• Nie Znaleziono Wyników

Het openbare stedelijke plein

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Het openbare stedelijke plein"

Copied!
114
0
0

Pełen tekst

(1)

ROBBERT JONGEPIER

HET

OPENBARE

STEDELIJKE

PLEIN

(2)
(3)

-HET

OPENBARE

STEDELIJKE

PLEIN

Bibliotheek TU Delft

I~III ~~

11111111

~IIIIIIIII

mi

C 0003828267

0781

771

9

, i ti i i f

(4)

~---~~---~~---~--~~--~~~

TOOI - Toscana/Italia: dubbel plein van deze magnifieke heuvelstad. (draai de prent 360°)

(5)

ROBBERT JONGEPIER

HET

I

OPENBARE

.

STEDELIJKE

I

PLEIN

Ö

DELFTSE UNIVERSITAIRE PERS 11988

(6)

________ ~ ____________________________________ ~·u' _____

===

__

·~··~, ~,.~

______

~

__

~~~UM _ _ _ _ _ _ ~~mu~_~~

Uitgegeven en gedistribueerd door: Delftse Universitaire Pers

Stevinweg I, 2628 CN Delft telefoon: (015) 783254

Opdracht en produktie:

Publicatieburo Faculteit der Bouwkunde, Technische Universiteit Delft

Ber1ageweg I, 2628 CR Delft Telefoon: (015) 784737

Tekstverwerking en vormgeving: Robbert Jongepier

CIP-GEGEVENS KONINKLIJKE BIBLIOTHEEK, DEN HAAG Jongepier, Robbert

Het openbare, stedelijke plein / Robbert Jongepier.-Delft: Delftse Universitaire Pers. - lIl., plgr.

Uitg. in opdracht van de Technische Universiteit Delft, Faculteit der Bouwkunde. - Met lit.opg.,reg.

ISBN 90-6275-458-9

SISO 719.1 UDC 711.61(091) NUGI 655

Trefw.: pleinen; geschiedenis / stedebouw Copyright @ 1988 by Robbert Jongepier

geschiedenis.

All rights reserved. No part of th is book may be reproduced in any form by print~photoprint~micro­ film or any other means without written permissi-on from the publisher: Delft University Press~ Delft~The Netherlands.

(7)

!Ww • •

''!'he fact is that arehiteetur>e -is a nvre difficuU

anti inteZledual art {han music.MusU: -that's just a faculty you' re OOm 1.Jith, as you rrright he oom

wUh a snub nose. But -the sense of plastic beauty-though that's,of course,also a faculty- is sane -thing that

ms

to he deveZopal anti inteUeetialZy Y'ipened. It ' s an affaiT' of the mind; expeY'ienee and thollght have to dn::M it out'.

Zucker begint zijn boek met dit citaat uit een ranan van Aldous Huxley: 'Antic Hay' •

Inderdaûd is het gevoel voor ffi3.ssa en ruimte - hoewel het in aanleg aanwezig kan zijn - een eigenschap die door rij-ping moet worden ontwikkeld.

Het boek dat u nu in handen heeft, is geschreven uit ontevredenheid met de wijze waarop onze beschaving omgaat met het begrip 'plein' als openbare,stede-lijke ruirnte,zowel de toerist als leek, de kunsthistorikus als wetenschapper, en de stedebouwer-architekt als vorm-gever. Die ontevredenheid resul teerde in een hoogs tpersoonli j k geschrift, da t wellicht enkele lezers zal tegenstaan, ffi3.ar hopenlijk de rreesten zal verheugen en tot nadenken brengen.

Na een algemene inleiding volgt een hoofdstuk over de typologie en rrorfolo-gie die enkele schrijvers hanteren bij het determineren van steden en pleinen, vooral ook over 'vorm' en ' gebruik' • Deze twee begrippen kunnen vaak niet los van elkaar worden gezien; bij het schrijven over pleinen moet men soms de steden erbij betrekken.Een stedelij-ke struktuur is in feite een samenstel van ffi3.ssa's en ruimten,waarbij de (dyna-mische) straten en de (statische) plei-nen alle openbare ruimten vertegenwoor-digen.

Daarna komt een verhandeling over het 'twee-dimensionale denken' ,dat het pro-bleem aanroert van het gebrek aan ruim-telijk inzicht bij leken en wetenschap-pers, ffi3.ar helaas ook bijruimteli j ke vormgevers die door Bacon worden verwe-ten 'space blind' te zijn: zich rreer bezighouden met ffi3.ssa dan met ruimte. In het stedebouwkundige onde:rwijs mani-festeert zich dit eveneens op pijnlijke wijze.Kollegediktaten worden

geillus-treerd rret louter plattegronden,en dan liefst nog stadsplannen rret fraaie geo-metrische patronen.

5

VOORWOORD

Na deze theorie volgen vele hoofdstukken over pleinen in de his torie, vanaf de helleense 'agorà' tot en met onze 20e eeuw, met als 'hoogtepunt' het Prins Clausplein nabij Voorburg: een rronofunk-tionele fly-over t.b.v.het snelverkeer. Een overzicht dus van groei ,bloei ,verval en wederopbloei van de aandacht voor de openbare,stedelijke ruimte.

Na een slotwoord volgt de dokurrentatie: hierin is geprobeerd met typische voor-beelden van openbare pleinen de teks t aan te vullen. Onwille van de beperking in omvang van het boek is een strenge selektie noodzakelijk geworden.De lezer zal vele bekende pleinen missen,waarbij hij wel moet bedenken dat dit boek niet weer het zoveelste overzicht wil zijn van de s tedeli j ke his torie. Daarvoor is t.b.v.de nieuwsgierige lezer een bibli-ografie opgenomen,volgend op de dokurren-tatie.

De dokurrentatie begint op pg.34 met twee steden - Freiberg en Gotha,in de DDR -als voorbeelden uit een goed gedokurren-teerd boek van Rauda: de samerulang tus-sen de georrorfologie en de stedelijke bebouwing,en de samenhang tussen platte-grond en profielen van marktpleinen. Na de Hellenen en Romeinen volgen de Middeleeuwen met de gestichte 'bastiden'

in ZW. Frankri j k (pg. 44) en de gegroeide steden in Italië (pg .52 ). De overgang naar de Renaissance voltrok zich in Fi-renze ( Florence), Vigevano (pg. 63-64 ) en de 'Città Ideali'.

Vervolgens komen de renaissancistische, barokke en klassicistische pleinen aan bod in Italië (pg.71) en Frankrijk (pg. 78), kulminerend in de ideale stad van Ledoux: ChélUX ( pg . 86 ), waarin volgens Zucker de breuk plaatsvond in de samen-hang tussen ffi3.ssa en ruimte. Na de behan-deling van Washington D.C.en de 'Ring-strasse' in Wenen volgt het voorbeeld van de overgang naar de Nieuwe Tijd: de plannen voor Amsterdam-Zuid.Tot slot worden nog enkele recente voorbeelden getoond van de herleving van de interes-se voor de s tedeli j ke struktuur, zoals o.a. door de Rationalisten en Postrroder-nis ten wordt gepropageerd.

Het boek eindigt met de noten en een register dat ook is opgezet als beknop-te verklarende woordenlijst.

(8)

---~----~.~~----~~----~-~~---~-'---~.~~~---~

INLEIDING

'A square -is more than a hole in a city'

Deze uitspraak van de amerikaanse

archi-tekt KIDDER SMITH(l)zou de essentie

kun-nen zijn van een studie over pleikun-nen. Hij bedoelde hierrree wellicht het

speci-fieke openbare stedelijke-plein dat dag

en nacht voor iedere burger toegankelijk is; die open rulinte,meestal bestraat van gevel tot gevel,die voor meer dan één funkt ie is bes terrd: rrarkt, kennis, oproer,

politieke demonstratie, festiviteiten,

straattoneel,etc.

Er zijn uiteraard nog meer vormen van o-pen ruimten, zoals de brink in een neder-lands dorp, de 'squares' in Londen, de 'places' in Parijs,de groene parken in vele steden en de verkeersknopen van de 1ge eeuw.

De open rulinten die semi-openbaar of ge-heel privé zijn vallen buiten het bestek van dit boek: voorhoven of binnenplaat-sen van paleiskomplexen of religieuze

en overheidsgebouwen.

Het begrip plein is in de loop der his-torie gebruikt en misbruikt voor vele soorten van lege ruimte. Als twee uiter-s ten van dit begrip kunnen we noemen: de GROOTE MARKT in Goes,als fraai

voor-beeld van een besloten plein;en het

re-cente snufje op dit gebied: het PRINS CLAUSPLEIN bij Voorburg,een grootschali-ge fly-over die is grootschali-gebouwd voor louter snelverkeer,een technokratisch stuk mo-nofunktionele infrastruktuur.

Het nederlandse woord plein is

etymolo-gisch afgeleid van het franse plain:

ef-fen,vlak,plat. Vermoedelijk is het ook historisch vrij recent,uit de tijd dat he t in Neder land ' bon ton' was franse woorden te gebruiken. In de oude binnen-steden komt het woord ook niet voor;daar werden open publieke ruimten aangeduid met markt,plaats,hof,veld,e.d.Of gewoon een naam, zonder achtervoegsel.

Interessant in dit opzicht is het PLEIN in Den Haag dat vroeger een moestuin van het grafelijk kasteel was.(2)

In Engeland verstaat men onder square een vierkante of rechthoekige open ruim-te;een rond plein heet doorgaans circus .•

De kleine intieme pleintjes in de City

of London worden aangeduid met court •

In de dorpen kent men de green,als

groe-ne centrale ruimte te vergelijken met ons woord brink.

Grofweg kunnen we de opkomst en bloei, het verval en de wedergeboorte van het openbare plein als volgt indelen:

l.-De vóór-helleense absolutistische

be-schavingen in Mesopotamië,Egypte,Indu~­

vallei en China kenden het openbare ste-delijke plein niet;alle open ruimten wa-ren binnenhoven van grote luxueuze woon-huizen, van monarchale paleizen en reli-gieuze komplexen - KONING,KERK en KAPI.-TAAL! De rrarktpleinen voor het gewone volk bevonden zich buiten de stadsmuren

- extra muros·.

2.-Pas met de demokratieën -poleis- van

de helleense stad-staten had de heersen-de klasse van vrije burgers behoefte aan een ontmoetingsplaats voor politiek en

kO!lTrerc'ie:in Hellas ontstond de agorà,

de eerste werkelijk openbare stedelijke ruimte in de historie.De romeinse staat

nam dit trotief over met de vonning van

het forum,dat in alle gestichte steden van het IMPERIUM ROMANUM over heel West-Europa werd toegepast.Van agorà en forum zijn nog slechts de ruines overgebleven: ze zijn geen levend organisme meer in onze tijd.

3.-Dat is nog zeer zeker het geval met de pleinen die ontstonden in de steden na het verval van het romeinse rijk. Somnige van deze steden kwamen voort uit vervallen romeinse steden, vele uit

nieu-we nederzettingen,andere werden bewust

gesticht en ontworpen.Hoewel de pleinen in al deze steden een andere ontstaans-vorm hadden,dienden zij hetzelfde doel: ontmoetingsplaats voor de vrije burgers -'stadslucht maakt vrij '-en marktplaats voor de opkomende handel in West-Europa. In de zich ontwikkelende demokratische

stad-staten in Italië en de marktsteden benoorden de Alpen vormden zich rulinten die veelal uitgroeiden tot fraaie

open-bare stedelijke marktpleinen. Die tot in

onze tijd vaak nog bijna ongeschonden open ruimten zijn in levendige steden die massa's toeristen trekken.

Gedurende de Middeleeuwen ontwikkelden zich niet uitsluitend onregelmatig

(9)

ge-I

I

I

!

groeide steden, zoals de romantiek van de 1ge eeuw het voorstelde,ooar er wer-den ook vele stewer-den bewust gesticht en gebouwd op ooagdelijke grond:de bastiden in Z-W.Frankrijk;de koloniale steden in Oost-Duitsland en Polen;de terre murate (ommuurde stadjes) van de Republiek Fio-renza;de vele vestingstadjes in Nrd.en Midden-Italië. MORINI noemt deze laatste:

nucZei urbani a schema preordinato. (1)

4. - In de eerste helft van de 15e eeuw (het QUATTROCENTO) ontstond in de welva-rende koopmanssteden van Italië een an-dere mentaliteit: de herontdekking van de antieke helleens-romeinse beschaving. Deze renaissance mens begon ideale ste-den te ontwerpen, en pleinen te creëren als 3-dirrensionale ruimten. Het waren ruimten in rust,in evenwicht. Deze stro-ming begon in Firenze en eindigde in Ro-me. Pas de barok -men zegt voortgekomen uit een reaktie op het protestantisme-zag de ruimte als een beweeglijk spel van licht en schaduw. Rome werd het cen-trum van deze stroming.

In deze beide perioden verschenen vele traktaten van italiaanse,duitse en fran-se theoretici: vestingsteden als geome-trische 2-dirrensionale vormspelletjes werden rrode.

Naast enkele realisaties van deze ont-werpers zien we ook vele tot vestingen omgebouwde bestaande steden,dQOr MORINI genoerrd:espressioni urbanistickf! rinas-cimentaZi.(2)En de opkomst van de klas-sieke utopisten die geen militaire oog-merken hadden ffi:3.ar louter idealistische motieven. Maar ook hun ontwerpen waren. 2-dimensionale vormspelletjes.

5.-Met het franse klassicisme in Europa begon het verval van het 3-dimensionale denken. Het absolutisme legde de nadruk op de axiale straat als ruimtelijk ccept;het plein werd aan dit streven on-dergeschikt gerraakt, en mees tal gedegra-deerd tot verkeersknoop. We zien de op-komst van de Cult of the Street: Hauss-manns parijse boulevards zijn een dubi-eus voorbeeld:de rechte straat in dienst van het absolutisme.

Een parallelle stroming was die van de socialistische utopisten.In Nrd-Amerika ontstonden de eerste gestichte koloniale steden,ontworpen op het dambordpatroon. Volgens Zucker was LEDOUX degene die de breuk heeft veroorzaakt van drie-naar twee-dimensionale concepties. Hij ont-wierp voor het eerst een stad waarin de ruimte werd omsloten door losstaande ge-bouwen i. p. v • gesloten gevelwanden - de SALINES ROYALES in Chaux. (3)

I j

7

6.-Dit verval zette door in de 1ge eeuw met als dieptepunt de nieuwe uitbrei-dingsplannen na ongeveer 1850 rondom de europese steden. De mees t bizarre georre-trische patronen werden gepresenteerd als rroderne woonwijken. Het plein als openbare stedelijke ruimte werd een aan-fluiting. Het groeiende autoverkeer ver-dreef de voetganger van de straat en het plein naar de trottoirs en parkjes. De socialistische utopieën, idealistische tuinsteden en fabriekswoonwijken waren van één en ander het gevolg: het waren echter uit de krachten gegroeide dorpen, zonder de voordelen van de stad.

7 • -CAM IL LOS IT TE was de eers te die in zijn boek (1889) fulmineerde tegen de 1ge eeuwse technokratische,hygiënische, bureaukratische ingenieurskunst;hij zag de stedebouw als artistieke opgave. (4) Heeft zijn boek veel veranderd?

Stedebouwers na hem hebben dan wellicht het ontwerpen van een uitbreidingsplan of nieuwe stad weer opgevat als artis-tieke opgave,ooar dan wel met de straat en het verkeer als overheersende elemen-ten; het plein werd een verkeersknoop, in het gunstigste geval met een gemeen-telijk plantsoen in het midden.

De toenemende afhankelijkheid van het agressieve autoverkeer, de steeds losser wordende relatie tussen oossa en ruimte - sedert Ledoux -,de houding van de mo-derne stedebouwer t • o. v • de open ruimte hebben kwalijke gevolgen gehad.

De nazistische, fascistische en oorxisti-sche diktaturen hebben de zaak nog ver-ergerd door hun teruggrijpen op de ro-meinse grandeur en het klassicisme:reus-achtige axiale boulevards, grootse open vlakten voor propagandistische doelein-den,en monumentale regerings-en kultuur-paleizen. '

8. - In de jaren '60 kwarren aktiegroepen in het geweer tegen de rrodernis tische tendenzen:kneuterigheid dreigde de over-hand te krijgen. Onoverzichtelijke woon-wijken ontstonden waarin kronkels tra ten en woonerven een plaats kregen.

Daarop volgde het post-rrodernisrre (POMO) dat ook weer teruggreep naar het verle-den. De gebroeders KR IER waren de

voor-naamste propagandisten. Het stedelijke weefsel moest weer worden hersteld,plei-nen weer openbare voetgangersdomeihersteld,plei-nen worden. Maar -helaas!- de

monumentali-teit van het klassicisme werd opnieuw uit de kast gehaald,en de axiale straat kwam weer in de mode. Trieste uitingen van deze trend zijn de woonwijken van architekt BOFILL: neo-absolutisme.

(10)

HOOFDSTUK 1:

TYPOLOGIE EN

MORFOLOGIE

1.- ROB KRIER is bij mijn weten de eer-ste geweest die een zeer uitgebreide ty-pologie en morfologie van openbare plei-nen -Stadträumen- heeft opgesteld (1). Hij onderscheidt drie grondvormen,met hun af geleiden, narreli j k: vj.erkan t , cirkel en driehoek. Op alle vervormingsproces-sen van deze grondvormen zal ik niet verder ingaan - zie hiervoor zijn boek. Wel wil ik deze morfologie verder uit-breiden,namelijk aan Kriers typen enkele toevoegen; we krijgen dan:

VORM

a. vierkant - cirkel - driehoek b. open of gesloten hoeken c. zonder of rret arkaden rondom

GEBRUIK

a. ontmoeting, festiviteiten, markt, kermis, etc.

b. voetgangers, park, verkeersknoop 2.- ZUCKER deelt de oervormen van

plei-nen als volgt in:

a. de 'closed square': het gesloten en besloten plein;de rulinte is onafhan-kelijk,op zichzelf staand.

b. de ' domina ted square': he t gedomineer-de,overheerste plein;de rulinte is ge-richt.

c. de 'nuclear square':het plein rret een architektonisch of sculpturaal monu-rrent als kern;de rulinte wordt gevorrrrl rondom deze kern.

d. de 'grouped squares': gegroepeerde, ge-bundelde pleinen;de rulinte-eenheden zijn samengevoegd.

e. de 'amorphous square' :het vormloze plein;de ruimte is onbeperkt en onbegrensd.

Maar hij voegt onmiddellijk eraan toe dat rren het bovengeschetste schema rreer als een startpunt voor analyses moet opvat-ten dan als een rigide systeem.(2) Hij besluit het eerste hoofdstuk: 'The square in space and time' met de bespre-king van de archetypen.

3.- SYBIL MOHOLY-NAGY geeft weer andere archetypen,maar dan als een morfologie van steden ( 3):

a. 'geOll'Drphic' : de vorm van de aardkors t volgend - hoogtelijnen.

b.'concentric':cirkels rret gemeenschap-pelijk middelpunt.

c.'orthogonal-connective':rechthoekig en samenhangend,verbindend,koppelend. d. 'orthogonal-modular' : rechthoekig

vol-gens een maatsysteem.

e.'clustered':gebundelde groep.

Uit de plattegronden van steden die als specifieke voorbeelden bij deze archety-pen worden genoemd, blijkt dat er een sterk verband bestaat tussen stadsplan en pleinvorm.

Bi j ( a ) worden als voorbeeld genoemd de heuvelstadjes op de griekse eilanden; Bij(b)KRAKAU in Polen (14e eeuw); Bij(c)het uitbreidingsplan van CRAIG voor EDINBURQ (1767) -de pleinen zijn nog publieke ruimten;

Bij(d)het stadsplan van READING (Penn-sylvania,1747);hier 'public spaces are not designed environment but voids be-tween house modules';

Bij(e)is het prototype de woonwijk NEU-BUHL bij Zürich. De nadruk bij cluster-plannefl, valt op woningbouw: 'house groups are set·into the landscape with no rela-tion to roads or to public buildings ••• ' Sub(a)en(b)zijn gegroeide steden rret on-regelmatige pleinen; (c), (d)en(e) zijn ontworpen steden met geometrische plei-nen.

4. - Na het lezen van vele boeken over stedebouw waarin (ook) openbare pleinen worden besproken;na mijn bezoek aan vele steden en pleinen in West-Europa -een 30-jarige ervaring inmiddels 1- is het mij mogelijk tot een eigen indeling van pleinen te komen. In stedebouwkundige boeken worden pleinen ingedeeld volgens één of andere typologie of morfologie, volgens geometrische of esthetische principes. En meestal wordt ook de ont-staansgeschiedenis erbij vermeld. Maar nooit worden de stadsbewoners betrokken in de waardering van openbare ruimten. En nooit wordt verteld over de huidige staat van de pleinen:zijn ze nog de le-vendige centra van de steden,of hebben ze die funktie verloren? De artistieke beschouwingen zijn vaak elitair,en hou-den nauwelijks rekening met het feit dat het échte stedelijke plein een rrulti-funktionele ruimte moet zijn waar de burgers samenkomen voor allerhande akti-viteiten.En dat nog het liefst alle da-gen van de week,ook 's avonds.

(11)

5.- Grosso modo zou een indeling van de pleinen en steden naar ontstaan tot de volgende typologie kunnen leiden:

1. gegroeide , onregelmatige pleinen in dito steden (1);

2. ontworpen,regelmatige pleinen in dito steden;

3. ontworpen,regelmatige pleinen in be-staande gegroeide , onregelmatige ste-den;

4. ontworpen , regelmatige pleinen in ont-worpen uitbreidingsplannen -na

1850-rondom bestaande steden.

Wat betreft het oorspronkelijke en hui-dige gebruik van pleinen is wellicht on-derstaande klassifikatie mogelijk: a. van aanvang af tot heden nog steeds

een levendig centrum van de stad; b. tijdens bloeitijd een levendig

cen-trum,maar in de loop der tijden gede-gradeerd tot een levenloos openlucht-museum voor toeristen,of tot verkeers-knoop ,of helemaal vergeten;

c. van aanvang af ontworpen als voor-plein van een wereldlijk of geeste-lijk gebouwenkomplex -paleis of kerk; d. van aanvang af wel als plein

aange-duid,maar in gebruik als verkeers-knoop.

Ui teraard is van ieder type wel een va-riant te noemen. Zo bestaan er regelma-tige pleinen in gestichte,onregelmaregelma-tige steden,en ontworpen uitbreidingsplannen van vóór 1850.

ad 1.

Deze steden en pleinen kwamen in de Oud-heid tot ontplooiing tijdens de dageraad van de beschavingen - bv. Athene in Hel-las en de stad Rare. Zij ontwikkelden zich uit dorpsgemeenschappen die gingen

'samen-wonen' - synoikisme .

De agorài van de helleense moedersteden waren onregelmatig gevormde,niet ontwor-pen oontwor-penbare ruimten, evenals het Forum Romanum. Tot hun ondergang moeten deze pleinen zeer levendige centra zijn ge-weest,getuige de literaire overleverin-gen. Nu zijn ze nog slechts zielloze ru-ines, gebruikt als studiemateriaal voor wetenschappers en bedevaartsoorden voor romantische toeristen.

De meeste middeleeuwse steden ontstonden na de val van het Imperium RCllM.num, op en in de ruines van vervallen rorreinse steden of als geheel nieuwe nederzettin-gen. De eerste bisschoppen van de chris-telijke religie in Italië en Frankrijk vestigden zich veelal in de vervallen rorreinse steden;aldus werd de stedelijke kultuur voortgezet.

i' "il i 9

De centrale pleinen in deze zogeheten bisschopssteden lagen meestal bovenop het vroegere forum,al zijn dan vorm en grootte niet identiek. Zij groeiden uit tot de openbare ruimte van de eerste de-mokratische stad-staten in Italië,vooral in Lombardia. Want de Longobarden lieten de oorspronkelij ke italiaanse inwoners van deze steden ongemoeid;zijzelf gaven de voorkeur aan een bestaan op het land, in burchten en kastelen. Tot op heden zijn vele van de pleinen in deze steden nog zeer levendige openbare ruimten,met vele aktiviteiten.

Gedurende de Renaissance en Barok zijn nieuwe ontworpen pleinen aangelegd in de unregelmatige struktuur van het mid-deleeuwse stratenpatroon,maar dan wel als elitaire ,esthetische ruimten,vaak in opdracht van trotse stadsbesturen, van kerkelijke of adellijke heersers. Ze zijn meestal niet geworden tot volks-pleinen , maar zijn fraaie doch levenloze pleinen gebleven,in de 1ge eeuw dikwijls

gedegradeerd tot verkeersknoop. ad 2.

De romantiek van de vorige eeuw heeft schuld aan het feit dat middeleeuwse steden als onregelmatig gegroeid zijn verklaard. Deze sirrplifikatie is niet juist. De rationele geest van de middel-eeuwse mens heeft wel degelijk nieuwe steden gesticht,ontworpen en gebouwd als dat noodzakelijk was. De traditie van de helleense en rorreinse orthogonale steden was nog niet geheel verdwenen. De theorieën van VITRUVIUS moeten nog

bekend zijn geweest. Het is vrij onwaar-schijnlijk dat de gestichte,orthogonale steden een uitvinding zijn geweest van middeleeuwse kunstenaars. Dat wordt ook aangetoond door een voetnoot van MORRIS:

'Contrary tO,the irrpression given by so-me urban historians,the Vitruvian manus-cript,in common with other ancient works, was never lost at all. Wha t happened around 1412-14 was that Poggio Braccio-lini -apostolic secretary at the Council of Constance- drew attention to its exis-tence at the monastery of St Gallen'.(2)

De republiek Florence heeft,tèr bescher-ming van zijn grondgebied,in de boven-en bboven-enedboven-envallei van de Arno, vesting-stadjes laten bouwen die volgens het an-tieke dambordpatroon zijn ontworpen.De overeenkomst met dè rorreinse co loniae en castra is frappant.Het openbare plein in deze nog steeds bestaande vestingstad-jes is -evenals het rorreinse forumr ont-worpen als stedelijk centrum,dat tot op heden een levendig kloppend hart vormt.

(12)

Een ander interessant fenorreen uit de Middeleeuwen zijn de bastiden in Aqui-tanië - Z-W.Frankrijk - de streek tussen Dordogne en Pyreneeën.

In de 12e en 13e eeuw hadden de engelse koningen delen van de franse westkust in bezit.Zij lagen voortdurend overhoop met de franse koningen die in Parijs re-sideerden,en met hun vele leenmannen die de streek terroriseerden, zoals de graven van Toulouse. Om vele redenen -o.a.eko-nomische en mili taire- stichtten zowel de Engelsen,Fransen als de lokale heer-sers nieuwe steden, veelal op maagdelijk terrein. Deze vaak. omnuurde stadjes zijn ontstaan tussen ca.1250 en 1350. Ze zijn volgens een vrijwel unifo:rrn dambordpa-troon gebouwd,en vertonen een frappante gelijkenis met de romeinse koloniale steden.

Bij een eerste oriënterende bezoek aan de streek -in 1975- was mijn verbazing over de aanwezigheid van zoveel herken-baar historisch rrateriaal zo groot dat ik besloot een boek eraan te wijden.(l) Het openbare plein in deze bastiden be-vindt zich steeds op het kruispunt van de hoofdstraten. In de bijna ongeschon-den voorbeelongeschon-den -ca.700 jaren oud!- zlJn de arkaden in de vier gevelwanden nog aanwezig,met gesloten hoeken.

Enkele bastiden zijn nog steeds levendi-ge centra van de regio,en het centrale plein nog steeds de ontmoetingsplaats van de inwoners.Er wordt markt gehouden, kennis en festiviteiten vinden er plaats,

koele terras jes onder de arkaden nopen tot een langer oponthoud. Op somnige pleinen staat nog de houten markthal, waarboven het 'stadhuis' ,midden in de open ruimte.

De mees t levendige van de bas tiden is VILLEFRANCHE-OE-ROUERGUE:,met een prach-tig, in tiem plein. Het mees t bekende, in alle stedebouwboeken vermelde,MONPAZIER is nooit tot regionaal centrum uitge-groeid. Het is gedegradeerd tot toeris-tisch openluchtmuseum, het leven is er gevloden i bui ten de drukke zomerrraanden hangt de weemoed over de bastide.

Na de Middeleeuwen zlJn alle nieuw bij-gekomen steden gesticht en ontworpen. Onder invloed van de herontdekking van de antieke beschavingen, gingen de

itali-aanse theoretici op zoek naar de ideale stad - la Città Ideale. Voor het eerst verschenen gedrukte handboeken over ar-chitektuur en stedebouw.

=

10

De geometrische plattegronden van de vestingsteden in deze traktaten vertoon-den een orthogonaal of radiaal straten-patroon, uiteraard met een ideaal

stede-lijk plein als een spin in zijn web. Vestingsteden hadden een militair doel, zij werden gesticht door absolute heer-sers. De inwoners waren marionetten op het strijdtoneel.

Het bekendste en meest aangehaalde voor-beeld is Palrra Nuova(1593),gebouwd door de republiek Venetië. Wellicht was het centrale plein in de bloeitijd een le-vendig centrum,rraar nu is het in ieder

geval een zielloze open vlakte.Hoevele van de auteurs van stedebouwboeken zijn ooit eens zelf gaan kijken hoe de bele-vingssfeer van stad en plein is?Hoevele

toeristen bezoeken deze vesting die op ooghoogte van de voetganger niets heeft te bieden?

Op de italiaanse volgden de franse en duitse theoretici die slechts varianten verzonnen op de eerste voorbeelden. Zelfs onze SIMON STEVIN heeft zich onder hen gesèhaard, met een eigen handboek ( 2). Gedurende de 15e en 16e eeuw heeft men vele pleinén en nieuwe doorbraken in be-staande steden ontworpen en gebouwd,tij-dens het absolutisme van de pausen en de europese vorstenhuizen. Het was een stedebouw van elitaire minderheden onder-ling,de inwoners kwamen niet eraan te pas , zi j moeh ten bewonderend toekijken, applaudiseren, belasting betalen en ver-der kreperen.

DE KLERK,(3)gaat in zijn boek na de ita-liaanse,franse en duitse theoretici ver-der met de Utopisten,van wie de belang-rijkste THOMAS MORE is, die een boek schreef, getiteld UTOPIA,. Daarin be-schrijft hij o.m.de hoofdstad AMAUROTE op een verzonnen eiland(4). Daarop volg-den de socialistische utopisten,met als bekendste BOULLEE,LEDOUX,FOURIER,GOOIN. enOWEN.

Claude Nicolas Ledoux ontwierp een ge-heel nieuwe stad: Salines Royales bij CHAUX ,voor de zout fabricage van de fran-se koning. Zucker veronderstelt dat Le-doux degene is geweest die de breuk met de traditionele stedebouw heeft veroor-zaakt. Bij het ontwerp van de Salines week hij af van de gebruikelijke geslo-ten bouwblokken en pleinen, rraar

groe-peerde losstaande gebouwen rondom een grote open ruimte ( 5 ) •

(13)

Dan volgen bij De Klerk de hoofdstukken over de stadsontwikkeling in de 1ge eeuw de tuinsteden en tenslotte de m::.x1erne ' stad. Het is niet mijn bedoeling op alle aspekten van de stedebouw na Ledoux in te gaan; daarvan geeft o. a. De Klerk een goed beknopt overzicht. Wel wil ik wij-zen op het feit dat het traditionele openbare stedelijke plein als sociale

po~itieke

en ekonomische

ontmoetings~

rulJllte verdween om plaats te maken voor funktionele,hygienische,groene en ver-keerspleinen.

ad 3.

c:edurende de Renaissance en Barok zijn 1n vooral Italië en Frankrijk vele plei-nen ontworpen en uitgevoerd als ratione-le geometrische ruimten, binnen het gril-lige middeleeuwse stratenpatroon van be-staande steden. En veelal in opdracht van geestelijke autoriteiten (pausen en kardinalen) of wereldlijke despoten (ko-ningen en lokale heersers).En altijd ter meerdere glorie van henzelf of hun

insti-tuties.

In de meeste gevallen zijn deze pleinen fraaie staaltjes van urbane,drie-dimen-sionale vormgeving, ontworpen door toen-malige Grote Namen.Ze zijn in alle hand-boeken over stedebouw lyrisch beschreven. Miljoenen eenvoudige toeristen rrochten en rrogen zich eraan vergapen. Maar zijn deze wel openbare,maar niet altijd ste-delijke pleinen nu ook zulke fijne ver-blijfsruimten,waar de burgers 's avonds tijdens de traditionele, italiaanse

'pan-t~~felparade' elkaar ontmoeten? Tijdens ffilJn vele bezoeken aan italiaanse mid-delgrote en kleine steden,is het mij op-gevallen dat deze sociale gebeurtenis tussen 6 en 8 uur dikwijls op een ander plein plaatsvindt dan het officiële cen-trum van de stad. Ik zal op dit aspekt nog nader ingaan bij de bespreking van enkele pleinen.

ad 4.

Ontworpen, regelmatige pleinen komen ui-teraard ook voor in uitbreidingsplannen van en aan bestaande steden. Een fraai, vroeg voorbeeld is de new town die aan de oude stad van Edinburg is toegevoegd. Door CRAIG ontworpen en vanaf 1767

be-gonnen,toont het plan een samenstel van lineaire straten, rechthoekige bouWblok-ken, vierkante en ronde pleinen. Andere bekende ontworpen uitbreidingsplannen zijn de vele estates rondom Londen na 1660.Behoudens deze uitzonderingen zijn alle uitbreidingen wel ontstaan ná ca. 18S0,toen de steden buiten hun vesting-wallen gingen -en rrochten gaan- bouwen.

11

Deze aktiviteit was o.m.een gevolg van de industriële revolutie vanaf ca.1800, toen vele landarbeiders naar de stad wa-ren getrokken om daar werk te vinden. De steden raakten hierdoor overvol (1). In alle gevallen beperkte men de pleinen tot stukjes groen in de nieuwe woonwij-ken,en natuurlijk de zo geliefde ver-keersknoop. Men heeft het gepresteerd om in één 'plein' zes of meer straten te laten uitrronden( 2 ). Nu moet de toe-vloed van auto's,trams,fietsers en voet-gangers op zo'n knoop met kostbare ver-keerslichten worden geregeld.

Camillo Sitte protesteerde tegen deze tendenzen:in zijn nu nog-of weer-bekende boek(3)keerde hij zich tegen de bestaan-de praktijk;hij zag bestaan-de stebestaan-debouw als een artistieke opgave en niet louter als een kunst van hygienisten,ingenieurs en bu-rokraten.Voor hem diende bij de stede-bouw te worden uitgegaan van de waarne-ming als basis voor vormgeving en inde-ling van ruimte(4).Zijn boek bevat drie hoofdonderwerpen: analyse van oude ste-den, kri tiek op de rroderne stedebouwen voorstellen voor een betere stedebouw-kundige werkwijze.Hij wilde ook het ste-delijke plein teruggeven aan de voetgan-ger.

Na Wereldoorlog I I gebeurde veel op ste-debouwkundig gebied.Er kwam een reaktie op het Moderne Funktionalisme,de hippy-bewegingen in vele rijke westerse lan-den ageerlan-den tegen de

mens-onvriendelij-ke stedebouw.Alle agitatie leidde ertoe dat in vele steden straten verkeersluw werden gemaakt, en pleinen weer werden ingericht voor menselijke aktiviteiten. Zelfs in het auto-sexuele Italië zijn stadscentra verboden verklaard voor door-gaand verkeer. De inwoners en toeristen kunnen er weer veilig, stof-en stankvrij flaneren en -terrasseren, kinderen rrogé1 er weer spelen.

Maar ondanks alle loflijke pogingen iets te doen aan nieuwe woonwijken wat be-treft de sociale kontakten op openbare pleinen,is het tot op heden een droevige zaak gebleven.Deze wijken schijnen voor-bestemd om louter 'slaapsteden' te zijn en blijven,overdag voor de 'groene wedu-wen' en 's avonds voor de televisie(S).

(14)

HOOFDSTUK 2:

HET

TWEE-DIMENSIONALE

DENKEN

'In our culture the preponderant preoccupation is with mass3 and to such

an extent that many designers are space blind'

EDMUND BACON, uit hier een beschuldiging aan het adres van ontwerpers die niet is mis te verstaan.(l)

En hij zou wel eens gelijk kunnen heb-ben als we de boeken en tijdschriften over stedebouw bes tuderen , vooral als het pleinen betreft. De tekst wordt wel steeds toegelicht met plattegronden en stadsplannen -dus 2-dimensionale teke-ningen- en spaarzaam met profielen over die ruimten. De derde dimensie -de hoog-te- komt ook in de tekst nauwelijks ter sprake. Doorsneden en profielen zijn bij vooral theoretisch opgeleide kunsthisto-rici een bijna onbekend terrein. En dat is niet verwonderlijk: zij zijn eigen-lijk leken op het gebied van het ruimte-li j k beleven. ( 2) Maar he t komt helaas ook zeer veel voor bij ontwerpers die zijn opgeleid als stedebouwers en archi-tekten,die over urbane onderwerpen heb-ben geschreven.

Om enkele voorbeelden te noemen: KIDDER SMITH,een amerikaanse architekt,geeft in zijn boek(3) goede beschrijvingen en fraaie foto' s van italiaanse pleinen, rmar slechts twéé profielen: één over een deel van de PIAZZA S.PIETRO in Rome, (pg.85),en een ander over het bergdorp-je CORNELLO (pg.96).

BACON in zijn zeer interessante boek(4) toont enkele spaarzame doorsneden die meer gevelwanden laten zien dan ruimte-lijke profielen.

Hoe diepgeworteld het 2-dimensionale denken zit,daarvan geeft RASMUSSEN -een bekende auteur over architektuur- in het voorwoord van één zijner boeken een goed voorbeeld:

'And the nine-sided town of Palma Nuova which3in its geometrical form3is as fine

as an ice crystal3 • • ! (5)

Dat PALMANOVA wat de sfeer betreft een stomvervelende stad is met een oersaai centraal plein, wordt niet vermeld. En dat fijne geometrische ijskristal is op ooghoogte van de voetganger in het ge-heel niet herkenbaar.

Ook RASMUSSEN geeft geen enkel profiel over een plein.

Merkwaardig genoeg wordt in handboeken over stedebouwkundig ontwerpen uit de'

periode rond 1920 wel aandacht besteed aan profielen, maar steeds over s tra ten en boulevards,niet over pleinen,en vaak met zeer uitgebreide infonnatie. ( 6) . Is hier nog steeds de invloed herkenbaar van de 18e eeuwse Cult of the Street'?

In een vrij recent engels boek van de GLC (7) worden vele behartigenswaardige zaken behandeld over enc losures -open ruimten- en elementen die de ruimte be-grenzen. Er wordt bijv. ook het onder-scheid duidelijk gemaakt over

primary-secondary space: binnen een plein, be-grensd door gevelwanden kan zich een groenplek bevinden, omringd door hoge heesters. Ook een hoofdstuk over schaal en proporties komt erin voor:de breedte-hoogte ratio van een open ruimte -patio, plein en straat- toegelicht met doorsne-den.

Bij mijn speurtocht door de literatuur, s tui t te ik op twee boeken van duitse schrijvers die wel profielen gaven bij de beschreven pleinen.

Het ene boek van RAUDA : 'Städtebauliche Raumbildung' (8), dat gegroeide duitse steden behandelt,is een zeer goed voor-beeld hoe ieder boek over stedebouw zou moeten zijn gedokumenteerd. Naast twee-dimensionale plattegronden van steden en pleinen ook profielen over deze plei-nen. Wat ook zeer inzichtelijk is: de auteur laat bij sommige stadsplannen van heuvelstadjes de samenhang zien tussen plattegrond en hoogtelijnen. Waarom is zoiets nog steeds niet vertoond bij pu-blika ties over de vele italiaanse heu-veisteden? Jammer is wel dat in het boek van RAUDA geen profielen over de gepu-bliceerde heuvelstadjes zijn opgenomen. Over het algemeen zijn stedebouwboeken-naast het verbale geweld- slecht gedoku-menteerd.

Nog een goed boek is 'Strassen und Plät-ze' (9),uit de DDR! Hierin zijn konse-kwent bij alle behandelde 'beroerrd.e' straten en pleinen profielen bijgevoegd. Hulde!

Om op de beschuldiging van BACON over 'ruimteblindheid' terug te komen: in ve-le stedebouwboeken wordt wel het profiel opgenomen van de MONT ST MICHEL -een be-bouwde rots vóór de franse westkust-, maar dat is ook weer een doorsnede over een massa en niet over een ruimte.

(15)

, f t • • ' ,

HOOFDSTUK 3:

AGORA

De sleutel tot de helleense geschiede-nis is de poZis, de stad-staat, een be-grensde,onafhankelijke en autonome ge-meenschap,waarnaar de loyaliteitsgevoe-lens van de inwonende leden bovenal uit-gingen.De geografische situatie van Hel-las bevorderde de ontwikkeling van de polis. Het griekse binnenland was een onherbergzaam gebied , maar langs de kust lagen betrekkelijk kleine vlakten,van elkaar gescheiden door bergketens. Deze vlakten bevorderden het ontstaan van politieke eenheden,die vaak erg klein waren.De polis was zowel een politieke als een godsdienstige gemeenschap,omdat godsdienst in zekere zin het leven van de gemeenschap vormde. (1)

Als schepping van de Hellenen, introdu-ceerde de polis een geheel nieuw element in de westerse civilisatie,vertegenwoor-digd door de agorà:nieuw uit een oogpunt van het sociologische als vanuit het ruimtelijke standpunt.Het was gebaseerd op de krachten van een geleidelijk zich ontwikkelende demokratie.De agorà stond in schril kontrast met het axiale prin-cipe dat in Mesopotamië ,Egypte 'en later tijdens de periode van de romeinse kei-zers,steeds de ruimtelijke vorm was van een dictatoriale maatschappij struktuur. De polis ontstond tijdens de griekse middeleeuwen (1200-800 vC.)als een leef-gemeenschap van vrije burgers.Meestal een ommuurde stad met een agrarisch ge-bied eraru1een.In Hellas begon zich voor het eerst in de historie een politiek systeem te ontwikkelen waarin de burgers zichzelf bes tuurden. De polis stond aan het begin van een demokratische tradi-tie:gelijke rechten voor alle vrij bur-gers.Maar de realiteit van de helleense kultuur was dat zij tot stand kwam op basis van slavernij: de slaven werden uitgesloten van de voorrechten der vrije burgers. (2)

In stedebouwkundig opzicht werd de hel-leense stad beheerst door twee belang-rijke centra:de acropolis en de agorà.De acropolis was het religieuze céntrum, meestal hoog gelegen,waar zich de tem-pels bevonden.De agorà was het belang-rijkste stadsplein,de drukbezochte open-bare ruimte.Aan dit plein stonden de pu-blieke gebouwen voor bestuur,rechtspraak en handel.

13

De agorà was de mees t originele schep-ping van de helleense stedebouw:de ziel, de morele exponent,het politieke symbool van de polis. De agorà was een funktio-neel organisme waarvan de struktuur af-hing van en werd gevormd door de poli-tieke,religieuze en ekonomische aktivi-teiten van de polis.

In de onregelmatig gegroeide 'moederste-den' van Hellas was ook de agorà een di~ to open ruimte die geleidelijk werd ge-wijzigd,gerenoveerd en verder volgebouwd. De agorà van Athene is het standaard voorbeeld. Pas in de koloniale,gestichte, ontworpen regelmatige steden werd ook de agorà als duidelijke ruimte ontworpen en gebouwd.De middelen ter verkrijging van dit effekt waren de kolonnaden,daar gebruikt als een bindend element voor de afzonderlijke gebouwen,voor de schep-ping van een openlucht interieur.

De kolonnaden van de agorà waren de be-lichaming van het gemeenschapsleven.Oor-spronkelijk betekende agorà: samenkomst, en later plaats van samenkomst,maar niet marktplein. Vooral een ontmoetingsplek van de inwoners van de polis waar zij nieuws uitwisselden,politiek bedreven (politiek is afgeleid van polisI)en opi-nies vormden. Het was het onmisbare at-tribuut van de politieke en sociale een-heid dat de essentie was van het hel--leense synoikisme (=samen-wonen).De ago-rà is daarom identiek met de polis;de één kan niet zonder de ander.

De vroege agorài waren onregelmatig van vorm:een open ruimte,angeven door een groep van elkaar geïsoleerde gebouwen voor bes tuur en handel, en één of meer stoài - open kolonnaden.De latere agorài waren zeer regelmatig van vorm,en aan

(bijna) alle zijden gesloten.

De agorà la~ doorgaans in het hart van de polis, in de kuststeden echter nabij de haven. (3)

(16)

HOOFDSTUK 4:

FORUM

In de 1ge eeuw werd de romeinse kuns t in het algemeen sterk onderschati geme-ten naar griekse maatstaven werd zij be-schouwd als een afwijking of een magere kopie. Dit denkbeeld leidde tot de slo-gan van de ' artis tieke ' Grieken en de

'praktische, rationele , Romeinen. Onder-tussen is deze grove onrechtvaardigheid herzien,en men beseft momenteel dat zo-wel in de architektuur als in de sculp-tuur de Romeinen geheel nieuwe en origi-nele kunstzinnige waarden hebben gescha-pen, ofschoon zij de artistieke

vormen-taal van de Grieken overnamen.De romein-se sculpturen zijn de graftomben en na-turalistische portretten waarvan geen evenbeeld bestaat in de griekse kunst i

in de bouwkunst zijn de basilica, triomf-boog,thermen,etc.slechts mogelijk gewor-den d.m.v.de introduktie van boog, gewelf en koepel. Deze voorbeelden zijn niet voldoende om het onbetwistbaar nieuwe element te begrijpen dat de Romeinen bijdroegen tot de ontwikkeling van ste-debouw en architektuur:het gevoel voor de vorm van de lege ruimte, voor de

ar-tistieke zin, voor de specifieke propor-ties en de bovenmenselijke schaal. De Grieken van hun kant waren uniek in hun gevoel voor tastbare organische vormen, in hun zin voor de proporties van volu-me,en de relatieve schaal in verhouding

tot het menselijke lichaam.Dit fundamen-tele onderscheid tussen Hellas en Rome wordt manifest in het verschil tussen griekse post-hippodamische en romeinse stedebouw,vooral duidelijk waar de bes-te mogelijkheden voor ruimbes-telijke ex-pressie werden geboden: in het hart van de stad, aan het forum,of in de opeenvol-volging van fora.

De historische wortels van het typische romeinse forum gaan waarschijnlijk terug tot drie opeenvolgende bronnen:de neder-zettingen van de TERRAMARE-kultuur,de etruskische steden,en het militaire kamr

perrent,het castr'urn.. De overblijfselen van de Terramare dorpen in Noord-Italië bestaan momenteel in de vorm van tame-lijk regelmatige aarden wallenimaar wel-licht zijn zij ook paaldorpen geweest.

14

De Terramare di Castellazo vertoont een typisch gridsysteem van vijf smalle stra-ten in de ene richting en zeven grote straten loodrecht daarop,duidelijk voor-uitlopend op het romeinse castrum.

De latere etruskische beschaving ver-toont een overeenkomstig vierdelig grid-systeem.Of het is afgeleid van de veel vroegere Terramare nederzettingen is nog een open vraag.

Religieuze voorschriften dikteerden de . innerlijke struktuur evenals de momen-teel soms betwijfelde regelmaat van de periferie van hun steden, gesticht onder toezicht van heilige rituelen.Marzabot-to bijv.ging reeds in de 6e eeuw vC.,wat betreft zijn vormgeving, vooraf aan dat wat in het romeinse castrum de twee as-sen zouden worden - cardo en decurnanus - en ook op het kruispunt een kleine rechthoekige open ruimte.

In tegenstelling tot Hellas zijn de

al-gemene indeling van de romeinse steden - tezamen met het forum van hun politie-ke centra onafscheidelijk geïntegreerd - in ànalogie met het gecentraliseerde staatssysteem en het concept van de strenge orde die de romeinse samenleving in het algemeen beheerste.

Omdat het patroon van de gehele stad ax-iaal was opgezet, zelfs in zekere zin symretrisch,werd het centrum benadrukt als de controlerende factor in de schep-ping van de visuele verschijningsvorm van een stad. En als reeds in de helle-nistische periode een zeker gevoel voor ruimte zich had ontwikkeld, kristalli-seerde zich dit pas in Rome uit tot het uiteindelijke concept van het plein als een ruimtelijke eenheid.De kruising van de hoofdstraten in het centrum werd het hoofdelement van de planning d.m.v.de welbewust esthetische behandeling van de ruimte.Bijgevolg was dat centrale ge-bied veel minder bezaaid met standbeel-den, altaren en tempels dan bij de griek-se agorà.Er waren echter uitzonderingen op de regel, waarvan het Forum Romanum zelf het bekendst is ,met zijn heilige architektonische relikwieën.

Het grondplan van een forum was in prin-cipe rechthoekig,maar werd soms aange-past aan lokale voorwaarden, afhankelijk in ieder geval van het belang van reeds bes taande gebouwen. Cirkels en ovalen zijn grote uitzonderingen.

(17)

De voornaamste karakteristiek van de ro-m::ünse stedebouw en architektuur was de begrenzing van de ruirnte,die absoluut noodzakelijk was ten einde een estheti-sche inhoud eraan te geven -de Romeinen waren zich ten volle daarvan bewust.Zij bereikten deze begrenzing op tweeërlei wijze:de ruimte werd begrensd d.m.v.omr sluitende vertikale vlakken,een kombina-tie van portico's en gebouwen. En hij werd opengebroken d.m.v.een centrale as. Deze as schiep een perspektief die zich uitbreidde door de rhythmische opeenvol-ging van kolonnaden heen,en naar een mo-nll!Tentale bouwmassa voerde. Triomfbogen dienden af en toe als een vorm van on-derbreking van deze visuele beweging. De Grieken hadden geen gevoel voor zo' n kanalisering van vergezichten,zij waren geinteresseerd in onbegrensde uitzichten met het landschap als achtergrond,zoals bijv.bij de meeste van hun theaters. Maar in de romeinse plannen was er

al-tijd wel een visuele beëindiging achter de ruimte,in de vorm van een monll!Tentaal gebouw.En het was deze voortdurende af-wisseling in expansie en begrenzing dat de beschouwer zich bewust werd van de ruimte,of het nu de besloten ruimte was van een basilica of de thennen, of de open ruimte van een forumrkomplex.

Het nieuwe romeinse idee van ruimte - statisch,onafhankelijk,bovenmenselijk-werd reeds herkenbaar in de 2e-,eeuw vC.

Tezamen met de grondidee van de axiali-teit en syrrmetrie,onderscheidde het ro-meinse forum zich als origineel en af-wijkend van de klassieke griekse agorà : evenals de romeinse basilica verschilde van de griekse tempel. Hoewel de Romei-nen vele architektonische griekse vonRomei-nen hebben geleend,kan het verschil in

ruim-telijke benadering niet krachtig genoeg ~rden benadrukt. Griekse vonnen werden tot louter dekoratieve motieven,en ver-loren veel van hun zin als fundamentele architektonische elementen.

Het PANTHEON in Rome bijv.is zeker geen bouwkundige struktuur,ontworpen voor het belang van een uiterlijke vorm,maar voor de ruimte die wordt omsloten.In tegen-stelling tot dit Pantheon is de vorm van de griekse tempel gebaseerd op de archi-tektonische massa. Voor de Hellenen was ruimte slechts een middel om zowel gebouwen als standbeelden te omhullen -om ze te doen uitk-omen,en -om de noodza-kelijke afstand te kunnen bewaren.

15

Het romeinse forum toonde de ruimte wel-bewust en onmiddellijk.De omsluitende gevelwanden waren van sekundair belang, zij waren slechts de scheidende huid tus-sen de exterieure ruimte van het plein en de interieure ruimten van de afzon-derlijke gebouwen.Het verschil tussen hellenistische en romeinse pleinen,geba-seerd op de afwijkende houding van de beide beschavingen t.a.v.ruimte,kan niet

~rden beschouwd als een louter graduele toeneming van het gevoel voor ruimte.Het weerspiegelt eerder de uiteindelijke doorbraak vanaf de 2e eeuw vC. van een zeer oude algemene mediterrane tendens - de opvatting van ruimte als fundamen-teel doel van de bouwaktiviteit.

(18)

__ a:::.:

HOOFDSTUK 5:

MIDDELEEUWEN

Na het ineenstorten van het westromeinse Rijk ca.475 werd Italië overstroomd door invallende I barbaren I . De Longobarden vestigden zich in Noord-Italië. Zij ont-dekten dat de steden en versterkte ves-tingen goede middelen waren ter konsoli-dering van hun macht over hun nieuwe on-derdanen en tegelijkertijd tegen externe vijanden.Aldus werd één van de primaire funkties van de stad als een offensief en defensief bolwerk, door de veroveraars herkend en gebruikt.Een ~wijs dat zeke-re elerzeke-ren taizeke-re karaktertzeke-rekken van de stedelijke nederzettingen de eeuwen over-leefden,en hun oorspronkelijke funktie onafhankelijk van de bijzondere tijde-lijke eisen bleef vervullen.

De Longobarden maakten een onderscheid tussen de onbeschermde vici en de ommuur-de civitates.Zij beschouwommuur-den ommuur-de stad als een plaats rret bijzondere jurisdiktie, ondanks hun afkeer van stedelijk leven. Deze kontinuîteit werd gehandhaafd omdat de italiaanse steden en burgers de ellen-de van ellen-de grote volksverhuizingen beter hadden doors taan dan de landen benoor-den de Alpen.

De steden in het noorden moesten ab ovo worden gesticht als nieuwe kernen in de grote oost-west migraties;in het zuiden bestonden zij reeds en overleefden de turbulente invasies.

Toen na de Duistere Eeuwen Karel de Gro-te zijn Rijk vestigde, was dat een gebied zonder steden, zonder wegen, zonder be-stuurlijke instellingen. Na zijn dood werd Italië wederom overspoeld door in-valIers; anarchie, wanhoop en ellende. De steden werden geplunderd en verwoes t • Bisschoppen en edelen bestreden elkaar de macht, vaak binnen de stadsmuren.Dit duurde tot de kroning van Otto I in 962. Het onthief de edelen van hun rechten binnen de steden, en bevorderde verdere stedelijke onafhankelijkheid.De bisschop-pen en burgers werden bevrijd van de adellijke overheersing,en werden direkt ondergeschikt aan de keizer.

Rond 800 zette de ekonomische herleving in.Maar de grootste groei vond plaats tussen 950-1350.De meeste nieuwe stadsmu-ren werden gebouwd tussen 1150-1250.Pisa was een zeer vroeg voorbeeld van rond het jaar 1000.

16

Vanaf deze tijd narren de macht en in-vloed van de steden toe.Een verschil rret het land was de verschijning van de mark-ten in de steden. Zij werden ook de cen-tra van industriële aktiviteiten.Vooral de havensteden -Genua,Pisa,Venetië- pro-fiteerden van de toenerrende handel en industrie.Naarmate de steden veranderden in centra van kommercie,nam ook de schei-ding toe van werkzaamheden tussen stad en land.

Het was het bewustzijn van de unieke waarde van het stedelijke leven en het besef van de kreatieve kracht van geza-rrenlijke aktie dat de grootste invloed ui toefende op de wedergeboorte van de steden in Italië.De stedelijke communes die traag en moeizaam uit de ruines van!

de antieke steden oprezen, waren symbolen van een ideaal en geciviliseerd leven. Zij volgden dezelfde ontwikkelingsgang als de andere europese steden . Maar op een belangrijk punt verschilden zij:bij-na alle grotere italiamlse steden beston-den reeds aan het begin van de Middel-eeuwen.Geen enkele was een nieuwe stich-ting of moes t worden voltooid als een regelmatige, geplande onderneming. Geen van de kleine steden,die werden gebouwd volgen~ een vooraf ontworpen regelmatige plattegrond was een succes. OVeral in Italië was stadsontwikkeling een voort-zetting van bestaande stedelijke elerren-ten.

Drie perioden onderscheidden zich tij-dens de ontwikkeling van de steden gedu-rende de Middeleeuwen:

1. ROMAANS - Tot het einde van de 12e eeuw waren de bisschoppen en consuls de agenten en patroons van de stedebouwkun-dige planning. Zij waren slechts geinte-resseerd in die werken, die ten dienste s tonden van de religieuze behoeften en de beveiliging van de stad.

2. GOTHIEK"- Vanaf de l3e eeuw was het stedelijk gebied als geheel -en het so-ciale leefklimaat van de bewoners- het doel van het bestuur.Straten en pleinen, fonteinen, bruggen en stadhuizen waren onderwe:rp van regulering.De versterkte kastelen werden onder openbaar toezicht gesteld,en de kloosters werden opgenomen als integrale delen van de stedelijke struktuur.

3. RENAISSANCE - Aan het begin van de lSe eeuw trad het persoonlijke elerrent weer op de voorgrond: i. p. v • de bouw van kerken en stadhuizen als monurrentale ac-centen in het architektonische concept van de steden, werden kas telen en palei-zen de blikvangers van de commune.

-

--

'_I . ' _ _ _ IHI ii5

(19)

Benoorden de Alpen was de situatie an-ders.Hier vinden we nieu~ stichtingen van steden die totaal onafhankelijk van het verleden op maagdelijke grond ~rden

gebouwd.De visie van stedelijk leven als ideale maatschappijvorm was steeds aan-wezig.De stad als kunstwerk was het doel waarvoor een eenduidige expressie moest worden gevonden. Voor de Middeleeuwen be-tekende dat eenheid in verscheidenheid, geen eenheid d.m.v.herhaling of regel-maat.

De stadsmuren waren het meest expressie-ve symbool van de stad. Zij waren meestal synoniem met de stedelijke gemeenschap. De muren duidden de stad als een schuil-plaats van recht, veiligheid en orde, in tegens telling tot het omringende open landschap met zijn gevaren en wetteloos-heid. Voor de Italianen waren de muren een belofte van een veilige haven waar zij gedurende de eeuwen van onrust en strijd weinig of niets hadden te vrezen van invallende horden, rovende baronnen of huurlingen.

Wat betreft de oorsprong, is het duide-lijk dat een regelmatig, gesloten plein slechts kon ontstaan op de ruines van een door de Rorreinen gestichte stad,of in de new towns van de 13e en 14e eeuw. In alle andere gegroeide nederzettingen was het openbare of marktplein even on-regelmatig als de gehele stad.·

Het is niet mogelijk de juiste-.data van het ontstaan van de pleinen te achterha-len. In de loop van eeuwen -vóór de ver-vaardiging van de stadsplattegronden-is er meer of minder gesloopt of toege-voegd aan open publieke ruimten.

[ - I

Zucker noemt enkele prototypen van mid-deleeuwse pleinen(l):

1. het marktplein als een verbreding van de hoofdstraat;

2. het marktplein als een zijdelingse uitstulping van de hoofdstraat; 3. het plein bij de stadspoort;

4. het plein als het centrum van de stad: a.ontwikkeld in een gegroeide

neder-zetting;

b.ontworpen in een new townj

5. het voorplein (parvis) van paleis of kerkj

6. gegroepeerde pleinen. ad 1:

Deze markten ontstonden vooral in Duits-land,Oostenrijk en Zwitserland. Toen de nederzettingen nog betrekkelijk klein waren, had men niet zoveel ruimte nodig.

17

Voorbeelden: Bernburg en Müns ter. La ter werden een stadhuis of kerk middenin de brede hoofdstraat neergezet,evenwijdig of loodrecht op de as.De voorbeelden in Innsbruck en Augsburg tonen aan hoe een straat een drie-dimensionale indruk kan wekken zonder het karakter van een door-gangsroute te verliezen.In de Hanze-stad Lüneburg is weer een andere oplossing gekozen voor een openbare markt. Zelfs in de Zähringer steden,zoals Bern (1190), werd een brede hoofdstraat voldoende ge-acht als markt.

~l

ad 2:

Toen het doorgaande verkeer van wagens toenam,en de marktaktiviteiten hinderde, deed zich de noodzaak voor het plein ter-zijde van de hoofdroute te situerenjdaar-toe werden belendende percelen gesloopt. Bijvoorbeeld het Marienplatz in München. En omdat dit type marktplein in beteke-nis toenam, werd een kerk of stadhuis in één van de gevelwanden opgenorren.

Voorbeelden:Minden,Braunschweig en Heil-bron.

ad 3:

Pleinen aan de binnenzijde van een stads-poort waren meestal driehoekig van vorm; vanuit deze pleinen ontsproten twee of drie straten.

ad 4:

Deze centraal gelegen pleinen kwamen lo-gisch voort uit de gestichte steden van de Middeleeuwen.Ze waren regelmatig ge-vormde open ruimten in een dambordpa-troon ( grid) • De gevelwanden bestonden meestal uit arkaden.De bastiden in Z-W. Frankrijk en de oostduitse stichtingen zijn goede voorbeelden.

Behoudens eèn enkele uitzondering, was in de bastiden de kerk niet direkt aW1 het marktplein gesitueerd; het stadhuis echter stond veelal middenop het plein, gebouwd boven de open markthal.

In Oost-Duitsland lagen zowel stadhuis als kerk aan of op de hoofdmarkt.

ad 5:

Het middeleeuwse voorplein (parvis) van een kerk. is struktureel anders dan het marktplein,want gedomineerd door één ge-bouw. (zie: 'dominated squares'). Op dit plein verzamelden zich de gelovigen vóór en na de kerkdienst;hier luisterden zij naar buitenpreken;hier werden processies opgesteld;hier werden mysteriespelen op-gevoerdjhier lieten bezoekers hun paard achter.Het voorplein was verder aan drie zijden omgeven door huizen.

(20)

_ _ _ ~ _ _ _ _ ... ~ _ _ ~ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ ~ _ _ _ ~~~~~~ _ _ _ _ ~ ... _ _ _ 7' ,."

ad 6:

De scheiding van marktplein en kerkplein leidde tot het ontstaan van gekoppelde pleinen, vooral in duitse steden.

Voorbeelden: Stralsund, Rostock, Braun-schweig. In Nüremberg is de Hauptrrarkt ontstaan door de verwoesting a.g.v.brand in het joodse ghetto.De kerk maakt deel uit van één van de gevelwanden.

In Frankrijk zijn de twee gekoppelde pleinen van Arras een fraai voorbeeld. De bijzondere schoonheid van middeleeuw-se pleinen is vooral het gevolg van de rangschikking van afzonderlijke gebou-wen,die vaak sterke kontrasten vertonen

HOOFDSTUK 6:

RENAISSANCE EN

BAROK

De Middeleeuwen waren een langdurige on-derbreking tussen de klassieke Oudheid

en de Renaissance.

Het merendeel van de westeuropese steden zijn in die periode ontstaan. Het begrip 'stad' zoals wij het kennen,heeft toen gestalte gekregen.

De middeleeuwse stadsplanning kwam tot uitdrukking in een aanpassing van de bouwde omgeving aan de eisen van de ge-bruiker. De middeleeuwse stad was een synthese van een maatschappelijke even-wichtssituatie tussen de kerkelijke en wereldlijke macht. De stedebouwkundige uitbouw van die stad werd nog steeds be-paald door een stedelijke kollektiviteit

en niet door een enkele minderheid. De onregelmatige plattegronden van bijna

alle middeleeuwse steden waren niet 'or-ganisch' gegroeid, maar gewoon mensenwerk, in een maatschappij waarin het individu

ondergeschikt was aan die kollektiviteit. De rationele stadsplannen van de gestiCh-te sgestiCh-teden echgestiCh-ter dienden enerzijds mili-taire oogmerken en anderzijds kolonisa-tie.

in hoogte en materialen. Openbare gebou-wen en \VOOnhuizen VOI1'1l:)n de onafhanke-lij ke eenheden. Soms werden ze gebouwd in ononderbroken gevelwanden, die een doorlopende drie-dimensionale omhulling VOI1'1l:)n rondom het plein ~vaker liggen ze niet exakt één rooilijn,maar verto-nen een gebroken ru~te-begrenzing. Middeleeuwse pleinen ontlenen hun schoon-heid eveneens aan de ges tage groei in vele eeuwen,waarbij iedere periode. iets

toevoegde aan de ru~telijke waarde. Het romantische 1ge eeuwse idee dat het stichten van ontworpen steden vreemd zou zijn aan de middeleeuwse rrens, tonen de new towns uit de 13e eeuw.

De Renaissance was vóór alles de weder-geboorte - il Rinascimento - van de !rens die zich bevrijdde van de middeleeuwse geest van theokratie en scholastiek: de speurtocht naar zijn eigen waarde en de wereld om hem heen.Die stroming was rréér dan alleen een esthetisch verschijnsel. Schrijvers en filosofen, staatslieden en ontdekkingsreizigers,kunstenaars en bouw-meesters,zij allen hebben die nieuwe tijd bepaald.Kenmerkend was de oriëntatie op de wijsbegeerte,letteren,kunst en archi-tektuur van de klassieke Oudheid.De mens keek niet meer opwaarts ,maar om zich heen Hij ontdekte zichzelf en de hem omringen-de wereld.In het humanisrre werd omringen-de leven-de !rens leven-de maatstaf van leven-de wereld.

Het proces van schaalvergroting leidde echter tot veranderingen in het bestuur, uiteindelijk uitmondend in het absolutis-me.

De tijd van de Renaissance is een ware bron geweest van nieuwe ideeën. In het nieuwe wereldbeeld ervoer men de natuur naast het bovennatuurlijke,het detail naast de essentie. In de kollektiviteit

kwam het individu naar voren.De

persoon-lijkheid van de kunstenaar ging een rol spelen;vanaf die tijd bestaat de kunst-historie uit narren.Een kunstenaar was toen veelomvattend,hij was homo

(21)

Voor de stedebouwkundige ontwikkeling was de herontdekking van de boeken van Plato,Aristoteles en Vitruvius van grote betekenis. Bij een afnemende invloed van de kerk kwam het stedelijke ideaal weer tot bloei a.g.v.de grotere macht van we-reldlijke heersers.

De Renaissance ging uit van een ideaal beeld van de stad:de città ideale. De

onregelmatigheid en beslotenheid van de middeleeuwse stad werd vervangen door regelmaat,overzichtelijkheid en openheid in streng geometrische plattegronden. Spontane stedebouw maakte plaats voor doelbewuste stadsplanning.

Er bestond slechts één Renaissance: de italiaanse. En de bakermat was Florence. Alle andere waren imitaties, echo' s of reakties • Wellicht nog nooit in de ge-schiedenis heeft de natuur in één perio-de zovele genieën tegelijk voortgebracht in één stad.

Gedurende de 14e eeuw betekende de komst van het buskruit een versterking voor de' positie van koningen en steden. Tegen het einde van die eeuw had de oorlogvoe-ring een ander karakter gekregen.Na 1400 kwam net mortier voor verdediging en aan-val in gebruik.De kastelen,nu niet langer onneembaar,hadden hun tijd gehad; ze wa-ren als hoog verdedigingspunt meer kwets-baar dan nuttig,en werden omgebouwd voor bewoning. Bij de stadsmuren was-een der-gelijke ontwikkeling waarneembaar. Aan-vankelijk waren het eenvoudige maar hoge boU\>Merken. Met de toeneming van de vuur-kracht van de mortieren werden de stads-muren en poorten steeds lager. Uiteinde-lijk bleken de stenen muren niet meer toereikend;in de 16e eeuw kwamen aarden wallen ervoor in de plaats.

Was de stedebouwkundige ontwikkeling tij-dens de Middeleeuwen nog (tamelijk) over-zichtelijk - gegroeide tegenover gestich-te sgestich-teden - ,met de Renaissance begon de versnippering. Er ons tonden steeds meer parallelle stromingen die in onze eeuw leidden tot een verwarrende chaos.

Omtrent de eeuwwisseling van 1400 hadden de europese steden grotendeels hun defi-nitieve vorm gekregen.ln de eeuwen daar

-na werden alleen nog maar nieuwe steden gesticht,bestaande steden voorzien van verdedigingswerken,of uitbreidingen gere-aliseerd -zoals bijv.de stadsuitleg van Amsterdam,Leiden,Utrecht en Haarlem tus-sen 1580-1680.(1)

19

Sommige middeleeuwse pleinen kregen een renovatiebeurt in de toenmalige stijl, of in opdracht werden nieuwe pleinen in middeleeuwse stratenpatroon 'uitgesneden' soms zonder enige consideratie met het stedelijke weefsel.

De stylistische trends van italiaanse Renaissance pleinen kunnen slechts in

vrij algemene termen worden gedefinieerd: l.De wens naar ruimtelijke eenheid

waar-aan alle andere archi tektonische ten-denzen ondergeschikt zijn gemaakt; 2.Het vaak toepassen van arkaden als

ver-bindende elementen teneinde de eenheid in de gevelwanden rondom het plein te vergroten;

3.Het gebruik van monumenten en fontei-nen om de ruimte van het plein te defi-niëren.

Met de Renaissance nam ook de stedebouw-kundige 'planning' een aanvang. De stad en het plein werden ontworpen volgens geheel nieuwe esthetische principes en normen. Strukturele duidelijkheid en de wens tot discipline en orde werden de principes van de stedebouw.

De theoretische stedebouw begon met het traktaat dat ALBERTI~ in 1449 schreef -posthuum uitgegeven in 1484 -. Het behan-delde de ideale topografische ligging van de stad,de relatie tot het landschap, de principes van de indeling en het gehe-le kompgehe-lex van ekonomische en verkeers-voorwaarden. Hij gaf ook reeds nauwkeuri-ge proporties voor het centrale plein en de hoogte van de gevelwanden die hij nooit in werkelijkheid heeft gezien. Zijn concept van een centraal plein met radia-le straten bradia-leef een kristallisatie van theoretische'gedachten,en werd pas onge-veer anderhalve eeuw later werkelijkheid met de bouw van Palma Nuova in 1593. FILARETE schreef een traktaat (1460-'64) waarin hij een beeld opriep van een stad,

gebaseerd op Plato's Utopia. Zijn ideale stad gaf hij de, naam SFORZINDA,naar zijn broodheer Francesco Sforza.

Beide verhandelingen hebben een enorme invloed gehad op vele latere plannen,tot-aan Washington D.C. toe; ze -werden het

'idée fixe' van alle verdere utopische projekten.

Er volgden nog vele theoretici na hen: Serlio,Cataneo,Vasari en Scamozzi in Ita-lië; Du Cerceau en Perret in Frankrijk; Dürer en Speckle in Duitsland; Stevin en Van Coehoom in de Nederlanden.On en-kele ervan maar te noemen. ( 2 )

Cytaty

Powiązane dokumenty