l ~
l
.
L
[
:
[ 1fl
n
n
n
n
.-, . ' .-- , ,-' . , ", f ' " ', 'I
-1-NRRL 1951I
s NRRL 1951825 ,-~ X-1612 ' , ""
.
.
.
...
'
'
.
..
'
,..
.
Wi'~; :i~~~~
1
.:,
i,~';'!'''':
::,;:::'
,:~
r'",::'
:;."; ,'
.
, ' ... 47!650 ' ' ; :' , s ' 47-1380 ,r
49-133 L2230]I
N-S!
"
.;
r ":" " ' . ;,,' ,:, ,O'''i''.'· ;';,~
s ,i
,
f
'
':
':<~~
"
~:
'
:'
47-638 [980] , 47.762 '7-911,' , ':; , S ' ;:" , s :" , " '7-155~ Ü3S7] ,"UV-I
'
47-1040 ',: "'"'
r
I
.;;~..
,
;,;'(
- ,',,",:. /,
I
,
"1
,'. ! ' : ,',; N-S I 48-701 U36S] 48-786 : ' ,,, .• ~-fs
,
~-uv-ir' 48 -1655 48-1372 [i30],S
I-uv-U
49-482 49-901,S
'-UV.JI
49-2595 I 49-2429,S
'-UV-U
50-529 ' 50-724 49;2166 '-N-S 50-25 '-N-S 50-935 s~
51~70'l
,
I
51-20 f?52[J 52-1087I s
I
, s'-UV-I
50-1247 [!506] 50-1583,
'S
I-UV-I
SH15 , 51-825S...J-....
sI-UV-I
~ ~ 52-85 51-1113 53-mI-UV-I
51-20A 61-208J
s , S 51-20A2 , -51-20BJ 52-817,-UV..,
53-174I-UV-I
53-8~4 1!84S] 53-399 ~658] 53-'" [2580JAbb.1>4. Umzllcbtung VOD Penicill,,,,,, cArv.og", .. m .. Wlsoonain-FamUIe"
<aua M, 1'. D.lOIUJ8 U. ~. F. ST.lurJ'JUl: Mycolollla, Ed. XLVII. 4. 420, 101>/»
figuur 2
rl
I
L..., I •l.
l ,I'
I l ,[1
n
n
n
n
-8-Nog altijd probeert men door UV-bestraling en stamselectie betere resultaten te verkrijgen. De huidige stammen produceren ongeveer 20.000 eenheden per milliliter fermentatievloeistof en meer.
Om de resultaten van een continue fermentatie te kunnen vergelijken met de normale batchfermentaties, doet men bij alle continue proeven tevens proeven in batch met dezelfd~ stam • Het blijkt dan dat
de penicillineproduktie in een continue fermentatie niet lager hoeft te zijn, dan in een batchfermentatie
4).
Bij de berekeningen voor dit procesvoorontwerp zal een penicilline-opbrengst van 8000 eenheden per milliliter fermentatievloeistof worden aangenomen, bij een concentratie micro-organismen in de fermentor van 20 mg/ml in de eerste fermentor, en van 15 mg/ml in de tweede fermentor. Gebleken is namelijk dat de door Pirt genoemde hoge concentraties bij eeh continue fermentatie miet haalbaar·zijn.
5)
Berekening fermentorgrootte en eantal fermentoren
Aangenomen wordt dat de te onhlerpen fabriek een jaarproduktie van 500 ton natriumbenzylpenicilline moet kunnen halen. Als we verder aannemen dat het over-all rendement van de opwerking 90 ~
is, dan moet de penicillineproduktie v66r de opvlerking 500/0,9 ton/jaar bedragen. Al s in x fermentorcascades \vordt geproduceerd,
500
dan bedraagt de jaarproduktie per cascade 0
9
ton. Elkecas-x. ,
cade bestaat buit een hoofdfermentor van 110 kubieke meter en een bijfermentor van 200 m3• Uit de literatuur is bekend dat de
fer-. 6)
mentatie gedurende ongeveer 1000 uur kan worden voortgezet •
Als we voor schoonmaken en steriliseren tussen de runs en opnieuw opstarten totaal 100 uur rekenen, dan kunnen per jaar 8760/1100 runs per cascade \-lOrden gedraaid. Per run wordt slechts 1000 uur geproduceerd, dus
500.1100.1000 x.0,9.1000.8760
=
de uurproduktie 69,75 kilogram.
x
per cascade is:
We hebben aangenomen dat de concentratie van de penicilline in de reactoruitlaat 8000 eenheden per mI is, zodat de produktie dan bedraagt: ~.c • ~ .8000.
) v p v
f 1
[
~
r:
[
:
[
~
~ÎI I
• Jn
n
n
r
-9-70 uur.De onbeluchte reactorinhoud is 154 m3 , zodat de volumestroom uit de tweede reactor is 154/70
=
2,2 m3/hr. De uurproduktie per cascade wordt daardoor:8
000.10 .0,6.106
-9
.2,2 = 10,56 kg hr./
Het benodigde aantal cascades is 69,75/10,65 = 6,55
We installeren in de fabriek 7 fermentorcascades om de geplande produktie te kunnen realiseren.
De voeding van de micro-organismen
De voornaamste elementen waaruit elke cel is opg~bouwd zijn: koolstof, waterstof, zuurstof, stikstof, zwavel, fosfor, kalium, magnesium, calcium en ijzer. Daarnaast zijn kleine hoeveelheden van andere elementen vereist voor een goed functioneren van de cel.
(spore-elementen als koper, zink, mangaan, molybdeenen cObalt)22) Van al deze elementen worden de metalen in ionvorm in het fermen-tatiemedium gebracht, z ... ravel en fosfor inde vorm van sulfaat en fosfaat en stikstof in de vorm van het ammoniumion
lm;.
Kool stof, waterstof en zuurstof worden voornamelijk betrokken uit organische substraten. Waterstof en zuurstof ook uit H20 en O2•
Voor de groei van Penicillium chrysogenum werd oorspronkelijk in batchfermentaties lactose gebruikt. Later ontdekte men echter dat glucose, mits continu toegevoerd, betere resultaten gaf 23) Het gebruik van cornsteep- liquor, een produkt dat ontstaat door indampen van het waterextract dat wordt verkregen van mais tijdens de industriele produktie van dextrose, stijfsel en andere graan-produkten, gaf nog betere resultaten. De samenstelling van corn-steep-liquor is: 50
%
vaste bestanddelen, \-1aarvan 0-10%
suikers; 10-30%
melkzuur en 3-4%
stikstof, en verder anorganische zou-ten en precursors.Voor de produktie van penicilline heeft het micro- organisme cysteine en valine nodig, "'lelke stoffen afkomstig zijn uit de citroenzuurcyclus van het organisme. Naast veel koolstof bevat-ten deze stoffen ook zwavel en stikstof. Extra toedienen van sul-faat en ammoniumionen is dus noodzakelijk. In 1947 ontdekten
Moyer en Coghill 24) dat de produktie van benzylpenicilline sterk toenam door toevoegen van fenylazijnzuur.
.
"-1
,I
' jI
!
I
r "
l
r '
I , J fI I I 1 )[1
n
n
-10-In de literatuur komt men twee verschillende voedingssame nstel-lingen tegen (zie tabel 1). De ene bestaat uit een koolst~f bron (glucose of lactose ) en cornsteep-liquor, alsmede de zouten KH
2P04, Na2S04 en K-fenylacetaat. De andere soort bestaat uit een koolstofbron, KH
2P0
4
,
sulfaatzouten van de benodigde sporen-elementen en(NH4)2S04 als stikstofbron. De laatste samenstelling is de zuiver synthetische voeding die meestal bij laboratorium-proeven wordt gebruikt. Na aanvankelijke successen met cornsteep-liquor kwam men er namelijk steeds meer achter dat de " magische kracht " van deze vloeistof voornamelijk zat in het con stamt houden van de pH tijdens de fermentatie (bufferlverking) en het bevatten van de nodige anorganische zouten. Pirt6)
concludeert dan ook dat er niets magisch aan C$L is. Het enige voorde~l van CSL is de lage prijs, terwijl als nadeel kan worden aangemerkt dat de samenstelling niet voor 100%
bekend is en bovendien niet constant is.Voor de te ont",erpen penicillinefabriek wordt de volgende voeding gekozen: sucrose (gedenatureerde suiker), cornsteep-liquor en Na-fenylazijnzuur, aangevuld met de ammoniumzouten van zwavelzuur en fosforzuur.
e
Voedingsstromen ~ fcrmentor
De tweede fermentor van elke cascade heeftbeen lege inhoud van 200 m3 • De inhoud aan penicillinebeslag is 154 m3 in onbeluchte toestand. De verblijf tijd van het beslag in de fermentor is 70 uur, zodat de totale voedingsstroom naar de tweede fermentor bedra.agt 2,2 m3/hr. Om de benodigde roerenergie niet tot astro-nomische hoogte te laten stijgen, l'wrdt de micro-organismencon-centratie in de tweede fermentor bepaald op 15 gil. Geschat wordt dat in de tl'leede ferment or 30
%
van de totale penicillineproduktie plaats vindt.Men beschikt over de volgende oplossingen: suikeroplossing (sucrose)
ammoniumsulfaatoplossing diammoniumfosfaatoplossing precursoroploGsing van 125 gil 100 gil 50 gil 100 gil
:
'1
1~ ~ :--=J
:---J
===:J
..---. ---...I=
J
..----, " ~ .----, r - - ' " r----" r - - - " I '. -1·-.. _~ __ ,_ ~c
10-twWe
~ 2,>)(
(01'\(,., o.
N ....s;> N co L/_7
%
~
I
lt
0~
Ie .
N -..J~)'
~/t.
.
fA)~/e.
CJ'. 2,! X CO,.(, M.o. NG'-27,)
~ ~o ~(11
!,;,<4) - b I ,~/f
N j - - --···-·t - -("~",d)
Js~!J
'
.
~o
c ..
~, I I1-6
%.
1 I7~()
1711
,0o,O't.o,o~~/~
l?Ol
~/.e.II-'J°
0, Ot ~11.. 711,0 711,0 --.t'-~ --.t'-~Jt 71',0 t-) "'1 SfOJ/e.
)"
~/e.
t,s-
~/e
.
rtJl(.I
O,O~-
~/e
I Cl ~-ft:
O~,!ii C;:;:t ~ "'l -.j t7 <;; . ., I'T) ~ _~~ ~
r~
} :z,,
i7 ... Lf'lCToSé ~LU'osE co~'" STEEP 50L/PSZa..
so",
I - -~
_1-0,0'2.~/lJ
_
_
o,
I.f_~
__.t<''l.
- - - I I - - - -·t-I - - - !3,0-7,
f~k
I
7,
~&
'1k
3, ()
~/e
~
~/<
I
7
,
f]C
We
I
0,r
'}
'2, 0~~
I
0,r
We.
J<
1-/2 PO '1I1c.lO~t" ~/! 111~ I, ., ~/~l Vl41 Si Ol
h\
~r~/e"tlo~
" 0~/e
r"l
l) s-0;It
I
~
0,;-~/l
N. S
u
1
~o,o')~l~rn
...
O,O'l.~
_
a,Ot~It ~ o,o1~1
r!'
O,O\OJfe
111..,
o,l.~/e
m.,
~C17"'~
(t"''t'
o.cuiI /,0
"ft
I "' ...
·At O,or XCOH J,f.)'?Ji
~r
<?J/f
.
k.-~~)!-r>.C.e+~",1
1, 0
~
Cj tv{ 0~
'l.
ft (J,'-o,fA~/( Ft
0,'
~/.f -Fe...,
o,If'I'3A fe? o,tQ°4, f<. 7 0, (Q 'I/~/1.
S
0; . )(. Hl 0 .~
D, 'tÇ -~1
~I~~~
0,
'I(iff(,
-
1-~-
---
-J--
-
-
-~~
1
~ ~
If~~
~
1
a,!T~e
hip
0,~ ~Ijt ~.,
'(_ c.. ~ __ .. _ ,-(J.,,/~j, .. _ _ _ _ _ _ _ _ _ c" o,oo~~'t .. .. _ _ _ _ _ _ CVi Ooo~L__ '" rIJ> _ - - ' - -0,055/. ._ _ _ (uS _ _
lJ.~O 0 H) 0 O,O~'I/~ ---~---"1 0)
O~ ~/e
0,'1 -: 1>,0 ~ IC 0/ aiI>;/~.
'-1,7'-
~/e
(),of
CJle
,
q
0 r~/f.
o,tTJf0k
Cet
Cll.
.
6
Hl 0·1 ~.---. - 4.- - - i
n
CSJe.
b
IIr
~/l
(NI-I~)
1$°1
....-
- -
.
---+----
.
-..
-~---.----+---.--.. -
.
.
-
..
-~..
l_.-._
~d~;~
I
~
~/eJ
.
~~
----"·--1---·---1-·---:~T-
--~-*-:t
-'J
",
*
*
~1I
..
~
." 'if I ~ J4..t (ON,I N IJ 11-~A7CH jf- ~ t-3 Èij t:r;j t:-< ... ... ~ Ir ' L • [
l
,
[
.1
r . I 1f
1 l J n 1 l Jf1
n
n
n
n
-12-"cornsteep-liquor"In de tweede fermentor treedt geen groei van micro-organismen meer op. Er wordt slechts zo veel voeding toegediend als nodig is om autolyse van de micro-organismen te voorkomen.De
hoeveel-heid suiker die hiervoor nodig)is bedraagt 0,022 kg suiker/kg D.S.hr 8)Het totale droge stof gehalte van de ferment or is 15.154=2310 kg Nodig aan suiker: 0,022.2310=50,82 kg suiker/hr, of 8 • 50,82
=
406,56 liter/hr suikeroplossing.
Voor de groei van micro-organismen is behalve suiker ook een aa n-tal zouten nodig. De meeste van deze zouten komen in voldoende mate in maisweek\<later (CSL) voor (sporenelementen Mn, Mg, Fe, Cu ) een aantal moet echter afzonderlijk worden toegevoegd aan het medium ~ (NH4)2S04 en (NH4~2HP04 ~. De hoeveelheid sulfaat die
minimaal nodig is voor de fermentatie kan als volgt worden berekend: sulfaat is nodig voor de opbouw van het penicillinemolecuul.
Per molecuul penicilline 1 molecuul sulfaat. De produktie in de tweede fermentor b~draagt:
-6 6 8 /
~ • 8000 • 0,6 • 10 • 2,2 • 10 = 316 g hr
80
=
3168 = 8,96 Mol/hr 354Nodig aan sulfaat voor penicillineopbou\v: 8,96 Mol/hr =
= 8,96 • 132
=
1183 g (NH4)2s04/hr = 11,83 liter/hr sulfaatoplossing Aangezien in de tweede fermentor geen groei meer plaats vindt,is geen sulfa::>.t nodig voor opbouw van nieuw celmateriaal. De hoeveelheid fosfaat die minstens moet worden toegevoerd is als volgt te berekenen. De groei van micro-organismen wordt sterk geremd als het P
205 gehalte van het beslag lager is dan 1,5
%
van de droge stof concentratie micro-organismen. Voor de tweede fermentor geldt dus dat het P205 gehalte van het beslag laag moet zijn om de groei van de micro-organismen te remmen. Aangenomen wordt dat het voldoende is als het P
205 gehalte 0,15
%
bedraagt. In de tweede fermentor 154 • 15 = 2310 kg D.S.Aanwezig fosfaat in fermentor 0,15 • 23,1 = 3,465 kg.
3465 /
Uitgewassen: 2,2. 154 = 49,5 g ~265 hr ~ 0,52 g d" l.ammon. /hr Te doseren aan .diammoniumfosfaat: 95,2 g/hr = 1,9 l/hr.
Voor de tweede fermentor wordt geen maisweekwater als voeding
. , . . '
r \ I l..J I .
l..
r
.
l
r .I
r'
1r
1 l Jn
r
n
-13-gebruikt. De stikstofbehoefte dient dus geheel door de toegevoegde zouten gedekt te worden.
Stikstof nodig voor OpbOUl'l penicilline:
8,96
r.lol/hr of1 25 ,
4 gN
/hr •al gedoseerd via sulfaat:
0,27
via fosfaat:
0,21
totaal:
1183
=319,41
g/hr95,2
=19,99
g!hr339,4
g/hr NDit is fuim voldoende om de behoeften van de micro-organismen te dekken.
Om het micro-organisme te stimuleren één bepaalde soort penicilline te produceren l'10rdt een precurser toegevoegd. Voor het ma..lcen van benzylpenicilline komt als precursor het meest in aan merking
het nntriumzout van fenylazijnzuur. Hoewel dit zout door het micro-organisme wordt gebruikt, mag de concentratie niet te hoog zijn, omdat het in hoge concentraties giftig is voor het micro-organisme. Minimaal moet gedoseerd worden:
8,96
Mol precursor/hr ==
8,96 • 146
=
1308,16
g precursor/hr=
13,08
liter oplosstng/hrDe totale voedingsstroom naar de tweede fermentor bedraagt:
406,
5
6
+11,83
+1,90
+13,08
=433,37
l!hrIn de eerste fermentor '\vorden de micro-organismen gekweekt tot een droge stof concentratie van
20
gil. Er wordt ui tgel'laaSen uit de tweede fermentor2,2 • 15
0
00
=
33000
g m.o./hr. Toe te voegen uit de eerste reactor33000
g m.o./hr of1650
liter cultuurvloei-stof. Het totale volume vloeistof dat de reactor binnenstroomt moet bedragen2200
liter, zodat nog gedoseerd moet worden a2n gedestilleerd water:2200 - 1650 - 433,37
=116,63
liter/hr.e
Voedingsstromen 1 fermentor
De eerste fermentor heeft als hoofddoel de produktie van micro-organismen. In de stationaire toestand moet de concentratie micro-organismen
20
gil bedragen. Per uur wordt33000
g micro-organismen naar de tweede fermentor afgevoerd, zodat de produktie aan nieuw celmateriaal eveneens33000
g/hr moet zijn. Degemiddel-de verblijf tijd in gemiddel-de eerste fermentor bedraagt
-
~
50
hr7).
Nettv
=
1,65
m3
/hrl~vert
dit een onbelucht beslag volume van82,5
m3•
De totale hoeveelheid micro-organismen in de fermentor is:
I
r '
r:
r~l,
rOl , I l )~
1
r1
r~
-14-82,5 • 20 = 1650 kgDe fermentatie \olordt suikergelimiteerd uitgevoerd. Volgens f3irt,
Trinci en Righelato 6) 8)is de te doseren suikerhoeveelheid 2,3
maal de te bereiken concentratie micro-organismen.
Dus nodig aan suiker:
2,3 • 20
=
46 kg suiker/ m3 voeding =46 • 1,65 = 75,9 kg suiker/ hr
=
607,2 liter oplossing/hrDe hoeveelheid maisweekwater die wordt toegevoegd is meestal 1,5
maal de gedoseerde hoeveelheid suiker = 69 kg CSL/m3 voeding=
= 113,85 kg CSL/hr (vaste stof). Maisweebrater bevat 50 gew% vaste
bestanddelen. Toe te voegen dus 227,7 kg /hr
=
100 liter.Sulfaat is nu niet alleBn nodig voor de opbouw van penicilline,
ma.ar ook voor de OpbOU~1 van micro-organismen. Het zwavelgehalte van micro-organismen is 0,5 gew%.
Nodig aan sulfaat:
0,5 •
3?g
gï
.
1~~
=
680,6 g (NH4)2s04/hr = 6,8 liter opl./hr~
• 8,96 • 132 = 2760 g (NH4)2s04/hr =27,6 liter öpl./hr!J.'otaal sulfaat nodig: 3440,6 g/hr = 34,4 liter opl./hr
Fosfaat is nodig om voldoende groei van micro-organismen te ver-krijgen. Minimaal fosfaatgehalte van het beslag moet zijn 1,5
%
van de droge stof ( als P205 ).Gewicht nieuw gevormde micro-organismenin de fermentor: 33 kg
Nodig aan fosfaat:
1000 ,.. ( ) / /
1,5 • 0,33 • 0,52 = 9)2 g NH4 2HP04 hr = 19,04 1 hr.
De stikstofbehoefte van de micro-organismen is weer tweeledig;
opbouw penicilline:
.2§.
24 • 8,96 • 14 = 293 g N/
hropbouw micro-organismen (aangenomen stikstofgehalte m.o. 6,4
%
)
6 , 4 • 330
=
211 2 g N /hr totaal: 2405 g N/hr.Het stikstofgehal te van maiS\veekwater is 3 tot 4
%
van de vaste bestanddelen.Reeds gedoseerd via CSL: 3 •
1~8ó85
• 1000 = 3415,5 g N/hr. Dit is ruim voldoende om in het benodigde te voorzien.Tenslotte is nodig een hoeveelheid preaursor:
.
.,.
, " "
r '
l.
L
[
,r .
I
r
'
I
l'
"
l
l Irl
I
{-15-~!
.
8,96
• 146
=3050
g/hr =3
0
,5
liter/hrTotaal vloeistof in:
607,2
+10
0
+34,4
+19,4
+30,5
=
791,5
I/hr.Nog toe te voegen gedestillerd water:
165ö - 791,5
=858,5
I/hr.Overzicht voedingsstromen
stof
1
e fermentor2
e fermentor · totaal ton/jrvoor de
kg/hr ton/jr kg/hr ton/jr kg/hr ton/jr hele
fabriek sucrose
75,90
664
50,82
446
126,72 1110
7770
CSL
113,85
997
113,85
997
6979
(NH4)2
S0 4
3,44
30,1
1,18
10,3
4,62 40,4 282,8
(NH4 )2
HP04
0,95
8,32
0,095
0,83
1,045 9,15 64,05
Na-fenylacetaat3,05
26,7
1,31
11,5
4,36 38,2 267,4
water858,5
7520 116,63
1020
975,13 8540 59780
wate8 neer ~e~ombi!. ~20,7 e voe 1n
6330 378,0
3518 1098,7
9848 68900
Beluchting
De fermentatie van Penicillium chrysogenum dient te worden
uit-gevoerd onder ruime zuurstofvoorziening, aangezien het gebruikte
micro-organisme verplicht aeroob is. De zuurstof wordt in de
fer-mentor gebracht door lucht in het beslag te pompen via
geperforeer-de pijpen die ongeperforeer-der geperforeer-de roergeperforeer-der zijn aangebracht (zie figuur
3).
De ingevoerde lucht dient eerst te "lorden gesteriliseerd.
Berekening van de hoeveelheid lucht die moet worden gedoseerd
is een moeilijke zaak. De hoge viscositeit van het beslag
veroor-zaakt een enorme coalescentie van luchtbellen. Zo blijkt in een
visceuze vloeistof met een viscositeit van
100
cP, "raarin bellenvan
3,5
mm met een stijgsnelheid van20
cm/ s l'"lorden geproduceerd,coalescentie reeds op een afstand van
120
cm van debeluchtings-plaat een feit te zijn.
9).
Gezien de veel hogere viscositeitbij de penicillinefermentatie is het niet onwaarschijnlijk dat
11 L~
-16-L
l
:
STANDAARDAFMETINGEN
FERMENTOREN
[
:
r'
e 2 fermentor[
:
0,1 DT
r~
l'
1/3 DT
l:
0,1 DT
[
..
2 Drp
[
.r .
e1
fermentorl.
1
0,1 DT
I
r
-1/3 DT
'
.~
0,1 DT
rl
1 2_Dtp-... _..
n
n
figuur3
n
l.
I
L-I r ~, I L • I
l .
I
l ,[1
n
n
n·
r
r
-
-17-al na één meter stijgen de luchtbellen een diameter hebben van enige centimeters. Het voor stofoverdracht beschikbare beloppervlak wordt daardoor zeer sterk gereduceerd, waardoor de uitputting
van de bel vrij gering zal zijn. We nemen aan dat deze uitputting
5
%
bedraagt.Uit de literatuur
8)
is bekend hoeveel zuurstof nodig is voor de produktie van 1 kg celmateriaal:yo
=
0,05 g D.S./mmml 62,2
De produktie aan nieml celmateriaal in de eerste fermentor bedraagt
33
kg/hr. Er is dan nodig aan zuurstof:E
50 •33
=
2 1,1 2 kg° /
2 hr = 0,288 21,12 =73,3
NT m lucht r. 3/h
Uitputting
5
%,
dus totaal in te blazen lucht:20 •
73,3
= 1466 Nm3
lucht/hr.1466 Nm 3 lucht/hr =
1@g6
Nm 3 lucht/min = 1466 = 0,3 VVM60 • 82,5
Geschat wordt dat de verblijf tijd van de bellen in de fermentor ongeveer 30 seconden zal bedragen. De gas holdup van de fermentor wordt dan 15
%.
Het beslagvolume in de eerste fermentor tijdens beluchten is dan97,2
m3•
In een beperkt gebied rond de roerder Ylordt het beslag rijkelijk voorzien van zuurstof ( vrij\olel verzadigd ). Ditzuurstofrijke beslag \"ordt door de roerderwerking in de bak rondgepompt • Tijdens de circulatie van het beslag in de fermentor zal er nog maar y;einig
zuurstofoverdracht van de grote luchtbellen naar de vloeistof zijn. De micro-organismen zijn buiten het roerdergebied dus volledig afhankelijk van de zuurstof die in het roerdercompartiment is overgedragen. Om te voorkomen dat zuurstofdeficientie optreedt moet de mengtijd in de fermentor laag gehouden worden.
In de tweede fermentor is het zuurstofgebruik van de micro-orga-nismen tengevolge van het stoppen van de groei veel geringer. Righelato 8) vond hiervoor 0,24 mmol 02/g D.S.hr. De hoeveelheid zuurstof die in de tweede fermentor nodig is wordt dan:
/ 0,24 . 154000 15 /
0,24 • 154000 • 15 mmol 02 hr - 1000 • mol hr
=
0,24 • 154000 • 15 • 200 Nm3 O~/hr =f-:
1
L, L .r
fl
n
n
r
r
-18-0,24 • 154000 • 15 • 200 • 5 hl 3 1 ht/h = 1000. 1000 •9
Hm uc r61,6
Nm3
lucht/hr6~Ó6
Nm3
lucht/minUitputting van de lucht is
5
%,
dus nodig: 20 6061
,6
Nm 3 lucht/min=
0,135 VVM.De holdup van de reactor is , als de verblijf tijd van de bellen in de fermentor op 30 secondeh wordt gesteld:
1 ( )
~
30· 1 -
f
.
154=
1 80(1
-E)=
0,07 Het beluchte bakvolume wordt dan166
m3•
Kinetiek
Voor de groei van micro-oreanismen geldt in het algemeen RJol
=
functie (
CM'
c s ) . RM, het aantal kg biomassa geproduceerd per m
3
per seconde, is een functie van de concentratie micro-organis-men en de groeilimiterende substraatcomponent.Voor de eerste ferment or luidt een massabalans voor de micro-organismen: pv. CM
=
RN • V •Volgens Constantinides 31 )32) is een model voor de groei van
1-Penicillium chrysogenum
R}i
=
b1cM - b2dM
De produktie van penicilline kan worden beschreven met Rp = b
3cM - b4cp •
De produktvorming blijkt vrijwel onafhankelijk te zijn van de groei of het substraatgebruik. De produktvorming is niet-groei-ge·Associeerd.
Het model van Constantinides is opgezet voor batchgewijze pen i-cillinefermentatics. De toepasbaarheid voor continue processen is niet duidelijk.
Pirt en Righelato
6)
onderzochten de kinetiek van de produktvor-ming in een continue reactor. Zi j kl.;amen tot de formuleb
c
=
-2 .
CMP
.fA
R voor een fermentor l-laariu. de micro-organismen p . nog groeien, en tot Rp
=
Rp(O) - kt voor een fermentor waarin alleen nog de "maintaina.ncc ratio" aan voeding l>lerd gedoseerd, 1 l~ r • l _ r
L
f .l
n
n
n
I'
l Jr
-19-micro-organismen beschreven zij met het Monod-model.
Hoe bruikbaar deze vergelijkingen ook zijn, in de praktijk blijkt er toch iets niet volgens het model te verlopen
5),
zodat voor dit procesvooront\':erp is afgezien van een produktberekening viaeen model. De produktconcentratie in de reactoruitlaten is geheel arbitrair vastgesteld.
Morfologie
Schimmels groeien in industriele submerse cultures meestal onder zodanige condities dat ze een uitelijk krijgen van lange draden met vertakkingen, zgn. mycelium. Onder specifieke conditeis, die momenteel nog niet volledig bekend zijn, kan een schimmel echter ook bolletjes celmateriaal gaan vormen, zgn pellets. Pirt en
Callow 10) vonden in 1959 dat beven een pH van 8,0 de pelletvorm overheerste. De omstandigheden bij de incubatie blijken van belang te zijn, evenals de voeding tijdens de fermentatie.
Het belangrijkste technologische verschil in de beide
groeivor-men van de schimmels v!ordt veroorzaakt door de invloed van de morfologie op de viscosi tei t. Bij een fermentatie \olaarbij de my-celiumvorm optreedt,loopt de viscositeit op tot 2000 cP en hoger; de viscositeit bij pelletgroei is veel lager, en wel circa 20 cP. Ondanks dit enorme verschil in viscositeit moet voor een continue fermentatie toch gekozen worden voor de myceliumvorm. Een constante concentratie micro-organismen is met pelletgroei niet te realiseren.
10) Bovendie is de penicillineproduktie lager wanneer pellets optreden •
Aangezien de optimale pH voor groei van mycelium niet samenvalt met die voor de penicillineproduktie, wordt in de eerste fermentor
een andere PH ingesteld (pH
=
7 )
dan in de tweede (pH=
7,4).
Rheologie
Een direct gevolg van de keuze van een myceliumcultuur is een cultuurmedium met zeer hoge viscositeit. Behalve hoog-visceus is het medium echter ook nog niet-newtons. Deind"órfer en Gaden 11) concludeerden uit metingen dat het penicillinebeslag zich gedraagt
7 . ! 1 I L_ L •
L
n
i
j1
l ln
r
r
-20-dan eerst een bepaalde waarde hebben bereikt voordat stroming
optreedt:
dV}!
T xy.!.
-r
0 =-?
dJ
Ook met de empirische vergelijking van Ost~"ald-de Waele (de power-law vergelijking) kan het gedrag van het beslag worden beschreven, zoals Bongenaar, Kossen, Metz en Meyboom
34)
vonden:dv
r
= K (--Y..)
xy dx
n-1 dv
( - dl)
De constanten K en n hebben waarden die afhankelijk zijn van de concentratie micro-organismen en de ouderdom van het beslag. Voor di t procesontwerp ~Torden de volgende waarden gebruikt:
n/
2K
=
13,3 Ns m en n=
0,23.Het Reynoldsgetal voor een po\.,erla\'l vloeistof in een geroerde
tank kan Horden geschreven als:
n 2-n
Re
=
Dli Nî·
8(_n_)ng K 6n+2
Verschillende andere Reynoldsgetallen zijn in gebruik voor niet-ne\'ltonse vloeistoffen. Zo gebruiken Gluz en Pavlushenko
35)3
6
):
D
~ .2-nRe = R N K
~.
(4TT) 1-nDe viscositeit van het beslag is zeer belangrijk in verband met de menging iIl de fermentor. De micro-organismen zijn verplicht
aeroob. Als ze te lang zonder zuurstof moeten leven gaat zuurstof-deficientie optreden. De mengtijd in de reactor mag daarom niet veel langer zijn dan 1 à 2 minuten. Om een goede meneing te
garanderen wordt gemoerd met een turbineroerder. De afmetingen
van de roerder t.o.v. de ferment or zijn volgens standaard (zie figuur
3 ).
Bij niet-newtonse vloeistoffen is de schijnbare viscositeit (7a) bij lage snelheidsgradienten het grootst, zodat de
vloeistofbewe-ging van de roerder af veel sneller afneemt dan bij newtonse vl
oei-stoffen. Het Re-getal moet daarom greter zijn dan een bepaalde minimumvaarde, voordat alle vloeistof in het vat in beweging is12). Voor 2 standaardturbineroerders op één as op een afstand DT van
elkaar bedraagt dit minimum ReTgetal
85.
Aangenomen dat7a = 2000 cP ( in de praktijk blijkt de viscositeit
I 1 L , l.
[
~
r .l.
11t
1II
n
n
r
I
I
-21-niet veel verder op te lopen dan deze waarde) moet het minimale toerental van de roerder zijn:
N 85 • ?a
~
• D2 R=
85 • 2 • 9 1@ • 25=
°
' 058 s -1=
3,5 min -1 ( voor de 2 e ferm. )N
=~,r~~~
=
0,082 s-1=
4,9 min-1 (voor de 1e ferm.)Behalve een goede cirkulatie van het beslag in de fermentor is ook een goede dispergering van de ingeblazen lucht een vereiste. Zwietering 13) geeft voor berekening van het minimale dispergerings-toerente.l de formule:
=
16 ( N2 :IJ R g D ) (_R ) 3,3DT
, ofVoorde eerste fermentor : D
R = 4,2 m
3
=
En voor 9,81 • 36,2 • 1466 16 3,85 3600 de tweede fermentor:D R=22
81.
3622.
612
6.
20N .
m1n 5/3 m 1,4 m = 1,33 enai
-v -1 s ;,; _ 1466 N 3 1 uCht/s l'v - 3600 m 6126.
20 m3/s 3600 -1n
3 . 16 N=
0,99 7,73 3600 min s m1n.
.
Voor de eerste fermentor nemen vle een l-.'erktoerental aan van 90 per minuut, en voor de tweede fermentor een werktoerental van 70 per minuut.
VermO,9:'E'nsconsumptie van de roerders
Bij de gebruikte roerdertoerentallen is het Reynoldsgetal altijd groter dan 100. Uit figuur 9.6 van Skelland 14) volgt dat het vermogenskental van de roerder dan gelijk is aan 6,5. Het door de roerder opgenomen vermogen in onbeluchte toestand is dan te berekenen met:
p
=
PO'~
• N 3 •D~
Voor de eerste ferment or levert dat: P 6,5 • 10~ • 3,375 • 5,37 = 125 kVl.
I 1 I L .J I l ,
I
r
~
fl
I l Jn
n
n
-22-, En voor de tHeede fermentor
P = 6,5 • 10$Ó • 1,59 • 12,9 = 141,5 kW
Voor twee roerders op één as wordt het onbeluchte vermogen
v:2
maal zo groot.
1e ferm. 177 kW 2e ferm. 200 kW
Wanneer beluchting van het beslag gebeurt door inblazen van lucht omder de roerder heeft dit een aanzienlijke reduktie tot gevolg van het benodigde roerdervermogen. De invloed van beluchten op het roerdervermogen is alleen bestudeerd voor newtonse systemen. Herberichs 15) geeft voor de invloed van beluchting de volgende formule: p ~=e P ( 1- (
~v
G -i-+ N D3 )
RAls benadering kunnen we deze formule ook gebruiken voor een belucht penicillinebeslag.
J)v
1e ferm.: 1-E +~
N
n
3
R m.b.v. figuur 5-7 uit P ~ P=,
03 4 • 1466 • 1 = 0,15 + 3600.1,5. 2 ,74 = 0,25collegediktaat Biochem. techn.:
Het te installeren roervermogen moet dus minimaal bedragen:
0,34 • 177 = 61 kW e 2 ferm.: 1-( P gas 0 65 P
=,
Iv
G +-N
n
3 RO
,07' + 61,6 • 6 • 9 60 • 3 • 7 • 125=
0,09Het te installeren roervermogen moet dan minimaal bedragen:
0,65 • 200 = 1 30 kH
Warmteproduktie en afvoer
Bij technisch uitgevoerde biochemische processen is de afvoer
van tijdens de fermentatie geproduceerde warmte bijna altijd een
probleem. De reaktortemperatuur is meestal niet hoger dan 40 oe
(bij penicillinefermentatie slechts 25 oe ) Koelen met water is
", i -~ 1 i , I' 1 '1
'
;
I
LJ r .
l
.
r'
I
f'
l .~l
n
n
"':23-economisch het meest aantrekkelijk. Tengevolge van de lage reac-tortemperatuur is de drijvende kracht voor warmteoverdracht vrij klein, zodat grote hoeveelheden koelwater zijn vereist. De warmte-overdrachtscoëfficie·nt voor geroerde tanks is bovendien betrekkelijk laag als de reactorinhoud erg visceus wordt.
In dewarmtebalans voor de reactoren komen de volgende termen voor: 1) produktie van warmte door biochemische reacties, roeren,
con-troleren van de pH m. b.v. loog en verdamping van .. Tater ( nega-tieve produktie )
2) ingaand warmtetransport door toegevoerde lucht en substraat
3)
uitgaand warmtetransport door afvoer lucht en produkt en door geforceerde koeling aan de \'Tand en/of via een koelspiraal Beide reactoren worden tijdens de gehele fermentatie op eentem-o
peratuur van
25
C gehouden. Voor de eerste ferment or:1)
Bij de produktie van100
gram celmateriaal (D.S.) komt ongeveer383
kcal warmte vrij9).
In de gehele fermentor is dat per uur:330 • 383
=126390
kcal=
35,11
kcal/s=
147,6
kWHet totale ingebrachte roervermogen wordt verondersteld als warmte in de fermentor weer vrij te komen.
roervermogen =
61
kWDe hoeveelheid warmte die \'lordt ontwikkeld met flH correcties met loog \"I1ordt als v8n"marloosbaar beschouVid.
Beluchting van de fermentor gebeurt met droge lucht. Tijdens de tocht door de fermentor neemt de lucht echter water op en komt er verzadigd weer uit. De hoeveelheid warmte die nodig is voor de verdamping van dit
~ ~
3/
îv
=
3600
m sG
Hater bedraagt:
; flucht=
1,27
kg/m3
verdarnpirp"'T8.rmte =585
kcal/kg,c
=
1,18
Jjkg
oe
pte verdampen
0,024
kg H2
0/m3
lucht16)
1466
Nodig aan \'larmte:
3600 • 0,024 • 585 • 4,2
=24
kHDe totale warmteproduktie in de eerste ferment or wordt hierdoor:
147,6
+61 - 24
=
184,6
kW. . . ,,"2) De voeding \'lordt op reactortemperatuur aangevoerd, zodat hierdoor geen extra warmte wordt ingebracht. De vrarmte die nodig is om de ingeblazen lucht te ver",mrmen is ver\'laarloosbaar.
:'
.
~"1I 1 L .
!
l .f'
r'
r;
r '
I l[ 1
[1
[1
r
-24-3) De uitgaande stromen lucht en produkt verlaten de reactor met
dezelfde temperatuur als ze waren binnengekomen. Het netto
ver-warmings- of koelingseffect is hierdoor nul.
Koeling van de fermentor met water wordt het liefst uitgevoerd
via wandltocling. Aan de bui tem ... and van de fermentor is een
koelmantel aangebracht, wa.ardoor koehlater stroomt. De
hoeveel-heid warmte die door het koelwater kan worden afgevoerd is:
LlT
gem
A
=
TT. DT • ~=
TT. 4,2 • 8,4We gebruiken koelwater van 10 oe ( oppervlaktewater). Gedurende het grootste deel van het jaar is de temperatuur van
oppervlakte-water hoger dan 10 oe. Als dit het geval is wordt gebruik gemaakt
o
van een voorkoeling van het koehrater tot 10 C.
o
Als het koelwater in de koelmantel wordt opgewarmd tot 22 C,
dan is LlT
.
.
gem ÓT 22 - 10 22 + 22 7,45 oe 2;2 - 10 = gem In 25 22De minima.le overall warmteovc:rdrachtsco'èfficïênt moet dan zijn:
Dw
U =
---.;.;.--A • óT gem
=
184,6 • 10 3 111 • 7,45
De \'larmteoverdrachtsco'êfficïEmt aan de beslagzijde kan met de
volgende formulê 35)36) worden berekend: 37 )
o<.DT
~-f-.
n2-n,D2 (47T)1-n~
0,67~
e K n-1 (~
Á 0,215 Kn
l' N 4 TT)n-1~
K "1~
0,18 K . 2 n=
0,23 K ::: 13,3 Nsn/m 0,670<
=~,6
T. -1 N = 1,5 s ; DT = 4,2 m 4,2/3 m 0,33I
( 1 L.~ ( ,
l.
r1..
,
r ..
[
[
.r'
[
:
n
n
n
I'
-25-_~ _ 0,6 • 0,215 • 177 • 25,4 • 0,98 ~ - 4,2De \'larmteoverdrachtsco'ëfficïènt aan de bui tenzi jde van de
fermen-tor is 638 tot 1173 w/m2
°c
voor koelwaterstromen van 1,199 lis~ot
7,685 lis 38).De dikte van de roestvrijstalen fermentor~!and wordt ,gesteld op
1 cm •
À
s aa t 1=
50 H/m°c.
Hierme~ wordt de overall \·!armteoverdrachtsco·èfficïént
1 1 10-2 1
U = 136 + 50 + 750 = 0,008858
o
Reeds berekend Ras dat U minimaal 223 Td/m2 {) moest zijn.
Een koelmantel is dus nfet in staat voldoende koeling te geven.
Een andere (duurdere) mogelijkheid is koelen met een koelspiraal.
De \'larmteoverdrachtsco'ëfficïënt aan de bui tenzi jde van de spiraal
is te berekenen met de formule:
33)
2 À ,
f·
N • DH } rÁ=
Cl .
0, 0675~
I? , 0,607 ,Cp '\na
~ 0,345. ~ 0 11 (i , (Vi)0,20 c (aHierui t volgt een
0<
voor de koel spiraal:=
0,27 • 87,5 • 27 • 0,98 • = 625 W/m2
°c
4' ~
De overall warmteoverdrachtsco~ffici~nt wordt nu
-2
1 1 0,5 • 10 1 2 0
U = 625 + 50 + 1000
= 0,002700
U=
370vJ/m
CEen koelspiranl blijkt \'1el voldoende te kunnen koelen. Het koelend
oppervlak v,m de spiraal is namelijk ongeveer even groot als het
wandoppervlak van de fermentor~ spiraal met 20 ~Tentelingen met
een spiraaldiameter van 0,15 meter en een 'r1entelingsdiameter van
3,7 meter. Oppervlak A = • 0,15 • • 3,7 .20 = 109 m • 2
Maximaal af te voeren ~'Jarmte via Jtoelspiraal:
~w
=
370 • 109 • 7,45=
300 kW.Dit is ruim voldoende.
De hoeveelheid koelwater die nodig ia om de eerste fermentor te
koelen bedraagt: 2J84,6 = 2 lis •
• 4,2 Voor de tweede fermentor:
1) In de tweede ferment or vindt geen opboU\'T van nieuw celmateriaál
plaats. Alle suiker die wordt toegevoerd wordt door de
micro-organismen gebriukt voo~ het in stand houden van het eigen
weef-i
,
! 1 I L .1 (
.
!
L •r
'
I
[ I r ' I I.r'
I ,r'
I l I nII
1
1 I r I i-26-sel. Volgens Righelato 8) \'Tordt hierbij slechts de' helft van de toegevoerde suiker verbrand tot CO
2 en H20. De warmte die daardoor vrijkomt
0,5 • 50,82 • 1350 ; 4,2 • 10 3 352 • 3600
is:
= 114 kIL
De Narmte ingebracht door roeren i s : 130 kW
De hoeveelheid lucht die in de tweede fermentor wordt gebruikt
is 0,85 maal de hoeveelheid lucht voor de eerste fermentor. De hoeveelheid warmte die nodig is om deze lucht met waterdamp
te verzadigen is: 0,85 • 24
=
20,2 kH.Totale vlarmteproduktie in de tvJeede fermentor: 114 + 130 +
° -
20,2 = 123,8 kW.2) Voeding '\-lOrdt op rea.ctortemperatuur aangevoerd.
3)
Ook voor de tweede fermentor blijkt wandkoeling niet te voldoen. Het koelend oppervlak van de fermentor is2
A := Ti. DT • HT
=
TT.
5 • 10=
157 m •~T gem
=
7,45oe
De overall l-larmteoverdrachtsco"ëffici'ént moet minimaal bedragen:
}w
= 223,8 • 1000 _ 191 5wl
2°c
A. 11 T 157 • 7 45 - , m •
~ gem '
u
De warmteoverdrachtscoêffici~nt aan de beslagzijde is : / 20
=0,12 .0,215 • 165 • 32,01 • 0,98 = 133,6 \rl m C.
De vereiste overa.ll '\'larmteoverdrachtsco"éfficïént kan hiermee nooit
worden bereikt.
De \olarmteoverdracht sco"éfficïënt aan de bui tenzi jde van een spiraa.l
is: fÁ
=
0,27 • 91 • 27 • 0,98 = 650 H/m2°c.
De overall warmteoverdrachtsco~ffici~nt 1 1 0,5.10Ü
= 650 + 50 -2 1 + 1000 Dit is ruim voldoende.=
0,002638De hoeveelheid koelwater die nodig is 223800 22. 4,2 2,42 lis l-lordt nu:
·
1
1:.· 'i :r •
[-[
~
[
:
n
II
n
n
n
-27-OpstartenIedere keer als een cascade uit produktie moet ( omdat een fer-mentor is besmet geraakt, of omdat door andere oorzaken de peni-cillineproduktie afneemt of helemaal stopt), moeteh beide fermen-toren van de cascade ",orden leeggepompt, schoongemaakt en gesteri-liseerd. Hierna moet het proses weer opgestart worden. Opstarten vindt op de volgende manier plaats.
Vanaf het moment dat een cascade uit produktie gaat, wordt in een entfermentor van 1 m3 een nieuwe fermentatie op gang gebracht. In deze entfermentor wordt batchgewijze mycelium gekweekt. Als de micro-organismenconcentratie 30 mg/ml is, wordt de inhoud
over-gepompt naar een tweede entfermentor van 10 m
3.
Als in deze tweedeentferrnentor de micro-organismenconcentratie wederom 30 mg/ml
is gm'lOrden, dan wordt de inhoud overgebracht in de eerste
fermen-tor van de cascade. In de tijd die nodig is om in de entfermento-ren voldoende celmateriaal te kweken, kunnen de produktiefermen-toren "lorden leeggepompt, schoongemaakt en gesteriliseerd. Hier-voor heeft men on{;eveer 10 uur nodig. De eerste fermentor wordt vervolgens gevuld met voldoende voeding, om, na enting, in een
bél.tch-gewijze fermentatie binnen 20 uur een micro-organismenconcentratie
van 20 mg/ml te verkrijgen.
Als een concentratie van 20 mg/ml is bereikt, wordt de continue voedingstoevoer gestart. Tevens wordt nu
1,65
m3
/hr uit de groei-fermentor afgetapt in de produktiefermentor. Ook de voedingsstro-men van deze tweede fervoedingsstro-ment or worden nu gestart.Gedurende 70 uur \vordt deze situatie voortgezet. Na 70 uur is de hlpcde fermentor vol. Vanaf dit moment ",ordt 2,2 m
3
effluent ui t de hleede fermentor afgetapt. In principe is hiermee deop-startperiode afgelopen. Het kan dan nog enige tijd duren voordat de fermentoren stabiel·zijn.
De totale opstartperiode duurt dus 10 + 20 + 70
=
100 uur.i
L
[ . ( .n
n
n
-28-Sterilisatie voeding en lucht
1) voeding
Gezien het continue karakter van de hele penicillinefabriek is
het vanzelfsprekend dat de Bterilisatie ook continu gebeurt.
Daarvoor wordt de volgende apparatuur gebruikt (zie figuur
4).
De niet-sterile suikeroplossing ~lordt met behulp van stoominjectie
veflmrmd en in een ~1armte~Iisselaar op de vereiste temperatuur
gebracht. Voor het afsterven van schadelijke micro-organismen in
de voeding is een bepaalde verblijf tijd nodig in de sterilisator.
Die tijd wordt bereikt door de voeding door een lange buis te
sturen. Daa.rna vindt afkoeling plaats door warmte\'lisseling met
koude voeding. Een koeler zorgt dan nog voor terugbrengen van de
temperatuur tot
25
°C.Continue sterilisatie heeft het voordeel dat volgens het
"kort-hoog" principe kan worden gewerk~, waarbij het voedingsmedium
korte tijd op hoge temperatuur kan vlOrden verhit. Opl.;arm en
af-koelperioden zijn zeer kort. De voedingswaarde van het medium
gaat door deze behandeling minder achteruit dan door batchsteri-lisatie.
Een probleem va,n continue sterilisatie is dat het medium niet
als een propstroom door de buizen stroomt, maar een verblijf
tijd-spreiding vertoont. Hierdoor wordt een gedeelte van de voeding
oververhit. Hoe meer de ideale propstroom wordt benaderd, des te
minder oververhitting er optreedt.
Voor het onschadelijk maken van micro-organismen geldt de volgende formule:
dn
dt
=
-kno (hierin is k=kO • exp(-E~RT) )De materiaalbalans van de micro-organismen in een sterilisator
(rechte pijp)is dan: 11)
2
ID dn_"V' dn kn=O
1 dx2 dx
( .
I
l .L
l
~
L
r
L
l"
I
.
1:
r
j"
I:
[~
(
~
n
n
~
n
r
r
-29-STERILISATIE APPARATUUR
koeler water stoom niet steriele oplossing warmte-wisselaar figuur 4 holding coil11
( . I l _r
n
n
n
n
30
-hierin is~eV+~'
vBo en Bo'ID .
v 1 I / k L In figuur5
is de sterilisatiegraad n nO uitgezet tegen
-=-
metals parameter Bo. v
Voor zeven fermentorcascades moet een hoeveelheid sucroseoplossing worden gesteriliseerd van 7,1 m3/hr.
?
=
1050 kg/m3?
=
5 kg/m.hr Cp=
1 kcal/kg oeHe gebruiken een sterilisatietemperatuur van 130 oe en een pijp
met Db = 3" = 7,62 cm binnendiameter. He injecteren stoom direct
in de pijp, zodat de temperatuur vrijwel direct op 130 oe is.
Voor de berekening gebruiken \'le als standaard micro-organisme
Bacillus stearothermophilus. Voor dit micro-organisme geldt:
en E = 67,7 kcal/mol
a
Bij 130 oe ;s dus k _ 10 36 ,2 • - • exp ( _ 67,7 • 10403 • 1,98 3 )
k = 0,538 s -1
Doorsnede van de pijp is: S
= ;-.
(0,0762)2 4,56 • 10-3
~v
v=""8
7,1 • 103
3600.4,56=
0,433mis.
Dan is Re = 1050 • 0,433 • 0,0762-3
1,4 • 10 Volgens Levenspiel 18) is dan:IDI
0,27V
LV
D L4
= 2,47 . 10 . Bo =ID
=~. 1 1 1 0,27 • 0,0762 2 m •Als eis stellen we
=
10 -16 • We nemen een waarde aan voor Lvan ;;30 meter.
k L
-
vBo = 1000
0,538 • 30
0,433
=
37,2 • Uit figuur5
volgt dan:L = 0,27 • 0,0762 • 1000 = 20,6 meter.
Na enig trial and error rekenwerk blijkt de lengte van de pijp
ongeveer 25 meter te moeten zijn. De sterilisatietijd bedraagt
dan: L v