D e R u y t e r k a d e 1 1 2 C 1 0 1 1 A B A m s t e r d a m w w w . r i g o . n l
Woonzorgwijzer
OTB/Platform31 Wooncongres 2015
WOONZORGWIJZER
•
Doel: de omvang en samenstelling van groepen
mensen in een gebied in beeld brengen:
• met vergelijkbare beperkingen/mogelijkheden (redzaamheidsprofielen);
• en daarmee samenhangende randvoorwaarden om ‘thuis’ te kunnen (blijven) wonen;
• op een laag schaalniveau;
WOONZORGWIJZER
Twee sporen:
1. Groepen en randvoorwaarden:
Welke groepen kun je onderscheiden en wat hebben ze nodig om extramuraal te kunnen (blijven) wonen?
2. Omvang en lokalisering
Hoeveel mensen met vergelijkbare eisen en wensen zijn er in een specifiek gebied?
WELKE GROEPEN?
1. Een bepaalde aandoening…
2. kan leiden tot een (beleefde) beperking ….
3. die kan leiden tot een behoefte aan
ondersteuning, aanpassingen woning,
woningomgeving enz.…
4. die kan leiden tot gebruik van ondersteuning,
diensten en woonvormen.
Binnen 3 en 4 veel dynamiek en (steeds meer) lokale variatie. Daarom segmentering: zo dicht mogelijk bij 1 en 2.
Basisidee
afbakening:
• Niet op basis van de oplossing
(zoals bij de ouderwetse doelgroepen VenV, HV, verzorgd wonen e.d.)• Wel op basis van vergelijkbare problematiek:
• wat is er aan de hand?
• wat kan iemand wel en niet (meer)
Zoektocht:
• Groot aantal interviews met uiteenlopende professionals én cliëntenorganisaties:
• Wat kom je tegen, wat zijn problemen, wat is er nodig? • Aandoeningen als vertrekpunt:
• Licht verstandelijke beperking
• Matig tot ernstige verstandelijke beperking
• Niet-aangeboren hersenletsel • Psychiatrie • Psychogeriatrie • Somatische aandoeningen • Lichamelijke handicap • Zintuiglijke beperkingen
WELKE GROEPEN?
Op zoek naar (zelf)redzaamheidsprofielen:
Concrete problematiek, bijvoorbeeld voor LVB:
WELKE BEPERKINGEN?
(nog) geen problemen Lichte problematiek Matige problematiek Ernstige problematiek verminderd cognitieve vermogens
(behoud van) werk administratie/financiën (evt.) plannen huishouden (evt.) medicatie sociaal functioneren schulden/huurachterstand dagbesteding overlast sociaal isolement gedragsproblemen conflicten ernstige overlast verslaving verwaarlozing
uit de hand gelopen
criminaliteit dakloos agressie
multiproblematiek (psychiatrisch)
Gaan over het doel:
b.v. administratie/financiën op orde;
en over het hoe:
b.v. één aanspreekpunt, laagdrempelig; procedures ‘laaggeletterdenproof’;
maar niet over het wat:
Concrete oplossingen (b.v. we zetten wooncoaches in) hangen af van individuele context en lokale situatie. Die kunnen (dus) het best lokaal worden ingevuld.
Bij woningen bijvoorbeeld dimensies:
• fysieke geschiktheid (gelijkvloers, rollator-, rolstoel-); • isolatie (geluid, licht)
• veiligheid (preventie, signalering)
• zelfstandigheid (geheel zelfstandig, gedeelde voorz.); • gemeenschappelijkheid (ontmoetingsruimten e.d.) • setting (grootschalig, kleinschalig, gestippeld);
• ligging (beschermd, geïntegreerd);
• mogelijkheid te bieden zorg (op afspraak, op afroep, 24 uurs).
Statistische schatting van de omvang van specifieke groepen (gezondheidsmonitor & indicatiegrondslagen) in gebieden
o.b.v.
Kenmerken populatie (basis: SSB) leeftijden
SES
herkomst
Kenmerken omgeving (basis: Leefbaarometer) leefbaarheid
woningvoorraad voorzieningen
stad/platteland e.d.
• Inzicht in:
• Omvang van specifieke groepen op een laag schaalniveau
• Samenstelling van die groepen (leeftijden, inkomens,
herkomst)
• Problematiek en bijbehorende randvoorwaarden (om
‘extramuraal’ te kunnen wonen)
• Te gebruiken als:
• Referentie bij eigen instrumenten/onderzoeken om de
zorgbehoefte in beeld te brengen.
• Inschatting van bereik en toegankelijkheid ingezette
instrumenten en strategieën.
• Benchmark tussen gemeenten (eenduidige referentie).
• Beter duiden uitkomsten andere ramingsmodellen (over welke
doelgroep gaat het, welke strategie wordt voorgestaan?)
Planning
Interviews afgerond, in november modelschatting en in november/december validatie.
einde van het jaar wordt fase 1 (het definitief ontwerp) afgerond.
Positionering
Aanvulling op lokaal instrumentarium
Aandacht voor optelbaarheid van randvoorwaarden. Bij prognoses en scenario’s ruimte voor lokale inbreng.