TUSSENVERSLAG CRP LAGERING - 23 NEI 1995
M.R. Uijldert
LLST VAN SYMBOLEN
A
Oppervlakte (m2) breedte (m) dikte (m) diameter (m) excentriciteit (m) elasticiteitsmodulus (N/m2) f factor, functie filmhoogte (m) 4 I traagheidsmoment (m ) lerigte (m) aantal 2 druk (N/m ) R straal (m) kantelptijfheid (Wm/rad) loopvlaksneibeiftverschil (m/s) belasting 00 filmgeometriecOefficient verklemmingsfactor A verschil c relatieve excentriciteit7 vullingsgraad Van de Omtrek
m dynamiSche Viscositeit van het smeermiddel (Np/m2) spanning (N/m2)
hoekfrequentie rad/s)
Verklaring enige subscripten: c. contact gem gemiddeld yermoeiingsgrens max mAXitUt min minimum nom nominaal projectie, geprojecteerd pr
geprojeteerd
debiet Ray Rayleigh schroef statstatsch
in x-richting in y-richting vlak1NHOUD$QPGAVE
Nborwoord 1
Inleiding in de CRP installatie 2
Inleiding lagering 4
Werking radiaal glijlager 5
Mogelijke alternatieven 6
Wetting tussenbuslager 6
Werking meercontactlager 8
Voor, en nadelen alternatieyen
ess..syd
Bedrijfstoestend CRP lager.
... ... 11Belasting...
... ... ,
11Piekbelasting 12
Scheefstelling.
. _ _ 14Wiet stationaire belasting. . ... 14
Bedrijfstoerentallen... ... ... . 15
Eisen - 15
Vergelijking meercontactlagers met conventionele typen.,.. . . 17
Hydrodynamische draagvermogens 18
Grenssmeringseigenschappen 29
Invloed scheefstand 34
Inyioed slijtage... 35
Fabricage overwegingen 36
Conclusie naar aanleiding van vergelijking 37
Ontwerp van blok met flexibel loopviek ... ... 38
Dakblok : .. 40
Ontwerp Van blok met starke loopvlakken 42
Keuze locipVlaktateriaal . 44
Alternatieven blok ondersteuningen 46
Contraforme contacten 46.
Elastische ophanging 46
Potppleggitg 48
proefopstelling... ... ... . . . , 49
Appendix I, afleiding projectiefactoren .57
Stuksgewijs lineal/ verloop .58
Parabolisch verb-op 60
Appendix II, relatie contectbelasting en lagerbelasting
VOORWOORD
Lips B.V. te Drunen is febtikent Van scheepsschroeven en
bijbehorende schroefassen. Een belangrijk aspect van de schroeven is het VootetUWingsrendement- Hoe hoger het rendement, hoe lager het brandstofverbruik.
Studies en experimenten hebben uitgeweten dat twee in lijn
geplaatste schroeven die in tegenovergestelde richting draaien een rendement kunnen hebben dat 10 tot 15 procent hoger ligt dan dat Van cOnVentionele enkel- en dubbel (niet
in
lijn)schroefinstallaties. De in praktijk gebruikte naam voot zorn installatie is CRP, afgeleid Van het engelSe Contra Rotating Propellers. Een ander Voordeel Van het systeem is een verhpogde stuwkraeht bij gelijkblijvende diepgang.
Strategische overwegingen waren vpor Lips aaineiding te beginnen met het ontwikkelen van CRP installaties. Bij een stijging van de brandstofprijzen bestaat et een kens dat CRP installaties op grote schaal gevreAgd worden. Omdat de concurrentie al wel
in
staat is gebleken dit soort installaties te levereniis
het te riskant om dan pas met de ontwikkeling van dit soort installaties tebeginnen.
Een van de elemeftten van een CRP is de lagering
van
de binnenste as in de buitenste as. De gebruikelijke oliegesmeerdesChroefaalagers ontwikkelen onvoldoende draagVermogen Wanneer beide lagerhelften tegen elkaar in draaien, zoals zou optreden wanneer men zo'n lager tusseft de assen van een CRP zou monteren. Een rubberlager ken wel worden toegepast, maar deze vereist een grote inbouwtuirrite en is aan voortdurende slijtage onderheVig. De ontwikkeling van een nieuw type schroefaslageting *at deze nadelen niet heeft, lijkt zinvol.
Omdat Lips
op
het gebied van lagering weinig know-how in&US
heeft, Werd beslciten de Technische Universiteit Delft (TUD) te benadeten.De vakgroep Trikologie van de faculteit Werktuigbouwkunde en Maritieme Techniek van de TUD houdt zich bezig met onderzoek en onderwijp op het gebied Van smering en slijtage. Dit verslag is het resultaat Van een afstudeeropdracht tot het ontWikkelen van een hydrodyftamisch werkend lager geschikt VOor toepassing in een CRP installatie.
INLEIDING IN DE CRP INE174IJVDE
De yoortstUwing van een schip vindt dootgaans Op de volgende wijze
pleats: een motor drijft, al dan niet via tandwielen gemonteerd in
den tandwielkast, de schroefas aan. De rotatie van de schroefas
wordt door middel van een schoef omgezet in een voorwaartse
kracht. Daarbij is niet te voorkomen dat het water ook een rotatie
krijgt in dezelfde richting als de draairichting van de Schroef.
In deze rotatie geat voortstUwingsenergie verloren.
Bij een CRP installatie wordt deze energie door de schterste
schroef alsnog omgezet in een voorwaartee kracht. Omdat de
achterste schroef een draairichting tegengesteld heeft aan die van
de voorste schroef,en dUS oOk teqengesteld aan die van het
instromende water, is de relatieve sneIheid t.o.v. het water
groter dan die t.o.v. het schip. Hierin zit een belangrijk
gedtelte van de renclementswinst van een CRP installatie. Omdat er
geen rotatie-energie verloren gaat, wordt het relic:latent van de
schropf niet meet negatief beinVloed door het opwekken van
rotatie. Het wegvallen Van deze invloedsgrootheid biedt ruimte aan
het toepassen van andere schroeven die, uitsluitend in een CRP
installatie, een hoger rendement realiseren.
Voorwearde voor een CRP installatie i8 dat het Uitstromende water
van de voorste achrOef het instromende water van de achterste,
tegendreaiencle schroef vormt. flit wordt gerealiseerd door de
schroeven vlak achter elkaar in een lijn op te stellen. VOot de
aandrijving van de schroeven blijken twee conceptrische
schroefassen noodzakelijk. Daarmee wordt ook de aandrijving
ingewikkeld. De meerprijs Van een CRP t.o.v. een conventionele
inStallatie is op dit moment zo hoog dat de uiteindelijke
kostenbesparing niet of nauwelijks opweegt tegen de extra
investering. Omdat een conventionele installatie eenVOUdiger
en
dus
waarschijnlijk betrouwbaarder is, kiezen nu nog de meeste
afnemers voor een conVentiOnele installatie.
Beide schroefassen van een CRP installatie clienen gelagetd te
worden. Voor de lagering van de buitenste as in het schip zijn
conventionele lagers geschikt. Voor het Ondersteunen
van de
binnenste as in de buitenste as in een CRP installatie is
eeg
contra roterend radiaallager vereist. Dit verslag behandelt het
ontWerp Van zo'h lager, dat in dit verslag CRP lager wordt
genoemd. °vadat het achterste lager, zo dicht mogelijk bij de
schroef, doorgaans het zwaarst belest is concentreert dit
verslag
zich op het achterste lager Hen lager dat geSchikt is als
achterste lager zal_ook gepchikt zijn VOOr het
op de overige
punten lageren yen de binnenas, afgezien mogelijkerwijs te grate
inbouwmaten. Omclat in conventionele installaties dit achterste
lager doorgaans is qeMonteerd in een schroefaskoker wordt dit
ook wel schroefaskokerlager (engels sterntubebearing)
genoemd.
-2-ACHTERSit SCHROEF
HET CRP LAGER
Be algemene funktie van een radiaallager is het in radiale righting vetbinden van twee onderdelen, zonder rotatie daatbij pnmpgelijk te
maken. Voor het verbinden van twee pnderdelen zal een interactie tussen de onderdelen noodzakelijk zijn. In dit Verslag beperk ik
mij
tot mechanische interacties, maghetische of electrostatische lagering laat ik buiten beschouwing. In de praktijk vindenmechanische interacties pleats via vlakken, de contactvlakken. Om het wrijvingsverlies en daarmee de ontVikkelde warmte laag te houden en om slijtage te beperken, streeft men bij snel draaiende systemen het glijden van de contactvlakken over elkaar te
voorkomen. flit is mogelijk door:
Wentellichamen (kOgels, tonnen) tUssen de loopvlakken aan te brengen. Lagers werkend Volgens dit principe noemt men
wentellagett.
Het scheiden van de contactvlakken door een vloeistpflaagje, de smeerfilm.
Vbor het lageren van een schtoefat is tot nu toe een van deze maatregelen noodzakelijk gebleken, omdat anders de levensduur van het lager ontoelaatbaar kort wordt.
Bij wentellagers
zal
et in pleats Van glij den bij relatieve beweging van de loopVlskken rollen optreden. Be slijtage blijlt dasrbij zeer gering en de wrijving ook laag. Bij hogerotatieshelheden ontstaat er tussen de wentellichamen en de loopvlakken onder invloed
van
elastische verVoiming van de loopvlakken een zeer duple film. Dit vetschijnsel heet EHD smering END komt van Elasto Hydro Dynamic.Wanneet de loopvlakken worden gescheiden door een steetfilm zal er in de smeerfiIm een druk moeten heersen die de loopvlakken, ondanks de op de loopvlakken uitgeoefende lagerbelasting, van elkaar gescheiden houdt. Er zijn twee manieren om die druk te realiteren:
bl) De relatieve beweging tussen de loOpvlakken zotgt ervoor dat er een druk ontstaat
in
het smeermiddel. flit principe heet hydrodynamische lagering. De conventionele lagering is van dit'Pe.
b2) Een externs druktoorZiening in de vorm van een aparte oliepomp buiten het lager perst het smeermiddel tussen de lOopvlakken. flit ptincipe heet hydrostatische lagering.
Bij hydrodynamische,lageting
is
een bepaalde mate van relatieve beweging noodzakelijk voordat de smeerfilm dik genoeg is om de loopvlakken compleet te scheiden. Bij het opstarten, wanneer.de as vanuit stilstand begint te draaien, zal er in het begin geen filmzijn.
Daarom worden de loopvlakken vanzo'n
lager van materialen gemaakt met gunstige slijteigenschappen en wordt een smeermiddel gekozen dat de schade ten gevolge van het direkte Contact zoveel mogelijk bepetkt. Een ander nadeel van het ontbreken van de film bij het opstarten is dat een boog asnloopmoment noodzakelijkis.
Bij toepansing als schroefaslager is dit doorgaans niet bezwaarlijk.
Bij hydrostatische lagers wordt smeermiddel onder hoge drult tUSseh de loopvlakken geperst. De smeerfilm is this niet afhankelijk van de relatieve beweging van de onderdelen. Een groot voordeel van deze lagering is dap oak 40 de smeerfilm altijd aanwezig is. Een groat nadeel IS de noodzaak van een externe pomp met leidingen en weerstanden.
De conventionele hydrodynamisch werkende lagering is van het type radiaal-glijlager, Peze blijkt pie; geschikt
els
Olp-lager:.Out inzicht te ktijgen in de problematiek wordt hierondet de werking van het radiaal glijlager besproken%EWING RAINAAL GULAGER
flit type bestaat uit een bus waarin de te lageren as draait. Het smeermiddel, doorgaans olie of water, wordt door de rotatie van de as meegenomen in de contactzone- Aan de intreezijde wordt het
smeermiddel samengeperst, de druk Van het emeermiddel stijgt daardoot. flit gebied noemt men het conjunctiegebied. Aan de
uitteezijde wordt het smeermiddel uit elkaar getrokken, hier daalt de druk. Gelukkig kunnen absolute drukken niet negatief worden en
in het smeermiddel de druk zelfs niet lager dan de dampdruk, die doorgaapa weipig lager is c1471 de atmOsferische druk. HierdOor
zullen er aan deze Zijde dampbellen onetaan. flit hoemt Men caVitatie. Het gebied waarbij de druk lager is dan de
omgevingsdruk, wordt dan oak de cavitatiezone genoemt. Dapkzij de hoge drukken aan de intreezijde zullen de as en de bus
van
elkaar gescheiden wordep. Er steltzich
doOrgaans eep evetwicht inwaarbij tussen de as en de
bus
een Vloeistoflaagje, de smeerfilm, gehandhaafd wordt.Afbeelding 2, schematische drukverdeling in een radiaal glijlager.
De hydrodynamische draagkracht van het radisal-glijlager hangt onder meer af van de omwentelingssnelheden van de loopVlakken (as en bus) t.o.v. yap die van de cOntactzone. De plaats Van de
contactzOne wordt in dit type lager bepaald door de richting van de belasting.
Voor de effectieve hosksnelheid geldt:
(Off =as-wcant)
= (0+wbus-awcont
was hoeksnelheid van de as (rad/s) hoeksnelheid van de bus (rad/s) Wbus
'cont
_=hoekshelheid Van de contactzone (rad/s)
Bij toepassing als radiaallager in een synchroon contraroterende installatie geldt:
W, W.
W = 0was DUE; cant
flit levert
weff-- 0. Het lager beeft dug geen hydrodynamisch
draagvermogen. De as zal niet van de
bits
warden gescheiden en de slijtage en Warmteontwikkeling zullen dusdanig hoog zijn dat het lager in erg korte tijd versleten is.Een meet gevoelsmatige verklaring; de as sleept het sMeermiddel een kant op door de cantactzOne, de as de andere kant. Deze effecten heifers elkaat op, er wordt geen smeermiddel door de
cohtactzohe
gesleept en dus zal er geen druk worden opgebauwd.flit lager voldoet niet alp CEP lager wanneer de binnenas en de buitenas met hetzelfde toerental tegen elkaar in draaiezfl Ook wanneer de toerentalleh (absaluht) Weinig verschillen, zal het draagvermogen te Weihig zijn of in ieder geval een stuk lager dap in eeh conventionele installatie.
NIOGEOJKE TYPEN CRP LAGERING De volgende alternatieven zijn bekend:
- Wentellager
- Hydrostatisch lager TussenbUslaget
Meetcontactlager
Nadat van de laatste alternstieven de principiele werking is besproken, volgt pen vergelijking tussen de sterke en zwakke kanten van de yerschillende typeh.
NUKING TUSSENBUSLAGER
Door een bus tussen de assen te plsatsen, Ontstaan min of meer twee radiaal glijlagers in elkaar. Dit type lager noemt men een tussenbUs lager. De bus scheidt het cavitatiegebied van de ene film van het conjunctiegebied de andere film. De wtijvingSkrachten zullen de bus ongeveer stil doen staan. Bij het opstarten zal de bus vanzelf loskomen Van de OppetVlakken. flit is eenvoudig in te zien door het systeet van oppervlak en meedraaiende bus te zien als een tadiaallager.
wrintlIAtISOI LAGER KY 3Akan 10110757AVISCH LAGER KT 6 KNOTS VortftLAGERKT .zo 101ELLIEMCM mwww4c4460 VIGKOKEILAGFJ? Rta0:13 KY
a
SYMPS wssmipamee SWUM mooAfbeelding 3, Overticht CRP-lager altetnatieVen.
Opmerkingen; - Aile lagers zijn getekend met dezelfde asdiemeten - Ook bij hydroetadsehe
en
meercOntactlagers metvaste gedthetrie kan
ten
endetscheid Maken tussen op-de-as en op-de-bus uitvoeringen. Omdat de-draagvermogens van beide cetegorien gelijk
zijn,
isdit onderscheid Met gemaakt. RaYLISLOKALER
3 Awn w DE at
muffaILDELSZY Air
*S BY an
CANTELIL Ott AMR HEY
5 1L0301,11( 11.45 KNOLL3LOYL4LY1 6 31.110M PI EM RAVIELIILOCLAGER St00331a.X n ranaltEnACEDDIET motsCIP a AS NANTAILIKLAKR 3 aLlati IP DE AT KANTELKOCLAGER KT 6
ant
DP DE AS IKECONTACYLKLIP C77POCht6(1) trarposymysCH LAGER /1L7 emit8
-Afbeelding 4, schematische drukverdelingen in een radiaal
kantelbloklager met vier blokken op de as.
Een voor deze toepassisg essentiele consequentie is dat
wcont nu
niet Meer wOrdt bepaald door de richting van de belasting, maar
gekoppeld is aan as of bus. We vinden nu als effectieve snelheid;
=
- fa
weff
as
DIMMet Was.wersw,,w leVett dit:
ous
weff
2wDe effecti6V6 snelheid wordt door de tegenrotatie zelfs verdubbeld.
Een meercontactlager heeft echter bij gelijke effectieve snelheid
een aanzienlijk lager draagvermogen clan een vergelijkbaar tadiaal
glij lager. Pit komt omdat de breedte van het contactgebied niet zó
Er geldt dan:
was = w ' wbus =cont = °
Voor de effectieve snelheid vindt men:
eff 17 2w
Pe bus zal due spel loskomea van bqide oppervlakken en ongeveer
gaan draaien met de gemiddelde snelbeid vas as en bus, dus
OngeVeet stil blijVen staah. Voor beide alma qsidt hu:
weff = CO
Deze situatie komt overeen met die in een conventicinele
installatie
Het hydrodynamiSch draagVetmogen Van een (niet
scheefgesteld) tussenbuslager in een CRP installatie zal dan ook
vrijwel overeenkomen met die van een conventioneel lager in een
conventionele installatie4 Ook watersmeting lijkt clserom haalbaar
met dit type.
WORKING NEERCONTACTLAGERS
Dese lagering lijkt erg op het redieal-glinager. De bus of as is
echter niet ton& Hierdoot ontstaan meettete dontactgebieden die
elk draagvermogen ontwikkelen. Door speling tussen as en bus,
zullen niet alle contacten even zwaar belast worden. Hierdoor
verkrijgt het lager ale geheel draagvermogen,
groat kali tijn othdat er Meerdete contactgebieden op de omttek aanwezig zijn.
Een praktische uitvoeringsvorm van het meercontactlager is het watergesmeerd rubberlager, zoals dat nu ook al wordt toegepast in conventionele inptallaties. De flezibiliteit van de rubber staven zorgt, ondanks de geringe visoositeit van het Water, voot een film die de slijtage van het lager voldoende beperkt.
VOOR- EN NADELEN TYPEN
Indien Watersmering Wordt toegepast zUllen de eisen an de afdichtingen, ook een van de zwakke punten van een
CRP-installatie, een stuk minder zwaar kunnen zijn. De onmogelijkheid tot het vetdwijnen
of
verelechteren van bet smeermiddel ten gevolge van lekkende afdichtingen, maakt het lager zeer betrotwbaat.In het verleden zijn zeer slechte ervaringen opgedaan bij de
toepassing van wentellagers als schroefaslagering. De gevoeligheid
voor
vetvuiling vormt een zwak punt. Ook het schranken Van de rollen vont een gevaar. Verder zijn de lagers ten gevolge van de Wentellichaten gtoot van diameter. Enige smering ter beperking van de slijtage gevormd door microslip tussen het wentellichaam en hetloopvlak is doorgaans noodzakelijk. Water smeert waarschijnlijk onvoldoende. De belangrijkste yoordelen van een wentellaget zijn de beperkte inbotwlengte, de ongeVoeligheid voot scheefstand van
sotmige uitVoeringsVormen en de, lage wrijving ongeacht de snelheid.
Een groot nadeel van hydrostatische lagering Vortht de Aparte oliepomp die de betrotwbaarheid van het systeem verlaagd. Verder
is de constrUctie met hoge dtuk smeermiddelleidingen lastig te Vetwerken in een CRP-installatie. Het benodigd pompvermogen wordt groter naarmate de smeermiddelviscositeit afneemt.
(4ie
is metzijn veei hogere viscositeit een veel bete; smeermiddel dan water. Het belangrijkste voordeel
is
dat de lOopVlakken altijd gescheiden worden door een sMeerfilm en de lagerOppetVlakken niet slij ten door mechanisch contact.Het voornaamste nadeel van het tussenbuslager vormt het feit dat slijtage de speling tussen de binnenas en bus en tUSSets de bus en
de buitenas zal vergroten, waardOor het hydrodynatisch
draagvermogen afneemt. HierdOor neett de slijtage toe en het is niet ondenkbeeldig dat het lager ten gevolge van deze degradatie-cyclts °peens in korte tijd versleten is,.
Obk scheefstand vormt een probleem omdat het lager ten gevolge Van de niet stationaire belasting geen ',cans krijgt scheef in te lopen. Een belangrijk nadeel van het rubber lager vormt de grote LID
verheuding die VereiSt ià OM Voldoende draagvermogen te
gatandeten. Verder is bekend dat deze lagers
in
conventionele installaties aan voortdurende slijtsge onderhevig zijn. Deze nadelen zijn echter niet kenmerkend \rootails
tytoenmeet-contactlAgers man sledhts voor deze uitvoeringsvormi Ook Verthoeiingsproblemen zijn opgetreden in tegenrotatie [Smt, 7].
Door, uitgaande van het rubber lager, de contactgebieden breder te
maken en conform wordt het hydrodynamisch draagvermogen vergroot. De plaats van het cOntactgebied wordt daarmee echter sterk
afhankelijk Van de excentriciteit. flit levert de volgende twee ptoblemen op:
De plaats van
de
mipimale filmdikte en dus oak hetconjunCtiegebied
zel
in sommige standen van het lager erg dicht bij de rand van het contact komen te liggen Dit is ergongunstig Bij gelijke effectieve snelheid en Overige
hoofdafmetingen is het maximeal hydrodnathische dtaagvermogen van ten meetylakkenlager slechts een twaalfde van dat van een optimaal tadiaal glijiaget, berekend volgens
[Fro,
1962]. De relatieve beweging van het contactgebied over het cOntact leidt tot een lagere effectieve snelheid op het moment dat het contact belast wordt. flit vetlaagt het hydrodynamisch draag-vermogen nog verdet.Dit ptobleem kan voorkomen warden door de cOntacten kantelend op te hangen. De resultante van de drUkberg Wotdt nu gedwongen mee te bewegen met de pleats van het scharnierpUnt. De kantelende delen van het loopvlak warden blekken genoemd (engels: pad), het totale
lager noemt men een (tadiaal) kanteibloklager (tilting pad
bearing). In contrarotatie zal slijtage het effect van scheefstand Met doen verminderen. Door
ook
de blokken in de scheefstands-richting flexibel op te bangen, heeft Scheefstand nog maarnauwelijks invioed op het draagvermogen van het lager. pit is een bekend principe. Waukesha Bearings Corporation levert ypor
conventionele installaties een oliegesmettd
kantelbiok-schtoefaskokerlager. In een onafhankeliike test is qebleken dat dit lager in vergelij king met conventionele lagers zeer goed eigenschappen bezit [Wi&Ha, 1981]_ Waukesha Bearings ziet geen problemen bij toepassing Van dit lager in een CRP instailatie. De beiangtijkste nadelen zijn de complexiteit en de relatief grote UitWendige diameter van deze lagers.
flit verslag behandelt het ontWetp van een radiaal kantelbloklager dat minder slijt en kortet kan worden uitgevoerd
dee
het tubberBEDRISSTOESTAND CRP-LAGER
Voor het formuleren van eisen gesteld aan het CRP-lager zijn onder meer gegevens over de belasting, scheefstelling en het gebruik van belang. Omdat elke installatie uniek is, blijkt het moeilijk
algemeen geldende uitspraken te doen over maximaal optredende belasting en scheefstand. Vooral over off-design condities it weinig bekend.
BELASTING OP HET CRP-LAGER
De belastinq op het CRP-lager laat zich onderverdelen in statische en dynamische belastingen. Statische belastingen ziin
onafhankelijk van de bedrijfstoestand. De statische belastingen
zijn:
De geWichtsbelasting van de schroef en schroefas.
Belasting t.g.v. fouten in de uitlijning van de schroefas. De belangrijkste dynamische belastingen zijn:
1) Wasting t.g.V. sChroefteaktiekrachten:
Ekcettriciteit van de stuwkracht, dit levert een buigend moment in de schroefas welke opgevangen
wordt
door het schroefaslager en het tussenasr of tandwielkastlager. Dwarskrachten,Schroefmomenten,
2) Belasting t.g.v. veranderende ondersteuning ten gevolge van: belading.
zeegang.
temparatuurverschillen.
3) VersnellingsktaChten t.g.v. scheepsbeweging. 4) Belasting t.g%v%
Ten geVolge van de dynaMische belastingen zal de totale belasting op het lager Voortdurend varieren. Ten behoeve van de.
dimensionering en de eisen aan het lager, worden de Volgende twee totaalbelastingen gedefiniserdt
Nominale belastirm knom' deze belasting kan gedurende langere .
tijd optreden. Om de siijtage van het lager aanvaardbaar te houden is het noodzakelijk dat het lager in staat is deze belasting hydrodynamisch te dragen.
Piekbelasting Wm , deze belasting treedt in extreme gevallen gedurende korte tijd Op. op de slijtage van het lager heeft het nauWelijks inVloed, Meat het lager moet
we'
mechanisch bestand' zijn tegen deze belasting.De grOotte van de dynamische belastingen zijn dOorgaans onbekend.
In praktijk Wordt clan een lager meestal slechts met de statische
belasting gerekend. Dit blijkt bijvoorbeeld tilt de eisen van de
classificatiemaatschappijen. Hoewel dit meestal een voldoende
functionerend lager oplevert, blijkt de belasting in de praktijk
vaak hoger uit te vellen.
Enige houvast biedt tabel 1 waarin op basis van een beperkt
aantal gegevens de lagerbelasting in relatie tot de statische
belasting bij gemiddelde zeegang steat vermeld
Vorm schip
Blokcoefficient
Wmax/Wstet
Sla.PIS
latag
0.5 - 0.6
Gemiddeld
middel
0.5 - 1.3
Niet slank
hoog
-1.25. - 1.25
Tabel 1, indicatie lagerbelastingen [Be&Se, 1984].
Uit metingen ean een grbte CRP installatie is gebleken dat tijdens
een draaicirkelprOef de dWarskracht op de voorste schroef maximaal
1.35 Wstat
bedraagt [Hoe, 1994]. Het lijkt verantwoord de nemiAale
belasting op 1.5 Wstat te
PIEKBELASTINGEN
Schroefreektiedwarskracht:
De maXimaal optredende schroefreaktiedwarskrecht ken als Volgt
worden afgeschat. De dwarskracht ontstaat door eta ongelijk
verdeelde weerstand van de schroef. Et geldt:
Ms
F = 11.
w
F = schrOefreektiedwarskracht (N)
M5= aandrijfittothent op schroef (Mm)
Rurradiale afstand tot schijnbaar weerstanAspunt (n)
De grootste dwarskracht ontstaat warineer de totale
weerstand zich
tot ein punt zo dicht mogelijk bij de hartlijn
van de as beperkt.
Het lijkt gezien de votm van een schroefblad
en het felt dat de
tangentiele snelheid toeneemt met de afstand tot de
as,
onwaarschijnlijk dat dit punt zich Oichter
den112schroef van de as
2komt te liggen.
-flit levert als maXimale dwarsktacht: Ms
F * 2
K-g
Rsstraal van de schtoef (M)
Het maximale aandrijfmoment kan warden bepaald aan de hand van de diameter van de schroefas, De rekenprocedure van Lips levert:
-3
M 9-39*10 (R + 160*106) D3 M = aandrijfmoment (Nm)
R = treksterkte van het materiaal (N/m) D = diameter sphrOefas
in
het lager (m) De dwarskracht wordt hiermee.:D3 F = 16,84,10-3 (R + 160*106 ) --as
Als materiaal voor de schroefas wordt meestal CK45 genomen. Dit materiaal heeft een treksterkte van 590*106N/m2. De warde van F
kan hiermee
3Wstat
bereiken.Gezien de lengteverhoudingen leveren de excentriciteit van de stuwkracht en de schroefmomenten geen grote bijdrage
aan
demaximaal optredende lagerbelasting. Deze wordt dan dok Op slechts
0,25%tat
geschat.De invloed van een vervorming van de ondersteuning laat
zich
moeilijk afschatten. Gezien de buigzaamheid van de sthroefas lijkt het onwaarschijnlijk
(let deze,van
de zelfde orde grOotte is als de schroefreaktiekrachten. Voor de zeketheid Wordtoak
her
0.25 W Voor gehomen. stat
Bureau Veritas (classificatie maatschappij) stelt yoor een schip van 65 in een piekversnellipg
yoor
ter plaatse van de Schtoef van ongeveer1.25g. Op
grOterp scbepen zijn de maximaal optredende vershellingen kleiner. VeiligheidshalVe *or& gerekend met 1.5g. Op lichte snelle schepen kunnen veel grotere versnellingenoptreden. Bij dat soott schepen wordt gerekend met
war
Tiefst 4q.Deze laatste versnellingen lijken voor de te ontwikkelen installaties niet significant.
Belasting ten gevolge
van
trillingen lijken niet van dezelfde orde gtootteaTs
de schraereaktiedwarskrachten en deDe totale piekbelasting wordt: Statische belasting: 1 Schroefreaktie: 3 Excentriciteit stuwkracht: 0.25 Vervorming onderstehning: 0.25 Versnelling: 1.. 5 +
W=
max Wstat SONEEFSTEULINGDe schtoefas en het achterschip zijt dusdanig
slap
dat de vervormingen ten gevolge van bovetstaande beiastingen en deschroefmomenten zorgen voor een niet te vetwaarlozen scheef stand van de as
in
het lager. De optredende scheefstand zorgt ervoot dat de excentriciteit in het lager zal varieren over de breedte. Omdat hmin Wordt bepaald door de plaats waar de excentriciteit hetgrootst is en het draagvermogen door een min of meer gemiddelde h , zal het dragvermogen van het lager bij gelijke
.
min.
a
hmxnafnemen. flit vormt het grootste probleem bij conventioneel
hydrodynaMisch gesmeerde schroefaslageritgen Ipip, 1978]. Het is dus van groot belang de scheefstand
in
het lager te beperken. Dit kan op de volgende twee principieel verschillende manieren:Men monteert het lager Eel! scheef, of voert het scheef uit.
Hieraan Vordt aatdacht besteed in [Pin, 1978]
Men laat het lager de scheefstand van de as volgen.Dit kan bijvoorbeeld worden gereallseerd door het iaget flexibel op te hangen. Een voorbeeld hiervan wordt behandeld in [Be&Se, 1984]. Een combinatie van (1) en (2) is een getrapt lager, waarbij
afilankelijk van de scheefstand verschillende delan zorget voor het dtaalVermogen. Het nadeel hiervan is dat de delen aizonderlijk, en dus de dragende gedeeltet, veel kleiner zijn dan het complete
lager.
Scheef uitgeVoeid of gemonteerde lagers heparken de scheefstand in het lager in een bepaalde bedrijfstoestand. In een Afwijkende
toestand echter nog steeds scheefstand optreden. De lagers
uit
de tweede categorie zijn dan ook een stUk beter, maar vaakook
een stuk ingewikkelder. Het radiaal kantelbloklager behoort tot deze categorie.NET STATIONAIRE BELASTING
Een groot verschil tussen de belasting op een conventioneel lager en de belasting op het CRP-lager is de relatieve beweging Van de. belasting t.o.V. de lagetonderdelen. In een conventiOnele
installatie staat de lagerbus min of Meer stil ten opzichte van de belasting. Omdat dit tevens het meest slijtende opperVlak
is,
zegt men dat het lager stationair wordt belast. Slijtage yindt niet gelijkmatig over het loopvlak van de bus plaats, maar slechts daar waar de as de bus raakt. De von vande
bus WA-tit dusdaniggewijzigd dat deze plaatselijk hetet op de as gaat aansluiten. Dit vergroot het hydrodynamisch draagvermogen van het lager (dGe,
1990). De negatieve effecten Van sdheefstand worden door dit slijtverschijnselsignificaht verminderd [Pin/ 1978].
Een nadeel van de stationaire belasting is dat ook de warmte-ontwikkeling zich concentreert in een gedeelte van de bus en wel in dat gedeelte waar de smeermiddelstroom
en
dug de koeling, geringis.
It het CRP-lager beWegeh zoWel de as als de bus t.o.v. de Dit biedt voordelen bij het koelen van de
lageroppervlakken, maar bovengenoemd inslijtverschijnpel zal niet altijd leiden tot een toneme van de donformiteit. Bij een
tussenbuplager bijvoorbeeld zUllen sleChts de spelingen vergroot worden, Wat resUlteert in een afname van het hydrodynamisch dtaagVermogen.
BEINUFSTOERENTALLEN
be te febticeren CRP-installaties worden voorzien van schroeven zonder verstelbare spoed. Manouvreren is met dit Boort
installaties heel slecht mogelijk en deze znllen dan ook slechts worden toegepast
op
schepen die lenge afstanden Varen. nit soort schepen wordt doorgaans door Sleepboteh uit de haven gesleept en op koers gelegd, wearna pas de eigen voorstuwingsinstallatie wordt gestart en de schepen op kruissnelheid near de bestemming varen. De toerentalverdeling tiSdens bedrijf wordt daarom als volgtaangenomen.
99.5% Kruissnelheid (CSR).
0.5% Eenpatig VerSnelde en vertraagde start-stop cylci.
EIWNPAKKET
Naar aenleiding Van het voorafgaande zijn in nauw overieg met Lips de Volgende. eisen geformuleerdt
1) Duurzaamheid:
Het hydrodynamisch draagvermegen van het lager meet zo gtoot zijñ dat bij kruissnelheid bij een belesting van 1.5
nog geen contact tussen de loopvlakken optreedt. Indien Wstat
door inlopen het hydrodynamisch draagvertogen significant verbetert, geldt deze eis bij een ingelopen lager.
Het lager moet mechanisch bestand zijn tegen een
piek-beiasting Van
6Wstet
Slijtage meg het hydrodynamisch dreagVermogen van het lager niet negatief beinVlbeden.
Het lager moet minmaal 5.00108 omwentelingeh (binnenas en buitenas) klippen functioneren Zondet vervanging van
e) Net lager dient bestand te zijn tegen een wisselende scheefdtand met een maximum van 1.0 mrad in beide tichtingen,
2) Inbouwmaten:
Het lager dient ingebouWd te kunnen warden in het achterste gedeelte van de voorste naaf. Hieraan is in ieder geyal voldaan indieh geldt:
L/Dbinnenas. < 2.0
DuitwendiglDbinnenas 2.0
Kleinere afmetingen zijn wenselijk, othdat deze de grootte van de voorste naaf beperken wat de kostprijs verlaagt en het schroefrendement Vekhoogt,
3) Montage:
Het lager dient eenvoudig gemonteetd te kunnen worden met verwijOing van ernstige apanningsconcentraties in de as en de naaf.
4) Fabricage:
Het lager client tegen niet te hoge prijs gefabriceerd te kUnnen worden.
Vetder is watersmering wenselijk i.v.m. afdidhtingen en
betrouwbaarheid en verdient een eenVOUdig ontwerp de voorkeut i.v.m. acceptatie door de klant.
VERGELIJKING NEERCONTACTLAGERS MET CONVENTICINELE LAGERS
De Mcgelijkheid van een meercontactlager als CRP lager hangt af van de eigenschappen zo'n lager. Omdat veel eigenschappen
kwantitatief moeilijk te voorspellen zijp,
zal
dit type lager kwalitatief yergeleken warden met in conventionele installatieS succesvol toegepaste conventionele lagertypen. De typen zijm:Het radiaal glijlager. Dit type heeft doorgaans een LID van 2. Vroeger werd de-
bus
van witmetaal gemaakt en werd olie gebruikt alp smeermiddel. Sinds de tachtiger jaren warden ook lagers gemaakt met een kunststof bus waatbij olie of water alsdmeermiddel gebruikt wordt. Het radiaal glij lager heeft geen hydrodynamisch draagvermogen in tegenrotatie en is daarom ongeschikt voor toepassing
in
eep CRP installatie.Het rubberlager. Dit type ontstond alS vervahging van het
pokhdutlager. Het wordt doorgaans toegepast in een open systeem Waatbij zeewater door het lager stroomt out voor de nodige
koeling en smering te zorgen. Ook gesloten systemen kpmen voor, waarbij olie als smeermiddel kan warden toegepast. In de buS Van ten rubber lager zijn axiale smeermiddelgroeven aangebracht xierdoor ontstaan meerdete Contactgebieden. Dit type is dan ook
in
ptincipe geschikt voor toepassing in een CRP installatie, Het watergesmeerde rubberlager heeftin
een conventioneleinstallatie een aanzienlijk lager dreagvermogen dan eeh rediaal glijlageti daarom wordt dporgaans gewerkt met L/D=4.
De aandachtdpunten van de lagers zijn: Hydrodynamisch draagvermogen
Grenssmerings eigenschappen Ipvloed van scheefstand InVloed van slijtage Fabiitage overwegingen
VERGELUKING HYDRODYNAMSCH DRAAGVEMAMEN
Het hydtodynamisch draagvermogen van een radiaallager
lea zich
over het algemeen schrijven als:t
-
aLUR2
(hmin)2
W = hydtedynatisCh dtaagvermogen lager (20 a filmgeomettlecoefficient
smeermiddelviscositeit (Ns/m2) lengte van het lager. (m)
snelheidsverschil tusgen de loopVlakken (m/s) R = radius loopVlakken (M)
hilari=miniMaal optredende filmdikte (m)
Vbor de volgende modellen
tel
ten waarde vana
worden bepaald: Het theoretisch maximum Vats eeh MeercOntaCtlager- Het theotetisch maximum van een radiaal glij lager
- Een meercontactlager met starre loopvlakken (klassieke theorie) Een meercontactlager met flexibele loopvlakkeh (inverse
theorie)
Een radiaal glij lager Een rUbbetlaget
THEORETISCH MAXIMUM DRAAGVERNOGEN VAN EON MEMCONTAULAGER
Het lijkt handig inticht te Verkrijgen in het maximaal bereikbare draagVermogen van een meercontactlager geschikt voor toepagging in een P. Mocht dit maximum draagvermogen niet toereikend zijn, dan kan men in een vroeg stadium de ontwikkeling stOpzetten. Verder kan met dit gegeven de pregtatie van een reeel lager beoordeeld worden. Ook yerkrijgt men iniicht in de belangrijkste ontwerp-groOtheden, wet houVatit biedt bij het ontwerpen van een zo optitaal togelijk lager.
Bij het berekenen van het draagvermOgen van meercontactlagets, zal uitsluitend het dreagvermbgen t.g.v. het wigeffect worden
meegenomen. Bij niet stationaire belastingen, zoals bijvoorbeeld optreedt bij toepassing els CRP lager, zal oak het buffereffect een positieVe bijdrage leveren. Verder kan cavitatie leiden tot een afname van het draagvermogen. Vooralspog worden deze bijdtagen verwaarloosd.
Voor de draagkracht van een contact per eenheid van lengte geidt
in
het aigemeen1We = acNLU
"Min B )2
We = hydrodynamisChe dtaagkracht van het contact (N)
ac
filmgeometriecoefficient van contact= viecositeit
van
het smeermiddel (Ns/m2) B breedte van het Contact (m)snelheidsvetschil tUssen de loopVlakken (rn/S) L = lengte van het contact (m)
hmitc
minmaal optedende filmdikte 40
Afbeelding 5, lengte en breedte van wiggeometrie
Voot B geldtl
= vullingsgraad van omtrek lagerdiameter 40
n aantal contacten
flit levert:
wC
aC-on
ilk in! 1
Lamincj
Verder geldt voor voldoende grote nc en gelijkmatige belastingsverdeling over de contacten:
2
1
Het totale dtaagverMogen it this, bij een voldoende aantal contacten, omgekeerd evenredig met het aantal contacten. Het
W
1 W nc-caenLU
2 211C771
F.--(
minW
draagvermogen lager90
optimale lager zal dus zo min mogelijk contacten bevatten.
Bij de toepassing van slechts twee contecte4, zoals bijvoorbeeld vookkomt in een zogenaamd citroehlager, ontstaat draagvermogen in elle richtingen doordat het contactgebied zich verplaatst ten gevolge van de excentriciteit. Het draagvermogeh iS zeer sterk
richtingsafhankelijk en in sommige richtingen extreem laag. Deze uitvoetingsVorm wordt daarom afgewezen.
Afbeelding 6, citroenlager
Bij drie cOntactep geldt (appendix II):
2
75-
W = 1.155 W
cimax
maximaal optredende contactbelasting (10
C,MaX
Bij vier contacten geldt.r
Wc,MaX 14
Vetgelijking thssen de lagers met 3 en 4 contacten levetti
2 W(n 1/3 = 3)
Inn I
acilLU(3hmic 8 - i3 =1.54
9 TuD )2 W(n = 4) a wLUITH-7-c minHet lager met 3 contacten heeft this aansienlijk meet dtaagyermogen dan het vergelijkbate lager met 4 contacten. Het optimale lager
zsl
dan ook slechts 3.contacten bezitten.De hoogete waarde voor ac bij verwaarlozing van zijstroming levert de zogenaamde Rayleigh-stapgeometrie Het gptimale lager heeft dus een drukverloop dvereenkomend met die van 3 Rayleigh-verlopen op
de omtrek. flit Optimale lager wordt daardm voortaan Ray3 genoemd.
Het Rayleigh drukverlOop leyert Oen (Ongeprojecteerd) draagyermogen van: 4
Rayv
= (2V3 - 3) nLUB2 -, (hmin)2Rayv
, = draagvermogen van Vlak Rayleigh drukverloop (N) Voor het verkrijgen van het effectieve draagverthogen Van destapgeometrie, dient de resultante van de drUkberg over het gekromde oppervla bepaald te Worden. be projectiefactor is per definitie de verhouding tussen de ongeprojecteerde en de
geprojecteerde dkaagkiacht: f -
_2
P
Wv
f = pkojectiefactor
W = resultante geprojecteerde drukverdeling
an
Wv = resultante vlakke drukverdeling (N)De waarde van f ligt altijd tussen -1 en 1 en is afhankelijk van de von van het drukverloop over de Omtrek.
Verschillende uitdrukkingeh voor fp voor een ronde. omtrek worden afgeleid in Appendik I. De projectiefactor voor een Rayleigh drukVerloop civet een derde van de ronde omtrek is 0.907. Met B = -?IrR levert dit:
3
2
Wc,Ray3 = 0.907
pn)
3 4 (2V3i3) la, = 0.821
lX4IIR2(hmin)2
(hmin)-Rerder is gesteld dat voor het driecontactleger geldt (append/A II
)1
V3 W =-1
Wc Waaruit volgt: W = 0.710TAM2
(hmitn)THEORETISCH MAXIMA HYDRODYNAMISCH DRAAGVERMOGEN VAN EEN RADIAAL GLUAGER
Ii
Het volgende verband qeldt thssen e en AE W
voLD
min
(dGe, 1990: R R AR W hmin wLD R = f(c) R n AR lsgerspeling (m) R = radius Van de as (m) W = draagvermogen (N)w = omwentelingssnelheid van de as (rad/s) L = lengte van het lager (M)
P diameter van de as (M) e = relatieVe eXtentriciteit Herschrijven levert: W
2(1_0f(c)
nLUR2, (h . min) W = draagvermogen (N)Voor een dirakte verqelijking met het Ray3 lager, client de maximum wayside van 2(1-0f(e) bepaald te worden bij verwaarlozing van
zijstroming. Het maximum van fie) bedraagt 1.5 bij e = 0.6_ Het makimum van 2(1-e)f(e) ligt bij een jets lagere Waarde van e, ongeveer bij e . 0.4. Er geldt:
[2(1-0f(e)1
amaX,radglij,th = ---e.0.4 = 1.6
HYDRODYNAMISCH DRAAGVERMOGEN VAN EN NEERCONTACTLAGER NET STARRE LOOPVLAKKEN
Er is afgeleid dat het aantal contacten het beat zo klein mogelijk kan WOrden gekOzen, met een minimum van drie. Ook voor dit lager kiezen we n=3. Dit levert ten contactbteedte van:
Met een gewenSte L/D=2 van het lager, levert dit:
L/B =
4)
= 6Bc vn
Met
een MaxiMale Vialingsgraad levert L/B = =Voor een vlak kantelblokje met L/B = 1.9 en optimale ondersteuning geldt (He&Be, 1993] h . min B 0.32 oftewel
(0.32)2 (r)2 mLUE2
-
.rnp2
0.449""'
c,v,v (hmh)(hmin)2
14cv.v, ..dtaagVermogen van vlak blokje, vlakke film.
flit draagvermogen mOet geprOjekteetd Worden op de ronde omtrek. Het drpkverloop in de langsrichting is bij benadering parabolisch. Er geldt:
W
wc, fvp c,v,v
Wciv = draagvermogen contact, vlak blokje (N)-
-f = projektiefactor
In appendix I wordt afgeleid dat voot een symmetrisch parabolisch drukverloop gpldt:
f=
[1
.= 0..895
fP
Om hydrodynamisch draagvertogen in beide richtingen te
verkrijgen dient het oPpervlak van het blokje convek Uitgevoerd te worden. Het dtaagvermogen neemt bij cOnstante ViscOsiteit
jets af t.o.v. een vlak blokje. De optredende minimale filmdikte is ongeveer 0.8 maal to groot [Co&Bo, 1968]. flit levert:
W = (0.S)2 W =
(0.8)2
f 0 449 v"a'arim2 wLOR2 C c,v p ' 0,29 2(h.
)2-1P
(h
m min)Voor een driecontactlager geldt:
1/3 w 2 "c 1 3
(92-2)
+293
1281
3i
sine]. - 3e2
1 Voor e1 3 levert dit:Hieruit volgt: 11JUR2 0.25 2 ' akan3,star =
(hi)
0.25HYDRODYNAMISCH DRAAGVENOGEN VAN EN MEERCONTACTLAGER MET FUEMELE LOOPVLACCU4
Blok en Meyers hebben afgeleid dat voor eet Oneindig btede rubber strip in een radiaallaget geldt [Elk, 1970]:
w .m.n,
It .
0866 h
min i Ray
Voot bet draagvermogen van de Vlakke Rayleigh stap geldt:
(21/3 - 3) nLDB2 4
Wc,Ray,v
'Chad
Dit levert met
B -
2RR3 '
0.905 VLUR2
c ,Ray,v
(h)-2
MiPWc.,Bay,t .dtaagVermogen Rayleigh stap, vlakke film (N)
Voor het flexibele, vlakke, oneindig brede contact qeldt:
0.67a mIJUR2
c,v,w
.)
2
(hmin-drazgvermogen Vlak, oneindig breed contact (N)
t
ivsco
Voot een eindige LIE verhouding, zal het effect
van
Zijstroming het draagvermogen verder verkleinen. Hoe precies iS niet bekend. On een schatting te kunneh maken, pas ik dezelfde Cottectiefactor toe als bij een kzntelblpk.Voor een kantelblok met L/B.w geldt [He&Be, 1993]:
.
mmn
- 0.406
Voor een blok met L/B = 1.9 geldt [He&Be, 1993]: hmin
I-3 ET"
TO
= 0'2
BDe correctie levert:
wc,v ( 0.32)20.6790.406
nLUR2
= 0.42 nLUR2
(hmin)2 (hmin)2
Deze draagkracht dient nog geprojekteerd te *Orden op het gekromde loopvlak, pmdat de druk bij benadering parabolisch verloopt, wordt hier dezelfde projectiefactor toegepast als bij het lager met starre loopvlakken. flit levert
= = 0 mtno2
Wc fpWc,v -.38 "--'
Voor een driecontactlager geldt (appendix II):
V3W
W = 2 c Hieruit volgt: nLUR2W = 033
(hmin)2 aKan3,flex 0.33HET HYDRODYNAMISCH DRAAGVERMOGEN VAN EEN RADIAAL GLULAGER De
in
theorie maXimaal haalbare waarde van a wordt gerealiseerd bij een eXcentriciteit van 0.4. In praktijk ligt, ten geVolge van de eindige LID verhouding van het lager, het werkpunt van een radiaal glijlager bij veel grotere widentticiteiten.In een schroefaelager doorgaans bij c 0.9.
In
een reele situatie:L/D = 2 , c = 0.95 , (1-c)f(c) = 0.055
Bij
zulke
grote eXcentriciteiten is het echter ook van belang deelastische yerVorming van de loopvlakken in rekening te brengen-Dit kan door een correctie op f(c) aarx te brengen. Deze
correctie kan resulteren in een wel tien keel- zo grote waardei wanneet gebruik wordt gemaakt van een zacht loopvlak, zoals
bijVoorbeeld een kunstetof bus (dGe 1990, VDI 1975). De maximaal bereikbare waarde van de filmgeometriecoefficient a voor een gebruikelijk radiaal glijlager bedraagt circa 0.5.
HET HYDRODYNAMISCH DRAAGVERMOGEN VAN HET RUBBER LAGER
Voor de breedte Van de contactgebieden in een rubber lager geldt:
I'D
Be <
Be lengte contactgebied (m) D = diameter lager (m)
e. aantal contacten
Voor de draagkacht van een lager geldt: W = pprLD
W = draagkracht (N)
pgeprojekteerde vlaktedruk (N/m2
pr )L.= lengte lager (m)
D = diameter lager (m)
Bij voldoende grote ne geldt bij benadering een sinusvotmig
contactdrukverloop over de beluste helft Van de cOntacten, met als maximum (appendix II):
= 4
p
pgemrctmax Wpr
maXimaal optredende Vlaktedruk in contact (N/m2) pgem,crmaX
Voot een rubber contactgebied geldt onder geidealiseerde omstandigheden (Blk, 1970]:
h.
min 0.866 h_ .Kay Aangezieh 2 B We . ae n (LU E77-. gx, Pgem,c,max min geldt:gem,c,max . (0_866)2 pgem, Ray
gem,Ray = gemiddelde vlaktedrUk Van Rayleighdrukverloop (N/m2) P
Er geldt:
1 4
Pgem,Ray 2 Pmax,Ray = (213 - 3) n
dus
711313c pgcmicimax 0.155
Met een maximale y van 1 levert dit:
2n g
gem,coiax
Met BC en pp - n (appendix II)
-- 0.763 nLUR2 0.763 w _ -c ( )2 ' arubberlager hmin
In bovenstaande afleiding zijn van
zulke
gunstige omstandigheden uitgegaan, dat het bereikte resultaat niet meet is dap eenbovengrens die in praktijk ahsoluut Met gehaald Zal warden. Indien de contactbreede Bc twee keer to kott Worden genomen,
leidt dit bijVootbeeld al tot een vier keer zo lage ac waarde tilt leveranciersinformatie valt af te leiden dat voor de huidige
rubberlagers geldt: 8 s n s ±40
Dit levertl
0,019 s a :s 0.095
-max,rubberlager
Shaw & Macks [Smt, ?] hebben een formule bepaald, waarin de minimaal optredende filmdikte wordt gegeveg als fUnctie van de Hertze contactbreedte, Omdst de contactbteedte niet bekend is en erg afhankelijk van de Votm van het rubber profiel, valt hiermee geen algemene Waarde van a. te bepalen.
Het getinge hydrodynamisch draagvermogen van deze lagers wordt in de praktijk gecompenseerd door de lagerlengte twee keer zo groat te kiezen als bij andere lagertypeh (LID 4 i.p.v. LID 2).
Verder is een lsgere hmin *aarde toelaatbaar omdat het rubber door hydrodynamische effecten afgevlakt wordt, waardoor ruwheidstoppen minder snel met elkaar in contact komen [Elk, 1970],
OVERDCHT HYDRODYNANECHE DRAAGVERMOGENS
Hieronder volgt een overzicht van de berekende a-waarden en het relatieve hydrodynamisch draagvermogen bij eenzelfde Minimale filmhoogte bij toepassing in een conventiOnele, niet CRP, installatie en bij toepassing in een CRP installatie.
Het hydrodynamisch draagvermogen van een radiaal glillager met L/1)=2 in een conventionele installatie
is
als uitgangspUnt genoMen. a LID Cony. CRP Radglij,th 1.6 w - -Ray3 0.71 w-
-Radglij,pr < 0.5 2 1 0 Kan3,flex 0-33 2 > 0.66 > 1.3 Kan3,star 0.25 2 > 0.50 > 1.0 Rtbber8«-0.095
4 < 0.38 < 0.76 Rubber40« 0,019
4 < 0.076 < 0.15Tahel 2, overzicht hydrodynamische draagvermogens Deze Waatden geVen slechts eel's indtUk Van de te verwachten
minimale filmdikte- Of deze filmdikte toelaatbaar is hangt af van de ruwheid en flexibiliteit van de lpopvlakken. Hij een zeer
flexibel loopvlak, zoals bijvohrbeeld rubber, zal een getinge filmdikte voor minder problemen zorgen dan bij een hard, ruw loopVlak 2OalS bijVootbeeld
witmetaal-VERGEWKINGGRENSSMERINGSEIGENSCHAPPEN
Wanneer de snelheid van as en bus onvoldoende hoog zijn am een voldoende dikke smeerfilm op te bouwen, zullen de loopvlakken niet volledig van elkaar gescheiden worden. Omdat er wel smeermiddel aanwezig
is,
spreekt men van grenssmerigg. Deze pituatie treedt bijVoorbeeld Op bij het Op gang komen vanaf stiletand. Net contact tuagen de loopirlakken redulteektin
een hOge *kitting en slijtage. Vooral de door de hoge wrijving veroorzaakte warmte zorgt voor problemen. Goede koeling is daarom noodzakelijk.Net niet stationair zijn van de belasting op het lager zorgt er voor dst elk deel van het loopVlak intermiterend belast wordt. Dit
is een groat voordeel in vergelijking met het lager in een
conventionele installatie, waar de warmte op slechts een punt in de
bus
ontstaat,Voor het vitijtingsmatent
in
een lager in een standhoek 2nM L
f
gR2p d#M wrijvingsmoment (Nm) L = lengte van het lager (M) g = wrijyingscoefficient R = radius van loOpvlak (m) p = vlaktedruk (N/m2)
# = hoek, positie in lager (rad)
Afbeelding 8, positiehoek # en standhoek 8
Het gemiddeld wrijvingsmoment over een omwenteling is:
2n 24 2N IILR2
2n 2n
=
2n
f
M(0) de = 2nf f LgFi2p d# de
PPrf f
-2- do de0 0 0
2n
0 0Pr
M(9) wrijvingsmoment van lager in positie 9
(Nm/s)
8 = standhoek van lager
(rad)
ppr= geprojecteerde vlaktedruk (N/m2)
Er geldt: LRppt
waermee
2n 2n
M = P AWR =
r
f 00'e)
do delP
o 0 Pr
g verklettingSfaCtor
p(0)
= contactdruk ter plaatse (N/m2)Achtereenvolgens zal de waarde van de verIclemmingsfaCtor p wOrden bepaald voor:
- een driecontactlager - een radiaal glijlager - een rubber lager
VORKLEWANGSFACTOR DMECINTACTLAGER
In een meercontactlager met gelijk verdeelde, gelijke contacten geldt:
M n
c c
Mnc aantal contactgebieden
Mc wrijvingsmoment ten geVolge van een contactgebied (Nm)
Hietuit Volgt:
g
nCpc
pc VerklemMingsfactor per contact
Voor pc geldt: 2n 27r 2n 1 (IP) do de
I
f
Er-
Lifas)-
4. J Jp
do de Pc ' 0 0 Pr cont PrVoor de bignenste integraal geldt: 2W
r
J
p
d°
= 12;ivcont Pr pr
vlakke (niet geprojekteerde) belasting Van contact (N) c,y
Indien de contactdrukverdeling gelljk is aan de hydrodynamiSche drukverdeling, dan geldt:
Wc
w
r
c,v
Wc = belasting van contact (N)
f = projeCtiefactor
De benadering is gerechtvaadigd voor een lager met fleXibele loopvlakken. Voor een lager met vaste loopvlakken is de
contactdrukverdeling in het grenssmeringseebied over het algemeen anders dan de hydrodynatische contactdrukverdeling. Omdat deze drukverdeling onbekend is, wordt als benadering vooralsnog met de hydrodynamische drukverdeling gerekend.
Dit levert
I EA-11- do
-J Ppr cont
Hiermee wordt de Uitdrukking voor
2n
2WW (9)
re.
dec
An W2gr
An 1c
1P
0
Voor
een driecontactlager geldt (appendix II): 2W f W 0 0 s 9 san
Sin(e , 4-n s 9 s
2n
3 3 Wc(e) 2 (_75
sin
toan
3 ) , 2-17 se
s 3 ln3Dit leyert voor de integraal:
jYt 3* 2n
w(e)
c de =
h
sir+
-au)
de +I h
sin(e - An3 3
4
an
511
3
Voor een lager met drie contacten, maximale vullingsgraad en
parabolische contactdrukverdeliug geldt fp 0.895 (appendix I). .
flit leVert:
pc 0.616, Pican3 = 1-85
VERKLEMMINGSFACTOR RADIAAL alJLAGER
In een radiaal glijlager met een weinig uitgestrekt contactgebied, geldt bij henaderi0g#
2n L
I
p(0)
RdO W 0 Met W pprLD 2pprRL volgt 2nJ(ø)
dØ = 2 0 Ppr waarmee 2n OR4dgiii 17r fde = 1 0 4 JrJ
sine de 213 waarmeeVERKLEMMINGSFACTOR RUBBER LAGER
Voor een voldoende gtoot aantal contacten, geldt bij benadering voor bet rubber lag& (appendix II):
4 sin0
, Ososs
p(0) 717 Ppr 0, nsOs 2n
dit leVert2n
j 219-51 dO f 4 sin# d# = .1it
Ir 0 Plat 0 2n 2n 2t =RRUbber = 2in j
Poi
do do . 22. j do = 1.2700
PrITo
OVERZICHT VERKLEMMINGSFACTOREN
Kah3 1.85
Radglij 1
Rubber 1.27
Tabel 3, overzicht verklemmingsfactoteh.
Het Kan3 lager heeft duidelijk een hoge waarde voor de
verklesitingsfactor. flit komt door het geringe aantal contacten. flit is waarschijnlijk Met problematisch Omdat de warmteproduktie wordt verdeeld over drie contacten.
Het radiaal glijlAger heeft de laagste verklemmingsfactor, de slijtage in volute zal dan oak het minst
xijn,
maar cOncentreert ziCh wel in een enkel contact.Het rubberlager heeft weliswaar niet zo'n hoge verklemmingsfactor, meat het loopvlak is zeer slecht hitte bestendig. Oak het
hydrodynamisch draagvermogen is laag, Waardoor dit relatief veel zal slijten flit blijkt ook
in
de praktijk.VERGELIJKING MIMED SCHEEFSTAND
De invloed van scheefstand in de meeste gevallen lastig te
berekenen. Daargm wordt vgor eep onderlinge vergelij king van de lagertypen alleen een kwalitatieve beschrijving gegeven.
Afbeelding 9, invloed scheefstand op drukverloop in radiaal glijiager
HET RADIAAL GLIJLAGER:
Het radiaal glij lager in vaste opstelling, zoals dat in
conventionele inStallaties wordt toegepast, heeft erg te lijden onder scheefstand. Bij witMetalen btssen Ontstaat flak pas een volledige loopvlakscheiding nadat de bus voldoende ver is
uitgesleterh Op zich is dit, mite de scheef stand niet te veel verschilt in de tijd dypamische belastingen, niet
bewaarlijk. De kunststof loopvlakken zijn veel elastischer en daardoor veel betet in staat de scheefstand te volgen.
HET RUSBERTAGER:
Het rubberlaget is darikzij de flexibiliteit van het rubber in staat de scheefstand van de as te volgen. Toch ztllen
ook
Met
bepaalde gebieden zwaar belast worden en sneller slij ten waardooroak zo'n lager ongelijkmatig inslijt.
HET KANTELBLOKLAGER
Het radiaal kantelbloklager is uitstekend in staat om
scheefstelling te volgen. De ondersteuning van het blok levert eea veel geringere kantelstijfheid dan die van het rubber lager,
waakdook dit lager nog betet Volgt. Experimenten hebben uitgewezen dat een kantelbloklager met de blokken zO Opgehangen dAt deze de
scheefetand van de as kunnen volgen, praktisch ongevoelig is voor scheefstelling .1104Hai 19811.
VERGELIJKING INNLOED SUJTAGE
De alijtage van een lager is van zoveel dingen afhankelijk, dat deze zich vooraf zeer moeilijk
last
voorspellen. Oak bier wordt Volstaan met het geVen van een kwalitatieve beschrijving.HET RADIAAL GLIJLAGER:
Slijtage
in
Statibnair belast radiaal glij lager zal de conformiteit van de as en bus doen toenemen, Waatdoot het draagvermogen van het lager vergroot wordt (dGe 1990]. Ook eventuele scheefstand kan hierbij worden opgevangen. In eencOnventionele installatie wordt het lager doorgaans stational; belaat, waardoor slijtage een positieve invloed heeft op het hydrodynamisch draagvermogen.
Afbeelding 10, invloed van slijtage op het radiaal-glijlager.
HET RUBBERLAGER:
Bij het rUbberlager zal slijtsge resulteren in een
grotere
conformiteiten
middels een grotete contactlengte in een hoger hydrodynamisch draagvermogen. Ook bier is (beperkte) slijtage gunstig.HET RADIAAL KANTELBLOKLAGER MET STARRE LOOPVLAXXEN:
Ook hierbij zal slijtage van de loopvlakken de conformiteit lets doen toenemen, maar aangezien het contact ponder slijtage al erg conform is,
zal
de invloed van de slijtage slechts geringzijn. It theorie is het mogelijk dat een te gtOte cOnformiteit bij centraal ondersteunde blokken leidt tot het afnemen van het
hydrodynamisch draagvermogen.
HET RADIAAL KANTELBLOKLAGER MET FLEX IBELE LOOPVLAKKEN
Indien de Specifieke slijtagesnelheid over het gehele loopvlak gelijk is, zal zeer ernstige slijtage een sinusvormige
contactdrukverdeling doen ontstaan. Deze wijlt Met erg af van de oorspronkelijkeooptactdrukyerdeling, Waarschijnlijk
zsl
dit dan ook geen grote invloed Op het draagVettogen hebben, zolang er maar Voot Wotdt gezorgd dat ek aan de voorwaarden voor het optreden van een stabiele film blijft worden voldaan.ONDERSTEUNING KANTELELONKEN
Een belangrijk aandachtspunt votmt de slijtage van de
ondersteuning van de blokken. Omdat de blokken ten gevolge van de niet stationaire belasting wisselend belast worden, zal oak de hoek van het blok voortdurend varieren Met de gebruikelijke ophanging
in
de von van rollend contact is er groOt gevaar voor schavielslijtage.FABRICAGE OVERWEGINGEN
RADIAAL GLIjLAGER EN RDBBERLAGER
Over de bestaande lagers valt slechts te melden dat deze goed verkrijgbaar
zijn.
Een nadeel van de conventionele bussen Van witmetaal Vormt het felt dat deze Op de werf uitgekottetd dienen te warden (Be&Se, 19843.RADIAAL KANTELBLOKLAGER MET STARRE LOOPVLANKEN
flit lager trbet naUwkehtig gefabriceerd warden. De blokken moeten goed aansluiten op het tegenloopvlak. Dit resulteert in kleine tolerantiee op het tegenloopvlak en op de blokken, of alleen op de blokken wanneer deze op meat bij het tegenloopvlak warden gemaakt. De produktiekosten van het lager zullen hang zijn. Verder hebben bijna alle, Vobr watersteting geschikte, loopvlakmaterialen de eigenscbap dat zij in water uitzetten (zwellen). Dit zal in een kantelbloklager met starre loopvlakken leiden tot een significante wijzging van de filmgeometrie. In hoeverre het toelaatbaat
is
de blokkenzicb
te laten yormen door slijtage is nog met gevonden in de literatutr. VerSChillende fabrikanten zijn in staat dit type lager oliegesmeerd te leveren. Waarschijnlijk kan Glacier dit type lager oak Satergesmeerd leveren. Op het moment van schrijven wotdt dit nagegaan.RADIAAL KANTELBLOKLAGER MET FLEKIBELE LOOPVLAKKEN
bit lager hoeft niet zo nauwkeurig gefabriceerd worden. Ondanks de toepassing van meerdere materialen is djt lager waarschijnlijk goedkoper te_febriceren dap hetkantelbloklager met taste
loppvlakken,Een ander belangrijk voordeel i8 dat de blokken minder stijf hoeven te worden uitgevoerd dan bij toepassing van starre
loOpvlakken. Hierdoor ijn kleinere inbouwmaten realiseerbaan Verder zal
een
eVehtueel zwellen van de loopvlakken nietresulteren in verminderd draagvermogen, omdat de flexibele ondergrond de geringe toename
in
de dikteyen
het 10OpVlak makkelijkkan
opnemen.CONCLUSIE NAAR AANLEIDING VAN VERGEWKINGEN
Het hydrodynamisch draagvermogen van een kantelbloklager met drie contacten zal voldoende zijn. De grenssmeringseigenschappen zijn duidelijk.afwijkend van die van conventionelp lagetingen, maar dit }weft weep probleem Op te leveren. De invloed Van Slijtage is nog niet bekend. Scheef stand VOrmt absoluut geen probleem, mits de blokken mee kunnen kantelen met de scheefstand van de as. Omdat
het hydrodynamisch draagvermogen van het lager met flexibele loopvlakken iets.gtoter is clan dat
yen
het lager met Vaste loopvlakken, de fabricagetOleranties Veel itithet zijn, de inbouwmaten kleiner en een Zwelling Van het loopvlakmateriaal minder bezwaarlijk, lijkt een kantelbloklager met flexibeleONTWERP VAN BLOK NET FUJGBEL LOOPVLAK
Naar aanleiding van voorgaande vergelijking, waaruit gebleken is dat een kantelbloklager met een flexibele loopylakken
in
principe een zeet aantrekkelijke oplossing vormt, zal hier gepoogdWarden
zo'n lager te Ontwerpen. Als criterhm voor flexibel geldt dat de stijfheid Van het loopvlak zo gering is dat de optredende film met bijbehorende dikteverloop een te verwaarlozen invloed uitoefent op de contactspanning tussen de loopvlakken. Het bijbehorendefilmptpfiel laat zich uitrekenen op basis van de bekende
contactdrukVerdeling, zoals die et is zondet steetfilt. Dit is dus afWijketd Van de meest Voorkomende situatie, waarbij de
filmgeometrie gegeven is en het bijbehorende drukverloop dient te worden bepaald. Deze theorie wordt daarom ook wel "Inverse
theorieu genoemd
(alk, 1964),
Voor het ontstaah Van een stabiele film, moet aan de volgende vootwaarden worden voldaan (81k,
1964):
Druk aan begin en einde van de film zijn gelijk aan de pmgevingsdruk.
3 De steerfilm moet beginnen met een dikte groter dan
Hierin is hQ een meat voor debiet door film per eenbeid
van
loopvlaksnelheid en per eenheid van lengte (m).verder wordt de filmdikte bepetkt door de grootst mogelijke drukgradient. Voor het verkrijgen van een zo groot mogelijk
hydrodynamisch draagvermogen is het dus van belahg deze zo klein mogelijk te houden.
Het optimale drukverloop bij een bepaalde belasting en met
verwaarlozing Van Zijstroming is gelijk aan dat van de Rayleigh stapgeomettie. Wanneer men in verband met het
in
gelijke mate ontwikkelen van hydrodynamisch draagvetmogen bij achterUitdtaaien een symmetrisch drukverloop wenst, is een pyramideVormigdrukverloop net metst optimaal. De dtukgradient kan men verder zo klein mOgelijk houden
door
de filmbreedte zo groat mogelijk te kie2en, dua bij voorkeur dient de complete breedte van het blok gebruikt te worden.Zen lager dat lijkt Op een kantelbloklager met een zacht loopvlak is het zogenaamde swing-pad Pray,
1976]..
De. essentie van deswing-pad
is
een ondersteuning die de eigenschap heeft dat de wrijVingskracht het blok zo kantelt dat de wig wordt geopend(vendaat swing)... Deze ondersteuning werd mental gerealiseerd met afwisselende lagen rubber en steal. Helaas lijkt het ontwerp zich uitsluitend gericht te hebben op de onderstehning van de blokken.
De blokken zelf werden teer eenvoUdig geconstrueerd, zonder blijk van kennis van zaken.
Zo werden enkele prOtotypen voorzien van een vlak rubberen loopVlak van constante dikte. Dit levert
(in
ongekantelde toestand) een van nul verschillende contactdruk aan de randen. Waarschijnlijk dankZij het kantelen ontwikkelden deze lagers enig hydrodynamisch draagvermogen. Wel werden er rate, "onyerklaarbare" vetVortingen van het rubber waargenomen, zoals een indtukking ter plaatse wear de vloeistofdruk het hoogst is [Tay,1976].
Een grotere yersie van het lager maakte gebruik Van blokkeh die uitsluitend aan de einden ondersteund waren. Dit lager had een
"onVerklaarbaar" laag draagvermogen [Wi&Ha,
1981],
wat zeer waarschijnlijk het resultaat is van een onder belasting concave vervorming van het blok en mogelijkwijs een recht afgesnedenrubber deklaag:
Ten
onrechte is de conclusie getrokken dat alleen kleine swing-pad lagers correct kunnen wetken. Van verderonderzpek iS niets meet Vernomeh.
Wanheer ook de blokken correct waren geconstrueerd, zouden de lagers hoogst waarschijnlijk wel goed hebben gefunctioneerd. Het te ontwikkelen lager zal op het oog enigzins lij ken op het beructte swing-pad lager, maar zal op eSsentiele details
verschillen zodat het (hopelijk) wel goed werkt_
GOPIRORLEERDE ACME ONEERGROND
Een gebruikelijke methode out de gewenste contactdrukverdeling tie realiseten, is bet werken met een geprofileerde zachte ondergrond. Len nadeel van deze methode is dat er haven ten bepaalde belasting
Wmax' waarbij de complete breedte van het blok word; gebtuikt, een verdere belastingverhoging een contactdruk grater dan nul aan de
rand van het blok zal opleveren. Et zal dan geen smeerfilm meer kUnnen ontetaan (vrw. 1). Bij een lagere belasting dan Wmax wordt niet de complete breedte van het blok gebruikt. Dit is niet
optimaal. De clan optredende fiimdikte Zal echter Wel grater zijn clan die bii W
- -mak'
Een sportgelijke situatie treedt op in de lengterichting van het blok. Otdat de mpgelijkheid tot het ontstaan van een film niet afhangt van druk aan de zijkanten van het blok, kan men door slijtage het
blok
zichzelf laten vormen, zoals dat ook in eenrubber lager gebeurt. De Optredende slijtage kan men beperken door oak in deze tidhting een verloop in de dikte van het profiel aan te brengen, of zelfs de ondersteuning anti de
tandem
weg te laten. Een kanteibaok met starre loopviakken kent bovengenoemde nadelen niet, deze gebruikt bij elke belasting de complete breedte en lengte van het blok en is daarom zeer interessant.Len geschikte profiel zal bij een not-male bedrijfsbelasting W nom een grote breedte van het blok gebruiken, 2odat et tijdens normaal bedrijf een grate lilmdikte aanwezig it. Bij verhoging van de
belasting
zal
tot Wcrit de contactbreedte relatief veel toenemen en er een dikke film in stand worden gehouden._Daarbovenzal
de drukgradient sterk moeten toenemen en zal de filmdikte zeer sterk afnemen am bij geringe contactbreedtetoename toch de belastingmaX te bereiken. Afhankelljk van de aard van de belastingen dienen de waarden van Wdtit en WMax bepaald te worden:
Rubber is een veelgebruikt materiaal vpor het achte profiel. De vermoeiingsstetkte van rubber blijkt echter erg laag (Fr&Pa,
1978].
Het matetiaal lijkt dan oak weinig geschiktvoor
een contra toterend lager. Naar een alternatief wordt nog gezocht. OMspanningsconcentraties in het profiel te vermijden, mag het geen scherpe overgangen bevatten. Het optimale profiel zonder
verwaarlozing van zijstroming is niet bekend. In de-
een-dimensiopale probleemptelling komen de minimale filmdikten van veel ptofieleh in de buhrt
yen
het maXiMnm. Waarsohijnlijk geldt dit ook veer de tweedimensionaleprobleemstelling-Een eenvoudig te fabriceren profiel is een dubbel gekromd profiel, wat daarom gekozen wordt veer het opvangen van belastingen tot 141.
Een optimum voor een eendiMensionale stteming wordt behandeld in [Blk, 19641. De benedigde kromming hangt af Van de stijfheid Van het ondersteunend materiaa]. en de buigstijfheid van het loopvlak. Net toepassen van een eendimensionale benadering op een blok met een L/B verhouding van ongeveer 1, levert een onbruikbgar
reaultaat. flit ontwerp za numeriek mOeten WOrden opgelost. Door de ondersteuning naar de bus toe te bewegen, zal er een contactdrukvekloop tussen het loopvlak en de bus ontstaan. Met behulp van deze drukverdeling kap de smeerfilmdikte worden berekend.
Het is nu de opgave te zoeken naar de draagkracht Wcrit, de hoofdafmetingen het lager en de- vorm van het optiipale
DAKHBLOK
Men streeft er naar de ondersteuning zo nit te \metes) dat de yorm van het drukverleop gehandhaaid hdijft
bij
toenemende belaSting, zonder dat de lengte van het contact toeneett. flit /tan wordengerealiseetd door in de endersteuning kantelende of buigende delen op te nemen. flit Boort constructies zijn voor zover bekend nog niet eerder toegepast en wordt daarom ongescbikt geacht voor
toepassing als schroefaslagering
in
een toch al niehWe installatie zoals een CRP. Deze conStructie kan ook maar in een tichting(lengte of bteedte) worden toegepast.
-.aaflolighOolihn.
Afbeelding 11, principe van het
dak-blok-relatie tussen de gewenste en het aantal blokken van profiel.
modifibbh,
CONCLUSIE
Numeriek rekenen blijkt hoodzakelijk om tot een goed ontwerp te kunnen komen Naarnaast is ook een geschikt materiaal voor de ondersteuning niet geVonden. Een star blok biedt het voordeel dat altijd de Volledige lengte van het blok gebruikt wordt en