WERKTUIGKUNDIGE MEET- EN REGELTECHN1EK
Semenvating: Gegeven wordt een versiag van de in 1973
uitgevoerde proeven met de simulator van TNO-IWECO. Ilierbij wordt in het hijzonder aandacht besteed aan de mathematische modellen van de gesimuleerde schepen, de uiteindelijke opzet van de proeven en de geobserveerde proefperzonen.
In hot laatste hoofdstuk worden de te verwachten resultaten behandeld.
Schri1er: W. \Te1dhjyzen
lite1: "Overzicht van de in het kader van het onderzoek naar de besturing
van schepen uitgevoerde proeven bij
TN O - I W ECO
Rapport nr.: N-96
Datum: i november 1973
Dit onderzoek Icon tot stand komen dankzij
financile steun van hot
Nederlands Scheeps Studie Centrum.
lotaal an(d paginas:
i
7N-96-2-.INHOUD biz. I INLEIDING 3 II DE NANOEUVREEREIGENSCHAPPEN VAN DE GESIMULEERDE SCHEPEN III DE FROEFPERSONEN 9
IV DE OPZET VAN DE POEVEN 10
V DE UITVOERING VAN DE PROEVEN 13
VI MOGELIJKE RESULTATEN EN KONTINUERING 15 VAN HET ONDERZOEK
LITERATUUR 16
I. INLEIDING
Door de sektie Mens-Nachine Systemen van het Laboratorium voor
Werktuigkundige Meet- en Regeltechniek van de Technische
Hogeschool te Deift wordt reeds enkele jaren onderzoek verricht
naar het gedrag van de mens als bestuurder van een schip. Dit
onderzoek wordt uitgevoerd in samenwerking met het Laboratorium
voor Scheepsbouwkunde van de Technische Hogeschool en het
Instituut voor Werktuigkundige Constructies (TNO-IWECO) te Deift.
Dit onderzoek heeft o.a. tot doel:
Het verkrijgen van inzicht in het dynamisch gedrag van het
door de mens bestuurde schip.
Bet opstellen van kriteria t.a.v. de bestuurbaarheid
van
schepen.
Bet verkrîjgen van kennis t.b.v. het ontwerpen van havens,
vaargeulen, enz.
! Bet verkrijgen
van kennis t.b.v. het ontwerpen van nieuwe
nautische instrumenten.
Getracht wordt dit doel te bereiken door het opstellen
van
een mathematisch model voor de beschrijving van het gedrag
van de roerganger.
In 1972 zijn in het kader van dit onderzoek experimenten
uitgevoord met de simulator van TN0-I'EC0. Op grond
van deze
resultaten is een mathematisch model opgesteld voor het
gedrag van de roerganger van een 200.000 tdic tanker (i).
Na analyse van de resultaten is de behoefte ontstaan de
toepasbaarheid van het model ook voor andere situaties
na
te gaan (andere scheepstypen en andere koersopdrachten), het
model zonodig te verbeteren en inzicht te verkrijgen
in de
waarden van de modelparameters afhankelijk van het te besturen
schip. Daartoe zijn in 1973 gedurende drie weken circa
250
proeven uitgevoerd, waarbij eveneens van de
inanoeuvreersimu-lator van TNO-IWECO gebruik is gemaalct.
In dit rapport wordt een overzicht
gegeven van de uitgevoerde
proeven. In het laatste hoofdstuk worden enkele voorlopige
resultaten en de te verwac]ten resultaten beschreven.
N-96-4E-II. DE MANOEUVREEREIGENSCHAPPEN VAN DE GESIMULEERDE SCIIEPEN
De manoeuvreereigenschappen van de te simuleren schepen moesten voldoen aan de volgende eisen:
I. De karakteristieken moesten realistisch zijn, d.w.z. dat het denkbaar is, dat er een schip bestaat waarvan de
manoeuvreereigenschappen overeenkomen met de eigenschappen van het te simuleren schip.
2. Net betrekking tot de manoeuvreereigenschappen moesten de gesimuleerde schepen representatief zijn voor alle
be-staande schepen.
De gesimuleerde schepen kunnen ingedeeld worden in drie categorien m.b.t. de stationaire karakteristiek (d.i. het
verband tussen de roerhoek 5 en de hoeksnelheid 1() in
stationaire toestand):
Schepen met een min of meer lineaire karakteristiek
(zie fig. la).
Schepen met een (hysteresis) lus in de stationaire karakteristiek. Dit zijn de zogenaamde koersinstabiele schepen (zie fig. lb).
3.. Schepen met een karakteristiek waar een dode zone in voor-komt. Schepen, uitgerust met twee schroeven en
midscheeps geplaatst roer, kunnen een dergelijke karakte-ristiek vertonen (zie fig. ic).
Elk der drie categorien.kunnen verder verdeeld worden in
Zeer snel reagerende schepen (b.v. kustvaarders).
Normaal reagerende schepen (b.v. normale koopvaardijschepen). Zeer langzaam reagerende schepen (b.v. grote tankers).
Voor de besturing van de simulator moest een model gekozen worden dat voldeed aan de voigende eisen:
Het model moest eenvoudig van vorm zijn, i.v.m. de verdere verwerking van de proefresultaten.
lIet instellen van een nieuw schip moest zondor veel
tijd-verlies kunnen gebeuren.
Het model moest alle bovenbeschreven karakteristieken
Fig. la
\roorbee]d van een min of meer
lineaire karakteristiek.
Fig. lb
Voorbeeld van een instabiele
karakteri stiek.
Fig. Ic
Voorbeeld van eeñ karakteristiek met een dode zone.
Gekozen is een model, dat grote ,gelijkenis vertoont met een
model, gegeven door Norrbin (2 en
3).
Hetmodele
in feitehet eerste orde model van Nomoto (tj) uitgebreid met enkele niet-lineaire termen, heeft de volgende gedaante:
3 .1/3
T+a1ia2ií, +a3tji
waarin: = deviatie;
= roerhoek;
= hoeksnelheid van het schip = d 1p/dt; = hoekvêrsnelling van het schip =
d T = tijdkonstante; K = versterkingsfaktor; a1, 2 a3 = cof'ficienten. (i)
N-96-6--Door voor a1, a2, a3 en K geschikte waarden te kiezen, kan de gewenste vorm van de stationaire karakteristiek benaderd
worden.
Opgemerkt kan worden, dat de cofficient T, die hierboven wordt aangegeven als tijdkonstante, strikt genomen geen
tijdkonstante is, maar een konstante met de tijd als dimensie; deze zegt lets over de sneiheid waarmede het schip reageert. Voor de simulatie van het gedrag van de stuurmachine is gebruik
gemaakt van ceri eerste orde differentiaal vergelijking van de volgende vorm:
T (5 + (5 = (Sg (2)
waarin T6 = tijdkonstante = 1 sek;
(5 = stand van het stuurwiel;
g
6 = stand van het roer.
Onidat de hoeksnelheid van een roer niet groter kan worden dan een zekere eindige waarde moet begrensd worden. Het totale stelsel vergelijkingen voor het gedrag van de
stuurrnachine wordt derhalve:
T6 +
= (2)
max (3)
Voor (S is 3°/sek. genomen. In tabel i is een overzicht
max
gegevan van de bij de proeven gebruikte waarden voor T, K,
a1, a2 en a3. Er zijn schepen gesimuleerd met zes verschillende stationaire Icarakteristieken (zie fig. 2). Voor de konstante T zijn drie waarden gebruikt (n.l. 10, 50 en
250
sek.).Er zijn derhalve 18 verschillende kombinaties mogelijk.
In verband met de beperkte tijd zijn niet al deze koinbinaties
onderzocht, doch alleen de kombinaties zoals gegeven in
genoemde tabel 1. Aangenomen mag worden, dat deze kombinaties echter een voldoende inzicht geven in het gedrag van de
kcir.
0.6
4
Fig. 2. Resultaten van spiraalproeven met het mathematisch model.
Voor de waarden van de parameters zie
tabel 1.
5 in graden, i4i in graden/sek.
0.2
o
_- -6
-02 16
--0.4
-
N-96-8-TABEL 1. Overzicht van de waarden van de parameters in het model voor de beschrijving van het
gec!rag van de te sirnuleren schepen.
Karaicteristiek Parameters a1 a2
a3
K TI
1 5 0 -0,05 10 1 5 0 -0,05 50 1 5 0 -0,05 250 II 0 5 0 -0,05 10 0 5 0 -0,05 50 III -1 5 0 -0,05 lo -1 5 0 -0,05 50 -1 5 0 -0,05 250 IV -1 5 0 -0,025 10 -1 5 ( -0,025 50 V -1 5 1 -0,1 10 -1 5 1 -0,1 50 -1 5 1 -0,1 250 VI -1 5 1 -0,05 10 -1 5 1 -0,05 50III. DE PROEFPERSONEN
De proefpersonen waren acht leerlingen
van de Hogere
Zeevaartschool te Amsterdam. Hun
rang hep uiteen van
matroos tot derde stuurman. De ervaring in het besturen
van schepen bepericte zich meestal tot het besturen
van
kustvaarders of normale koopvaardijschepen (tot
circa
10.000 ton). Geen enkele proefpersoon
had enige ervaring
niet grotere schepen.
De proefpersonen hadden de instruktie de schepen te
besturen op dezelfde wijze als zij dat ook
in
werkelijic-heid plachten te doen.
N 9610
-.1V. DE OPZET VIN DE PROEVEN
Voor het uitvoeren van de proeven is gedurende drie weken de simulator van TNO-IWECO ter beschikking gesteld. Door-dat er naar gestreefd is het mathematisch model voor de beschrijving van het gedrag van het schip eenvoudig van
vorm te houden, konden van deze simulator alleen het kornpas, de hoeksnelheidsrneter (rate of turn indicator) en de
roer-standmeter worden gebruikt. De hoeksnelheidsmeter is bij
deze proeven orn de rolgende redenen niet gebruikt:
De nauwkeurigheid van de op de simulator aanwezige hoeksnelheidsrneter zou in dit geval (zonder storingen) veel groter zijn dan in een vergelijkbare
praktijk-situatie.
Het ligt in de bedoeling orn de invloed van de hoeksnel-heidsmeter op het gedrag van de roerganger in een
af-zonderlijke reeks experimenten te analyseren. Het is dan eenvoudiger uit te kunnen gaan van een mathematisch model van de roerganger opgesteld voor het geval dat er geen hoeksnelheidsmeter gebruikt is. Op deze wijze kan het verschil tussen beide situaties aangegeven worden. Tijdens de proeven moesten de proefpersonen met vijfticn verschillende schepen (zie tabel i) een aantal koersver-anderingen uitvoeren. De duur van een proef is afhankelijk gesteld van de grootte van de tijdkonstante van het te be-sturen schip n.i. 10 min. voor T = 10 sekt 20 min. voor
T = 50 sek eri 40 min voor T = 250 sek.
Voor elke proef werd de proefpersoon gedurende enkele minuten gelegenheid gegeven enigszins met hot schip ver-trouwd te worden.
De te varen koers werd digitaal aangegeven op een meter; veranderde de opgegeven koers dan kionk gedurende enkele
sekonden een geluidssignaal. Bij elke proef is gebruik ge-maakt van dezelfde reeks opdrachten, d.w.z dat bij de
proeven met ceri tijdsduur van 20 en 10 minuten de opdrachten twee resp. viermaal zo snel gegeven werden als bij de 4o minuten durende proeven.
De te varen koersen bestonden uit een periodiek "signaal (met periode veertig, twintig of tien minuten) waarvan bet beginpunt willekeurig is teneinde herkenning door de
roer-ganger te voorkornen. Tot dit dod werd ook de nominale koers, d.i. de koers van waaruit de andere koersen werden opgegeven, enkele malen van waarde veranderd. Orn de invloed van de grootte van de koersveranderingen na te kunnen gaan, is ook cen iantal
proeven uitgevoerd waarbij de sprongen in de opgegeven koers 'twee maal zo groot zi.jn gemaakt. In dit geval wordt in dit
rapport gesproken over het B-testsignaal in tegenstelling tot het A-testsignaal. In figuur 3 is een periode van het A-signaal gegeven voor een proef van 40 minuten.
Voor het uitvoeren van de proeven zijn de proefpersonen ver-deeld in twee groepen (p.p. A i t/m 4 en p.p. B i t/m
4).
De reden hiervoor is dat het teveel tijd zou vergen orn elke proefpersoon elk schip te laten besturen.
In tabel 2 is een overzicht van de geplande proeven gegeven. Er is naar gestreefd orn elke proef twee keer uit te voeren, teneinde na te kunnen gaan in 'hoeverre de resultaten konsistent
ziin.
In tabel 2 zijn de waarden van de tijdkonstante T gegeven per stationaire karakteristiek, per testsignaal en per groep
proefpersonen, waarvoor de proeven gepland zijn. De volgorde van de proeven is willekeurig gekozen teneinde do invloed van leereffekten zo goed mogelijk te elimineren.
Na afloop van elke proef is door de proefpersoon een
formu-lier inge-vuld met een aantal vragen over de door hem
uitge-voerde proef. De bedoeling hiervan is na te kunnen gaan hoe bepaalde dynamische eigenschappen van een schip door de roerganger beoordeeld werden en in hoeverre bepaalde
-I
20
N-96-12-Fig. 3. Een periode van ht A-signaal (de te varen koers
lPg als f'unktie van de tijd t) voor een proef' van +0 minuten.
TABEL 2. Overzicht van de geplande proeven
(elke prod indien mogelijk 2 x uit te voeren)
Station.
karakteristiek
Signaal A Signaal B Groep A Groep B Groep A Groep B
I = 10
T=
10T=
10 T=
10 50 50 50 50 250 250 250 250 II - lo - 10 - 50 -50
III
10-
10 50 - 50 -250 - 250-IV
10-
10 -50 -50
-V - 10 10-
50-
5°
-
250 250 VI - 10 - lo - °-L
[grad 10 0 nornin(e k oerDE UITVOERING VAN DE PROEVEN
In totaal zijn 26i proevenuitgevoerd gedurende drie wehen. Tabel 3 geeft een overzicht van de uitgevoerde proeven. Elke geplande situatie is met elke proefpersoon minstens n maal uitgevoerd.
Redenen voor het niet uitvoeren van alle geplande proeven
zijn o.a.
Er was te weinig tijd gepland voor het instellen van eon
nieuw schip.
De proefpersonen hadden meer tijd nodig orn aan een schip
te wennen dan was voorzien.
N96_lLf_
TABEL
3.
Overzicht van de uitgevoerde proeven.Schip Test Proefpersonen
St.Kar. Tijdlconst. Sign. Al A2 A3 A4 BI B2 B3 Bti
10 A 2x 2x 2x 2x 2x 2x 2x 2x B 2x lx 2x 2x 2x 2x 2x 2x 50 A 2x 2x 2x 2x 2x 2x 2x- 2x B lx lx 2x 2x 2x 2x 2x 2x 250 A lx lx lx lx 2x 2x 2x 2x B 2x l.x 2x 2x 2x lx Ix 2x II 10 A 2x 2x 2x 2x B 2x 2x 2x 2x 50 A 2x 2x 2x 2x B 2x 2x 2x 2x III 10 A B 2x 2x lx lx 2x 2x 2x 2x 50 A B 2x 2x lx lx 2x 2x 2x 2x 250 A B lx 2x 2x lx 2x 2x 2x 2x IV 10 A 2x lx 2x 2x B 2x 2x 2x 2x 50 A B 2x 2x 2x lx 2x 2x lx 2x V 10 A 2x 2x 2x 2x B 2x 2x 2x 2x 50 A 2x 2x 2x 2x B 2x 2x 2x 2x 250 A B 2x ix 2x lx 2x lx lx lx VI 10 A 2x 2x 2x 2x B 2x 2x 2x 2x 50 A 2x 2x 2x 2x B 2x 2x 2x 2x
VI. NOGELIJKE RESULTATEN EN KONTIN1JERING VAN I-lET ONDERZOEK
Aan de hand van de uitgevoerde proeven moet het mogelijic zijn
inzicht te verkrijgen in het gedrag van roergangers van
ver-schillende soorten schepen.
Aan de volgende punten wordt momenteel gewerkt:
De opzet van een simulatie op de AD4/I131i8OO hybriede
reken-installatie van de Technische Hogeschool voor een schatti.ng
van de parameters in een model van de roerganger en het
onderzoeken van mogelijke verbeteringen in de strulctuur van
het model. Het ugt in de bedoeling dat de resultaten
hier-van in de loop hier-van 197
beschikbaar zullen zijn.
De analyse van de resultaten verkregen met het in hoofdstuk
vier genoemde vrageriformulier. Wellicht is het mogelijk
binnen enkele maanden de resultaten hiervan te publiceren.
Een van de problemen bij het schatten van parameters in
een model is de zuiverheid van de gevonden parameterwaarden.
Daarom is begonnen met een onderzoek naar de wiskundige
achtergronden van de te gebruiken
parametersehattings-methode.
In
1e toekomst zal aandacht besteed moeten worden aan o.a.
de volgende punten:
Bij de proeven die tot flu toe zijn uitgevoerd is gebruik
gemaakt van het kompas en de roerstandmeter. Daarnaast
zal in de toekornst de invloed van een hoeksnelheidsmeter
en eon voorspellend display onderzocht moeten worden.
In de toekomst zal ook aandacht besteed nioeten worden
aan
hot besturen van een schip varend b.v. in golven. Tot nu
toe zijn geen uitwendige storingen op het schip beschouwd.
Aandacht zal ook besteed moeten worden aan vaarsituaties,
waarbij niet alleen de koers van het schip van belang is
maar ook de postie een rol speelt.
N-96-16-LITERATUUR
Veldhuyzen, W.-; Stassen, H.G.-;
"Nodoiling the behavior' of the
helmsman steering a ship".
Proc. of the ninth annual conference on manual control, M.I.T. (1973).
Norrbin, N.-;
"On the Design and Analysis of the Zig-Zag Test on Base of Quasi-Linear
Frequency Responset'.
SSPA Report No. B 104-3, Formal
Contribution to 10th ITTC, London 1963.
Norrbin, N.-;
"Zig-Zag Test Technique and Analysis with Preliminary Statistical Results".
SSPA Report No. 12, June 1965 (in Swedish also BSRA translation No. 2188. I
Nomoto, K.-; e.a.
"On the Steering Qualities of Ships".
Het slagen van de in dit rapport vermelde proeven is mede te danken aan de prettige samenerking van de staf van de simulator van TNO-IECO. Voor deze samenwerking wil ik hierbij mijn hartelijke dank betuigen.
In het bijzonder ben 1k het Nederlands Scheeps Studie Centrum erkentelijk voor de financile steun. Zonder deze
zou dit onderzoek niet op deze schaal plaats gehad kunnen