o
b
'
U
.
'
D
'
1
'0
adres:..
Laboratorium voor
-.-~ -~~·
Chemische Technologie
._
....Verslag behorende bij het processchema
van
G.V. Beek en e.G.Voermans
onderwerp: _Y~.r::t_.s_Qg__
JD __
_
RQ9.kg9_~___
___
__
~___
___
.',
B~~lslaan62RljswUk
Roland
'
Ho
,
lsllaan400
. , D~lft ,~.
" datum:'.;.,. '" l' " ;§~~.r t , .,,'4;, N 'i' ;. • ' W ·.-; ... :"':3r:vIl' .. ·'l.,."Tf~"f"~ • ... , .. "
.
' • /:? , , ' " < ... ~ _.It· '".-
...
:'f~1 .," ... 1"0"',
.
ti. ~'i; .... ~. ;, V ""
, > ( ..'
~, }~'I. ""
.
,. .,. .• " t , . .. < • .-... .' , , t .. '". . .'. . ~. T .01 . .,.
:6 .. ~'ft'~ , , , , '" \~ ~. } , \"'.~ """lI " " l'~. t -e. .. ~ h:8 ... , ... ~ "\.
" ,.
"
" ~ .. ~ '\.
" " ," ' I ' ,~ h, , , ;"
C
" ' ~ ...u
' ;U
0
,',.,
,0
.
.,~··
U
,:J • ,,
0
i
D
0
", ..'
0
.. .
'
0
.
", " ;";n ~ ~'u : ,. ·vtJ ." 'to
'.,.,' N ·r
.
l,
[
:
r
'
,l r ' I I l r ' r 1 , 1 , J[l
Katalytische verwijdering van zwaveldioxide uit rookgas
G===~=======.=============.======.===C=====.==.==.=====
e.G.
VoermansG. van Beek
.
[
, r , 1 INHOUDSOPGAVE SAMENVATTING·...
.02 •• 3 • • 9...
INLEIDING •••••••••••••••••••••••••••• PROCESBESCHRIJVING ••••••••••••••••••••••••••••••• ekonomie 0 • • • • • • • • 0 • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •9
het proces •• o • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •9
BEREKENINGEN •••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 1 2 inleiding •••••••••••••••••••••••••••••••••••• 12 samenstelling van de rookgassen •••••••••••••• 13 elektrostatische precipitatoro •••••••••••••••15
katalysatorbedo ••••••••••••••••••••••••••••••19
absorptietoren ••••••••••••••••••••••••••••••• 27 alternatieven voor de apparatuu~ ••••••••••••• 36GEGEVENS ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
37
SYMBOLEN •.••••••••••••••••••••••••••••••EENHEDEN ••••••••••••••••••••••••••••••••• • •
MASSA EN VlARMTEBALANS
.
.
.
.
.
...
LITERATUUR ••••••••••••••••••••••••••••••
...
APPENDIX ••• 43• .47
•• 48..53
A B processeno • • • • • • • absorptietoren •••.
. .
.
. .
.
.
... .
.55
.64
...
I • L r ' I l ' r '
.
; , )'1
L j r 1I
~
l J I l ; 2 -SAMENVATTINGBij verbranding van zwavelhoudende olie (
4
10
zwavel ) in een 500 MegaVlatt- elektriciteitscentrale komt per sekonde 2,8 kg zwaveldioxide vr1J. Daar dit gas schadelijk is voor de gezond-heid2~
moet het ui t de rookgasstroom verwijderd worden. Het wordt daarom in een katalysatorbed ( katalysator is gepromoteerd vana-diumpentoxide op drager) bij 450 oe geoxideerd tot zwaveltri-oxide. Vervolgens wordt het zwaveltrioxide geabsorbeerd in 80%
zwavelzuur bij een temperatuur van 1~ oe, waarbij een totaai rendement van 9010
gehaald wordt, zodat de milieuverontreiniging wordt gereduceerd tot 10%
van de oorspronkelijke waarde.Ekonomisch gezien dient de olie zoveel mogelijk zwavel te bevatten
-1
zodat de zwavelzuurproduktstroom, nu
4
kg.s ,zo groot mogelijk is. De apparatuur is volumineus en kostbaar omdat het materiaal bestand moet zijn of tegen hoge temperaturen of tegen zwavelzuu~ ( onder 200 oe moet roestvrijstaal of zuurvast-gecoated materiaal gebruikt worden., , r ' I .l l )
l
l
n
l J l ,I
1 co 3 -INLEIDINGDe literatuur maakt melding van vele mogelijkheden om rookgas
te zuiveren van zwavelhoudende verontreinigingen ( vooral de zwaveloxiden ). Hierbij kan onderscheid gemaakt worden tussen veelbelovende en belangrijke en minder belangrijke processen.
De minder belangrijke processen zijn vermeld en kort beschreven in
appendixA , terwijl hieronder een korte beschrijving volgt van
de vier belangrijkste processen, te weten :
1 dolomietinjektie
2 alkalized alumina
3 reinluft ab-adsorption
4
katalytische oxidatie( zie figuur
1 )
De kern van dit proces is de absorptie vanzwavel-dioxide aan calciumoxideT en magnesiumoxidedeeltjes welke worden gevormd door meeverbranding van kalksteen met de brandstof. Vervol-gens worden de deeltjes met water gescrubd en een slurry, bestaande uit onoplosbare sulfieten en sulfaten, wordt als produkt afgevoerd.
Alkalized alumina
( zie figuur 2 ) Dit proces gebruikt alkalized alumina (Na
20A1203)
als absorbens en werkt bij 330
°c
in een bewegend bed. Regeneratievindt plaats bij 610°C met een reducerend gas ( bijvoorbeeld waterstof of koolmonoxide ) zodat zwavelwaterstof ontstaat. Dit gas wordt in een Claus-fabriek verder verwerkt tot vrij zwavel.
( zie figuur
3 )
Ook dit is een absorptieproces, nu bij 150°C metaktieve kool in een lan~zaam bewegend bed. Actieve kool is een
katalysator voor oxidatie van zwaveldioxide tot zwaveltrioxide
dat met het aanwezige waterdamp reageert tot
zwavelzuur. De aktieve kool wordt bij 371°C geregenereerd met een
inert gas waarbij zwaveldioxide en kooldioxide vrijkomen welke in ee
I • i L ,
r'
l
r'l,
f'
l ,~l
'l
, Jrl
n
n
.. 4
-( zie figuur4, ) De kern van dit proces is de oxidatie van
zwavel-o
dioxide tot zwaveltrioxide bij 450 C door een vanadiumpentoxide katalysator. Wanneer de gassen voldoende afkoelen ontstaat zwavel-zuurmist welke wordt afgevangen in een mistvanger of zoals door ons is berekend wordt het zwaveltrioxide geabsorbeerd door verdund zwavelzuur in een gepakte kolom bij 132 oe.
Voor een uitvoerige studie over ekonomie, technische aspekten ,enz. van deze processen wordt verwezen naar Dennis 26).
::-j
----,-
---=---::J
=---.J\
.,
---..J ~" - - -
"
,.... J~
LlME-'
SI
\
~
t
MILL
JBOl LER
---,TO STACK
!::
"
'"
H'
:
~ 1\_ L. "., ~;600
0to
M
BUS-TION
~AIR
270°F
LAIR
HEATER
HEAT
EXCHANGER
'. ~Î'ë:~·l :· , .. . 1'/////// v_lVI . . ' . _, • • • '.: - -' " ' , ,. O' iA'~SOR'~'''-\
'
.
V;(Ä,.o"'("t';~··:1 Ö bc.. .. p ':' ""~""SC RU
~:'-
":1"'. ,,-,...., '-.\ ~ . /, '1' ... _ --.:o..~ _ "_ .I
120
0 ';:!
RECYCLE
MAKE-UP
H20
SETTLING TANK
" . r'-..._ SLUDG~REMOVAL
'"--;;.-Figu're 1. Dolomite injection process- wet scrubbing flow diagram.
\
,..---. r--~
\.
:---J
:=:J :=J l - - - - . J---.J
=---.J ., ~ - , ) ~. FURNACE 8BO I
LE RABSORBER
625°F
v CONVEYl NG GAS 2 .Figure 3:. Alkalized alumji1a process flow diagram.
,.---, ,...---.,
~~6~A'WtT
I
HOPPER i CONVEYI NG ! GAS VENTI
H2S~
TO
SULFUR RECOVERY I I V I • I I A.REGEN-ERATOR
REDUCING GAS Il200°F CONVEYl NG GAS ~ 0\:--J
::-=J =-=:J =---.J =---.J ~ , ---.J IFUEL
~ _J " ~ - - - - , ~ , J .---, ...--, jFlUE GAS 10 STACK
1,
1'"""" A~B--S O-R-B~E~NT---;;:r-.,
BOl LER
REG EN ERATOR
3 x
FINES
Figure~. Reinluft process flow diagram.
220°F
COOLER
290°F
BLO
W
ER
'
~2S04
~
"
t51
1 1 ---. ~ ~ ,---. r -J:--J _ J . ] ==:J ~ FUEL
r---..,
-' \,.. r -l BO! LER ~,
.J DUST COLLECTOR ---:J ELECTROSTATICPRECI PIT ATO R
i'
V205
~ ~ ---, ,
CATALYST
,
'
t
AIR HEATERBED
" 90QoF )ISPOSAL DUST
AI R
>~COMBUSTION AI
R
H2S04 STG
70-80%
,
4
Figure 2.. Catalytic oxidation flow diagram.
STACK
Î
-,
250°F
~
, ~~H2
S04
'
MIST~....,j!ELlMI-J
NATOR ---, .----.---
r Q')r'
r
n
n
n
n
n
9
-Procesbeschrijving EkonomieWanneer het principe 11 de vervuiler betaalt 11 wet geworden zal zijn
en bekend is hoeveel de vervuiler betaalt bij een bepaalde milieu-verontreinigende emissie, dan is een ekonomische evaluatie van het
proces mogelijk. De onkosten aan extra investering ( circa 40 mil-joen gulden )Jonderhoud,bedrijfskosten en boete zouden tegen de opbrengsten moeten worden uitgezet waarbij de schommelende zwavel-zuurprijs een extra moeilijkheid is. Zoals de zaken nu staan kan een dergelijke investering nooit op ekonomische gronden worden bedongen en draait het verwijderen van zwaveldioxide uit rookgas om één belangrijk punt : zo goed mogelijke verwijdering bij een zo klein mogelijke financiële aderlating.
Het proces aan de hand van het flowschema
Er blijken een aantal apparaten nodig te zijn, buiten die welke in elke normale elektriciteitscentrale voorkomen, voor de katalytische oxidatie van zwaveldioxide tot zwaveltrioxide en de verwijdering van zwaveltrioxide uit het rookgas. Het zijn de volgende apparaten die nieuw zijn voor een elektriciteitscentrale
precipitator katalysatorbed absorptietoren mistvanger
zwavelzuurvoorraadvat
Om warmteverliezen te vermijden wordt de benodigde verbrandingslucht, via een onderwindventilator C5 voorverwarmd in de luchtvoorverhitter H7. Het warmteafstaand medium is rookgas welke hierbij tot ongeveer 200 oe afkoelt, zodat de lucht warmer wordt. De lucht wordt in de
ketel vermengd M4 met de zwavelhoudende olie en verbrand tot rookgas. Belangrijk is dat voor een goede verbranding een overmaat lucht nodig is, zodat het rookgas zuurstof bevat.
r ' l _
r
f',
ln
n
r
- 10-Het rookgas staat door straling en konvektie energie af aan het in de waterpijpen, onder 110 bar druk stromende water. Het water stroomt vervolgens inde receptor V10 en het vrijkomende stoom wordt geleid naar de stoomoververhitter H6 waar het wordt verwarmd tot ongeveer 510 oe bij 110 bar.
De stoom vervolgt zijn weg naar de meertrapsturbine-generatorcombinatie Tug1 en verliest daarin bijna alle energie welke omgezet wordt in elek-trische energie en mechanische verliezen. Het uit de turbine komende lagedruk stoom wordt in de condensor H2 afgekoeld en g0condenseerd. De condensor is een verzamelnaam voor verwarming van gebouwen, benodigde processtoom, enz. Het water wordt in de pomp weer op druk gebracht waarna het water wordt voorverwarmd in de economyser H8 door warmte
uitwisseling met rookgas.
Terug naar het rookgas. Na de waterpijpketel nog meer
energie in de oververhitter H6. Na de oververhitter wordt het rookgas vrijwel volledig gezuiverd van as en roet( om vervuiling van het kata-lysatorbed te voorkomen) in een elektrostatische precipitator. In dit
apparaat verliest het rookgas ook enige warmte zodat de intree tempera-tuur van het rookgas in het katalysatorbed ongeveer 450 oe is. Het
kata-lysatorbed( zwaveldioxide wordt voor 90
%
gekonverteerd tot zwaveltri- 0oxide) bestaat uit gepromoteerd vanadiumpentotxide op drager waarvan
o
de gunstigste werkingstemperatuur ligt tussen 430 en 480 C. Het rook-gas stijgt iets in temperatuur door de ontwikkelde reaktiewarmte, als
het warm,teverlies naar de omgevimg wordt verwaarloosd.
~het katalysatorbed R12 koelt het rookgas af in de economyser en de luchtvoorverhitter tot ongeveer 200 oe. Bij deze temperatuur is nog
geen zwavelzuurvorming mogelijk alhoewel het op de koudste plaatsen niet onmogelijk is; Het materiaal van de apparatuur moet dus bestand zijn
tegen de korrosieve kracht van zwavelzuur.
In de absorptie toren T14 wordt het zwaveltrioxide geabsorbeerd door 80
%
zwavelzuur, terwijl de rookgassen verder afkoelen tot ongeveer1~ oe. Na verlaten van de absorptie toren wordt de eventuele mist in de Brinkmistvanger afgevangen en via een zuigtrekventilator naar de schoorsteen geleid.
r ' L ~
l.
L
[
[
['
l Jn
r
co 11-Om de konsentratie van de absorptievloeistof op peil te houden, moet suppletiewater worden toegevoerd aan het zwavelzuurbuffervat.
~.~ Een produktstroom wordt aan dit buffervat onttrokken welkelna koe-ling naar de opslag gaat.
l
,
[~ [~r '
L .[1
r
r
12 -BEREKENINGEN INLEIDINGDe benodigde gegevens zijn zoveel mogelijk uit de gangbare handboeken g
haald en zijn vermeld in tabelvorm op bladzijde41 • Enkele grootheden
zijn nader toegelicht op bladzijde37 en volgende. Daar waar dit moge-lijk is zijn de normale eenheden en symbolen gebruikt terwijl zij een nummer gekregen hebben welke corresponderen met de nummers in de
gegevenstabel.
In de beschrijving van de berekeningen komen slechts die getallen voor, welke absoluut onmisbaar voor het ontwerp zijn. Niet alle appa-raten zijn volledig berekend. Zo zijn de mistvanger en het zwavelzuur-buffervat volledig weggelaten, de eerste omdat niets bekend is over de mist welke in de absorptietoren ontstaat, de tweede omdat dit erg on-belangrijk is. De elektrostatische precipitator, het katalytisch oxidatiebed en de absorptie toren zijn volledig berekend, terwijl van de andere apparaten het nodige berekend is.
l .
[
[~
[
r'
r , l r ' I l . r ' i ' rl ,
~l
i ll
Jr~
l ir
- 13-SAMENSTELLING VAN D"S ROOKGASSEN
Met behulp van deketelgegevens wordt berekend hoeveel olie en lucht
wordt verbruikt in de ketel waaruit eenvoudig berekend kan worden wat
de samenstelling van het rookgas is. De ketel verbruikt zoveel
brand-stof als nodig is om 500 MW-elektriciteit te kunnen produceren. De
voleende vergel~king wordt gebruikt om de vrl.;K:omende
verbrandings-. warmte van de olie te berekenen. 1)
P eff -
rlw'1
ketel.IY[
theor'1'[ thdyn.1?
mech'1 el • ( 1 )Substitutie van de benodigde gegevens levert het volgende resultaat op
Een andere mogel~Kheid geeft ons de prakt~Kwaarde voor het rendement
van een centrale welke in vele gevallen als volgt wordt opgegeven
-1
2500 kcal.kWh ;
Omdat
1
kWh=
860 000 cal. is het rendement 2P
;googgo
~
0,344.
Di t is in overeenstemming met de vergelÎJKing \-lelke door van Berkel
gegeven is,zodat voor de verdere berekeningen de hierboven berekende
verbrandingswaarde van de olie wordt gebl~ikt.
De keuze van de olie is arbitrair; in Kirk-Othmer staa.t een li,;st van
veel gebruikte oliesoorten waarui t wij een olie kozen met de volgende
specificaties
10
0 APrCjH-verhouding - 8,5
. "
Uit een nomogram volgen de andere benodigde gegevens over deze olie. 3)
Het belangrijkste gegeven is dat de verbrandingswarmte van deze olie
6 -1
geljjk is aan
42,8.10
J.kg •Het olieverbruik volgt uit
~n,olie
:='I.
w./4
· H r j ( 2 )Er blÎJKt dus
34,8
kg olie par sekonde in de ketel verstookt te worden.Wanneer wordt aan-genomen dat de olie bestaat uit
4
%
zwavel en verderkoolwaterstoffen waarvan de C/H-verhuuding bekend is, dan is de mass
( I
l
[
,. , I I I L r ' i . l . ( , r ' L , r'I
l , '"1 1 I l J ( ~ ! l J ~ . l ;r
r
14 -rl -1 ~,S=
1,4 kg.s~m
,
H 3,5~m,C"
29,9 --- +~m,ol=
34,8.Met behulp van de verbrandingsvergelijkingen \\ordt de rookgasmassastroom
berekend I C + 02 "7 CO 2 2H 2 + 02 --~~ 2H20 S + 02 > S02 Het resultaat is s
~m,c02
Ol: 109,6 rl _ 31,5 Y'm,H 20 ~ SO" ::; 2,8 m, 2 kg.s -1"
uitrI,
= 79,7 kg.s -1 m,02 uitrI,
m,02 28,0 uitrI,
"" 1,4"
ro,O" c.---:2:
rI,
.
=
1 09, 1 " m,02Indien lucht 20
%
zuurstof bevat is de theoretisch benodigdehoeveel--1
heid lucht gel~K aan 545,5 kg.s • De ketel werkt b~ 30
%
overmaatlucht, zodat de uiteindel~ke rookgassamenstelling wordt
~ 32,7 kg.s -1 1,021 kmol.s -1 m,02
rI,
m, 2 N 567,4 It 20,264 It ~ 109,6"
..
2,491 ti m,C0 2rI,
31,5 It..
1,750"
m,H 2O ~ 2,8"
..
0,044"
m,S02 --- + --- +~m,
rookgas-
744,0 It..
25,570 ItEr ontstaan verder kleine hoeveelheden as, roet, zwaveltrioxide,
stikstofoxiden en andere gassen welke verwaarloosd werden in deze
berekening maar welke een belangrijke rol kunnen spelen in de
r ' L,
[
:
[
:
r '[
:
n
r
15 -ELEKTROSTATISCHE PRECIPITATORB~ verbranding van olie onts~taan as- en roetdeeltjes welke met de
ale
gasstroom worden meegevoerd. Uit de literatuur werd ~ volgende tabel samengesteld : oliesoort zware stookolie 11 olie no u 4 stookolie stookolie stofhoeveelheid . -1 -1 kg stof.kg ol~e .s 9,12.10-3 6 " 95,0 1,5 "
"
literatuur Stern 4) Magill 5) "Ross 6) Gilpin 7)Uit de bovenstaande tabel volgt dat de roet- en ashoeveelheid nogal kan variëren zodat het volgende gekozen werd :
~m,
as s:-2 -1 -1
10 kg stof.kg olie .s
Verder is van belang de deeltjesgrootteverdeling)welke volgens Ross 6)
als volgt is : deeltjesgrootte gewichtsprocent m
%
- 60.10-6
10 40 - 60. - 8 30 -40 • - 8 20 - 30. - 12 15 - 20. - 11 10 - 15. - 14 7,5- 10. - 10 7,5- 27De stofafvanger wordlverdeeld in twee compartimenten: een zwaarte-krachtsstofkamer en een elektrostatische precipitator. Een elektros-tatische precipitator vangt deeltjes af met een grootte kleiner dan
20 ~ terwel de zwaartekrachtsstofkamer deeltjes kan afscheiden met een minimale afmeting van 20 ~ • Eerst wordt de elektrostatische
r •
[
:
r'
['
1
[,
I
JII
~
.
r
A
16-precipitator berekend om vervolgens de stofkamer te berekenen.
De elektrostatische precipitator werkt met een rendement van
99,9
%.
De verklaring hiervoor is als volgt de katalysatormassamoet vervangen worden als 20 gew.% stof op de katalysatormassa is
gekomen. Stel nu dat alle stof in het eerste katalysatorbed wordt afgevangen dan moet het katalysatorbed vervangen worden als 130.103
kg stof in het bed is afgevangen. Per dag laat de elektrostatische
precipitator 30 kg stof door zodat na ongeveer 4000 dagen het kata-lysatorbed vervangen moet worden. Deze berekening is in goede
over-eenstemming met prakt~kgegevens van H.C.Millett.( de berekeningen
staan vermeld in de katalysatorhoeveelheid berekening )
Voor de berekening van de elektrostatische precipitator volgen we
de leidraad in het boek van White. Het benodigde effektieve vangop- 8)
pervlak wordt berekend met een efficiëncy-vergel~king
exp.( -
AI
~).
vv p
])e deeltjesvalsnelheid volgt uit v
p
2E.
E 2. r/!)1o
O t
Wanneer de kleinste deeltjesstraal'wordt gesteld
-3 -1
de valsnelheid gevonden: v ; 24,6.10 m.s •
p
is het gasdebiet welke te berekenen is uit
rt
v '"' rtm,rOOkgasI
J
. ( 3 )
( 4 )
op 10-
7
m werd voorEen andere onbekende
Bij 450
°c
bll.;1ct het volumedebiet geli,;1c te zjjn aan 1,52.103 m3. 8 -1 ;Substitutie van deze gegevens levert voor het effektief vangoppervlak op :
"" 0,185.10 6 m 2
De dimensies van de apparatuur liggen vast als de lineaire gassnelheid
van het rookgas Ibekend is. Omdat het doorstroomde oppervlak van de
pre-cipitator gel~k is aan het doorstroomde oppervlak van het kata
ly-satorbed is de lineaire gassnelheid v
~
3 m.a-1• ( zieblz
~
Q
)
).
o
'super/fic,
r'
l.
·
L
[
:
[:
[:
r '
'L r '[]
n
[1
n
~
r
B
17-Ret doorstroomde oppervlak en dus de dimensies van het apparaat volgt uit
Hob .. rI. / v
'f'v 0
Het resultaat is
H
0b
c507
m , zodat de dimensies van de 2elektrostatische precipitator als volgt gekozen z~~ : hoogte 10 m
breedte
51
m( 6)
De lengte van de elektrostatische precipitator volgt uit het gegeven dat de vangplaten op een onderlinge afstand van
0,2
m z~n opgesteld zodat er255
vert\:aal opgestelde vangplaten van 10 m hoogtenoodza-kel~k z~no Omdat ieder plaat twee ztden heeft , geldt voor het effek-tief vangoppervlak :
2 0 n • H • L
De lengte van de vangplaten blijkt te zijn :
L .. .36,3 m
Voordat het rookgas de elektrostatische precipitator intreed~, wordt een stofkamer gepasseerd welke de volgende funktie heeft t
1 afvangen van .grove stofdeeltjes,
2 tot rust brengen van het rookgas, want 'l'lervels verminderen de werking van e~n elektrostatische precipitator •
In de stofkamer krijgen de deeltjes een stationaire valsnelheid welke berekend kan worden met de vergelijking van Stokes voor deeltjes
kleiner dan 80 ~ en met de vergel~king van Osceen voor deeltjes groter dan 80 ~.
Stokes Osceen v p v p 2 0
(j>
s -S )
0 g(f)
2 • r =-9
0 ~ 4/.3 • r.3 •1T •
(J
s -f ).
g K - - - _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 6 •Tf •
rrt .
r • ( 1 + .3 /16 Re)[
.
["
I l . , 1 , Jrl
- 18 ... 2 r .E(kg .m-3) 2000 2500 3000 ~ vp (m.s-1) .300 1,08 1,20 1,36 200 0,80 0,90 1,02 150 0,62 0,70 0,80 100 0,40 0,47 0,54 15 0,27 0,32 0,37 50 0,14 0,15 0,20 40 0,09 0,12 0,14 30 0,05 0,07 0,08 20 0,02 0,03 0,04 10 0,006 0,01 0,01 5 0,002 0,002 0,002Het is duidel~K dat de stofkamer erg lang wordt als alle deeltjes groter dan 20 ~ worden afgevangen. Daarom kan de stofkamer alleen dienen om de gasstroom tot rust te brengen en om zeer grote deeltjes af te scheiden. Als een lengte van 20 m voor de stofkamer wordt g e-kozen dan worden deeltjes groter dan 200 ~ volledig afgevangen als
de breedte en hoogte vande stofkamer respektievelCk 51 en 10 m z~n.
De opbrengsten ztn te berekenen met behulp van de tabel uit Ross. In de stofkamer wordt
5
gew-~ roet en as afgevangen en het over-blijvend.e in de elektrostatische precipitator. Als 1 ge'fl-% van de olie roet en as vormt , is de massastroom as en roet :~m,
as + roet 0,348-1
kg.s
r ' i L ~
t.
L
["
[~A
1
['
r"
r
'
[
"[
"[
,c
r~
[~
rOl ! , J ~ll
J "I
, ) r l , J[":
rl
-
19-KATALYSATORBEDNa een korte theoretische inleiding wordt: de katalysatorhoeveelheid
be-rekend op twee manieren. Vervolgens worden drukval en warmte-effekten berekend.
Een massabalans over een plakje uit de reaktor heeft de volgende vorm:
massastroom in - massastroom uit + produktie
=
0In symbolen of d ~ :: mol,S02 ( ~ + d~ ) mOl, S02 mol, S02 RSO •
d V
2 + R SO • dV 2°
Worden de volgende uitdrukkingen in deze vergelijking gesubstitueerd
( 1 -E) d N
S02
V • d t
(12) d ~ mo, I SO 2
=
-P
dan levert dit tenslott.e de volgende ontwerpvergeli.;1dng op
( 1 - E)
V
P cl t
Wanneer de gasfilmovèrdracht en de diffusie in de poriën.
snelheià.s-bepalend z~n, geldt voor de processnelheid de volgende uitdrukking:
d N SO 4. TT • 2 C SO r • 2 2 or; d t 1 3 + k
rrl •
k .a • r g vDe volledige ontwerpvergellking wordt dus door kombinatie van
verge-I~King14 en 15 gevonden. Integratie tussen de grenzen
V
...
0 C SO a: Cs02,in 2 V..
V'
,-
C SO..
CS02 'Ui t 2 ,héeft tot resultaat t
~
.
( - + 1 3 r ) V k • • v k "l( • a • p v (10) (11 ) ( 16) g V In Cs
0 2,in CS02 ,Ui t ;(18) I4.ïT.
r • 2 ( 1 - [ )l
.
l
1
.
[
[
[
[~r:
r 1 , J "1l
J '''1I
, ) , ) - 20-Da definities van de symbolen zijn s
v
..
volume m3 rlv gasdebiet m.3.s -1 -k..
gasfilmdiffusiekoêfficiënt m.s -1 glYt
..
benuttingsgraad -1 k..
chemische snelheidskonstante m.s specifiek reaktieoppervlak -1 a..
m v r..
straal katalysatorpil me
SO >= Zwaveldioxidekonsentratie mol.m -.3 2De berekening van de benodigde gegevens is als volgt.
Gasdebiet
.3 -1
m .s
Gasfilmdiffusiekoëfficiënt
Deze grootheid wordt bepaald met behulp van de empirische relatie 12)
E.
1 -E.
k • r
g 0,2 (
~.
Vet r(1 -E). (20)
Substitutie van de bekende gegevens levert de
gasfilmdiffusiekoëffi-ciënt op <1ls funktie van de superficiële gassnelheid
k
g • v o
0,5
Wij kozen een lineaire gassnelheid van 8p
5
m.s -1, zodat desuperfici-ële gassnelheid is .3 m.s-1 waarbij de ' volgende
gasfilmdiffusieko-ëfficiënt hoort De k ;: g
0,147
benuttingsgraad'1
'"-
.3.
(ç1
-1 m.s volgt uit 1 tghç1
waarin de thiele-modulus als
1 )
-ç1
(21)r \ ... '
l.
l
[
(
[
['
r' r' I,
, L ,"
I , Jr
,
, )n
r I , , 21 -(22) Voor het berekenen van de benuttinggraad is de chemische snelheids-konstante k nog onbekend.H~ ~ordt
nu op 24,0 .10-9
gesteld,terw~l
de berekening daarvan nog volgt. De thiele - modulus bl~kt de ~aarde~ K 2,00 te hebben zodat de benuttingsgraad gel~k is aan 0,810.
Chemische reaktiesnelheidskonstante
Veel onderzoekers hebben de chemische snelheidskonstante bepaald voor
de katalytische oxidatie van zwaveldioxide tot zwaveltrioxide over vanadiumpentoxide op drager. Slechts Eklund had metingen verricht b~
lage zwaveldioxide konsentra.ties zodat wj,; z~n gegevens gebruiken.
k E
40.10-6
eklund
-1 -1 -1
mol S02' gram kat • s .atm
De waarde moet worden herschreven in het door ons gebruikte
eenheden-stelsel met behulp van
k k eklund Het resultaat is , R. T
-5
- - . 1 0 a m kZwaveldioxidekonsentratie
-9
-124,0 • 10 m.s
In de rookgassen is 44 mol S02 in 1,52.103 m3 gas aanwezig, zodat
voor de zwaveldioxidekonsentratie wordt gevonden ,
Deze waarde is voor de berekening niet noodzakeltk. Het gaat om de
verhouding C / C Deze verhouding is 10 als de
kon-S02,in S02,uit
versiegraad 90
%
is. Deze konversiegraad is b~ 450 oe nog bereikbaar. Het bedvolumeHet katalysatorbedvolume bltkt na invullen van alle berekende gegevens
in de ontwerpvergeltking zeer groot te z~n :
l.
r:
[:
n
l
~l
n
B
c
22-Een andere, een-voudiger berekeningsmethode maakt gebruik van een
relatie gegeven door de Jong welke luidt :
- - - &
k
g
0,35
De ontwerpvergel~king wordt in dit geval
2,3 • r • ~
v
v
= ---
3773.( 1 -E). k
Deze berekeningsmethode is waarsch~l~k te ruw om tot een
resultaat te komen.
juist
Een verandering in katalysatordeeltjesstraal heeft weinig invloed
op het bedvolume, maar veel invloed op drukval en prijs van het bed.
De economische deeltjesstraal kan bepaald worden door de kostpr~s
van de volgende faktoren te bepalen
1 pr~s katalysator als funktie van de straal 2 drukval als funktie van de straal.
B~ een deeltjesgrootte van r -
1 cm is de drukval al 27,2.103 N.m -2 •zodat het niet mogel~K is nog kleinere doelt jes te gebruiken. De
drukval over het katalysatorbed werd berekend met
A wr L waarb~ .6 P ... Warmteeffekten 2 v 0
---d
p A wr 1-E
V
--E
3
~
170---
v.d
0 p ( 1 - E) + 1, 75 ~ (26)Belangr~k is het te weten of tussen de katalysatorbedden bet rookgas
gekoeld moet worden. De reaktie verloopt blj
450
0e optimaal zodat eengrote verhoging van de temperatuur ( het evenwicht verschuift dan
naar de kant van het zwaveldioxide) een verlaging van de
konversie-graad veroorzaakt. Lagere temperaturen geven een langzamere rea
ktie-snelheid, zod~t 450 oe het juiste kompromis is. Een kleine tempe
t .
[
r:
I , J23
-Op de katalysator vindt de volgende reaktie plaats
o
De reaktiewarrute b~ 450 C wordt berekend met de methode aangegeven
door fT .A. de Jong, Uit de onderstaande vergeli5kingen kan de ·
reaktie-warmte berekend worden,
4H r .. L::.. H 2 +
L.\
HO r,s +L1
H3 (28)4
H 2_STa
z:
C p,reakt· d T r HO )f,s prod _ ~( n ,Ho f,s reakt ) (30)
_
r
Trz:
C d' d T,) - p,pro
T
(31)
s
Het uiteineltk resultaat is dat de reaktie~warmte van bovenstaande
reaktie is :
TIeze door ons berekende reaktiewarffite stemt overeen met meetwaarden
welke uit de literatuur bekend
z~n.
Per sekonde stroomt 44 mol zwa- 18) 11)vel dioxide het katalysatorbed in, waarvan 40 mol wordt omgezet in
zwaveltrioxide. Het warmteeffekt voor twee mol omgezette zwaveldioxide
is berekend,dus de vr~komende warmte per tldseenheid is :
20 .i\H r 6 4,10.10 J k. (32)
TIe
vraag is nu of zodanig ~X' datde rooX.:;assen deze vri.;l<omende ~Iarmte kunnen afvoeren
1 de bedtemperatuur niet noemenswaardig verandert
2 de centrumtemperatuur van de katalysatorpil niet te
. hoog wordt.
ad 1 De temperatuurssttging van het rookgas b~ het doorlopen van
het katalysatorbed wordt berekend met de volgende energiebalans t
l.
[
.
L
L
.r
rl
l J[l
,
'l
! , j r ., , J 11 1 l24
-Het bl~Kt dat de maximale temperatuursst~ging geltk is aan 5,12 oe.
De konklusie is dat de reaktiewarmte eenvoudig kan worden afgevoerd
door het rookgas, mits de warmteoverdrachtskoëfficiënt van
kataly-satorpil naar rookgas niet te klein is. Dit kan gekontroleerd
wor-den door de warmteoverdrachtskoëfficiënt van een bol in een bed te
bepalen en daarmee het temperatuursverschil tussen bol en rookgas uit te rekenen met
De warmteoverdrachtskoëfficiënt volgt uit
..
2,0 + 0,60h • d
21)
Substi tutie van de benodigde gegevens levert voor de rlarmteoverdrachts-koëfficiënt op :
h IC
8,8
-2 0 -1
W.m • C •
Om de warmteproduktie per katalysatorpil te kunnen berekenen, moet
het aantal katalysatorpillen bekend ztn. Dit aantal volgt uit
n 0,231.10 9
Delen we de totale warmteproduktie van de reaktie door dit aantal
dan vinden we de warmteproduktie per pil :
rfw,bOl
-2
- 1,76.10 W
Met behulp van vergeli~king 34 kunnen 'tle nu berekenen dat het
tempe-ratuursverschil tussen rookgas en buitenkant pil slechts 1,6 oe
bedraagt. Dit is natuurltk een gemiddelde waarde het zal waarscht
n-lijk z~n dat het temperatuursverschil aan de ingang va.n de reaktor
L
[
[
[
r ,.-, • Jn
j
" , Jn
- 25
cead 2 De temperatuursverdeling in de katalysatorpil wordt beschreven
met 22) T s T q • r
-
---6 • ( 1 + h • r 2
-~2-
)
rDe centrumtemperatuur van de katalysatorpil is slechts 0,2 oe hoger
dan de temparatuur aan de rand van de pil. TIe temperatuursverdeling in de katalysator pil is nagenoeg vlak, zodat het gevaar van sintering van de katalysator gering is.
~!~!~~~~~~~~~~~ De katalytische omzetting van zwaveldioxide tot
zwavel trioxide vindt plaa te in een katalysatorbed ( vanadiumpentoxide
op drager) dat verdeeld is in drie lagen van elk 1,06 m lengte. De afmetingen van het bed zijn 51 m breed en 10 m hoog en het nordt
direkt achter de elektrostatische precipitator geplaatst zodat een
goed geisoleerde bocht overbodig wordt. De bedden staan dus verti-kaal opgesteld tussen roosters. Deze vertikale opstelling maakt het mogelijk snel van oude naar nieuwe katalysator te wisselen, zonder dat
het proces gestopt behoeft te worden. Vergiftiging van de katalysator
. is gering, vooral als promotoren ,.orden toegepast terwi,jl. het vana-diumpentoxidegehal te moet liggen tussen
3,7
en9,5
getT-'J1.Volgens Matsui en Kiyoura heeft kooldioxide geen invloed op de
kata-lytische konversie en wordt de konversiegra~d door de aanwezigheid
van waterdamp verhoogd.
Meestal moet een katalysatorbed verwisseld of geregenereerd worden
als 20 gew-
%
van de katalysatormassa stof is. Stel dat alle stofwelke de elektrostatische precipitator doorlaat wordt gevangen in het eerste katalysatorbed dan kan de werkingsduur berekend worden • Ret gewicht van dit eerste bed is
G
V . ( 1 - [ ) · Js
:
---3
Per dag komt er 30 kg stof in het bed zodat de bedrtfsduur van de
katalysatormassa ongeveer
4
000 dagen is.l
.
n
26
-De samenstelling van het rookgas na het katalysatorbed is geworden I
32,7
0,6
2,8
2,5
32,1
109,6
0,3
3,1
-1 kg.s"
"
"
"
"
r/De temperatuur van het rookgas is
455
oe. De rookgassen stomen nude eeonomyser in. Omdat deze een normaal onder-deel is van een elek-trieiteitscentrale,wordt deze niet berekend. Hetzelfde geldt voor
-e
[
t
·
L
r:
.[
~
n
[1
l
n
n
.
27 -AB30R1"l'IETORE1;In de absorptietoren vinden verschillende processen plaats :
1 absorptie van z'~lav9ldioxide en zwaveltrioxide gepaard
gaan-2
de met warmteëffekten (mengwarmte, reaktiewarmte en
sorptiewarmten).
absorptie of desorptie van water, ook gepaard gaande met een
groot ~armteëffekt.
3 koeling van de rookgassen.
In ons geval gaat het vooral om de verw~dering van zwaveltr~ioxide,
zodat de absorptietoren voor die plicht wordt berekend. Vervolgens
wordt nagegaan of punt 2 en 3 daarmee in overeenstemming ztn en
zonodig wordt de berekening herhaald! met de nieuwe inzichten.
Bij het berekenen van een absorptiekolom wordt eerst de keuze van het
pakkingsmateriaal gedaan. In kolommen waarbi: kontakt met zwavelzuur
optreedt, worden meestal ceramische pakkingen gebl~ikt. Deze pakking_
soort is zuur- en corrosiebestendig, te gebruiken bij hoge temp
era.tu-ren en niet duur. Morris geeft een tabel van veel gebruikte pakk ingen 2.3)
waarui t w~i stone,,'are s tacked ring8 kozen serial no 8.
Economische faktoren ,bepalen de torendoorsnede. Dit bepalen is geen
eenvouiige berekening (door gebrek aan gegevens) zodat wij die
achter-wege laten en de economische gassnelheid gebruiken die Morris aangeeft,
-1 .
rlaaruit volgt dat de superficiële gassnelheid in de toren 2,9 m.s 1.S.
De doorsnede van de toren wordt berekend uit
s
rI -1YJ, • 0 • v
m . ) 0
-1
.367 m 2
N.B.
De tabel in Morris geeft 2,4 m.s -1 aan voor de economischegas-snelheid, maar deze waarde moet gekorrigeerd worden met een
korrek-tieterm
Een absorptietoren wordt met de volgende ontwerpvergelijking berekend
L
w
K • a • S
.L\P
l
L
.
[
,[
[
[
'l
, Jn
r
- 28 ...waarin de volgende grootheden voorkomen
L W K e; a v S
hoogte van de kolom absorptiesnelheid
gasfilmstofoverdrachtskoëfficiënt specifiek oppervlak
doorsnede toren
~Pm drï.;vende kracht
Deze vergel~jking wordt gebruikt omdat de gasfilmweerstand snelheids-bepalend is. l{aar het mogell,jk is worden de gebruikeliJke eenheden ge-nomen maar op vele plaatsen zou dit moeiltkheden scheppen met nume-rieke niet-dimensieloze konstanten zodat ook vaak bet eenhedenstel-sel van Morris wordt gebruikt bij de berekeningen.
Gasfilmstofoverlrachtskoëfficiënt
Deze zeer moeil~~ te bepalen waarde volgt uit
1 K g = k g 1 +
---De gasfilmdiffusiekoëfficiënt k . g wordt berekend met
k
g 0(. R • C. g J P rs • vO,75.
P
---.
( P - P)lm
Een voorwaarde bij bet gebruik van deze vergel~king is dat het rey-noldts getal groter is dan 1500-500.
Re
4 .[',~. V
o
~
--- =
2220a v
'1
Aan de voorwaarde is dus ruimschoots vold::.an zodat de onbekenden van vergeltking 42 berekend kunnen worden
De gasmengselkonstante is teberekenen met
c
IJ)o
0,5
L
[
L
L
n
[l
l
" I l Jn
l
~29 .,.
R gasfilmpakkingsfaktor-§---De waarde hiervan volgt uit de tabel op blz 39 van Morris
R 1,4
g
Wederom volgt uit Y.orris blz
42
v relatieve snelheid
De relatieve snelheid van het rookgas wordt berekend uitde werkeltke gassnelheid en de vloeistofsnelheid volgens
v = v +
g
De werkeltke gassnelheid volgt uit de superficiële gassnelheid en de
porositeit van het bed. Het verband tussen deze 6rootheden is als
volgt
.
.
v 0 v g =E
-1 m.s (~ 6)Alhoewel het aan te voelen is dat de vloeistofsnelheià te verwaa
r-lozen is ten opzichte van de gassnelheid wordt deze voor een beter begrip van de toestand in de kolom wel berekend. De vloeistofsnel-heid is te berekenen als het vloeistofdebiet bekend is. Normaal werkt
een gepakte kolom op EO
1-
van de flooding rate zodat met behulp vanfiguur 13 B uit ~lorris (blz 27) de vloeistofsnelheid kan worden
be-paald.
Vertikaal staat uitgezet Y. V g f
waarin V
gf
2 -1
= 1 0,4. 1 Om. hr en Y • 28, 8
f
fî
-~
19, 1zodat voor het ,produkt Y.V
gf wordt gevonden
a Horizontaal staat uit X •
[3-
vI
IL
[
.
[
[1
r,
n
·
- 30 ...Uit de grafiek volgt dat de maxi~ale liqued rate ongeveer
3 -1 -2
5 m .hr .m bedraagt, zod~t voor ons geval de liqued rate
3 11
3
is,
-1
m.hr 0,8.33.10
-3
m.B -1Het vloeistofdebiet kan nu berekend worden met
L =
a v
lIet vloeistofdebiet bli~kt de volgende ,marde te hebben
L z 1,33.10-5 m3 .s-1.m-1 wat overeenkomt met een
vloei-stofstroom van 0,295 m3.s-1 en een vloeistofsnelhp.id van 0,05 m.s-1•
( zie fig op blz 44 ). De relatieve snelheid is dus:
v
4,02 m.s -1p/(p . - p) 101 dri ft faktor
Omdat de konsentraties en dus de partiële druk van zwaveltrioxide
gering ztn, is deze term 1, evenals pO,25.
'l'f absolute gasfilmtempe:::'a tuurr
De gasfilmtemperatuur werd geltk gesteld aan 150
°c
zodat de laatstefaktor van vergelijking 42 volGt u i t :
293
.
°,5
6(--- )
=
0,815423
Met behulp van de bovensta.ande gegevens kan de
gasfilmdiffusiekoëf-fici~nt worden bepaald :
k ::
g 202
-1 -2 -1
kg.hr .m .atm
Omdat H • k
l veel groter is dan
drachtskoëfficiënt K g k wordt g K g 202 -1 -2 -1 kg.hr .m .atm • de overall
stofover-l
l
{
r
r
[
['
'l
, J[l
r1
, J "I
L Jn
l
31-De volgende onbekende in de ontwerpvergeltking is de absorptie
snel-
heid.-De absorptie snelheid is de hoeveelheid zwaveltrioxide welke per
ttds-eenheid wordt geabsorbeerd
D-P lm 3, 1 kg.s -1
Li
P1-4
P2 -2\P~In ----L\P2Er wordt geabsorbeerd aan 80 gew-
%
zwavelzuur waarvan deevenwichts-dampspanning van zwavel trioxide bi~ 1500C gelljk aan mil is. In de
3 -1,
rookgassen bevindt zich weinig zwaveltrioxide (0,044.10 mol.s )
welke een partiële druk geeft van 1,72.10
-'
~ atm, aangenomen datde totaaldruk in de toren 1 a tm is. Kerkt de toren met een rendement
van
99
r
dan betekent dit datD. P
1 == 1,72
.
10-3 atm enL\
P2 1,72. 1C-
5
"
is., l .. aarui >. t voor de gemiddeldedriJven-de kracht wordt gevondriJven-den :
. /
L\
Plm 37,0.1C
-5
atm.Doorsnede toren
.,
De doorsnede van de toren was 367 m~f
2 -3
m .m
Substitutie van alle bekenden in de ontwerpvergelijking voor de
ab-sorptiekolom geeft een kolom met een hoogte van :
L
'" 6,51 mL
[1
r
32
-Nu de lengte van de toren bekend is, moet worden nagegaan wat de invloed is van het verd3.mpen of kondenseren van water. Wij kwamen tot de slotsom dat het waélrsch\..~ljJc het eenvoudigste zal zljm de voelbare afkoel warmte van het rookgas en de reakti'e- en meng'tlarmte geltk te
doen zijn met het warmteëffekt verkregen door verdampen van water uit de vloeistof-stroom.
Het bl~Kt zo te zijn ( zie appendix B ) dat de rookg~stemperatuur
bij het verlaten van de kolom gel~K is aan de ingangsvloeistoftempe-ratuur. Wordt deze temperatuur T genoemd dan wordt de afkoehlarm-te gegeven door
200 • rJ. . C
Dl P
rf •
Dl C P • TReaktiewarmte
.D3 reaktiewarmte van de reaktie H
20 + S03 --0:=> H2SO 4
3
is 89,0.10 J.mol-1• Er reageert per sekonde 3,1 kg zwaveltrioxide tot zwavelzuur, dat wil zeggen
38,8
mol, zodat de vrlkomende reaktie-warmte geHjk is aan6
3,45·10 J.s -1
De mengwarmte bl~kt een orde kleiner te zijn zodat deze verwaarloosd kan worden.
De partiële dampspanning van waterdamp in de instromende l'ookgassen is
34,9 mmHg
Er verdampt nu zoveel water uit de vloeistofstroom dat de partiële
waterdampspanning van het rookgas aan de uitgang van de kolom geli~k
is aan de evenwichtswaterdampspanning van 80
7-
,
zwavel zuur. Dezeevenwichtsdampspanning wordt in Perry vermeld en is een sterke funk- 16) tie van de vloeistof temperatuur. Is de in en uitgaande dampspanning
l
.
[
r
r
[
[
:
"
I
l , rOl I I l J r 1 I I , Jr,
I I ( ;33
-van de rookgassen bekend dan kan berekend worden hoeveel water ver-dampt uit de vloeistofstroom. Hieruit volgt met
~w,
verd~m,
verd • rhoeveel warmte voor het verdampen nodig is. Het volgende tabelletje werd volgens dit principe berekend.
T
~w,verd
~w,a+
cf..", r
°c
MW lIlW130 42,5
65,9
135 84,4
61,5
140 102,8 57,3
De juiste bedr~fstemperatuur van de kolom ligt b~ die temperatuur
die door het snijpunt van de hlee lijnen wordt veI·kregen. De
bedrijfs-tempeJ'atuurbl~kt 132
°c
te ziJn. ( zie fig5 )
terwijl er bij die tem-peratuur 28,4 kg water per sekonde verdampt.-1
De absorptietoren is dus 6,51 m hoog, werkt met
491
kg.s80
%
zwavelzuur als absorptievloeistof b~ een temperatuur van 132 oe.De vloeistQfmassastroom volgt uit :
~m,
1=
De
temperatuur profielen in de absorp~ietoren worden behandeld ixnappendix B
De regeling van de kolom is als volgt. De temperatuur in het
zwavel-zuurbuffervat wordt geregeld door een stoomspiraal terwijl een ni-veauregelaar de produktiestroom regelt. Een soortelijke gewichtsmeting
in het zwavelzuurbuffervat regelt de invoer van suppletiewater. Blijkt te veel suppletiewater nodig te zijn ,dan werkt de toren niet
~
optimaal zodat fiet setpoint van de temperatuurxixx±Eirtmg regeling op de juiste manier moet worden verlegd. Is de suppletie hoeveelheid
te groot dan verdampt te veel water uit de vloeistof. Om minder
wa-ter teverdampen moet de temperatuur van het zwavelzuur zakken omdat dan de evenwichtswaterdampspanning van zwavelzuur kleiner wordt,
zodat er minder water verdamrt.
l_
l
r ' r l . r 'I
l r~ l l 1r '
i I l Jn
'. 1l ,
34
-Een goede en snelle regeling is noodzakel~K om op het sn~punt van
de twee
1
2 3
l~nen van fig5 te kunnen bl~ven.
waterdamp in de toegevoerde lucht
kentngen droge lucht )
An-dere r~okgas temperatuur,
Meer of minder zwavel in de olie,
Verstoringsinvloeden zijn : ( w~ ~amen voor de
bere-De meeste verstoringen dempen snel uit, zodat de werking van de to-ren nooit uit de hand zal lopen.
[1
r1
[1
~
]
~
n
120 ~ . ( MW) wt
10090
eo
70
60 50 40 30 20 10 co35
-120 130 140 150l
.
[
\[~
n
l
36
-Elektrostatische precipitator.Gedacht is aan een roetvanger door vloeistofinjektie, maar dit proces verbruikt te veel warmte en vloeistof. Een cyclonensysteem een te laag rendement en alle andere mechanische afvanginstallaties hebben een te hoge drukval.
Absorptietoren.
In plaats van een absorptietoren zou een sproeitoren gebruikt
kunnen worden, maar de misthoeveelheid zal in dat geval groot zijn terwijl de apparatuur erg groot wordt. Alle andere mogelijkheden, bijvoorbeeld chemische reakties met regeneratie zijn minder eenvoudi~
l.
[
.
L
[
,
l
, 1
, J " GEGEVENS 37 -DiffusiekoëfficiëntDe Gillilandlandrelatie maakt h.et mogeLijK de diffusiekoëfficiënt
bt
verschillende temperaturen te berekenen :T 1,8
ID273 • (---)
273
Voor rookgas geldt
-4
0,406.10 m .s 2 -1
N.B. De temperaturen z~n in graden Kelvin.
De dyn~mische viskositeit van een gas als funktie van de temperatuur
wordt gegeven door de Sutherlano.relatie
Voor rookgas geldt
~73
Ook hier zjJn de temperaturen te zetten in graden Kelvin.
Deze grootheden vormen het getal van Prandtl in vcrgeli,jking
35.
1)e kinematisc1:e viskositeit volgt uit de dynamisct.e viskositeit
terwjJl de temp.enz wordt gedefinieerd alo volgt
a x: - - --
[
o
r:
[
r
[~
rJ
, l i , J , , ,~
0,°5 W .m -1 • °C- 1p
'" 0,49 kg.m-3 -5 -2'7.
D 4,44.10 Ns.m .3 J.kg- 1 • oK- 1 C=
1,076.10 pEr wordt door substitutie gevonden
-v
0,33( --- )
=
0,985 aVan rookgas s Uit de wärme-atlas werd de volgende formule ~fge18id 13)
0,21 waarin
T t -ernpera t uur l°n
oe •
Van EO
ct
z,omvel zuur s Met behulp van de gegevens uit Perry (bI z .3-fO)werd fi5Uur.ç samengesteld, zodatdaarui t de soortel~D<e m3ssa als
funktie van de tempera tuur kan worden afgelezen.
~~~~!~~1~~_~~~~!~
Met de volgende gegevens ztn vergeli,;ldnt;en
2r.
tlm 31 opgelosmt :.3 2,2 + J • nlol -1 • C 0 -1
C 28,8 -.3 T 5 T- 2
p,s0.3 + 13,5.10 6,59.10
"
C 34,6 -3 3 T- 2
P,02 + 1,0é.10 T 78,2.10
"
Gegevens gevonden in Perry, blz 3-116. Ook in 20)
De soort.el iJce warmte van rookgas wordt bereke!1d door de samenstell ing te bepalen van het rookgas en vervolgens de b~dragen van de compone
n-ten aan de soortel i:ke Vlarmte te sommeren
Voor vergeliJking 33 gel~t
gew
%
C P °2 4,4 981 N 2 76,6 1050ci02
14,7 956·
L
[1
]
- 39 ~
De soortel(ke warmte van water werd berekend met (Perry,blz 3-116)
S,22 + 0,00015 T + 0,00000134 T2
De b~drage van waterdamp is
gew
%
4,3
c
19~0
De
soortel~ke warmte van ket rookgas volgt nu uit:C p,rookgas
=
~
-~~~-~-_!_-i 100.e
.
p,1...
1076 -1 0 -1 cal.mol • CL
[
.[
:
r
'
r
'
[
[
'
1 o~~ 0[
,[
.
[
.[
'
[
r~
[
1
0
J
l
1
~
I '1,75
9H
2s04
(80
%)
f
1,69 1,67 1,65 1,63 1,61 1,59 1,57- 40
-o
25 50 75 100 125 150 175 200225
. ... T (Oe )L
- l' 'i-~!" "' ...[
·
L
symb no no verg lit no eenh waarde no uymb no verg lit no eenh waardeL
1
3
28
0,185.10
6
22
40
23
21
202
2
1
"
"
"
41
"
"
['
3
26
46
54,5·10
3
23
42
"
"
3
21
"
"
"
H~30
0,147
4
34
28
-4
1120
"
"
r
12,5.10
5
18
14
21
2.10
8
"
24
"
"
"
22
"
"
"
24
18
"
-
,
-9
['
6
11,
24,0.10
"
I"
23
14
33
100
23
,
,
7
35
31
25
23
14
41
,
,
.
40.10- 6
r'
86
26
51
26
24
11p10 30
,
,
,
0,0515
-3
I9
16
40
28,9.10
27
7
26
36,3
.[
.10
29
"
26
26
3,19
"
31
"
40
26
6,51
[
,"
33
28
51
23, pI, 636
1,33.10
-5
"
54
31
7
255
1142
23p41
0,5 2
"
30
82
r'
9
l"
44
"
"
"
36
0,233.10
1226
26
2.10- 2
32
1
51
500.10
6
[~
13
20
31
0,999.10
-4
33
40
23p37
2
37,0.10
-5
"
i?2
"
"
"
53
"
2
"
l,
"
44
12
6
0,40C10
-1
34
42
2
1
14
4
850
5.105
Ol27
47
27
,
2.1
0
3
~
15
38
15
652.103
35
42
2
1,72.10
-3
16
8
24
R,91
36
53
2
"
17
10
62
-5
n
2
3
42,8.10
37
53
1,72.10
"
30
11
13
-01196.10
6
38
42
34,9
"
28
11
13
-0,205.10
6
39
37
54
3
J
18
6
26
10
41
23
24
11
4,20.10
E,3119
29
13
-18255
42
42
23p39
1,4
~
It31
13
+9045
43
4
26
10-7
20
_
41
20
I10
6
"
H?,
29, 22, 25,
26
10
-
2
1
21
34
21
52
,
,
8,8
37
I 6 I 4L155
2410
2,25.10
21
3.5
"
"
I"
I I45
39,40
-
2
2
367
f!
"
37
"
"
I"
I J1l
l
.
.. i+-2 _l
symb verg