KOAC • NPC Winthontlaan 28 Postbus 2756 3500 GT Utrecht Tel. +31 30 287 69 50 Fax +31 30 288 78 44 utrecht@koac-npc.nl www.koac-npc.nl
Veldwerkzaamheden en onderzoek in het kader van verbetering inspectiemethoden asfalt dijkbekledingen
e0700170
Apeldoorn tel. +31 55 543 31 00 Groningen tel. +31 50 525 86 01 Utrecht tel. +31 30 287 69 50 Vught tel. +31 73 656 18 01 KOAC•NPC, Instituut voor materiaal- en wegbouwkundig onderzoek B.V. K.v.K. Apeldoorn 08116066 BTW nummer NL812515900.B.01 KOAC•NPC productgroep Laboratorium (RvA nrs. L 007, L 008 en L 009) en de productgroep Metingen (RvA nr. L 103) zijn door de Raad voor Accreditatie geaccrediteerd volgens de criteria voor testlaboratoria conform NEN-EN-ISO/IEC 17025
e0700170 DEFINITIEF pagina 2 van 27 Projectnummer : e0700170
Offertenummer en datum :
Titel rapport : Veldwerkzaamheden en onderzoek in het kader van verbetering inspectiemethoden asfalt dijkbekledingen
Status rapport : Definitief
Naam opdrachtgever : Stowa
Adres : Postbus 8090
Plaats : 3503 RB UTRECHT
Naam contactpersoon : de heer ir. L.R. Wentholt Datum opdracht : 6 juni 2007
Kenmerk opdracht :
Contactpersoon KOAC•NPC : de heer ing. A.K. de Looff Auteur(s) rapport : de heer ing. A.K. de Looff
de heer ing. M. Weijers
Rapportage Autorisatie
Naam: Ing. M. Weijers Naam: Ing. A.K. de Looff
Handtekening: Handtekening:
Datum: 14 januari 2008 Datum: 14 januari 2008
Zonder schriftelijke toestemming van KOAC•NPC mag het rapport (of certificaat) niet anders dan in zijn geheel worden gereproduceerd.
e0700170 DEFINITIEF pagina 3 van 27
Inhoudsopgave
1 Inleiding... 5 1.1 Kader... 5 1.2 Probleemstelling... 5 1.3 Doelstellingen... 5 1.4 Aanpak ... 51.5 Opzet van het rapport ... 6
2 Visuele inspectie ... 7
2.1 Visuele inspectie ... 7
2.2 Inspectieresultaten ... 7
3 Visuele inspectie boorkernen ... 8
3.1 Boren van kernen ... 8
3.2 Visuele inspectie van de kernen ... 9
3.3 Lengte van de boorkernen ... 9
4 Visuele inspectie freeswerk ... 11
4.1 Inleiding ... 11 4.2 Beoordeling ... 11 5 Breuksterkte en dichtheid ... 15 5.1 Voorbereiding proefstukken ... 15 5.2 Proefopzet ... 16 5.3 Resultaten ... 18 6 Standaardonderzoek... 23 6.1 Inleiding ... 23 6.2 Dichtheid proefstuk ... 23 6.3 Dichtheid mengsel... 23 6.4 Bitumengehalte ... 24 6.5 Holle ruimte ... 24 6.6 Penetratie ... 25 6.7 Verwekingspunt... 25 6.8 Penetratie-index ... 25 6.9 Chloride gehalte ... 26 6.10 Korrelverdeling ... 26
7 Vergelijking resultaten GPR-metingen en visuele inspectie ... 28
7.1 Inleiding ... 28
e0700170 DEFINITIEF pagina 4 van 27 Bijlage
1 Formulier visuele inspectie 2 Foto’s van de visuele inspectie 3 Resultaten laagdikte bepalingen 4 Foto’s van kernen
5 Foto’s freeswerkzaamheden
6 Resultaten breuksterkte en dichtheid 7 Kracht-verplaatsingsdiagrammen
8 Beproevingscertificaat asfalt met referentie lv07.0900/kv/wma 9 Gegevens eerder uitgevoerd standaardonderzoek
10 Rapportage radarmetingen TU Delft 11 Rapportage radarmetingen Roadscanners
e0700170 DEFINITIEF pagina 5 van 27
1
Inleiding
1.1 Kader
Dit deelrapport is de rapportage van een deelonderzoek van het overkoepelend project: Verbetering inspectiemethoden asfalt dijkbekledingen. Het project is uitgevoerd in opdracht van STOWA en de Waterdienst van Rijkswaterstaat (voorheen de Dienst Weg- en Waterbouwkunde). In dit rapport zijn de uitgevoerde veldwerkzaamheden om te komen tot een niet-destructieve meetmethode voor detectie van aangetast asfalt onder een oppervlakbehandeling beschreven.
1.2 Probleemstelling
Uit recente ervaringen met enkele dijkvakken in Friesland is gebleken dat delen van een dijkbekleding onvoldoende kunnen zijn hoewel kort daarvoor een gedetailleerde beoordeling is uitgevoerd waarbij de bekleding is goedgekeurd. Op deze locaties bleek het asfalt onder de oppervlakbehandeling ernstig te zijn aangetast op plaatsen waar het asfalt in contact kon komen met vocht. Het is waarschijnlijk dat de aantasting een proces van jaren is geweest. Een diagnose-systeem voor het lokaliseren van aantastingen onder een oppervlakbehandeling is gewenst. Op dit moment lijkt grondradar de meest geschikte techniek voor het lokaliseren van aantasting van asfalt direct onder een oppervlakbehandeling.
1.3 Doelstellingen
Voor dit project worden op basis van de bovenstaande probleemstelling de volgende doelstelling geformuleerd:
Het ontwikkelen van een niet-destructieve meetmethode voor het lokaliseren van aangetast asfalt onder een oppervlakbehandeling. Hierbij betreft het zowel de locatie als de omvang (diepte van de aantasting) van de schade.
Omdat grondradar op dit moment het meest geschikte instrument lijkt, zijn binnen dit project testmetingen met verschillende typen grondradarsystemen uitgevoerd.
1.4 Aanpak
De aanpak om de genoemde doelstellingen te realiseren is op gedeeld in een aantal werkstappen. Voor dit rapport bestaat de werkstap uit het uitvoeren van veldmetingen en laboratoriumonderzoek.
De veldmetingen zijn uitgevoerd op de waddenzeedijk tussen Koehool en Westhoek te Friesland en hebben als doel om een niet-destructieve methode te ontwikkelen waarmee stripping van asfaltbeton onder een oppervlakbehandeling kan worden vastgesteld. Dit onderzoek bestaat uit de volgende onderdelen:
a. Gedetailleerde inspectie van een vak van circa 50x18 m. Tijdens de inspectie zijn alle zichtbare schades en locaties waar het asfalt vermoedelijk is aangetast nauwkeurig vastgelegd.
e0700170 DEFINITIEF pagina 6 van 27 b. Door andere partijen (Roadscanners OY, TU-Delft, TNO) zijn op de locatie met
verschillende systemen radarmetingen verricht.
c. Boren van kernen voor nader onderzoek (12x rond 150 mm). Van alle kernen is de laagdikte en de visueel waarneembare diepte van de aantasting bepaald. Zes kernen zijn in schijven gezaagd waarna de breuksterkte wordt bepaald met proeven. Van de 6 onderzochte kernen zijn per kern 4 (series van 2) SCB-proeven uitgevoerd. Hiervoor zijn uit de 6 onderzochte deze kernen steeds 4 schijven gelijkmatig verdeeld over de hoogte gezaagd.
Daarnaast zijn van proefstukken uit deze kernen de volgende eigenschappen bepaald:
• Laagdikte (12x)
• Dichtheid proefstuk (48x) • dichtheid mengsel (6x)
• Samenstelling (zeven in 3 fracties, bitumengehalte) (6x) • holle ruimte (48x)
• Bitumeneigenschappen (Pen,verwekingspunt, penetratie-index) (6x) • Zoutgehalte (6x)
d. Frezen van een deel van de laagdikte in het vak waar de metingen zijn verricht. e. Rapportage. De resultaten van de bovengenoemde werkzaamheden zijn gerapporteerd en aan de verschillende radarbedrijven verstrekt ter ondersteuning van de verdere uitwerking van de resultaten.
1.5 Opzet van het rapport
Dit rapport beschrijft alle werkzaamheden met uitzondering van de radarmetingen. Deze worden separaat gerapporteerd.
Het rapport is in de volgende hoofdstukken opgedeeld.
In hoofdstuk 2 is de visuele inspectie opgenomen. Een visuele inspectie van de boorkernen is beschreven is hoofdstuk 3. Het uitgevoerde freeswerk is besproken in hoofdstuk 4. De resultaten van de bepaling van de breuksterkte en de dichtheid zijn opgenomen in hoofdstuk 5. Het standaardonderzoek is samengevat in hoofdstuk 6. In hoofdstuk 7 is een vergelijking gemaakt tussen de resultaten van de grondradarmetingen en de resultaten van de visuele inspectie.
e0700170 DEFINITIEF pagina 7 van 27
2
Visuele inspectie
2.1 Visuele inspectie
Bij de visuele inspectie wordt gekeken naar twee aspecten: De ernst en de omvang van de schade. De volgende schadebeelden worden beoordeeld:
- scheuren in de bekleding - openstaande naden - aangetast oppervlak
- schade door constructiefouten - begroeiing op de bekleding
Bij de beoordeling van de inspectieresultaten is gebruik gemaakt van concept “Voorschrift Toetsen op Veiligheid 2006”.
In bijlage 1 zijn de inspectieformulieren opgenomen.
In bijlage 2 zijn de foto’s van de visuele inspectie opgenomen.
2.2 Inspectieresultaten
Er is één korte scheur aangetroffen met een breedte < 3 mm wat resulteert in een schadeklasse Licht.
Op diverse locaties, voornamelijk in de onderste strook, is de oppervlakbehandeling verdwenen. Daarnaast is in de onderste strook een paar maal begroeiing (gras en riet) aangetroffen. Tenslotte komen over het gehele talud zeer veel opbollingen voor, een indicator dat het asfalt onder de oppervlakbehandeling is aangetast. De meeste opbollingen komen voor in de onderste 3 meter van het talud, incidenteel komen de opbollingen ook op het hoogste deel van de bekleding voor.
Alle aangetroffen schade is ingemeten en gebruikt om een vergelijking te maken tussen de resultaten van de radarmetingen en de resultaten van de visuele inspectie. Zie hiervoor hoofdstuk 7.
e0700170 DEFINITIEF pagina 8 van 27
3
Visuele inspectie boorkernen
3.1 Boren van kernen
Tijdens de visuele inspectie zijn 12 boorlocaties uitgezet. Alle kernen zijn geboord op locaties waarvan op basis van de visuele conditie van het oppervlak verwacht werd dat het asfalt zou zijn aangetast. In tabel 3.1 zijn de boorlocaties opgenomen. Tevens zijn in de tabel de visueel waarneembare diepte van de aantasting per kern en de beoordeling van het gefreesde oppervlak na het verwijderen van circa 10 cm asfalt opgenomen. De beoordeling van het gefreesde oppervlak heeft plaatsgevonden door het vast te stellen of steentjes uit het oppervlak waren verdwenen na het frezen of dat de stenen door de beitels van de frees werden afgebroken. Zie hiervoor bijvoorbeeld figuur 4.2 in dit rapport.
Tabel 3.1: Boorlocaties Koehool - Westhoek Boring Afstand t.o.v.
nulpunt [m] Afstand t.o.v. teen [m] diepte aantasting kern (cm) Beoordeling locatie na frezen van 10 cm Breuksterkte bepaald 1 1,95 0,75 5 Niet gefreesd X 2 11,65 11,60 10 Niet gefreesd 3 14,75 2,70 8 Goede locatie 4 15,65 8,45 11 Niet gefreesd X 5 20,35 14,55 - Niet gefreesd 6 22,30 1,90 8 Niet gefreesd X 7 22,50 6,40 - Niet gefreesd 8 36,50 8,10 6 Slechte locatie X 9 40,25 10,45 7 Matige locatie 10 41,15 4,05 10 Slechte locatie 11 42,10 1,30 10 Niet gefreesd X 12 42,20 13,55 11 Slechte locatie X
In figuur 3.1 is een grafische weergave opgenomen van de ligging van de boorlocaties. Bij elke kern is het kernnummer en de diepte van de aantasting (d) aangegeven. Daarnaast is aangegeven of de breuksterkte (σbr) van proefstukken op deze locatie is bepaald.
e0700170 DEFINITIEF pagina 9 van 27 Grafisch overzicht boorlocaties
0 2 4 6 8 10 12 14 16 18 0 5 10 15 20 25 30 35 40 45 50
Afstand t.o.v . nulpunt [m]
A fs ta n d t .o .v . te e n [ m ]
Figuur 3.1: Grafische weergave van de ligging van de boorlocaties
Uit tabel 3.1 en figuur 3.1 volgt het volgende:
• De boorlocaties zijn uitgezet op locaties waarvan verwacht werd dat het asfalt zou zijn aangetast. Bij 2 locaties (B5 en B7) bleek dit niet waarneembaar bij inspectie van de kernen.
• Er is gefreesd tot een diepte van circa 10 cm. Bij 1 locatie (B8) is de diepte van de aantasting bij visuele inspectie van de kern beperkt tot 6 cm en blijkt de conditie van het asfalt op 10 cm diepte na frezen nog steeds slecht.
3.2 Visuele inspectie van de kernen
De kernen (rond 150 mm) zijn visueel beoordeeld op aantasting. In bijlage 3 zijn de gegevens opgenomen. In bijlage 4 zijn foto’s van de kernen opgenomen.
3.3 Lengte van de boorkernen
De laagdikte is bepaald middels opmeten op 4 locaties (4 metingen per kern) op de omtrek van de kernen. Een uitgebreide set van gegevens is in bijlage 3 opgenomen. In tabel 3.2 zijn de gegevens van de laagdikte opgenomen.
Zeer veel opbollingen
B12, d = 11 cm, σbr B5, d = 0 cm B9, d = 7 cm B1, d = 5 cm, σbr B3, d = 8 cm B6, d = 8 cm, σbr B11, d = 10 cm, σbr B10, d = 10 cm B7, d = 0 cm B8, d = 6 cm, σbr B2, d = 10 cm, σbr B4, d = 11 cm, σbr
e0700170 DEFINITIEF pagina 10 van 27 Tabel 3.2: Gegevens laagdikte kernen
Opp. beh. + WAB Opp. beh. WAB
Gemiddelde laagdikte [mm] 275 4 271
Standaard deviatie [mm] 51 0,7 51
Aantal 12 12 12
Opp. beh. staat voor oppervlakbehandeling WAB staat voor waterbouwasfaltbeton
De laagdikte varieert van 209 mm tot 413 mm.
Omdat deze kernen verspreid over de breedte van talud zijn geboord en het asfalt naar de teen toe in een scheg is aangelegd, is de bepaalde standaarddeviatie groter dan je normaal gesproken zou mogen verwachten.
e0700170 DEFINITIEF pagina 11 van 27
4
Visuele inspectie freeswerk
4.1 Inleiding
Op woensdag 6 juni is het visueel geïnspecteerde vak gefreesd. In verband met de beschikbare tijd is het freesvak kleiner dan het geïnspecteerde vak. Er is gedeeltelijk in twee lagen gefreesd. De eerste freesgang is 50 mm diep de tweede freesgang is 100 mm diep. Daar waar de twee lagen zijn gefreesd is een totale diepte van 150 mm gefreesd.
Op verzoek van het Wetterskip Fryslân is er ook een vak gefreesd waar visueel geen schade aanwezig is.
In bijlage 5 zijn foto’s opgenomen van de freeswerkzaamheden.
4.2 Beoordeling
Omdat tijdens het frezen water wordt gebruikt is het verse freesoppervlak vochtig. Door het verschil in opdrogen van het vocht zijn de slechte plekken zeer goed zichtbaar (zie figuur 4.1).
e0700170 DEFINITIEF pagina 12 van 27 Tevens is op het freesoppervlak zichtbaar of de beitels mooie sleuven hebben gemaakt of dat er steenstukjes uit het freesoppervlak zijn verdwenen. Daar waar steentjes uit het oppervlak zijn geslagen tijdens het frezen zijn ook slechte plekken aanwezig (zie figuur 4.2).
Figuur 4.2: Foto van het verschil in freesoppervlak.
De locaties die middels het freesoppervlak als slecht zijn beoordeeld laten een doffe bonk horen wanneer er een stootijzer op valt. Dit in tegenstelling tot de goede locaties die deze bonk niet laten horen. Op de slechte locaties is het ook zeer eenvoudig om met het stootijzer in de bekleding te dringen. Dit is niet mogelijke op de goede locaties.
Na een tweede freesgang (150 mm diep gefreesd) zijn nog steeds de slechte vochtige plekken aanwezig. In oppervlak zijn deze echter wel wat afgenomen.
In het extra freesvak waarvan het niet gefreesde oppervlak er goed uitziet zijn ook de vochtige locaties zichtbaar. Deze zijn echter minder groot en minder in aantal (zie figuur 4.3).
Slechte locatie met losse en verdwenen stenen
Goede locatie met mooie beitelafdrukken
e0700170 DEFINITIEF pagina 13 van 27 Figuur 4.3: Foto van het tweede freesvak (aan bovenzijde bekleding geen visuele schade)
In beide freesvakken is het vochtige oppervlak op veel locaties zichtbaar. Het is waarschijnlijk niet mogelijk om 50 mm te frezen en op basis van het oppervlak de slechte locaties selectief te frezen. Het vochtige oppervlak blijft hiervoor te groot.
Op één locatie is gefreesd omdat er waarschijnlijk een dagnaad aanwezig zou zijn. Na het frezen bleek dit ook het geval. Tevens is goed zichtbaar dat deze locatie ook als slecht beoordeeld dient te worden. In tegenstelling tot het originele oppervlak waarbij geen schade zichtbaar is (zie figuur 4.4), maar wel een lichte opbolling.
e0700170 DEFINITIEF pagina 14 van 27 Figuur 4.5: Foto van een dagnaad.
e0700170 DEFINITIEF pagina 15 van 27
5
Breuksterkte en dichtheid
5.1 Voorbereiding proefstukken
Voor het onderzoek zijn 6 kernen (rond 150 mm) geselecteerd. Dit zijn de kernen: 1, 4, 6, 8, 11 en 12. De overige kernen zijn gebruikt door TU Delft.
Per kern zijn 4 schijven van ca. 50 mm dikte gezaagd. Deze schijven zijn evenredig verdeeld over de totale hoogte van de kern. Vervolgens zijn de schijven doormidden gezaagd om zo per schijf 2 halve maanvormige proefstukken te verkrijgen (zie figuur 5.1).
Figuur 5.1: Overzicht zaagwerkzaamheden
De dikteligging van de schijven is afhankelijk van de kernhoogte. In de figuur 5.2 is aangegeven op welke hoogte van de schijven uit de kernen zijn gezaagd.
Na te zijn beproefd voor de breuksterkte bepaling zijn de proefstukken gebruikt voor het standaardonderzoek. Voor het maken van mengmonsters voor het standaardonderzoek zijn aselect proefstukken gekozen welke zijn opgenomen in tabel 5.1. Voor het samenstellen van de monsters is verdeeld over drie diepteliggingen.
Tabel 5.1: Selectie van proefstukken voor het standaardonderzoek Onderzoek Proefstukken boven Proefstukken midden Proefstukken onder Chloride (6x) B1-A-4 B8-A-4 B11-A-3 B4-A-2 B6-A-1 B12-A-1 Standaardonderzoek (6x) B4-A-4 + B-4 B11-A-4 + B-4 B6-A-2 + B-3 B12-A-2 + B-3 B1-A-1 + B-1 B8-A-1 + B-1
e0700170 DEFINITIEF pagina 16 van 27
Locatie SCB proefstukken
40
40
30
30
40
50
50
50
50
50
50
35
20
50
50
50
50
50
50
20
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
33
15
19
34
25
14
100
30
25
20
0 100 200 300 400 500B1
B4
B6
B8
B11
B12
413
255
259
264
325
254
[m m ] WAB SCB 1 SCB 2 SCB 3 SCB 4Figuur 5.2: Diepteligging van schijven
5.2 Proefopzet
In de SCB-opstelling is de breuksterkte van 48 half-cirkelvormige proefstukken bepaald. De opgelegde kracht en de verplaatsingen worden gemeten door de opnemer in de vijzel. De proef wordt uitgevoerd bij een constante belastingsnelheid van 0,085 mm/s bij een temperatuur van 5 graden Celsius. Het proefstuk wordt belast tot bezwijken (zie figuur 5.3).
e0700170 DEFINITIEF pagina 17 van 27 Figuur 5.3: Schematische weergave van de SCB-opstelling.
De opgelegde kracht en de verplaatsingen zijn gemeten door de opnemer in de vijzel. De proef is uitgevoerd bij een constante belastingsnelheid van ca. 0,085 mm/s. Een voorbeeld van een kracht-verplaatsingsdiagram als resultaat van een proef is opgenomen in figuur 5.4.
B1-A1
0
1000
2000
3000
4000
5000
6000
0
1
2
3
4
5
6
Verplaatsing [mm]
K
ra
c
h
t
[
N
]
Meting
Maximum
Figuur 5.4: voorbeeld van een kracht-verplaatsingsdiagram
Het proefstuk wordt belast tot bezwijken. In bijlage 6 zijn de kracht-verplaatsingsdiagrammen opgenomen, in bijlage 7 zijn alle resultaten samengevat.
Kracht
Temperatuur is constant Kracht
e0700170 DEFINITIEF pagina 18 van 27 5.3 Resultaten
In de tabellen 5.2. en 5.3 zijn de gemiddelden waarden van alle metingen opgenomen voor de breuksterkte en de dichtheid.
Tabel 5.2: Resultaten gemiddelde breuksterkte
Alle proefstukken Aangetaste proefstukken
Gemiddelde breuksterkte [MPa] 1,65 0,99
Standaard deviatie [MPa] 0,69 0,15
Aantal 46 14
Tabel 5.3: Resultaten gemiddelde dichtheid
Alle proefstukken Aangetaste proefstukken Gemiddelde dichtheid [kg/m3] 2142 2054
Standaard deviatie [kg/m3] 80 64
Aantal 47 14
Om inzicht in de kwaliteit van het waterbouwasfaltbeton te krijgen, verdeeld over de dikte van het asfalt, zijn de resultaten geordend naar de diepteligging van het proefstuk. De resultaten van de ordening zijn opgenomen in tabel 5.4 t/m 5.7. De geheel of gedeeltelijk visueel waarneembaar aangetaste schijven zijn vet weergegeven.
Tabel 5.4: Resultaten boven Tabel 5.5: Resultaten midden boven
Proefstuk Dichtheid [kg/m3] Breuksterkte [MPa] B1-A4 2255 2,97 B1-B4 2267 3,12 B4-A4 2051 0,93 B4-B4 2056 1,13 B6-A4 2016 0,79 B6-B4 2013 0,81 B8-A4 2100 1,03 B8-B4 2091 1,16 B11-A4 1917 0,71 B11-B4 1941 1,22 B12-A4 2130 1,02 B12-B4 2098 0,98 Gem 2078 1,32 st dev 107 0,82 Boven (4) Proefstuk Dichtheid [kg/m3] Breuksterkte [MPa] B1-A3 2225 2,83 B1-B3 2227 2,94 B4-A3 2058 1,10 B4-B3 2065 1,07 B6-A3 2025 0,87 B6-B3 B8-A3 2203 1,99 B8-B3 2211 2,03 B11-A3 2209 2,15 B11-B3 2221 2,11 B12-A3 2075 0,83 B12-B3 2139 1,06 Gem 2151 1,72 st dev 80 0,77 Midden boven (3)
e0700170 DEFINITIEF pagina 19 van 27 Tabel 5.6: Resultaten midden onder Tabel 5.7: Resultaten onder
Proefstuk Dichtheid [kg/m3] Breuksterkte [MPa] B1-A2 2163 2,02 B1-B2 2151 2,32 B4-A2 2158 1,58 B4-B2 2126 1,35 B6-A2 2091 0,85 B6-B2 2164 1,32 B8-A2 2210 2,27 B8-B2 2207 2,30 B11-A2 2209 1,92 B11-B2 2208 2,05 B12-A2 2224 1,80 B12-B2 2210 2,06 Gem 2177 1,82 st dev 41 0,46 Midden onder (2) Proefstuk Dichtheid [kg/m3] Breuksterkte [MPa] B1-A1 2106 1,90 B1-B1 2103 1,86 B4-A1 2181 1,52 B4-B1 2196 B6-A1 2142 1,14 B6-B1 2203 1,67 B8-A1 2203 2,08 B8-B1 2207 2,20 B11-A1 2136 0,66 B11-B1 2160 1,07 B12-A1 2169 2,55 B12-B1 2152 2,72 Gem 2163 1,76 st dev 37 0,63 Onder (1)
Zowel de dichtheid als de breuksterkte van de bovenste schrijven zijn lager dan de schrijven uit diepere lagen. De dichtheid en breuksterkte van de schrijven uit de overige drie lagen liggen in dezelfde ordegrootte. De visueel waarneembaar aangetaste schijven hebben de laagste dichtheid en breuksterkte.
Met een gemiddelde dichtheid van 2142 kg/m3 is het waterbouwasfaltbeton van matige tot slechte kwaliteit. Ook de gemiddelde breuksterkte van 1,65 MPa is laag.
Op basis van de bovenstaande gegevens is de relatie tussen de breuksterkte en de dichtheid proefstuk bepaald. Deze is gegeven in figuur 5.5.
e0700170 DEFINITIEF pagina 20 van 27 y = 0,0066x - 12,455 R2 = 0,5828 0,0 0,5 1,0 1,5 2,0 2,5 3,0 3,5 1900 1950 2000 2050 2100 2150 2200 2250 2300 Dichtheid [kg/m3] B re u k s te rk te [ M P a ]
Figuur 5.5: relatie tussen de breuksterkte en de dichtheid proefstuk
De trend is conform de verwachting, een toenemende breuksterkte bij een toenemende dichtheid proefstuk.
In de figuren 5.6 t/m 5.17 zijn de breuksterkten en de dichtheden per kern afzonderlijk uitgezet tegen de diepteligging van het proefstuk.
Locatie 1 0 50 100 150 200 250 300 350 400 0,60 0,80 1,00 1,20 1,40 1,60 1,80 2,00 2,20 2,40 2,60 2,80 3,00 3,20 Breuksterkte [MPa] H o o g te li g g in g p ro e fs tu k [ m m ] Locatie 1 0 50 100 150 200 250 300 350 400 1900 1950 2000 2050 2100 2150 2200 2250 2300 Dichtheid [kg/m 3] H o o g te li g g in g p ro e fs tu k [ m m ]
e0700170 DEFINITIEF pagina 21 van 27 Locatie 4 0 50 100 150 200 250 300 350 400 0,60 0,80 1,00 1,20 1,40 1,60 1,80 2,00 2,20 2,40 2,60 2,80 3,00 3,20 Breuksterkte [MPa] H o o g te li g g in g p ro e fs tu k [ m m ] Locatie 4 0 50 100 150 200 250 300 350 400 1900 1950 2000 2050 2100 2150 2200 2250 2300 Dichtheid [kg/m 3] H o o g te li g g in g p ro e fs tu k [ m m ]
Figuur 5.8: Breuksterkte vs hoogte locatie 4 Figuur 5.9: Dichtheid vs hoogte locatie 4
Locatie 6 0 50 100 150 200 250 300 350 400 0,60 0,80 1,00 1,20 1,40 1,60 1,80 2,00 2,20 2,40 2,60 2,80 3,00 3,20 Breuksterkte [MPa] H o o g te li g g in g p ro e fs tu k [ m m ] Locatie 6 0 50 100 150 200 250 300 350 400 1900 1950 2000 2050 2100 2150 2200 2250 2300 Dichtheid [kg/m 3] H o o g te li g g in g p ro e fs tu k [ m m ]
Figuur 5.10: Breuksterkte vs hoogte locatie 6 Figuur 5.11: Dichtheid vs hoogte locatie 6
Locatie 8 0 50 100 150 200 250 300 350 400 0,60 0,80 1,00 1,20 1,40 1,60 1,80 2,00 2,20 2,40 2,60 2,80 3,00 3,20 Breuksterkte [MPa] H o o g te li g g in g p ro e fs tu k [ m m ] Locatie 8 0 50 100 150 200 250 300 350 400 1900 1950 2000 2050 2100 2150 2200 2250 2300 Dichtheid [kg/m 3] H o o g te li g g in g p ro e fs tu k [ m m ]
e0700170 DEFINITIEF pagina 22 van 27 Locatie 11 0 50 100 150 200 250 300 350 400 0,60 0,80 1,00 1,20 1,40 1,60 1,80 2,00 2,20 2,40 2,60 2,80 3,00 3,20 Breuksterkte [MPa] H o o g te li g g in g p ro e fs tu k [ m m ] Locatie 11 0 50 100 150 200 250 300 350 400 1900 1950 2000 2050 2100 2150 2200 2250 2300 Dichtheid [kg/m 3] H o o g te li g g in g p ro e fs tu k [ m m ]
Figuur 5.14: Breuksterkte vs hoogte locatie 11 Figuur 5.15: Dichtheid vs hoogte locatie 11
Locatie 12 0 50 100 150 200 250 300 350 400 0,60 0,80 1,00 1,20 1,40 1,60 1,80 2,00 2,20 2,40 2,60 2,80 3,00 3,20 Breuksterkte [MPa] H o o g te li g g in g p ro e fs tu k [ m m ] Locatie 12 0 50 100 150 200 250 300 350 400 1900 1950 2000 2050 2100 2150 2200 2250 2300 Dichtheid [kg/m 3] H o o g te li g g in g p ro e fs tu k [ m m ]
Figuur 5.16: Breuksterkte vs hoogte locatie 12 Figuur 5.17: Dichtheid vs hoogte locatie 12
Bij opleveringscontroles van werken worden de standaardeigenschappen van proefstukken uit het bovenste, middelste en onderste deel van een kern bepaald. Gemiddeld is de dichtheid proefstuk van de proefstukken uit het midden van de kern het hoogst, gevolgd door het bovenste deel van de kern en tenslotte het onderste deel. De verwachting is dat de trend bij de breuksterkte dezelfde is, gezien de relatie tussen de breuksterkte en dichtheid proefstuk.
Uit de bovenstaande figuren volgt het volgende:
• De breuksterkte volgt dezelfde trend als de dichtheid proefstuk;
• De invloed van de aantasting van het asfalt op beide parameters is bij de meeste kernen goed zichtbaar.
Aanbevolen wordt om de resultaten te vergelijken met de resultaten van de opleveringscontrole. Hierbij dienen uit de resultaten van de opleveringscontrole het gemiddelde en de standaardafwijking van de dichtheid proefstuk apart te worden bepaald voor de onderzijde, het midden en de bovenzijde van de kern.
e0700170 DEFINITIEF pagina 23 van 27
6
Standaardonderzoek
6.1 Inleiding
In dit hoofdstuk worden alle resultaten weergegeven van de volgende onderzoeksonderdelen: − Dichtheid van het proefstuk asfalt;
− Dichtheid mengsel; − Bitumengehalte; − Holle ruimte; − Penetratie; − Verwekingspunt; − Penetratie-index; − Chloride gehalte; − Korrelverdeling
De resultaten van het standaardonderzoek zijn opgenomen in bijlage 8.
6.2 Dichtheid proefstuk
Van alle gemaakte balkjes zijn de dichtheden bepaald (Standaard RAW Proef 67). In tabel 7.1 zijn de kenmerkende waarden weergegeven.
Tabel 7.1: Dichtheid proefstuk Beoordeling Aantal (n) [-] Gemiddelde dichtheid proefstuk [kg/m3] Standaarddeviatie (s) [kg/m3] Totaal 6 2092 99 Boven (4) 2 1992 88 Midden (3 en 2) 2 2130 74 Onder (1) 2 2155 71 6.3 Dichtheid mengsel
De dichtheid van het mengsel is van het restant van de boorkernen bepaald. De bepaling is uitgevoerd conform proef 68 van de RAW. In tabel 7.2 zijn deze waarden samengevat.
Tabel 7.2: Dichtheid mengsel Beoordeling Aantal (n) [-] Gemiddelde mengsel proefstuk [kg/m3] Standaarddeviatie (s) [kg/m3] Totaal 6 2386 14 Boven (4) 2 2400 13 Midden (3 en 2) 2 2372 4 Onder (1) 2 2387 1
e0700170 DEFINITIEF pagina 24 van 27 6.4 Bitumengehalte
Van 6 mengmonsters van restantmateriaal is het bitumengehalte conform proef 65.2 van de RAW bepaald. In tabel 7.3 zijn de resultaten weergegeven.
Tabel 7.3: Bitumengehalte Beoordeling Aantal (n) [-] Gemiddelde bitumen gehalte [%m/m] Standaarddeviatie (s) [%m/m] Totaal 6 7,2 0,5 Boven (4) 2 6,8 0,5 Midden (3 en 2) 2 7,7 0,2 Onder (1) 2 7,3 0,0 6.5 Holle ruimte
Van 6 mengmonsters van restantmateriaal is het gehalte holle ruimte conform proef 69 van de RAW bepaald. In tabel 7.4 zijn de resultaten weergegeven.
Tabel 7.4: Holle ruimte Beoordeling Aantal (n) [-] Gemiddelde Holle ruimte [%v/v] Standaarddeviatie (s) [%v/v] Totaal 6 12,3 4,5 Boven (4) 2 17,0 4,1 Midden (3 en 2) 2 10,2 3,0 Onder (1) 2 9,8 2,9
Met behulp van dichtheidmengsel is per proefstuk het gehalte holle ruimte bepaald. Hiervoor is voor dichtheidmengsel de gemiddelde dichtheid gebruikt voor de proefstukken boven, midden en onder. In tabel 7.5 zijn de resultaten opgenomen.
Tabel 7.5: Berekende holle ruimte van alle proefstukken Beoordeling Aantal (n) [-] Gemiddelde Holle ruimte [%v/v] Standaarddeviatie (s) [%v/v] Totaal 47 10,1 3,5 Boven (4) 12 13,4 4,4 Midden (3 en 2) 23 8,8 2,6 Onder (1) 12 9,4 1,5
e0700170 DEFINITIEF pagina 25 van 27 6.6 Penetratie
Van 6 mengmonsters van restantmateriaal is de penetratie conform NEN-EN 1426 bepaald. In tabel 7.6 zijn de resultaten weergegeven.
Tabel 7.6: Penetratie Beoordeling Aantal (n) [-] Gemiddelde penetratie [0,1 mm] Standaarddeviatie (s) [0,1 mm] Totaal 6 43,7 20,6 Boven (4) 2 20,5 17,7 Midden (3 en 2) 2 62,0 2,8 Onder (1) 2 48,5 2,1
Een lagere penetratie geeft aan dat de bitumen harder is.
6.7 Verwekingspunt
Van 6 mengmonsters van restantmateriaal is het verwekingspunt (Ring & Kogel) conform NEN-EN 1427 bepaald. In tabel 7.7 zijn de resultaten weergegeven.
Tabel 7.7: Verwekingspunt Beoordeling Aantal (n) [-] Gemiddelde verwekings- punt [°C] Standaarddeviatie (s) [°C] Totaal 6 58,3 10,2 Boven (4) 2 68,8 13,3 Midden (3 en 2) 2 51,6 0,6 Onder (1) 2 54,5 0,1
Een hoger verwekingspunt geeft aan dat de bitumen harder is.
6.8 Penetratie-index
Uit de penetratie en het verwekingspunt van 6 mengmonsters is de penetratie-index berekend conform NEN-EN 12591 annex B. In tabel 7.8 zijn de resultaten weergegeven.
Tabel 7.8: Penetratie-index Beoordeling Aantal (n) [-] Gemiddelde penetratie- index [-] Standaarddeviatie (s) [-] Totaal 6 -0,1 0,3 Boven (4) 2 0,2 0,3 Midden (3 en 2) 2 -0,3 0,0 Onder (1) 2 -0,3 0,1
e0700170 DEFINITIEF pagina 26 van 27 6.9 Chloride gehalte
Van 6 mengmonsters is het chloride gehalte bepaald conform het Bouwstoffenbesluit. In tabel 7.9 zijn de resultaten weergegeven.
Tabel 7.9: Chloride gehalte Beoordeling Aantal (n) [-] Gemiddelde chloride- gehalte [mg/kg,ds] Standaarddeviatie (s) [mg/kg,ds] Totaal 6 114 62 Boven (4) 2 105 7 Midden (3 en 2) 2 71 41 Onder (1) 2 165 92 6.10 Korrelverdeling
Van 6 mengmonsters is de korrelverdeling bepaald conform proef 6.0 van de RAW bepaald. In tabellen 7.10 t/m 7.12 zijn de resultaten weergegeven.
Tabel 7.10: Gehalte > 2 mm Beoordeling Aantal (n) [-] Gemiddelde gehalte > 2 mm [%m/m] Standaarddeviatie (s) [%m/m] Totaal 6 46,8 1,6 Boven (4) 2 47,1 1,6 Midden (3 en 2) 2 46,5 2,7 Onder (1) 2 46,8 1,8 Tabel 7.11: Gehalte 2 mm – 63 µm Beoordeling Aantal (n) [-] Gemiddelde gehalte 2 mm - 63 µm [%m/m] Standaarddeviatie (s) [%m/m] Totaal 6 46,5 1,5 Boven (4) 2 46,1 1,6 Midden (3 en 2) 2 46,8 2,5 Onder (1) 2 46,6 1,5 Tabel 7.12: Gehalte < 63 µm Beoordeling Aantal (n) [-] Gemiddelde gehalte < 63 µm [%m/m] Standaarddeviatie (s) [%m/m] Totaal 6 6,8 0,2 Boven (4) 2 6,9 0,1 Midden (3 en 2) 2 6,7 0,1 Onder (1) 2 6,7 0,3
e0700170 DEFINITIEF pagina 27 van 27 6.11 Conclusies naar aanleiding van het standaardonderzoek
De resultaten vertonen eenzelfde beeld als eerder uitgevoerde standaardonderzoeken op het asfalt van Koehool - Westhoek en Westhoek - Zwarte Haan. In vergelijking met het asfalt dieper in de laag heeft het asfalt bovenin:
• Een lagere dichtheid proefstuk' • Een iets lager bitumengehalte • Een hogere holle ruimte
• Een lagere penetratie van het bitumen • Een hoger vewekingspunt van het bitumen • Een iets hogere penetratie-index van het bitumen • Een lager chloride-gehalte.
De korrelverdeling is bovenin niet anders dan onderin of middenin de kern. Verder is het opvallend dat het chloride-gehalte middenin de kern het laagst is. Mogelijk duidt dit erop dat het chloridegehalte bij aanleg laag was en dat dit in de loop van de tijd is toegenomen.
In bijlage 9 zijn de resultaten van eerder standaardonderzoek van Koehool – Westhoek opgenomen.
e0700170 DEFINITIEF pagina 28 van 27
7
Vergelijking resultaten GPR-metingen en visuele inspectie
7.1 Inleiding
De veldmetingen zijn uitgevoerd om een niet-destructieve methode te ontwikkelen waarmee stripping van asfaltbeton onder een oppervlakbehandeling kan worden vastgesteld. Uit recente ervaringen met enkele dijkvakken in Friesland is gebleken dat delen van een dijkbekleding onvoldoende kunnen zijn hoewel kort daarvoor een gedetailleerde beoordeling is uitgevoerd waarbij de bekleding is goedgekeurd. Op deze locaties bleek het asfalt onder de oppervlakbehandeling ernstig te zijn aangetast op plaatsen waar het asfalt in contact kon komen met vocht. Het is waarschijnlijk dat de aantasting een proces van jaren is geweest. De metingen zijn uitgevoerd ten einde een diagnose-systeem voor het lokaliseren van aantastingen onder een oppervlakbehandeling te ontwikkelen.
7.2 Resultaten
De radarmetingen zijn uitgevoerd door TU Delft en Roadscanners OY. Hierbij is gebruik gemaakt van de volgende meetsystemen:
− Grondgekoppelde single channel antenne van PulsEKKO met een frequentie van 900 MHz. (TU-Delft)
− Grondgekoppeld 31-kanaals antenne van Geoscope (3D-radar) met een frequentiebereik van 100-2000 MHz. (Roadscanners)
− Luchtgekoppelde hoornantenne van GSSI met een frequentie van 1 GHz. (Roadscanners)
De rapportages van beide onderzoeken zijn opgenomen in bijlage 10 (TU Delft) en bijlage 11 (Roadscanners OY).
In bijlage 12 is een grafische weergave opgenomen waarin de presentatie van Roadscanners van de dïelektrische constante van het oppervlak is vergeleken met de resultaten van de visuele inspectie. Hieruit blijkt dat de resultaten van de visuele inspectie en van de radarmetingen van Roadscanners OY redelijk overeenkomen. Daarnaast is de laagdikte zoals bepaalde door de TU-Delft vergeleken met de resultaten van de visuele inspectie. Opvallend is dat de gebieden met de kleinste laagdikte niet aangetast zijn. Verder lijkt er geen correlatie tussen beide waarnemingen.
De hier gebruikte resultaten van de radarmetingen zijn verkregen door metingen met een luchtgekoppelde hoornantenne met een frequentie van 1 GHz. Gebleken is dat door het onregelmatige oppervlak een luchtgekoppelde antenne tot betere resultaten leidt dan een (3D) grondgekoppelde antenne. Daarnaast is gebleken dat een frequentie van 1 Ghz. voldoende is om de aangetaste locaties te detecteren. De resultaten kunnen wellicht nog worden verbeterd door toepassing van een antenne met een hogere frequentie en een groter frequentiebereik. Het meest geschikte radarsysteem lijkt op dit moment een luchtgekoppeld 3D-radarsysteem met een frequentie van circa 1 GHz.
e0700170 DEFINITIEF Bijlage 1
Formulier visuele inspectie
Dijknaam: Koehool - Westhoek 0700170 Blad nr.: 1/1
Datum: Waterbouwasfaltbeton (WAB)
Inspecteurs: A.K. de Looff en M. Weijers
a fs ta n d t .o .v n u lp u n t [m ] t. o .v . te e n [ m ] n a a d s c h e u r a a n g e ta s t o p p . g a t fo to le n g te [ m ] b re e d te [ m ] b re e d te s c h e u r [m m ] opmerkingen 0,00 18,00 1 en 2 1,95 0,60 x 0,40 0,60 Opbolling 4,65 0,80 x 0,50 0,50 Opbolling 7,55 4,20 x x 3 0,15 0,15 Gat? 8,80 10,50 x 0,40 0,40 Opbolling
8,80 - 43,2 0 - 3 4 Opbollingen over de onderste 3 m
38 - 40 0 - 3 Onderin beter/goed
10,10 - 10,40 2,60 x < 3 Begroeid
10,10 - 10,40 0,30 x lichte begroeiing
11,95 11,45 x x 1,20 0,40 Opbolling en gat stootijzer
15,36 6,25 x 2,00 1,00 Opbolling
15,80 8,00 x 2,45 1,00 Opbolling
16,30 5,30 - 11,45 x 5 en 6 begroeiing door reparatie
16,00 2,00 x 0,30 0,75 Riet 17,50 5,10 x 1,00 1,00 Opbolling 17,60 14,55 x x 0,20 0,20 Gat stootijzer 19,70 5,10 x 2,00 2,00 Opbolling 19,70 14,55 x 0,10 0,50 20,20 6,35 x 1,20 0,50 Opbolling 21,40 14,55 x 0,10 0,10 22,10 9,35 x 0,60 0,60 Opbolling
22,60 0,20 x 7 0,50 0,70 Slijtlaag (oppervlaktebehandeling) weg
22,70 6,35 x 1,50 0,50 Opbolling
13,80 x
24,60 14,55 x 0,15 0,15 Ingedroogde schapen uitwerpselen
25,05 1,60 x 0,30 0,30 Gras 28,90 6,00 x 1,00 1,00 Opbolling 29,40 9,70 x 0,40 0,40 Opbolling 9 Vak 30 m - 35 m 33,40 14,00 x x 1,00 0,30 < 3 Opbolling 35,60 15,10 x 0,05 0,05 Gat stootijzer 35,70 7,10 x 0,70 0,70 Opbolling 36,20 8,00 x 0,70 0,50 Opbolling 37,80 9,95 x 0,10 0,10 Gat stootijzer 40,30 x 10 0,30 0,30 Gras en aantasting
40 - 43,9 12 Gehele hoogte talud aangetast
41,70 16,60 x 0,10 0,10 Gat stootijzer
42,10 13,40 - 14,40 x x 1,50 1,00 Begroeiing en gat stootijzer 41 - 42,9 0,40 - 2,15 x x 11 1,90 1,75 Begroeiing en gat stootijzer
44,8 - 48,40 5,65 x 0,30 Opbolling 46,65 4,10 x 0,10 0,10 Gat stootijzer 48,95 5,10 x 0,10 0,10 Gat stootijzer 48,10 2,50 x x 0,10 0,10 Gat stootijzer 49,10 1,75 x 0,40 0,50 Slijtlaag weg 49,20 3,65 x 0,20 0,40 Slijtlaag weg Projectnr.: Bekleding: 04-05-2007
e0700170 DEFINITIEF Bijlage 2
Foto’s van de visuele inspectie
Foto 1 Foto 2
e0700170 DEFINITIEF
Foto 5 Foto 6
Foto 7 Foto 8
e0700170 DEFINITIEF
Foto 11 Foto 12
e0700170 DEFINITIEF
Foto 15 Foto 16
Foto 17 Foto 18
e0700170 DEFINITIEF
Foto 21 Foto 22
e0700170 DEFINITIEF Bijlage 3
Resultaten laagdikte bepalingen
Dikte H1 Dikte H2 Dikte H3 Dikte H4 Gem.hoogte Laagdikte
[mm] [mm] [mm] [mm] [mm cum] [mm] B1 opp beh 5 5 5 5 5 5 B1 WAB 40 40 65 65 53 48 B1 WAb 420 415 410 405 413 360 B2 OPP BEH 5 5 5 5 5 5 B2 WAB 20 20 10 10 15 10 B2 WAB 280 290 296 286 288 273 B3 OPP BEH 3 3 3 3 3 3 B3 WAB 30 30 20 15 24 21 B3 WAB 257 257 255 265 259 235 B4 OPP BEH 4 4 4 4 4 4 B4 WAB 20 15 10 10 14 10 B4 WAB 254 261 258 247 255 241 B5 OPP BEH 4 4 4 4 4 4 B5 WAB 207 216 207 205 209 205 B6 OPP BEH 4 4 4 4 4 4 B6 WAB 20 20 10 10 15 11 B6 WAB 253 260 264 259 259 244 B7 opp beh 4 4 4 4 4 4 B7 WAB 258 263 279 263 266 262 B8 OPP BEH 3 3 3 3 3 3 B8 WAB 10 10 10 10 7 B8 WAB 265 268 267 255 264 254 B9 OPP BEH 3 3 3 3 3 3 B9 WAB 256 258 258 254 257 254 B10 OPP BEH 4 4 4 4 4 4 B10 WAB 238 240 248 255 245 241 B11 OPP BEH 4 4 4 4 4 4 B11 WAB 320 325 330 325 325 321 B12 OPP BEH 3 3 3 3 3 3 B12 WAB 15 15 15 15 15 12
B12 WAB 273 240 244 259 254 239 los van rest9 cm " aangetast"
bovenste 10 cm "aangetast" bovenste 10 cm "aangetast" wortelresten
bovenste 7 cm "aangetast" SCB aan een kant niet mogelijk gedeelte los van rest
laag gedeeltelijk los van rest (5 cm "aangetast")
op oude kern geboord
Codering Soort asfalt Opmerking
los van rest (10 cm "aangetast") los van rest ("aangetast")
los van rest (8 cm " aangetast")
los van rest (10 cm "aangetast")
(7 cm " aangetast") laag gedeeltelijk los van rest
e0700170 DEFINITIEF Bijlage 4
e0700170 DEFINITIEF Bijlage 5
e0700170 DEFINITIEF Bijlage 6
Resultaten breuksterkte en dichtheid
Proefstuk Temp. Hoogte Volume Massa Dichtheid Fmax Breukspanning Breukenergie [ºC] [mm] [cm3] [g] [kg/m3] [kN] [MPa] [kJ/m3] B1-A1 5 48,3 405,9 854,9 2106 3,229 1,90 14,0 B1-B1 5 47,9 401,9 845,2 2103 3,140 1,86 10,1 B1-A2 5 49,4 415,3 898,3 2163 3,512 2,02 18,6 B1-B2 5 49,3 421,3 906,4 2151 4,017 2,32 19,5 B1-A3 5 49,4 413,0 919,1 2225 4,915 2,83 25,0 B1-B3 5 50,5 434,7 968,2 2227 5,224 2,94 26,3 B1-A4 5 49,3 415,0 936,1 2255 5,159 2,97 34,9 B1-B4 5 49,4 423,9 961,3 2267 5,427 3,12 29,5
Proefstuk Temp. Hoogte Volume Massa Dichtheid Fmax Breukspanning Breukenergie [ºC] [mm] [cm3] [g] [kg/m3] [kN] [MPa] [kJ/m3] B4-A1 5 49,0 407,4 888,7 2181 2,627 1,52 3,1 B4-B1 5 49,8 421,8 926,5 2196 geen data beschikbaar B4-A2 5 48,5 405,3 874,7 2158 2,701 1,58 4,9 B4-B2 5 48,7 412,7 877,4 2126 2,316 1,35 6,8 B4-A3 5 46,9 383,2 788,6 2058 1,814 1,10 4,9 B4-B3 5 46,6 386,6 798,1 2065 1,747 1,07 4,8 B4-A4 5 49,7 389,4 798,8 2051 1,635 0,93 3,4 B4-B4 5 49,5 402,1 826,6 2056 1,960 1,13 4,5
Proefstuk Temp. Hoogte Volume Massa Dichtheid Fmax Breukspanning Breukenergie [ºC] [mm] [cm3] [g] [kg/m3] [kN] [MPa] [kJ/m3] B6-A1 5 49,1 408,8 875,7 2142 1,978 1,14 10,4 B6-B1 5 50,5 427,1 940,8 2203 2,977 1,67 18,9 B6-A2 5 49,1 396,0 828,2 2091 1,470 0,85 7,3 B6-B2 5 48,6 409,5 886,0 2164 2,260 1,32 11,0 B6-A3 5 49,3 397,3 804,5 2025 1,503 0,87 5,2 B6-B3 5 49,2 412,7 851,4 2063 1,724 1,00 5,2 B6-A4 5 49,9 396,7 799,6 2016 1,384 0,79 4,9 B6-B4 5 50,2 406,8 818,8 2013 1,440 0,81 4,0
e0700170 DEFINITIEF
Proefstuk Temp. Hoogte Volume Massa Dichtheid Fmax Breukspanning Breukenergie [ºC] [mm] [cm3] [g] [kg/m3] [kN] [MPa] [kJ/m3] B8-A1 5 49,2 415,3 915,0 2203 3,596 2,08 6,9 B8-B1 5 49,9 418,8 924,4 2207 3,859 2,20 8,2 B8-A2 5 49,4 410,4 907,0 2210 3,944 2,27 13,4 B8-B2 5 49,2 420,5 928,1 2207 3,982 2,30 13,8 B8-A3 5 50,4 418,6 922,4 2203 3,534 1,99 6,1 B8-B3 5 50,6 427,9 945,8 2211 3,614 2,03 6,8 B8-A4 5 50,1 407,8 856,6 2100 1,816 1,03 3,9 B8-B4 5 49,1 409,7 856,9 2091 1,997 1,16 3,2
Proefstuk Temp. Hoogte Volume Massa Dichtheid Fmax Breukspanning Breukenergie [ºC] [mm] [cm3] [g] [kg/m3] [kN] [MPa] [kJ/m3] B11-A1 5 48,7 400,4 855,4 2136 1,132 0,66 7,3 B11-B1 5 49,4 421,5 910,7 2160 1,863 1,07 13,7 B11-A2 5 50,1 420,4 928,7 2209 3,390 1,92 20,6 B11-B2 5 50,4 428,5 946,1 2208 3,631 2,05 18,3 B11-A3 5 49,4 407,5 900,1 2209 3,737 2,15 10,1 B11-B3 5 50,1 425,7 945,3 2221 3,719 2,11 10,4 B11-A4 5 49,7 377,3 723,2 1917 1,234 0,71 3,2 B11-B4 5 50,7 409,2 794,4 1941 2,169 1,22 2,9
Proefstuk Temp. Hoogte Volume Massa Dichtheid Fmax Breukspanning Breukenergie [ºC] [mm] [cm3] [g] [kg/m3] [kN] [MPa] [kJ/m3] B12-A1 5 50,4 416,1 902,4 2169 4,531 2,55 6,0 B12-B1 5 50,0 424,4 913,3 2152 4,782 2,72 6,8 B12-A2 5 49,0 408,3 908,2 2224 3,103 1,80 7,6 B12-B2 5 49,3 419,5 927,2 2210 3,579 2,06 5,0 B12-A3 5 46,5 380,0 788,3 2075 1,360 0,83 5,7 B12-B3 5 47,6 391,2 836,6 2139 1,779 1,06 7,8 B12-A4 5 49,7 388,0 826,2 2130 1,781 1,02 8,1 B12-B4 5 50,0 405,2 850,2 2098 1,730 0,98 3,2
e0700170 DEFINITIEF Bijlage 7 Kracht-verplaatsingsdiagrammen
B1-A1
0 1000 2000 3000 4000 5000 6000 0 1 2 3 4 5 6Verplaatsing [mm]
K
ra
c
h
t
[
N
]
Meting MaximumB1-B1
0 1000 2000 3000 4000 5000 6000 0 1 2 3 4 5 6Verplaatsing [mm]
K
ra
c
h
t
[
N
]
Meting Maximume0700170 DEFINITIEF
B1-A2
0 1000 2000 3000 4000 5000 6000 0 1 2 3 4 5 6Verplaatsing [mm]
K
ra
c
h
t
[
N
]
Meting MaximumB1-B2
0 1000 2000 3000 4000 5000 6000 0 1 2 3 4 5 6Verplaatsing [mm]
K
ra
c
h
t
[
N
]
Meting Maximume0700170 DEFINITIEF
B1-A3
0 1000 2000 3000 4000 5000 6000 0 1 2 3 4 5 6Verplaatsing [mm]
K
ra
c
h
t
[
N
]
Meting MaximumB1-B3
0 1000 2000 3000 4000 5000 6000 0 1 2 3 4 5 6Verplaatsing [mm]
K
ra
c
h
t
[
N
]
Meting Maximume0700170 DEFINITIEF
B1-A4
0 1000 2000 3000 4000 5000 6000 0 1 2 3 4 5 6Verplaatsing [mm]
K
ra
c
h
t
[
N
]
Meting MaximumB1-B4
0 1000 2000 3000 4000 5000 6000 0 1 2 3 4 5 6Verplaatsing [mm]
K
ra
c
h
t
[
N
]
Meting Maximume0700170 DEFINITIEF
B4-A1
0 500 1000 1500 2000 2500 3000 0 1 2 3 4 5 6Verplaatsing [mm]
K
ra
c
h
t
[
N
]
Meting MaximumB4-B1
0 0 0 1 1 1 0 1 2 3 4 5 6Verplaatsing [mm]
K
ra
c
h
t
[
N
]
Meting Maximume0700170 DEFINITIEF
B4-A2
0 500 1000 1500 2000 2500 3000 0 1 2 3 4 5 6Verplaatsing [mm]
K
ra
c
h
t
[
N
]
Meting MaximumB4-B2
0 500 1000 1500 2000 2500 3000 0 1 2 3 4 5 6Verplaatsing [mm]
K
ra
c
h
t
[
N
]
Meting Maximume0700170 DEFINITIEF
B4-A3
0 500 1000 1500 2000 2500 3000 0 1 2 3 4 5 6Verplaatsing [mm]
K
ra
c
h
t
[
N
]
Meting MaximumB4-B3
0 500 1000 1500 2000 2500 3000 0 1 2 3 4 5 6Verplaatsing [mm]
K
ra
c
h
t
[
N
]
Meting Maximume0700170 DEFINITIEF
B4-A4
0 500 1000 1500 2000 2500 3000 0 1 2 3 4 5 6Verplaatsing [mm]
K
ra
c
h
t
[
N
]
Meting MaximumB4-B4
0 500 1000 1500 2000 2500 3000 0 1 2 3 4 5 6Verplaatsing [mm]
K
ra
c
h
t
[
N
]
Meting Maximume0700170 DEFINITIEF
B6-A1
0 500 1000 1500 2000 2500 3000 0 1 2 3 4 5 6Verplaatsing [mm]
K
ra
c
h
t
[
N
]
Meting MaximumB6-B1
0 500 1000 1500 2000 2500 3000 0 1 2 3 4 5 6Verplaatsing [mm]
K
ra
c
h
t
[
N
]
Meting Maximume0700170 DEFINITIEF
B6-A2
0 500 1000 1500 2000 2500 3000 0 1 2 3 4 5 6Verplaatsing [mm]
K
ra
c
h
t
[
N
]
Meting MaximumB6-B2
0 500 1000 1500 2000 2500 3000 0 1 2 3 4 5 6Verplaatsing [mm]
K
ra
c
h
t
[
N
]
Meting Maximume0700170 DEFINITIEF
B6-A3
0 500 1000 1500 2000 2500 3000 0 1 2 3 4 5 6Verplaatsing [mm]
K
ra
c
h
t
[
N
]
Meting MaximumB6-B3
0 500 1000 1500 2000 2500 3000 0 1 2 3 4 5 6Verplaatsing [mm]
K
ra
c
h
t
[
N
]
Meting Maximume0700170 DEFINITIEF
B6-A4
0 500 1000 1500 2000 2500 3000 0 1 2 3 4 5 6Verplaatsing [mm]
K
ra
c
h
t
[
N
]
Meting MaximumB6-B4
0 500 1000 1500 2000 2500 3000 0 1 2 3 4 5 6Verplaatsing [mm]
K
ra
c
h
t
[
N
]
Meting Maximume0700170 DEFINITIEF
B8-A1
0 500 1000 1500 2000 2500 3000 3500 4000 0 1 2 3 4 5 6Verplaatsing [mm]
K
ra
c
h
t
[
N
]
Meting MaximumB8-B1
0 500 1000 1500 2000 2500 3000 3500 4000 0 1 2 3 4 5 6Verplaatsing [mm]
K
ra
c
h
t
[
N
]
Meting Maximume0700170 DEFINITIEF
B8-A2
0 500 1000 1500 2000 2500 3000 3500 4000 0 1 2 3 4 5 6Verplaatsing [mm]
K
ra
c
h
t
[
N
]
Meting MaximumB8-B2
0 500 1000 1500 2000 2500 3000 3500 4000 0 1 2 3 4 5 6Verplaatsing [mm]
K
ra
c
h
t
[
N
]
Meting Maximume0700170 DEFINITIEF
B8-A3
0 500 1000 1500 2000 2500 3000 3500 4000 0 1 2 3 4 5 6Verplaatsing [mm]
K
ra
c
h
t
[
N
]
Meting MaximumB8-B3
0 500 1000 1500 2000 2500 3000 3500 4000 0 1 2 3 4 5 6Verplaatsing [mm]
K
ra
c
h
t
[
N
]
Meting Maximume0700170 DEFINITIEF
B8-A4
0 500 1000 1500 2000 2500 3000 3500 4000 0 1 2 3 4 5 6Verplaatsing [mm]
K
ra
c
h
t
[
N
]
Meting MaximumB8-B4
0 500 1000 1500 2000 2500 3000 3500 4000 0 1 2 3 4 5 6Verplaatsing [mm]
K
ra
c
h
t
[
N
]
Meting Maximume0700170 DEFINITIEF
B11-A1
0 500 1000 1500 2000 2500 3000 3500 4000 0 1 2 3 4 5 6 7Verplaatsing [mm]
K
ra
c
h
t
[
N
]
Meting MaximumB11-B1
0 500 1000 1500 2000 2500 3000 3500 4000 0 1 2 3 4 5 6Verplaatsing [mm]
K
ra
c
h
t
[
N
]
Meting Maximume0700170 DEFINITIEF
B11-A2
0 500 1000 1500 2000 2500 3000 3500 4000 0 1 2 3 4 5 6Verplaatsing [mm]
K
ra
c
h
t
[
N
]
Meting MaximumB11-B2
0 500 1000 1500 2000 2500 3000 3500 4000 0 1 2 3 4 5 6Verplaatsing [mm]
K
ra
c
h
t
[
N
]
Meting Maximume0700170 DEFINITIEF
B11-A3
0 500 1000 1500 2000 2500 3000 3500 4000 0 1 2 3 4 5 6Verplaatsing [mm]
K
ra
c
h
t
[
N
]
Meting MaximumB11-B3
0 500 1000 1500 2000 2500 3000 3500 4000 0 1 2 3 4 5 6Verplaatsing [mm]
K
ra
c
h
t
[
N
]
Meting Maximume0700170 DEFINITIEF
B11-A4
0 500 1000 1500 2000 2500 3000 3500 4000 0 1 2 3 4 5 6Verplaatsing [mm]
K
ra
c
h
t
[
N
]
Meting MaximumB11-B4
0 500 1000 1500 2000 2500 3000 3500 4000 0 1 2 3 4 5 6Verplaatsing [mm]
K
ra
c
h
t
[
N
]
Meting Maximume0700170 DEFINITIEF
B12-A1
0 1000 2000 3000 4000 5000 0 1 2 3 4 5 6Verplaatsing [mm]
K
ra
c
h
t
[
N
]
Meting MaximumB12-B1
0 1000 2000 3000 4000 5000 0 1 2 3 4 5 6Verplaatsing [mm]
K
ra
c
h
t
[
N
]
Meting Maximume0700170 DEFINITIEF
B12-A2
0 1000 2000 3000 4000 5000 0 1 2 3 4 5 6Verplaatsing [mm]
K
ra
c
h
t
[
N
]
Meting MaximumB12-B2
0 1000 2000 3000 4000 5000 0 1 2 3 4 5 6Verplaatsing [mm]
K
ra
c
h
t
[
N
]
Meting Maximume0700170 DEFINITIEF
B12-A3
0 1000 2000 3000 4000 5000 0 1 2 3 4 5 6Verplaatsing [mm]
K
ra
c
h
t
[
N
]
Meting MaximumB12-B3
0 1000 2000 3000 4000 5000 0 1 2 3 4 5 6Verplaatsing [mm]
K
ra
c
h
t
[
N
]
Meting Maximume0700170 DEFINITIEF
B12-A4
0 1000 2000 3000 4000 5000 0 1 2 3 4 5 6Verplaatsing [mm]
K
ra
c
h
t
[
N
]
Meting MaximumB12-B4
0 1000 2000 3000 4000 5000 0 1 2 3 4 5 6Verplaatsing [mm]
K
ra
c
h
t
[
N
]
Meting Maximume0700170 DEFINITIEF Bijlage 8
e0700170 DEFINITIEF Bijlage 9
Gegevens eerder uitgevoerd standaardonderzoek
Beoordeling Aantal (n) [-] Gemiddelde chloride gehalte [mg/kg] Standaarddeviatie (s) [mg/kg] Totaal 8 142 59 Niet-schadeplekken 4 180 41 Schadeplekken 4 103 50 Beoordeling Aantal (n) [-] Gemiddelde penetratie [mm] Standaarddeviatie (s) [mm] Totaal 16 4,8 1,7 Niet-schadeplekken 8 5,4 1,7 Schadeplekken 8 4,2 1,7 Niet-schadeplekken boven 4 6,0 1,8 Niet-schadeplekken onder 4 4,9 1,6 Schadeplekken boven 4 4,2 1,9 Schadeplekken onder 4 4,2 1,7 Beoordeling Aantal (n) [-] Gemiddelde verwekingspunt [°C] Standaarddeviatie (s) [°C] Totaal 16 57,3 7,2 Niet-schadeplekken 8 55,2 5,1 Schadeplekken 8 59,5 8,7 Niet-schadeplekken boven 4 53,9 4,6 Niet-schadeplekken onder 4 56,5 5,9 Schadeplekken boven 4 59,8 10,7 Schadeplekken onder 4 59,3 7,8 Beoordeling Aantal (n) [-] Gemiddelde penetratie-index [-] Standaarddeviatie (s) [-] Totaal 16 0,1 0,5 Niet-schadeplekken 8 0,1 0,3 Schadeplekken 8 0,2 0,6 Niet-schadeplekken boven 4 0,0 0,3 Niet-schadeplekken onder 4 0,1 0,4 Schadeplekken boven 4 0,2 0,7 Schadeplekken onder 4 0,2 0,5
e0700170 DEFINITIEF Beoordeling Aantal (n) [-] Gemiddelde dichtheid proefstuk verzadigd 'voor' [kg/m3] standaarddeviatie (s) [kg/m3] Totaal 16 2303 50 Niet-schadeplekken 8 2331 20 Schadeplekken 8 2275 56 Niet-schadeplekken boven 4 2348 9 Niet-schadeplekken onder 4 2315 11 Schadeplekken boven 4 2269 72 Schadeplekken onder 4 2281 44 Beoordeling Aantal (n) [-] Gemiddelde dichtheid proefstuk verzadigd 'na' [kg/m3] standaarddeviatie (s) [kg/m3] Totaal 16 2309 44 Niet-schadeplekken 8 2334 16 Schadeplekken 8 2285 50 Niet-schadeplekken boven 4 2347 6 Niet-schadeplekken onder 4 2320 8 Schadeplekken boven 4 2278 65 Schadeplekken onder 4 2291 38 Op zeef NEN 2560 Gemiddeld e standaardd eviatie Gemiddeld e standaardd eviatie Gemiddeld e standaardd eviatie C 22.4 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 C 16 0,5 0,3 0,7 0,4 0,5 0,3 C 11.2 9,9 3,0 9,8 3,1 11,7 1,9 C 8 23,6 3,8 23,1 4,5 25,6 1,4 C 5.6 36,7 2,7 36,3 2,8 38,1 2,1 C 4 43,1 1,4 42,8 1,4 43,5 1,5 2.8 mm 45,6 1,1 45,4 1,1 45,8 1,2 2.0 mm 46,9 1,1 46,6 1,1 47,2 1,1 1.0 mm 49,1 1,5 48,6 1,6 49,8 1,3 500 µm 54,4 2,1 53,7 1,9 55,4 1,9 355 µm 58,9 2,3 58,3 1,9 60,0 2,3 250 µm 65,1 3,1 63,8 3,1 64,8 3,6 180 µm 75,8 3,9 74,9 4,4 75,2 3,9 90 µm 91,7 1,0 92,2 0,9 91,7 1,1 63 µm 93,2 0,9 93,7 1,1 93,3 0,9 36 µm 96,0 0,5 95,9 0,7 96,3 0,1 2 µm 99,5 0,4 99,5 0,5 99,6 0,1 < 2 µm 0,5 0,4 0,6 0,5 0,4 0,1 Totaal Schadeplekken Niet- schade plekken
e0700170 DEFINITIEF Bijlage 10
GPR survey on an asphalt concrete layer on a part of the sea
dyke near Koehool-Westhoek, Friesland
Introduction
The location of the survey lines are indicated in earlier KOAC-NPC notice (dated 15
May, 2007). The survey area is on the outside slope of the dyke and measures 50 m along the dyke
and 18 m along the slope of the dyke. The zero-zero location is on the bottom-west side of the dyke.
This area was known to be in bad condition. It was not specified beforehand what the condition was.
From later given information about layer thickness results from borehole samples (dated 19 June,
2007). The measurements were carried out in Wednesday 16 May, 2007, and Thursday 24 May,
2007.
The goals of the GPR survey were:
1) detecting any change/difference in the asphalt over the whole area,
2) estimating the thickness of the asphalt layer from the GPR data.
Field Set Up, Data & Analysis
The field work was performed on two days, 16 and 24 May, 2007. The full area was covered with
GPR lines measured from top to bottom of the dyke slope. Each line has a length of 18 m. Line
separation was roughly 30 cm, totaling in 168 lines. We have used the PulsEkko radar manufactured
by Sensors&Software, Canada, which is an impulse system and uses two separated ground coupled
antennas for transmitting and receiving radar waves. We have used antennas with a central operating
frequency of 900 MHz. The recording time window used was 20 ns. The resulting plots for the line at
11 m away from the zero point are shown in Figure 1.
distance from bottom of dyke [m]
recording time [ns]
line at 11 m away from the zero point
0 5 10 15 0 5 10 15 20
distance from bottom of dyk
recording time [ns]
e [m] line at 11 m away from the zero point
0 5 10 15 0 5 10 15 20