• Nie Znaleziono Wyników

Vijftig jaar vliegtuigbouwkunde in Delft

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vijftig jaar vliegtuigbouwkunde in Delft"

Copied!
173
0
0

Pełen tekst

(1)

VIJFTIG JAAR 'VLIEGTUIG80UWKUNDE'

IN DELFT

LECfORI SALUTEM !

Oil Jubileumboek worth uitgtgeven tcr gc:legenheid van hel 50-jarig bestaan van de vliegluigbouwkundige opleiding in Delft en hel negende lustrum van de Vliegtuig-bouwkundige Studievereniging 'Leonardo da Vinci',

He! hoek heeft niel de preten!ie cen gedegen geschiedkundig overzicht Ie geven van de historie van de vliegluigbouwkundige opJeiding en van de sludievereniging.

In cen 18-tal anikelen worden door medewerkers, oud-medewerkers en studenten uit-eenlopende aspekten van he! rei1en en zeilen van de vliegtuigbouwkunde in Delft belicht. liet is ec:n wat bonte vcn.ameling geworden. waarvan wij nieHemin verwachten dat he! lezen crYan genoegen zal verschaffen ;un hen, die he! hcbbcn meegemaakt en dat he! '1oor de jongeren interessant genaeg is om er kennis van te nernen.

Hopelijk zal de inhoud ook voor komende gener3ties van waarde blijkcn te zijn.

De Commissie Jubileumboek, l.A. van Ghesel Grothe J.A. Jongenelen R.G.A. Kuipers (VSV) G.1.1. Ruijgrok H.H.EJ. de Wit

(2)

UII~'>f'tf ttf tffllslributtrd door. o..lfu~ Uni''e'fSila.n' f'ns S\C'o',n"q I Ul8 eN 0..1ft \~ .. roon: 01)·713254 ,,,kru: 015·711661

Om~lagld"ninl: J.A. Jonl~n~"''' IS8N 9O-627'·62~l/CII'

COp)'ri.hl 0 1990 by 0..1(, UniV('uil1 PrnI All ",hiS .C$C:,,·cd.

No pan of Ihi. publlcalion may ~ rq»OduCft!, ~o.w in a m';o:"o<ll s)'Sl~m. or Il1In~milied. in any form. Or by any mtans. rlr<;lronic", Im'Cha"ical, phOIOCDp)'inl, rcrontinl Dr Dlhrf"'~ Wllhoul II>c prior ~rmi»ion, in "'ritinl, from ,'''' publisher.

(3)

INHOUD

1. Een terugblik op vijflig jaar 'vlieglUigbouwk.unrle' in Delft 2. VJiegtuigbouwkunde in Delft; de eerste lien jaar 1940-1950 3. AvonlUren met cylindcrsloten

4. Bomas Caaljas

5. De gchouwen van Vliegtuigbouwkunde 6. Mijmeringen vall eell oud-medewcrker

7. 50 jaar Aerodynamica in de Faculteit def Luchtvaart- en Ruimtcvaarncchniek (vakgroep al)

8. In de gele badkuip

9. Verleden en heden van de vakgroep a2: Ontwerpen en Yliegmechanica 10. VlieglUigen op zolder

II. De vakgroep a3: Stabiliteit en BeslUring

J 2. De Technische Dienslen van VJieg\uigbouwkundc in de loop def jaren 13. De vakgroep b2: Yormgeving, Fabricage en Malerialen

14. De Administratievc en Huishoudclijke Diensten toen en nu 15. ViI he! dagboek vall een oud Fokkenje

16. De vakgroep c: Constructie, Sterkte en Tri!!ingen 17. Herinneringen aan het college Automobieltechniek

18. De geschiedenis van de VJiegtuigbouwkundige Studievereniging 'Leonardo da Vinci' 1945-1990

(4)

EEN TERUGBLlK

or

VIJFTIG

JAAR

'V

LlEGTUIG

-BOUWK

UN

DE

'

IN

DELFT

Mel cnkclc p{"rsoonlijkc hcrinncringen door prof.ir. II. Wittenberg

I. IN LEIDING

Met enige aan:eling heef! de schrijvcr van

dil anike! de laak aanvaard om in hel

lu-bilcumboek naar a:mleiding van hel vl jftig-jnTig beSlaan van de vliegtuigbouwkundige

opleiding in Delft cen historisch overzicht

samcn Ie stellcn. immers, vcrantwoorde

geschiedschrijving behoort Ie worden

uit-gevoerd door daarin geschoolden, die door s\udie van documcmen en archieven de

historische gebeunenissen vaslleggen

',lOOT hel nageslachL

De sChrijver heef! noch de betreffende

scholing, noch de vereisle objectivitciL Dit

laatste mag ook niet worden verwaehl van

iemand, die 45 jaar als student,

welen-schappelijk medewerker, ieclOr en hoog-lemur VOOT- en Icgenspocd van VlieglUig-bouwkunde en Luchtvaurt- en Ruim!e-vaantechniek in Delft heeft meegemaakl. Zijn geschiedschrijving wi kenmerken ver-tonen van eigen betrokkenheid. van het leggen van nadruk of juis! he! voorbijgaan aan gebeunenissen. die door anderen resp. als misplaatst of als omissies worden ervaren. Hiervoor biedt de auteur bij voorbaat zijn verontschuldigingcn aan. [n dit overzieht wordt ook nauwclijks inge-guan op de pcrsoonlijke prestalies van vclen die aan de (sub-)Afdeling of F acul-teit waren verbonden. Tevens is de aan-dacht voomamelijk op het geheel van de vliegtuigbouwkuodige op!cidiog gerieht en wordt voor de speeifieke verrichtingen in onderwijs en onderzoek verwezen naar de bijdrngen vall de verschillende vakgroepcn van de Facuheit, inclusief de bijdrage van de Algernene Dienst en van de Vliegtuig-bouwkundige SlUdievcreniging "Leonardo da Vinci".

De schrijver hoopt dat deze gezamenlijke bijdragen in dit jubileumboek wilen kun-nen worden beschouwd als een vast leg-ging van de geschiedenis vun de vlieglUig-bollwkundige opleiding, die waarde heeft voor hen, die aan deze geschiooenis heb-ben bijgooragen en 'lOOT jongeren, die daarvan kennis willen nernen.

2. HET VOORSPEL TOT 1940

Elk niellw vakgebied kent zijn pioniers, varierend van ambachtelijk werkende uit-vinders tot wetenschappclijk gevonnde onderzoekers. Op het gebicd van de ont~ wikkeling van technisch geavanceerde ob-jccten, zoals vliegtuigen, raketten en ruim-tevoenuigen, doen zich tijdens of spoeclig na de eerste jeugdjaren behoeften 'lOOT

aan !echnici en ingenieurs met meer dan ambachlelijke kennis. Opleidingen in het nieuwe vakgebied bestaan dan nog niet en de verciste deskundigheid wordl gevon-den bij hen, die op verwunte en reeds be-staande gebieden van techniek en weten-schap hun vonning hebbcn verworven. Het is dan ook vanzelfsprekend. dal bij de Fokker-fabrieken, de RijksslUdiedicnst voor de Luchtvaan (RSL) en de

Koninklij-ke Luchtvaanmaatschappij (KLM) vanar hun oprichting in

1919

geleidelijk aan werktuigbouwkundige en scheepsbouw-kundige ingenieuTS, alsmede andeTS opge-leiden zoals natuurkundigen en electro-technici in dienSf traden. Deze deskundi-gen konden in het nuwllrlijke ontwikkclingsproces van kennis en kllnde hun vaardigheden in de nieuwe technick ontplooien en daarin meegroeien.

Naamlate de betreffende tak VUrt teehniek en wetenschup verder voonschrijdt. gaat

(5)

,

,

,

f

,

""

i

,

i l • ."

;

,

"

,

?'

,

"

\ \ \

/"

-;

.

...

,:-..

i "

~

,.

,.

'

....

,

!i

\

.

.'

~,

I

,0'

i

,

"

/

.,

.,

'" >u

,

.

,

f

"

!>T,oIlT VEI!LOOP r ... 'UOC"""NQ# ... , . I. (~u . . ~_ . . " . " , ,.,.~,.,~

···ff

·

...

··

..

~. '"''0''''' 2. v" ••• ~, • .. ~ ... ,

""''''f

~"r"H.~tN ,,,. <O • • o".~ I

,

~

.

#

I

,

~

~

f

f

,

F

f

;

&

f

,

;

I

>

?

/

!

{"',I

~

I

f

f

I

V

is:!'')

/"r-

.

,. I

r'

I

f

I

I

... .. I

f

,

-,,.,,.,,,,

u

<

<

f

f

/ II.

,,_to

-

.-

-

-

-"~lIT'"'''f'''

...

,

al!ereerste 'volgnummer' , gedatccrd 12 november 1940

(6)

rich echlcr de behoefle aflekenen om jon-ge krachlen Ie werven, die reeds lijdens hun opleiding een specifiek op hel Yakge-bied gerichte kennis hebben Yerworven. Immers zij hebben geen gelegenheid meer geleidelijk met het yak mee te groeien en hun scholing in bedrijf of laboratorium zou Ie vee] tijd gaan vergen.

Ondanks de bloci van de Nederlandse hlchtyaan tussen de beide Wereldoorlo-gen was ons land niet bijzonder vroeg met de instelling van specifiek op de luchtvaan gerichle opJeidingen. Een eersle begin werd in 1934 gemaakt met een tweejarige avondopleiding Vliegluigbouwkunde bij de tocnmalige MTS Haarlem, die in 1936 werd omgezet in een vierjarige dagoplei-ding. De ouderen onder ons herinneren rich nog de Nederlandse slUdieboeken van ir. T.J.W. van Lammeren, ir. G.L. Lu

-dolph, ir. R.1. Legger en anderen. Namen die yerbonden zijn aan hel yliegtuigbouw-kundig onderwijs in Haar1em. In 1940 werd voor middelbaar technisch onderwijs het Nederlands Luchtyaan InSlituut opge-richt. cerst gevestigd in Utrech!. lalcr in Scheyeningen. Oil instilUllt yond later zijn yoortzening in de Anthony Fokker School in Den Haag.

Ook aan de Technische Hogeschool in Delfl kreeg de vliegwigbouwkunde getei-delijk aandacht in de jaren denig en wei binnen de Afdeling der Werkluig- en Scheepsbouwkunde. De beide zecr YOOf-aanstaande gelcerden, prof.dr.ir. C.B. Bie-zeno en prof.dr. J.M. Burgers onderkenden zeer wet hel belang van de luchlvaan als yoortrekker van de ontwikkeling van de techniek. Oit brachten zij onder meer tOl uildrukking in hun onderwijs in de sterkte· berekening van YiieglUigen (prof. Biezeno) en in de aerodynamica en de gestoorde be-weging van yliegtuigen (prof. Burgers). Ook enkele andere docenlen venorgden onderwijs gerichl op de luchtyaan, 0.1. ir. J. Roosenschoon van Fokker, die in 1935 als priyaal-docent in de vliegtuigbouwkun-de werd aangestcld. Aan hel eind van de

jaren denig nam hel locnmalige Bestuur van de Ardeling der Werktuig- en

Scheepsbouwkunde hel belangrijke besluit om een afzonderlijke leerstocl in de Vlieg-tuigbouwkunde in te stellen en de benoc-mingsprocedure daarvoor te doen pltlats vinden.

3. nET BEGIN VAN DE VLIEGTUlG-BOUWKUNDIGE OPLEIDING IN DELFT

De bovenvennelde benocmingsprocedure bcgon onder een ongelukkig gestemte. Zo-we] bij de Fokker-vliegtuigfabrieken, het NationaaJ Luchtvaartlaboratorium NLL als de Rijksluchtvaartdienst RLO (beide laal

-Slen in de jarc:n denig voongekomen uit de Rijksstudiedienst voor de Luchtvaan RSL) waren diverse deskundigen, die voor de hoogleraarspositie in aanmerking kon-den workon-den gebrachl. Onder hen nam ir. A.G. von Baumhauer. sinds 1921 werk-zaam bij de RSlJRLD. cen vooraanstaan-de plaats in. Zijn groolsle bekendheid ver-wierf hij door de bouw van een eltpc:rimen-teel hefschroefvliegtuig in de periode 19 24-1930, doch hij leverde ook bclangrijke bij. dragen lot de verhoging van de veiligheid in de luchtv3art door onderwek op het ge-bied van prestaties, vliegeigenschappc:n en nutler. Een eventuele benocming tot hooglernar in Delft kon echler geen door-gang vinden door hel noodlottig ongeval tijdens cen prudvluchl met cen Boeing Stratoliner in de Verenigde Staten, waar-bij zowel ir. A.G. yon Baumhauer als P. Guilonard. onderdirecteur van de KLM,

in 1939 omkwamen. In het zelfde jaar ste]-de ste]-de Afste]-dellng ste]-der Werktuig- en Scheeps

-bouwkunde een definitieve voordrncht op voor de hoogleraar in de vl iegtuigbouw-kunde, waarin drie kandidaten werden ge-nocmd. Hel is zeer opmerkelijk, dat hel tocnmalige College van Curatoren de

voor-keursvoJgorde van de Afdeling niel wilde volgen. Na overJeg mel de Afdeling

(7)

1',,,/ l(fun

Hel hooglerarencorps van de Afdeling der Weriauigbouwkunde en Scheepsbouwkunde

(8)

eerste kandidaal voor te dragen ddr. H.J. van der Maas, die sinds 1923 weric:zaam was bij RSl)NLL, in het bijzonder op het gebied van beproeving van vliegtuigen in de vlucht. Tot dit besluit heeft zeker bijge-dragen het ann de voordracht voorafge-gaan overleg, waarbij blijkens archief-d o-cumenten Van der Maas duidelijk zijn vi -sie omtrent de vliegtuigbouwkundige opleiding in Delft naar voren bracht. inklu -sief de vliegopleiding van studenten, Deze visie zou hij in de na-oorlogse jaren volle-dig weten te verwerkeJijken. Zonder ande-ren tekort te doen, mag de Nederlandse luchtvaart dankbaar zijn dat op voordracht van het College van Curatoren bij Konink-Jijk Besluil van 6 mei 1940 ddr. HJ. van der Maas lOt hoogleraar in de Vliegtuig-bouwkunde in Delft werd benoemd.

4. DE OORLOGSJAREN 1.940-1945 In september 1939 had de wereldbrand reeds een aanvang genoemen en op 10 mei 1940 werd ons land door de Ouilse be-zetting daarin meegezogen. Prof. van der Maas was enkele dagen daarvoor be-noemd. Aanvankelijk ging het leven nog zijn nonnale gang en op 10 october 1940 hieJd hij zijn inaugurele rede met de IOC-passelijke titel: "De Stan". Hij speak daar-bij lOwel over "den start van het werk nan de Technische Hoogeschool" als over de start van het lange-afstands-vliegtuig, daarbij de nadruk leggend op de resuhaten van "den aanval op den luchtweerstand". In het lOt de studenten gerichle slotwoord komt de rin voor: "Slechts een Yolk, dat de luchlvaart beoefent, zaI in de toekomst een rol van betekenis kunnen spelen", ge-paard met de opwekking lich niet Ie laten afschrikken door de moeilijke omstandig-hOOen van het ogenblik.

Kenmerkend voor lijn brede kijk op de luchtvaarttechniek is dat prof. Van der Maas zich vanaf zijn benoeming met grate werkdrift wierp op cen reeks van vakken.

Met hulp van medewerkers bij de 11i en het NLL ontstonden dictaten, niet aileen over zijn eigen vakgebied (vliegproeven en vliegeigenschappen), maar ook over het ontwerpen en de constructie van vlieg-lUigen, de luchtvaanvoorschriften e.d.

Reeds vroeg verkondigde hij de stelling dat de naam Vliegtuigbouwkunde te eng was voor de beoogde opleiding, die ook andere aspecten van de luchcvaan moeSt omvatten dan het bouwen van vliegtuigen aileen.

Het was in de zomer van 1943 dat de schrijver na het behalen van het HBS-B

diploma door bemiddeling van een familie-lid de eerste ontmoeting had met prof. van der Maas op het huidige TNO-complex aan de Lange Kleiweg in Rijswijk. Oit naar aanleiding van de wens om in Delft vliegtuigbouwkunde te gaan studeren. Een bezoek aan zijn assistenlen Hassig, Gis-kes en Van Niflerik werd gearrangeerd in hel gebouw van Werktuigbouw- en Scheepsbouwkunde aan de Nieuwelaan in Delft, die verder inlichtingen gaven. Prof. van der Maas raadde de inschrijving als student sterk af en gaf het adres van cen repetitor om alvast de wiskunde te kunnen voorbereiden, zelfs met de mogelijkheid om c1andestien, later te erkennen, t entami-na bij hoogleraren af Ie leggen. De donke-re wolken van de grimmige laatste bezet-tingsjaren waren reeds toen duidelijk her-kenbaar.

Toch had Van der Maas in de oorlogsjaren kans gezien in de huisvesring van Vli eg-tuigbouwkunde te voorzien. In 1943 werd voor de opleiding een verdieping boven op

het bestaande gebouw aan de Nieuwelaan 76 gebouwd. naar verluidt het enige civiele bouwwcrk in Zuid-HoJland in die tijd. Oat

dit niet aan vriendschap met de Ouitse be-zetters was te danken, bleek spoedig daarna. De toenmalige Senaat van de 11i adviseerde de studemen de zogenaamde "]oyaliteitsveric:laring" te tekenen, waarbij zij zich zouden onthouden van tegen de

(9)

Duitse overheid gerichte handelingen. Prof. van der Maas was een van de vurige

tegenstanders van dit advies. Toen deze

houding bij de bezetters bekend werd,

was hij genoodz.aakt met zijn gehele

ge-rin, toen beslaande uit echtgenole en II

kinderen, onder te duiken op diverse

plaat-sen in ons land. Ook in die tijd ging hij voon mel voorbereiding van het onder-wijs, waarvan handgeschreven dictaten met het bijschrifl "in duikvlucht" geluigen zijn!

Na de bevrijding in mei 1945 kon "De Start" van de vliegluigbouwkundige

oplei-ding pas echt een aanvang nemen. Prof.

van der Maas werd in het eerste

naoorlog-se academisch jaar 1945-46 echler ook tot

een andere taak geroepen. Ais ec!n der

weinige Delftse hoogieraren, die geen

blaam met zich meedrocg i.v.m. de Duitse

bezetting, was hij de aangewezen man om de eersle na-oorlogse Rector-Magnificus

van de TH Ie worden. Nog herinnen de

schrijver zich dat hij in september 1945 bij de inschrijving in hel toenmalige

Hoofdge-bouw, Oude Delft 95 persoonlijk door Van

der Maas werd onlvangen. Hel gebruik

van deze persoonlijke ontmoeting van de studenlen mel de Rector zou kon daama verloren gaan. Voor de eerstejaars

vlieg-tuigbouwers lOU prof. Van der Maas de

persoonlijke ontmoeting nog lang handha

-yen met een ontvangst in zijn woning,

Voorstraal 42. Tijdens zijn periode als

Rector-Magnificus vervulde prof. Van der

Maas o.a. de zware laak van de

"zuivering" van SlUdenten i.v.m. de

onder-lekening van de loyaliteilsverklaring. Zijn

rechlschapenheid en gevoel voor de mede-mens, hebben zeker bijgedragen 101 een waardige afsluiting van een donkere perio-de voor de loenmalige sludenlen in Delft.

5. TWINTIG JAAR VAN OPBOUW:

1945-1965

In een aflOnderlijke bijdrage in dil

jubi-leumboek van de hand van profjr. lA. van Ghesel Grothe worden de eersle tien ja-ren van de vliegluigbouwkundige opleiding beschreven. Daarin worden de drie grond-leggers van de vliegtuigbouwkundige op-[eiding mel een kone [evensbeschrijving

gememoreerd.

Reeds in 1945 werd prof.drjr. A. van der

Neut a[s tweede hoogleraar in de

vlieg-tuigbouwkunde benoemd. Hij was sinds

1930 werkzaam bij de Sterkteafdeling van

hel NLL Door zijn benoeming werd voor

-zien in onderwijs en onderzoek in de vl ieg-tuigconsltucties. Vanaf zijn benoeming tOt

zijn emeritaat in 1973 verzorgde prof. van der Neu! onderwijs in de vliegtuigcon-slrUcties, de sterkte- en stijfheidsbereke-ning, belastingen en vliegtuigtrillingen. Prof. van der Maas kan worden be-schouwd als de schepper en bouwer van

de vlieglUigbouwkundige opleiding, terwijl prof. van der Neu! a[s vooraanstaand

be-oefenaar van de technische wetenschap de grondlegger van de wetenschappelijke

tra-ditie van de opleiding kan worden

ge-noemd.

In de eerste na-oorlogse jaren wcrd ook vonn gcgeven aan het oefeningenprogram-rna, dat steeds een belangrijke plaats in de vliegtuigbouwkundige opleiding heeft

ingenomen. Ir. J. van Buuren, die in 1947 tot lector werd benoemd, heeft vanaf 1945

tOt zijn pensionering in 1975 grote

aan-dacht aan he! oefeningen programma

be-steed, daarin bijgeslaan door iT. C.A. van

def Eyk, die van 1945 tot 1977 aan de

Af-deling was verbonden. Seiden hadden hun

ervaring in de vliegtuigbouw voomamelijk verworven in de vooroorlogse jaren van de

Koolhoven-fabriek, die na de verwoesting

van Waalhaven in 1940 niet meeT uit de as

is herrezen.

Ve\e anderen hcbben als asSiStelilen en

medewerkers in de opbouwperiode

belang-rijke bijdragen lot de opleiding en de bouw

van laboratoria geleverd, waarvan de

na-men hier onvenneld moeten blijvell. In dit

verband kan wei worden venneld dat in

(10)

er-Een gedeehe van het docentencorps van de Onderafdeling der

Vliegmigbouwkunde in 1962

Ziuend van links naar rechlS:

prof.dr.ing. S.F.A.H.P. EnJmann. prof.dr.ing. J. Taub. prof.drjr. A. van dcr Ncut. prof.dr.ir. HJ. van

dcr Maas en prof.ir. H. Willcnbcrg.

Slallde van links naar recllls .. temiddtn van bcstuursleden dcr VSV:

locL(ll'" if. O.H. Gerlach. prof.dr.if. W.T. Koitcr.toclOr ir. E. Dobbing3 en ir.dr. J.MJ. Kooy.

De v~iltcr van de VSV, de ha:r K.A. MOIItijn. SWI rechlS van prof. KoilC!".

varen krachten mel praklijkervaring, ook een aanlal pas afgestudeerde vlieglUig-bouwkundige ingenieurs aan de Onderafde-ling wisl Ie binden. Hij was daarbij royaal in het geven van veranlwoordelijkheden.

helgeen er zeker heefl loe bijgedragen dal

verscheidenen van deze jonge ingenieurs

rieh konden bekwamen 101 het niveau. da1 in de loop der lijd de benoeming 101 hoogle-raar rechtvaardigde.

In 1965 was hel aanta1 gewoon hooglera-ren en iecloren hij de Onderafdeling reeds

gegroeid lot lien, lerwijl drie builengewoon hoogleraren waren benocmd. De staf van

wetenschappelijk medewerkers, lechnici

en ander ondersteunend personeel hield

geHjke Ired mel dele groei. Met welover

-wogen stappen werd ook de laboratorium-uitnlsting van de Onder-Afdeling uitge-breid tOt cen omvang. die tOt heden de ver-gelijking met overeenkomstige instituten in het buitenland glansrijk kan doorstaan. Een hoogtepunt hierbij was hel betrekken van het eigen gebouw aan de Kluyverweg

I in 1965. waarmede een definitieve huis-vesting van de opleiding werd verkregen. T.a.v. de plaats van de

vliegtuigbouwkun-de binnen vliegtuigbouwkun-de organisatie van de Techni· sche Hogeschool Delft heefl prof. van der Maas sleeds een eigen Afdeling voor ogen

gestaan. Als eersle aanzet werd in 1943 reeds een afzonclerlijk diploma voor vlieg-tuigbouwkundig ingenieur ingesteld als vervanging van het diploma van

werkluig-kunclig ingenieur met de aMlekening

"Vliegtuigbouwkunde~. waarvan er slechts Un is uitgereikl. In 1953 werden

Scheeps-bouwkunde en Vliegtuigbouwkunde van de

Afdeling der Werktuigbouwkunde afge -splitst en vormde zij samen een nieuwe Afdeling. totdal in 1975 beide overgingen

in afzonderlijke Afdelingen met cen eigen bestuur- en beheersstruktuur. Tot de in

1953 gevormde Onderafdeling

Vliegtuig-bouwkunde behoorden als hoogleraren niel aileen prof. van der Maas en prof. van der

Neut, doch ook de beide hoogleraren

prof.droir. L.1.F. Broer en prof.dr.ir. W.T. Koiter van de Afdeling der

(11)

Werktuighouw-DE LEER- EN HULPMIDDELEN VOOR DE STUDENT;

VROEGER EN NU

Vroeger (rond jaren vijftig)

diktaten door student gemaakt tijdens de hoorcol1eges;

tekentafel, tekenhaak, lineaal, driehoeken, passserd()()S,

strooklatten en tekenloden;

rek.enlineaal en logarithmen-tafel;

blauw-en lichtdrukken voor tekeningen (spaanaam!);

inktpen, foliopapier, grafiekenpapier en tekengertedschap Voot

handgeschrtven verslag van ingenieursopdracht. Thans (rond jaren nt!!emi!!)

gedrukte diktaten voot vrijwel aile vakken naaSI hoorcolleges;

Computer Aided Design faciliteiten;

rekenfaciliteiten van zakrekenmachine. personal computer tOI

loegang lOt centrale rckenfllcilileiten van de TU Delft;

copieerfaciliteiten voor anikelen. verslagen. tekeningen eIC.;

aile modeme hulpmiddelen voor vervaardigen van getypl rap-pon van ingenieursopc1racht.

kunde. die waren medebenoemd in de

On-derafdeling. In die jaren woonde ook

prof.dr. R. Timman van de Afdeling der

AI-gemene Wetenschappen (Onderafde1ing

der Wiskunde) de Onderafdelingsvergad

e-ringen regelmatig bij.

In de jaren na 1945 ondergingen de lucht

-vruuttechniek: en de daaman verbonden

wetenschappen ten enonne groti, waar-mede het onderwijs in Delft gelijke trcd

motSI hollden. De toepassing van straal

-voonstuwing maakte hel bereiken van h o-ge vliegsne1heden moge1ijk met daarnan verbonden ontwikke1ingen op het gebied

van de subsone, tr:mssone en supersone

aerodynamica. alsmede nieuwe con

strue-lieve-. sterkte- en trillingsvraagstukken.

In de eerste jaren na 1945 was hel

onder-wijsprogramma nog steric geent op de

werktuigbouwkunde_ De vliegluigbouw

-kundige vakken hadden een beperkte

om-yang en waren gericht op hel vliegluig met

zuigermolor en schroer en lage vl

iegsne1-heden_ Het onderwijs kon toen nog aan-dacht geven ann vele technische bijzonder

-heden. daar hel tOlale gebied van kennis

nog vrij beperict was_ Mel de genoemde uitbreidingen van he! vakgebied is geleid e-lijk aan de omvang van het vliegtuigbouw-kundig onderwijs toegenomen. waarbij de anndachl ook meer en meer wen! versch o-Yen naar de grondslagen van het

vakge-bied. die ann de afgesludeerde ingenieur

de basis verschaffen, waarop hij de

prakli-sche kennis in zijn beroepsuitoefening

adequaat kan verwerven_

Hoewel de inhoud van de opleiding in de

loop der jaren voondurend is aangepasl, is

hel opmerkelijk dal de struktuur daarvan

reeds in de eerste jaren na 1945 is vastg e-legd in een vonn. die lot heden zec.r

pas-send is gebleken. Centnlal heeft steeds

geSlaan het ontwerpen van vliegtuigen

met de daaraan verbonden disciplines:

aerodynamica, prestaties en voortstuwing.

(12)

gconstruc-ties, sterkte- en stijlbeidsberekeningen.

Elke vliegtuigbouwkundige student Ont-vangt een basisopleiding in deze discipli

-nes en tot 1982 werd door aile studenten als synlhese van deze kennisgebieden een voorontwerp van een vliegtuig ver-vaardigd. In 1945 werd zelfs begonnen met twee voorontwerpen, nl. van een zweefvliegtuig tn een motorvliegtuig, het-geen echter spoedig een te zware belas-ting van het studieprogranuna betekendel

Reeds in 1947 werd onderkend, dat voor

het verkrijgen van voldoende diepgang in de Iwee laatste jaren van de vijfjarige op-leiding een differentiatie in een aantal af-studeerriehtingen noodzakelijk was. Bij el-ke afstudeerriehting behoorden kern- en keuzevakken en afsludeerwerk in de geko-zen riehting, afgesloten met het inge-nieurs-examen. De toen ingestelde

keuze-richtingen waren:

aerodynamische en vliegtechnische

rich-ling (a);

bedrijfslechnische richling (b); constructieve richting (c);

elastomechanische richting (d).

Op 25 september 1947 gaf prof. Van der

NeuI in beeldende !aal een toelichling op deze studierichtingen aan de v

liegtuig-bouwkundige sludenlen. Met in de lijd ge-bleken wenselijke aanpassingen, zijn deze

riehtingen tot heden nog Sleeds in hel

Stu-dieprogramma herkenbaar, zij he\ met toe-voeging van de ruimlevaantechniek naast

de luchtvaantechniek.

Bij de door de Afdeling (Faculteit) ver-zorgde opleiding heeft vanar 1945 ook

steeds behoord die van de ingenieur-vlie-geT. Prof. van der Maas, zelf ir-v!ieger, die vrijwel elk vooroorlogs-vliegtuig in Neder-land had gevlogen, zag deze opleiding als een noodzakelijke aanvulling om de ver-binding tussen de wereld van de vlieger en de ingenieuT Ie leggen. Aan goede stud en-ten werd de gelegenheid geboden het

vliegbrevet A te behalen en zodoende ken-nis Ie maken met de praktijk van het vlie-gen. Op grond van sludieaanleg,

vJiegaan-leg en mOlivatie, werden enkelen

geselec-leerd om he! vliegbrevet B Ie behalen bij de Rijksluehtvaanschoo! en om zich lij

-dens de opleiding Ie bekwamen in de uit-voering van vliegproeven. Ook deze vlieg-opleidingen hebben bewezen tot de huidi-ge dag in een behoefte te voonien en lot

1990 zijn 23 ingenieurvliegers opgeleid en vele sludenlen behaalden hun A-brevet.

Tot de benoeming van de derde gewoon

hoogleraar in 1960 waren prof. Van der

Maas en prof. Van der Neut de enige af-studeerhoogleraren en in de periode

1945-1960. voltooiden ruim 250 vliegtuigbouw-kundig ingenieurs de studie onder hun lei-ding. Velen van deze sludenten zouden in hun lalere loopbaan vooraanstaande

posi-lies in de Nederlandse luchtvaan gaan be-kleden.

In de boven beschreven periode vond ook de opbouw van de Nederlandse vlieglUig-industrie plaats, alsmede die van het

luchtvaankundig onderzoek bij he! toen-malige Nationaal Luchtvaanlaboratorium

NLL, vanaf 1961 hel Nationaal Lucht- en

Ruimtevaanlaboratorium NLR.

in dit overzicht mag niet onvermeld blijven de leidende rol die prof. Van der Maas bij deze opbouw heert vervuld. In 1946 werd hel Nederlandse Instituu! voor Vliegtuig-ontwikkeling (NIV, sinds 1971 NrvR) op-gericht met het doel de zelfscheppende vliegtuigindustrie in ons land te doen her -leven. Toen prof. van der Maas als Rector

in 1946 een roeiwedstrijd op de Delftsehe Sehie gadesloeg vanaf het terms van het

toenmalige cafe "De Zwelhheu]", nodigde ir. Th.P. Tromp als voorzitter van de I

nter-departementale Commissie, die tot de op-riehting van het NIV had geadviseerd, hem uit hel voorziltersehap van dit insti-tuUl op zich te nemen. Dit voorzitterschap heeft prof. van der Maas tOt 1970 vervuld en daarbij met grote inzet leiding gegeven aan de werkza!lmheden van het NlV ten behoeve van de vliegtuigindustrie.

(13)

het voorzinerschap van het bestuur van hel NLL op zich Ie nernen, teneinde lei-ding te geven aan de uitbouw vlln dit labo-ralorium. In zijn besluursperiode lOt 1971 kwamen verscheidene grote on derzoeksfa-ciliteiten tot stand, alsmede de uitbreiding mel de nieuwe vestiging in de Noord-Dos! Polder.

Gedurende ruim 20 jaar heeft prof. Yan der Milas de drievoudige tau: voorzitter van de Sub- en Onderafdeling der Yl iegruig-bouwkunde, voorzilter van het Bestuur van hel Nrv (NIVR) en voorzitter vlln hel Bestuur van hel NLL (NLR) gelijktijdig vervuld. Oaarbij steeds wakend voor on-derscheid van belangen, doch het ene doel dienend: de bevordering van de Nederland-se vliegtuigindustrie en het luchlvaartkun-dig onderzoek met de opleiding van jonge mensen voor deze akliviteilen in Delft. AI-IUn een onslUilbare werkkrnchl, een groot doorzeuingsvennogen en liefde voor

hel yak maakle de vervulling van deze drie laken mogelijk.

Ook de ruimtevaan had in de jaren zestig de aandacht van prof. Yan der Maas, me-de als bestuurslid van me-de Commissie voor Geofysica en Ruimleonderzoek (GROC, de voorloper van de in 1984 opgerichte Stichling RuimteOnderzoek Nederland, SRON). O.a. heeft hij leer geijverd voor

de permanente vestiging van hel Europe-an Space Research and Technology Centre (ESTEC) in Delft. Door oorzaken van

be-slUurlijke en bouwlechnische aard, werd dit doel niet bereikt en kreeg ESTEC in 1963 na een lijdelijk verblijf van enkele ja-ren in Delft een definitieve huisvesting in Noordwijk, waardoor dit belangrijkste lechnologisch centrum van de European Space Agency (ESA) voor ons land werd behouden.

Zijn vele intemationale kontakten maak-ten dat prof. Van der Maas ook behoorde tOt de oprichters van twee belangrijke in-temationale organisaties op

luchlvaange-bied: Advisory Group for Aeronautical Re

-search and Development (AGARD, 1952) en de International Council for Aeronauti-cal Sciences (ICAS, 1957). Naar deze or-ganisalies werd de weg geopend voor

deelneming door vele andere Nederlandse vakgenoten, die door deze kontakten ener -zijds hun kennis konden venijken en an-derzijds aan hel eigen luchtvaankundig onderzoek een grotere inlemationale be-kendheid konden geven.

In 1967 legde prof. van der Maas zijn taak als hoogleraar in Delft neer. Prof. van der Neut volgde hem op als Voorzilter van de Onderafdeling tOt 1971 en trad terug in 1973, terwijl iT. van Buuren in 1975 zijn werkzaamheden bet!indigde. Hiennede kwam cen einde aan de bijdragen van de drie grondleggers van de vliegtuigbouw -kundige opleiding in Delft. De jaren zeven-lig brachten grole veranderingen in hel universitaire beStel, lOals hieronder za1 blijken.

6. PERIOOE VAN IIERVORMINGEN:

1965·1982

In de jaren zestig nam hel aantal studen

-ten in de vaderlandse universitaire wereld sterk toe, een verschijnsel dat wei als

"exteme democra!isering" word! aange--duid. In die jaren ontstond ook de vrnag of cen gelijke opleiding van vijf jaar voor aile studenten wei de meest passende vonn zou blijven. Ook bij de ingenieursstudie in Delft kwam deze vraag naar voren en ver-scheidene modellen voor cen getrapte op· \eiding werden druk in woord en geschrifl besproken. De auteur herinnen zich o.a. levendige telefoongesprekken tussen prof.ir. 1.J. Brneze vlln Werktuigbouwkun-de en prof. Van der MaIlS over een oplei-ding in twet trappen: cen eerste opleiding van 4 jaar, voor een beperkl aanlal begaaf-de Sludenten gevolgd door cen tweejarige voongezclle siudie. De tenn

(14)

werd daarbij menigmaal gehoord. Profes-sor Broeze suggereerde reeds tocn om ook aan de 4-jarig opgeleiden de titel "ingenieur" toe: te kennen om aan deze op· leiding een voldoc:nde status te geven. Te-rugblikkend is hier sprake van een vooruit -ziende blik op hetgeen in de jaren 'SO dwingend door de overheid zou worden voorgeschreven!

Landelijk werd richting bepalend de nota van de Regeringscommissaris prof. dr. K. Posthumus, die in 1968 verschcen onder de tite1: "Universiteit, docistetlingen, func-ties en structuren". Hierin went de tursus-duur tot het doctoraal (bij de TIl's inge-nieurs-)ex3men als regel op vier jaar ge-steld. De tweede trap zou vonn moeten krijgen door de aanstelling van assistent-ondenoekers met vooral promolie tot doc-tor als einddoel. Dc toenmalige Onderaf-deling der Vliegtuigbouwkunde sprong on-middelijk in op de nots "Posthumus" en bracht cen vOOlStei uit tot inrichting van cen 4 11 4.5-jarige opleiding als eerste ron· de, gevolgd door cen vervolgstudie van 1.5 11 2 jaar voor studenten met voldoende Stu-dieaanleg en studiezin. In de Afde1ingsver-gaderingen werd he! VOOTS!e1 druk bespro-ken, waarbij uiteindelijk \Verd besloten tot cen ingenieursopleiding van 5 jaar met een rodanig programma voor het vijfde cursus· jllar dat dit nominaal in juni/juli zou kunnen worden afgesloten. Vijdejaarsexamenvak -ken kwamen daarbij te vervallen, rodal het vijfde cursusjaar uitsluitend aan afstu-deerwerk kon worden besteed. Als resul-taat van het overteg was in 1967 reeds in-gesteld een vervolgstudie. het zognaamde "zesde studiejaar" mel een duur van I

a

1,5 jaar, besleed aan een aanta] geavan-ceerde examenvakken en cen onderzoek-projecl. Deze opleiding was gebaseerd op art. 24 van de toenmalige Wet op het We -lenschappelijk Onderwijs, waarbij een er -kend getuigschrifl werd geregeld. Aan be· trokken "sludenlen" werd op grond van cen ander welsanikel een bcu!"! verlcend, vergelijkbaar mel het sataris van cen jong ingenieur. Tot 1982. loen deze

opleidings-vorm kwam te vervallen, hebben 35 jange ingenieurs hel betreffende geluigschrift verworven.

De "Roaring Sixties" met studentende-monstraties en -bezettingen in binnen- en builenland zenen ook de "interne demo-cratisering" van de Universiteiten in gang. Dit leidde 101 de Wet Universitaire Be -sluurshervorming 1970 (WUB), waannee cen nieuwe bestuurs- en beheersstruCtuur werd ingevoerd. Op Afdeling- of Facul· teitsniveau was tot dan de bestuuTSver-antwoordeiijkheid gelegd bij de gezamen-lijke vergadering van hoogleraren mel een klein Dagelijks Bestuur van tenminste een Voorzitter en Secretaris. Het beheer was in handen van een Hoogleraar-Beheerder.

Dc WUB legde de hoogste verantwoorde -lijkheid bij de Faculteits- of Afde1ingsraad met venegenwoordigers uil de drie gele-dingen van de universiteit of hogeschooJ. Voor de Vliegtuigbouwkunde betekende dil cen Rand bestaande uit 12 leden, waar-van 6 gekozen uil en door de welCnschll p-peJijke staf. 3 leden voonkomcnd uit de niel-wetenschappelijke staf en 3 studen-ten. De leden van de Raad worden geko-zen via periodieke 5temmingen mel kandi -daatslellingen, stembureau's en aile zaken die mel verkiezingen van venegenwoordi· geTS voor bestuursorganen in cen gemcen· schap samenhangen.

De Voorzitter van Faeulteit of Afdeling werd voonaan de Dekaan. bijgestaan door een Dagelijks Besluur. Hel behcer werd in handen gelegd van een afzonderlijk door hel College van Bestuur (het vervangend organn voor het vroegere College van Cu-ratoren) benoemde beheerder. Op vele universiteilen en faeulteiten of afdelingen verliep de overgang van de oude naar de nieuwe beStuursstruktuur niet zonder moeilijkheden. De Onderafdeling der Vliegtuigbouwkunde bewees toen dat goed onderwijs en onderzoek niet in de cerste plaats door de struktuur, maar door de in de organisalie werkende mensen wordt bepaald. Mel grote discipline wer

(15)

-DE EINDTERMEN VOOR DE STUDIERICIiTING DER LUCIITVAART- EN

RUTMTEVAARlTECIiNIEK

Ejnd!Cml I: De vlicg!uigOOuwkundig ingcnicur dien! IC bcschikkcn over ten gcdegcn Ilcnnis van cn inzichl in de spccificke eisen, die aan luchl-en ruimtevOl:nuigcn worden gCSlCld in verband mel veilighcid cn bcU'Ollwbaarhcid, de acrodyl\3lllischc en kon-suuk.Uc:vc V'OfTTlgeving en de eigensch3ppcn tijdcns de vlucht.

Eindtrnn 2: De vliegwigbouwkundig ingcnicuf diem in staal It 7.ijn «Ifstandig tcchnisch-wetcnschappclijkc vnagswllcn op zijn vakgebic:d Ie ondcrkcnnen. Ie forrnu·

!eren. Ie Il\iJlyscn:tl en lOt Un 0( meer aanvaardban: oplossingen Ie brcngen. Hij mot! daarbij bcl vcrmogcn hcbben om uitcenlopcnde facetlen lOt oen 'ynihese Ie bn:ngcn. IllIlCrdcre 1IKICC1ijkhcdcn Ie ondcrschcidcn en dczc Icgen clkaar af Ie

we-gro.

Ejndtcrm 3: De vliegluigbouwkuodig ingcnieur Jl10CI tijdcns zijn oplciding Ilennis van en in-ziehl in hel Ihcorttischc en expcrimentele ondcn.oell binncn hel vakgebicd hebbcn veIWorvcn. Hij mOl:! daartoc bcschildcn ovcr de benodigde kennis van cn vaard.igheden in de wiskunde. MluuO;unde. mechanica en me<:lmetlloden en hi; moel in staal zijn de vaklilCfll!uur te gebruillcn.

Ejnd!erttl 4: De vliegtuigbouwllundig ingenicur moe! in $Iaa! zijn op duidclijke .... ij7.c oyer up tcdtni$ch-WClCIIS(h3ppclijke wCltzaamheden Ie rapponcrtn, wwel schrif-telij!; a1s mondcling. Ui!drotlr.ingsvaardigbcid in de Nedcrlandse wi is vcreis!, d3amaas! diem hi; in rcdelijkc male venrouwd Ie ziin mel he! Engcise L3a1gc-bruill in zi;n l'akgebic:d.

Ejmi]erm s: De vlicgluigbouwllundig ingcnicur diem lijdcns lijn oplciding inziehl Ie hebbcn vcrworvcn in zijn aanleg en affini!cilCll me! he! oog OP 7.ijn laltre belOcp$uil-ocfening.

Ejr)(hcOD 6: De vlicgwigbouwkun(!ig ingcnicur mOCI in staat "lijn om na ecn bcpcrkle inwcrk·

pcrioclc wcrp..3."!nt te Iiin in vcrschillcnde dcdgebicdcn van de luchlVlWl- en ruimle'-'ll3r\tc(:hniell.

EjnshCml

7:

De vliegtuigbouwllundig ingenicur moe! beschilden over ten doidelijk inlithl en kennis van de bctc.kenis van de luchlvaart en ruimtev33l\ voor de ma:u.schappij.

(16)

den de nieuwe bestuursmaatregelen 101

uitvoering gebrachl. De

(Onder-)Afde-lingsraad fungeerde en fungeen nog steeds als een controlerend, meedenkend en beslissend orgaan, daarbij de

dageJijk-se bestuurlijke en beheersaangelegenhe-den overlatend aan hen, die daarvoor

pri-mair de veranlwoordelijkheid dragen. De

getoonde discipline is geheel in

overeen-stemming met hetgeen bij de beoefening

van de luchtvaan sleeds van aile

betrok-kenen wordt geeist!

Maar ook de ontwikkelingen op het gebied

van de wetteJijk voorgeschreven inrichting van de universitaire studie stonden niet

slii. In 1976 konden ingevolge e)(. an II

derde lid van de Wei HerstruclUrering

W.O. de faculteiten en afdelingen cen voorSlel betreffende de inrichting van de studie indienen, waarbij cen vijfjarige

op-leidingsduur i.p.v. de "normale" vierjarige

duur werd gemOliveerd. Een karrevracht van voorstellen van vrijwel aile

studierich-tingen in den lande bereikte het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen.

Daar-onder ook een voorstel van de Afdeling

der Luchlvaart- en Ruimtevaantcchniek

(afgekon LR). Een nieuwe naam, die in

1975 bij wet werd ingevoerd en waarbij de Afdeling ook geheel zelfstandig weni. Een interessant detail is dat de Onderafde1ing

destijds als nieuwe naam voorstelde Lucht- en Ruimtevaantechniek, helgeen

cchter door de toen nog bestaande Senaat

van de TIi Delft werd gewijzigd in de

taal-kundig juistere aanduiding Luchrvaan- en Ruimtevaantcchniek, omdat anders

spra-ke zou zijn van "Luchllcchniek", die elders

wordt beoefend. Bij het genoemde voor-stel voor een vijfjarige opleiding in de

luchtvaan- en ruimtevaantechniek wer-den voor de eerste manl de doelslellingen van de opleiding gee)(pliciteerd in

lOge-naamde "eindlennen". De tenn "vliegmig-bouwkundig ingenieur" blcef ondanks de naamswijziging van de Afdeling nog lang

gehandhaafd; geleidelijk is de tenn "lucht-vaan- en ruimtevaantechnisch ingenieur"

meer in gebruik gekomen.

Vooral de wens tOi beheersing van de

kosten van de universitaire opleidingen, leidde enOt dat de voorstellen voor de vijf

-jarige opleidingen niel door de overheid werden gehonoreerd. Van de zijde van het

Ministerie van Onderwijs en Wetenschap

-pen werd voongegaan met nOla's en be-leidsaankondigingen, die in 1982 tot de

huidige twee-fase opleiding lOuden leiden,

De WUB schreef voor dat onderwijs en onderzoek binnen de faculteiten en afdelin-gen zouden worden ondergebraehl in vak.-groepen als kleinste werkeenheid i.p.v, af-wnderlijke leerstoelen mel hun staf.

Bij de (Onder)Afdeling leidde dit 101 de in-stelling van vijf vakgroepen, die tot heden

zijn gehandhaafd. Deze vakgroepen

wor-den hier aehtereenvolgens genoemd met

de namen van de gewone en buitengewo-ne hoogleraren (de laatsten aangegeven

met *) en lectoren ten tijde van hun oprieh-ting:

• Aerodynamiea (al): prof.ddr, J.A,

Ste-ketee. prof.dr.ing. S.F.A.H.P. Erdmann, prof.drjr. lL. van Ingen, leelQr ir. E.

Dobbinga;

• Omwerpen/Vliegmeehaniea (a2); profjr. H. Wittenberg, prof. lH.D. Blorn"'; • Stabiliteit en beslUring (a3); prof.drjr.

O.H. Gerlach, prof.ir. T. van Oosterom"'; • Vonngeving, fabricage en materialen

(b2): profjr. GJ. Spie.'i. prof.drjr. l.

Sehijve;

• Construetie, Sterkle en Trillingen (e): prof.drjr. A. van der Neut, profjr. E.J.

van Beek, profjr. H. Bergh*, proLir.

10.

ten Asbroek*.

Als beheerder werd in 1972 aangesteld

lector ir. l.A. van Ghesel Grothe,

Aan elk van de vakgroepen werd een

keu-zerichling in het studieprogramma voor de eindstudie toegewezen, alsmede hel

on-derzoek in hun specifieke discipline. In sa-menwerking met de vakgroep Industriele

(17)

\6 14 12 10 8

,

1 0

Ailntil hoogleriren tn lectorel'l met yolltdige dagtuk bij dt

(Sub/Onder) Atd', V IFiC. lR

1940 50 51. 58

"

66 70

"

78 81 86 90 10 8

,

,

1 0

Ailntill hoogltraren met deelhak bij de

(Sub/Onder) Afdeling V I Faculteit lR

1946 SO 54 58

"

66 70 Organisatie van de Afdeling der Werktuig-bouwkunde werd (evens de daardoor ver-zorgde keu:terichting (bl) aan he! vlieg-tuigbouwKundig studieprogramma [oegc-voegd onder ieiding van de in de Onderafdeling mede benoemde hoogleraar prof.ir. 1. in " Veld.

De vakgroepen !cregen bovendien tot laak de verzorging van he! onderwijs (colleges

en oefeningen) in he! driejarige ba

sispro-gramma, voorafgaand aan de eindstudie. De vakgroepbeslUren werden gevonnd door aile wetenschappelijke medewerkers, inclusief vertegenwoordiging van

studen-ten en technische staf. Een dageJijks

be-smur onder leiding van «!en der

hooglera-_ i a a r

"

78

"

..

90

ren als vakgroepvoorziuer completurde de vakgroepstruktuur.

Ter co6rdinatie van onderwijs en onder-:wek werden ingevolge de WUB ook de Yaste Commissies voor het Onderwijs en

voor de Wetenschapsbeoefening

inge-steld. In de urste commissie were! ook

een duidelijke plaalS ingeruimd voor de

studenten als "consumenten" van hel

on-derwijs.

De geschelste struktuur is tOt heden aan-wezig en huft de Afdeling (Faculleil) een

blijvende organisalievonn gegeven,

aange-vuld mel de noodz.akelijke beheerseenhe-den voor administralie.

(18)

Op aandrang van de loenm3.lige l'log e-schoolra3.d werd in 1979 ook een s

tudie-en onderwijs:tdviseur aangesteld. Hoewel

door sommigen slechts met aarzeling bin

-nen de Afdeling aanvaard, heeft de

erva-ring geleerd dat zowe! t.a.v. de advisering van studenten in studie- en persoonlijke aangelegenheden als bij de eoordinatie van onderwijsvoorzieningen, de

betreffen-de funetie een waardevolle ondersteuning

aan het onderwijs kan geven.

Dc: jaren zeventig rijn ook de periode

ge:-weest, waarin aan het onderwijs in de ruimtevaarttechniek gestalte werd

gege-yen, later aangevuld met ondenoek op dit

gebied. De eerste aanut van dit

onder-wijs werd gevonden in colleges, die van

1961 tim 1972 in de vonn van een

leerop-dracht werden verzorgd door prof.ir.dr.

J.M.1. Kooy, die desrijds als hoogleraar

aan de Koninklijke Militaire Akademie in

Breda was verbonden. Gerien zijn onstuit-bare drnng tot overdragen van kennis.

be-loofde prof. Van der Maas aan dr. Kooy

een "Pa.asei~, indien hij zieh in de eerste cursusperiode aan het gestelde tijdschema

Z'lU houden, een honorering die ook

feile-lijk were! uitgevoerd! Toen prof. Kooy in

1972 de pensioengerechtigde leeftijd

be-reikte, werd zijn onderwijs voongeul

door jonge medewerkers, die inmiddels

3an de wetenschappelijke staf waren toe

-gevoegd. Zij verzorgden de basiscolleges in de ruimtevaarttechniek;

raketvoortstu-wing. beweging van rakenen.

baanmecha-nica van ruimtevoenuigen, en

standrege-ling van ruimtevoenuigen. Tevens werden

enkele cursussen over ruimtctechnoiogie verzorgd door medewerkers van ESTEC.

Ook werd een leersu)C1

Ruimtevaarttech-niek ingestetd: nad:n een buitenlandse

deskundige zich onverwachts terugtrok,

werd deze plaals van 1976 tot 1984 in

deeltijd bezel door prof.drs. W. Bloemen

-dat.

In 1979 kwam op initiatief van profjr. T.

van Ooslerom ook de zogenaamde

~Avionica-variant" bij de Afdeling der

Electrotechniek tot stand. Deze opleiding

is gebaseerd op de behoefte aan

inge:-nieurs, die reeds tijdens hun opleiding met de toepassingen van de electrotechniek

(infonnatica, eleclronica, regeltechiek) in

de luchtvaart en ruimtevaart kennis heb

-ben gcmaakt. l-lel overleg tussen de

Afde-tingen def Electrotechniek en der Lucht

-vaart- en Ruinuevaarttechniek (LR)

leid-de ertoe dat leid-de basisvonning van leid-deze

ingenieurs binnen de eleclrotechniek he!

beste 101 zijn reeht kon komen. Di! kreeg

gestalte in de genoemde Avionica-varianl,

waarbij de Afdeling LR een inbreng bracht

en brengt met enkele passende

vliegtuig-bouwkundige vakken en in het

afstudeer-werk. Dc: samenwerking werd

gefonl13li-sc:erd in de BegeJeidingscommissie voor

de Avionica-opleiding met leden uit de

beide Afdelingen. Als "systeemgerichte"

opleiding, waaraan een aanlai vakgroepen van Electrotechniek hun medewerking ver-Ienen, heeft de Avionica-opleiding een

v3ste plaa!s in he! onderwijsprogramma

(19)

"

"

0 ,

0

0

,

0 0 o

OPBOU .... VAN HET STUOIEPROGRAMMA

0-1 Ulm.~ 0-2 eu ... n 0 , lOR TE(HNIE~

0 l&R ALt>, TECHN. TE(HNIE~ lOR

& ALt>. VORH. TECH- VOORNAHEUJ'I"

0 VAK'l"EN NIEK L & R TECHNIEI(

HET HET OIFFEREN- VI.rjilrig. opl.1dini

VOOR_ TlA TIE IN KEUZE

-KEU RI(HTINGEN

,

0 ZEN·)

BASIS- ,,\lG. TECHN. VAKK£N & ALG. VORK. IWISK. VAKKEtt

NATWRK . HECHANICAI

,

BASIS_ VAKKEN BAsiS -0

""'"

I' jililt 2' 'i1ir ]' 'ilir 4' 'i1ir BASISSTUOIE EINOSTOOI{

VAKKENSTUOIE & OEF. PROGRAMMA Ir-OPORA

"'

.) Voorkluu: LUCHTVAART ,RUlI1l[VAART 01 IND. ORGAffiSATIE

,VOORON1WERP of BASISVAKKOI

lOR

TECHNI£K lOR

TECHNtEK

ALG. TECHN. lOR & ALG. VORH.

ALG. TECHN. TECHNIEK VAKKEN

& ALG. VORH. VOORNAHELIJK

VAKKEN t&R TECHNIEK

I1ET OIFfEREN_

T!A TIE IN

KEUlE-BASIS- Rl0HlNGEN

VAKKEN

IWISK. BASIS- ALG. TWiN.

NATWRK. & ALG. VORH.

MECHANlCA) VAKKEN VAKKEN BAS1S-VAKKEN

I' jilir 2' jnr ]' jn' 4' jur 5' jur

BASISSTUOIE EINOSTUOIE

VAKKENSTUOIE &. Dt:F. PROGRAHHA ],-OPORACHT 1198&)

V1JfJilri? opl.nfing !1m)

(20)

",

-',,'

7. EEN NIEUWE srRUKTUUR IN

ONDERWUS EN ONDERZOEK:

1982-1990

In 1982 werd de Wet Twce-Fa

senstruk-tuur Wetenschappelijk Ondcrwijs van

kracht, waarbij de eerste fase tOt het

doc-toraal examen (ingenieursexamcn) werd

beperkt tOt 4 cursusjaren, 'iienncde kwam

cen einde aan de langjarige discussie tus -sen W,O. en overheid, die met de nota Posthumus in 1968 cen aanvang had

geno-""'.

Tet voorbereiding van het studieptogram

-rna voor de vierjarige ingenieursopleiding, die in september 1982 aanving. stelde de Faculteit cen Werkgroep in. Richtsnoer VOOt de programma-aanpassingen was de door de minisler gestelde eis d:lI hel lOge-naamde civicl effect van hel

ingenicursdi-ploma moest worden gehandhaafd en de

studielast per cursusjaar 1100 uur mochl

bedragen (voor onderwijs, odeningen en

siudietijd). Ten aanzien van de

herpro-grammering deed zich de keuzt voor tot

een in duur gereduccerde opleiding mel be·

houd van struktuur van basisopleiding en een gcdifrercntieerde eindstudie, dan wei

een algemene vierjarige opleiding in de

lucht- en ruimtevaarttechniek, waarbij de differentiatie zich vooral lOU concentreren

in de tweede-fase opleiding. Vrijwel

una-niem koos de Faculteit voor hel eersle

model. De basisopleiding werd

terugge-bracht van drie jaar naar 2 1/2. jaar, waarbij

enkele luchtvaankundige vakken naar vo-ren werden geschoven en de omvang van de niet-vliegtuigbouwkundige vakken enigszins werd beperkt. De oefening Voorontwerp bleef niel langer verplicht

voor aile keuzerichlingen. mel

uillOnde-ring van de specifiek op het ontwerpcn

ge-richte eindSlUdies. Als altematief voor het Voorontwerp werden enige exacte vakken in hel programma verplicht gesteld. Wat betteft de eindstudie met een nominale

duur van 11/2. jaar werd de verkorting voor

-namelijk bereikt door beperking van de no-minale duur van de ingenieursopdrachl tot

us maanden in plaats van negen maan

-den bij de vijfjarige studie. Volgens het

nieuwe vieljarige programma hebben

van-af 1982 tot I september 1989 123

studen-ten hun ingenieutsdipioma verworven(incJ.

de zogenaamde "overstappers").

Volgens weuelijk voorschrifl dienen de universitaire studicrichtingen periodiek Ie

worden geL'valueerd door een Onderwijsvi-SlIatiecommlSSle Een zodanig ondcrLOek

yond plaats in october 1989 bij de Facul

-teit der Luchtvaart- en

Ruimtevaartlcch-nick (afgekon Faculteit LR). Hel advies

van de Commissie was positief, zij het mel de mening dal door hel gehantccrde

"harmonica model" len opzichte van de

vijfjarige oplciding de studie als zwaar

werd gekenschetsl. Dit wordt bevestigd

door het reit dat de gemiddeJde studieduur

tot heden 6+ jaar heefl bedragen (vergeleken met ruim 7 1/2. jaar voor de vijf

-jarige opJeiding is loch een niet onaanzien

-Hjke verkorting bcreikt!). Binnen de Facul· leil blcck de ler voorbereiding van dc on-derwijsvisitatie volgens voorgeschreven

richtlijnen opgestelde HZelfstudie" cen waaroevol document voor evaluatie t.

De Wet twce-fasenstruktuur W.O. gar

ook vonn aan de twcede·fase opleiding door middeJ van hel stelsel van

onderzoe-kers in opleiding (aj.o.'s). die in de

perso-neelsfonnatie van de Faculteiten zijn op-genomen. Onderscheiden worden twee·

Dit documenl kreeg als motto cen citaat uit een buitenlands tijdschrift over de LR

-opleiding mee: 'A lOugh course which soon weeds OUI those with ambitions that go no funher than just being involved with the charisma of flying'.

(21)

1400 1200 1000

...

OD'

".

'00

1940

lD.

'00

!D'

Tolul unt~1 inguchrtytn V/LR ,Iudtnltn per cur,u'i~~r

l!iJ.

-I. 101~~1 dudenltn THO/TUO

~, SO 54

"

62

A~nt.l inguchrtvtn tusleJ~

V/LR Ilud,ntln plr cursusjur

t!!Z!l.

-J. lolnl " jn!'s studenlen THDITUO

" "

74 78

.,

..

..

_ j ur . ~~~~~~~~~~~~~~~~~ '946 SO 54 58 '1 66 70 74 78 a2 86 90

en vierjarige a.i.o.'s. De laalslen

verrich-ten onden.oc:k. bij de Faculleit met promo-tie tOt doctor als einddoel. V66r 1982 had de Faculteit slechls een beperh aanlal promoties, enerzijds van ingenieul"$, die in industrie of laboralorium een zich 10\ pro-molie lenend onden.oc:k hadden verrichl,

anderrijds van een aantal leden van de welenschappelijke staf of lijdelijke mede -werkers van de (Onder-)afdeling/Facul

-leit. De berreffencle proefschriften waren

veelal hel resuhaat van vele jaren werk en soms wen! zelfs de lenn HlcvenswerkH

daarvoor gebezigd. De in tijd beperkle pro-mOlie van de a.i.0.'5 brengl de Faculteil

_ J u r

lOt de promotie-U'1ldilie, die bij vele ande-re sludierichtingen reeds lang als

vervolg-studie direct na de ingenieursopleiding ge-bruikelijk is geweesl. In 1990 is het aantal fonnatieplaatstn voor twee- en vieljarige aj.0.'5 bij de Facuheil LR op ca.

30

ge-steld, die aile bezel zijn.

De tweejarige a.i.o.-opleiding Icreeg de naarn flontwerpersopleidingH en is in het

bijzoncler bedoeld voor ec:n vervolgstudie gericht op ten loopbaan in de industrie, in tegenslelling lOt de vierjarige onden.oc:-kersopleiding. De Facuheit LR heeft vanaf het begin van de !weefasen5truktuu!'

(22)

ge-pleil voor een eigen, op de luchl-en ruim·

levaamechniek gerichte twee-jarige op[ei·

ding voor afgestudeerden, die zich in het universitaire milieu verder met kennis en

vaardigheden willen verrijken, nlvorens

dee! te gaan nemen in het ontwerp· en

ontwikkelingsproces in de industrie. Tot heden is een dergelijke opleiding nog

niet gerealiseerd en kunnen afgestudeerde

LR-ingenieurs een tweejarige op[eiding volgen binnen o.a. de sector Tran

spon-technologie. De belangstel1ing van de af-gestudeerden gant vooralsnog duidelijk uit nnar de vierjarige aj.o.-opleiding met pro-motie en slechts enkelen opteren voor de tweeJnnge ontwerpcrsopleiding. Rond

1986 traden opnieuw wijzigingen in het universitnire beSlel op, vooral van organi. s:lIorische aard. De Technische H oge-school Delft werd Technische Universitei! Delft, de Afdelingen werden Faculteiten.

Ook werden nieuwe tenT'ICn ingevoerd

zo-als voitijds- en deeltijdshoogleraar en uni·

versi\air (hoofd· )docent ter vervanging van resp. gewoon en builengewoon hoog

-leraar en welenschappelijk (hoofd-) mede

-werker. Het technisch en administratief

personeel werd ondersteunend en be·

heerspersoneel (OBP) Benoemingen van hoogteraren vonden niet langer bij Konink -lijk Besluit door de Kroon plaats. doch

door het College van Bestuur van de Uni·

versileilen; de lectors rang was reeds in

1980opgeheven.

In het voorafgaande is he! onderzoek bij Afdeling en Facuheit vrijwel niet ge-noemd. Vanaf 1945 is echler nagestreefd

om de facilileiten van de Facuheit ten ann· zien van personee1 en labonuoria niet al-leen in te zetten voor hel onderwijs, doch

ook voor he! onderzoek. Tot in de jaren tachtig werd dit onderzoek geheel gefinan

-cierd door hel Ministerie van Onderwij

s-en Wetenschappen (zogenaamde eente geldstrOOm). De veranlwoordelijkheid

voor het onderzoek lag aanvankelijk

ge-heel bij de afzonderlijke leentoeien. later bij de vakgroepen als geheel. Het onder -zoek was "vrij" van karakter en werd naast enkele proerschrirlen, vooraI

ger:lp-poneerd in zogenaamde VTH.- en later LR·r:lpponen. in toenemende mate in de Enge\se laal. De vakgroepbijdragen

ver-meldtn meer specifieke onderwerpen van onderzoek.

De jaren tachtig hebben zich ten aanzien

VOORZI1TERSIOF.KAN~:N VAN 010: SlJlI-fONOF.RAfo·OELING OER vLIfo:GnnG· BOlJWKlJNOfo: (19",,"1975) EN AFOfo:LlNGlt'ACULTErr Ot:R l.lJCIITVAART· EN RUIMTEVAAR1T":CHNI~:K (1975·1990)

Voorzitters:

Prof.drjr. HJ. van der Maas

Prof.dr.ir. A. van der Neul

Dekanen: Prof.ir. GJ. Spies

Prof.drjr. lL. van Ingen

Profjr. H. Wittenberg

Profjr. lA. van Ghesel GrOlhe

ProLir. H. Wittenberg 1946-1967 1967-1971 [971-1972 1972-1974 1974-1977 1977-1986 1986-1990

(23)

''°,

- - - -

-

---,

140

"0

100 80 60 Aanhl oIfQutudeerden V/LR per cursusj!!!:.

[x"I.I= "I. ¥an lotHI afguludurdrn THO/TUD 40, • _ _ 10 piek door::::-.. samenYoI\leo 4 en 5 -jolrige ir's opleiding

1 6 0 0 , - - - -

-

--;:::::;---,

1500 1400 1200 1000 800 600 400 100

Aanh! afgutudeerden V/LR cumulatief

100

100

1000

°

L-~1='4~.~~10C-~1~4-"~.-7.,~-.~.~~7~0-'7?4-~7

.--.~,C-'.~,-0'0

van de toewijzing van personeJe en

mate-riae rniddelen voor onderwijs en onder-zoek gekenmerkl door mode1matig vastge-stelde toedelingen. Voor he! onderwijs

werd dit 0.:1, gebaseerd op he! aanla!

inge-schreven slUdentcn en afgesturleerden,

waarbij het sludierendement een belang-rijk criterium went Voor het onderzoek

werd in 1983 een afzonrlerlijk model, onaf-hankelijk van he! onderwijs, ingevoerd in

de vonn van de zogenaamde voorwaarde

-_Iaar

lijke financiering, gepaard gaande met

werkplannen en verificatie door

beoorde-lingscommissies. Deze door de overheid voorschreven inrichling van hel onder-zoek, leidde lot cen nadere groepering van

de lot dan bij de Facuheit uitgevoerde on-derweksinspanningen in een aanlal taak-stellingen. waarbij samenwerking lussen diverse vakgroepen en met andere Facul

-leitcn werd opgenomen. Deze taakstellin

(24)

Aerodynamiea

CoOlputergesteund Omwerpen en

Pro-dueeren (CAD/CAM)

Stabiliteits- en

Besturingseigenschap-penIVliegmechanica (ink!.

geluidsonder-wok

Geavancterde Materialen en Construe

-lies

Gebruik van satellietbanen voor Geode

-tisch en Geofysisch Onderzoek

In 1988 vood een expost-beoordeling van

het VF-onderzoek van betrokken

vak-groepen plaats onder verantwoordelijkheid

van het Koninklijk Instituut van Ingenieurs

(KIVI) en uitgevoerd door afzonderlijke

commissies onder !eiding van het

Neder-lands Instituut voor V!iegtuigontwikkeling

en Ruimlevaan (NIVR). De commissies

brachten voor aile thema's een positief

ad-vies ui[, waarbij het zogenaamde

ARALL-onderzoek zelfs de spaarzaam lOegekende heoordeling Kexcellent" verwierf. Mel eni-ge aanpassineni-gen, male n.a.v. de door de commissies gemaakte opmerkingen, is in

1989 de tweede-fase van het VF-onder

-zoek met handhaving van de bovenge-noemde onderwerpen ingegaan.

Met de toenemende omvang van

onder-zoek hebben modelmatig loegewezen mid·

delen uit de eerste geldstroom geen

gelij-ke tred gehouden. Aanvullingen van de

middelen is door de Faeulteit nagestreerd en zijn verworven via de z.ogenaamde

tweede geldstrOOm (o.a. Stiehting

Techni-sche Welenschappen) en derde geld-strOOm (kontraktonderzoek). Zowel ten

allnzien van [weede- als derde

-geld-s[room WOrdl vooral ondersleuning bij

be-drijfsleven en instellingen gezecht voor

on-derwerpen, die aansluilen op hel door de

Faculteit vaslgestelde

onderzockspro-gramrna.

Niet onvenneld mag blijven dat de sludie

vClOr lucht- en ruimtevaarttechnisch

inge-nieur zieh in de afgelopen jaren vrijwel

Sleeds heeft mogen verheugen in een

[Ot-nemende bclangstelling vnn de zijde van

aankomende studenlen. In 1988 en 1990 heeft dit geteid lOt de wens van de

Facul-[eit om te komen tot een Numeris Fixus,

zowe! met het oog op de ondcrw ijscapaci-teil als de 3rbeidsmarkt op het gebied van

de luchtvaan en ruimtevaan. De hogere

bestuursorganen van de TU-Delft hebben deze bcpcrking van de inSlroom van stu-denlen bij LR niet toegestaan, mede mel het oog op toewijzing vnn middelen naar

ralo van de inslroom en hel reit dal

afge-studeeroen tot heden ook gez.ochle

inge-nieurs zijn gebleken buiten de luchtvaan

en ruimtevaan door het multidisciplinaire

karakter van he! vakgebied, dal zowel de

stromingsleer, de bewegingsleer, ster kle-en stijfheid. malcrialkle-en, bedrijfsorganisatie

e.d.omval.

In de periode 1980-1990 kregen de

aktivi-lei ten ook op intcmationaal gebied een

grotere omvang. Leden van de welen

-schappclijke star namen reeds in de jaren

daarvoor deeI aan aklivileilen in

organisa-lies als AGARD·, ICAS e.d. Thans

krij-gen ook samenwerkingen op hel gebied

van onderzoek in imemationaal verhand

meer en meer gestalte. Doch ook op het

gebicd van ondcrwijs wordt gestreefd naar

profilering op inlernationaal niveau. L

R-studenlen van de eerste-rase nemen deel

aan hel zogenaamde ERASMUS-pro-gramma van de EG, waarbij een kone

SIU-dielijd op een Europese zuslerinslelling

wordt doorgebrachl. Mel

zusterinSlellin-gen in Duitsland, Engeland, Frankrijk en

Italie is een "post-graduate" opleidlng in

voorbereiding. waarva.n de

verwezenlij-king met fondsen uit hel zogenaamde

Ca-rnell lI-progrJmma van de EG wOrdl

na-gestreefd. De in Delft opgeleide

lucht-vaan- en ruimtevaantechnische

inge-nleurs zullen zich daannede in loenemen

-de mate kunnen voorbereiden op taken,

die hen wachten in de groeiende Europese

(25)

8. BESLurr

In de achterliggcnde vijftig jaar hebben de 1uchtvaart en ruimtevaan een stormach· lige ontwikkeling doorgemaakt. Het lucht· vervoer heeft rich tot cen volwassen tak van tr.l.nspon ontwikkeld. die niet meer uit he! maatschappelijk leven kan worden weggedacht. De ruimtevaart met haar vele toepassingen krijgt meer en meer beteke· nis na de pioniersperiode die culmineerde in de Apollovluchten naar de maan. lowel

luchtvaan~ als ruimtevaantechniek zullen rich in de komende jaren uitbreiden en ver-diepen op het gebied van de aerodynami-ca, vliegmechanica. conslrUeties/materia-len en systemen. De aandacht za\ hierbij enerzijds :tijn gericht op voonschrijdende verbetering van convemione\e vliegluig-typen. lanceerraketlen en ruimtevocrtui -gen, doch anderzijds op geavaneeerde con-cepten, zoals V /STOL-vliegtuigen, super-sone verkeersvliegtuigen en hypersone gevleugelde laneeervoertuigen. Onderwijs en onderzoek bij de Facuheit LR zal op passende wij:te aan del<! ontwikkelingen moeten aansluiten in overeenstemming met de nationalc cn internationale inspan-ningen op het vakgebied.

Ons bnd heeft in de periode na Wereld-oorlog 11 kans gezien de zelf-omwikke-lende vliegtuigindustrie in stand te houden tOt en met de Fokker 50 en Fokker 100, terwijl ook op ruimtevaangebied een be-langrijke expenise is opgebouwd. De opleiding van vliegtuigbouwkundig inge-nieur in Delft heeft voor een belangrijk deel voorrien in de behoefte aan inge-nieurs, die deze inspanningen tot een sue -ces maakten. Het is zeker de wens van allen. die aan de Faeulteit der L uehtvaart-en Ruimtevaarttechniek rijn verbonden om ook in de komende jaren voon te bouwen op de verworven positie ten aanzien van het onderwijs en het onderzoek. De schrij-ver is er van ovenuigd dat deze wens word! gedeeld door allen, die de Neder-landse luehtvaan en ruimtevaan een geed hart toedragen. De auteur legt wegens het bereiken van de pensioengerechtigde leef-tijd per I januari 1991 zijn hoogieraars-ambt neer, maar hoop! dat hij ook daarna nog gelUige mag zijn van een bloeiende luchtvaart- en ruimtevaantechnische opleiding in Delft!

rERSONEEL VAN DE .'ACULTEIT DER LUCIITVAART .

.

'N RUlMTEVAARITECIINIEK

Wetcnschappelijk Voltijdshooglcraren: 12

personeei (wp) Decltijdshooglcraren:

,

Univessitaire Hoofddoccntcn: 12 Univcrs;tairc docenlCn; 33

Totaal: 65 AssiSlCnlCn_in~1ciding: 31

Student-assistcnten: 10

Tomat: 'I OnderslCuncnd· en Tochnische Sl3f: 67 behccrspersooecl AdminiSlratieve star: 20 (o.b.p.)

Totaal: 87 Ovcrig tijdelijk persollOOl (2e en 3e geldstroom): 13 (JULI t990) TOl3le personeelsomvang: 21\6

(26)

BIJLA

GE

1

Belangrijke data berreffende de Faculteit der Luchtvaan- en Ruimtcvaantcchnick

1940 Benoeming van eerste hoogleraar

Vliegluigbouwkunde (prof.dr.ir. H.1. van der Maas)

1943 Inslelling van diploma van vlie&luig-bouwkundig ingenicur

1945 Benoeming van Iweede hooglcraar Vliegtuigbouwkunde (prof.drjr. A.

van der Neul)

\946 Afdeling de. Werktuigbouwkunde

en Scheepsbouwkunde (W&S)

word! Afdeling der Weri:tuigbouw

-kunde, Scheepsbouwkunde en

Vliegtuigbouwkunde (WS& V) 1947 Benoeming van eerste lector in de

vJiegmigbouwkunde (ir. 1. van

Buuren)

1947 inslelling van vier keuzerichlingen bij de studie voor vliegtuigbouwKun-dig ingenieur

1948 Verbuizing van Nieuwclaan 76

(gebouw van W&S) naar rechlcr-vJeugel van Hoofdgebouw aan de Juiianaiaan 134 (Kanaa]straat 10),

later Michiel de Ruyterweg 10) 1948 Subafdeling VJiegtuigbouwkunde

krijgt voor het eerst de beschikking over een laboratoriumvJiegtuig. Koolhoven FK-43. PH-NAU

1951 SIa.an van de eerste heipaal van de uitbreiding van de TIi Delft in de Wippolder voor het Lage-snel-heidslaboratorium van Vliegluig-bouwkunde

1953 Lage-snelheidslaboratorium gereed (Leeghwaterstraat 42)

1953 Afsplilsing van de Afdeling der Werkluig- en Scheepsbouwkunde door oprichting van de Afdeling der Scheepsbouwkunde en VJiegluig-bouwkunde 1957 Laboratorium voor struclies gereed straat) Vlie gtuigcon-

(Leeghwater-1958 Aanschaffing van het laboratorium-vliegtuig De Havilland Canada 'Beaver', PH-VTH

1959 Eerste supersone windlunnel (15 x IS cml) in bedrijf in kelder van La-ge-sne1heidslaboratorium

1961 Introduktie van ruimlevaantechniek in onderwijs-programma

1965 Huisvesting in eigen gebouw: Kluyverweg 1 met laboratoria voor

Vliegeigenschappen en Vliegtuig-construclies

1967 Invoering van voortgezette studie (zesde studiejaar)

1969 Hoge-snelheidslaboralorium gereed (Kluyverweg 2)

1971 Invoering van WeI Universitaire Be-stuurshervorming (WuB) met vor-ming van vakgroepen

1975 Onderafdeling der Vliegtuigbouw-kunde wOrdl zelfstandig en krijgt de nieuwe naam Afdeling der

Lucht-vaan- en Ruimttvaarttechniek

(Afd. LR)

1975 Eersle ere-doctoraat op voorstel van de Mdeling LR (dr.ir. H.C. van Meerten)

1977 Uitbreiding van het Lage-snelheids-laboratorium gereed (Leeghwater. Slrnat 42)

1982 Invoering van de twee-fasen struc-IUur; vierjarige eerste-fase oplei-ding en aio-plaatsen

1982 Uitreiking van het 1000e diploma van vlicglUigbouwkundig ingenic:ur 1985 Benoeming van eerste voltijdse

hoogJeraar in de Ruimtevaarttech -niek (prof.if. K.F. Wakker)

1990 Tweede ere·doctoraat op voorste1 van Faculteit LR (dr. E.L. Rutan)

Cytaty

Powiązane dokumenty

As can be seen from (1), each rotating part in the rotor must be smaller than the yield strength or the tensile strength depending on the type of materials. For

Propei]erclvnamometer gemessenen Werten für rieti l'ro- ])e]lCtsehub in Richtung dei- Propellerwe]ie sowie rias \Oni Propeller actfgenominemic Drehmoment. rauBte dic 'oti

Próby prażenia mączki mięsno-kostnej z dodatkiem zawracanego popiołu wskazują, że przy stosunku masowym mączki mięsno-kostnej do recyrkulowanego popiołu 1:5,5 można

Orzeczenie Appleby i inni v.. Przy ocenie konieczności ingerencji w prawo do swobody wypowiedzi polegającej na oddaleniu wniosku o retransmisję przez radio rozprawy o

Furthermore, Henry attempts to wipe Ada out of his memory, and even though she eventually leaves him, her very presence has already inscribed the corporeal difference between their

In the STARS model (Computer Modeling Group (CMG), 2012), when foam is present, the gas relative permeability is multiplied by a factor FM, which is function of several factors that

Two issues are discussed in this section that need to be resolved before implementing the framework put forward in section 7: revisions and a lack of matching of

Nie da się zapewne też ukryć tego faktu, że ze względu na warunki środowiska przyrodniczego, lepsze warunki mieszkanio- we, lepszą dostępność do służby zdrowia,