• Nie Znaleziono Wyników

76.05

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "76.05"

Copied!
21
0
0

Pełen tekst

(1)

D4 76.05

(2)

SAMENVATTING VAN HET IN VERRICHTE SYSTEMATISCH-KADE-ONDERZOEK.

(3)

1

-Het systematisch onderzoek naar de veiligheid van de Nederlandse boezemkaden heeft in 197't geresulteerd in een beoordeling van dé veiligheid van de volgende polders:

1. De Klaas Engelbrechtspolder 2. De Dorppolder 3. De Duifpolder k. De Aalkeet-Buitenpolder 5. De Hoekpolder 6. De Watergraafsmeer 7. De polder Groot-Mijdrecht 8. De Schinkelpolder 9. De polder Vierambacht 10. De polder Oudshoorn 11. De polder Gnephoek

De totale oppervlakte van deze polders bedraagt 7160 ha. De lengte van de onderzochte kaden bedraagt totaal +_ 80 km.

De ligging van de bovenstaande polders is op de bijgevoegde kaart aangegeven ( bijlage 1 ) .

Over iedere kade is door het Centrum voor Onderzoek Waterkeringen een rapport samengesteld, waarin het gehele onderzoek is beschre-ven en waarin de beoordeling van de veiligheid is weergegebeschre-ven. De nota's worden ondersteund door rapporten van het Laboratorium voor Grondmechanica, waarin het grondmechanisch onderzoek is beschreven. Een overzicht van de rapporten is bijgevoegd (bijlage 2 ) .

Om een overzicht te verschaffen van het in 197^ verrichte kade-onderzoek volgen de samenvattingen, waarin de voornaamste conclu-sies zijn opgenomen, omtrent de veiligheid tegen overstroming van de eerder genoemde 11 polders.

De aanwezigheid van vreemde objecten is, voorzover bekend, vermeld en waar dit mogelijk was, betrokken in de beoordeling. Een

onderzoek naar de ligging en de toestand van pijpleidingen is echter niet uitgevoerd. Wel is in de rapporten gewezen op het gevaar van deze leidingen en de mogelijkheid tot toetsing met behulp van de leidraden voor gas- en vloeistofleidingen van de Technische Adviescommissie voor de Waterkeringen.

(4)

2

-1. De Klaas Engelbrechtspolder

De kaden liggen langs de Harnaschwatering, de Gaag, de Zijde en de Monsterwatering en hebben een totale lengte van 5»5 km. De kaden beschermen een hoofdzakelijk agrarisch gebied met een klein gedeelte van de bebouwing van Schipluiden. Ook beschermen ze de naastliggende Woudsche polder en Woudsche Droogmakerij met een totale oppervlakte van *f10 ha.

De kade langs de Harnaschwatering heeft een kruinbreedte van 3,50 m; het binnentalud heeft een helling van 1:2 en de kerende hoogte bedraagt 2,^0 m. De kade is hoofdzakelijk opgebouwd uit klei, die door een veenlaag wordt gescheiden van de onderliggende kleiachtige afzettingen.

Op grond van stabiliteitsonderzoek en enig aanvullend onderzoek kan de kade als veilig worden beschouwd. De minimum evenwichts-faktor is 1,36.

De kade langs de Gaag heeft een 8,00 m brede kruin met een weg erop. Het binnentalud heeft vaak een steilere helling dan 1:2. Onder de veenlaag ligt een zandpakket met daaronder een kleilaag en een dunne veenlaag. Onder de veenlaag liggen kleiafzettingen. Op basis van het vooronderzoek en de verkenning werd vastgesteld dat deze kade zowel wat grondsamenstelling, laagopbouw en vorm betrof alswel de geschiednis, overeenkomstig was met de kade langs de Gaag in de naastliggende Dorppolder. Op basis van het daar uitgevoerde stabiliteitsonderzoek is de stabiliteit van het binnentalud onvoldoende. De minimum evenwichtsfaktor in de Dorppolder was 1,0*t, Hoewel een afschuiving van het binnentalud waarschijnlijk niet direkt aanleiding zal geven tot een door-braak van dit zware kadelichaam, is het toch aan te bevelen de nodige aandacht hieraan te schenken. Dit laatste wordt nog eens benadrukt door de aanwezigheid van leidingen in de kade, die door bewegingen aan de kade kunnen breken.

Een gedeelte van de kade langs de Zijde, nabij Schipluiden, wordt door de aanwezigheid van hoog achterland als voldoende veilig beschouwd. De rest van de kade heeft een ongeveer 1,80 m brede kruin en de helling van het binnentalud is 1:2. Onder de kruin ligt een sterk met puin vermengd zandpakket, waaronder een

(5)

klei-laag en een dunne veenklei-laag.

Gezien de spreiding in grondeigenschappen moet er rekening mee worden gehouden dat onder maatgevende omstandigheden de

evenwichts-faktor in de ongunstigste profielen tussen de 1,18 en 0,99 liggen. De kade wordt op grond van stabiliteitsonderzoek als onvoldoende veilig aangemerkt.

De kade langs de Monsterwatering heeft een kruinbreedte van ongeveer 1,50 m. Het binnentalud heeft een helling die varieert van 1:2 tot 1:3» Een groot aantal boringen heeft aangetoond dat de kade van plaats tot plaats in grondopbouw verschilt. Dit vindt vooral zijn oorzaak in de sterk variërende diepte en dikte van de veenlaag, waarboven zich een kleilaag en een vaak met puin ver-mengde zandlaag bevindt. Onder de veenlaag liggen kleiachtige afzettingen. In één dwarsprofiel is de stabiliteit bepaald. De minimum evenwichtsfaktor is hier;> 2. Gezien de heterogene op-bouw van de kade kan echter met dit stabiliteitsonderzoek geen oordeel worden gegeven over de veiligheid van de gehele kade. Een groot aantal kostbare stabiïiteitsonderzoeken zal pas uit-sluitsel kunnen geven over de veiligheid van de kade. Gezien de hieraan verbonden hoge kosten, is het raadzaam om de kade te ver-beteren. Deze verbetering zal waarschijnlijk kunnen worden beperkt tot het aanbrengen van een drainage. Men kan in die gedeelten waar drainage is toegepast, op grond van het uitgevoerde stabiliteits-onderzoek in de kade langs de Zijde en de Monsterwatering wel-licht voldoende stabiliteit verwachten. Enige berekeningen zullen dit aantonen. De grote doorlatendheid van de zand- en puinlagen resulteert plaatselijk in duidelijk waarneembare kwel. Het wordt niet uitgesloten geacht dat hierdoor wellen en ontgrondingen kun-nen ontstaan, die een gevaar voor de stabiliteit kunkun-nen vormen. Aanbevolen wordt een onderzoek in te stellen en indien nodig maatregelen te treffen om deze kwel tegen te gaan.

De kaden worden op verschillende plaatsen gekruist door gas- en vloeistofleidingen. In principe vormen deze leidingen een gevaar voor de kade en dienen te worden getoetst aan de leidraden voor constructie en beheer van gas- respectievelijk vloeistofleidingen.

(6)

2. De Dorppolder (525 ha)

De kaden liggen langs de Lee- of Lierwatering, de Zijde en de Oostgaag en hebben een totale lengte van ongeveer 6,5 km. De kaden beschermen niet alleen een diepgelegen agrarische polder met daarin een belangrijke verbindingsweg met het Westland,

maar ook nog de naastliggende Kralingerpolder met een oppervlakte van 605 ha.

De kade langs de Lee- of Lierwatering en een gedeelte van de kade langs de Zijde hebben een zodanig geringe kerende hoogte, dat ze zonder meer als veilig kunnen worden aangemerkt.

De rest van de kade langs de Zijde heeft een kruinbreedte van 1,70 m en de helling van het binnentalud is 1:2. Langs een gedeelte van de kade ligt een teensloot direkt aan de teen. De kade bestaat uit een kern van kleihoudend zand en klei op een veenlaag. Dit pakket rust op kleiafzettingen. Uit de stabiliteits-berekeningen blijkt dat de stabiliteit van de kade grotendeels afhankelijk is van het wel of niet aanwezig zijn van de teen-sloot. Waar de teensloot ontbreekt is de kade veilig. De minimum evenwichtsfaktor is 1,5» Indien er een sloot aan de teen ligt, heeft de kade onvoldoende veiligheid tegen afschuiven. De minimum evenwichtsfaktor is 1,15.

De kade langs de Oostgaag heeft een brede kruin met een weg erop. Het binnentalud heeft een helling van 1:2 en steiler en onderaan het talud ligt nagenoeg overal een brede teensloot. De kade bestaat onder de weg uit een zandpakket met daaronder een laag en een dunne veenlaag. Dit geheel rust op een zandig klei-pakket. Het stabiliteitsonderzoek heeft uitgewezen dat het binnen-talud onvoldoende stabiel is. De minimum evenwichtsfaktor is

De in de kaden voorkomende vloeistof- en gasleidingen dienen, voorzover dit niet is gebeurd, te worden getoetst aan de lei-draden van de T.A.W.

(7)

5

-3. De Duifpolder (350 ha)

De kaden liggen langs de Oostgaag, Bree- of Lichtvoetswatering, Noordvliet en Middelwatering. De totale lengte is ongeveer 9 km. De kaden beschermen een tamelijk diepliggend gebied met enige bebouwing.

De kade'langs de Oostgaag heeft over een klein gedeelte een ge-middelde kruinbreedte van 1,25 na; de helling van het binnentalud is ongeveer 1:2. Langs de teen ligt een sloot. De kade ligt in een oude kreek en bestaat hoofdzakelijk uit zand, en klei met planten-resten. Veen komt nagenoeg niet voos fien stabiliteitsberekening heeft aangetoond dat de kade als onvoldoende veilig moet worden beschouwd. De berekende evenwichtsfaktor is 1,22, waarbij moet worden aangetekend dat in dit geval bij de gevolgde

berekenings-methode niet de minimum glijcirkel is bepaald omdat de gevonden' cirkel al onvoldoende is. De evenwichtsfactor kan dus nog lager zijn. Langs een groot gedeelte van de.rest van de kade langs de Oostgaag is aan de binnenzijde de aardenbaan van een oude tram-baan gelegen. Dit kade gedeelte kan vanwege het zware profiel als veilig worden beschouwd.

De kade langs de Bree- of Lichtvoetswatering heeft een wisselend profiel. De kruinbreedte varieert van 1,00 m tot 2,50 m; de helling van het binnentalud varieert van 2:3 tot 1:2. Op sommige plaatsen ligt vlietland voor de kade. Aan de teen ligt nagenoeg overal een sloot. De kade doorkruist enkele oude kreken, waar het veen is weggeslagen; de kreken zijn opgevuld met zandig en kleiïg materiaal met plantenresten. Een stabiliteitsonderzoek heeft

uitgewezen dat de kade als onveilig moet worden beschouwd. De. minimum evenwichtsfaktor is 1,03. Nagegaan dient te v/orden in hoeverre hoge beplanting van de kade moet worden verwijderd.

De kade langs de Noordvliet heeft over 200 m de.afmetingen en grondsamenstelling die analoog is aan die van de Bree- of Lichtvoetswatering. Een stabiliteitsonderzoek heeft aangetoond dat dit kadegedeelte als onveilig moet worden aangemerkt.

De minimum evenwichtsfaktor is 1,09. Voor het overige kadegedeelte langs de Noordvliet ligt een breed boezemland. De kade kan hier als veilig worden gezien.

(8)

6

-De kade langs de Middelwatering heeft over een kleine lengte (125 n) een profiel met een kruinbreedte van 1,00 m en een

helling van het binnentalud van 1:2. In de teen ligt geen sloot. Het overige kadegedeelte (1,5 km) heeft een zwaarder profiel. De kruinbreedte is hier 3,00 m en de helling van het binnentalud

is 1:2. Direkt aan de teen ligt op de meeste plaatsen een teen-sloot. Ter plaatse van een oude doorbraak is de teensloot

verder in het achterland aangelegd. De kade loopt door oude kreken. Sen stabiliteitsonderzoek in een kreekprofiel heeft aangetoond dat dit profiel voldoende stabiliteit bezit bij de gemeten .freatische lijn. Bij enige verhoging van de freatische lijn blijkt de evenwichtsfaktor snel te dalen tot onder het als veilig beschouwde minimum. Hetzelfde gebeurt als de berekening wordt uitgevoerd met grondeigenschappen van veen, dus zoals de kade is opgebouwd op plaatsen waar deze niet door een kreek is aangelegd. De evenwichtsfaktor daalt met een iets hogere

aangenomen freatische lijn tot 1,1. Daarbij moet worden vermeldt dat

ook bij deze berekening niet het minimum glijvlak is bepaald. De kade moet, gezien de grote invloed van de waterspanningen op de evenwichtsfaktor als onveilig worden beschouwd. Evenals langs de Bree- of Lichtvoetswatering moet hier worden gewezen op het gevaar van de hoge bomen op de betrekkelijk kleine kade.

(9)

7

-k. De Aalkeet-Buitenpolder (395 ha)

De kaden liggen langs de Bommeer, de Boonervliet en de Zuidbuurt en hebben een totale lengte van ongeveer 3«5 km. De kaden

beschermen een groot, tamelijk diepgelegen agrarisch gebied met enige bebouwing en de rijksweg E-36. De kade beschermt tevens een groot achterliggend gebied met de bebouwing van Vlaardingen (westwijk, centrum).

De kade langs de Bommeer en de Boonervliet heeft over de gehele lengte hetzelfde profiel met een kruinbreedte van 1,30 m en een

helling van het binnentalud van 1:2. De kade is bijna volledig uit klei opgebouwd. Op sommige plaatsen komt een dunne veenlaag voor. Een stabiliteitsonderzoek heeft uitgewezen dat de kade juist voldoende veiligheid tegen afschuiving bezit. De minimum evenwichts-faktor is 1,33» Het is, gezien de geringe overmaat aan stabiliteit, in dit geval aan te bevelen de nodige aandacht te schenken aan onder-staande faktoren, die hier de veiligheid benadelen:

a. Door de pleziervaart worden de oevers aangetast. Langs de Bommeer wordt de grasmat tevens beschadigd door intensieve recreatie op de kade.

b. De vaak hoge beplanting (langs de Bommeer), die merendeels in een slechte staat verkeert, houdt een goede grasgroei tegen. Op enige plaatsen heeft dit door het steile talud erosie tot gevolg gehad.

De kade langs de Zuidbuurt, ten westen van de beweegbare boezem-afsluiting, heeft nagenoeg dezelfde afmetingen als die langs de Boonervliet. Ook de grondopbouw is vergelijkbaar. De kade kan daarom zonder meer als veilig worden beschouwd, te meer daar het achterland op een iets hoger niveau ligt dan bij de kade langs de Boonervliet. De rest van de kade vertoont een veel slechter beeld. De kade heeft zeer geringe afmetingen en verschilt van plaats tot plaats van vorm. Gezien de resultaten van het stabiliteitsonderzoek mag hier een onvoldoende veiligheid worden verwacht.

(10)

8

-5. De Hoekpolder (2^5 ha)

De kaden liggen langs de Spieringwetering, Kerstanjewetering, Noorhoornsche wetering, de Duider en de Korte- of Reijnerwatering. De totale lengte bedraagt ongeveer k km. De kaden beschermen

een hoofdzakelijk stedelijk gebied ( gemeente Rijswijk ) .

Het achterland van de kaden langs de Spieringwetering,

Kerstanjewetering en Noordhoornsche wetering ligt meestal hoger dan het gemeten boezempeil. De kaden worden daarom zonder verder onderzoek als veilig gekwalificeerd.

De kade langs de Duider (ten oosten van het gemaal) heeft een hoge kruin om de hier voorkomende golfaanval te keren. Het binnentalud heeft een helling van 1:2. Direct aan de teen ligt een brede tocht.

De kade is opgebouwd uit zandhoudende klei en zand. Dit pakket rust op een dunne veenlaag, waaronder zich zand- en kleihoudende afzettingen bevinden. Een stabiliteitsonderzoek in dit kade-gedeelte heeft uitgewezen dat de kade niet als veilig mag worden aangemerkt. De berekende minimum evenwichtsfaktor is 1,16.

De kade langs de Duider (ten westen van het gemaal) en de kade langs de Korte- of Reijnerwatering (tot aan de begraafplaats) heeft een hoge kruin. Het binnentalud loopt flauw af (helling 1:*f a 1:6). Onder de kruin bestaat de kade uit (zandhoudende) klei. Hieronder ligt een veenpakket, dat op een zandig kleipakket rust. De kade kan vanwege zijn afmetingen ea grondsamenstelling als veilig worden beoordeeld.

De kade langs de Korte- of Reijnerwatering ter hoogte van de begraafplaats en het volkstuinencomplex is onlangs opnieuw geprofileerd. De kruinbreedte is op 3»00 m gebracht; de helling van het binnentalud ie 1:3 en steiler; direkt aan de teen ligt een brede sloot. De nieuwe profilering betekent geen verbetering van de stabiliteit. Bij een geringe stijging van de freatische lijn zal de stabiliteit sterk afnemen. De evenwichtsfaktor wordt dan 1,20. De kade kan daarom niet als veilig worden aangemerkt.

De kruisende vloeistof- en gasleidingen dienen, voor zover dit nog niet is gebeurd, te worden getoetst aan de leidraden van de T.A.W.

(11)

9

-6. De Watergraafsmeer (566 ha)

De kaden liggen langs de Amstel, de Ringvaart en de Weespertrek-veart en hebben een totale lengte van ongeveer 9 km. De kaden beschermen een groot stedelijk gebied (een woonwijk van

Amsterdam) en enige belangrijke spoorwegen en verkeersaders.

Enige kadegedeelten zijn niet grondmechanisch onderzocht en kunnen zonder meer als veilig worden beschouwd:

a. De kade langs de Amstel, vanwege het zeer zware profiel; b. Het kadegedeelte langs de Ringvaart tussen de spoorbrug en

de Hartveldsche brug omdat het boezemgedeelte is afgedamd en de kade niet meer als boezemkade fungeert;

c. Het kadegedeelte langs de Ringvaart tussen de Amstel en de Molukkenbrug, vanwege het zware profiel en de aanwezigheid van een kademuur;

d. Het kadegedeelte langs de Weespertrekvaart tussen de

Hartveldsche brug en de Duivendrechtse brug, vanwege de aan-wezigheid van een zeer zwaar profiel.

De grondmechanisch onderzochte kadegedeelten hebben een wisselend profiel, maar de grondopbouw is dezelfde. Onder de kruin ligt een pakket dat bestaat uit puinhoudende, zandige materialen. Dit

pakket rust op een veenlaag die plaatselijk in dikte varieert. Onder de veenlaag liggen klei- en zandhoudende afzettingen, waarvan de grondmechanische eigenschappen van groot belang zijn voor de stabiliteit van de kade.

De kade langs de Kin^vaart tussen de Molukkenbrug en de spoorbrug nabij Diemen heeft over zijn gehele lengte een ongeveer 5 ra brede kruin. De helling van het binnentalud varieert: Over een gedeelte is deze 1:3 en ligt de teensloot airekt- onaer aan het talueUi-f ver het andere gedeelte is de helling 1:5 en gaat over in 1:17» Hierdoor ligt de teensloot verder uit de kruin verwijderd. De taludhelling en de ligging van de teensloot hebben grote invloed op de stabiliteit. In het eerste geval is de minimum evenwichtsfaktor 1,10 (bij gemeten freatische lijn); dit kadegedeelte wordt als onveilig aangemerkt.

(12)

10

-In het tweede geval is de minimum evenwichtsfaktor 1,5*+ (bij verhoogde freatische lijn); dit kadegedeelte kan als voldoende veilig worden beschouwd.

De kade langs de Veespertrekvaart tussen de Duivendrechtse brug en de Amstel heeft een ongeveer 13 meter brede kruin. De helling van het binnentalud is 1:3 en gaat halverwege over in een berm met een helling van 1:9» De kade heeft onder normale omstandigheden (gemeten freatische lijn) een evenwichtsfaktor van 1,*f en onder ongunstige omstandigheden (boezemstand N.A.P.+ 0,20) een minimum evenwichtsfaktor van 1,05» Hoewel de kade een zwaar profiel heeft kan onder genoemde ongunstige omstandigheden een doorbraak door afschuiving van het binnentalud niet worden uitgesloten, omdat de gevolgen van een eventuele afschuiving niet te voorspellen zijn. De kade mag daarom niet onder alle omstandigheden als voldoende veilig worden aangemerkt.

In de kade liggen, zowel in lengte- als in dwarsrichting, leidingen van verschillende aard. Deze dienen te worden getoetst aan de

leidraden voor gas- en vloeistofleidingen.

De slechte resultaten van het onderzoek van de kade langs de Ring-vaart zijn, direkt nadat deze bekend waren, aan de dienst Publieke Werken van de Gemeente Amsterdam meegedeeld. Men heeft voor deze kade direkt een verbeteringsplan ontworpen en uitgevoerd. De even-wichtsfaktor van het verbeterde is onder normale omstandigheden 1,3*

De kade langs de Weespertrekvaart tussen de Duivendrechtse brug en de Omval is los van dit onderzoek op sommige plaatsen verbeterd. Een evenwichtsfaktor van deze verbeterde gedeelten is niet bekend. Het is aan te bevelen om de veiligheid van de gehele kade nog eens nader te bezien. Waarschijnlijk zal de maatgevende boezemstand van N.A.P. + 0,20 m dan, in verband met de invloed van het gereedgekomen gemaal bij IJrauiden, op een lager niveau kunnen worden aangenomen.

(13)

11

-7. De polder Groot-Mijdrecht (2020 ha)

De kaden liggen. lan<-s de Amstel, de Oude Waver, de Botsholse en Vinkeveense plassen en de Ringvaart van de Mijdrechtse

Droogmakerij en hebben een totale lengte van ongeveer 18 km. De kaden beschermen een hoofdzakelijk agrarisch gebied met

woonkernen van Vinkeveen, Wilnis en een industriegebied van Mijdrecht,

De kade langs de Amstel heeft.grotendeels een hoog achterland met bebouwing. De vorm hiervan is zodanig, dat de kade zonder verder onderzoek als veilig kan worden aangemerkt. Over een klein gedeelte van de kade ontbreekt het hoge achterland. Dit kaciegedeelte moet, gezien de resultaten van het onderbeschreven stabiliteitsonderzoek in de overige kadegedeelten, als onveilig worden beschouwd.

Het kadegedeelte langs de Oude Waver heeft een k m brede kruin. De helling van het binnentalud i6 1:2 a 1:3» De kade is hoofd-zakelijk opgebouwd uit klei en kleiachtig zand. Uit een

stabiliteitsonderzoek blijkt dat de kade als onveilig moet worden aangemerkt. De minimum evenwichtsfaktor is 0,97.

De kaden langs de Vinkeveense plassen en de Ringvaart hebben een brede kruin en de helling van het binnentalud is 1ik tot 1:6. Zij bestaan voornamelijk uit veen, dat plaatselijk door een klei-laag wordt doorsneden.

Enige stabiliteitsonderzoeken hebben uitgewezen dat de kade als onvoldoende veilig moet worden beschouwd. De evenwichtsfaktoren liggen tussen 1,00 en 1,25» Sen mogelijke uitzondering hierop wordt gevormd door een kadegedeelte ten noorden van de provin-ciale weg naar Uithoorn. Hier is een zandrug aangebracht in het , binnentalud. Deze kan een positief effect hebben op de

stabiliteit. De omvang van de zandrug is echter onbekend, zodat over de mate, waarop de evenwichtsfaktor wordt beïnvloed weinig kan worden gezegd. De grootte en plaats van de zandrug t.o.v. het profiel zijn waarschijnlijk weinig van plaats tot plaats verschillend, hetgeen nog zal worden vastgesteld. Hierna kan een betere benadering van de veiligheid worden gegeven.

(14)

12

-De gemeten lage potentiaal in het diepe zand zou plaatselijk afwijkende waterspanningsverdelingen kunnen geven, ten opzichte van de in de stabiliteitsberekeningen aangehouden hydrostatische verdeling. Hoewel deze afwijking een gunstige invloed zal hebben op de evenwichtsfaktor, zal deze in de meeste gevallen waarschijnlijk niet leiden tot een zodanige verhoging van de evenwichtsfaktor dat de kade als veilig kan worden aangemerkt.

Het gevaar van breuk van de in de kade aanwezige leidingen wordt aanmerkelijk vergroot door de onvoldoende stabiliteit van de kade. De kruisende vloeistof- en gasleidingen dienen, voorzover dit nog niet is gebeurd, te worden getoetst aan de leidraden van de T.A.W.

(15)

8. De Schinkelpolder (240 ha)

De kaden liggen langs de Ringvaart van de Haarlemmermeerpolder, de Molenpoel en de Ringsloot Oosteinderpoelpolder en hebben een totale lengte van ongeveer 4,5 km. De kaden beschermen een diepliggend agrarisch gebied met enige bebouwing.

De kade langs de .Ringvaart van de Haarlemmermeerpolder en de Molenpoel heeft een profiel dat een geringe wisseling in lengterichting vertoont. Gemiddeld heeft de kruin een breedte van 4,50 m en heeft het binnentalud een helling van 1:4. Qua grondopbouw verschilt de kade weinig in lengterichting. De

bovenlaag van wisselend zandig en kleiïg materiaal is waarschijn-lijk de oorzaak van de plaatsewaarschijn-lijk optredende kwel. Onder deze laag bevindt zich een veenlaag, waaronder kleiïge en zandige afzettingen liggen. Uit het onderzoek blijkt dat de veenlaag in lengterichting weinig in dikte en hoogte varieert.

De stabiliteit van de kade is bij de gemeten freatische lijn ruim voldoende. De berekende evenwichtsfaktor is 2,09. De stabi-liteit is echter zeer gevoelig voor waterspanningsverhogingen onder de veenlaag. Op kadegedeelten met kwel kan de evenwichts-faktor dalen tot een waarde die ligt tussen 1,24 en 1,38.

Aanbevolen wordt om een nauwkeurig onderzoek naar de ligging van het freatische vlak in te stellen en waar dit noodzakelijk is, maatregelen te -nemen om de veiligheid van de kade te waarborgen.

De kade langs de Ringsloot Oosteinderpoelpolder is, vanwege zijn zware profiel en vaak hooggelegen achterland zonder verder

onderzoek als veilig aangemerkt. De in de kade liggende gas- en waterleidingen dienen echter wel getoetst te worden aan de respectievelijke leidraden van de T.A.W.

(16)

De polder Vierambacht (17^5 ha)

De kaden liggen langs de '..'oudwetering, het Paddegat, de Braassemermeer en de Leidsche Vaart. De totale lengte van de kaden is ongeveer 9»5 km.

De kaden beschermen een diepgelegen agrarisch gebied, waarin enkele wooncentra zijn gelegen. Er wordt een gedeelte van de polder opgespoten om hier een grote uitbreiding van de gemeente Alphen aan de Rijn op te bouwen.

De kade langs de '.v'oudwetering kan vanwege zijn grote afmetingen en hoge achterland zonder meer als veilig worden gekwalificeerd.

De kade langs het Paddegat, de Braassemermeer en de Leidsche Vaart heeft over zijn gehele lengte ongeveer hetzelfde profiel. De kruinbreedte is k a 5 meter. De helling van het binnentalud is 2:7» De kade heeft' (op ongeveer 300 m na) -dezelfde grond-opbouw. Onder de kruin ligt een pakket opgebracht zandig

materiaal. Hieronder ligt een dikke veenlaag, waaronder een 1 m dikke kleilaag met plantenresten. Het geheel ligt op een zandig kleipakket. Een stabiliteitsonderzoek heeft uitgewezen dat de kade als voldoende veilig mag worden aangemerkt. De minimum evenwichtsfaktor is 1,3« Het voornoemde kadegedeelte met een lengte van ongeveer 300 m is qua profiel hetzelfde als de rest van de kade. De grondopbouw verschilt echter. De kade bestaat uit stugge klei. Er komt nagenoeg geen veen voor. Ook de ligging van het freatisch vlak is gunstiger voor de stabiliteit. Dit kadegedeelte kan zonder meer als veilig worden beschouwd.

(17)

15

-10. De polder Oudshoorn (500 ha)

De kaden liggen langs de Heimanswetering, de Oude Rijn, de Kromme Aar, de Bijlen en het Aarkanaal. De totale lengte is

ongeveer 8,5 km. De kaden beschermen niet alleen een gedeeltelijk agrarisch gebied en woongebied in deze polder, maar ook de achter-liggende polder Vierambacht (17^5 h a ) .

De kaden langs de Heimanswetering, Oude Rijn, de Bijlen en een gedeelte van de kade langs de Kromme Aar kunnen, vanwege hun zware afmetingen of het hoogliggende achtergelegen terrein, als veilig worden beschouwd.

De kade langs de Kromme Aar, ongeveer vanaf het gemaal tot aan het Aarkanaal, heeft een kruinbreedte van 3,50 m; de helling is 2:5 a 1:3. De kade is hoofdzakelijk opgebouwd uit kleihoudende materialen, die door de zijtak (de Aar) van de Oude Rijn zijn afgezet. De klei-lagen rusten op een zandpakket. Een stabiliteitsonderzoek gaf een minimum evenwichtsfaktor van 1,65. De kade kan als veilig

worden aangemerkt, 'wel is het raadzaam om aandacht te schenken aan de groei van een goede grasmat, omdat de huidige grasmat is aangetast en overwoekerd door wilde begroeiing en bomen.

De kade langs het Aarkanaal heeft een kruinbreedte van 5>00 m met een brede weg erop. Het binnentalud is zeer steil en heeft een helling van 2:3» Direkt onderaan het talud ligt een 2 meter brede teensloot. De grondopbouw van de kade is dezelfde als die van de kade langs de Kromme Aar. Het steile binnentalud en de aanwezigheid van de teensloot doen de stabiliteit van het binnen-talud sterk teruglopen. Sr kunnen daarom bij een hoge freatische lijn ondiepe glijvlakken ontstaan. De minimum evenwichtsfaktor is 1,22. In hoeverre de totale veiligheid van de kade door de betrekkelijk ondiepe glijvlakken zal worden aangetast, is niet te voorspellen. Om de veiligheid te waarborgen wordt aanbevolen om de helling van het binnentalud te verflauwen en de sloot te verleggen.

(18)

16

-11. De polder Gnephoek (225 ha)

De kaden liggen langs de Heimanswetering, Oude Rijn en

Lage Waardsche Rijn en hebben een totale lengte van ongeveer 3 km.

Hoewel de polder Gnephoek van het achtergelegen gebied is ge-scheiden door een polderkade, is de hoogte van deze kade zodanig dat bij een doorbraak van de boezemkade van de polder Gnephoek, het achtergelegen gebied met een oppervlakte van 500 ha ook de kans loopt te inunderen.

De kade langs de lieimanswetering t.ten noorderi~van

1s-Kolenaarsbuurt) en de voorboezem van het gemaal heeft een 1,50 m

brede kruin; de helling van het binnentalud is 2:5» Langs de teen ligt een sloot. De kade bestaat direkt onder de kruin uit zand-houdende klei, waaronder een 3 m dikke veenlaag ligt. Vanaf de onderkant van het veen zetten zich kleiïge lagen voort, waarin over de eerste anderhalve meter nog veel plantenresten aanwezig zijn. De veenlaag heeft slechte grondmechanische eigenschappen. Een stabiliteitsonderzoek heeft uitgewezen dat de kade onvoldoende veilig is. De minimum evenwichtsfaktor is 1,08.

De kaden langs de Heimanswetering (ter hoogte van

's-Molenaarsbuurt) en de Oude Rijn kan, vanwege haar afmetingen en hooggelegen achterland, zonder verder onderzoek als veilig worden beschouwd.

Omdat de kade langs de Lage Waardsche i\ijn gedeeltelijk in een rivierkleigebied en gedeeltelijk in een veengebied ligt, moet deze kade in twee gedeelten worden gesplitst:

Het noordelijke gedeelte heeft nagenoeg dezelfde afmetingen en laagopbouw als de kade langs de Heimanswetering (ten noorden van

1s-Holenaarsbuurt). Daar de veiligheid van de laatstgenoemde

kade onvoldoende is, moet ook het noordelijke kad?{rèd»elte langs de lage Waardsche Rijn als onveilig worden aangemerkt.

(19)

Het zuidelijke kadegedeelte heeft dezelfde afmetingen als het noordelijke gedeelte. De grondopbouw is echter anders. De veenlaag is geheel verdwenen. De kade is volledig opgebouwd uit kleiïge materialen. De kade ia- qua laagonbouw en afmetingen te vergelijken met de kade van de Kromme Aar van de polder

Oudshoorn. Hier werd een minimum evenwichtsfaktor berekend van 1,65» Het zuidelijke kadegedeelte kan daarom als veilig worden beschouwd.

(20)

Naam van de polder 1. De Klaas Engelbrecht&polder 2. De Dorppolder 3. De Duifpolder . k. De Aalkeet-Buitenpolder 5. De Hoekpolder 6. De Watergraafsmeer 7. De polder Groot-Mijdrecht 8. De Schinkelpolder 9. De polder Vierambacht 10. De polder Oudshoorn 11. De polder Gnephoek Bijlage 2

r van het centrum

A 73 - 003 A 73 - 00^+ A 73 - 007 A 73 - 008 A 73 - 023 A 73 - 025 A 73 - 028 A 7^ - 003 A 7k - 006 A 7k - 007 A ?4 - 010 L.G.M.-nr co - 21728 CO - 21729 CO - 21732 CO - 21733

co - 21736

co - 21738

co - 20877

co - 222V5

CO - 222^6 co - 222V7 co - 22250

(21)

De Technische Adviescommissie voor de Waterkeringen werd door de Minister van Verkeer en Waterstaat ingesteld.

De commissie adviseert de minister omtrent alle technisch-wetenschappelijke aspecten die van belang kunnen zijn voor een doelmatige constructie en het onderhoud van waterkeringen dan wel voor de veiligheid van door waterkeringen beschermde gebieden.

Cytaty

Powiązane dokumenty

W tej grupie szczególnej uwagi wymagają rozważania Autorów w przedmiocie zacho- wań polegających na kierowaniu pojazdem w sposób skutkujący zagrożeniem bezpieczeń- stwa w

z okazji 25-lecia istnienia komisji Prawa morskiego oddziału gdańskiego Pan odbyła się 26 maja 2006 roku uroczysta sesja plenarna kPm.. tym razem miała ona miejsce w auli

Keywords: Inorganic Pigment, Solid State Reaction, Thermal Analysis, D-electron Metal Tungstate, Neodymium(III) Tungstate.. SYNTEZA I CHARAKTERYSTYKA MNd 2 W 2 O 10 (M = Ni, Cu,

Rozważania programowe Stronnictwa Demokratycznego „Prostokąt”, Stron- nictwa Polskiej Demokracji, Ruchu Młodej Demokracji zostały opublikowane na łamach własnej

Organizacja oraz warunki pracy kancelaryjnej jednostek Policji Państwowej powiatu chełmskiego w latach 1919-19391.. Z akres poruszonego w tytule zagadnienia badawczego, w

[r]

Feasibility and Affordability in Brazilian Social Housing according to the Open Building Approach: An Architectural Prospection.. * 1 Rosamônica da Fonseca Lamounier,

Oceniano powiązanie 3 parametrów relaksacji (częstość, głębokość i czas trwania) z kurczowym napięciem mięśni, niedowła­ dem, obniżeniem ogólnej sprawności