lftt/i
oTU
Delft
Technische Universiteit Delft
Verslag behorende bij het fabrieksvoorontwerp
van
J.G.M. Ubbens H.J.H. Boerstra
onderwerp:
De produktie van koolmonoxide m.b.v. de Dow kolenvergasser. J.G.M. Ubbens Brab. Turfmarkt 61 2613 AS Delft. opdrachtdatum: februari 1988 H.J.H. Boerstra Spoorsingel 13 2613 BD Delft. verslagdatum: augustus 1988
[
r
r,
~ I FABRIEKSVOORONTWERP 2749:DE PRODUKTIE VAN KOOLMONOXIDE m.b.v. DE DOW KOLENVERGASSER. Delft; augustus 1988. H.J.H. Boerstra Spoorsingel 13 2613 BD Delft. J.G.M. Ubbens Brab. Turfmarkt 61 2611 CM Delft. I
J
r
n
Samenvatting.
In ditfabrieksvoorontwerp wordt steenkool (Western Subbi tuminous Coal) vergast met zuurstof en water in een vergassingsinstallatie, zoals die door Dow-Chemical wordt toegepast. De reactor bestaat uit twee stages waarin de temperaturen respectievelijk ca. 1550 en ca.
1000 °C bedragen. De steenkool wordt in de vorm van een slurry in 1e
en 2e stage ingevoerd in de verhouding van 3.8 : 1. De
vergassingsin-stallatie is ontworpen voor een capaciteit van 1000 ton steenkool per
dag. Alleen in de 1e stage wordt de steenkool vergast met zuurstof.
Het geproduceerde synthese gas wordt van verontreinigingen ontdaan (meegevoerde onomgezette koolstofdeeltjes m.b.v. een cyclonenbatterij
en een scrubber, Hz 0 en Hz S d.m.v. condensors en molzeven) . M.b.v.
het hete synthese gas wordt in een warmtewisselaarssectie (boiler,
superheater en economizer) H.D.-stoom gegenereerd. De gezuiverde
gasstroom wordt gesplitst in twee delen: 10 vol % wordt gebruikt om
ca. 10000 ton CO/jaar te fabriceren. Hiervoor wordt het Cosorb proces
toegepast. De zuiverheid van het geisoleerde CO is 99.6 % .Deze hoge
zuiverheid wordt gehaald door het gebruik van een flash-tank. De rest
van het synthesegas (90 vol %) en het afgas, dat uit het
Cosorb-proces terukeert, wordt in gasturbines verbrand, om electriciteit op te wekken (78.4 MW). ,.U .. ; .. -.~",l' 'Ç4,l'I'''.-!;' ,1,,4 --.' '," ",<' ,_.,~.
De investeringskosten voor deze fabriek bedragen 241 miljoen gulden. De produktiekosten worden berekend op 76.3 miljoen gulden per jaar. De loon- en onderhoudskosten zijn bepaald op 9.2 miljoen gulden per
jaar. De return on investment bedraagt 9.8
% .
i
( ( ( Conclusies. 1.
j
De uitgaande gassamenstelling van de reactor kan op < 2 vol %
nauwkeurig berekend worden op grond van evenwichten. Dit kon gecon-cludeerd worden door vergelijking van de door Dow gegeven
experimen-tele gassamenstelling en de door ons berekende waarden. ,~ 4
,
v
\(;.L-2. \ ( '" "'\...1 l .... :;--'
Om een temperatuur van ca. 1550 °C in de P stage en een temperatuur/rV
van ca. 1000 0 C in de 2e stage te bereiken bij een g,eg~ven zuu~tof , ,.,A'~.\<- •
invoer, dient de slurry-invoerverhouding tussen de leen 'T stage o p
Ilt.V./
~grond van de enthalpiebalans 3.8 : 1 te bedragen. ' tJ\'1'1
3.
Het is mogelij k om met molzeven een gassamenstelling te verkrij gen
waarin de H20 en de H2 S concentraties kleiner zijn dan 1 ppm,
waar-door voldaan wordt aan de invoerspecificatie van het Cosorb proces. 4.
( Het in het Cosorb proces gei soleerde CO heeft een zuiverheid van
(
(
(
(
o
99.6 % . Deze hoge zuiverheid werd bereikt door het gebruik van een
flash-tank. 5.
De Return On lnvestment (ROl) bedraagt 9.8 % .
i i
(
Aanbevelingen.
1.
In de enthalpiebalans is geen rekening gehouden met de ontslakking en de verwerking daarvan, omdat adequate gegevens hiervoor ontbraken. Het verdient aanbeveling om hier in de toekomst enige aandacht aan te schenken. ( 2. ( ( ( ( ( (
o
Voor de dimensionering van de desorber is aangenomen dat 99 % van het geabsorbeerde CO desorbeert bij 110
oe.
Het is raadzaam om een desorptiecurve te vinden waarmee deze aanname gestaafd kan worden.i i i
r .... ( ( ( ( ( ( (
r
o
INHOUDSOPGAVE. 1. 2. 2.1. 2.2. 2.3. 2.4. 2.5. 3. 4. 5. 6. 7. 7.1. 7.1.1. 7.1.2. 7.1.3. 7.2. 8. 9. 10. BI. Bl.l. Bl.2. Bl.3. Bl.4. Bl.5. Bl.6. Bl.7. B2. B3. Samenvatting. Conclusies. Aanbevelingen. Inhoudsopgave. Inleiding.Uitgangspunten van het fabrieksontwerp. Capaciteiten en bedrijfsuren.
Grondstoffen. De afvalstromen. Utilities.
Fysische constanten.
Beschrijving van het proces.
Motivering van de keuze van de apparatuur. Massa- en warmtebalansen.
Overzicht specificatie apparatuur. Kosten berekening.
De berekening van de totale kosten. Berekening van Kp' de produktiekosten. Berekening van Ki' de investeringskosten.
Berekening van Kl' de semivariabele kosten en het benodigde aantal mensen voor een continu-dienst. De berekening van de Return On Investment.
Symbolenlijst.
Literatuuroverzicht. Bijlagen.
Het berekenen van de uitgangssamenstelling van het
i i i i i i iv 1 2 2 2 2 3 3 13 15 19 34 46 46 46 47 49 50 52 54 56 synthesegas m.b.v. evenwichten. 57 De evenwichten. 57
De invloed van druk en temperatuur op de
evenwichts-samenstelling uit de 2e stage. 60
De bedrijfsvoering van de reactor. 61
De enthalpiebalans over de Ie en 2 e stage en de
daaruit voortvloeiende temperaturen van beide stages
bij gegeven invoerverhouding. 62
De berekening van de vormingswarmte van de steenkool. 62
De enthalpiebalans over de Ie stage. 63
De enthalpiebalans over de 2e stage. 64
De dimensionering van de cyclonenbatterij. 67
De Venturi scrubber. 70
B4. HzO en H2S verwijdering m.b.v. molzeven. 73
( B5. Koolmonoxide scheiding d.m.v. het Cosorbproces. 76
B5.1. De dimensionering van de absorber. 77
B5.2. De warmtebalans over de absorber. 79
B5.3. De flash tank. 80 B5.4. De desorptiekolom. 80 ( B6. De zuurstof compressor. 86 B7. De gasturbines 89 ( ( ( { ( (
o
vr ( ( ( ( ( ( HOOFDSTUK 1: Inleiding.
Na enige jaren in de vergetelheid te z1Jn geraakt, staat kolenvergas-sing de laatste tijd weer duidelijk in de belangstelling. Dit komt door de enorme voorraad steenkool die nog in de bodem verscholen zit en door de snel slinkende hoeveelheden aardgas en aardolie.
Kolenvergassing kent echter meerdere aantrekkelijke kanten, zoals de grote flexibiliteit van de verschillende vergassingsreactoren voor de diverse koolsoorten. Door het gebruik van een hoge reactietemperatuur
(T > 1450 0 C) is enerzij ds het geproduceerde gas vrij van hogere
koolwaterstoffen en anderzijds wordt de smeltende as omgezet in een inerte slag, die onderuit de reactor wordt afgevoerd. Zwavelverbin-dingen in de kool komen vrij in de vorm van H2 S en COS en zij n gemakkelijker te verwijderen dan S02' dat ontstaat bij de normale
verbranding van steenkool. Bovendien kan uit deze verbindingen
gemakkelijk elementaire zwavel worden bereid, waarvoor goede afzetmo-gelijkheden bestaan (bijv: zwavelzuurbereiding).
Het geproduceerde gas kan op verschillende manieren gebruikt worden. Naast de productie van Hoge-Druk stoom (dat kan dienen voor
proces-verwarming ) en electrici tei t (uit stoom- en gasturbines) kan het
synthesegas na enkele bewerkingen ook gebruikt worden als grondstof voor de bereiding van de diverse (vloeibare) koolwaterstoffen (bijv: methanolbereiding).
Uit het gas kan ook koolmonoxide vrijgemaakt worden. Koolmonoxide is
een belangrijke grondstof in de chemische industrie; het wordt
toegepast in de fosgeen fabricage (uit chloor en koolmonoxide),
waaruit kunststoffen gemaakt kunnen worden. Voorts kan koolmonoxide dienen als bouwsteen in vele syntheses, zoals de Fischer-Tropsch synthese en de bereiding van acrylzuur , aZ1J nzuur, formaldehyde en
methaan. In de chemische industrie worden 3 methoden toegepast om
koolmonoxide af te scheiden: 1) Kryogene scheiding
2) Copper-Liquor proces 3) Cosorb proces
In dit fabrieksvoorontwerp zal het Cosorb proces toegepast worden. In
( hoofdstuk 4 is een uitgebreide motivering van deze keuze opgenomen.
Het ontwerp van het vergassingsgedeelte is gebaseerd op de
kolenver-gassingsinstallatie van Dow Chemical U.S.A., die in Plaquemine
( Louisiana) gesitueerd is. Deze fabriek, genaamd "The Dow Syngas Project", is in 1987 opgestart en heeft een kapaciteit van ruim 2300
( I ton steenkool per dag. In dit voorontwerp is uitgegaan van de
vergas-sing van 1000 ton steenkool per dag en een productie van 10.000 ton koolmonoxide per jaar.
o
HOOFDSTUK 2: Uitgangspunten van het fabriek voorontwerp.
( 2.1: Capaciteiten en bedrijfsuren.
Bij ditfabrieksvoorontwerp is voor de produktie van synthesegas ui tgegaan van steenkool vergassing m. b. v. een vergassingsinstallatie zoals deze door Dow Chemical U.S.A. wordt toegepast. Een schematische tekening van deze vergasser is weergegeven in figuur B1.1. De fabriek
( is ontworpen op een belasting van 1000 ton kolen per dag en een
produktie van 10.000 ton CO per jaar. Er is gekozen voor een
effec-tieve bedrij fsvoering van 85 % di t komt overeen met ca. 7446
bedrijfsuren per jaar.
(
2.2: Grondstoffen.
Als grondstoffen wordt gebruik gemaakt van de kool soort Western Subbutiminous coal. De samenstelling van deze kool soort is weergege-ven in tabel 2.1. De vergasser is niet kieskeurig en kan ook andere kool soorten verwerken zoals Illinois nummer 6 en lignite.
( Tabel 2.1: De kolen samenstelling.
( ( (
o
element hoeveelheid (gew %) C 69.51 H 4.98°
N 0.96 17.23 S 0.48 as 6.84Er is voor deze kool soort gekozen omdat zij gevonden wordt op een afstand van ca. 3 km van de plaats waar de vergasser is opgesteld
( l i t. 17, 18). Voor de productie wordt verder gebruik gemaakt van
886.8 ton HzO/dag en 799.5 ton 02/dag. 2.3: De afvalstromen.
In tabel 2.2 zijn de hoeveelheden en herkomst van de afvalstromen weergegeven.
(
(
(
Tabel 2.2: De afvalstromen.
soort uit appa stroom- hoeveel- absolute
tempera-stroom raat nr. nummer heid(kg/s) druk(atm) tuur(OC)
slag Ml7 30 0.804 I
-water H19 36 4.849 24.8 75 lucht H19 36-
-
-water H20 37 1.236 24.8 152 water H22 38 0.296 24.8 25 koelw. H22-
30.165 3 40 koelw. H23-
28.342 3 40 water H24 32 0.771 1 25 freon H25-
1.351 1 -80 gas V28 47 0.099 1 51 water H31-
9.50 3 40 stoom H35-
0.688 3 140 koelw. H36-
8.004 3 40 freon H37-
0.255 1 -80 gas M38 67 23.067 1 ? 2.4: Utilities.De produkt en die met deze fabriek gemaakt worden zijn:
1. hoge druk stoom: 16.206 kg/s, met een temperatuur van 371°C en een druk van 46 atm. De condities van de hoge druk stoom zij n zo gekozen dat ze in de Louisiana Division Steam System ingevoerd kunnen worden.
2. electriciteit: 78.4 MW, 110 volt wisselstroom.
3. koolmonoxide: ca. 10.000 ton per jaar, met een zuiverheid van 99.6 vol
% .
2.5: Fysische constanten.
De fysische constanten zijn weergegeven in tabel 2.3 t /m 2.11.
Tabel 2.3: De fysische constanten van de steenkool, bij 25 °C.
constante omschrijving waarde eenheid
ps
stortdichtheid 800 kg/m3~Hf
°(25stofdichtheid 1400 kg/m3
° C) vormingswarmte -1105 kJ/kg
HHV High Heating Value -27599 kJ/kg
Tabel 2.4: De fysische constanten van water, bij 25°C.
constante omschrijving waarde eenheid
(Jl
dichtheid 1000 kg/m3PI viscositeit 1E-3 Pa.s
eHf . (I) vormingswarmte -285.84 kJ/mol
eHf . (g) vormingswarmte -241.83 kJ/mol
M molmassa 18.02 g/mol
C p soortelijke warmte 4.184 kJ/kg.K
p(H2O) dampspanning 23.76 mm Hg
( Tabel 2.5: De vormingswarmte bij 25°C en de molmassa van de
verschillende gasvormige componenten.
component vormingswarmte molmassa
( kJ/mol ) ( g/mol )
co
-110.53 28.01 CO2 -393.51 44.01 H2 0 2.02 H2 ° -241. 83 18.02 N2 0 28.02 °2 0 32.00 CH4 -74.85 16.04 H2 S -20.15 34.08Tabel 2.6: De fysische constanten van de molzeven, bij
25°C.
constante omschrijving waarde eenheid
~(H2
0)stortdichtheid 720.8 kg/m3
maximale beladingsgraad 11.9 kg H2O/kg
M(H2S) maximale beladingsgraad 4.07 kg H2S/kg
4
molzeef molzeef
( ( ( ( ( ( ( ( (
o
n
Tabel 2.7: De soortelijke warmte van de verschillende gasvormige componenten. constante component CO CO2 H2 0 (g) H2 CH4 N2 H2 S C
=
a + bT + cT2 + dT3 (J/mo1/K). p a b c d(*10E2) (*10E5) (*10E8)
30.87 -1.285 2.789 -1.272 19.80 7.344 -5.602 1. 715 32.24 0.1924 1.055 -0.3596 27.14 0.9274 -1.381 0.7645 19.25 5.213 1.197 -1.132 31.15 -1.357 2.680 -1.168 31. 94 0.1436 2.432 -1.176 Freon 13: CC1F3 condensatietemperatuur: -81.4 °C üH(condensatie) = 148.4 kJ/kg. 5
"') 0\ ") (') CAS·nt: 11333·74 Ol fYSISCHE GROOTHEDEN JooIICMtn' C 1),,)
"'I .. ",punt 1: lrf4n41toUf ;."
leUOf\lbf.ndon9t1emlMl,:u " 1: ,., A,I'h ___ C O.m~I,,*J II~I.II 0.1 OOIOIO",,, .. d Ift .'.H "' .. hOlOSltg"l\ltn, 'tOI>Jm' ';' Ir ~M . n
Lt'f\lmurft OnUttktr.9MfM1i'"
mi 0.01' Rel ... MoIKUWlmuu 2.0 DIRECTE "--'VARENI VERS·:HU,',SElEN 81.", fnr bundg ... I. ~
"""
" WATERSTOF*~
(drukhouderl H, BELANGRIJKE GEGEVENS111""'00$ OlUUOOS SAMlHGIJ'lJIST GAS
"'lg",.Io("I"~1wCN .... " .. YCWI'N •• plOt .... tMng~ ... 1ucJ'4 ""R"nMl'IlgmMrwmol.nUOl.n
("'00f tNI UnI . . . nd ~ "~.
"'AC wurdt n.b.
PREVENTIE BlUSSTOFfEN/EERSTE HULP
~., open 'nAII. 9"" ~ .... ,.. foll.n. loevo. .ts'ulitn. ,ndten "." moljl'ht'-.n g.e" oe
-~Uf VOOI omO""'"O. ,.'tn ullbt.nden . .,,!)ell tllu"
N" ""I pcMOtf. hllon.n, 1l000lUUl'.
--.. _-_._--_.,-- ~_.
_---upaolia: g" met tu::M t'rl(.u.f,
InedemM_ .CS.mno<.d. t\ : 1.11)1"'. OU."hgMtd. beo
~51.loo$ll"d.
OPRUIMING
WNtt'h'.
OPMERKINGEN
,,'SlOI.n .pp.t,lUu'. WI'IbIMI'. '.""'''''''.''9' .Itc·
lr.scn. 'PPI"''''''' en wen<N.f'19. ... dII .... von .. ·.fm
bil b,.nd. drukhoud., kotl hOu4en doof .pun.n mei
wtllt.
gtt.td.KI\ • .,. .1. ____ . __________ _
.-nt,III ••. pluutAtfIk • • buogtng 0' .dlmOt,,""·
I
tnn. luctIt. lUst. 10 nodig be.o.mlng .• n 1'1'",..-""ng. k.nl'lut. lI.rvo.,.n.
OPSLAG
ko.l ... nul.W. bI.,..,h;. enchft btMtn "1'1 te"
...
GEBRUIKSETIKETTERING (bags. ags. agp)
8'1 ~ tonc: .... u ... ft I" ... ,,'" b Wo til MfI ,*"1 ,"'"hl"'at ","",Ie. onua . . """"DIV'bI" met httt GD Mwulltloothtod. W.t.,,,~..,...~ met guc,.,h.
.-pIo,.,."..,., •• ...-o" •• _.~.,... .. ,. dlenrour fto . . tI g'OI'voUftl I .. op~ ... ".W op Nt hoot". Dw'lt B .. O""DI~ IvtllllCIfNnl " " . """, hl'! , .. lont
• • ~o""r.clen Tr.".,*, t",,,..., ü.tt T :((A"lOGOA YN·"*",,",,,: 1t111 ... ... r~ ,.~
,
,
,
\ ZWAVELWATERSTOF*~
CAS·nr: 17783·05-41 FYSISCHE Gfll)OTHEDEN lO(Mgunt"C -60 SlNtl""nl '( -15 VI.mpunt·e bi • ...,.., qb ZtI'onlbl'nd,nvSttmU"'lvur C 160".I.h~. o.cl'llrI'td 'toOI"" .11 0.' R.I"'Ift".D .. mgdl(till~ Uudl'-lI U o"mClIP'Mlngln b,' bol.!: 'e 11.1 OOiOUtUltlt_d '1'1 •••• ,. 01100 mi GIl 20 "C Q.5 f-plo"tq""'tn. woI'l1T" :, '1'1 IUCI'II •. l · " R.llt,ev. MOIKUUhnuw 301.1 DIRECTE GEVARENJ VERSCHIJNSelEN "W. 'H' bl'nOg.llur ....
bp6o .... lil" met ~t 'lp/naïef.
(drukhoudlfl
H,S
BELANGRIJKE GEGEVENS
WURLDO$ 0fC)(JI OIIUI JUf VlDEISlOf V(JIlOOIf GAS. UIl Ol GlUII Tl H(AllNHlH
Hllg" .. I'W . . ,.,dtllluCN.,...-uw.'I:I.IC1\O'V'II'.g'Ondrnt'U"'DO~.tw;lOP.t •• nd. TIfft~
'111'1 '* 9'""91 O".",1Wf"fI'ICJOtI' VIM dot ~o''''''''''''' .1«VO.Mltene led"",," WOIdtft ~ btt momtn\!. ~Ing WIl. 80, wuIIItn. 'MPOI" of .,.,.rtfl' OMn peB!vent lotcYUtn. 8It WftIt.ftOIng OtMlU.n
Othlg.dI""*'IIW~'O'llM.tdM' •. RNgMf1Nh'9"*O&~Itn . . . UntOlJtw"""'"u·
cwosa •. lu'''''''IMtI6IIn ...
... C·WUt'dl'IACII)/'n MAC·wurdt In mQf"'ll
10 IS
W4N ... : 0. lIGt taft WOIdtn OJI9Inom.n In hfIIltd\Nm doof INdtmlng.
Dw-1C'l1....,..,..: 0. Il0l . . ,.. pflÖ.ltnG 00 dot O9.n.n 0. tdemNlonvlOfg.nen. Doc:w lftI4 ... ,OI"'01n hn
dI .. IOI.Qot brw'I.U.t\9 ... 001'1 .... ". 0.. Itol w.m op Nt ,.nuwsr""'.lI'\aotlTlttlQ lI.n n09'conc.enllallft lI.n
flit QU tin ~'" wroon .... n I •. In .,n'hQ' 9.."lIen uni op Inet _red.noe o.wultttoo''''ld '1'1
doo •. ,tl. ,hOOp.
PREVENTIE
, - " OP'" V\M', e-' wonbn.,. ... 1Ot.tt\
IiI.SIOCM.PPlrllUUf. ~ ... tJtPlM! ... wlil· .",. ,""", 'CIOItJtuur '"~ a.trdIft. vonl·.rrn
,,,-BLUSSTDFFENJEERSTE HULP
lOeVOIf .tslul\en. H'IIdoI.n nttt fn09IItlk .n 9 . . n O. VN' WOOf 0I'n9lV"'O. I.ltn uttDrandtn .• no.n
blut-.. n ,... IPI_IUut "11'. poe4ef. "'Ion.n. kool·
...
~ brvId: """"""'* kM! t\ouGton doof lputl'" mil
...
~·b<I"""·Uf"9·'O;4J·'K.P'fn.emllJ~bltnd· I ~._ ... ~--,,,,. ",,~WI mI't WM\ •• : GUN 'I.cttno .., GA .ldouc:Nn.'" UlnreU:en. nAM "uld tOOIIt"nnu.. '
_on.
~. 0., ;;;,*,ng. SI;~; ~;;;'-;;:;;';-pi~t g.IIIWChtfrn. '" 009~ !ft c:omtMnabt lInI "*"'" """ weet .~ .... din 10 nOCh\! n . . , .rts
mil IdtmDndlWIftIIII. wervoet ...
OI'RUIMING OPSLAG
omQt'rIng onUvlmtn. dfn"nGlg. """""uwen. I koet. bf~ tndlM bIIIneft Mft ,.bouw.
\'.nUI.e ••. een" PGt1OOo1"_' b"Chetm~g: pen .
IuctItm'Sbtl.
OPMERKINGEN
GEBRUIKSETIKETTERING
.(bags. ags. agp)
Alnri.I., .. II.nd.ln".·, • .,tMoot .... ,NjI •• _IOdt .. o.,. ... ~.,...,... I.O'...:f'M"...v"'~~tftridt ... PH"'eM ...
uren.n word'" tr9ftt,," .1".,.. 1tt:~',.,1 ,n",.""",O. ~II en ~!ft W' ""tftft ... " da.fOm ftOOGf.k.11J&. f....oteft a ... 1, "'11' hulp 100000no"V y.n Mn
conICOtl.,OIOf1o~.· l·". Ooof ,ni ol d,I'IOOf del. O.tTlKN'p.""-OoIfft ~", .,. ru81AA nEIUJ)' JOy." dl ~1ftIO«I. worden UIfVOeI'9I
,"lUua, .. O~ .,0()' ... ' 9 ... fl' "'" "'~"'''''''. ~ " " ' . , . . ... 'PCI'Ii'WW9" I~ .. ""'.
l,...,.l""" . . .cyCII~ '1eun·llt ""'"___.: tOU
1-:3 Ol 0" CD ... tv CO (") ::r CD ;3
....
CD ~ Ol Ol 11 rt CD ::l'J -....J J CAS·nr: /630·08·0/ kolendamp \..) FYSISCHE GROOTHEDEN lCoohu". 'e Stn~lpunt 'C Yl.mount "C b,.ndblif 9_ 1.lfonltw,"dll'!9s.emOlf.tuur"C R"'h"" O".,pdtCIUftM !lUCht-U O,mO'SOfMI"9 !ft b..- .... 20 "C OplOlburnttd I" WIIH
hploS''9'I'''II\, WOIurnI .. !ft lueftl R ... h ... MoIecuu6m... • DIRECTE GEVAREN! VERSCHIJNSELEN ... : ,..,b'.""9I1V .... h~
E.qMo": 'I" mee ludII ... P'o ...
-1'1 -lOS lD5 0." 5 ... 12· IS /1.0 , .... KOOLMONOXIDE* (drukhouder I
~
co BELANGRIJKE GEGEVENSIUUIIlDOS (N lOIunDOS SAMlJOG(1(IIST CAS
... ,n
"*"9t """ ta.iI "'" lucN .1NUA'ot', wOI'"'"I U" ,.~,,,,, ~"'Lt.4"C·"M"de '""""
MAC·.,.utd, Ift m9fml
\0 'I
loS 'I
'Mj.n ... : 0. nof.., .ordwI OOQt'"OfNft "" hili 1<" • .." door I~" .
Oirwt. , ... : OtItClf --'" 00 ,.. ~1'4S1"
~ bij"""'" ~k. w.crcal ... : 0. I'ot kt" • ."....,'''9 Qt'f.., tOC bloedv.,.ndtnn9'".
. . . ..., -beoIcN09'"9M' kuntwI OOUId ....
PREVENnE
IMf' CIC*" vuur. geen ... "" "' .. ,IM ...
BLUSSTOF.=EN!EERSTE HULP
1Drf'1)'" ,1.luI'.", , ... dl'" ," .. '"00"'" .rt gren
09-•• 11 WOOf Otnqw"'O. 1.1"" u':bun4en, 1n<Mt.
blut-Mft !TI_ poeóef. ft •• Of' ... 'Ootrvuf.
-_4 _______ • ____ •• _-". -,. ____ •••• _ __ _ •
"'nlOl ... OOf''''-'''H." " ' ... II~'CJ.~· ~b'.nd:cá'ukttOUCH',..fW~dOOf.DUllenrN1 1"td"f.00MftNI' . . ~,.... w'lef.
tri . . ,...: tIoofcfplf'\. dwlk9,*d. ~. I ... ~.IdIm~
hood. 'nu.lucM~hj6;.,IM' . "" .. bo'Itt'"",,"'9.... f""..,.'~'". nNmof IDeOtMn . en
.. OPRUIMING
CWTMil""'''' ontNtlNft. dNW'dtV' "'.~. I br~.k_ .... n"'.ltI. I.au. ~.u ~: pen.
1ucNtf'I • ...,1.
OPMERKINGEN
OPSLAG GEBRUIKSETIKETIERING Ibag •. ag •• agpl
'I' I'Sttdll .. I-.zn",:o.~MIII:·", ... woor . . . -.sr .... ~_M"..,....,'I4' fCG,.-cMe'de\lOfllll'cMf." 'r'''rWt .... woor,.ItOfftOO
:~::!'~.:~.~~;I:'=,=,:=~w::..~:..~~=c.::';oC:!,:::~ :;~r;:~~=~J-:''=:==:
l'I'tIf'IIt-.mot.'""'erIOIicM..,.dI'CIIldt .. Mod'""· ... ~ .. IMt~ ... ',,.·' .... doof~I.""""'tU.,..ftulPI'tOOdl .... ·!&-O'
~,...,.,..~fNMleft"'~tlAM.
T~( ... Cdna'R)-~ ~. "11
,...
CAS·nr: /10B·88·31
methylbenzeen"; toluol
FYSISCHE GROOT -lEDEN
.. Kooilount "'C Srn"'QUnI "C Vl.mOUnl 'C 1.IIDtlfDl.ndlngSltmptf'.NUI "'C R.I.h ... o.ctnn.,4 ."''' ... -11 A.I.II ... O.mt)dtd'lltltod /lwc.M-" R.lal' ... OoCtlthttd bi 10 'C v.n v.n.dIQO d.m~utnlm..,gl" (lucht· I1 O.mpsp,nn.1\CJ In mb., 0.., 20 C OotOSb""~fld .n ""'M EaolOlI'9t't\l.n, .elum. , !ft
''''''' Rtl.tt..,. MOiKUUlmuJ,l
DIRECTE GEVAREN! VERSCHIJNSElEN
1tMd: IUf Dr'ndqf\j' . . ,h.l. --_.
bpIoM: dtmp met lud'II .. O!OSI".
111 -~
•
510 U 1.2 1.01 2t -Il·) 11.1 ~_: hooIdOlIA. cbl-"9t1tMt. muMitkNid. kllh'ld.Hu":*OtCIIo~.f'OOdnetd.
ot-:,oodtI"d.P'tn. ---
-... ,ke .. ; buI.h.mptn. hooldp ... duaM'9.."....
IUlh .. <J.
OPRUIMING
Ittwto..lIo1 0~'''9''' In ,f~ ... ,bt,. v..,., mot'I.
'tlOllllof O"",",,.n In • lnel ol tntI"I .000000trftlddtll ." "NI ",log. Ol .. u .f'votftft. t.lI'II' pen.oonII,u beld\ertnlt'IQ: ,*"""""",s.;wl OPMERKINGEN ... r-.. ,-.. TOLUEEN
~
C.H,CH, BELANGRIJKE GEGEVENSILf\JIQ.OD VlOOST'Of'. AM DI Ga. TI HDlUJMN
OtcUnlP"'."9I""'9oed,.,..1ucN.1NÖ ... m'tt9w." .. ~"'It'IO ... L T",vl\'olq •• ", Mi v""'"
ge9iNtd1nq~w"'dtW.""'ItunNn...,lOStMlKNtlOnqenworoenoPO ... bllsaron'M~.O'
~WI9tnl.8.t"""'-'.atu""*'~""""' __ '*a/.uctCIOtpIUoM.R.~m .. , . • ....uuurlM~." OtIIdItW,""I~
... AC· . . . rdt",""'" l00H MA( .. . . 'dlIII ~J IDH
v.,rew ... :OtlSCllfkM'tfIIOnIIIIft00lJll'l0l"'tf"'l\tIMcNam4ool11\ldtln."'.I" .... kt.nenYt.dll'Ilnd..
Oirta., ... O'JlOfweR'l~OOdt09en.dI"Utd.ndl.dtmnaMI'WOJIOI'Q'ntn.O''tloe ... oIOMV.
dI" ... d. o.lIo1 ... m OOM! ""U"'IU'''. "'emsug.gtv.lIf1't kan, op beW'uSl,loothe64. N'lnlhkbnw,n d4I w'0II1010' kunnen dNOperf,u"" die iOftgen "'tem kom." ttspttlttll .'''door' "'" ~on~ltI"" un optt.
...
.
PREVENTIE BLUSSTOFFENIEERSTE HULP
, . . Ol*' YWtI. o-t" 'fOMIIt en ~ fObrt • ~. A.J.F.F .• id\lam, ha4OMn, kocMlWI. SI~.PCNmuur. YWIOI . . . n~ • • ItC·
INCN ,pg.ntWt en ~....-oen.
--
..
-,..
...
_.
en.. kd'a. ruil. aft lftI WNf\dIUwW\.---
~'Gd4Ikledl",ulUttÜ.tft.~apoeletIm.~ ... ol ,idoucntft.
-""...,.
..,. ~enlNl ""-' • • •. dan 10 ftOdIQ na" ,rts- o n .
mondt ... ~ ... I.I ... dttftUn.GEEN br • • 0 " " ' ' ' ' .• n onmtdOtlltjk nUf '1t&tnN.q
_
..
.
OPSLAG GEBRUIKSETIKETTERING Ibag •• ag •• agpl ~tJtllt.l~--"""""' . .: 11·20 S: '.lI-D ~[&J
l.JchIOMYIambU' $d\tdfh,t CttItutk ".,. .~ • .,.._ ... .,. dl 1ICNdIIII ...T,.,....,. I..., (.,,1 nall1·11 VN...-: IlM _._-
-( ( { ( ( ( ( ( , 0 (î Tabel 2.9:
FV:J!lIation of thcrmod)'Il:Jlllic functions for form:ltion rcactions of gases*
ol, If'; = AH': ... + aT + bT' + cT' + tfT' + d'r + f U/mol
~ G; = MI",.. - aT In T - br= - (c/2)T' .- (.lIJ)]" + kl2T ) + f + gT kj/mol
~ S; = (~G; - tl,lI';Jfr U/(mol· K) Compound
Formula Name ~
Ir. ....
€I b c d . ~ I gCH, ~1cthane - 74.8 -4.620E-2 +1.130E-S + 1.319E- 8 -6.647E-12 -4.89IE+2 + 1.4IIE+ I - 2.234E- I
C,I{. Ethane - 84.7 -9.834E-2 +6.414E-S -9.31IE-9 -3.S53E-12 -9.782E+2 +2.717E+ 1 -4.S35E-I C,H, Ethylene + 52.3 -7.281 E - 2 +S.802E-S -1.86IE- 8 +S.648E-13 -9.782E+2 +2.032E+1 -4.076E-I C,II, Acctylcne +226.7 -2.269E-2 +2.228E-5 - l.208E - 8 + 1.618E-12 -9.782E+2 +8.373E+0 - 2.0-l4E - I C,II, Benl.cne + M!.9 - 1.824E-I + 1.903E-4 -8.670E- 8 + 1.208E - II -2.935E+3 +4.950E+ I -9.787E-I ClI,OH Methanol - 201.2 -5.834E-2 + 2.070E-S + 1.491E- 8 -9.614E-12 -4.891 E + 2 +1.688E+I - 2.467E-1 C,II,OH Elhanol -2185 -1088E-I +8.252E-S -1.706E- 8 -4.056E-12 -9.782E+2 +2.886E+I -5.189E-I C,H,OIl Phenol
-
96.4 - 1.983E-I + 2.S22E-4 - 1.499E-7 + 3.375E- 1I -2.935E+3 +5.025E+ I -I.OOOE+O CO Carbon monoxide -110.5 +5.619E-3 -1.l9OE-S +6.383E-9 - 1846E-12 -4.89IE+2 +8.684E-1 -6.13IE-2 CO, Carbon dioxide - 393.5 - 1949E-2 +3.122E-5 -2.448E- 8 +6.946E-12 -4.89IE+2 +5.270E+0 - l.207E- I Hp Water -2418 -8.950E-3 -3.672E-6 +5.209E-9 -1.478E-12 0 +2.868E+0 -1.722E-2 NII, Ammonia - 45.9 - 2.896E- 2 + 8.345E-6 +8.124E-9 -4.366E-12 0 +7.71IE+0 -8.876E-2 H,S lIydrogen sulfide - 84.9 -1.315E-2 -4.225E-6 + 1.270E- 8 -4.849E-12 0 +3.999E+0 -5.023E-2 NO, Nitrogen dioxide + 33.3 -1.944E-2 +2.755E-5 -1.72IE- 8 +4.193E-12 0 +3.769E+0 -5.55IE-2 NO Nitric oxide ,+ 90.4 - 2.850E-4 +2.92IE-6 -4.124E-9 +1.744E-12 0 -7.917E-2 -1.307E-2 SO, Sulfur diuxide - 361.7 - 2.220E-2 +3.316E-5 -2.234E-8 +5.979E-12 0 +4.216E+0 -6.026E-2 • All products aml rcactants an: gascs except carbon. Constants calculated on basis of Eqs. (2.39) and (2,49) and data for specific heats of gases from Ref. 15jSpeel/ic heat of cartIon (graphilc) given by 11.1 Hol + 1,0,}5 X 10-' T - 4.891 X 10'/T' JI(mol . K) and for sulfur gas by 17,95 - 6,276 x
Tabel 2.10 T, ·K 0 29~.16 30n 40U 500 600 700 800 I,'C -90 -80 -70 -60 -50 -40 -30 -20 -10 TOLUENE (C, 11. ).
III-eHl
"-/ Molecular weight 92.134Ib"il = 110.625 °C at 760 mm lig; Imelt = - 94.991 °C;
Icr
=
320.8 °C;Pcr = 40,5 bar; Per = 290 kg/m'ThCllllullynalllic propertjes of toluene . : cp" (kj/kg· deg), jO (kJ/kg) and s' (kJ/kg· deg) c • •
I
I 'I
...
T, ·KI
c ' pI
/'I
0 0 0 900 2.691 1425.6 1.127 195.7 3.472 1000 2.826 1701.7 1.131 197.8 3.479 1 100 2.941 1990.3 U i l 330.3 3.858 1200 3.O-t0 2289.7 1.812 498.4 3 4.141 1 300 3.125 2598.2 2.116 696.78 4.5931 1400 3.198 2914.1 2.3-13 920.02 4.9366 I 500 3.262 3237.6 2.532 1164.2 5.2624 ILatent heat of vaporization , (ld/kg) of loluene
_.
-I
_
~=J
, f. ·CI
,
I, 'CI
,
1-I, 'C 452.1I
0 423,0 90 376.7 170 324.0 250 449.8 10 419.0 100 370.8 180 315.8 260 447.1 20 414.4 110 364.4 190 307.2 270 444.4 30 409.4 120 358.5 200 298,1 280 I 40 4O-t .0 130 352,2 210 288.S 290 50 399.0 140 345.3 220 278.5 300 4·H.7 438.5 60 393.5 150 338.5 230 267.2 310 ! 70 388.1 160 331.7 240 255.4 320I
80 382.2 I 43-1.9 431.2 427.1 -8 s' 5.5700 5.8608 6.1358 6.3961 6.6429 6.8769 7.1000I
,
242.2 227.6 211.8 193,6 172.7 147.2 112.2 30.4 10-1 T J/(mol . Kl."( ( ( ( ( ( ". , r 0
o
Saluraled vapor preuurc of loluene
t,
·e
1 -70 1 - 60 1 -50 1 -40 1 -30 1 -20 1-lol-~-l-l-:-r~;
~~~~_
._
.
.
-
I
0.0091 0.0331 0.1041 0.2891 0.720 \ 1.633.43
_
16.7~.J
12~:3-\
21.8.: p, mOl lig t, ·e p, bar t,·e
1 25 1 30I
40 1 50I
601
70 80I'
90I~
'
~
128.44136.67159
.
16192.121138
.
91·203
.
71291
~
~ 1406
.
~J 556.31746.~_
I
120 1 130 1 140I'
ISOI
160I
170 1 180I
190'T-~~-
-
1~0-1~
1.31211.70412.180 12.75213.43314.23315.16516.24117.474-r-9~~I~
230 240 250 260 270 1 280 290 300 3)0~~
...
__
..
.L
12.98 15.26 +--17-. 7-7-i--20-.-50--';-2-3-.4-8-+-1-2-6-. 6-9-+--3-0-.1-5-+--33. 82 I-~[)cmily p (kg/m') of liquid lolurnc
-IQ
'
10-'','e Ie
.
JO-'I,
·e
',·e Ie
.
JO-' I,·e IQ
'
JO-'I,.·e
I
~. 10' ,I,
.
·c
I
f! . In -I I -100 0.9799 -60 0.9413 -20 0.9039 20I
0.8669 50I
0.8.188 90 0.8 D()O -90 0.9701 -50 0.9318 -10 0.8947 25 0.8623 60 0.R293 100 O.79lJO -80 0.9604 -40 0.9225 0 0.8855 30I
0.8576 70I
O.HI'J7 110 0.77'JB -70 0.9508I
-JO 0.9132I
10 0.8762I
40 0.8483I
!l0 (l.!'O<J9YiscosilY I) (N . slm') of loluene vapor al p <:; I bar
I,·e
I
T)' 10' I,·C I 1)' 10' [I'.C I 1)' 10'l
l',·c
I 1)' 10'
I,··c
-_._ IT).. -' - -10' -[,."C-_
I .. _ - -'1· 10' 0\
76.5 50
I
76.3I
:~I
89.1I\;~
I
112.0I
~~
I
133.515(~
I
17·1.5 25 69.8 75 82.6 100.8 123.0 15·U (,00 195.0Yiscosity TJ (N . slm') of liquid toluenc
" ·C
I
1)' 10' I,·CI
1)' 10' ','C 1 1)' 10' ,.'cI
1) . I u' '.·CI
' I ' lOl 0 0.768 30 0.522I
60 0.381 100I
0.271I
160 0.172 10 0.667 40 0.466 70 0.348 120 1 0.231 180 0.150 20 0.586 50 0.420 80 0.319 140 0.199lIeat capacity of liquid tolucnc
t,
·e
I
-50I
0 20 50 100Cl" kJlkg . dcg
I
1.51I
1.63 1.67 1.80 1.97( l ( ( ( ( ( ( ( I
r
Tabel 2.11:Approximate Overall Heat Transfer Coefficient, U·
Use as guide as to order of magnitude and not as limits to any value. Coefficients of actual equipment may be smaller or larger than the va lues listed.
Condenslna
Rot Fluld Cold Fluld Steam (pressure) ... Water Ste:!m (vacuuml. ... Water Saturated organic solvents
ne:u atmospherie ... Water Saturated organic solvents,
vacuum with some non-cond .... Water, brine Organic solvents. atmospheric
and high non·condensable ...
Aromatic vapors. atmospheric
Water, brine with non·condensables ... Water Organic solvents, vacllum and
high non·condensables ... Water, brine low boiling atm05pheric ... Water High boiling h)'drocarbon, vacuum Water
Heaters Steam ...•••... Ste:!m ... . Steam ... . Steam .•... Steam ...•...•... Dowtherm ... . Dowtherm ... . Flue gas ... , ... ,." , Water Light oils Heavy oil, Organic solvents Gases Gases Heavy oils Aromatic HC and Steam Evaporators Steam ...•... , ... , .' \Vater Ste:!m, ... , .. , .. , ... , .. ,. Organic solvents Steam ... , . , ... , .. Light oils Steam ... , .. ", ... Heavy oils
(vacuum) \Vater. . . .. . . ... ReCrigerants Ol'ianic solvents. . . .... ReCrigerants
U, BTU/Hr. (Sq. Ft.) (OF.) 350-750 300-600 100-200 50-120 20- 80 5 - 30 10- SO S0-2oo 10- 30 250-750 50-150 10- 80 100-200 5 - 50 +- 40 8- 60 5 - 15 350-7SO 100-200 SO-lS0 25- 75 75-1SO 30-WO
Heat Exchanaer. (no ehanae of pb ase)
\\'ater ...•..•... Organic solvents ...•. Gast! ...•••...•.... Light Oils ...•..•...•..•.. Heavy oils ... . Organic solvenu ... , ... . \Vater ... . Organic solvents ...•...•.... Gases ... . Organic solvents ... . He:! \')' oils ... . \Vater Water Water Water Water Lil{ht oil Dnne Brine Brine Organic solvents Heavy oils 150-300 50-150 3-SO' 60-160 10- SO 20- 70 100-200 30- 90 3 - SO 20- 60 8- SO
• By permusioD, Tbe PCaudler Co., Rochester, N. Y., Bul· lin 949.
General Evaporator Overall CoefTicients, U·
1. Long·tube vertical evaporator
Natural circulation ... , ... .
Forced circulation ... "
2. Short-tube evaporators
Horizonta!. ... . Calandria (vertical, thermosiphon) ... . 3. Coil evaporators ... . 4. Agitated-film evaporators, Newtonian liquid
1 Centipoise ... . 100 Centipoise ... . 10,000 Centipoise .... _ ... . U, BTU/Hr. (Sq. Ft.) (OF.) 200-600 400-2,000 ·200-t00 lSO-500 200-400 400 300 120
• From: Coates, J. and B. S. Pressburg, Chem. Eng., Feb. 22,
p. 139 (1960), by permission
Approximate Film Coefficients, hl or ho·
\. No Change of Phase Water ... . Gases ... . Organic Solvents ... . Oils ... . CondenslnQ Steam ... '" ... . Organic solvents ... . Light OiJs ... . Heavy oils (vaeuum) ... .
Ammonia ... . Evaporatlon Water ... . Organic solvents ... . Ammonia ... . Light oils ... . Heavy oils ... . Film Coefl, BTU/Hr. (Sq. Ft.) (OF.) :100-2000 3- 50 jO- 500 10- 120 1000-3000 ISO- 500 200- 400 20- SO 500-1000 S00-2000 100- 300 200- 400 ISO- 300 10- SO
• By pennission, The Pfaudler Co., Rochester, N. Y., Bul· lin 949. cu .r. en 0.45 0.40 .~ 0.35 Cl
-
... ~ :; 0.30 U u GO _ - 0:s
~ 0.25 co Cl ~'i; 02 o:r . 0 0.15 1 \-'
\
I'"
"'"
I'-...
2 3 4 5Oio. Shell/Boffle Pitch
Determination of equal now areas in bundie cross·now and batfle window-shell side performance. (By permission, Engineer-ing Data Baak, Sect. 2., Wolverine Tube Div., Calumet & Heela, Inc.
[19591.)
,
L
:;
Figuur 2.1: De absorptie van verschillende gassen in tolueen.
Abb. 11. Absorplion in Toluol
~~~r
M!'llill
·
•
c
[!:Olilllli+I:I:H~Dj~~~~J
l
· ' .
...
I
p
IJ
.
l/
,H1
. _
10" lal
~::::
<
_:
-
.
..
:
.
~:
·
1
~
II,ft.C~~:'::;::t~
J
ITl
·
.
·
.
•.
.
.. ....
..
..
.
.
Jlr
.
'T+I
H'-11-++4+~11+-1
CH. -:~o
~
-
:~
ti
I
Ol I; - - .~
o
t
I
"100 ' . . ~ 100 ' ~§
I..
~- 5-100 ' ". ; lil Iloft Abb. 18. Absorplion in Toluol (FOrl5eIlUns)
WATER KOLEN
P 1 SLURRY POMP R 9 SLAG aUENCH 1.1 17 Sl.~G ONTWATERING H 25
v 2 SLURRY VOORRAADVAT P 10 POMP P 18 I'OMP T 26
C 3 COMPRESSOREN (2X) IJ 11 DRUK AFLA TER H 19 PART. CONDENSOR T 27
P 4 SLURRY POMP H 12 BOILER H 20 WARM TEWiSSELAAR V 28
lol 5 MOLEN H 13 SUPERHEA TER P 21 POMP V 29
Cy 6 CYCLONEN (4X) H 14 WARM TEWiSSELAAR H 22 PART. CONDENSOR P 30
R 7 REACTOR: 2E STAGE IJ 15 SCRUBBER H 23 KOELER H 31
R 8 REACTOR: IE STAGE P 16 POMP IJ 24 CONTINUE INDIKKER H 32
,
-, ,J,
,-,...------"r' " .. "" I " r-~ ....... ~, I \ I \ ... ... ' ~---~PART. CONDENSOR P 33 POMP
PROCESSCHEMA
ABSORBER T 34 DESORBER
MOLZEVEN H 35 REBOILER m.b.v.
FLASH TANK H 36 PART. CONDENSOR
BUFFERVAT H 37 PART.CONDENSOR H.J.H. Boerstra
POMP IJ 38 GASTURBINES J.G.M. Ubben.
KOELER V 39 BUFFERVAT
o
Stroomnummer WARM TEWiSSELAAR ("1 r I ) .r-., van de PRODUKTIE von M38 KOOLMON-OXIDE KOOLMONOXIDEde DOW KOLENVERGASSER
FVO 2749 Jun; 1988
D Temperatuur ( 0 C )
o
Ab,alute druk (atm). r '
(
HOOFDSTUK 3: Beschrijving van het proces.
( De steenkool (Western Subbituminous Coal) wordt in molen M5 gemalen
en met water vermengd tot een slurry van 47 gew
%
water en 53 gew%
kolen. Met behulp van pomp P1 wordt de slurry naar het voorraadvat V2 verpompt . Vanuit het voorraadvat wordt de slurrystroom met pomp P4 naar de vergasser gepompt. De slurrystroom wordt in twee delen in de reactor ingevoerd:
( 1) 9.309 kg/s kolen en 8.255 kg/s water wordt in de 1e stage van de
vergasser (R8) ingevoerd.
2) 2.450 kg/s kolen en 2.173 kg/s water wordt in de 2e stage van de
vergasser (R7) ingevoerd.
Met behulp van compressor C3 wordt 9.401 kg/s zuurstof gecomprimeerd
tot ca. 25 atm en in de 1e stage van de reactor (R8) geïnjecteerd, om
( de kolen te vergassen bij een temperatuur van ca. 1550 °C. De
reac-tieprodukten uit de 1 e stage vervliegen naar de 2e stage waar ze
verder reageren met de aldaar ingevoerde slurrystroom, waardoor de
temperatuur zakt tot ca. 1012 °C. De 2e stage is uniek voor de Dow
kolenvergasser. De hete gassen die de 1e stage verlaten worden
gekoeld door de in de 2e stage toegevoerde hoeveelheid slurry. Het
( voordeel is dat meer energie, die in de kolen voorradig is, wordt
omgezet in chemische energie om in de gasturbines uitgebuit te worden dan dat deze energie terug gewonnen wordt uit het hete gas in radiant heat boilers.
De in de vergasser ingevoerde kolen bevatten een hoeveelheid slag
( die door de hoge temperatuur smelten onderin de vergasser wordt
opgevangen (R9), alwaar de gesmolten slag gequenched wordt met koud water. Via drukaflater M11 (tot atmosferische druk) wordt de gestolde slag samen met het water opgevangen in M17 alwaar het aan de onder-kant verwijderd wordt en het water aan de bovenonder-kant via pomp P16 teruggevoerd wordt naar de water quench (R9).
(
In de vergasser wordt niet alle koolstof volledig omgezet waardoor de
gasstroom die de 2e stage van de vergasser verlaat nog ca. 1 gew
%
onomgezette koolstofdeeltjes bevat, die afgescheiden moeten worden.
De koolstof deeltjes worden voor 85 gew % afgescheiden door een
batterij van vier parallelle cyclonen (Cy6). Vanuit de onderkant van
( de cyclonenbatterij worden de koolstofdeeltjes weer teruggevoerd naar
de 1e stage van de vergasser (R8). De gasstroom die de
cyclonenbatte-rij verlaat (T
=
1012 °C) loopt door eenhoge-temperatuur-warmtewis-selings-sectie, waar Hoge-Druk stoom wordt geproduceerd ( T s t o o m
=
371°c, Pstoom
=
46 atm). Deze sectie bestaat achtereenvolgens uit eenboiler (H12), een superheater (H13) en een warmtewisselaar (H14) ,
( l waar het ketelwater verwarmd wordt tot kooktemperatuur. Het
ketelwa-ter wordt door pomp PlO op de gewenste druk gebracht. De condities
van de hoge druk stoom Z1J n zo gekozen opdat ze in de Loisiana
Division Steam System ingevoerd kunnen worden. De stoom kan gebruikt worden voor het opwekken van electriciteit en voor procesverwarming. Hierna bereikt de gasstroom de scrubber (M15) waar de laatste kool-stofdeeltjes afgevangen worden. Onderuit de sc rubber stroomt een zeer verdunde koolstof/water-slurry die, na drukaflaten, via koeler H23 naar de continuë indikker M24 wordt afgevoerd. In deze indikker wordt
een slurry gemaakt van 53 gew
%
koolstof en 47%
water, die weer inde 1e stage van de vergasser wordt gepompt (P18). Een groot deel van
het water wordt weer teruggevoerd naar de scrubber m.b.v. pomp P21. De rest van het water wordt afgevoerd.
( ( ( ( ( ( ( ()
o
De gasstroom die uit de scrubber stroomt (T
=
158°C) bevat nog zeerveel H20 en een weinig H2S wat verwijderd moet worden. Het overgrote
deel van het water wordt uit de gasstroom gehaald door te koelen naar 25°C (H20; warmtewisselaar, H19; luchtkoeler, H22; partiële
conden-sor) , waardoor condensatie van het water optreedt. De voornaamste
functie van H20 is het opwarmen van de gasstroom die later in het proces naar de gasturbines gevoerd wordt. Na de partiële condensor
H22 stroomt het gas door de mol zeven (T27) om de laatste restjes H20
en H2S te verwijderen. Een van de twee bedden is aan het adsorberen,
de ander wordt geregenereerd met droge hete lucht.
Na de molzeven wordt de gasstroom gesplitst in twee stromen: De
grootste stroom (ca. 90 vol %) wordt opgewarmd met behulp van
warmte-wisselaar H20 om vervolgens in de gasturbines (M38 ) verbrand te worden zodat electriciteit opgewekt wordt. De afgassen worden in de
lucht gespuid.
De kleine gasstroom (ca. 10 vol %) stroomt naar het Cosorb proces
dat uit drie onderdelen bestaat: een absorber (T26), een flahtank (V28) en een desorber (T34). De absorber is, evenals de desorber, gevuld met 35 mm Pall-ringen. Het gas wordt onderin de absorber ingevoerd en wordt tegenstrooms in contact gebracht met een oplossing
van AICuC14 in tolueen. Dit AICuC14 heeft de eigenschap dat het
selectief CO aan zich kan binden. De andere componenten uit het gas
(zoals CO2 , N
2 , H2 , CH4 ) complexeren niet, maar een zeer klein
gedeelte hiervan lost wel op in de in overmaat aanwezige tolueen. De gasstroom, die de top van de absorber verlaat, wordt gekoeld met freon (H25) om het meegevoerde tolueen te condenseren. Het gecon-denseerde tolueen wordt opgevangen in een buffervat (V29). Via dit buffervat wordt tolueen terug naar de top van de absorber gepompt (P30). De gasstroom die uit de partiële condensor (H25) komt wordt opgemengd met de grote gasstroom uit de molzeven sectie, om vervol-gens in de gasturbines verbrand te worden.
Onderui t de absorber (T26) komt een tolueenstroom die het
gecom-plexeerde CO en de fysisch opgeloste gascomponenten (N2 , H2 , CH4 ,
CO2 ) bevat. Deze stroom wordt naar een flash-tank (V28) gevoerd waar
door het aflaten van de druk de fysisch opgeloste stoffen uit de vloeistof vervliegen. Deze gassen worden in de lucht gespuid. Deze flash tank heeft dus direct invloed op de zuiverheid van het
eindpro-dukt : koolmonoxide. Vanuit de flash-tank stroomt de vloeistof via
warmtewisselaar H32, waar de stroom opgewarmd wordt tot 110°C, naar de top van de desorber T34, waar door de hoge temperatuur het CO decomplexeert. Het topprodukt uit de desorber bevat naast het CO nog
een grote hoeveelheid tolueen (ca. 49 vol %), die eruit gecondenseerd
wordt door eerst met water te koelen tot 25°C (H36) en dan met freon diep te koelen tot -40°C (H37). Het gecondenseerde tolueen wordt opgevangen in buffervat V39 en weer op gemengd met de vloeistof stroom uit de reboiler (H35). De gasstroom die de partiële condensor (H37)
verlaat bevat zeer zuiver CO (ca. 99.6 vol
% ).
Het bodemprodukt uit de desorber (T34) wordt naar een reboiler geleid (H35) die zoveel tolueen verdampt dat er voldoende warmte geleverd wordt om het CO te decomplexeren. De vloeistofstroom onderuit de reboiler wordt eerst opgemengd met de gecondenseerde tolueen uit de topstroom van de absorber en dan terug gepompt (P33) via warmtewisse-laar H32 en koeler H3l naar de absorber (T26).
( ( ( ( ( ( ( (
o
o
HOOFDSTUK 4: Motivering van de keuze van de apparatuur.
Elke molen (M5), die deeltjes levert waarvan 90 gew % ~ 70 pm is, is
geschikt voor dit ontwerp. Het ontwerp van de reactor betreft een type reactor zoals dat toegepast wordt door Dow Chemical U.S.A. Deze reactor bestaat uit twee stages (een horizontaal en een verticaal
stuk). In de Ie stage ( het horizontale stuk) wordt de temperatuur zo
hoog gehouden (T > 1500 °C ) d.m.v. exotherme vergassing van
steen-kool met 02' dat de as afkomstig uit de steenkool smelt en omgezet
wordt in een inerte slag. Onderin de reactor wordt de vloeibare slag
gequenched met koud water en afgevoerd. In de 2e stage wordt weer
zoveel slurry toegevoegd dat de temperatuur zakt tot ca. 1012 °C. De absolute druk in de vergasser is gekozen op 25 atm omdat:
1. bij hoge druk de volume stromen beperkt worden zodat kleinere apparaten nodig zijn t.O.v. procesvoering bij lage (bijv: atmosferi-sche) druk.
2. hoge druk de ad- en absorptie van de verschillende componenten uit het synthese gas bevordert.
3. het patent van de vergasser (lit. 9) een optimale procesvoerings-druk tussen de 16.5 en 26.5 atm aanbeveelt.
De niet omgezette deeltjes die meegevoerd worden, worden eerst
afgescheiden door een batterij van vier cyclonen. Deze cyclonenbatte-rl.J haalt ca. 85 gew % van de koolstofdeel tjes uit het gas (li t.
19b). De overige 15 gew % wordt verwijderd m.b.v. een scrubber. Er is
voor een Venturi scrubber gekozen omdat deze nog deeltjes met een
diameter van 0.5 pm kan afvangen met een rendement van 90 gew %
(lit. 20, 26).
Na de venturiscrubber wordt de gas stroom gekoeld tot 25°C om de waterdamp voor het grootste gedeelte uit de gasstroom te condenseren. Een deel van de warmte van deze temperatuursdaling wordt afgevoerd in de lucht (H19) het overige deel wordt afgevoerd m. b. v. koelwater
(H22). Dit wordt zo gedaan om de thermische verontreiniging te
verdelen over de lucht en het water.
In het gas zijn nu nog kleine hoeveelheden H20 en H2S aanwezig. Dit
moet verwijderd worden (milieu verontreiniging (H2 S), verontreiniging
van het Cosorb proces (H2 S en H2 0) ). Deze componenten worden met
molzeven van het type 5A uit de gasstroom gevangen. Er is voor molzeven gekozen omdat:
1. H20 en H2S selectief afgevangen kunnen worden in aanwezigheid van
andere componenten zoals H2 , N
2 , CO2 en CH4 •
2. ze H20 en H2 S met een hoog rendement kunnen afvangen.
3. de procesvoering betrekkelijk eenvoudig is.
Nadat het gas de molzeven doorlopen heeft wordt de gasstroom
ge-splitst: ca. 90 vol % wordt afgevoerd naar de gasturbines (M38) om
verbrand te worden en zodoende electriciteit op te wekken. De
reste-rende 10 vol % wordt naar het Cos orb proces geleid. Een uitvoerige
beschouwing van de drie belangrijkste CO afscheidingsmethoden volgt hieronder.
In de chemische industrie worden twee methoden gebruikt om uit een gasmengsel d.m.v. chemische absorptie selectief CO af te scheiden:
o
1. Het Copper-liquor proces.2. Het Cosorb proces.
(
(
(
Een derde mogelijkheid is die van de Kryogene scheiding, dit is een fysische scheidings methode.
De voor en nadelen van de drie methoden worden hieronder uiteen gezet.
1. Het Copper-Liguor proces (lit. 1, 2, 3, 4, 7, 8).
Di t proces berust op chemische absorptie van CO aan een Cu (NH3 ) x •
ion. De reactievergelijkingen die dit proces beheersen zijn: De absorptiereactie: + CO - > Cu( NH3 )x CO· . ( 4.1 ) ( en de nevenreacties: ( ( (
o
(î 2 NH4 0H + CO2 - > (NH4 ) 2 C03 (NH4 )2 C03 + CO2 + H20 - > 2 Cu( NH3 )x • - > Cu( NH3 )x 2 • + Cu + X NH3 • 2 Cu( NH3 )x 2 • + CO + 4 OW - > 2 Cu(NH3 )x· + C03 2 - + 2 H2° .
De belangrijkste nadelen van dit proces zijn:
(4.2) (4.3) (4.4)
(4.5)
1. CO2 wordt mede geabsorbeerd aan het ion; er zit ca. 19 vol % CO2
in het droge synthese gas.
2. De oplossing die in het proces gebruikt wordt is zeer corrosief,
zodat speciale (= dure) constructiematerialen gebruikt moeten worden.
3. Er is een aanzienlijk verlies van actief component (Cu( NH3 )x • )
tijdens de procesvoering (reactie 4.4).
4. Er is een aanzienlijk warmte effect (-42 kJ/mol CO geabsorbeerd).
Er moet dus gekoeld worden, omdat bij lagere temperatuur betere
absorptie plaatsvindt.
5. Er is een aanzienlijke omzetting van CO naar C03 2 - (ca. 4%).
6. reactie (4.4) zorgt ervoor dat er Cu(NH3 )x 2+ ontstaat, wat CO niet
aan zich kan binden. Verder ontstaat er bij die reactie vast koper, wat zich afzet in de absorptietoren. Hier treedt dus een capaciteits-verlies op.
Als voordeel van dit proces kan gelden dat het proces veelvuldig wordt toegepast in de chemische industrie.
De invoerspecificaties voor dit proces zijn: H2 S: < 1 ppm.
H20, CO2 , NH3 , CH
4 : geen speciale eisen.
2. Het Cosorb proces (lit. 1 t/m 8, 12).
Dit proces berust op chemische absorptie van CO (complexvorming) met
een AICuCl4 complex dat opgelost is in tolueen. De
reactievergelij-king die bij dit proces een rol speelt is:
CO + AICuCl4 : tolueen - > AICuCl
4 :CO + tolueen. (4.6)
(
r
Ondanks dat de gevonden literatuur over dit proces voor het grootste
deel afkomstig is van het bedrijf dat dit proces verkoopt (lit. 1 tlm
4, 8, 12) zijn er voor ons genoeg redenen om aan te nemen dat dit proces het meest in aanmerking komt. De voordelen van het proces zijn:
1. H2 , CO2 , CH4 en N2 worden niet chemisch door het complex
geabsor-beerd, het complex is selectief voor CO.
2. Er kan een zeer hoge zuiverheidsgraad bereikt worden (ca. 99.6 vol
% CO).
3. Procesvoering is mogelijk bij iedere gewenste druk en binnen een temperatuurtraject tussen de -10 en de 40°C.
4. De absorptiereactie heeft nagenoeg geen warmte effect.
5. Het complex heeft een hoge stabiliteit.
6. Het proces heeft een hoge capaci tei t, ca. 0.8 mol CO per mol
complex kan geabsorbeerd worden, en een hoge selectiviteit voor CO. 7. Het proces wordt ook gekenmerkt door een lage viscositeit van de absorptie vloeistof.
8. De absorptie vloeistof is niet corrosief zodat (goedkoop) roest-vrij staal gebruikt kan worden.
9. De bouwkosten zijn relatief gering.
10. CO is goed te scheiden van N2 i . t . t . kryogene scheiding.
11. Er treedt al decomplexering van CO op bij een temperatuur van 90 °C (met een maximum van 137°C).
Het proces heeft ook een aantal nadelen:
1. H2 0 reageert vrij heftig en irreversibel met het complex onder
vorming van HCl en een ander oplosbaar complex zodat de werking van
het proces afneemt. Het voedingsgas moet dus volkomen droog zijn ( <
1 ppm H2 0). Voor H2 S geldt een soortgelij ke reactie. De
reactie-vergelijkingen zijn als volgt:
T
AICuC14 AIOHC12 ---> HCl + AICuC14 0Cl.
+ CuCl (4.7)
(4.8)
2. De overige componenten uit het gasmengsel (C02 , H2 , CH4 , N2 )
lossen gedeeltelijk op in de absorptievloeistof, zodat een flashtank
r
nodig is om een zuiverheid van > 99 vol % CO in handen te krijgen.3. Aangezien hier met tolueen en een chloride complex gewerkt wordt,
moet de groots mogelijke voorzichtigheid in acht genomen worden opdat er geen lekkages optreden in verband met het milieu en de gezondheid van de werknemers en omwonenden.
( De invoerspecificaties zijn:
H20, H2S: < 1 ppm.
CO2 , H2 , N2 , CH4 : geen speciale eisen.
3. Kryogene scheiding (lit. 7, 8, 10).
Dit proces berust op het verschil in kookpunt van de verschillende gascomponenten. Het is dus een fysische scheidingsmethode.
De belangrijkste nadelen van het scheiden van CO uit een gasmengsel,
bestaande uit een mengsel van CO, H2 , CO
2 , H20, N2 , CH4 en H2 S, met behulp van kryogene scheiding zijn:
1. De invoer van gas in een kryogene sectie mag totaal geen H2 0 en
CO2 bevatten ( « 1 ppm) omdat deze stoffen zich als vaste stoffen
afzetten zodat een totale 'shut-down' kan optreden.
2. Het door ons geproduceerde gas bevat ca. 19 vol % CO2 • Om dit te
verwijderen is een extra scheidingsstap nodig die extra kosten met zich meebrengt.
3. N2 is met behulp van kryogene scheiding moeilijk van CO te
schei-den omdat de kookpunten van CO en N2 zeer dicht bij elkaar liggen
(li t. 20).
4. Het koelen van de te scheiden stoffen is een grote kostenpost. Het voordeel van het gebruik van een kryogene scheiding is, evenals bij het Copper-liquor proces, dat het proces al zeer lange tijd in de industrie gebruikt wordt zodat er veel kennis op dit gebied voorhan-den is (Linde, Duitsland).
De invoerspecificaties van de voedingsstroom van een kryogene sectie
z~J n (li t. 7):
H20, CO2 : « 1 ppm.
H28, 8°2 , NH3 : < 1 ppm. N2 , CH
4 , H2 : geen speciale eisen.
Op grond van de voorgaande beschouwing lijkt het Cosorb proces voor onze gassamenstelling (tabel BI. 4) het meest gunstig te zij n. Met
name de hoge CO2 concentratie (ca. 19 vol %) maakt dat zowel de
kryogene scheiding als het Copper-liquor proces minder aantrekkelijk zijn dan het Cosorb proces.
HOOFDSTUK 5: Massa- en warmte balansen. ( ( (
r
( ( 19r
<.
IN
(tv1
Q
(/0/-12..8
/b5"4J2)g
( /IJf
S5
/2gfj3,l-( ( ( . ( \ 0
9
)
t.;.
0I
0 (' ('V
oor-
Massa -e
w
aarts
Warmtebal
tv1
Q
~ (i) vJaJ:er \
,
Ms-r~ kOee~'h , ,11 '12., J
81
---
~
/7~ 406}SPI
----
-
-
-
--0-
w
1.2J/8t;_/1~'fof:LS-V:t
______
~v l.~J.J 8't
/18L;tJ6,sP4
~"'
, {3)
7./.LlJ.j' Stcd..
/C3
\11
~
'f'
22J/8
-0-~
J!Z840
6~n
ans
20R
etour
M
Q
--UIT
M
Q
I II
I
l
--çC40
1
--~~
-
-
---0 IS 5h~
....
,
I
,
@:--O/go'f 0
-ill ,
slljrr"'!:1 /+,S6S-
-
-
_.
R8
CJ ,01..3 ch4.rrec~16
/7.;.,q
/4/z3g
,
';'10
8939F
ve..rbr~..I,:'" Wc:V'WTt.~ ;',
ra~@
(\V
w Lf,,6~'J...--çp,
---...3':1-/1,8.,0
Rf
1\ ( 30)g!:f9
.z
8'4S/8,1.J.
--
- -. - - -.~ 'I ,~ ) \ I 0,010Mb
' /13-
-
-/~.2.,q / (30,9D9
---~v
2.B7.s,8lf
( 1/ r -I'"Hl')..
\ ' ( ,11 30) 809--@
---
--.
2.f>o55"1) I I~-H/
3
H.p.@~4
tS-6~1
L-...;
/6
)
206
S!:OOVll\ '
30,~o9 ---~ 2.5" b Cp.3,J,11
o
)~ke.~&Afty-
,
HtLf
\_®
..-I~/b
)
2.0~
0
,ft 21 \<.
30
909---®-J
l3~ 955";;
3'J
8
9/2,.
C.OAJ I> ëAJSJt.1;1(wr;:,ter
I
S33,39"1-
'88
L.J,5"~A1\I\fTé /
"
~
.
MIS"
I <. 1\-""J
\ /'I,
/9
I / '-j-
"
/
~
'8
b{,O .3 - - - lA' f 30, ó /S-~
...
Z289 68,,:/-1..
8,3lJJ...
0
k
oee
lAlttJer
\
IWw~u,-.
:<.8,3'12
:Z3~')J
H2.3
,
( ( \V...
-1[\
"
~/9 ,-
-
-
--
--~
'\(, &2.89,l..
...
-(
1'114
wa:tu"
®-
-
0)11'
1:t~J)8.
"
(r-llu. ...
..-~,
,lt 0) O-t3~.-J
.-
-I
/1.2..,9 \/
l
~ ~ 3, ~91-
I !-
-
39 i5388LfS"
, (p/g
sfUYr~ ....
'Jb'
0) 02..31!f.l,9
'UG:1':.&'
----( ~lt~ I~ /p)./
:zg - 3)39:r
SJ 88Lf).!" \.\v
/ 30~ 0 /S ~ 2.Á8 ~{,8')f '-232063 , /'>
~~
:2.3, 063 /33!!J1;f.
-~"
FH~
/3689 , .S-
/
b~O
Cc ~TE A/t:>EJI!SAile, /wakr
6iL-~
,
/)236
/ J'I6:h
6
,
"V
28,
:r;q
---®--t
')..11 ?-bJa
kr,efPucÀt
,...I-W&~
147-9j
/ /
(
2;"5""
/4p
Con~eMSa.4
W~\1te../
HIj
\Ahter(ij;)- - -:.
,
Lf;PLftJ
lb1
88
Jj
( '--r---23) 930
- - - --6Jh
/LJ2b8g~V
( '-30)/b5"'
0
k~waier,
Ik~w~,
30)/65"2513)
h
H2:L / con~ati,(
JLJ
42.)'f
~ée...•
IwA.W--
Cir - -::
0,2J(,
f;.6~t)8
'--~