w=LLBJJJJ=lJ=iJ=JJ=.Li=i'
DEEL I :
ALGEMENE GEZICHTSPUNTEN
SAMENVATTING
D i t rapport i s een deel van het onderzoek "Windturbines i n zee", hetgeen een onderdeel i s van de 2e fase van het Nationaal Onderzoekprogramma Windenergie, dat g e k o ö r d i n e e r d en beheerd wordt door het Energieonderzoek Centrum Nederland. Het onderzoek "Windturbines i n zee", uitgevoerd door Rijn-Schelde-Verolme i n samenwerking met Hydronamic, omvat d r i e taken:
Plaatsingsmogelijkheden buitengaats, S e l e k t i e van de voorkeursplaatsing en De buitengaatse p l a a t s i n g .
D i t rapport g e e f t de algemene gezichtspunten, zoals het d o e l , de m o t i v e r i n g , de uitgangspunten, het werkplan en het tijdschema.
INHOUD DEEL I
SAMENVATTING
INHOUD
1.0 INLEIDING
2.0 DOEL VAN HET ONDERZOEK 2 . 1 Motivering
2.2 Uitgangspunten 2.3 Beperkingen
3.0 OPZET VAN HET ONDERZOEK 3.1 Organisatie 3.2 Werkplan 3.3 Tijdschema 3.4 Relatieschema 3.5 H a a l b a a r h e i d s k r i t e r i a 4.0 REFERENTIES B i j l a g e 1 : Werkplan B i j l a g e 2 : Tijdschema
1.0 INLEIDING
In november 1976 werd door Rijn-Schelde-Verolme v i a de s t a f a f d e l i n g Research and Development een voorstel ingediend b i j het Energieonderzoek Centrum Ne-derland voor een b i j d r a g e aan de 2e fase van het Nationaal Onderzoekprogram-ma Windenergie. Deze b i j d r a g e b e t r o f een s t u d i e van de konsekwenties van het benutten van windenergie voor e l e k t r i c i t e i t s p r o d u k t i e op zee, meer i n het b i j z o n d e r omvattende de volgende onderwerpen:
- onderzoek naar de plaatsingsmogelijkheden van windturbines i n zee (dat w i l zeggen hoe te p l a a t s e n ) ,
- onderzoek naar mogelijke v e s t i g i n g s p l a a t s e n voor buitengaatse windturbines (dat w i l zeggen waar te p l a a t s e n ) ,
- onderzoek naar de konsekwenties van het zeemilieu i n verband met onderhoud en r e p a r a t i e ,
- o r i ë n t a t i e i n de mogelijkheden van energieopslag en - t r a n s p o r t .
Voor de bestudering van deze onderwerpen en van de i n t e r a k t i e v e aspekten van de buitengaatse p l a a t s i n g van grote a a n t a l l e n windturbines i s uitgegaan van de b i j Rijn-Schelde-Verolme aanwezige kennis en e r v a r i n g , opgedaan b i j een aan-t a l saan-tudies en onaan-twerpen, w a a r b i j g e l i j k s o o r aan-t i g e aspekaan-ten als i n heaan-t onderha-vige onderzoek voorkwamen, a l s ook van de medewerking van Hydronamic B . V . , het projektontwikkelingsbureau van de K o n i n k l i j k e Bos-Kalis-Westminster Groep, waar-mee reeds een aantal p r o j e k t e n z i j n voorgesteld o f u i t g e w e r k t .
In de t i j d , gelegen tussen de i n d i e n i n g van bovengenoemd v o o r s t e l en het van het Energieonderzoek Centrum Nederland ontvangen b e r i c h t van akkoord, werden de u i t te voeren werkzaamheden nader b e l i c h t en enigszins verruimd i n het aant a l onderwerpen. Een o v e r z i c h aant hiervan i s gegeven i n heaant Werkplan ( z i e b i j l a -ge 1 ) .
Hoewel de werkzaamheden l a t e r z i j n aangevangen dan met de aanvangsdatum van de 2e fase van het Nationaal Onderzoekprogramma Windenergie overeenkomt, wordt geen o v e r s c h r i j d i n g van de a f s l u i t d a t u m van deze 2e fase verwacht. De perioden voor de u i t v o e r i n g van de i n het Werkplan aangegeven werkzaamheden z i j n weergegeven i n het Tijdschema ( z i e b i j l a g e 2) t e r w i j l de onderlinge r e l a t i e s z i j n vastgelegd i n een Relatieschema ( z i e b i j l a g e 3 ) .
In het hierna volgende zal de f i l o s o f i e met betrekking t o t de aanpak van de b i j d r a g e n van Rijn-Schelde-Verolme aan de 2e fase van het Nationaal Onderzoek-programma Windenergie nader worden omschreven en waar nodig t o e g e l i c h t .
2.0 DOEL VAN HET ONDERZOEK
Het onderzoek i s bedoeld om na te gaan welke konsekwenties verbonden z i j n aan de p l a a t s i n g van een groot aantal windturbines i n zee.
2.1 MOTIVERING
Vanaf de aanvang van het Nationaal Onderzoekprogramma Windenergie was het voor de deelnemers d u i d e l i j k dat het plaatsen van grote a a n t a l l e n w i n d t u r -bines langs de Nederlandse kust van de Noordzee en langs het IJsselmeer planologisch v r i j w e l u i t g e s l o t e n moet worden geacht. Het gaat h i e r immers om ongeveer 5000 w i n d t u r b i n e - i n s t a l l a t i e s waarvoor, a f h a n k e l i j k van de p l a a t s i n g s w i j z e , een aaneengesloten oppervlak van minstens 1000 v i e r k a n t e kilometer moet worden gevonden. Vergeleken met het t o t a l e oppervlak van Neder-land van ruim 40.000 v i e r k a n t e kilometer i s d i t weliswaar n i e t zo groot ware het n i e t dat de windturbines b i j voorkeur langs de kust moeten worden g e p l a a t s t . Het l i j k t daarom een logische gedachte om het benodigde oppervlak daar t e zoe-ken waar nog ruimte i s , dus i n zee en waar bovendien het windenergie-aanbod groot i s .
2.2 UITGANGSPUNTEN
Uitgangspunten voor het onderzoek naar zee z i j n :
. 1 Betreffende de w i n d t u r b i n e :
Middelpunt van de r o t o r 80 m boven Vlucht van de totor 50 meter.
.2 Betreffende de energiekonversie: • Direkte omzetting i n e l e k t r i c i t e i t
de konsekwenties van de p l a a t s i n g i n
zeeniveau.
.3 Betreffende het e n e r g i e t r a n s p o r t :
De i n e l e k t r i c i t e i t omgezette energie wordt v i a op de zeebodem gelegde kabels aan land gebracht.
.4 Betreffende e n e r g i e l e v e r i n g :
Aangenomen minimale windsnelheid van 5 meter per sekonde wegens inwendige w r i j v i n g s v e r l i e z e n en maximaal vermogen b i j een windsnelheid van 15 meter per sekonde en hoger.
2.3 BEPERKINGEN
Uiteraard volgen de beperkingen aan het onderzoek i n b e l a n g r i j k e mate u i t de beschikbare t i j d en het beschikbare budget. Daarnaast kunnen beperkingen o n t -staan u i t de beschikbare k a p a b i l i t e i t e n zoals b i j v o o r b e e l d e r v a r i n g en i n z i c h t . I n h o u d e l i j k echter z i j n de beperkingen aan het onderzoek vooral gegeven door de hiervoor reeds genoemde uitgangspunten. Hoewel z e l f s dan nog een groot aan-t a l v r i j h e i d s g r a d e n o v e r b l i j f aan-t , moeaan-ten aan-toch als de b e l a n g r i j k s aan-t e voorwaarden worden genoemd:
. 1 De i n s t a l l a t i e moet k o n s t r u k t i e f uitvoerbaar z i j n , dat w i l zeggen de wind-t u r b i n e moewind-t b l i j v e n f u n k wind-t i o n e r e n ongeachwind-t de krachwind-ten van de zee op de k o n s t r u k t i e . D i t betekent dat de u i t e i n d e l i j k e k o n s t r u k t i e zowel s t a t i s c h a l s dynamisch voldoende sterk moet z i j n . D i t mag n i e t l e i d e n t o t een on-betaalbare k o n s t r u k t i e .
.2 De i n s t a l l a t i e moet op l o k a t i e gebracht kunnen worden, eventueel i n gedeel-ten en aldaar gemonteerd.
D i t betekent dat de i n s t a l l a t i e zodanig moet z i j n ontworpen dat de montage en de p l a a t s i n g op zee m o g e l i j k moet z i j n .
.3 De i n s t a l l a t i e moet voldoen aan een optimale bouwprocedure d i e het m o g e l i j k moet maken om een bouwprogramma van twee i n s t a l l a t i e s per dag te r e a l i s e r e n A l l e onderdelen dienen dus zo ver m o g e l i j k te worden gestandaardiseerd.
.4 De i n s t a l l a t i e moet voldoen aan een zodanige k w a l i t e i t s n o r m dat een hoge graad van b e d r i j f s z e k e r h e i d kan worden b e r e i k t .
Niettemin moet de i n s t a l l a t i e voor k o n t r o l e en onderhoud bereikbaar z i j n .
3.0 OPZET VAN HET ONDERZOEK
3.1 ORGANISATIE
De M i n i s t e r van Economische Zaken h e e f t het Energieonderzoek Centrum Nederland b e l a s t met de u i t v o e r i n g van het Nationaal Onderzoekprogramma Windenergie, i n het b i j z o n d e r met de k o ö r d i n a t i e en het beheer daarvan.
Rijn-Schelde-Verolme Machinefabrieken en Scheepswerven NV (RSV) v o e r t a l s kon-t r a k kon-t a n kon-t voor de 2e fase van hekon-t onderzoek een s kon-t u d i e u i kon-t naar de konsekwenkon-ties van het benutten van windenergie voor de e l e k t r i c i t e i t s p r o d u k t i e op zee.
Met de u i t v o e r i n g van de s t u d i e i s de s t a f a f d e l i n g Research and Development b e l a s t i n samenwerking met de ontwerpafdeling van de d i v i s i e O f f s h o r e t e r w i j l door Hydronamic BV, het p r o j e k t o n t w i k k e l i n g s b u r e a u van de K o n i n k l i j k e
Bos-Kalis-Westminster Groep (BKW) wordt medegewerkt aan d i e a k t i v i t e i t e n welke n i e t s p e c i f i e k op het t e r r e i n van RSV l i g g e n .
U i t e r a a r d worden door RSV verder de noodzakelijke kontakten gelegd, die nodig z i j n voor een goede u i t v o e r i n g van het onderzoek, w a a r b i j t e denken v a l t aan de overige deelnemers aan de tweede fase van het Nationaal Onderzoekprogramma Windenergie. In de bovengenoemde gevallen b l i j f t RSV v e r a n t w o o r d e l i j k voor de rapportage als ook voor de f i n a n c i ë l e zaken.
De s t u d i e van de konsekwenties van het benutten van windenergie voor de e l e k -t r i c i -t e i -t s p r o d u k -t i e op zee, i s o p g e s p l i -t s -t i n d r i e d e e l -t a k e n , -te we-ten:
. 1 Plaatsingsmogelijkheden buitengaats (10.1) .2 S e l e k t i e van de v o o r k e u r s p l a a t s i n g (10.2) .3 De buitengaatse p l a a t s i n g (10.3)
Ten behoeve van de u i t v o e r i n g van deze deeltaken i s een g e d e t a i l l e e r d werkplan o p g e s t e l d , alsmede een tijdschema en een relatieschema.
3.2 WERKPLAN
Het werkplan i s opgedeeld i n een zevental a k t i v i t e i t e n , d i e ieder op z i c h weer verdeeld z i j n i n een aantal s u b a k t i v i t e i t e n .
De i n het werkplan ( b i j l a g e 1) vermelde a k t i v i t e i t e n en s u b a k t i v i t e i t e n behoren als v o l g t t o t de ondergenoemde deeltaken:
De a k t i v i t e i t e n 1 , 2 en 3 behoren t o t deeltaak 1 ,
De a k t i v i t e i t e n 4 en 5 en de s u b a k t i v i t e i t e n 7.1 en 7.2 behoren t o t deeltaak 2 , De a k t i v i t e i t 6 en de s u b a k t i v i t e i t e n 7.3 en 7.4 behoren t o t deeltaak 3.
Met het werkplan a l s basis worden i n b i j l a g e 4 de a k t i v i t e i t e n en s u b a k t i v i t e i -ten omschreven om aan te geven aan welke aspek-ten gedacht wordt. U i t e r a a r d kan i n deze fase van het onderzoek een en ander a l l e e n globaal omschreven worden, omdat gedurende de u i t v o e r i n g van de studie aanpassing van de diverse aspekten moet kunnen p l a a t s v i n d e n , vanwege m o g e l i j k e nieuwe ontwikkelingen i n de
techno-l o g i e .
3.3 TIJDSCHEMA
Het tijdschema, zoals weergegeven i n b i j l a g e 2, l a a t zien d a t , hoewel l a t e r ge s t a r t i s , geen t i j d s o v e r s c h r i j d i n g van de tweede fase van het Nationaal Onder-zoekprogramma verwacht wordt.
Eind a p r i l 1978 mag verwacht worden dat deeltaak 10.1 afgerond i s , t e r w i j l me-dio j u l i de a f s l u i t i n g van deeltaak 10.2 verwacht w o r d t , met u i t z o n d e r i n g van het korrosie-onderzoek.
3.4 RELATIESCHEMA
In het relatieschema, b i j l a g e 3, i s de onderlinge samenhang weergegeven van a l l e i n het werkplan genoemde s u b a k t i v i t e i t e n . Tevens i s aangegeven,--voor iedere sub-a k t i v i t e i t , wsub-anneer deze g e s t sub-a r t moet worden sub-alsmede wsub-anneer de s u b sub-a k t i v i t e i t afgerond moet z i j n volgens het t i j d s c h e m a .
U i t het relatieschema b l i j k t dat de s u b a k t i v i t e i t e n 3.3 en 5.3 een e v a l u a t i e c.q een t o e t s i n g van een deeltaak inhouden.
3.5 HAALBAARHEIDSKRITERIA
Voor deeltaak 1:"Plaatsingsmogelijkheden buitengaats" g e l d t dat u i t een v e e l -voud van m o g e l i j k e draagkonstrukties voor grote windturbines en van m o g e l i j k e b u i t e n g a a t s ë l o k a t i e s een beperkt aantal m o g e l i j k e v e s t i g i n g s p l a a t s e n wordt geselekteerd. Enerzijds moeten de draagkonstrukties bestand z i j n tegen de s t a t i s c h e en dynamische b e l a s t i n g van de wind en van de zee en a n d e r z i j d s dienen de l o k a t i e s gekozen te worden op grond van een maximaal aanbod van windenergie. D a a r b i j moet worden voldaan aan de voorwaarden gesteld door de
d r a a g k o n s t r u k t i e , t e r w i j l de kosten van de p l a a t s i n g slechts i n d i k a t i e f van invloed mogen z i j n .
Voor deeltaak 2 : " S e l e k t i e van de voorkeursplaatsing" z u l l e n de kosten een overwegende r o l spelen. Daartoe dienen de ontwerpeisen van de k o n s t r u k t i e te worden opgesteld om een kostenbegroting m o g e l i j k te maken voor zowel de bouw en de p l a a t s i n g van de k o n s t r u k t i e als voor het onderhoud ervan. Boven-dien d i e n t rekening te worden gehouden met de kosten voor h e r s t e l van de even-t u e l e schade aan heeven-t ecosyseven-teem.
Voor deeltaak 3:"De buitengaatse p l a a t s i n g " g e l d t het k r i t e r i u m dat de op-bouw van de d r a a g k o n s t r u k t i e s , als ook de gehele i n s t a l l a t i e , moet z i j n ge-r i c h t op een bouwpge-rogge-ramma van twee i n s t a l l a t i e s pege-r dag, t e ge-r w i j l ook de bouw-en o n d e r h o u d f a c i l i t e i t e n hierop moetbouw-en z i j n afgestemd.
Voor de gehele studie van de konsekwenties van het benutten van windenergie voor de e l e k t r i c i t e i t s p r o d u k t i e op zee gelden dus een aantal k r i t e r i a , waar-van de b e l a n g r i j k s t e z i j n :
- De i n s t a l l a t i e moet k o n s t r u k t i e f u i t v o e r b a a r en "betaalbaar" z i j n .
- De i n s t a l l a t i e moet g e r i c h t z i j n op een bouwprogramma van twee i n s t a l l a t i e s per dag.
- De i n s t a l l a t i e moet op l o k a t i e gebracht kunnen worden, eventueel i n gedeel-ten en aldaar gemonteerd worden.
De i n s t a l l a t i e d i e n t een hoge graad van b e d r i j f s z e k e r h e i d te hebben. De l o k a t i e d i e n t zodanig te z i j n , dat deze n i e t i n s t r i j d i s met reeds bestaande o f toekomstige planologische bestemmingen.
De l o k a t i e en de i n s t a l l a t i e dienen zodanig te z i j n dat zo min m o g e l i j schade aan het ecosysteem o n t s t a a t o f kan ontstaan.
4. REFERENTIES
1. Voorstel Nationaal Onderzoekprogramma Windenergie, P r o j e k t Voorbereidings Groep Windenergie, j u n i 1975.
2. Nationaal Onderzoekprogramma Windenergie, Voorstel voor de werkzaamheden i n de 2e f a s e . S t i c h t i n g ECN, j a n u a r i 1977.
3. Voorstel t o t b i j d r a g e van RSV aan de 2e fase van het Nationaal Onderzoek-programma Windenergie,
B i j l a g e 1 . WERKPLAN 1. Hoe t e plaatsen 1 . 1 . Enkelvoudige p l a a t s i n g a) s t a l e n k o n s t r u k t i e s b) beton k o n s t r u k t i e s c') beton + s t a a l kombinaties 1.2. Groepsgewijze p l a a t s i n g a) groepsmodel!en b) " e i l a n d " k o n s t r u k t i e s 1.3. E v a l u a t i e van de p l a a t s i n g
a) overwegingen ten aanzien van de p l a a t s i n g b) Beperkingen, invloeden en suggesties
2. Waar t e plaatsen 2 . 1 . Meteorologische voorwaarden BKW 2 . 2 . Geotechnische voorwaarden BKW 2 . 3 . Legale aspekten RSV. 2 . 4 . Planologische aspekten RSV/BKW 2 . 5 . E v a l u a t i e van de l o k a t i e RSV/BKW 3. Eerste t o e t s i n g en s e l e k t i e 3 . 1 . Globale k o s t e n i n d i k a t i e RSV/BKW 3 . 2 . Energietransportmogelijkheden RSV 3 . 3 . Voorlopige s e l e k t i e van de p l a a t s i n g RSV/BKW
4. Opstellen van de ontwerpeisen
4 . 1 . Belastingen op de k o n s t r u k t i e RSV/BKW 4 . 2 . Ontwerpeisenprogramma RSV/BKW 4 . 3 . Bouw- en onderhoudsaspekten RSV/BKW 5. Tweede t o e t s i n g en s e l e k t i e 5 . 1 . Nadere k o s t e n i n d i k a t i e RSV 5 . 2 . Overige invloeden op de s e l e k t i e RSV 5.3. S e l e k t i e van de voorkeurs p l a a t s i n g RSV RSV BKW RSV/BKW RSV BKW RSV/BKW RSV/BKW
B i j l a g e 1 .
6. Procedures en s p e c i f i k a t i e s
6 . 1 . Omschrijving van de gekozen k o n s t r u k t i e RSV 6 . 2 . I n s t a l l a t i e p r o c e d u r e i n h o o f d l i j n e n RSV
6 . 3 . Benodigde b o u w f a c i l i t e i t e n RSV 6 . 4 . Benodigde o n d e r h o u d s f a c i 1 i t e i t e n RSV
6 . 5 . Meet- en-regeltechnische aspekten RSV
7. Diverse onderwerpen
7 . 1 . M i l i e u aspekten RSV/BKW 7 . 2 . Korrosieonderzoek RSV
7 . 3 . Energie opslag en t r a n s p o r t RSV
Deel-taak
' X ^ T i j d
n r .
okt
1nov
-977
dec
1976
nan
i
f e t mrt apr mei
n"ul aug] sep okt
]
nov
L978
dec
197(
nan
3
f e l
10.1
1
1
2
?
10.1
2
1
2
3
4
•?
10.1
2
1
2
3
4
•?
10.1
2
1
2
3
4
•?
10.1
2
1
2
3
4
•?
10.1
3
1
2
3
10.1
3
1
2
3
10.2
4
1
2
3
10.2
4
1
2
3
10.2
4
1
2
3
10.2
5
1
2
3
10.2
5
1
2
3
10.3
6
1
2
3
4
5
10.3
6
1
2
3
4
5
10.3
6
1
2
3
4
5
10.2
7
1
2
3
4
10.2
7
1
2
3
4
10.3
7
1
2
3
4
10.3
7
1
2
3
4
B i j l a g e 4.
l.HOE TE PLMTSES..
In geval van de enkelvoudige p l a a t s i n g wordt een i n v e n t a r i s a t i e uitgevoerd naar mogelijke d r a a g k o n s t r u k t i e s , i n staal en/of beton, al dan n i e t verankerd op de zeebodem, t e r w i j l b i j de groepsgewijze p l a a t s i n g bovendien wordt bekeken wat de gevolgen z i j n , M ' n d i e n deze p l a a t s i n g o n a f h a n k e l i j k van de w i n d r i c h t i n g i s dan wel voor een bepaald kwadrant van de windroos gebouwd w o r d t , i n groepsmodel!en o f e i l a n d k o n s t r u k t i e s .
2 WAAR TE PLAATSEN
Voor de l o k a t i e van de grote a a n t a l l e n windturbines v/orden de aspekten bekeken, welke van invloed kunnen z i j n op de l o k a t i e , w a a r b i j legale aspekten en planologische aspekten (zoals scheep-vaart en v i s s e r i j b e i a n g e n e t c . ) en meteorologische, oceano-g r a f i s c h e en oceano-geotechnische voorwaarden een r o l spelen.
In geval van de meteorologische en oceanografische voorwaarden wordt gedacht aan b i j v o o r b e e l d de windroos, de windsnelheid,
het w i n d p r o f i e l en i n geval van de geotechnische voorwaarden aan de ondergrond en toplagen van de Noordzee.
3 EERSTE TOETSING EN SELEKTIE
In d i t geval wordt een globale k o s t e n i n d i k a t i e opgesteld, met als parameter de w a t e r d i e p t e . Ten aanzien van de e n e r g i e t r a n s p o r t
-mogelijkheden zal qekeken worden op welke w i j z e d i t kan geschieden i n samenhang met de m o g e l i j k e koppeling op het.^reeds bestaande e l e k t r i c i t e i t s n e t .
4 OPSTELLEN ONTWERPEISEN
H i e r b i j z u l l e n , nadat de voorlopige s e l e k t i e van de p l a a t s i n g i s geschied, de belastingen op de k o n s t r u k t i e (wind, s t r o m i n g , g o l f -slag) worden geTnventariseerd en aan de hand hiervan ontv/erpeisen opgesteld.worden voor de bovenbouw.en de onderbouw en z u l l e n eisen gesteld worden aan de ondergrond. Eveneens z u l l e n de bouw- en onder-houdsaspekten worden bekeken, zoals de f a b r i k a g e op het l a n d , t r a n s p o r t , konsekwenties van deze zaken op het ontv/erp, een en ander i n geval
5 TWEEDE TOETSING EN SELEKTIE
B i j deze tweede t o e t s i n g en s e l e k t i e worden de kosten nader bepaald van het meer d e f i n i t i e v e ontwerp met daarin opge-sloten het e f f e k t van de seriebouw, gerelateerd aan de aan-t a l l e n aan-te bouwen windaan-turbines en de v o o r k e u r s p l a a aan-t s i n g .
6 PROCEDURES EN SPECIFIKATIES
Binnen deze a k t i v i t e i t van het werkplan worden de s p e c i f i k a t i e s van de toe t e passen materialen opgesteld, de bouw en t r a n s p o r t f a c i l i t e i t e n , b i j v o o r b e e l d sleep- en a f z i n k m o g e l i j k h e d e n ,
omschreven.
7 DIVERSE ONDERWERPEN
H i e r b i j z u l l e n milieuaspekten, zoals v e r o n t r e i n i g i n g , v e r s t o r i n g van het bodemoppervlak, toekomstige ontwikkelingen op de Noordzee e t c . worden bekeken, t e r w i j l ten aanzien van het korrosieonderzoek de invloeden van zeewater en z e e l u c h t , a a n s l i b v e r s c h i j n s e l e n op de k o n s t r u k t i e geTnventariseerd z u l l e n worden. Daarnaast z u l l e n energieopslag en transportmogelijkheden onderzocht worden, waar-b i j gedacht wordt aan energiekonversie naar chemische energie als wel mechanische energieopslag dan wel andere vormen.
Eveneens z u l l e n de e f f e k t e n op de werkgelegenheid aan de orde komen- i n de laaste fase van de s t u d i e .