BPANDSTOF
----
-STOOM WATER WÁTER BRANDSTOF ACETYLEEN .-____________________________ ~---~---;---OMF KW.gasI
L----~~=-=~~~=::::==.~~
ACETYLEEN DMF. Di Ac E. G. SCHOOREk 3m I december 1961-.
"", ; '" \ ""n c
l-<-
t:'.1
V\ü -{v~ C ("-)
\ '.:1- 1
-1-1. Inleiding (1,
7, 15)
De methode welke een eeuw E-:e1-euen werd ontdeKt door Bert;helot,
aeetyleenbereidi~c uit koo1w2terstol~en met de eleetrische boog,
wordt heden ten d~ge nog steens in de techniek toegepast. Acety -l een werd het eerst bereid uit water en natriumcarbide. Haar naam heeft ze te danken aÓ.n Bertrlelot.
Na het boogrToces kwam V\~etl!er wet de bereiding van acety-Leen uit calei umcarbide, Lewes me teen kraaklJrOCeS Ul tgaaDd e van ethy -Leen en Bone en Coward verKregen &cetyleen langs therlrlisc.he weg. Het werk van Lewes werd later voortgezet door Wulff.
Acetyleen wordt tegenwoordig nog steeds voor het ~rootste gedeelte uit calciumcarhide bereid. Daarnaast onderscheiden we de verschil -lende bereidingswijzen uitgaande van koolwaterstoffen.
Pcetyleen wordt in de chemische industrie toe~el&st voor de berei-ding van:
1) neopr een Cvolymeer van chloropreen).
Dimerisatie tot monovlny1-&cetyleen, gevol~d door ch-Loreren en polymeri seren. Geen bljzondere productiegroei te verwHchten. 2) vinylchloride.
Dankbaar wordt vaak gebrui k gemaakt van bet ongewenste bi jpro -duct, zoutzuur. Dit proces is slechts econollisch, wanneer
[oeà.-koop zoutzuur &ó.nwezig is.
3)
acrylonitri1.Een belangri jke toegepbssing van acetyleen is de bereiding van acr ylonitr i l uit acety1-een en HCN. Acry-Lonitril wordt gepo-Lyme -riseerd voor de bereiding van synthetische vezels, een belang -rijk en groeiend afzetgebied.
4) trichlooretliyleen.
Dit belangrijke op-Loswiddel kan worden bereid door chlorering van acetyleen.
5)
vinylacetaat.Acetyleen en azijnzuur 1-evert viny-Lacetó.at, dat gepolymer iseerd
en gehydrolyseerd polyvinylalcohol geeit, een belangr ljk ingre -dient voor synthetische vezels en verfstoffen.
.'1
\. \,..
j'':''"
,
-
2
-De toepassing van acetyleen in de chemlsche industrie loopt
achteruit door sterke concurrentie. ~o Kan bij de bereiding van vinylchloride, acrylonitril, aceetaldehyde, acetyleen worden
ver-vangen door ethyleen, een product dat voor de halve prijs van
acetyleen kan worden gemaakt.
1-2. De bereiding van acetyleen
(7,
15)
')
I
l
·
\,."~ \ (\. '
A) Uit calciumcarbide.
De bereiding van het carbide vereist een hoge electrlsche
ener-gie. De productie zal dan ook daar plaacs vinden waar
electri-citeit wordt verkregen 1ants hydrau~ische weg. Het proces is
uit te voeren lan~s natte - en langs droCe weg, afhankelijk van
de hoeveelheid water. Bij het in contact brengen tussen carbide
en water vindt de volgende reactie plaats: CH ~ CH + Ca(OH)2 Acetyleen ontwijkt en wordt nagezuiverd.
De bereiding van het carbide vindt p~aats in een electrische
o oven bij hoge temperatuur 2500 C.
CaO +
3
C Ca C2 + CO 110 kcal.
De electrische energietoevoer tracht men te vervangen door
ver-branding met zuurstof. Ook zijn er ontwlKkelingen, waarbij men
tracht de oven continu te laten werken i.p.v. ladingseewijs.
B) Uit koolwaterstoffen.
De kraakreactie van ê:l.l~e koolwaterstofien van methaan tot zware oliën moet, daar de reactle endotherm is, bij temperaturen
boven 11000C met een verbliJitijd van 0,003 tot 0,01 seconde
plaats vinden. Jammer genoeg is de temperatuur, waarbij
acety-leen snel en economisch gevorm wordt, tevens dicht gelegen bij de temferbtuur waarblj acety~een gaat ontleden. Vier methodes
voldoen op commerciële schaal.
1) De reactie wordt uitgevoerd in een apparaat, waar de energie
wordt toegevoerd aan de Koolwaterstofstroom door een
elec-trische boog.
I . G. Farben Industrie A. G.; (,riliin: Kroepelin; Ediger;
I
-
3.
De Bij H2'-
3
-2) De reactie wordt uittevoerd in een re~eneratiAvP oven in cyclische werklng, waarin de nodige thermische energie voor de kraakreactie wordt toe...,;evoerd aan het inwendige tralie
-werk van de oven door verbróndlng van verbrandin~sGas, tij
-dens een afzonderlijK, voorafgaand gedeelte van de cycl. s.
Wulff.
3)
Bereiding door rarti~le verbrandlng. De koo.lwaterstofvoeding wordt voor een seaeelte met lucht of zuurstof verbrand.Badische Analin- und Soda Fabrik
(B
.
A
.
S
.
F
. -
vroeSer Sachsse); Société Belge de l 'Azote(S
.
B
.
A
.
);
Phil.lips;ERstman, Montecatini.
4)
Bereidin~ aoor de voeding te injecteren in de hete verbran-dingsproducten van een goedkopere brandstof dan de voeding.
De vlamchelüe.
Farbwerke Hoechsta.G. Phillipsj Eastlilanj S.B.A.; Tsutsumi.
zuivering van het kraak€;as
(7
,
'-j. 1.)pyrolyse van methaan bestaat het kraakgas uit een mengsel van N
2, CO, CO2, CH4, C2H2, met!".:)'l. , vinyl- en diacetyleen. Gaan we uit van een hogere koolwaters~of als voeding dan bevat het kraakgas tevens olefinen, ZOG.ls ethyleen en propyleen, propadieen en butadieen, aromaten, hogere koolwaterstotfen en teer. Het pro
-bleem is om
4
tot 15 vol.% acet~leen hieruit af te scheiden en te zuiveren.Ieder proces is slechts economisch ver~ntwoord als men tevens de bijproducten wint en hiervan gebruik maakt. #aterstof en kool-monoxide worden in de B.A.S.F. fabrieken in de Verenigde Staten als grondstof gebruikt voor de bereiding van ammonia en methanol.
Ethyleen, dat bij kraking van ho[ere koolw8.terstoffen ontstaat,
is vaak een waardevol bijproduct.
De methodes om acetyleen te zuiveren ziJn zeer beperkt. De partiaal-druk van acetyleen mag uit veillgheidsoverwegingen niet meer dan 1 tot 2 ~tm. bedragen. Acetyleen valt uiteen en is explosief. Ook mag acetyleen niet boven een tewperótuur van IOOoe komen of in
I
t
'"
c, ",' . ... \ ,.;
-' "
- 4
-vloeibare - of vaste toestand in grote hoeveelheden voorkomen
(triple punt van acetyleen 1,3 ata en -bloC) . Door al deze beper
-kingen is het niet verbazend te ontdekKen, dat aLLe acetyleen
-zuivering~rrocessen sebaseerrl zijn op absorptie in een selectief
oplosmiddel. De bekendste opLoswiddelen zijn: water, ar:wlOnia,
aceton, dimethylformamide, butyrolaceto~, N-methyl pyrrelideen,
koolwaterstoffractj.es en acetonylaceton. Water is natuurlijk goed
-koop en hoeft niet te worden teruggewonnen. Ammonia heeft het
voordeel, dat haar kookpunt tussen c..cEtyleen en lnethylacetyleen
in ligt, hetgeen deze anders zo moeiliJke scheiding vergemakke
-lijkt (koelen en verdampen J -LCt,en nu gemakkelijk binnen de terlipe
-ratuursbeerenzing van acet,yleen) .
Bij de keuze van het oplosmiddel moet een aantal factoren in over~
weging worden genomen die specifiek zijn voor het onderhavige
~eval. Van het meeste belang is de zuiverheid van het acetyleen
die verelst wordt en de soort en de hoeveelheid bijproducten die
gezuiverd en gewonnen moeten worden. Zo krijgen we te doen met
problemen op het Bebied van regeneratie van het oplosmiddel, tem
-peratuur, corrosie etc.
I-l.J. Keuze van het toe te passen l,roces (7,11, 12, L5)
In 11 wordt, zuiver uit het oogpunt van de kosten, de verschillen
-de acetyleenprocessen die in de industrie worden toegepast, met
elkaar verGeleken.
De kostenvergelijking is gebaseerrl 0l' cie ome;eving van de Gulf Coast,
en kan natuurlijk op een andere plaats een ander beeld te zien ge-ven. Bij de keuze waar de iabrlek moet staan, zou ik me willen
beperken door te zeggen: in Nederland, het t een in politieK opzicht
nog niet zo slecht is. Tevens zou ik deze fabrieK uit economiscLe
overwegingen op het terrein van een oliemaatscnappij willen zetten.
Dit komt de levering van de grondstof en de afzet van de gewonnen
producten zeer ten goeae. Bij het vaststellen van de grootte van
de installatie moet natuurlijk gekeken worden naar de grootte van
het afzetgebled. In Nederland lijkt mij een acetyleenfabriek met
~.l " I t()..\ ! t'-V (
.
~ \ ')5
-Uit economisch oogpunt is een vergr oting van de l~oductiecapaci
teit bijzonder toe te juichen.
Van de rrocessen die in 11 worden beschouwd, blijkt het
Wulff-proces bij alle productiecapaciteiten de laagste Kosten met zich mee te hrengen. De S.B.A.-Kellog cijfers zljn echter verouderd.
Nieuwe gegevens zullen in een volgend artike~ verschijnen. Een
voordeel van het Wulff-proces is, dat het mogelijk is zonder een
zuurstofinstallatie (duur!) te werken. Bijzonder belangrijk voor
fabrieken op kleinere schaal. De oven biedt het voordeel dat Kan
worden uitgegabn van een wijde reeks van koolwaterstoffen. Een
nadeel is, dat stoom bij hoge temperatuur , met koolwaterstoffen
reageert en dat altijd wat valse lucht in het kraakgas komt. Dit
bezwbar heeft geleid tot een nieuwe ontwikke~ing. Een p~oces,
ge-baseerd op regeneratief thermisch kraken van lichte
koolwater-stoffen, gebruik makend van wa~erstof als verdunningsmiddel (12).
Het proces dat nog in een ontwikkelingsstadium verkeert, heeft
een goede kans om tot een comer cieel Ilroces uit te e;roeien.
Zo is mijn keuze gevallen op het Wulff-proces.
De nieuwe gegevens van S.B.A.-Kel~og zijn nog niet gepubliceerd
en andere processen verkeren nog in een ontwikkelingsstadium.
Bij het Wulff-proces is de meest toegepaste grondstof propaan.
Een kostenvergelijk ge~ft te zien: naphta, natur~}_ gas, ethaan,
propaan (15) --- Propaan is het goedkoopst. Zo kom ik tot:
Een acetyleenfabri ek, volgens he t Wulff-proces, lliet propaan als
grondstof en dimethylformamide als oplosmiddel voor de zuivering.
De fabriek zal staan o~ het terrein van een oliemaatschappij
, ... ,'. \
- -
- - ---
6
-11-1. Beschrijving van het proces (1, 2,
3,
7, 16, 17, l d, l~)\t
fL"UVloeibaar propaan wordt door zijn ei gen détmpdruk verpoInpt naar een vertikale verdamper met vertikale pijpbundel en uitwendige circulatie (lengte
1,5
m; di ameter 0,6 m; ló7 buizen) . De verdam-pingswarmte wordt geleverd door een waterstroom (280 kg/min) . Het water komt binnen bij35
0C en verlaat de verdamper bij 30oC.Fropaan verdampt bij 25°C (18,3 kg/min, 9,5 ata).
Aan het propaangas wordt terugvoergas en verdunningsstoom toege -voegd in de verhouding 1 : 1,';!';J : 6,0. Dit mengsel stroomt naar de Wulff-ovens.
De oven bestaat hoofdzaKelijk uit een horizontaal, rechthoekig
/
, traliewerk van
~.j}
,
die warmte absorbeert geaureDde het "heat stadium" en warmte afstaat geaurende het "make stó.dlumfl• Om dit
traliewerk bevindt z~ch lsolatiesteen. De oven is bekleed met stalen platen. Het tra~iewerk wordt in twee stukken gescheiden
rioor een verbrandings- en Kraakz6ne. Het tra~iewerk lS optebouwd
uit platte rechthoeKig'e e~' op zo'n wijze gee;roefd, dat er
cylindrische kanalen in de lencte van de oven vrij komen met een
diameter van ongeveer
6
m"l. Lengte van de oveD ca. 2 nl. Aan iedereind van de verbrandingsz6ne oevln6en zich vljf branders
(inter-mitterend drie aan de ene ~ant en twee aan de anoere Kant) . Wan
-neer van links naar rech~s worat verwarmd, worden ae linker bran-ders gebruikt en omgekeerd voor de verwarmlng van rechts naar links. Is de oven in werking dan kunnen we twee stadia onderRchei -den: 1) het zgn. "heat stadium"
2) het z;gn. "make stadium".
1) Het heat stadium.
Bran~stofgas wordt inge:r::o!,l~t, terwijl van ~Ll~_~ v?orvE;rwarmd~ i
lucht de verbrandingsruimte instroomt. Hierin treedt nu
ver
-hrRuding op. De verbrandingsgassen, die een zeer ho~~ tp0rera
-tuur bezitten, stro~en door het rechter gedeelte van de oven, staan daarbij hun warmt~ pi en worden afcevoerd. Het rechter
gedeelte van de oven ip nu opgewarmd. Even wordt nu een korte
stoomstoot gegeven om de ongewenste gassen te verwijderen en
--- _. ---.---
-r \ 1/. \ \
1
-
7
-2) het "make stadium".
In het rec~ter gedeelte van de oven wordt nu propaan, terug -voergas en stn0~ inLevoerd. Het mengsel wordt door de oven op
-gewarmd en in de KrB.Rk"one is de ternp'ratuur zo hoog opgelopen
dat kraking plp,at,<=; vjnot.
~terke
afkoeling van de kraakgassen om ontleding van acetyleen• te verhinderen (quenchen) vindt plaats biJ het binnenstromen ven het linker gedeelte van de oven, die al z'n Wbrmte r eeds heeft afgestaan aan de lucht, voor verbranding. De kraakgassen verlaten de oven en worden dan nOG nagequenchdJmet water.
a) b) c) d) De "--.::::---
-
---
-
---Tevens is het linKer [edeelte van de oven weer opgewarmd.
Als het systeem in werking is, is de temperatuur het hoogst in het midden van de oveD (~ 13000C). De_~emp~ratuur loopt dan ongeveer linealr af naóT de ui-ceinden (jOOoe) .•
Het proces kan worden uitgevoerd in 2 oi in
4
stappen. De uit-voering in h stappen wordt het weest uitgevoerd: heat van het linker gedeelte van de oven
make van het li nker cedeelte van de oven heat van het rechter gedeelte van de oven make van het rechter gedeeJ.te van de oven. beweging van de stromen is nu:
heat make heat make heat make heat make
~ +---
. . -
~ ----.a.-
-
---.>Twee ovens zijn naast elkaar geplaatst, waarvan er ~~n in bet
"make stadium" verkeert en één in het "heat stadi um" of omgekeerd.
Op deze wijze Kan de krru~ing continu verlopen. Het op de juiste tijd werken van de afsluiters is kritisch. De tijdsduur van heat -en make stadiUlD is beide 1 minuut.
(
\W.
De druk in de oven is
0,5
ata. Stoom dient als verdunningsmiddel.De opbrengst aan acetyleen wordt verhoogd noor een gedeelte van het kraakgas terug te voeren.
De regeneratieve oven heert het voordeel dat het mogelijk is laag calorische brandstof te gebruiken, dat bi.jna alle late::J.te warmte in het kraakgas wordt gewonnen en dat het mo 0 elljk is van een wi jde reeks van koolwaterstoffen uit te gaan. De oven houdt zichzelf
schoon, doordat alle kooló.ansla[: verbrandt tijdens de verwarmi ngs
-periode. ,,\. .
I
1,.,\ (.:' j ,< " i '. f I (.'-I."l . 1((._ , I - I I .t",v~~J . \ \'",
-
8
-De verbrandlngsga:::sen verlö.ten d.e oven bij een temperatuur van ongeveer 300°C, worden bekoeld en stromen via. een vacuumpomp in
'7
de B.tmosfeer.De kraakgassen verlaten de oven bij een temperBtuur van ongeveer 3üOoC. Drukval over de oven is ongeveer 2,5 Jfllli Hg. De Kraakgassen
worden gekoeld ffiet water van 3üOoC tot 38°c in een
cy~indrische
tank van 3,5 m hoogte en een di&meter van 1 m. De cylinder is ge-vuld met schuin aflopende, dakvorJ0ige platen voor een goed con-tact tussen water en kraakgas. Water en teer stromen door gravi-tatie in een teerafscbeider. :Kraakgas, bevrijd van teer, komt over de top en stroomt n~ar de kraakgas vacuumpomp.De kraakgas vacuumpomp is een waterringYJoDp. Zuigdruk 0,395 ata.
perSdrUk~
\
ata
.
Capaciteit 167 m3/min (lljO omw./min). D = 1600 mIl!.
Achter de vacuumI,omp bevindt zich een koeler om de compressie-warmte te verwijderen. Het gbS wordt hierbij afgekoe~d van lOOoe tot 38°c. Een horizontale koeJ.er met hori~ontale pijpenbundel en uitwendige circulatie, lengte
3
m, diameter 0,6 m, 160 buizen en 4 passes. Het koelwater komt binnen bij 200e en verlaat de koeler bij 30oe. De boeveelheld water en teer die bij deze koeling wordt gecondenseerd, wordt verwijderd in de torenafscbelder. Deze is 2,5 m hoog en I m in diameter en is van binnen voorzien van netten om druppeltjes af te schelden. Aan de gasstroom wordt voor de toren-afscheider nog een hoeveelheid terugvoergas toegevoeGd afkomstig van de stabilisator. Water en teer wordt door het aanwezige druk-verscbil (1 -
0
,
4
ata) naar de teerafscheider verI29Rt]Jt.De kraakgassen worden nu in twee trappen GecolllI:rimeerd tot 11 ata. Uit voorzorg bevindt zlch voor de comrressor een göshouder. In de eerste trap van de compreEI'30r wordt het g2.S 6f'co!1!primeerd van
1 ata tot 3,3 ata. De cOilllrressiewarmte wordt verwljderd door een vertikB.le warmtewisselaar rt'et vertikale pijpenbundel en uitwendige circulatie. Het koelwater komt binnen bij 200e en verlaat de koe-ler bij 30°C. Het kraakgas wordt hlerblj ófgeKoeld VèLn 130°C tot LgOc. Condenswater wordt aan de bodem van de Koeler afgevoerd.
In de tweede trap van de com~ressor wordt het gas becomprimeerd van 3,3 ata tot 11 ata. De compressiewarmte wordt op dezelfde wij -ze verwijderd als bij de 18te trap. De kraakgassen worden nu
ge---
--
---
-; j l " 1> .
/
- 9
-koeld van
i43°C
tot 3doc.
Condenswater wordt aan de bodem van de~u.'St..\..
koeler afgevoerd. DeVCof!lrressor is dubbelwerkend, slaglengte 600
mm. De kraakgassen (11 ata, 38°C): worden gevoed aan de diacetyleen
absorptiekolom.
J 1.,\ !
, ;'1 i '.)' t ~
Scheiden en zuiveren van acety~een
Voor de scbeiding en zuivering vl'ordt" dirnethylformar:ade (D.H.F.)
als oplosmiddel gebruikt. Niet alleen moet acetyleen worden
afge-scheiden, maar ook diacetyleen ffioet worden verwijderd. Door de
gas-sen eerst met een zeer kleine hoeveelheid te wassen wordt de diace-tyleen eys-t verwijderd. Dit vindt plaats in de
diacetyleen-absorptiekolom. De kolom heeft een lengte van 20,9 m en een di
a-meter van 1 m. De kolom is gepakt met Raschig ringen van I-inch.
In de top wordt D.M.F. gevoed. Diacetyleen-rijk D.M.F. wordt
ge-pompt van de bodem van de diacetyleen-stripkolom, voor de winning
van geabsorbeerd ~~Sf~~en en voor de winning van D.M.F.
Kraakgas';Jbevrijd van
diacety~een
,
stroomt van de top van dediacetyleen-absorptiekolom naar de bodem van de acetyleen-
absorptie-\ kolom. In de top wordt D.M.F. gesuppleerd. A~le acetJleen, methyl-acetyleen en in evenwicht verkerende hoeveelheden van de andere gassen, zoals ethaan, éthyleen, methaan, carbondioxide, carbon-monoxide, worden geabsorbeerd. Over de top van de absorptieKolom
komt spuigas, CO, CO
2, H2' N2, 02' CH
4
en C2H4
.
Dit spuigas dient als stripgas bij de oplosmiddelzuiverlng en ook als brandstof(oven, compressor, kookketel) . Het spuigas wordt met water bewas
-sen om sporen oplosmiddel te verwijderen. Het water van deze was -ser gaat , tesamen met het wa.ter van de andere waterwassers , naar
de oplosmiddelwi nningtank.
De acetyleenabsorptiekolom is gepakt met Raschig ringen van I -inch, heeft een lengte van 17 m en een diameter van 0,9 m.
De waterwasser is een klokjesschotelkolom met een hoogte van 2,5 m en een diamet er van 0,5 m.
Acetyleen-rijk D.H.F. van de acetyleena.bsorptiekolom stroomt naar het midden van de stabilisator. De druk loopt hierbij tepug van
- lü
-11 ata tot 1,7 ata. De bodemtemperatuur van de stabilisator wordt
op 87°C gehouden door een stoom verwarmde kookketel. Een terug-vloeistroom van D.M.F. in de top beperkt de hoevee~heid acetyleen die over de top gaat. Onder deze omstandithe~?n w0r~c~ practisch alle gassen die in het D.M.F. zijn opgelost, behalve acetyleen en
methylacetyleen, uit het D.M.F. verwijderd. Om een grotere
zuiver-heid te bereiken gaat ook een deel van het acety~eea over de top. De koolwaterstoffen die over de top komen, worden met water gewas-sen en teruggevoerd naar de torenafscheider. De waterwasser is een klokjesschotelkolom met een hoogte van 2,5 m en een diameter van 0,5 m. Het waswater van de waterwasser gaat naar de oplosmid-delwinningtank. De stabilisator is een gepakte kolom met Raschig
ringen van l-inch, heeft een lengte van
14,8
m en een diameter van0
,
9
m.! Acetyleen-rijk D.I1.F. stroomt continu van de kookketel van de sta-bilisator naar de acetyleenstripper, die onder atmosl.erische druk werkt. De vloeistoistroom wordt geregeld door de vloeistofhoogte in de kookketel. De acetyleenstri~per is op dezelfde wijze van een
kookketel voorzien. Een bodemtemperatuur van l210C wordt g
ehand-haafd. Onder deze omstandigheden ontwijkt acetyleen uit het D.I1.F., terwijl methylacetyleen in het oplosmiddel blijlt. Een
terugvoer-stroom van D.M.F. be~et methylacety~een mede over de top te gaan.
Hethylacetyleen-rijk D.:·l.F. wordt contlnu weggepompt van de
kook-ketel naar de uiteindelljKe stripKolom voor de winning van het op-losmiddel. De bcety~eenstripper is een tepaKte ko~om illet Raschig
ringen van I-inch, heert een lengte van 7,4 m en een dlameter van
0,75 m.
Het ontwijkende acetyleen wordt aan nog met water gewassen om
spo-ren D.M.F. te verwiJderen, daarna gearoogd over calciumchloride
en opgeslagen. ?
De zuivering van het oplosmidde~ D.H.F.
D.M.F. van de acetyleenabsorptieko~om wordt gestript in de
strip-kolom en D.M.F. van de acetyieenctripkolom in de uiteinde~ijke
acety-I'
,\
\~.~ .
- 11
-1eenabsorptiekoloill gebruik gemaaKt als stripgas. De gassLromen
van de toppen van de stripkolommen worden gezamen~ijk gewRssen
met water en naar de ovens gevoerd als terugvoergas. D.M.F. van
de uiteindell jke stripkolom wor1t van de bodem afgevoerrt, gekoeld
en opgeslagen.
Waswater van de vier m~terwassers en D.M.F. van de
diacetyleen-strirkolom worden bijeengebracht in de op~osmidde1winningtank.
De tank bevat dan voor de helft wat~r en voor de helft D.M.F. Na
filtratie wordt door destiJlatie gescheiden. De scheiding v~n
D.~.F. en water gebeurt in twee kolommen. De werking van deze
I
I
I
I
I I ) , . l (I.' ('. ,-\,1.,
" ()I
It
-~,
.'-Comp
.
H 2 N 2 °2co
CO 2 CH 4 C 2H2 C 2H
4 C 2H6 C 3H6 C 3H?
C 3HS C 4H2 C 4H4 C6
H6
C H 20 I1
L~ ,'.'Berpkeningen gebaseerd
oE
een °Ebrengst van 4010 val'kmol kg C H 0 N kE'!ol kg C - - "-- - - -- -21.0 42.0 42.0 55.7 111.4 5.2 146 10.4 ~.2 146 1.1 35·2 2.2 0.7 ?2.4 2.5 70 2.5 2·5 6.9 193.2 6.9 0.6 26.4 0.6 1.2 1.6 70.4 1.6 5.6 89.6 5.6 22.1.,- 15.0 240 15·0 10.0 260 20.0 1.4 39.2 2.8 5.6
)
.
8
106.4 7.6 0.1 3.0 0.2 0.2 6.4 0.6 0.2 d.O0
.
6
16.7 734.8 50.0 133.3 0.04 2.0 0.16 0.16 8.5 0.64 u.4 31.2 2.469
.
6
5.8 54.1 11Ö3.2 61.5 203.3 5,. S! 10.1., 100.0 .1200.5 6~.1' 5.6 100.8 11.2 , .6 1264.0 61.5 214.5 11.5 10.4Opbrengst acetyleen is 40~ van de C-balans
ofwel de acetyleenopbrengst is, 35,5 gew.'}'u.
Hieruit volgt de hoeveelheid propaan
=
16,7 kmol Nu is de verhouding:propaan : recycle gas : stoom
=
1 1,99 : 6 Hieruit VO.1gt de hoeveelheid recycle gas=
33,3 kmol-
12 -cl (-' C-ba1ans H 0 N 111.4 10.4 1.4 6.S! 3.2 60.0 20.U 15.2 0.6 1.20
.
8
0.08 0.64 2.4 212.32 11.5 10.4Deze 33,3 kmol wordt nu evenrediE (met vol.% kraaKgas) verdeeld over
H
-
13
-Rec;lcle gas vol. ?,é' kmolCO
6
.
9
7
.
6
2
.
5
CO
2
1.6
1.
8
0
.
6
H
2
55
.
7
62
21
N
2
5
.
2
5
.
8
1.9
CH4
15
.
0
16
.
7
)
.
6
C
2
H
4
3.8
4
.
2
1.4
O
2
0.7
o.ö
0
.
3
88.9
9cL
9
33
.
3
N
2
1.9
+3.3
=
5
·
2
1:/
~\.'\(~{
O
2
0
.
3
+0.8
=
1.1
t
t
recycle lucht ,-'\~De fabriek heeft een capaciteit van
3
.
000
.
000
kg acety~een/jaar ofwel9000
kg/dag (1 jaar=
330
werkdagen)op basis
96%
rendement bij winnlng9370
kg C2
H2
/dag=
360
kmol C2
H2
/dag~6,_7
De fabriek verbruikt hiervoor
10
x360
=
600
kmol propaan/dag.I i'- \ I -\ L\.~ )~ ~ . "t
I
...
\ I '\'e .
~('
\0, l l t ) '.. I t I . URI (.' .. 1 '"_~ _ _ _ _ _ _ ~ _ _ _ _ _ _ _ _ _ - L _ .. _
- - - . . , . .
- 14
-Stofbalans over de Wulff-oven .... ,. ...
Component Invoer Afvoer
kmol/dag kg/dag kmo.l/dag
H 2 756 1512 2005 N 2 ld7 5236 :u37 O2 40 1280 25 CO 90 2520 248 CO 2 22
968
5d CH 4 202 3232 5~·0 C2H2 360 C 2H4 5l l326 137 C 2H
6 4C
3H6 7 C 3H7 7 C 3H8
600 26400 C 4H
2 1C
4H
46
C 6H
6 l4 C 208 st OO~l (6:1)f
202 3636 3398 61164 3398 5548 1072'74 7205De verhouding propaan recycie gas stoom
=
1 :1,99
:
6
.
0
12240 m3/dag ( l i t t . ) of 2040 3600 kmol st oom/dag
l
1800c
}
12240 m3/dag 125 p.s.i .g. kg/dagI
4010 5236 800 6944 2552 ö640 9360 3836 120 294 280 50 312 1092 2496 61164 107186-
15
-Warmtebalans
over de Wulft-oven
IN
UIT
:JE
103
x
x
10
3
C
OtlE.kmol
°c
H
kc:=,l
i kmo1
kcal x
kmo
l
°c
H kcalikmo1 kcal
H
2
756
25
0
0
2005 300
+1';147
+3894
N
2
187
!
0
0
187
~
+1';144
+364
O2
40
0
0
25
+2100
+52
CO
90
-
26416
2377
2
48
24400
6051
CO
2
22
-
94052
2066
58
90900
52
7
2
C
H
4
202
17889
.)615
540
14500
7830
C
2
H
2
360
ot5öOOO
+20880
C
2
H
4
51
+12496
+637
137
+.1.7000
+2329
C
2
H
6
4
14700
59
C
3
H
6
7
+14000
+98
C
3
1I7
7
C
3
H
8
600
-
24820
lL,892C
4
H
2
1
C
4
H
4
6
C6
H
6
14
+32000
+44
8
C
208
+ .1460 +304
H
2
0
3600
180°C
-
564 73
-
203303
3398
5.?521
-
188660
554
8
-
225618
7205
-
17'-3807
,
225618)
f
10
3
De oven moet
dus
i-
179
ö07
-
(-kcal
/d
ag aan wa
r
mte
leveren
.
45.811
10
6
kcal/dag
=187
lObBrrU/dag
192
1
0° k
J/d
ag
:JE) I
n
H
is
de vormingswarmte
en de soortelijke
WF~rrntebijeengenom
en
·
, ,-
16
-Druk in het midden van de oven 1::;" Hg vac.
=
7
.
35
p.s .i .a.DrukverJies over de oven 1" Hg
=
0
.
50
p.s.i .a.6
.
85
p.s.La •.I
Uit de oven str oomt K.W.3807
kmol/dag: =46022
kg/dagstoom 33';jo
"
=61.
1
64
"
7205
kmol/dag =107186
.Kg/dag Waterkoeling ~ .' ,. I , ~ ( (t (,. vComp. kmo 1 H kcal/kmoloC kcal x
103
kmol oC H kcal/kmoloC kcal x103
H
2
2005
N
2
187
°2
25
co
248
C82
58
CH4
540
C2
H2
360
C2
H4
137
C2
H6
4
C3
H6
7
C3
H7
7
C3
H8
C4
H2
1
C4
H4
6
C6
H6
14
C208
H20
3398
Stoom7205
300
7
.
08
7
.
07
7
.
85
7.29
11.32
11.94
13.
8
1
6
.5
20
.
2
20
4259
397
55
542
1<j71944
490
677
24
210
238
6910
18<j431336
17607
2005
38
1.Ö7
25
2
4
8
58
540
360
137
4
7
7
1
6
14
2190
580
,-
-x103
kcal/dag6.87
6
.
61
6.41
6
.
97
9
.
05
Ö.92
11.2
11.
2
13
.
2
1.
00
6.40
522
48
6
66
20
183
153
58
2
10
1336
?
\ hOl ~ ( ( ( {\., l( L. J al!
~ Hoeveelheid meeges~eurd H 20: \./ ."\... /'-. .-' . -7 .95 35<;19x
580\kmolH
20 damp/dag . 6.85 - .<;15=
Condensatie H 2U (~398- :2
8
0") x 38400 kW=
1250 kW 24 x 3600 Koeling kraakgas (300 - 38°C) : (18943 - 1336) x1U
3 x 4,184 kW ö50 kW (queneh) Koelwater 2100x
60 4,184 24 x 3600=
30000 kcal/min o s.w. H 20=
1 Kcal/kg C=
2100 kW 30000 29 x l = 1040 3599 x .95=
165 - .95 21 kmol H20 damp/dag99
.95
35x
50 - .95=
70 kmol H20 damp/dag .95 4 /3599 x 15 _ . 95
=
2 2 kmo1 H20 damp dagIn de afscheidertoren verdwijnt (580
-
242)In de lste trap van de compressor verdwijnt (242
-
70)In de 2de tra}2 van de com}2ressor verdwijnt (70
-
21 )17 -kmol H 2O/dag kmo1 H 2O/dag
r
'
kmol H 2O/dagKoeler na vacuurnpornp
IN
K. W. 3599 H 20 damp 5808
.
2
2950495
34451147
UIT
359~242
7.6
8
.4
- 1
8
-1070
77
1147
22~8
x10
3
Kcal/dag=
22~bOOU x4
,1
84
kW=
24
x3600
=
112 kW Condensatie H 20(5bO-242)
krnol/dag=
(500
-
242) 38400
kW=
151
kW 24 x 3600 263 kWr " _ "
, \ { • ; :\ • • v
,
Compressor eerste trap
IN
UITComp. s.w. bij 130
0
C 3
kmol kcal/kmol
0c
kcal x 10 kmol s.w. bij 49°C kcal x 103K.W. 3599 H 20 damp 242 . ; .', P \ . ' .~'L
\;'"
i
"
"-
,
' .. '
.'
! ./ I Condensatie H 20 8.2 8.5 3840 267 41.07 1399 359:1 70 7.8 6.4 2708x
103 kcal/dag=
= 2706000 4,184 kW = 24 x 3600 x (242-70) kmol/dag=
(242 - 70) 38400 24 x 3600=
130 77 kW kW 1370 29Er moet dus 130 + 77
=
207 kW aan warmte worden afgevoerd.Compressor tweede trap
IN
Comp. kmol s. w. bij 143°C
in kca1/kmo1
K
.
W
.
3599 8.3H
20 damp 70 8.5
UI'l'
kcal x 103 kmol s .w. bij
4270 3599 7.8 85 21 6.4 4355 1072 3263 x 103 kcal/dag
=
3283000 x 4,184 kW 24 x 3600=
Condensatie H 26 (70-21) kmo1/dag=
(70 - 21) 36400 24x
3600=
181 kW moet in de 2 e trap worden ~fgevoerd.
38°C kcal x 103 1065 7 1072 159 kW 22 kW lol kW
-
20
-Diacety1een-absorptieKolom
Comp
.
Voeàing
kmo1
(1)
H2
2005
N
2
l~7°2
25
co
248
+4
CO
2
58
+2
CH
4
540
+29
C
2
B
2
360
+62
C
2
H
4
137
+17
C
2
H6
4
C,3
H67
C
3
H
4
7
C
3
H
8
C
4
H
2
1
C
4
H
4
6C
6
H
6
14
H
2
0
21 D.H.F.3
62
0
+114
D.M.F.O
,
l
gallon/min
M. W. DMF=
73
1'1a
teriaa..Lbalans
D
.
H
.
F
.
Afvoer
top
kmo1
(2)
kmol
(3)2u05
l67
25
252
60
567
401
153
4
7
7
7
4
7
3(,72
0
,
1
y ~1785 x0
,
945
7'>
Afvoer
boàem
kmol
(4)
l 614
21
3l:<mol
DMF /rnin-- 4
,
9
-
10-3 knlo1/mlo n
=
60
x24
. x :4 ,9 l-
0- 3
kma
1 DIvrF /dag=
7
kmo..L
DMF/dag- - - - -- -
-- 21
-Hoeveelheid meegesleurd DMF
3672
x165
u
_
IR
0
,
18
=
4
kmol DMF/dag(
m:F 38°c
en0
,
18
p.s.i .a. ; lito6)
Lit. l,-,5
,
6
" h. L=
absorptie factor=
= vloeistofstroom L K' V kmo1/dag V dampstroom kmol/dag Po IjK
'
=
evenwichtsconstante y/x, ~ TITI
=
druk van het systeemP
=
dampdruk or
=
activiteitscoëfficiënt K'=
=
165
900x
0
,
2
0,037 AC
2
H
4
K
'
A=
=
=
L K' V7
0
,
052
=
0
,
037
x3672
=
,.
165
x2
0
,
30
1100
=
7
0,0065 0,30 x 3672=
0
,
0065
x154
~~ kmol C2
H4
geabsorbeerd K' = 165690
x 3 = 0,74 A =0
,
74
7
=0
,
003
x3672
0,003 x
569
=~~mo1 CH4
/dag geabsorbeerd7
K
I _165
x4
,
5
1
05
.
-
700
=
,
A
=
1
,
05
x3672
0,002 x4
= - kmol C 2H6 geabsorbeerd ,/ \. I=
0,002/
tfv
'
-
22 -Acet;y:1een absor:t:tieko1om"-2
64 ( de toren is slechts \ C 2H2 K'=
0,037 A=
0,037 x 320d = 4,75 ( ( gedeelteli jk (21%) ~ werkzaam C 2H4K
'
0,30 A 564 0,585 0,21 x0
,
585
x 158 = = 0,30 x 320é5=
=
=
17 kmol C H /dag 2 4 geabsorbeerd CH 4K
'
0,74 A 564 0,24 0,24 x 0,21 x 567=
=
320é5 x 0,74=
=
=
29 kmo1 CH 4/ dag geabsorbeerd C 2H6K
'
=
1,05 A=
2
64=
0,167 0,21 x 0,167 x 4=
3208 x 1,05=
0,14 kmol C 2H6
/dag geabsor -beerdco
31J ,6 510 psi K' 165 1y
rv
2 Pc=
=
=
510=
3 ~ A=
0,07 0,21 x 0,07 x 252 .; 44 kmol CO/dag geabsorbeerd
Pk CO2 73,0 1080 psi K' 165 0,152 ( "-J 1
=
=
=
1080=
~ A=
0,15 0,21 x 0,15 x 60=
2 2 kmol CO 2/dag geabsorbeerd-
23 -Acetyleen absorptiekolom(materiaalbalans in kr.:.ol/dag)
Comp. (3) (5) (6)
('n
Cö)
C
9)kmol kmol kmol kmol kmol kmol
H 2 2005 2005 N 2 187 lÖ7 °2 25 25 CO 252 4 248
,,(
CO 2 60 2 58\-
-CH 4 567 29 538.
L
,/
\
)
1
!'C".i.j~
' /C
t&l
C 2H2,
--
401~-
-
--C 2H4 153 17 136 C 2H6 4 !.j. C 3H6 7 7 C 3H4 7 7 C3
H8
C 4H2 C 4H4 C 6H6 H 209
9
D.M.F.
4 564 564 4 3672 564 9 l024 3208 l3 D.~.F.:
8 gallons/min =8
x 3278
5 x°2
945 60 24 564 kmol/dag 73 x x = H 20 wassen: 42 gallons/dag 42 x ) 27b;2
kmol/dag9
kmol/dag=
18=
.
,
18
Hoeveelheid meegesleurd D.)vI.F. 3208 x UI
=
4 kmol D~:F/dagl65
-
O,löStabilisator Materiaalbalans in kmo1/dag
Comp
.
(7) (10) (11) H 2 N 2 °2 CO 4 CO 2 2 CH 4 29 C 2H2 401 C 2H4 17 C 2H6 C3
H6 C3
H4 7 C3HS
C 4H2 C 4H4 C 6H6 H 20 4 D.MF 564 106 1024 106 4 H20 wassen: 18 ga~lons/dag = 4 knol/dag
D.MF: 1,5 gallons/min = 106 kmol/dag (12)
339
7 669 1015(13)
4 2 29 62 17 114 114x
0,18Hoeveelheid meegesleurd
D.M.F.
=
25 _ 0,18=
1 kmol/dag 10 psig=
25 psia D.MF38°c
en 0,18 psia Hoeveelheid C 2H2 over de topA
=l
ii
x~1
S;:
0,
1-
511
- 24 -(14) 4 1 5 /Ç>o0
,1
5
?
x 400=
~ kmol C 2H2/dag over de top- - - -- --
-- Z5
-Acetyleen-stripkolom
(Materia~lbalans in krnol/dag)
Comp. (lZ) (15) (16) (17)
kmol kmol kmol kmol
HZ N Z °2 CO CO
z
CH 4 C 2H2 339 339 C 2H4
Cz
H6 C 3H6 C 3H4
7 7 C 3HS C4 HZ C 4H4 C 6H6 H 20 DMF 669 106 4 771 1015 106 343 778 Hoeveelheid meegesleurd DMF 339 x 0,18=
14,7 - 0,18 4 kmol DMF/dagDe acetyleenstroom gaat nu nog door een waterwasser om DMF te
ver-wijderen en wordt daarna over calciumchloride gedroogd. Acetyleen
is dan
9S,5%
zuiver.'" ", j
-
26
-Stabilisator (warmtebalans)
De absorptiewarmte wordt verwaarloosd. Daarom geen warmtebalans
voor absorptiekolommen.
Warmte IN/min UIT
kcal kcal
Voeding
28
,
5
kg DMF38°e
650 33
,
8
kg DMF87°e
1770
Terugvoer
-22
0e
1
,
0
kgterugvoer-stroom
5,3
kg DMF70
gas38°e
16
720
1786
720
1066
kcal/min1066
kcal/min moet aan warmte door de kookketel worden gesuppleerd.1066
kcal/min=
4470
kJ/min=
75 kW.
Acetyleen stripkolom (warmtebalans)
Warmte IN/min Voeding Terugvoer -stroom kcal
33
,
8
kg DMF8
7°
e
1770
5,
3
kg DMF38°e
120
1890
1
013
kcal/min =4240
kJ/Min =70
kW. UIT Bodem Top39
,
1
kg DMF6
,1
kgC
2
H
2
121
0e
kcal2840
63
2903
1890
1013
101
3
kcal/min moet aan warmte door de kookketel worden gesuppleerd.sj
11~
t
AI'9F/5 e/{/lf./ c>s Tt> F fI
I II
,\1
:/
(
" r \ i\ I' i i i; ; \i
1I
I
I i i \I
\ iI
!i
I
,
I
I,
~ --tho ' - - , - - - - . . . . , . - - 4 . . . . J). 11. F(~
.
Literatuur
1 G.H. Bixler en C.W. Coberly. Industrial and Engineering Chemistry, ~L' blz. 2596 (1~53) .
2 N.C. Updegraff en J .C • .i<eynolds. Petroleum Refiner 32, no 9, blz. 162 (1953).
L
M.J .P. Bogart en H.H. Dodd, Chem. Eng. Progress 50, blz. 372 (1954). 4 A.C. McKinnis, Industria1 ~nd Engineering Chemistry 47, blz. 850(1955).
L
J.F. Farnsworth c.s., Industrial and Engineering Chemistry 47, blz. 1517 (1955) .6 W.H. Stanton, Petroleum Refiner 38, no 3, blz. 209 (1959).
L
F. Rosendahl, Chemie et Industrie d4, blz. 357-374 (1960). 8 S. Tsutsumi, Petroleum Refiner 37, no 3, blz. 169 (1~58).~ J.W. Haun, Petroleum Refiner 37, no 11, blz. 204 (195~) .
10 J .L. Patton c.s., Petroleum Refiner 37, no 11, blz. 180 (1958). 11 W.E. Lobo, Chem. Eng. Progress 57, no 11, blz. 35 (1961).
12 T. Kunugi c.s. , Chem. Eng. Progress 57, no 11, blz. 43 (1961). 13 C.H. Chi lton, Chernical Engineering, blz. 144 ClSJ57).
14 Petroleum Refiner 38, no 11, blz. 207 (1959).
15 M.J.f. Bogart c.s., Petroleum Processing ~, no 3, blz. 377 (1953). 16 M.J .P. Bogart, The Oil and Gas Journal, 58, no 1, blz. dd (1960) . 17 L. lhrenberg U.S. patent 2,726,734 (1955)
18 M.J .l'. Bogart