• Nie Znaleziono Wyników

M.A.C., Municipium Aurelium Cananefatium: Onderzoek naar het ontstaan van de vorm van de romeinse stad in Voorburg

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "M.A.C., Municipium Aurelium Cananefatium: Onderzoek naar het ontstaan van de vorm van de romeinse stad in Voorburg"

Copied!
82
0
0

Pełen tekst

(1)

,

,

ROBBERT JONGEPIER

MVNICIPIVM

AVRELIVM

Onderzoek naar het ontstaan

van de vorm van de romeinse

stad in Voorburg

(2)
(3)

ROB B E R T

JON G E P I E R

M V N

I e l P I V M

A V REL I V M

Onderzoek naar het ontstaan

van de vorm van de romeinse

stad in Voorburg

(4)

Uitgegeven en gedistribueerd door:

Delftse Universitaire Pers

Stevinweg 1 2628 CN Delft

telefoon: (015) 783254

In opdracht van:

Faculteit der Bouwkunde

Technische Universiteit Delft Berlageweg 1

2628 CR Delft

telefoon: (015) 784737

Produktie:

Publikatieburo io

Faculteit der Bouwkunde

Typewerk en "lay-out:

de auteur

CIP-gegevens KoninkZijke BibZiotheek, Den Haag

Jongepier,Robbert

M.A.C.,Municipium Aurelium Cananefatium: onderzoek naar het ontstaan van de vorm van de romeinse stad in Voorburg / Robbert Jongepier Delft: Delftse Universitaire Pers Ill.,krt.,met lit.opg.

ISBN 90-6275-386-8

SISO 719.22 UDC 711.4(492*2270)(091) NUGI 923 Trefw.: stedebouw ~ Voorburg ~ geschiedenis Copyright @ 1988 by Robbert Jongepier

AZZ rights reserved. No part of th is book may be

reproduced in any form by

print,photoprint,micro-fiZm

01'

any other means without written

permissi-on from the pubZisher: DeZft University Press,

DeZft,The NetherZands.

(5)

Inhoud

I. V 0 0 R W 0 0 R D /

9

11. I N L E I D I N G / 7 111. P R E

-

H I S T 0 R I E / 12 IV. E T R U R I A 1.a. Inleiding / 13

b.HerkoJllst der Etrusken / 15 c.Geschiedenis der Etrusken / 17 d.De etruskische bond / 19

2. R e 1 i g i e a.Inleiding / 20 b.Tages,de grondlegger / 21 c.Disciplina etrusca / 21 d.Saecula / 23 e.Verdeling in vier / 24 3. S t e d e n

a.De geheiligde stad / 25 b.Rituele stichting / 25 c.De steden / 26 4 . M a r z a b 0 t t 0 / 27 V. R 0 M E I N S E R IJ K 1. I n 1 e i d i n g / 28 2. G e s c h i e d e n i s a.Groei: de Koningstijd / 29 b.Bloei: de Republiek / 30 c.Verval: de Keizertijd / 35 3. S t e d e n / 38 a.Stichtingsrituelen / 41 b.Centuriatio / 43 c.Gegroeide steden / 44 d.Gestichte steden / 46 4. V e r v a 1 d e r s t e d e n / 48 VI. D E R 0 M E I N E N I N D E M A A S

-

R IJ N D E L T A 1. G e s c h i e d e n i s / 51 2. S t e d e n / 55 3. M. A. C. / 56 a.Castrum en co1onia / 58 b.De stad / 67 A p P E N D 1 X / 72 B 1 B L 1 0 G R A F 1 E / 76 V 0 E T N 0 T E N / 78

5

(6)

Woord vooraf

Dit boek dankt zijn ontstaan in de eerste plaats aan de vie-ring van het feit dat de grond waarop nu de gemeente Voorburg zich bevindt, zo'n 2000 jaren geleden door de Cananefaten werd uitverkoren voor de vestiging van een nederzetting die door de romeinse bezetters tot hoofdstad van de 'Civitas Cananefa-tium' werd verheven,om ten slotte tot 'municipium' te worden bevorderd, en omgeven door een verdedigingsmuur.

Toen keizer Augustus in 16-13 vC. in onze contreien verbleef, begon hij aan de definitieve inlijving van de provincies Gal-lia en Belgica -dus ook van de Rijn-Maasdelta- bij het Impe-rium Romanum. Deze inlijving werd gesymboliseerd door de op-richting op 1 augustus 12 vC. te Lyon van een altaar gewijd aan Roma en Augustus. Deze uitgave geschiedt dan ook in het kader van 'Voorburg 2000' ,een grootse manifestatie die zal plaatshebben in 1988.

Een andere reden van het ontstaan van dit boek is het feit dat ik reeds sedert een aantal jaren belangstelling koester voor de orthogonale stedebouw. Nieuwsgierigheid naar de ont-staansgeschiedenis van de V01"TTl van de romeinse stad -in dit

geval dus van de voorburgse municipium- was de drijfveer.Hoe is die vorm ontstaan? Waarom is de gedaante van de ommuurde stad zoals hij is?

Om de achtergronden van deze ontwikkeling duidelijk te maken, moest ik soms zijpaden betreden die ogenschijnlijk niets met de hoofdroute van doen hadden. Toch bleken al deze feiten stuk-jes te zijn in de legpuzzel. Zelfs veel politieke achtergrond-informatie was noodzakelijk.

Hopenlijk zal dit boek bij de lezer het verlangen wekken,de geschiedenis van de westerse stedebouw grondiger te willen bestuderen m.b.v.de opgegeven literatuur.

(7)

Inleiding

De RaTBinen erfden lXZn EtY'UX'ia hun eerste eivi"lisa.tie 3hun religie3 en hun kunst lXZn de stedel:x:JuJ; datgene ünt 1.X1J7Uit Hellas binnenkJ,xon bereikte Ram.3 in de

eer-ste fasen3 via de Jr:mden en het verstard lXZn de

Etms-ken.

De meeste schrijvers over westerse kultuurgeschiedenis noemen drie kultuuruitingen van de oude wereld die een erfenis hebben nagelaten waarvan wij heden ten dage nog de invloed ondergaan. En wel: de hebreewse profetie~n,de helleense filosofie en beel-dende kunsten,en het romeinse recht en de staatsinstellingen. steeds wordt voorbijgegaan aan de geweldige invloed van de E-trusken op de romeinse kul tuur: religie, stedebouw , techniek, huizenbouw en staatsinrichting. Maar alle vier waren toch, hoe je het ook bekijkt, slechts doorgevers van kultuuruitingen die zij vanuit het Oosten hadden meegenomen en verder ontwikkeld: uit Mesopotamia,Klein-Azja en Egypte.

Het epos der mensheid begint ver achter de horizon der geschre-ven historie.Een eeuw van geduldig onderzoek heeft onze histo-rische einder met tienduizenden jaren uitgebreid, en ons mach-tige kulturen geopenbaard. Wat in Mesopotamia en Egypte beslo-ten bleef in de ommuring van de eeuwige wederkeer, barstte in Hellas open tot het wonder van de individuele scheppingskracht. De meeste historici zijn tegenwoordig van mening dat het volk dat wij Etr~sken noemen, een samenstel is van verschillende groepen.De kultuur is het resultaat van een samensmelting van de Villanova kultuur met die van een groep immigranten,vermoe-delijk uit Lydia (Klein Azia).De Etrusken zijn in Italia begon-nen met de bouw van steden die toen meestal ook werden bevei-ligd met indrukwekkende muren en poorten.

Na een periode van hun invloed in het noorden (de Po-vlakte) en het zuiden (Campania) werden ze uit deze streken verdreven door de Kelten (Galli~rs) en de Romeinen.Toen de Romeinen hun laatste etruskische koning verdreven en vervingen door een oli-garchie,gebeurde rond deze tijd hetzelfde in de etruskische steden: de adellijke elite had overal het koningschap afge-.

schaft en een krachtig adelsbewind ingesteld.

De Romeinen namen vele religieuze gebruiken over van de Etrus-ken, vooral de rituelen over het stichten van een stad. Zekere feiten schijnen te suggereren dat het meer de etruskische dan de griekse traditie was die een duurzame invloed uitoefende op de romeinse stedebouw. De rituele ceremonies van de schep-ping van het heelal benevens van ruimte en tijd waren alle in-nig verbonden met de stichting en indeling van de etruskische steden,en daarmee met de steden van de Romeinen.De sterke ste-delijke tendenzen die karakteristiek waren voor de etruskische civilisatie, waren een voorloper van de romeinse verstedelij-king - het instrument waarmee de Romeinen hun Imperium verover-denden en handhaafden. De Romeinen erfden van Etruria hun eer-ste civilisatie,hun religie,en hun kunst van de eer- stedebouw;dat-gene wat vanuit Hellas binnenkwam bereikte Roma,in de eerste fasen,via de handen en het verstand van de Etrusken.

(8)

Naast de begaafde, individualistische Hellenen,altijd tot het nieuwe geneigd, maken de Romeinen een ietwat logge, fantasieloze indruk.Op het moment dat de helleense beschaving dreigt te wor-den versplinterd, schept het romeinse Imperium de ruimte waar-binnen de erfenis van Hellas kan worden bewaard en behoed,en waarbinnen de verspreiding van het Christendom mogelijk wordt. Roma was de imperium-scheppende Staat van de oudheid,en de Ro-meinen leven voort in de geschiedenis als dé bouwers van een wereldrijk.Hun godsdienst was volkomen ondergeschikt aan het Staatsgezag. Van nature had de Romein weinig waardering voor kunst en wetenschap;in vroeger tijden beschouwde hij de dich-ter als een vagebond en de filosoof als een gevaar voor de goe-de zegoe-den.

' ... weet,o Romein,dat het

uw

taak is te heersen over de

voZke-l'en - dat zaZ

uw

kunde zijn - de vrede tot een gewoonte

.

te

ma-ken,de overwonnenen te sparen en de hooghartigen te overwinnen

met het zwaard'

(Vergilius: 'Aeneis')

De Romeinen waren niet zozeer een volk van

krijgs-lieden als wel van wetgevers en bestuurders. De vredeswet

voorschrijven,de PAX ROMANA,het onderdrukken van anarchie

en wanorde aan de grenzen van het steeds groter wordende Rijk, dat was hun bizondere taak. De Romeinen, met een duidelijke trek van ruwheid en onmenselijkheid in hun aard, waren sterk

in: volkssolidariteit,politieke eenheid,de onderwerping van

de individualiteit aan de dienst van de Staat. Te 'doen in Ro-ma zoals RoRo-ma doet' was de deugd van de romeinse burger. De geschiedenis van Roma is die van een Volk.Niet gedreven door weloverwogen veroveringspolitiek,maar door de logische konse-kwenties van de harde realiteit,was het lot van de Romeinen de hele beschaafde wereld bij hun Rijk in te lijven.

Wanneer wij ons rekenschap trachten te geven van de plaats die het romeinse Imperium inneemt in het geheel der westerse ge-schiedenis, treft het in de eerste plaats dat de erfenis die het westen van Roma ontving,in wezen en inhoud zo weinig ro-meins moet worden genoemd. De f ilosof ie, li teratuur, beeldende kunsten, architektuur en goden zijn hoofdzakelijk van de Helle-nen overgenomen; de rituelen, technische prestaties en stede-bouw voornamelijk van de Etrusken. Het schijnt dat de rol van Roma zich heeft beperkt tot het doorgeven van vreemd geestes-goed aan latere geslachten. Toch hebben zij ook iets van zich-zelf en uit zichzich-zelf toegevoegd. Dat eigen aandeel aan de er-fenis der Oudheid zijn de 'Staat' en het 'Rijk', waarvan de idee nog heden leeft. Daarnaast had de Romein een eigen taak: die van vrede en orde te scheppen op aarde, een I re c hts 0 r de' te stichten,waarin de onderworpene zou worden gespaard en de weerspannige gebroken.Hoewel vele der onderworpenen zeker het werk van Roma in minder ideaal licht hebben gezien,en het met andere en bittere woorden hebb~n gekenschetst.

Het waren de 'Staat' en het 'Recht' die als nieuwe grote win-sten door het romeins Imperium werden toegevoegd aan het geza-menlijke geestesgoed van Europa. Produkt van bruut geweld en heerszucht, doch nochtans een blijvende faktor geworden in de kultuur.Zo is dan de romeinse kultuurhistorie niet te scheiden van de staatsgeschiedenis. Want juist de vorming van het Rijk was van overwegend belang in de vorming en voortplanting van deze kultuur. In de romeinse wingewesten worden de kiemen ge-legd voor de komende ontwikkeling der beschaving, de westerse kultuur-gemeenschap waarin wij nog leven. De Romeinen entten hun karakter van tucht en orde op de rusteloze helleense fan-tasie en intelligentie.

(9)

Ca.3500 vC.ontwikkelden zich in enkele gebieden, waar de land-bouw bizonder intensief werd beoefend, de verspreide dorpjes van het Neolithicum tot een komklexere maatschappijvorm.Dit waren de eerste beschavingen,en hun opkomst markeerde het be-gin van een nieuwe fase in de wereldhistorie. Kennelijk onafhan-kelijk van elkaar,ontstonden zij in vier ver uiteengelegen ge-bieden: aan de benedenloop van Tweestromenland;in het Nijldal; in de Indusvallei;en in China bij de Huang-He (Gele Rivier) rond Anyang. Zij werden alle gekenmerkt door de vorming van de stad die steeds belangrijker werd,en die groeide ten koste van het omliggende platteland. Maar de stad had meer belangrij-ke belangrij-kenmerbelangrij-ken:een komplexe arbeidsverdeling, eruditie van een geletterde klasse, monumentale openbare gebouwen, politieke en religieuze hierarchieên,een koningschap dat door de goden was ingesteld, en uiteindelijk macht, het streven naar de heerschap-pij over de wereld. Reeds was de kloof zichtbaar tussen de be-schaafde wereld en de barbaren daarbuiten.

De eerste beschavingen ontstonden op de vruchtbare slibgronden langs de grote rivieren die de dorre vlakten van water voorza-gen.Aan de rand van de gebergten waar deze rivieren ontspron-gen,ontstond de eerste landbouw. Toen de boerengemeenschappen zich van de heuvels naar de open vlakten verplaatsten,ontston-den gelijksoortige,hierarchisch georganiseerde samenlevingen. Deze samenlevingen hadden veel gemeen: steden, een schrift,gro-te openbare gebouwen en een bestuursapparaat. Dit alles sproot voort uit de noodzaak de plaatselijke produktie en handel met afgelegen streken te organiseren, en was het gevolg van het ont-staan van regionale centra waar plaatselijke produkten werden bijeengebracht en geruild,handelsexpedities voorbereid en be-vloeiingssystemen ontworpen.

Het verschil tussen de eerste beschavingen en de hen omringen-de volken lag in omringen-de struktuur van omringen-de ekonomie. In omringen-de eerste stedelijke gemeenschappen werden de goederen verzameld en vol-gens een systeem van geleide herverdeling toegewezen.Er was dus sprake van een centralisatie.Om dit alles bij te houden, moesten gegevens worden vastgelegd. Zo ontwikkelde zich het schrift dat een wezenlijk kenmerk vormde van deze gemeenschap-pen.De oudste teksten waren meestal voorraadlijsten van pakhui-zen,maar toen eenmaal een soepel schriftsysteem was ontwikkeld, werden ook mythen, legenden en gedichten opgetekend.Het eerste schrift was overal pictografisch,dwz.:voor ieder woord of be-grip werd een afzonderlijk symbool gebruikt.Dit systeem werd echter snel te omslachtig;tenslotte werden de symbolen meer voor klanken dan voor begrippen gebruikt. Eén van de meest suc-cesvolle systemen ontstond in Mesopotamia: het bekende zgn. spijkerschrift.Dit werd in diverse taalgroepen overgenomen, het omvatte (niet-)semitische en indo-europese talen.Het chinese beeldschrift is waarschijnlijk onafhankelijk ontstaan.Ook de egyptische hiêrogliefen hebben misschien in Mesopotamia hun oorsprong.Het paleisschrift van Kreta waaruit later het 'line-air' A en B onstonden,was wellicht op zijn beurt geinspireerd op de hiêrogliefen.Het meest vindingrijk echter waren de Kana-anieten die op basis van gewestelijke egyptische hiêrogliefen een alfabet ontwierpen. Het alfabetische spijkerschrift dat hieruit ontstond, leidde tenslotte tot het alfabet dat door de Hellenen werd overgenomen en aan de Latijnen doorgegeven; het vormde de basis van het moderne europese schrift.

(10)

-

o

1,- Tweestromenland: MesopotamiajBabyloniajAssyria 2,- Lydia j Sardes 3, - Et ruria 4,- Campania j Capua 5,- Hellas 6,- Magna Graecia

7,- Po-delta j Adria j Spina

8,- Phoenicia j Tyros

9,- Carthago

10, - Aegyptus A.- Mare Tyrrhenum

11,- Latium j Roma B.- Mare Adriaticum

12,- Civitas Cananefatium j M,A.C, C,- Mare Ionium

VAN MESOPOTAMIA NAAR F 0 RUM HAD R I A N I - SCHAAL 1 : 20.000,000

..

' ...

..

'

(11)

Langzaam verspreidden de stedelijke kultuur,het schrift en de

fig.Ol

kennis van boog,gewelf en koepel zich vanuit Mesopotamia (1) naar het westen. In het oostelijke deel van het middellandse zee gebied ontstonden in Anatolia (Klein Azia) het hettitische rijk en later het lydische rijk (2), waarvandaan wellicht de Etrusken de stedelijke kultuur meenamen naar Italia.De Fenici-ers (8) koloniseerden de afrikaanse noordkust (Carthago, 9) dat handelsbetrekkingen onderhield met Etruria (3). De minoi-sche kultuur op Kreta en de myceense op het vasteland van Grie-kenland (5) hebben via Hellas hun kultureel erfdeel doorgege-ven aan Etruria en Latium (11) via de Po-delta (7),de kolonies in Magna Graecia (6) en Campania (4). Uiteindelijk waren al deze kulturen doorgevers aan het romeinse rijk (11). En wie hebben de meeste invloed gehad op de romeinse stedebouw: de helleense kolonisten of de etruskische religie?

De kennis en vaardigheden om bogen, gewelven en koepels te bou-wen zijn ontstaan in Mesopotamia en via Egypte,Fenicia en Ana-tolia,Kreta,Hellas en Etruria in Latium terechtgekomen. De Per-zen als opvolgers van de mesopotamische staten hebben deze bouwtechnieken tot een hoogtepunt gebracht, evenals de Romeinen dat deden in Italia. Na de splitsing in een west- en oost-ro-meins rijk is deze kennis,tezamen met die uit het verloren ge-gane perzische rijk,in Byzantium (Constantinopel) verder ont-wikkeld en toegepast in fraaie koepelkerken.

De stedebouw is met de romeinse legioenen in Germania en Brit-tannia beland. En zo is dan uiteindelijk, vrij laat in de ro-meinse historie, Forum Hadriani ofwel M.A.C. gesticht.

GAIVS IVLIVS CAESAR OCTAVIANVS

IMPE RA TOR CAE SAR OIV! FILIVS (keizer Augustus)

(12)

111. PRE - HlS TOR 1 E

In de streek tussen Firenze en Roma - voor het grootste deel het huidige Toscana - zijn in de pre-historie vele kulturen voorafgegaan aan de etruskische beschaving. Tot dit vóór-etrus-kische tijdperk behoren de Belverde-Cetona,Terramare en Villa-nova kulturen.Het waren eeuwen van grote onrust,een verhuizing van volkeren en rassen.De laatste onruststokers waren de Etrus-ken.Behalve deze algemene feiten zijn er geen historisch water-dichte berichten over gebeurtenissen of personen.

Uit verschiilende bronnen samengestelde tijdtabel ziet eruit als volgt:

ca.l900-l000: vroeg-Metallicum (bronstijd) ten zuiden van de fig.02-05 Apennijnen:

Belv€!rde-Cetona

kultuur;

ca.l700 ca.l600 ca.lSOO-l200: ca. HSO ca.IOOO ca.lOOO-BOO ca.BOO -400

eerste golf immigranten uit het oosten; begin

Terramare

kultuur in noord-Italia;

tweede golf immigranten: binnenvallen van indo-europese oud-Italikers - in meerdere golven-vanuit de Adria en Istria. Paalbouwnederzettin-gen tussen Po en Apennijnen;

einde Terramare kultuur;

binnenkomst van de Tyrrheners - ·tenminste twee golven - tussen Arno-en Tiber-mondingen;

midden-Metallicum. Overgang brons-naar ijzertijd.

Villanova

kultuur;

laat-Metallicum. (1)

Na de Villanova kultuur zien we de komst van twee beschavingen op het italiaanse schiereiland:de griekse kolonisten in zuid-Italia - tot aan de baai van Napoli - en de snelle opbloei van de Etrusken in midden-Italia.

voor voetnoten

zie pg.78

n-eu r o p e \

TI

A= Belverde-Cetona (Apennijnen) kultuur

1 = Cetona (dorp) fig. 02

A= Belverde-Cetona kultuur

(13)

URNENVELDEN BRONSTIJD

IV. E T R U R I A

la. Inleiding

De etruskische beschaving was een kunst van het volle levens-genot,althans voor de heersende bovenlaag. Tegelijkertijd be-stond er een steeds aanwezig besef van de bedreiging door

nood-lot, dood en verandering door een volkomen overgave aan de

macht der onderwereld.

De scheppers van deze kultuur werden door de Hellenen

Tyrre-(2) noi

of

Tyrsenoi

genoemd,en door de Romeinen

Tusci ofEtrusci.

Zelf noemden ze zich met het nooit aanvaarde woord

Rasenna

of

Rasna.De

etruskische kultuur begon in de ge-8e eeuw; het hoog-tepunt werd bereikt in de 6e eeuw;het einde en de versmelting in de romeinse beschaving viel samen met het einde van de ro-meinse republiek in de Ie eeuw vC.

Het originele thuisland van de Etrusken strekte zich uit van de Arno tot de Tiber,langs de Tyrrheense Zee.Binnen dit terri-torium lagen de twaalf steden die de ongebonden etruskische federatie vormden. Deze kleine regionale gebieden ontwikkelden zich van koninklijke naar republikeinse gemeenschappen, en

wa-ren meer of minder onaf~ankelijke politieke eenheden.

De Etrusken vergrootten hun grondgebied naar noord en zuid.In het zuiden namen ze Latium en Campania in bezit;in het noorden staken ze de Apennijnen over en verspreidden zich over de Po-vlakte, aldus hun invloed vestigend vanaf de Alpen totaan de Golf van Salerno.Op hun zuidelijke mars ontmoetten zij de Hel-lenen,die reeds kolonies hadden aan deze Golf.

Hall s

t~--

---n

Mare UTyrrhenum Internum A= Belverde-Cetona kultuur. 2= Roma (stad) B= Villanova kultuur 2= Roma (stad)

(14)

Het is niet eenvoudig een overzicht te geven van de etruski-sche beschaving. Men stuit al gauw op een grote hindernis:het is bijna onmogelijk zich een juist en volledig beeld te vormen van het leven van de 'gewone man',het lagere volk. Dit is

ge-makkelijk te begrijpen want onze kennis berust op vondsten

uit de graf tomben: zeer kostbare voorwerpen die alleen de rij-ken zich konden veroorloven.De Hellenen hebben ons een

over-vloed aan aardewerk nagelaten waarop afbeeldingen van

hand-werkslieden,beeldhouwers, onderwijzers, etc. voorkwamen. Zo niet

de Etrusken;van hen kennen wij sporadisch het bestaan van sla-ven in dienst van hun meesters.Bijna niets geeft ons ophelde-ring over zijn dagelijks leven, zijn vreugden en zorgen. Van de ellende en onderdrukking waarin zij leefden kunnen wij slechts een vermoeden hebben. Wij weten nagenoeg niets van de kleine handelaren en boeren.

Ook zijn wij slecht op de hoogte van de landelijke en stede-lijke achtergrond waartegen zich het leven van de Etrusken af-speelde. Tal van aanwijzingen tonen dat de landbouw in hoog aanzien stond:de rijkdom aan bodemprodukten,riten en mythen van een duidelijk boers karakter, afbeeldingen van landarbei-ders,dieren in brons, talrijke landbouwwerktuigen. Maar daarmee houden onze gegevens op.

Voor de steden geldt helaas hetzelfde:bijna alle zijn grondig

verwoest of overbouwd door latere kulturen.Alleen Marzabotto (J)

(bij Bologna) heeft iets opgeleverd wat misschien een deel van een etruskische stad uit de 5e eeuw is geweest. Zo moeten de steden vermoedelijk eruit hebben gezien die waren gesticht in de vlakte of op een plateau;stellig anders was het met de ste-den die tegen een helling waren gebouwd.

De woning heeft een ontwikkeling doorgemaakt die men in grote lijnen heeft kunnen volgen.Aanvankelijk een vierkante of ovale hut,afzonderlijk gegroepeerd, later rondom een binnenhof.Reeds tamelijk vroeg kwamen de rijken tot uitgebreidere bouwwerken: een gang die uitkwam op een b~nnenho~ gaf toegang tot de bij-gebouwen,en erachter het hoofdgebouw. Dit is reeds het oertype van het latere romeinse huis.Deze bouwtrant werd later komple-xer:de binnenhof werd een atrium, daarna een peristyle,en het aantal vertrekken nam toe.

De Etrusken waren vooral bewonderenswaardige technici.De Romei-nen zijn hun op dit gebied zeer veel verschuldigd. Uitvindingen zoals het anker,de trompet en het legioen werden hun reeds in de oudheid toegeschreven. Zij muntten uit in de waterbouwkunde. De welvaart van Etruria was zonder twijfel het gevolg van ver-nuftige irrigatiewerken.De landmeetkunde - die ook het stempel droeg van religieuze opvattingen - had bij hen een zo hoge ont-wikkeling dat zij de openbaring ervan toeschreven aan de nimf Vego~.

Op het gebied van de bouwkunst hebben ze de Hellenen op meer dan één terrein overtroffen, niet in harmonie van verhoudingen maar in technisch opzicht:de kennis van koepel,gewelf en rond-boog bood hun mogelijkheden die de rechtlijnige architektuur van de Hellenen bleven ontzegd.De etruskische bruggen,riole-ringen en fortifikaties tonen ons dat hun bouwers op het ge-bied van de utilitaire bouwkunde niet te overtreffen waren. De Romeinen zullen het later grootser en monumentaler aanpak-ken,maar niet beter. Zij hebben veel aan de Etrusken te danken.

IrliKJYler 1Xln Etruria zijn betekendE: een Zeven 1Xln e \

gante vrije tijd voor de rijke a:Pistolaaat~ en 1Xln

(15)

b. Herkomst der Etrusken

De vraag over de herkomst van de geheimzinnige Etrusken is één van de kernproblemen van de etruskologielreeds de antieke his-torici hebben zich ermee beziggehouden. Twee theorie~n staan sedert vele eeuwen in schrille tegenstelling tegenover elkaar: a.-de immigratie-theorie van Herodotus (5e eeuw VC.)1

b.-de autochtonen-theorie van Dionysios van Halikarnassos. Herodotus berichtte dat de Etrusken een deel van het lydische volk waren,en wegens een hongersnood uit hun klein-aziatische vaderland gevlucht.De meeste antieke historici sloten zich aan bij deze overlevering, zoals Livius,Vergilius,Ovidius,Horatius en Tacitus.Slechts één antieke auteur twijfelde aan de juist-heid van deze theorie:de rhetor Dionysios,een tijdgenoot van keizer Augustus.ln het eerste deel van zijn boek over de ro-meinse historie wijst hij de immigratie-theorie af lhij ziet de Etrusken als een inheemse stam die tot de oorspronkelijke bevolking van Italia behoorde. Beide overleveringen werden in de 18e eeuw bestreden door de franse geleerde Fréretlvolgens hem zouden de Etrusken als indo-europese immigranten vanuit het noorden het schiereiland zijn binnengedrongen. Deze theorie werd echter algemeen door archeologische materiaal-en taalvond-sten weerlegd. Zouden zij nml.uit het noorden naar Italia zijn gekomen, dan zouden dAAr ook hun oudste nederzettingen en op-schriften te vinden zijn. Maar dat is nu juist niet het geval. Hun oudste steden liggen in het etruskische kernland, en wel (4) aan de tyrrheense kust:Caere,Tarquinia,Vetulonia en Populonia. Er blijven dus voor het huidige onderzoek aangaande de afkomst van de Etrusken twee theorie~n over, zoals zij reeds in de oude overleveringen hebben bestaan. Ieder van deze theorie~n heeft wel zijn aantrekkelijkhedenl geen van beide kan nog afdoende ( 5) worden weer legd.

De onderzoekers die zich bekeerden tot de immigratie-theorie, kunnen enkele zeer overtuigende argumenten naar voren brengen, vooral de nauwe banden van de Etrusken met de religie en ritu-elen van het vóór-aziatische kultuurgebied.Zij zijn in Europa het enige volk dat de oud-mesopotamische lever-ritus kenden en beoefenden.De beroemde bronzen lever van Piacenza toont dui-delijke overeenkomsten met een babylonisch levermodel in klei. Wij kennen de titel van de priester die de leverritus uitvoer-de slechts uit uitvoer-de latijnse overlevering: haruspex .In de sume-rische taal heet een lever:hara.

bronzen lever van Piacenza (bovenzijde)

(16)

Verbluffend zijn de parallellen tussen de grootse nekropolen van de Etrusken en overeenkomstige bouwwerken in het oostelij-ke middellandse zee gebied.De relatie van het koepelgraf met

de

tumuZus

wijst in de richting van de klein-aziatische

west-kust als herkomst gebied van deze bouwwijze.Het is opvallend

dat op zeer eenvoudige,armzalige Villanova graven in het etrus-kische kustgebied - vooral in Vetulonia en Populonia - plotse-ling,zonder enige overgang,die groots aangelegde heuvelgraven

volgden. Een verklaring hiervoor kan slechts worden gegeven

door de bezetting van het gebied door uitheemse invallers. (6)

Zoals men ziet,kunnen er vele en werkelijk overtuigende argu-menten voor de immigratie-theorie worden aangedragen;en toch lukt het niet alle vragen volledig te beantwoorden. Hier en daar blijft nog een restant over dat niet is op te lossen. En

het is opvallend dat juist die vragen waarvan beantwoording

telkens die ene afkomsttheorie schuldig blijft,door de andere zouden kunnen worden opgelost.Daaruit trokken de geleerden de konklusie dat het probleem hoe dan ook anders moet worden ge-steld.Dit houdt ten eerste in dat wij ons bevrijden van de fei-telijke en chronologische klassifikatie die wij hebben geërfd van de 1ge eeuwse wetenschap,omdat zij niet overeenstemt met de historische feiten.

De huidige etruskologen stellen zich niet meer de vraag naar

de

afkomst

van de Etrusken;zij omschrijven hen als het volk

dat in historische tijden zich in Etruria vestigde,en zich in een eeuwenlange ontwikkeling heeft gevormd uit vele elementen. Het kan niet worden aangeduid als in Italia autochtoon,noch is het als geheel volk in het schiereiland binnengekomen. Voor de huidige etruskologen bestaat het Etruskenprobleem uit de vraag naar het 'ontst~an van een volk' ofwel

ethnifikatie.

Deze ontwikkelingsgang kan zich als volgt hebben voorgedaan: in het jonge steentijdperk leefden er in het gebied van het latere Etruria mensen die behoorden tot de oud-mediterrane vol-kerengroep en dragers van een herderskultuur waren.In het vroe-ge metallicum (bronstijdperk: ca.1900-l000 vC.) ontwikkelde

fig.06 :grootste uitbreiding etruskisch gebied Po-delt8, Etruria, Campania

fig.07

(17)

zich daaruit de Belverde-Cetona kultuur.Vreemdp volkselem0nte'1 begonnen te infiltreren toen myceense handelaren langs de tyr-rheense kust handelsnederzettingen stichtten. Rond het midden van het tweede millennium vC. werd Italia vanuit de Adriati-sche Zee en te land over Istria door de indo-europese oud-Ita-likers,die in meerdere golven binnendrongen, onder de voet ge-lopen: Umbri~rs,Sabijnen,Latijnen,etc. Tezelfdertijd drongen de dragers van de midden-europese urnenvelden kultuur naar het zuiden door,waardoor in geheel Italia de Villanova kultuur tot ontwikkeling komt.Het volk dat uit de vermenging van deze stam-men ontstond,is sterk indo-europees getint. Dat weer werd over-heerst door een relatief dunne laag van immigranten, die ca. 1000 vC. aan de westkust van midden-Italia landden en zich in (noord-)oostelijke richting verspreidden.Deze uit klein-Az ia - wellicht nog verder oostwaarts - afkomstige Tyrrheners waren de dragers van een stedelijke kultuur die ver superieur was aan die van de Italikers.Pas agv.de vermenging van de oorspron-kelijke midden-italische bevolking met de Thyrreners ontstond het 'etruskische' volk (ongeveer sedert de vroege 8e eeuw vC.) dat zich dus in een eeuwenlange ontwikkeling uit meerdere kom-ponenten heeft gevormd.De archeologische vondsten tonen ondub-belzinnig de veranderingen aan in de nederzettings verhoudin-gen die zich in het vroeg-Metallicum in het etruskische gebied - tussen de mondingen van Arno en Tiber - hebben voltrokken, en slechts daarop kunnen worden teruggevoerd dat een in midden-Italia binnendringend volk het nieuwe nederzettingstype mee-bracht,en daarmee de basis legde voor de latere etruskische stedelijke ontwikkeling.Het gemeenschappelijke kenmerk van de nekropolen duidt zeker erop dat de verhouding tussen de onder-worpen oerbevolking en de nieuwe heersers niet slecht kan zijn geweest.

c. Geschiedenis der Etrusken

Het oudste deel van de etruskische historie ligt in duisternis gehuld. Opschriften uit die tijd zijn er niet; de Etrusken zijn in het algemeen een weinig mededeelzaam volk geweest.De gerin-ge kennis van deze duistere eeuwen kan slechts mbv. archeolo-gische vondsten uit het materiaal van de grafkelders worden aangevuld.Wij kunnen de opbloei van de Etrusken naar het hoog-tepunt van hun macht niet volgen; wij weten slechts uit antie-ke bronnen dát zij dit hoogtepunt hebben bereikt, toen 'bijna geheel Italia' onder hun macht berustte.Omdat ons geen origi-nele etruskische literatuur is overgeleverd, zijn we aangewezen op berichten van latijnse en griekse schrijvers die zich bij hun informatie dikwijls beriepen op oudere schrifturen die ver-loren zijn geraakt.Bizonder verzwarende omstandigheden zijn het feit dat in deze antieke berichten vele vergissingen,mis-verstanden en gruwelijke vervalsingen zijn binnengeslopen.Pas dmv.een zo goed mogelijke evaluatie van deze verwijzingen en hun vergelijking met de gegevens uit de opgravingen is de etruskologie momenteel in staat de samenhang in de historie van de Etrusken te ontdekken.

(18)

De Etrusken hebben geen eenheidsstaat gevormd, zoals de latere

europese nationale staten. Hun politieke eenheid was de

stad-staat

,dwz.de door een machtige muur omgeven stad, tezamen met

het voor hun landbouw benodigde omringende gebied. De belang-rijkste van deze stad-staten - de antieke schrijvers noemen

meestal twaalf,later vijftien - vormden een losse bond,maar

waren echter volledig souverein. Eens per jaar kwamen de afge-zanten van alle etruskische stad-staten naar het nationale hei-ligdom,het

Fanum Voltumnae

(de naam is slechts in het latijn overgeleverd) om aldaar algemeen etruskische aangelegenheden te bespreken. Besluiten van deze 'bondsdag' waren voor alle stad-staten bindend.Er had zich ook een 'Twaalfstedenbond' ten noorden van de Apennijnen - in de Po-vlakte - gevormd,en een-zelfde in het zuiden (Campania).De noord-etruskische stedebond

viel ca.400 vC.uiteen agv.de binnenstormende Kelten (Galli~rs);

de zuid-etruskische werd gedurende de samnitische oorlogen ver-nietigd (ca.420 vC.).

In de oudste romeinse legend€,m bevindt zich menig korrel tj e van historische juistheid.De legendarische koningen van Roma waren voornamelijk Etrusken.Met zekerheid hebben etruskische vorsten Roma 'verstedelijkt',dwz.de reeds lange tijd op zeven heuvels bestaande latijnse en sabijnse nederzettingen dmv.een vestingmuur tot één stad samengebundeld. Vereiste voorwaarde daarvoor was de sanering van de moerassige marktplaats (latere Forum) dmv.de Cloaca Maxima,een technische prestatie die in een zo vroeg tijdperk slechts door etruskische bouwvakkers mo-gelijk moet zijn gemaakt.

Met de verdrijving van de koninklijke familie van de Tarquinii uit Roma (ca.SIO vC.) eindigde de etruskische heerschappij o-ver de stad, en begon de eeuwenlange bloedige boedelscheiding tussen de beide buurvolken.Daarbij benutten de Romeinen de po-litieke etruskische struktuur:zij veroverden de ene stad-staat na de andere, als eerste het machtige, slechts enkele kilometers (7)

verwijderde Veii. Na de val van deze stad drongen de Romeinen systematisch door naar het noorden,en sneden de Etrusken af van de zee waardoor hun ekonomische ondergang werd bezegeld. Aldus kwam de ene na de andere stad-staat onder romeinse heer-schappij.De steden werden verwoest (Veii,Volsinii) of tot la-tijnse kolonies gemaakt; de na een zware strijd overgebleven etruskische bevolking moest zich ergens anders opnieuw vesti-gen.

In het noordelijke deel van Etruria verliep de historie anders. De bewoners aldaar zagen bijtijds de toestand in en beseften

wel dat de invallende Galli~rs verreweg de gevaarlijkste

vij-and voor zichzelf en voor de Romeinen waren. Zij sloten bondge-nootschappen met Roma en bespaarden zich daardoor strijd,bele-gering en verwoesting van hun steden, waar het leven zonder breuk verder ging,via de romeinse tijd, middeleeuwen en renais-sance tot de huidige dag. Een treurig einde beleefden vele e-truskische steden langs de tyrrheense kust,waar agv.de moeras-sen van de Maremma de malaria zich verbreidde.De eens zo bloei-ende nederzettingen werden ontvolkt, vervielen tot ruines , en zonken steeds dieper in het zand. Pas bij de sanerings-en grond-verbeteringswerken van onze tijd werden ze herontdekt en door archeologen uitgegraven, waardoor talrijke kunstschatten tevoor-schijn kwamen.

Binnen een kor1;e periode vestigde een k

Zeine

groep

lXln zeerovers en avonturiers hun I'I'Wht over de in Zand

-se bevoZking~ en.werden zij de heerserrie feaJaZe

(19)

etruskische oude en jonge man

d. Etruskische Bond

Naast de schrijftaal is het verbond der 'twaalf steden' ,die ook wel worden aangeduid als 'populi'(volksgroepen),een tweede getuigenis voor de etruskische eenheid, dat we niet mogen ver-waarlozen. Niet de grootte of de ekonomische importantie gaf bij de ritueel gestichte stad de doorslag, maar het feit dat ze sacraal boven de overige wereld was uitgeheven als manifes-tatie der kosmische orde. Als sterrenbeelden om de poolster schaarden deze geheiligde plaatsen zich om het nog niet terug-gevonden heilige woud van de god Voltumna in de omgeving van

Bolsena~door de Etrusken zelf VeZtsna genoemd, door de Romeinen VoZsinii.Het kan hebben gelegen op de in de verre omtrek

zicht-bare kegelvormige berg,de Montefiascone,of op één der met mac-chiastruiken bedekte heuvels die het meer omgeven.

Uit welke steden het verbond oorspronkelijk was gevormd valt niet meer met zekerheid uit te maken, daar er geen naamlijst van bestaat die maar voor één uitleg vatbaar is,en we uit ui-terlijke kentekenen als macht en bloei geen betrouwbare konklu-sies kunnen trekken.De samenstelling van het verbond heeft mo-gelijk in de loop der eeuwen veranderingen ondergaan zonder dat daarom de struktuur werd gewijzigd.Zo zal bv.een andere stad de plaats hebben ingenomen van Veii dat al in 396 vC.door de Romeinen werd veroverd en verwoest. Tegen het einde van

Etru-ria' s zelfstandigheid schijnt het. verbond te hebben bestaan

uit de volgende twaalf steden: Arretium,Caere,Clusium,Cortona, Perusia,Populonium, Rusellae, Tarquinii,Vetulonium,Volaterrae, Volci en Volsinii. De positie van Falerii,Faesulae,Salpinum en Pisae blijft onduidelijk.

De steden van zuid-Etruria ontwikkelden zich eerder,en in het bizonder die aan de kust,betrekkelijk dicht bij elkaar. Tot de-ze groep behoorden Veii,Caere,Tarquinii en Vulci.De steden van binnenlands noord-Etruria lagen op grotere onderlinge afstand, groeiden langzamer,en bereikten het hoogtepunt van hun ontwik-keling aan het einde van de etruskische civilisatie en onder de Romeinen.Deze steden waren Clusium,Cortona,Perusia,Arretium, Faesulae en Volaterrae. De verdeling van steden in ruimte en tijd suggereerde een kolonisatie van de kuststreek door opeen-volgende groepen emigranten vanuit het tyrrheense gebied, die zich vestigden op de meest uitnodigende punten, daarna hun be-zetting en invloed geleidelijk landinwaarts uitspreidden over het gehele italische schiereiland vanaf de Po-vlakte totaan het zuiden van de Tyrrheense Zee. Hun enige serieuze rivalen waren de griekse kolonisten van zuid-Italia en Sicilia.ln alle andere randgebieden leefden de volken in primitieve dorpen. Het was het genie van de Etrusken dat deze eenvoudige, rudimentaire civilisatie veranderde in een stedelijke samenleving en de

ba-sis legde voor de samenbundelende heerschappij van Roma.

Hoe strijdig ook

rret

onze 'wetenscJnppelijke' geest de religieuze ideeën van de Etrusken m::;gen

verschij-l1en~ zij z.xzren de essentie 1XlYl het bestaan uxra:ranheen

het denken zich wentelde.

(20)

- - - -~---~-~--~--~~-~---~--~---

---2. REL I G I E

Q.

Inleiding

Religie en rituelen beheersten het leven van de Etrusken, en deed het onbeduidend voelen tegenover hun goden, veel meer dan de Hellenen en Romeinen deden in het aangezicht van hun goden.

Ofschoon onze kennis van de ~truskische godsdienst verre van

volledig is, kan er geen twijfel zijn dat de etruskische samen-leving diep was geworteld in de natuur, en dat de natuur de zichtbare manifestatie was van de godheid. Oppervlakkig gezien was er niet zoveel verschil met de griekse en romeinse houding. In werkelijkheid was het iets totaal anders.

Voor zowel Grieken als Romeinen bleef de mens de maat van alle dingen. Niet aldus voor de Etrusken: de opvatting van de nie-tigheid van de mens tegenover de goden werd geaccepteerd als de essentie van het bestaan.Dit verhinderde hen niet hun goden te zien in menselijke gedaante,en aldus een uitgelezen gezel-schap van godheden te verzamelen, gelijk aan die van de Grieken. Het religieuze ritueel waardoor de goddelijke wil werd beant-woord en geopenbaard aan de sterfelijke mens,hun daden en ge-dachten leidend, was de onvermijdelijke manifestatie waaromheen het leven zich afspeelde.

Een geopenbaarde,nationale,op ritueel en kodifikatie berusten-de godsdienst,dit alles zijn kenmerken die Etruria in berusten-de oud-heid een afzonderlijk plaats in de westelijke wereld doen inne-men. Bovendien was men het in de oudheid erover eens dat de Etrusken tot de meest godsdienstige volken ter wereld behoor-den.

tig.OB

achterzijde zgn. Tarchon handspiegel 3e eeuw ve.

onderzoek van dierenlever door 'haruspex'

fig.09

achterzijde zgn. Athrpa handspiegel ca.320 vC.

(21)

b. Tages, de grondlegger van de leer

In tegenstelling tot alle andere vóór-christelijke religies die waren ontstaan uit natuurlegenden,was de etruskische gods-dienst een openbaringsreligie.Volgens de overlevering vond een boer uit Tarquinia tijdens het ploegen het goddelijke kind

Tages

(de zoon van Genius en kleinzoon van de oppergod Tinia), een knaap met het uiterlijk van een oude man.Op het geschreew van de verschrikte ploegers snelden de lukumonen toe,waarop Tages de leer zou hebben gezongen, die z ij optekenden en als (8) kostbaar bezit nalieten aan hun nageslacht. Terstond na deze verkondiging zonk de wonderbare verschijning terug in de aarde. Het schijnt van belang dat er een nauw verband bestaat met Tar-quinia. De boer die het kind uit de grond had geploegd,zou vol-gens brokstukken van overleveringen Tarchon hebben geheten. Reeds in de oudheid gold deze niet alleen als stichter van de naar hem genoemde stad Tarquinia,maar van alle etruskische ste-den, waarbij het belang van de 'Disciplina' voor het Verbond van Twaalf konsekwent in het oog was gehouden.

De originele religieuze literatuur van de Etrusken is geheel verloren gegaan. Onze kennis van hun religie berust voorname-lijk op de ingegrifte tekeningen op de achterzijde van hand-spiegels die bijna altijd zijn voorzien van naamsaanduidingen. Daardoor zijn de meeste afgebeelde voorstellingen met religieu-ze inhoud begrijpelijk. De etruskische religie openbaart zich in de

Disciplina Etrusca,

dat zijn de wet ten en voorschriften die de betrekkingen regelen tussen goden en mensen.Ook het ori-gineel hiervan is verdwenen; toch zijn z6vele citaten eruit door antieke schrijvers en kommentatoren overgeleverd dat de zweedse geleerde Thulin de poging ondernam de Disciplina te rekonstrueren uit deze citaten.

c.

Disciplina Etrusca

In tegenstelling tot de offiêle godsdiensten van Hellas en Ro-ma die slechts bij uitzondering hun toevlucht tot geschreven teksten namen,en die eigenlijk nooit heilige boeken hebben be-zeten,was de etruskische godsdienst voor een groot deel vervat in verschillende reeksen boeken, waarvan sommige waren geopen-baard door Tages en Vegoë.

Het medium waardoor de goden spraken was de interpretatie van de ingewanden van dieren, het inslaan van de bliksem en de vlucht der vogels. De Etrusken geloofden dat, vooral omdat de mens zich van jaar tot jaar naar zijn uiteindelijke dood voort-bewoog, de volken van de wereld een begin en een einde hadden, en een voorbestemde opeenvolging van groei, bloei en verval. In de ogen der romeinse buren gold het als typisch etruskisch dat de mannen en vrouwen der leidinggevende families een reli-gieuze leer aanhingen, de Disciplina. Behalve het schrift, de taal en het op sacrale grondslag berustende verbond vormde de-ze leer een belangrijk element van dit volk en van zijn separa-tie van de buurlanden.

Alle levensomstandigheden waren in deze leer geregeld: er werd uitvoerig in uitgeweid over de kalender,de opvattingen over de tijd,de verdeling der akkers en de regels die in acht moes-ten worden genomen bij het bouwen van steden en heiligdommen. De Disciplina leerde eveneens enkele f ilosof isch-religieuze stellingen,waarvan er althans één aan ons is overgeleverd. Die was te vinden in de 'Li~ri fatales' (de boeken van het Lot), die de grenzen en de ioop van het menselijk leven vaststelde. Hieraan werd een duur van twaalf maal zeven jaren toegekend. Totaan de voltooiing van tien maal zeven jaren kon de mens het noodlot bezweren door de toepasselijke riten. Daarna was hij onvermijdelijk gedoemd zijn lot te ondergaan.

(22)

Deze leerstelling strekte zich ook uit tot het leven der volke-ren: het tuscische volk dat het maar tien eeuwen had te leven: dat het na een periode van verval zou moeten verdwijnen als die tijd was verlopen. Een dergelijke geschiedenisopvatting ,bleef stellig niet zonder invloed op de geesteshouding van de

Etrusken uit de laatste eeuwen.

De Disciplina onthult dus een fatalistische levenshouding die de mens ieder mogelijkheid van vrijheid ontzegt. In haar over-dreven formalisme heeft zij alles geordend en alles voorzien: zij heeft geen enkele vorm van menselijke aktiviteit in het vage gelaten.

Iedere handeling van de Etrusk werd dus bepaald door magisch-religieuze geboden, waaraan hij zich niet kon onttrekken zonder zich de straf der goden op de hals te halen, zonder zijn onder-neming tot mislukking gedoemd te zien. Maar de Disciplina zelf is niets anders dan een handleiding voor het gedrag, speciaal voor de priesters, een verzameling voorschriften gebaseerd op een godenleer.

Volgens Cicero omvatte de Disciplina drie delen die weer in hoofdstukken waren onderverdeeld:

l.-Libri haruepiaini:

de leer van de raadpleging van ingewan-den van offerdieren: schaap,kalf,hen en geit.

2.-Libri futguratie:

de leer van de bliksem: a. indeling van de hemel in 16 regio's: b. de negen goden en hun bliksemsoorten: c. onderzoek en verklaring van de bliksem: d. afwenden en omlaaghalen van de bliksem.

3.-Libri rituatis:

a. Stichting van een stad en verdeling van akkerland (landmetersvoorschriften):

b.

Libri fatatis:

zij bevatten het noodlot van zowel de indi-vidu als ook van de staat 1 zij heten ook wel 'Libri ache-runtici', omdat zij het noodlot van individuen in leven en na de dood bepalen:

c. Leer van de

Saeauta:

perioden in het leven van mensen en van een volk:

d.

Ostentaria:

alle godentekens (behalve bliksem en leveron-derzoek) zoals misgeboorten, aardbevingen, bloedzweten, steenregens, etc.

Het doel van de Disciplina was om mbv.vogelobservatie ('auguri-um'),leveronderzoek ('haruspicia') en bliksemstudie de wil der goden te ontdekken, om die met pijnlijke nauwkeurigheid in al-le onderdeal-len te vervulal-len. In veal-le van deze voortekens zag men aanwijzingen voor de toekomst, vooral in donderslagen, die door de 'fulguriatores' werden uitgelegd. Van fundamentele be- (9) tekenis waren bij het uitvoeren van een vogel-of leverstudie de ori~ntering en indeling van de ruimte, omdat naar de etruski-sche opvatting hemel en aarde in een zeker systeem met elkaar overeenkomen. Een duidelijke afbeelding geeft de bronzen lever van Piacenza, het natuurgetrouwe model van een schaapslever, zoals de 'haruspices' hem bij een leveronderzoek gebruikten, met de aanduiding van de plaats der goden, die weer overeenkwam met de 'huizen' van de goden in de regio's van de hemel.

De landmetersboeken - 'De Agrimensoribus' - zijn betrekkelijk goed bewaard gebleven omdat zij door de Romeinen verregaand zijn overgenomen,en bij landmetingen en stadsstichtingen 'ritu etrusco' werden gebruikt.

(23)

etruskische

soldaat

d. Saecula

Evenals de mens naarmate Zl]n leeftijd vordert naar de dood, hebben volgens de etruskische opvatting ook de afzonderlijke volkeren een begin en een einde. Acht,volgens andere overleve-ring tien, 'eeuwen'

(Saecula)

zouden er zijn toegemeten aan het

Nomen Etruscum,de

etruskische naam.En het maakt dan ook inder-daad een wonderlijke indruk op ons dat het etruskische volk als kultureel en historisch verschijnsel werkelijk onzichtbaar begint te worden en samensmeI t met het romeinse Imperium, in de jaren waarin volgens deze leer de tijd van zijn bestaan was vervuld.

Het was meer het einde dan het begin dat de etruskische geest bezighield:niet het begin van een nieuw tijdperk, maar het ein-de van een 'saeculum' of van een jaar werd gevierd. Een 'saecu-lum' was geen vastgesteld aantal jaren:het duurde van het eind van het vorige 'saeculum' totaan het moment waarop de laatste mens overleed die aan het begin ervan had geleefd.

Tijd betekende voor de Etrusken iets totaal verschillend dan

ons huidige begrip!

Tijd was variabel en niet afhankelijk van zijn praktische bruikbaarheid1 realistische gebeurtenissen van het dagelijks waren minder belangrijk dan de goddelijke mani-festaties eigen aan opvallende verschijnselen.En vooral omdat tijd de uitdrukking was van de goddelijke wil,werden ruimte en zijn ori~ntatie en verdeling gevormd en bepaald door de al-omtegenwoordigheid en de oneindige wijsheid van de goden. Het leven van de individuele mens is in stukken ingedeeld van verschillende lengten, waarvan de duur door de goden vooruit is bepaald en vastgelegd. Eveneens is volgens de etruskische opvatting aan volkeren en staten een bepaalde leeftijd toegeme-ten die ook in bepaalde stukken is verdeeld, het 'saecula'. Het etruskische begrip komt niet overeen met het romeinse1 het romeinse 'saeculum' omvatte 100 jaren, het etruskische had verschillende lengten: de eerste vier ieder 100 jaren,het vijf-de 123,het zesvijf-de en zevenvijf-de ievijf-der 119 jaren. Het einvijf-de van het achtste 'saeculum' werd door het daarop betrekking hebbende bericht van Plutarchus zonder twijfel op het jaar 88 vC. vast-gesteld. Het negende saeculum zou slechts 44 jaren hebben ge-duurd - tot de moord op Caesar. Volgens deze indeling komt men tot het jaar 967 vC. als begin van de etruskische tijdrekening. Het is in ieder geval zeer interessant dat men op grond van de leer der saecula bij benadering tot hetzelfde resultaat komt als het archeologische onderzoek, dat nml. het eerste op-treden van de Tyrrheners aan de italiaanse westkust kort vóór 1000 vC.geschiedde - dat voorval was beslissend voor de bescha-ving van het etruskische volk en daarmee voor het begin van de etruskische tijdrekening.Opvallend is ook dat het einde van het achtste saeculum samenviel met de toekenning van het ro-meinse burgerrecht en daarmee met het einde van de politieke zelfstandigheid van de Etrusken. Tijdens het tiende saeculum dat ze zichzelf nog hadden toegedacht,vond de samensmelting plaats van de Etrusken met de Italikers,en hun opgaan in het romeinendom. Deze strenge toewijzing van een bepaalde levens-duur voor een geheel volk kan ook de reden zijn geweest dat de Etrusken zich met een tragisch fatalisme schikten in hun noodlot, zonder nog wezenlijke afweermiddelen te nemen.

(24)

e. VerdeZing in vier

In de 'Disciplina Etrusca'heersen omtrent de indeling van tijd en ruimte gelijke begrippen, zoals dit in het algemeen valt waar te nemen " bij volker"en die zich ori~nteren in het leven door hun maatstaven en voorstellingen uit cultisch-sacrale be-levingen te putten en niet uit profane ervaring. Volgens de oorspronkelijke kern der leer verliep de tijd in vier steeds slechter wordende tijdperken,en analoog daaraan gold van hemel en aarde dat zij waren gevierendeeld door een groot onzicht-baar kruis.

Tinia troont in het hoge noorden. Zijn naar het zuiden gerich-te blik verdeelt de wereld in een oosgerich-telijke en een wesgerich-telijke helft. De linkse,van hem uit gezien,waarin de sterrebeelden

opr~J zen, geldt als de gelukaanbrengende; de rechtse als de

onheilspellende,waarbij het precies omgekeerd is voor de sme-keling die zich naar Tinia toewendt.

Hemel en aarde werden gedacht te zijn verdeeld in vier delen dmv. twee loodrechte assen.De aldus onderverdeelde ruimte werd

beschouwd als heilig, en werd in het latijn 'Templum' genoemd,

lig.

10 of het nu de hemel was of een ingewijde plaats op aarde, zoals

een altaar of een stad; of zelfs een veel kleiner voorwerp, bv. de lever van een dier,bij de religie gebruikt op voorwaar-de dat voorwaar-de ori~ntatie en de verdeling van de plek korrespondeer-de met die van het godkorrespondeer-delijke mokorrespondeer-del.

De voornaamste twee kruisende lijnen waren gericht naar de

be-langrijkste vier windrichtingen. De n-z lijn werd genoemd 'car- fig.ll

do' en de o-w lijn 'decumanus'. De ruimte ten noorden van de decumanus was de 'pars postica', en die zuid ervan de 'pars antica' --hetgeen betekent: achter-en voorzijde.Het deel links van de cardo, de oostelijke sektor, werd genoemd 'pars sinis-stra' of 'familiaris',en was een goed voorteken; het rechter deel,de westelijke sektor,was de 'pars dextra' of 'hostilis', en simboliseert ongeluk. Bij de verdere onderverdeling werd het heelal in 16 kleinere stukken verdeeld, ieder bewoond door een andere godheid. Deze rangschikking leidde de priesters bij hun interpretatie van goddelijke boodschappen.

tig.l0

noord

Plnz

de hemel als 'templum' met de 16 regio's

fig.ll

r

VI

o

::r:

PA RS

PARS

POSTI CA

ANTICA

(25)

-3. S T EDE N

a. De geheiligde stad

De stichting lXln een etY'USkische stad UXlS een

religi-euze gebeurtenis

lXln de

grwtste betekenis.

Een zodanige stad was als geheel een sacraal,ver boven de pro-fane doeleinden verheven bouwsel, een kosmische formatie waarin zich zichtbaar en overzichtelijk de orde van het Al manifes-teerde.Omringd door de doden en zelf geschaard rondom de poort naar de onderwereld,door de plaatsing van straten en poorten ingevoegd in de door Tinia zelf, alsook door de woningen der bliksem en tijd beheersende goden bepaalde hemelstreken, leid-den de bewoners reeds in deze wereld een leven dat was omvan-gen door hun voorstellinomvan-gen van het hiernamaals.

b. Rituele stichting

Zien we de verdeling der ruimte als voorwaarde voor de waarne-ming van de wenken der goden die het tijdsverloop in vakken verdelen,en tegelijk als basis van het etruskische tijdgevoel, dan bepaalt zij bovendien ook begrenzend en in sacraal verband het gevoel van de enkeling en van de bevolking in haar geheel aangaande de plaats van inwoning. De volgens zulke principes ritueel juist aangelegde stad is niet in de eerste plaats de behuiz,ing van mensen die een woongemeenschap vormen op ekonomi-sche gronden,maar een geheiligd middelpunt van een door goden gewrochte en in stand gehouden wereld.

Om een stad te kunnen ontwerpen moest men volgens de romeinse opvatting de door de Etrusken ontwikkelde regels kennen en daarnaar handelen. De legendarische kern van de wereldstad aan de Tiber, de 'Urbs quadrata' op de palatijnse heuvel, werd ge-acht te zijn gebouwd volgens tuskische voorschriften~ en het romeinse legerkamp toonde in de ligging der poorten en de el-kaar rechthoekig kruisende straten de toepassing van verwante, resp.dezelfde idee~n. Romulus laat,volgens Plutarchus,bij de stichting van zijn stad mannen uit Etruria komen die hem moes-ten onderrichmoes-ten als bij mysteries, en alles moesmoes-ten regelen volgens zekere heilige gebruiken en voorschriften.

De belangrijkste principes bij de verdeling van het heelal wer-den ook toegepast bij de indeling van de gewijde omheiningen, steden en akkers.Een stad die volgens deze gewijde wetten werd ontworpen en opgezet was geen gewone plek waar men zijn huizen bouwde,werkte en samenkwam;het was een gewijde ruimte in een kosmos, geschapen' en . onderhou-den door de goden. In Etrur ia en later in het romeinse keizerrijk werd geen enkele stad gebouwd zonder de opgedragen beschouwingen van deze gewijde principes. Etruskische en romeinse steden werden ontworpen als één geheel, vanaf het eerste begin,als begrensde eenheden,georganiseerd in duidelijk onbegrensde wijken dmv. kruisende straten: cardo en decumanus. Zij waren begrensd en verdeeld in navolging van het heelal; zij konden niet uitgroeien bui ten hun omringende muren,die voor eens en altijd werden vastgesteld - evenals de poorten en als gevolg daarvan de hoofdstraten in de stichtings-ceremonie werden gemarkeerd.

(26)

Talrijke hoewel verspreide verw~Jz~ngen naar de oorspronkelij-ke ceremonie zijn bewaard. Zij beschrijven hoe de stichter en zijn opvolgers zich zouden kleden en hoe zij hun kleding zou-den dragen;hoe de ploeg de greppel groef die de loop van de muur markeerde, zou worden geleid rondom het stadsoppervlak,te-gen de klok in;hoe de opgegraven kluiten binnenwaarts zouden worden geworpen;hoe de ploeg zou worden getrokken door een wit-te koe aan de stadszijde en een witwit-te stier aan de landzijde. Het centrale punt waar de cardo en decumanus elkaar kruisten werd genoemd:'mundus'. Dat was de schacht die naar de onderwe-reld leidde, afgedekt door een grote steen,de 'lapis manalis', de steen van de dode zielen, die drie keer per jaar werd verwij-derd op de dagen die waren opgedragen aan de goden van de on-derwereld.

Op deze dagen zouden de geesten van de doden,de 'manes',naar

.de oppervlakte opstijgen door deze 'poort van de bedroefde en onderwereld goden'. Zo'n stad met z'n regelmatige offers aan de doden en de godheden van de vruchtbaarheid, overgedragen bij de mundus; met zijn gewijde muren,van de rest van de wereld gescheiden door de barrière van de watervesten;daarbuiten door de uitgestrekte begraafplaatsen met hun talrijke 'tumuli' zo'n stad laat zijn inwoners nooit vergeten dat hun aardse le-ven diep geworteld lag in de kosmische orde, en een voorberei-ding was voor het hiernamaals.

c. De steden

Onze kennis van de indeling van etruskische steden is zonder uitzondering te verwaarlozen.De dodensteden ('nekropoleis') hebben meer geheimen geopenbaard dan de steden van de levenden die nog wachten op de spade van toegewijde opgravers. De keuze van de situaties laat zekere algemene konklusies toe wat be-treft hun afmeting en fortifikaties,die tezamen met de tumuli van de nekropoleis etruskische wetenschappers in staat hebben gesteld het benaderde aantal inwoners te bepalen, ofschoon moet worden toegevoegd dat al deze berekeningen zeer vaag zijn. Wat betreft de oorsprong van de grote etruskische steden kan worden aangenomen dat zij werden gevormd door de vereniging van pré-historische dorpen, gebouwd op hoge en natuurlijk be-schermde plaatsen.En wat betreft de feitelijke indeling van de vroege steden bestaat er geen enkel bewijs dat zij waren gebouwd volgens een methodisch plan.Zij waren meer het produkt van spontane groei dan van geordende planning.Deze veronder-stelling is vermoedelijk niet ver verwijderd van het model, want de uiterlijke vorm van de steden en hun interne indeling waren veelal afhankelijk van de terreingesteldheid.

Een beschrijving van het karakter van de etruskische steden is moeilijk,doordat ons zo bitter weinig materiaal ter beschik-king staat.In sommige gevallen immers (Orvieto,Chiusi,Cortona, Arezzo) is een romeinse ,daarna een middeleeuwse en vervolgens een moderne stad opgetrokken op de plaats van de oude etruski-sche stad,waardoor het ons vrijwel voor goed onmogelijk is er '

ook maar de geringste nasporingen uit te voeren. In andere ge-vallen (Tarquinia,Cosa,Populonia,enz.) is de plaats in het be-gin van de middeleeuwen verlaten,en aan wind, regen en aardver-schuivingen ten prooi gevallen. Als er nog iets is overgebleven, zijn het meestal romeinse ruines,omdat zij in de plaats zijn gekomen voor de etruskische gebouwen, die meestal uit hout en baksteen bestonden.

(27)

4. MAR Z A BOT T 0

De etruskische invloed in noord-Italia was van korte duur.Na ongeveer één eeuw --rond 400 vC.-- dwong de gallische invasie de Etrusken terug naar hun thuisland. Verreweg de meest inte-ressante opgraving is gedaan nabij het dorp Marzabotto,ten zui-den van Bologna.Het is één van de vroegste stezui-den met een dam-bordpatroon ('grid' ).Gesticht ca.SOO vC.werd de stad ongeveer een eeuw later door de Galli~rs verwoest,en nooit meer opnieuw bewoond. De acropolis was gesitueerd op een heuvel, bekroond door een tempel en andere gewijde gebouwen.De stad zelf lag op vlak terrein, ingedeeld volgens een grid van brede hoofdstra-ten loodrecht op elkaar,met zijstrahoofdstra-ten die het stedelijke ge-bied in ongelijke 'insulae' (bouwblokken) verdeelden.De opgra-vingen hebben een verdedigingsmuur ontdekt en een straat die intern evenwijdig eraan verliep.Deze straat was ca.18 m.breed, en vermoedelijk gelijk aan de binnenste 'pomerium' ,de ruimte die oorspronkelijk aan be~de zijden van de stadsmuur werd vrij-gehouden,en door de Romeinen als heilig werd beschouwd.

De straten waren geori~nteerd naar de vier windstreken en voor-zien van een vrij uitgebreid riolerings~ysteem. De insulae wa-ren wawa-ren ca. ISO m.lang en varie~rden in breedte van ca.37-SS m. De hoofdstraten,cardo en decumanus,waren ieder 13 m.breed, waarvan 4,5 m.was gereserveerd voor verkeer,en 4,5 m.aan beide zijden voor voetgangers.Op bepaalde afstanden waren grote ste-nen geplaatst die boven het straatnivo uitstaken, zodat voet-. gangers bij regenweer droge voeten hielden.

Marzabotto was een perf~kt voorbeeld van de etruskische theo-rie over stadsplanning in ·de Se eeuw,en als zodanig de oudst bekende stad op italiaanse bodem, ontworpen op een regelmatig patroon in overeenstemming met de strikte toepassing van de etruskische rituelen.

MARZABOTTO de etruskische naam was vermoedelijk: MISA

(28)

v.

ROM E INS E

R IJ K

1. Inleiding

Het voorbeeld van Misa/Marzabotto bij Bologna doet de vraag rijzen of de geleidelijk ontstane romeinse praktijk van de re-gelmatige opzet van steden meer heeft ontleend aan de etruski-sche dan aan de griekse prototypen.In het licht van onze hui-dige kennis kan geen definitief antwoord worden gegeven. Ech-ter, zekere feiten suggereren dat het meer de etruskische dan de griekse traditie was die een duurzame invloed uitoefende op de romeinse stedebouw.De plattegrond van Marzabotto is fle-xibeler dan het typische griekse grid met zijn gelijkvormige insulae.Bovenal was Marzabotto zeer waarschijnlijk ontworpen en gebouwd vanaf het eerste begin als één geheel,een procedu-re· die tegengesteld ·was a.an de gebruikelijke uitvoering van griekse .sted~n.Bovendien was in Hellas de relatie tussen het stratenplan,de huizen en de stadsmuren vaak zeer toevallig. Zie in dit verband bv. Dura-Europos (in Mesopotamia),waar ondanks het militaire karakter ervan,de woonwijken en de fortifikaties meer of minder twee onafhankelijke eenheden zijn.In Marzabotto, zoals in latere romeinse stichtingen, waren het bewoonde gebied en de stadsmuren onderling afhankelijk.

In tegenstelling tot de griekse steden die minder noodzaak er-voor hadden, waren de italiaanse steden er-voorzien van een straat direkt binnen langs de stadsmuren - duidelijk bewijs van de or-ganische relatie tussen de interne indeling en de fortifika-ties. Bovendien was Marzabotto een militaire stichting in een terri torium dat zojuist door de Etrusken was veroverd. Zoals al dergelijke kolonies was het ontworpen op een grid dat pri-oriteit gaf aan defensieve overwegingen.In dit licht was het (10)

ook een ware voorloper van de talrijke latere romeinse neder-zettingen.Anderzijds kan de mogelijkheid niet worden uitgeslo-ten dat de etruskische stedebouw zich ontwikkelde geheel onaf-hankelijk van de griekse praktijk.Etrusken en Grieken hadden kontakt en gelegd in Campania en andere regio's,en het zou wel gek zijn als er geen kruisbestuiving van ideeën had plaatsge-vonden.De romeinse stedebouw moest een konkrete oplossing vin-den voor de problemen toen de vroege militaire kolonies wervin-den gesticht in de 5e-4e eeuw ve. In deze tijd waren de romeinse kontakt en sterker met Etruria dan met zuidelijk Italia. Meer vertrouwelijke en blijvende relaties tussen Magna Graecia en Roma ontwikkelden zich pas laat in de 4e eeuw. Neemt men deze algemeen aanvaarde vrij vage overwegingen in beschouwing dan zou het toeschijnen dat Etruria meer dan Hellas de principes verschafte waarop de vroege romeinse kolonies werden gesticht.

28

etruskische wandschildering

(29)

fig. 13

2. GES C H I EDE NIS

a. Groei: de Koningstijd

Alba Longa was vermoedelijk de oudste van de latijnse steden, en was gelegen op ca. 20 km. z-o van Roma tussen Lago Albano en Monte Albanus - of waarschijnlijker op de plaats van het huidige Castel Gandolfo.

Ascanius,de zoon van Aeneas,wordt geacht de stichter van de stad te zijn geweest. De stad was het hoofd van de latijnse bond, maar werd spoedig verwoest door de dochterstad Roma.Romu-lus en Remus waren de nazaten van Ascanius.Het is waarschijn-lijk dat de nabije dorpen zich verenigden voor de verdediging, handel en religie bij het altaar van de algemene godheid,Jupi-ter van Latium.Lagodheid,Jupi-ter daalden de stammen af van de heuvels naar de vlakte en vestigden zich op de plaats van Roma waar kompak-te dorpen van de Sabini de hogere gronden bezetkompak-ten,de heuvels van de Palatinus,Capitolinus,Esquilinus en Quirinalis.Zij wa-ren herdersvolken en hun religie was aangepast aan de belangen van de herders. Zij offerden geen wijn maar melk aan hun goden, en hun rijkdom bestond uit hun vee.De voorsprong van Roma da-teert vanaf de éénwording van deze stammen en hun nederzettin-gen.Dit verklaart zijn grote attraktie: het was de meest cen-trale situatie van het schiereiland en was bovendien waardevol voor de handel en het bestuur van een groot Imperium.De histo-rische datum van Roma's stichting was 753 vC.~die van de ver-drijving van de Etrusken 509 vC. Tussen deze jaren werd Roma geregeerd door koningen van wie de eerste vier Latijnen en de laatste drie Etrusken waren. Onder de etruskische heersers werd een stenen muur gebouwd die al de tien bestaande heuveldorpen

omsloot~het Forum werd gedraineerd en het gebied gebruikt als marktterrein.

~iItb

4Ii> BALEARES CORSICA

SARDINIA~C"

ARE

~

TYR~ENUM

INTERNUM

~3

H = Hellenen (Grieken) Roma C

= Carthagers (Fenicilrs)

EEtrusken I

= Italikers

:5 Syracusae 4 Carthago

Cytaty

Powiązane dokumenty

N ie ulega w ątpliw ości, że jedną z głów nych zasad naszego ustroju jest prawo do pracy. jakim stopniu om awiana zasada ustrojow a znajduje urze­ czyw istnienie w

Nevertheless, this comparison still shows the suitability of using the pressure-impulse theory for predicting the loads to be expected in standing wave impacts on vertical

wobec programu działań społeczności w dziedzinie zdrowia publicznego, które stwierdza, że programy zdrowia pu- blicznego muszą zmierzać do osiągnię­ cia wysokiego

Hence, the upscaled co-simulation presents satisfactory results (both qualitatively and quantitively) and the tools and interfaces developed in this work can be used as

Przeprowadzone badanie miało na celu określenie dla polskiej populacji pacjentów rzetelności dotąd w Polsce nie wykorzystywa- nej skali melancholii Becha i Rafaelsena

p eUJI. generated is developed and the value of p jp is monitored. Only those solutions for which p jp ~l far downstream of theWcofner are acceptable. As in

The emergence of the maltotriose transporter SeMalT413 by recombination between different MALT genes during laboratory evolution demonstrates that MALT gene neofunctionalization..

Według niego każdy, w za- leżności od predyspozycji i możliwości prawnych, powinien podej- mować pewne długotrwałe działania, przyczyniając się przez to do