• Nie Znaleziono Wyników

Widok Dubbele meervouden bij zelfstandige naamwoorden van Latijnse, Griekse of Italiaanse oorsprong

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Widok Dubbele meervouden bij zelfstandige naamwoorden van Latijnse, Griekse of Italiaanse oorsprong"

Copied!
15
0
0

Pełen tekst

(1)

Wrocław 2012

Siegfried THEISSEN (Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, Gent)

Dubbele meervouden bij zelfstandige naamwoorden van Latijnse, Griekse of Italiaanse oorsprong

Abstract

As well known Dutch is an elusive language in which nouns not only frequently have double gen- ders but also double, if not triple plurals.

The plural form of the most nouns of Latin (forum, catalogus, collega, index, examen), Greek (basis, dogma) or Italian (concerto) origin can be, a) the plural form in the language from which the word is borrowed (fora, catalogi, collegae, indices, examina, bases, lemmata, tempi), b) the Dutch plural form in -s or -en, c) the two forms. We have used a servey carried out through Google 2011 (Nl. and Be) over four years (2007–2011) and two Dutch and two Flemish newspapers in order to assess to what extent the double plurals mentioned in WNT, ANS, and Grote van Dale (2005) are actually used by journalists. As Latin and Greek are less and less studied at school level while Italian never was, we could expect a shift from the imported plural forms to the Dutch forms.This indeed is the case for most Latin nouns ending with -a (collega’s), -ex (indexen) or -men (examens), Greek nouns ending with -ma (dogma’s), and Italian nouns ending with -o (tempo’s), yet not for other cate- gories (fora, catalogi, bases), that in most cases retain their foreign plural. In both cases preference for one of the two plural forms is so obvious that dictionaries should only mention the plural form that is actually used.

Inleiding

Heel wat Nederlandse zelfstandige naamwoorden hebben twee of zelfs drie mo- gelijke meervoudsvormen: denk maar aan de substantieven op -man (lieden,lui,- mannen,mensen) (1) of die op -e (-n of -s) (2).

Op p. 178 e.v. vermeldt de (lang niet volledige) ANS een aantal substantieven van Latijnse, Griekse of Italiaanse oorsprong die naast hun uitheemse meervoud ook een Nederlandse meervoudsuitgang kunnen krijgen.

Nu was het me al in 2002 opgevallen dat de meervouden die ik in kranten en weekbladen tegenkwam niet altijd strookten met de voorkeur in de woordenboe- ken. In een artikel getiteld “Hebben uw collega’s / collegae ook zulke trauma’s /

(2)

traumata?” (Nederlands van Nu, 2002, p. 34–37) heb ik toen a.h.v. twee kran- tencorpora (het Vlaamse weekblad Knack, 1991–2000 en de Nederlandse kwa- liteitskrant NRC, 1993–1994), die op CD beschikbaar waren, een veertigtal van deze substantieven onder de loep genomen en vastgesteld dat de Woordenlijst en de woordenboeken het vaak niet eens waren, dat er belangrijke verschillen waren tussen het Noorden en het Zuiden van het taalgebied, en vooral, dat heel wat van die meervoudsvormen in de praktijk niet (meer) voorkwamen. Voor sommige sub- stantieven waren er door het beperkte materiaal echter zo weinig voorbeelden dat er niets zinnigs over gezegd kon worden.

Nu, tien jaar later, kunnen we dankzij Google en een aantal krantenarchieven over reusachtige corpora beschikken die een omvangrijker onderzoek mogelijk maken.

Opzet en methode

In dit onderzoek toets ik de mening van de (elektronische) Woordenlijst en de jongste uitgave van de Grote Van Dale (2005) aan de resultaten van Google (NL), Google (BE), beide van april t.e.m. juni 2011, twee Nederlandse kranten (Alge- meen Dagblad en NRC) en twee Vlaamse kranten (Het Laatste Nieuws en De Standaard), alle vier van januari 2007 tot juni 2011.

Problemen met Google

Het volstaat niet b.v. bases (mogelijk meervoud van basis) in te tikken om geldige resultaten te krijgen: ook als je de zoekopdracht beperkt tot uitsluitend Neder- landstalige sites, NL of BE, zul je toch nog Franse zinnen tegenkomen met het Franse woord bases, wat de resultaten t.o.v. de andere meervoudsvorm (basissen) vervalst. In andere gevallen, b.v. bij visa (mogelijk meervoud van visum), maakt Google geen onderscheid met Visa, de Visakaart.

Er zit dus niets anders op dan de eerste honderd voorbeelden van Google te lezen en, als dergelijke problemen zich voordoen (dit noemt men over het alge- meen “ruis”) de zoekopdracht te verfi jnen door een beperking in te bouwen: zo heb ik voor basissen / bases naar deze / alle basissen / bases gezocht en bij visums / visa naar de visums / visa voor.

Bij data zou je eigenlijk alle voorbeelden moeten lezen om een onderscheid te kunnen maken tussen het meervoud van datum en data in de betekenis van gegevens. Hier heb ik voor de zoekopdracht tussen twee datums / data gekozen.

In heel wat gevallen heb ik dus, wegens teveel “ruis” de zoekopdracht moeten verfi jnen, wat echter als gevolg gehad heeft dat er voor een aantal weinig gebrui- kelijke substantieven niet veel voorbeelden waren. Met de resultaten van Google heb ik trouwens slechts rekening gehouden als er ten minste 100 voorbeelden

(3)

waren, maar voor sommige meervouden zijn er honderdduizenden of zelfs meer dan een miljoen.

Problemen met de kranten

De archieven van de vier kranten kun je, als je geen abonnee bent, maar beperkt raadplegen: zo krijg je in NRC wel het totale aantal voorbeelden van b.v. data, maar je kan de zinnen waarin ze voorkomen niet lezen. En je kan de zoekopdracht ook niet verfi jnen. Bij de andere kranten kun je de tekst wel lezen, maar die laten dan weer geen onderzoek naar X’s toe (wat bij NRC wel kan) : als je dus wil weten hoe vaak b.v. trauma’s voorkomt, moet je het enkelvoud trauma intikken, al de zinnen met trauma lezen en soms kom je dan ook trauma’s tegen. In dit geval is dat niet erg, want wat ons hier interesseert is de verhouding trauma’s / traumata en als je traumata geen enkele keer vindt, weet je genoeg. In andere gevallen, b.v. bij fortissimo’s / fortissimi, die allebei voorkomen is dit wel storend. Deze tekortko- mingen in de opbouw van de krantenarchieven verklaren dus dat er voor bepaal- de substantieven geen betrouwbare voorbeelden van een van de twee mogelijke meervoudsvormen opgespoord konden worden en dat daardoor elke vergelijking tussen de twee meervouden onmogelijk werd. Ik heb slechts rekening gehouden met meervoudsvormen waarvoor er minstens 10 voorbeelden gevonden werden.

Het onderzoek

1. De Latijnse substantieven op -um Er zijn hier drie mogelijkheden:

a) een meervoud op -s: (sommige daarvan staan niet in de Woordenlijst, wél in Van Dale:

album, factotum, geranium, harmonium, homarium, inclinatorium, insectarium, pensum, peplum, postludium, solarium, psalterium, summarium, triforium, vademecum

b) een meervoud op -a (-um wordt -a; weer staan sommige hiervan niet in de Woordenlijst):

abstractum, activum, adagium, addendum, additivum, adverbium, afrodisiacum, ambulatori- um, analgeticum, antibioticum, antidotum, antisepticum, astrolabium, aviarium, breviarium, bullarium, cartularium, chemotherapeuticum, cliticum, compositum, continuüm, curiosum, cytostaticum, desideratum, directorium, diureticum, dormitorium, erratum, femininum, fu- turum, glossarium, imperfectum, judicium, lustrum, martyrologicum, masculinum, maxi- mum, minimum, monasterium, mortuarium, narcoticum, necrologium, neutrum, ostensorium, palatum, pallium, paludarium, passivum, patronymicum, peritoneum, pinetum, prothallium,

(4)

psycholyticum, raspatorium, responsorium, scriptorium, sedativum, sensorium, sepulchrum, speculum, specifi cum, suppositorium, tonicum, transitivum, vivarium, verbum, votum

c) een dubbel meervoud

1.1. duidelijke voorkeur voor -a Afkortingen en tekens:

WL = Woordenlijst; VD = Grote van Dale; G = Google; AD = Algemeen Dagblad;

NRC = Nieuwe Rotterdamsche Courant; LN = Het Laatste Nieuws; Sta = De Standaard;

X = voorkeur; XX of cursief = enige vorm; / = in de woordenboeken: het woord of het meervoud wordt niet vermeld; / = in de kranten: minder dan 10 vb.

of: niet te achterhalen omdat het archief dit niet toelaat; / = op >Google: minder dan 100 vb. De cijfers voor Google en de kranten zijn afgeronde percentages.

WL VD Gnl AD NRC Gbe LN Sta

analeptica / X 80 / / 70 / /

antependia / X 100 / / / / /

aquaria X ums 85 80 95 60 50 65

arboreta X ums 95 / / 80 / /

athenea X X 95 / 85 95 90 95

atria X ums 95 / 100 95 / /

auditoria X X 80 / 100 80 100 95

centra X X 99 95 99 99 100 100

columbaria X ums / / / 90 / 85

conservatoria X ums 85 100 100 95 / 100

consortia X ums 95 100 95 95 90 95

crematoria X ums 99 100 99 99 100 100

datum(dag) X ums 70 / 100 / / /

dispensaria X X 95 / / 95 / 100

dolfi naria X XX 70 / / 90 / /

funeraria .XX X 100 / / 75 / 100

gymnasia X ums 99 100 99 95 / /

herbaria X ums 99 / 100 / / /

honoraria X X 99 100 100 99 100 100

(5)

imperia X ums / / 90 / / 85

jubilea X X 90 95 99 80 / 90

laboratoria X X 95 95 99 99 99 100

lectionaria / X 99 / / / / /

lycea X X 95 / 100 99 / /

mausolea X ums 70 / 65 90 / 70

memoranda X ums 80 / 90 90 / 100

moratoria X ums 95 / 100 / / /

musea X ums 95 90 99 95 90 90

neuroleptica / X 100 / 100 100 / /

observatoria X ums 99 / 100 99 / 100

oratoria X ums 99 / 100 99 / 95

ossuaria X X 90 / / 90 / /

panoptica X ums 90 / / 95 / /

parallellepipeda X ums 70 / / 95 / /

participia X ums 100 / / / / /

pessaria X X 90 / / / / /

planetaria X ums 75 / 100 95 / /

podia X ums 95 95 99 90 90 95

postscripta X ums 95 / / 95 / /

practica X ums 99 / 100 99 / /

preludia X ums 90 / / 90 / /

preterita X ums 95 / / 90 / /

quota X ums 99 100 100 99 100 100

refectoria X ums 95 / / / / /

referenda X ums 99 100 95 95 95 85

repertoria X X 99 / / 99 / /

sanatoria X ums 99 / 99 95 / 100

seminaria X X 99 / 100 / / /

spectra X ums 99 / 100 99 / /

stadia X ums 99 80 99 99 95 95

stipendia X ums 99 / 100 99 / /

symposia X X 99 100 100 95 / 95

terraria X ums 70 75 95 80 / 50

(6)

territoria X ums 95 / 100 99 100 100

unica X ums 100 100 100 / / /

visa X X 99 / 99 90 70 /

vocabularia X XX 95 / / 99 / /

1.2. Duidelijke voorkeur voor -ums

ultimatums: het WNT vermeldt nog beide vormen, de Woordenlijst en de Grote van Dale alleen -ums. Door de beperking van de zoekopdracht op Google (de ultimatums / ultimata) waren er zowel voor NL als voor BE minder dan de nodig geachte 100 voorbeelden, maar er was toch een duidelijke voorkeur voor ulti- matums. Ook Het Laatste Nieuws (80%) en De Standaard (95%) verkiezen deze vorm, maar eigenaardig genoeg waren er in NRC meer voorbeelden (65%) van ultimata.

1.3. Twee onduidelijke gevallen

forums / fora: In de Woordenlijst, de Nederlandse kranten en in De Standaard is er een voorkeur voor fora. De Grote van Dale, Google(nl) en Het Laatste nieuws geven de voorkeur aan forums. Op Google(be) waren er nagenoeg evenveel voor- beelden van beide meervoudsvormen.

criteriums / criteria: in de algemene betekenis van ‘maatstaf’ is het meer- voud altijd criteria. Als wielerterm kan het volgens Van Dale de twee meer- voudsuitgangen hebben. Ook de Woordenlijst vermeldt criteria en criteriums, maar gewaagt niet van een betekenisverschil. Omdat het onmogelijk was op Google in duizenden voorbeelden het betekenisverschil op te sporen, heb ik wielercriteriums / wielercriteria (die noch de Woordenlijst noch Van Dale als trefwoord vermelden) opgezocht. Op Google(nl) en op Google(be) was er een overduidelijke voorkeur voor voor de vorm op -s, resp. 90 en 80%. In de Neder- landse en de Vlaamse kranten waren er te weinig voorbeelden om er iets zinnigs over te kunnen zeggen.

1.4. Gevallen waar men bij gebrek aan voldoende voorbeelden, zowel op Google als in de kranten, slechts op de eventuele voorkeur in de Woordenlijst, de Grote van Dale en eventueel het WNT kan wijzen.

Voor de volgende substantieven op -um vermeldt de Woordenlijst als eerste meer- voudsvorm -a, terwijl Van Dale telkens de voorkeur geeft aan -s .Voor zover het WNT het woord opgenomen heeft en een meervoud opgeeft, staat dit tussen haakjes:

(7)

benefi cium, compendium, kwantum, metrum (WNT: a), mundomotorium, offertorium, patri- monium, perfectum, plectrum, presbyterium, pretorium, proscenium, sanctuarium, serum, sis- trum, testimonium (WNT: a), trapezium.

Bij drie andere substantieven op -um zijn de WL en VD het eveneens oneens:

voor novum en vacuüm geeft VD de twee meervouden, met een voorkeur voor nova en vacua, de enige vorm die WL opgenomen heeft. Bij parabellum vermeldt VD ook twee meervouden, nu met een voorkeur voor parabellums, de enige vorm die de WL honoreert.

In twee andere gevallen, interregnum en ovarium, vermeldt de WL beide meervouden met een voorkeur voor de vorm op -a, de enige die VD opgenomen heeft.

Voor tonicum zijn de WL en VD het eens: de meervoudsvorm op -a heeft de voorkeur.

Conclusie

• De Woordenlijst en de Grote van Dale zijn het in bijna 40% (36 op 57) van de in tabel 1.1 opgevoerde gevallen oneens over de voorkeursvorm.

In al deze gevallen heeft de Woordenlijst het bij het goede eind: de voor- keur voor -a wordt niet alleen bevestigd door Google(nl) en Google (be) maar ook, voor zover er genoeg voorbeelden werden gevonden, door de onderzochte Nederlandse en Vlaamse kranten.

• Een vergelijking van de percentages voor het Noorden en het Zuiden laat zien dat er vooral graduele verschillen zijn tussen de twee delen van het taalgebied. In enkele gevallen zijn er echter grotere verschillen: bij aqua- rium heeft -ums in het Zuiden wat meer succes dan in het Noorden (Het Laatste Nieuws vermeldt zelfs beide meervoudsuitgangen even vaak), maar -a heeft toch de voorkeur. Een ander voorbeeld van dit type is ter- rarium, waar de meervoudsvorm terrariums in De Standaard even vaak voorkomt als terraria, wat niet wegneemt dat dit laatste meervoud elders overal de voorkeur heeft.

• In al de gevallen waar er een voorkeur is van 99 of zelfs 100% voor de vorm op -a kan men zich afvragen waarom de Grote van Dale de vorm op -ums nog vermeldt. Er zou op zijn minst moeten bij staan dat hij onge- bruikelijk, zo niet morsdood is.

2. De Latijnse substantieven op -us

Er zijn naast enkele zeldzame gevallen, zoals dactylus (dactyli / dactylen), cul- tus (culten), genius (geniën), genus (genera), latus (latera), opus (opera), tempus (tempora), plesiosaurus (plesiosaurussen / plesiosauria), casus en lapsus (-sen of mv = ev), vooral twee belangrijke meervoudsuitgangen:

(8)

a) een meervoud op -i

abacus, ablativus, academicus, accusativus, agnosticus, alcoholicus, alumnus, analyticus, anonymus, astmaticus,botanicus, chemicus, cholericus, classicus, clericus, criticus, cumulus, cynicus, diabeticus, dialecticus, didacticus, dogmaticus, eclecticus, emeritus, empiricus, epi- lepticus, examinandus, fanaticus, fl egmaticus, foneticus, fysicus, grafi cus, grammaticus, histo- ricus, intimus, mathematicus, mechanicus, melancholicus, mimicus, modus, musicus, mysti- cus, neerlandicus, numismaticus, opticus, ordinarius, peripateticus, polemicus, promovendus, romanticus, satiricus, scepticus, schismaticus, scholasticus, statisticus, stimulus, tacticus, tech- nicus, theoreticus, tragicus, tumulus

Ze zijn makkelijk te onthouden, want behalve cumulus, modus en tumulus, zijn het allemaal persoonsnamen.

b) een meervoud op -ussen

abortus, argus, bonus, cactus, campus, catechismus, cerberus, circus, conus, cosinus, cursus, dinosaurus, discus, eucalyptus, focus, fœtus, krokus, kubus, lazarus, lotus, majordomus, mo- dulus, nonius, octopus, omnibus, passus, plus, primus, prospectus, rebus, ritus, sinus, stradiva- rius, taxus, uterus, virus

Ook die zijn eigenlijk makkelijk te onthouden: er zijn maar vijf persoonsna- men: cerberus, foetus (?), lazarus, majordomus en primus.

c) een meervoud op -ussen of op -i

2.1. Duidelijk meervoud op -i

WL VD Gnl AD NRC Gbe LN Sta

catalogi X X 70 90 95 75 75 90

cycli X X 80 90 95 80 80 95

doctorandi X X 99 / 20 99 / 100

menisci ussen ussen 80 / / 70 / /

papyri ussen ussen 95 / 85 80 / /

practici X / 99 / 100 99 / /

syllabi X ussen 99 / 100 95 / /

2.2. Duidelijk meervoud op -ussen

WL VD Gnl AD NRC Gbe LN Sta

radiussen X X 95 / / 95 / /

(9)

2.3. Gevallen waar men bij gebrek aan voldoende voorbeelden, zowel op Google als in de kranten, slechts op de eventuele voorkeur in de Woordenlijst, de Grote van Dale en eventueel het WNT kan wijzen.

Van Dale geeft de voorkeur aan infi rmariussen, tonussen (geen van beide in de Woordenlijst), en, samen met de WL, aan nuntiussen, anderzijds aan oculi en usufructuarii (ook niet inWL). Het WNT vermeldt echter als eerste vorm usufruc- tuariussen. Van Dale geeft als enige vorm termini, dat ook in de Woordenlijst de voorkeur heeft.

Conclusie

Bij de voorkeursvorm van het meervoud van catalogus, cyclus en doctorandus zijn de Woordenlijst en Van Dale het eens en volgens Google (in de kranten waren er, met uitzondering van NRC, te weinig voorbeelden) hebben ze het bij het rechte eind. Heel eigenaardig is dat NRC in 80% van de gevallen de voorkeur geeft aan doctorandussen.

Bij syllabus zijn ze het weer oneens, maar het door Van Dale als eerste ver- melde syllabussen komt nauwelijks voor. Ook practici (dat door Van Dale niet vermeld wordt) is nagenoeg de enige meervoudsvorm. Bij meniscus en papyrus vergissen ze zich allebei: de vorm op -i is de enig gebruikelijke. Radius is hier het enige substantief op -us waar er een duidelijke voorkeur is voor een meer- voud op -ussen, wat door WL en VD gesignaleerd en door Google bevestigd wordt.

Ook hier kan men zich weer afvragen of de woordenboeken in alle gevallen nog de twee meervoudsuitgangen moeten vermelden. Ze zouden ten minste erop moeten wijzen dat een van beide (erg) ongebruikelijk is.

3. De Latijnse woorden op -a

Volgens de woordenboeken zijn er, naast liquida dat alleen een meervoud op -ae heeft, een aantal Latijnse woorden op -a die een dubbel meervoud op ‘s of op -ae hebben.

3.1. Duidelijke voorkeur voor ‘s

WL VD Gnl AD NRC Gbe LN Sta

collega’s XX X 95 / 95 95 / /

mensa’s XX ae 80 / / / / /

supernova’s XX / 90 / 90 / / 90

(10)

3.2 Gevallen waar men bij gebrek aan voldoende voorbeelden, zowel op Google als in de kranten, slechts op de eventuele voorkeur in de Woordenlijst, de Grote van Dale en eventueel het WNT kan wijzen.

Voor clavicula en summa geven de Woordenlijst en Van Dale de voorkeur aan -‘s;

bij charta en urethra zijn ze het oneens: de WL vermeldt als enige vorm charta’s en geeft ook de voorkeur aan urethra’s, terwijl VD in beide gevallen -ae als eerste meervoudsvorm vermeldt.

Conclusie

Misschien is de WL iets te streng door bij de drie in de tabel opgevoerde substan- tieven nog uitsluitend ’s te vermelden, maar VD zou ten minste in alle drie de gevallen ’s als eerste vorm moeten opgeven en erbij zeggen dat de vorm op -ae (erg) ongebruikelijk is. Voor collega (het enige van de hier besproken woorden dat in het WNT staat) vermeldt het WNT alleen een meervoud op ’s dat dus al zeer oud is.

4. De Latijnse woorden op -ex en -ix

WL VD Gnl AD NRC Gbe LN Sta

indices indexen indexen 75 70 65 55 50 50

matrices XX XX 90 / 60 95 / /

Over simplex en rectrix kunnen we bij gebrek aan voldoende voorbeelden al- leen zeggen dat de WL en VD de voorkeur geven aan rectrices en dat ze het oneens zijn over het meervoud van simplex: de WL verkiest simplexen en VD simplicia.

Conclusie

Het meervoud van index is een eigenaardig geval van een dubbele tegenstelling tussen de twee woordenboeken enerzijds (de voorkeur in de woordenboeken stemt niet overeen met de voorkeur op Google en in de Nederlandse kranten) en tussen Noord en Zuid anderzijds.

Bij matrix rijst dan weer de vraag of de WL en VD niet te eenzijdig alleen maar het Latijnse meervoud vermelden.

5. De Latijnse woorden op -men: -s of -ina

WL VD Gnl AD NRC Gbe LN Sta

examens X X 99 100 100 99 / 100

(11)

specimens X X 75 / 20 95 / /

tentamens X X 99 100 100 99 / /

Behalve in NRC heeft de Nederlandse meervoudsuitgang de Latijnse nage- noeg verdrongen.

6. De Grieks-Latijnse substantieven op -is: -es of -issen

WL VD Gnl AD NRC Gbe LN Sta

bases X issen 85 95 99 50 50 50

crises X issen 75 90 95 25 25 25

doses X issen 95 90 99 45 15 30

Conclusie

De voorkeur van de Woordenlijst voor het Griekse meervoud wordt bevestigd door Gnl en de Nederlandse kranten. Daarentegen wordt in het Zuiden vaker de Nederlandse meervoudsuitgang gebruikt (behalve voor basissen / bases die eigen- aardig genoeg even vaak voorkomen), wat overeenstemt met de voorkeur van de Grote van Dale.

7. De Griekse substantieven op -ma: ’s of ta

7.1. Duidelijke voorkeur voor -’s

WL VD Gnl AD NRC Gbe LN Sta

axioma’s XX X 90 / 90 99 / /

dogma’s X X 99 / 99 99 100 /

emblema’s X X / / 100 / / /

lemma’s X ata 75 / 80 95 / /

paradigma’s X X 90 / 90 95 / /

prisma’s X X 95 / 100 95 / /

schema’s X X 95 / 99 99 / /

schisma’s X X 80 / 100 95 / /

stoma’s X ata 80 / 100 85 / /

thema’s XX X 99 / 100 99 90 /

trauma’s X X 95 / 99 90 100 100

zeuma’s X ata 99 / / 99 / /

(12)

7.2. Duidelijke voorkeur voor -ta, hoewel de WL en VD als eerste vorm ’s vermelden: stigmata: op Gnl en in NRC: 70 % en op Gbe zelfs 90 %.

Conclusie

Behalve voor stigma is er voor deze substantieven in Noord en Zuid een duidelij- ke voorkeur voor de Nederlandse meervoudsuitgang.

8. Italiaanse substantieven op -o

Er zijn hier drie mogelijkheden:

a) een Italiaans meervoud op -i:

antipasto, graffi to, paparazzo

b) een Nederlands meervoud op -s:

allegretto, allegro, cappucino, corso, crescendo, divertimento, impresario, larghetto, piano, piccolo, pizzicato, presto, rondo, scenario, scherzo, staccato, tremolo, zucchino

c) een dubbel meervoud op -i of -s:

8.1. Duidelijke voorkeur voor ‘s

WL VD Gnl AD Nrc Gbe LN Sta

cello’s XX X 95 / 30 65 / /

fortissimo’s i XX 80 / 45 80 / /

getto’s XX X 100 / 100 100 / /

glissando’s / i 95 / 10 90 / /

intermezzo’s XX X 70 / 50 80 / /

solo’s XX X 90 / 70 70 / /

tempo’s XX X 65 / 5 80 / /

8.2. Duidelijke voorkeur voor -i:

W VD Gnl AD NRC Gbe LN Sta

concerti X X 95 / 60 95 / /

saldi X os 90 / 85 90 / /

(13)

8.3. Gevallen waar men bij gebrek aan voldoende voorbeelden, zowel op Google als in de kranten, slechts op de eventuele voorkeur in de Woordenlijst, de Grote van Dale en eventueel het WNT kan wijzen:

Voor conto vermelden zowel de WL als VD als eerste vorm conti. Voor porto daarentegen geven ze beide de voorkeur aan porto’s.

Conclusie

In een aantal gevallen zijn de Woordenlijst en de Grote van Dale het weer niet eens over de meervoudsvorm die de voorkeur heeft: meestal heeft de WL het bij het goede eind, behalve bij fortissimo. De WL heeft er ook goed aan gedaan nog maar getto’s te vermelden, want het alleen door VD gehonoreerde getti kom je nergens tegen. Anderzijds is het vreemd dat de WL celli, intermezzi en tempi niet vermeldt, die (waarschijnlijk als vakterm) in NRC even hoog of zelfs veel hoger scoren dan de vorm op ‘s. Bij glissando, dat de WL helemaal niet als substantief opgenomen heeft, is de NRC het helemaal eens met VD maar niet met Gnl.

Algemene conclusie

We constateren dat de Woordenlijst en de Grote van Dale het in heel wat geval- len oneens zijn over de voorkeursvorm: voor de Latijnse substantieven op -um geeft VD nog vaak de voorkeur aan de Nederlandse meervoudsuitgang -ussen, terwijl de WL als eerste vorm -a vermeldt, wat door Google en de kranten in Noord en Zuid bevestigd wordt. Slechts bij aquarium heeft het meervoud op -s meer succes in het zuiden dan in het Noorden, al tref je er toch nog vaker de vorm op -a aan.

Van de 164 hier besproken substantieven op -um, die ik in het “Invert Woor- denboek van het Nederlands”(3) gevonden heb, hebben er 75 % uitsluitend (40%) of bij voorkeur (35%) een meervoud op -a. Slechts 10 % hebben uitsluitend (9%) of bij voorkeur (1%) een meervoud op -s. De percentages van tabel 1.1 wijzen in de meeste gevallen echter duidelijk in de richting van een uitsluitend gebruik van de meervoudsvorm op -a, hoewel de WL en vooral VD nog aan een dubbel meervoud schijnen te geloven. Over de overige 24 gevallen (15%) kunnen we bij gebrek aan een voldoende aantal voorbeelden niets zeggen.

In het WNT staan maar 31 van de 164 substantieven op -um: voor iets meer dan de helft ervan vermeldt het WNT beide meervoudsuitgangen, zonder dat het altijd duidelijk is of een van de twee de voorkeur heeft:

aquarium, arboretum, atheneum, atrium, auditorium, lyceum, museum, repertorium, stadium, trapezium, triforium, ultimatum, unicum, velum, visum, vivarium, votum.

(14)

Onder de resterende zijn er 6 waar slechts een meervoud op -s gesignaleerd wordt, nl.:

datum, jubileum, parallellepipedum, planetarium, podium, refectorium en 8 die alleen een meervoud op -a krijgen, nl.: antependium, gymnasium, metrum, referendum, testimonium, tonicum, vacuüm, vocabularium.

Aangezien de substantieven waarvoor het WNT slechts een meervoud op -s signaleert nu alle zes bij voorkeur of zelfs uitsluitend een meervoud op -a hebben, kan men misschien concluderen dat de evolutie naar -a te verklaren is door een soort assimilatie aan de veel talrijkere substantieven op -um die alleen of bij voor- keur deze meervoudsuitgang krijgen.

Bij de substantieven op -us heeft het meervoud op -i ook terrein gewonnen, dat blijkt duidelijk uit tabel 2.1. Daarop wijst ook het feit dat het WNT alleen catalogussen vermeldt, een meervoud dat zelfs in de Grote van Dale niet meer de voorkeur heeft en in de praktijk haast niet meer voorkomt.

Ook bij de substantieven op -a (bv. collega), -men (bv. examen) heeft de Nederlandse meervoudsuitgang de Latijnse verdrongen. Het WNT vermeldt trou- wens al uitsluitend collega’s, examens en tentamens. Over de substantieven op -ex (index) en -ix (matrix) kunnen we niet veel zeggen, want er zijn te weinig verte- genwoordigers van deze categorie.

Voor de Grieks-Latijnse substantieven op -is (basis) is er een duidelijke te- genstelling tussen Noord en Zuid: in het Noorden heeft het Griekse meervoud op -es standgehouden, in het Zuiden heeft het Nederlandse meervoud op -issen het pleit gewonnen. Opmerkelijk is dat al het WNT het meervoud bases “gewoonlijk”

noemt. Er zijn slechts enkele van deze tegenstellingen tussen Noord en Zuid: over het algemeen constateert men een grote homogeniteit in de twee delen van het taalgebied.

Met uitzondering van stigma is er bij de Griekse substantieven op -ma een duidelijke voorkeur voor het Nederlandse meervoud op -s. Dit zien we ook al in het WNT: slechts voor axioma wordt nog een dubbel meervoud vermeld, de andere substantieven (voor zover het WNT ze opgenomen heeft of een meervoud opgeeft) hebben, met uitzondering van stigma, uitsluitend een meervoud op ‘s.

Ook bij de Italiaanse substantieven op -o vindt men veel vaker het Nederland- se meervoud op -s, behalve bij concerto en saldo. Het WNT vermeldt naast (al- leen) solo’s en tempo’s uitsluitend intermezzi, dat echter nu minder gebruikelijk is dan intermezzo’s. Opmerkelijk is hier de tegenstelling van concerti met de andere muzikale termen die, behalve in NRC, meestal de Nederlandse meervoudsuitgang krijgen, al zal men in vakkringen misschien vaker het Italiaanse meervoud ge- bruiken. Bij gebrek aan genoeg voorbeelden van meervoudsvormen bij zeldzame woorden is het in een aantal gevallen onduidelijk of het inheemse meervoud het uitheemse meervoud al verdrongen heeft, maar waar het wel duidelijk is dat er in

(15)

de praktijk nog maar één vorm voorkomt (met uitzondering van de Latijns-Griek- se substantieven op -es, is dit het Nederlandse meervoud), zouden de ANS, de WL en vooral de Grote van Dale daarmee rekening moeten houden en ofwel het onge- bruikelijke meervoud niet meer vermelden of er op zijn minst bij moeten zeggen dat het minder gebruikelijk is. Anders zetten ze vooral de vreemde taalgebruiker op het verkeerde been.

Noten

S. Theissen, Over mannen, lieden, lui en andere mensen. De meervouden van de persoonsnamen op -man: een geval van taalin- / onstabiliteit, in: Verslagen en Mededelingen van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, jg. 2001, afl . 2, p. 233–257.

S. Theissen, Dubbel meervoud -(e) / -s, in: Handelingen LVII der Koninklijke Zuid-Nederlandse Maatschappij voor Taal- en Letterkunde en Geschiedenis, 2004, p. 89–116.

S. Theissen, M. Esch, Ph. Hiligsmann, Invert Woordenboek van het Nederlands, C.I.P.L., Luik, 1988.

S. Theissen, Ph. Hiligsmann, Supplement op het Invert Woordenboek van het Nederlands, C.I.P.L., Luik, 1993.

Cytaty

Powiązane dokumenty

Wywiązując się z zadania przesłania zobowiązanemu upomnienia, wierzyciel uświadamia go o konsekwencjach niezrealizowania obowiąz- ku. Upomnienie zaś nie ma za zadanie

W dziale: Studia i Materiały Rocznika 2008 „Wiadomości Konserwatorskich Województwa Lubelskiego" znalazł się też ma­ teriał informacyjny o Nagrodzie

Trzeba dodać, że sumienie, podnoszące naszą naturę na poziom mo­ ralny dobra i zła dzięki inteligencji i woli, a przez łaskę przemieniające ją w kierunku

Całość zaś problematyki związanej z tą myślą przedstawia w strukturze siedmiu rozdziałów obejmujących kolejno: postawienie problemu i wyznaczenie teoretycznej płaszczyzny

Jak można zauważyć, w ciągu dekady jedynie dwa kraje – Chiny i Węgry – odnotowały znaczny wzrost udziału omawianej grupy towarowej w eksporcie ogółem, lecz z tych

In order to investigate the benefits of aeroelastic tailoring and morphing, this dissertation presents a dynamic aeroelastic analysis and optimisation framework suitable for the

W dziedzinie języka możemy jednak mówić o szczególnych zainteresowaniach: studenci bardzo interesują się językiem reklamy i biznesu, a czasem nawet językiem polityki, choć

Gdy jednak mówi się o różnych kategoriach szlachty, czy mieszczan (posesjonatów, nieposesjonatów, owej dość mitycznej inte­ ligencji mieszczańskiej), chciało by