• Nie Znaleziono Wyników

Bereiding van landbouwpoederkalk

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Bereiding van landbouwpoederkalk"

Copied!
32
0
0

Pełen tekst

(1)

behorende

(2)

CaO UIT Ca(NÜJi? VENTILATOR HAt-'ERMOLEN

:-;.:1)

~~U8E~

11

'"

I -

"

I I -I \NATER I

-

-

,

J

1

1

-f-SILO EN OOSEERAPPARAAT-1 f-3-DELI GE BLUSKAMER -1 r T RANSPORH

waterdamp

t

water

11

- 250cm

[J~ ~1

o

C

J

r

~

-J

f-WI NOZ I FT-1 lucht

,

1

120cm

j

BLUSSEN vonKALK G.r. M. SEDEE NOVEMBER '65

(3)

,---.-~--- ----_._----Inhoudsopgave 1 Inleiding 2 OmschriJving blusproces j Reaktie mechanisms 4 Reaktie snelheid

5

Thermodyn~ruische berekeningen 6 Apparatuur

7

Detailberekeningen

7

ol Opalagb.mker

702

Transporteurs

704

Bluskamers

70)

Na~te kalkstofvanber

706

Pneumatiscn transport

707

iiindzift 8 ~mteriaal- en warmtebalans ~ Meet- en regel apparatuur 10 KostpriJsbçrekeningen

11 Blussen met waterdamp ~n een fluidbeu. 1~ Concluaies Literatuurlijst - _ . . _--- - - -- - - - , . ~.~ Blad 1 1 1 2 3 b

7

7

8 j 10

14

i j l~ 21 22 24 26

27

(4)

1. Inleidipg

Het c&lciumnitraa~dat bij de bereiding van fosfaathoudende kunstmest-stoffen onts~aat, kan vanwege de hygroscopiciteit en daardoor

korrosiviteit moeilijk als kunstmest worden afgezet en moet dus worden omgezet.

Ben van de vele methoden om het calciumnitraat verder te verwerken, is de thermische ontleding tot calciumoxyde en nitreuze dampen.

-.

1

De verwerking van caloiumoxyde tot landbouwpoederkalk zal in dit verslag worden behandeld.

Volgens (lit.l) is landbouwpoederkalk een kalkmestetof voor de kleigronden en wordt verkregen door het blussen van gebrande mergel, kluitkalk en -kalksteen.

Vp'lgens (lit.2) wordt landbouwpoederkalk bijna niet meer gebruikt, in

plaats daarvan neemt men koolzure landbouwkalk.

2. Omschrijving en nädere preclsering van het blusproces Volgens (lit.j) kan men 2 bluamethoden onderscheiden, nl.:

2.1 natblussen: de ongebluste kalk wordt met een dusdanige overmaat water aangeroerd, dat een waterige brij resulteert. 2.2 droogblussen: a. met water: men voegt aan de kalk 2 - 3 X de

stoechiometrische hoeveelheid water toe. b. met waterdamp: bv. in een flurdbed.

Bij het droogblussen behoudt d. massa zijn min of meer droge karakter. Daar hetcaloiumoxyde tot droge landbouwpoederkalk verwerkt moet worden, zal de methode van het droogblu~sen worden gevolgd.

3.

Reaktie meohanisme

Bij het droogblussen kan men een aantal fasen onderscheiden (lit.4): a. wateropname door de calciumoxyde massa.

b. vorming van een metastabiel tussenprodukt door de adsorptie van 2 moleculen water per molecuul calciumoxyde.

CaO + 2 B20 ~ CaO.2 H20 + A KJ/MoL.

c. omzetting van calciumoxyde hydraat tot calcium hydroxyde.

CaO.2 H20 ~ Ca(OH)2 + H20 + B KJ/MoL.

De massa zal onder haftige waterdamp-ontwikkeling uiteen vallen in een los poedervormig produkt.

d. agglomeratie van de calciumhydroxyu8 kristallieten.

(5)

-Deze fasen kunnen alleen onderscheiden worden bij een traag reagerende kalk zoals hardgebrande kalksteen. Bij het calciumoxyde afkomstig van de

.. 0

calciumnitraat oven, dat vergeliJkbaar is met op ca. 1.000 C. gebrande kalksteen, zal dit niet het geval zijn.

o

Hardgebrande kalk bv. op 1.300 C. gebr~nd, reageert veel trager met water dan zacht gebrande kalk (bv. op ~OOO C. gebrand)

Er moet dus een verband bestaan tussen de fysische eigenschappen van de gebrande Kalk èn de temperatuur waarop de Kalk gebrand is.

In tabel I zijn deze weerg~geven (lit.5).

Brandtemperatuur totale opperv1aJc deeltjesgrootte dichtheid poriënvolume

in 2 in in in in

°C.

.

11 / gram. 1)

.

micron •

Kg/m3

t

%

va.n totaal ~

eoo

9

( 1

1·7°0

55

900 3,5 1 1.800 47 1.000 1,2

-

+ 2 2.000 38 1.100

-

2 -

5

2.350 30 1.200

-

6 -14 2·700 28 1.300

-

-

2.·~50

-1.400 0,1 sinteren .3.050

-1) inwendig poriënoppervlak + uitwendig oppervlak

Zachtgebrande kalk h~eft dus een groter oppervlak dan hardgebrande kalk. De reaktieanelheid van calciumoxyde met water zal dienovereenkomstig zijn. 4.1 Invloed deeltjeS-grootte en brandtemperatuur op de reaktieanelheid.

Brandtemp. deeltJes bluBwader bluatiJd

.

°c

~n • é;--rootte temp.

c.

in aek.

900 0-40 (~) 20 240 900 0-40

(f)

84

30 900 3-8 (oom)

6

4

30 1.400 1-5 (1-1 ) ~4 30 1.400 3-1:) (mm)

64

16 (min. ) .

-Deze tabel heeft betrekking op het blussen van .3 gram kalk in 400 001.

o

(6)

- - - -- - - -- - - ' - - --- - - ,

"

Bij het blussen van 100 gra.m kalk met 60 gral!l water van 20 oe. vind.en

wij het volgende (lit.4):

Snelblussende kalk binnen 1 min. temp.

>

100 oe. middelmatige kalk in ca.

5

min. temp. 100 oe. traagbluBsende ka.lk : in ca. d min. temp. ca.

bO

oe.

Zie gra.fiek 1.

4.2 Invloed van d.e temperatuur van het bluswater op de re~tiesnelheid.

(lit. j, 6)

20 gram kalk + 200 gra.m water: temperatuur

va.n het water

2) oe 35 oe 45 oe <:>5

oe

relatieve bluasnelL.tl.la. 1 2 4 20

4.3

Invloed van de druk op de reaktiesnelheia.

Ilke

0,5

atm. drukverhoging geeft ongeveer een verdubbeling van de reaktiesnelheid (bij 100 oe).

(lit.6)

3

Het caloiumoxyde verkregen door de thermische ontleding van caloiumnitraat biJ ca. 1.000 oe zal eerder een middelmatig-anelle- dan e.n snelbluas.nde kalk ziJn. Ow aan de veilige ~~nt te bliJven, zull~n wiJ aan dit caloi~

oxyde een blu88nelheid toekennen in de orde va.n ca. 10 min.

5.

Thermod.;ynamiliJ,ohe berekeningen

We beschouwen hier de totale reaktie:

CaO + + L}.H

De hierbij vrijkomende warmte is de som van de adsorptie-warmte (A) en de ont1edingawarmte .(B).

In het hierna volgende maken we onderscheid tussen:

:~.

~i

.. ~, .:>;

(7)

1"--" Grafiek I Temperatuur in

oe

"

:. '. 1 2 4 Blustija. _ in Min. o ~n.lle kalk

IJ Mat:lge " kalk

A

Tr

age kalk.

8

.

(8)

- - - -- - -

- - - -

--_

.. -,~ \

',.?"

.

"

a. CaO + + ~ H

b. CaO + + Ó H'

Dit in verband met het blussen van kalk met waterdamp in een flutdbed.

Berekening a.

IJ

~

Ca.O - 63),1 KJ/moL. (lit.7)

; : tI

o

~

HV

H20(L) - 2d),7ti ti

Ll

~

Ca(OH) 2 ...

- )86,2

ti

=

-

986,2

-(-63),1 - 2o~,70) = -6),32 KJ/mOl.

De reak:tiew~rrote biJ T

>

2:;10,1) oK bereKenen we als volgt:

+ +

= /\

H U 2jo,15 + +

5

< ' "1 :>4 ~

De 20 term van het rechter lid berekenen we via grafische integra.tie in grafiek 2. De 30 term bereKenen we uit:

C (CaO)

p +

De

4

0 term berekenen we vi~ tabellen.

W. vinden zo het verband tussen ue reaktiewarmte~H en de temperatuur.

Berekening b. (zie grafiek 3)

Op aniil.loge wijze kunnen we Ij H t berekenen. Hierbij is tot 100 oe de verza.digde

waterdamp spanning genomen en bij temper~turen>lOO

oe

een waterdampepanning van

(9)
(10)

De kalk afkomstig uit het calciumnitr~at bevat weinig verontreinigingen en is .en matig-snelle Kalk.

6

In principe kan dus volstaan worden met een wat eenvouQ~ger ap~aratuur dan die waárop onderstaande berekeningen zijn ~ebaseerd. De voorkeur is echter gegeven aan blus-apparatuur in standaard uitvoering .•

Andere mogelijkheden zullen naderhand ter sprWce Kornen. De standaard-apparatuur bes taa t ,'ü t:

6.1

grote opslagbunker

Deze dient voor opslag van de kalk u~t de calciumnitraat oven. De kalk is vooraf door een hamermoleu op 1 - 8 mm. stuk-cl"rootte gebracht. De opslii.gbunker moet minstens een dag-l-'roduktie kalk icunnen bevatten.

6.2

sCAroeftransporteurs en elevatoren 6.3 klein opvang-vat met verdeler

.~.

nodig om een gelijkmatige toevoer van kalk aan de bluskamers te waar-borgen.

6.4 ~iedelige bluskamer Deze bestaat uit: a. mengkamer b. bluskamer c. nabluskamer

intensieve menging van kalk en bluswater. blussen van de kalk.

zowel voor het blussen van langzaam reagerentie kal~­

delen als voor het losroeren van aan elkaar vast-geraakte kalkdeeltjes.

6.,

natte ~alkutof-vanger

De uit de bluskamers ontwijkende waterdamp wordt via dQn waskolom waarin het bluswater als waswater wordt toegevo~rd, door een ventilator weg-gezogen. Hierdoor ontstaat iu de bluSKä.l1lerld een kieine onderdruk.

6.6

pneumatisch transport ap~aratuur

Het calciumhydroxyde afkomstig van de bluskamer kan met behulp van een

batjes-elevator of pneumatisch naar het windzift worden getransporteerd.

Bij het laatste dient men over een transportbuis + cycloon + fiJne stof-vanger + compressor te beschikken.

~

1

j

(11)

6.7

Windzift, pulveriser

Het windzift zeeft op deeltjes grootte uit. Het produkt ( 50 micron. wordt direkt afgevoerd naar de afweeginatallatie.

1

Het produkt> 50 micron. wordt via een pulveriser teruggevoerd naar de

hoofdstroom in de tra.nsportbu1s,

7.Detailberekeningen

7.1

De opslagbunker

Uit de calciumnitraat oven Stortgewicht CaO : 60 Ibs/cuft.

1 dag-produktie CaO Volume bunker

.:itorthoek CaO

Neem voor de tophoek van het

kegelvormig ondereinde

Afmetingen van de bunker: hoogte diameter

-...

.

.

1.170 Kg./U. CaO

)60 Kg./m

3 2j,J m) 60 0 7,7 m

2,7

In

Onderin bevindt zich een cilindrl.sche verdeler waarin op een as een viertal schotten is gemonteerd.

Tra.nsport CaO Toerental

1170 Kg./U.

Inhoud van Cle

4

compartimenten

Afmetingen verdeler lengte diameter

=

=

0,0203 /lI3/min • 1) omw./min. 1,.>0.10-3 m.3 0,2 en 0,08 m

Het calciumoxyde koelt tiJdens het verblijf in de opslägbunker

af.

De temperatuur va.n het calciumoxyde onder in Cle bunker ka.n worden benaderd met

behulp van de formule voor de niet-~tationaire warmtegeleiding:

2 za

-\I

T.

II

J

t ver~eliJking

De oplossing van deze differentia.al geeft een betrekking tussen de teenpera-tuur en het kengeh.l van Fou.rier (Fo).

Fo

-

a.t.

.L

R2

a

r'

, C p

A

poreuze Illii.ssa.

f

ca. 0,5 0,2 - 0,3 Watt/al

°c

-9'0 ' /.3

P

11 ft ~ stortge"Wicht () f~g. m

ë

"

"

375

OK - 425 ol( 640 JOUle/Kg. oe p 3.10-

7

..,

a

"

"

m~/sec.

(12)

t

2R

- verbliJf tijd in de bunker ~ ~4 uur '"

a uiameter van de bunker

Fo Als

I

r

1

..

0,015

=-

0,7

=

oragevingstemperOituur

=

00.,+UO sec.

2,7

m. To '" 1)0 oe

(T)

:a

112

oe

• temperatuur van het ingevoerde calciullloxyde.

7.2

Berekening schrooftransworteurs (lit.u)

7.2

1 voor onöebluste kalk

tra.nsport 1,210 stort5ewicht j60 diameter conveyor:

5"

0,13 toerental 60 vermogen : hp ::>3 C.L.il.F 1 .OJO . ;

C - capaciteit van da conveyor

L zo lengte van de conveyor

W

=

stortgewicht van het materia.al

F - materi.al factor ., '" rendement motorvermogen OI7~6.j,d~.DO.l.746.10

..>J.ooo

.9

2 motorvermogen

1.22 voor

geblu~te

kalk

mJ/U.

I .) 4;/(fi Ill. oInw./min.

=

0,716 cuft/min. j,20 60 1 0,) 7 I ft/ m lba/cuft wa.tt./m 0,37 KW.

TiJdens het blussen neemt het volume van de kalk toe met

100 - 150

%

.

stortge,ncht bij 100 ,0 volume

stortgewicht bij 150 }v volume

gemiddeld stortgewicnt Ca,(OH) ;. transport : 154u Kg/U

diameter conveyor

5"

-

6"

toerental

<-toenOLme toenane

motorvermogen op dezelfde wijze bereKend :notorvermo5en t.>J4 Kg/m3 = ')07 'i.g/mJ "" JeO Kg/tl) =

L,

7u mj

/u

0,16 m = 60 omw./M~n. '" 10 Watt/til U,37 iOl. 8

(13)

1.2.3

Berekening elevator lengte

1

inhoud van elk bakje afstand tussen bakjes snelheid van de ketting toerenta.l pulley

di&aaeter pulley motorvermogen 11.0 torvermogen

1.3

Kleine opv~~t~nk met verdeler

. 3

Volume van de t/il.nk 0,6 m

1.4

B.reken~ng ~riedelige bluaka.mer

1.4.1

Mengka.mer:

..

8

ID 4.10-3 m3 ::: 0,4 m c 0,3 m/min.

=

3 vmw/min. 0,32 .n 60 watt 0,37 KW

9

I~ deze kamer vindt een intensieve mengi~ plaats v~n ue kalk met het bluswater, zonder dat er een reaktie optreedt, al zal dit niet helema.l VOOrkomen kunnen worden.

De verblijf tiJd diènt dus zo kort mogelijk te zijn. Afmetingen van de mengerl lengte

diameter =

inhoud De menger i~ voor

1/3

gevuld transportsnelheid 1 rn 0,4 m 0,12)6 m,} 0,0419 m3 0,0203 mJ /min.

verbliJf tijd " ::cói..2 min.

Van uit deie menger valt de reeds geueel teliJk gebluste Kéi.lJC in <le

20 kamer.

7.4.2 B1USK&lIler

Hierin wordt het grootste deel van de kalk o~ezet in calciumhydroxyde. Hierbij komt veel warmte en waterdamp vrij, uat door de stoompijp naar d. natte stofvanger wordt afgevoerd.

De verb11Jftijd in Qeze Ka.mer stellen we op: gemiddeld stortgevicht Ca(OH)2

door de roer~ng en de ontwijkende damp zal uit stortgewicht oae 2 K kleiner zijn transportsnelheid

~~70. 74

1546

.

1

2'80

6"

produkt-volume in de Kamer 10 min. 560 KG/m3 230

Kg/fl/

1.546 Kg/U 0,

~2

m}

...

(14)

- - - -- - - -

-Als de kamer voor d.e helft gevuld is,

d. .. n ia het volume v.,n de kamer

1,04

m

3

lengte va.n cie kamer 2,.3 til

~iam.ter van de k.,mer 1 m

In deze k .. mer heeft de roerderas armen waa.rc:l&U verstelbare schoepen

zitten. Hierdoor ~unuen we de verbliJf tiJd in de kamer re~e18n.

Als Aan één arm 2 schoe~en zitten vän 20 X 20 cm. dan wordt er per

om-wenteling ca. 1,2 L verplaatst.

10

Nu zijn er schoepen die transporteren èn schoepen die tegenstaan. Nemen

we een gemiddeld transport aan van

0,5

L per

omwenteling dan moet de

roerderaa ca. 2100 92 o:nw/ml.n. maken.

0,5.60 ..

Lengte van de armen ca. 0,9 m.

7.4

.3 Na-bluskamer

Deze komt overeen met de middelste bluskamer. In deze kamer wordt de

gebluste kalk go~d door elkaar geroerd, zodat eventuele aan elkaar ge

-raakte deeltjes losgemaakt worden. Het water dat eventueel nog .. anwezig

zou zijn, kan verdampen, zod .. t de gebluste kalk droog wordt. Eventuele

niet blusbare gedeelten zoals stenen e.d., zakKen naar de bod.em van deze

kamer: waar ze periodielc van anderen afgescheiden worden. Vlak voor de

opening waara.oor de gebluste kalk de k.,mer verlaa.t, is ean vertikaal

schot geplaatst, w .. arvan de hoogte geregeld kan worden. De hoogte hangt

af van de verontreinigingen in de kalk.

Daa.r in de totale bluakamer een kleine onderdrUk heerst, Kan men zonder

gevaar voor atof of stoom de Kamers tijdens bedrijf openen.

I I

De drie roerwerken in de kamers sta~n met elkaar in verbindir~ op een

motor. Het vermogen van deze motor ia

J

-

{.

~w

Het materiaa.l waarvan de blusKamer ~emao;l,k·t kan worden, is normaal pl ....

t-staal.

7.5

Berekening van de natte kalkstof-vd.llger

Hoeveelheid kalkstof vóór het afvangen ca.

(lit.~)

Hoeveelheid kal~stof na het afvangen cu.

Stel de temperatuur van de bluskamers

Hoeveelheid waterdamp welKe de blus~amers

(Zie warmte balans) verlaat

Produktverlies zonder afvanginstAllatie

14,) Kg/U

=

15

gram/m

3

waterdamp

10 mg/mJ waterdamp

100

oe

ü,j6

%

Afgezien van het eventueel nuttig gebruik van de wa.rmte in de

water-da~p en het prodUKtverlies, is het afblazen van ca.

15 Kg/U

kalkstof naar

bU1ten voor de omgeving hinderliJk. We leiden daarom de waterdamp door

(15)

. 7.5.1 Toevoer van zoveel leidingwater dat u~ze hoeveelheid + de hoeTeelheid

gecondenseerde waterdamp juist toereikend is voor de hoeveelheid

blus-water.

De natte kalkstofvanger bestaat u~t een cilindrische kOLom waarin een

aantal pla.ten en ringen zijn in~ebouwd, WéoL<.i.rOVer het waswater stroomt.

7.5.1.1 Berekening van de hoeveelheid cundenserende waterdamp.

invoer waterdamp van 100

oe

==

)94

Kg/U

.. fvoer bluswater va.n 90 oe 970 Kg/U

hoeveelheid waswater van 20 oe X Kg/U

hoeveelheid waterdamp

ai.

condenseert :::

Y

Kg/U

Warmt_balans over de natte kalkstofvanger:

warmte to~voer per uur: Y l(g. waterdamp welKe t.:ondenseert en afkoelt

tot )0 oe

Y.2297,6

KJ

warmte afvoer per uur X Kg. water op~ew~rmd v.n 20 oe ~jO oe.

warmte ... fgegeven aan de

orAgeving (s.traling+conveotie) met rI. ..

15

Watt/ru oe

2 A

= 4,5

m

D.

T '" 75 oe

232,89.1

X + +

1825

Y 22:31,6 Y '770

}--Y =

.. X.~j2,d~ KJ 110 Kg/U

860

Kg/U

De hoeveelheid wa.terdamp welke per uur de natte kalkstofvanger verla.at

is

484

Kg = oOj

m

J

11 .

Om de afmetingen van de waskolom te bepalen, stellen we als voorwaardea

10 een waterdrup~el

>

100 Û mag niet meegenomen worden door de water-damp.

20 de temperatuur van het water moet onderaan

JO

oe zijn.

Nen druppel zweeft in een fluïü.uru als

Kt

=

IC .. brTD 1 .3 g (~-?l)

1 2 1 2

Cv • ::;

rr

D •

"2

~

(

V

f

Cv:::

F

(Re).

Als D

=

lOOP. , da.n is

VI

ca. U,) m/sec.

Bij een hoeveelheid van 30) m3/U komt à..it overeen met een kolomciiametar

(16)

1·5·1.2

Bereken1ns Tan het aanial platen en ringen in diameter Tan de p14ten

oPP.rTlakte van de pllA.ten oppervlakte van de ringen

De~e afmetingen Tolgen uit het feit dat:

o

1 Oppervlakte plaat a oppervlakte ring

0,6 BI 0,2826 0,2830 d. kolo~: 2 m 2 m

20 Oppervlakte ronde opening - o~pervlakte rin6~ormige olening. HoeTeelheid water bOTen in d. kolom d60 Kg/U

~oev.elheid w~t.r onder in de kolom : 970 Äg/U

0,239 Kg/sec.

c 0,269 Kg/aec.

Bij een la.'t.gd.ilCte van

5

mm. is de gemiddelde verbliJf tiJd van het

water op een plaat of

op een

ring

2,5

sec.

12

Om het aanh.l platen on ringen te bepalen, berokeneuwe de opwarming Tan het water op één pla~t(ring) door uit te gaan Tan het f,it dat het water middels niet stationaire warmte geleiding opgewarmd wordt. In

werkelijkheid is d. opwarming boter.

Voor de niet stationaire "ndimensionale warmte geleiding geldt:

d ~

J

2T

TI ..

a

d

X2

De oplossing hiervan luidt: Tl-<.TÎ .,

F

(~'o)

T - T 1

0

Fo

-

4a.t '"' kengetal van Fourier.

X

2

\

.

-6 2/

a

-""fT

.

p

..

0,144.10 m sec. ).10-3 X

-

dikte

.

VOtn de waterlaag

=

m.

t ,. gemiddelde verblijf tijd ca

5,5

esc.

}<'o

-

0,127

Tl -

(TI

In (lit.lO) vinden we nu : T _ T = 0,65

1 0

Voor de gemiddelde temperatuur Tan het water dat van ~. N~ plaat(ring)

komt, vinden we nUl

(TJ

- Tl - (or1 - - T ). 0,65 n 0 Tl ::a 100

oe

T 0 20

oe

T

90

oe

n

• 4,7

za

5'

(17)

- - - - ,

13

We hebben dus 3 platen en 2 ring~n nodig. De afstand tussen de platen

en de ringen is 0,2 m.

De afmetingen van de natte kalkstof vanger ziJn nu: Diameter

Toh.ie lengte

:

0,75

m

2 m

7·5·1.3BereKeuing va.n het ventilator

,

,_ 0·'15 t ~.W '%- r·. vermogen:

De totale drukval over de darupleiding + natte kalkstof vanger iSl

-[+

L

2"

Kw

1

1

<

VI

2

-l1P

T

-

-) + Z. \'

J

'

D

J

2 \

.

z

= =

=

totale uQogte dampleiding + natte kalkstofvanger u

dichtheid waterdamp bij ca. 1 atm. en 100

oe

a

weerstandsgetal bv. bij bocht~n

Diameter van de leiding v66r de stofvanger

Lengte van de leiding v66r de atofvanger

b p is yerwa.arloosbaar.

~~ over de stofvanger

Diameter van de leiding ná de stofvanger

Lengte van de leiding ná da stofvanger

Ll

'P

(met inbegrip van bochten)

Druk van de waterdau~kolom : Z'.~ g.

p as

61>

tot .. al

=

~v

f:l

p

~

80- , -

3~

• 80 .

~3

7.5.2

Alle waterdamp warmte wordt benut.

:: ca.

=

Cil.. ::: :: 60 ~ 0,4 lil 2 m JO N/m2 0,2 In 2 m 20 N/m2 30 N/m2 bO NI /00 .2

Hoeveelheid waterdamp afkomstig van de natte kalkstofvanger •

484

Kg.

( Ven !lOU met

d!!~'! .,,~terd&l!lp

e,..n !.bserptie koelmaehim,

kun~en

bedrijnn.,)

(18)

14

Direote oondensatie tot 0 ... 100 oe zou '1.73 KW leveren, overeenkomend met

o

3734 Kg.

wator van

100

C.

per uur.

Hierin bevindt zich dan nog 2 -

3

mg. Ca (OH)2 /L

De oploaba..rheid van Ca (OH)2 bij tiO

°c

_.

80 mg/L

De heetwaterbereiding voor douches e.~. brengt hogere investeringskost.n met zich mee, zoala de kosten voor e.n warmtewissela .. r, pompen e.d. Het materiaal waarvan de natte k&lkstofvanger gemaakt kan worden is roestvrij staal no.

304.

7.6

Het pneumatisoh transport naar het windzift.

De gebluste kalk massa welke uit d. blusKamer komt, heeft een nogal t;evari-eerde korrel grootte:

15 - 25

t

)

70

micron (lit.12) RierYrl.li is ca. 2

7;

>

2 mmo

Di t betrof echter een k .... lk '\-wlke door branden van koüksteen in een gas-oven verkret;en was et:l dus zeker m~er verontreinigingen bf!v<i t 'b,n kR.lk

afkomstig v~n c~lciumnitraat.

We nemen aan dat de cebluete k .. lkde<.,1 tJee ui t de bluakamer niet t::l'ût~r :üjn

dan 1 mmo

Voort,~ n~mel! 1'1'6 ... ~n dat de gebluste kalk ma.ssa voor bijna 100 1~ ui t

c~lcium hydroxyde besta.t.

We verwaa.rlo7,f'Hl dus het vOC:htlJt:l'Cbl,tc-"t;e van C, j -

0,5

Î:) (li t .12) en eventuele verolltn.dnifjingen.

De kalkmasLèl. mo~t eerst geheel lmeumatitiGL omhoo6 getraual)orl,et~rd 'tiorden naa.r een ,dnd~if't uw lLaur op korrel-grOl) /,,1,~<)0 mim'on • . .ti t~ezt:::~fd te worden.

Een «ndère mogelijkheid Ü; f-l':U trilzeef ûnd~l' tie "i tln~t-üpening v.".tl J.e

'blusketmer . Eet restant e;rof veri.ul V8J'eu t~n terugvoeren op het zeef.

ne onderstaande bl"rekèninEen zijn echter e::;ebaseerü Oi) ldndziften,

vooraf-t,egaan door pneumatisch trauklport.

'7.6.1 Berekening va.n de hoeveelheid. lucht, welKe h:i.ervoor nOdig is: Bij het pneumatisch transport ~ient de verhou~ing

Kg.

materiaal

Kg. transportgas niet te klein te zijn.

De waarde van' moet tenminste 10 of ho~er zijn. BiJ hoge waarde van ~

is de afscheiding in een cycloon effectiever dan bij lagere waarden.

(Ut.U) Ue ~ :; 10, dan is:

Hoeveelheid Ca(O;~)2 rel' uur 1546

Ke· (

1;110 Kg,'-'f ca. 12)

(19)

7.6.2 J3ereKening van de gemiddelde temperatuur Vé;i.tl dtl lu.;i~ t in de buis.

.

?

5

oe

Temperatuur omgev~ng _

e

Ca(OH)~ bij 100 oe .. p c-C lucht p T _ 1)00 joule/Kg oe 1000 joule/Kg oe

Hierbij is de afgifte v~n warmte door de buiswand naar de omgeving via ui tstraling en vrije convectie verwaarloosd.

15

Als de tiJd waarin

ue

lucht opgewar~wordt in ~e buis van 25 oe ~

95

oe

kleiner is dan de verbliJftijd,dan is de lû.cLttemperatL.tur boven in de buis

3

5

°c.

Om dit na te gaan, ne~en we een gemiddeld~ deeltJeS-diameter aan van

20;U

f

s

CaO bij 1000

oe

gebrand

} S Ca.( OH) 2 (gemidd.eld)

2.000 Kg/m,) :( 1.200 lCg/mJ Uit: Vs 2 en Vs vinden we de valsnelheid. Vs

(20}L

deel tje ) Vs (1 mmo ) (lit.13) - )

/

12 •

+0

rA sec. '"' ca. tf,5 m/see.

Berekening van de warmte afgifte van ue kalkdeeltJes aan de lucht:

~

We nemen aan dat de kalkdeeltjes bestaan uit bolletJes van 20 micron.

(~ vinden we uite

<~~ï\

D :: 2

,u

' +

l

' , J '

'

~

P 0,15 r + Ü,0ö. , - - R 0,5 P 0, e r

~

3

Pr (voor lucht) =

Y

/a z 0,71

Re

;a U

~

~

=

~

'1,31..

U '"'

5

m/sec. D

.. 1D.10

-6

m/Beo • ~. '"

0,95

Kg/m) (ca.. ~5 oe)

~

'"' 22.10 -6 N S80. / 2 m ca. )/5 oe)

<J...l

-

Um

WattLm 2

°c

voor 20

)t

deeltJe

{~)

"" 350 Watt/m2

°c.

voor 1 men. deeltJe

(20)

7.6.2.1 Berekening van de tijd nouig ow de luwht rondom 1 mmo deeltje van

25 oe ~ 95 oe te verwarmen.

1

/fj' •

d t

=

gemiddelde temperatuur kalkdeeltJ8

=

warmte overdrdchtscoëffioient

A

= oppervlakte van het ~eeltJe

V = volume van het deeltje

=

\T~

..

T

,

'"' s T

..

0 t ::

gemiddelde soort warmte van de lucht dichtheid Ca(OH)2

verhouding lucht / Ca(On)"

t::.

98

°c

95

°c

25

°c

O~l sec. "ln(T} To

(T;r Ta'

=

..

Op dezelfue wijze vinden we voor een 2().u deel tje:

-3

I t

=

10 Bec.

98

oe

.350

Watt/m2 oe 1000 joule/ oe Kg. 1200 Kg,'m3 0,1 Kg/Kg.

16

Het merendeel van de kalkdeeltjes heeft een deeitjea-grootte tussen

°

-70/K

De verbliJf tijd van de lucht in de transportbuis bij een buialengte van

7,5

m bedraagt ca. 1 seo.

De lucht worQt Qua vriJ snel opgewarmd tot

90 -

15

oe. De gemiddelde

lucht-o

temperatuur in de buis kunnen we QUS op

90

e. stellen.

7.6.3

Berekening van de drukval over de buis.

f

lucnt van

90

oe en 1 bar. '"' 0, ;16 Kg/m3

I

Hoeveelheid lucht per sec. I :

45.10-3

m j

Uof ~ luchtsnelheid in lege buis ::

7,0

m/sec.

diameter van de buis 1) 0,09 m

Om de drukval over de buis te berekeneopassen we de wet van behoud van impuls toe. (li t .14) - Ö p • G

-

Ktv

.s

..

Kt F g' maasastroomdichtheid in Kg/m2 sec •

s

J' ..

t

.z

A ~

J)

=

totale schuir~racht langs de wand van een ronde buis.

(21)

Mt

=

totale massa in de buis = Z.t'.

p

g' -g : als de richting van de massastroom en de zwaartekracht tegengestela zijn.

Van een klein stukje ó.z van de buis gelat waarbij tevens onderscheid is gemaakt tussen de lCalKdeoltjes en het draaggas:

11

\, ",;'

-t,p - d(G. Us + Of Uf ) +

~

(1;.

+

1.", )

dz +

[J

r

s

(l-~)'fl

J

,;.dz

~

=

gemiddelde deeltjesbezettinu over de doorsnede. Als (Gs Us + Uf-Uf~"'O .. 0 dan is:

~ L +

~

[( t

s +

r

f ) dz + g

o

f

ip

,

dz l8 ()

Deze drUlCval is berelCend ten opzichte van het boveneinde van de buis. We wer~en dit om tot:

IJ.

p. Uof'

G .g.L

..

Soo

(l+J~a)

1

1

f D

u

2

+ S 00 , ( 2 s + 1,1 L ) . of

s g.D.

La - aanloopzone,

"

waarin dl tot een constante waarde afneemt.

a ontmengfactor

c wrijvingseoëffieient van de deeltJes aan de wand.

De' wrijving van de lucht aan de wand is verwa~rloosbaar t.o.v. f

s

-[

Ut U s~

u

s S 00 J.La f s G s

Al

over de gehele buis is

) 0,9,

zodat: .. U

=

7

m/see.

of

=

deeltjessnelheid boven Je aê.l.nloopzone

'"

U

...

U - v ::

7

m/see. B~ of s 1,0

=

4

m. aanname (lit.ll) :: 0,01 aanname (lit.ll)

=

b3,3 Kg/m2 sec. (v0or

1~10

Kg/U)

NI

m2

=

22}0 _

7.6.4

Berekening van de cycloon

(lit.ll)

In de tekening is voor het afscheiden van de kalkdeeltjes één oycloon gebruikt. De kleinste deeltjes welke afgescheiden kunnen worden met de cycloon:

9/1]

.B

(li t .1)

(22)

B - breedte van de cycloon-inlaat = 0,04 m.

Nt - omwentelingen van de lucht in de cycloon c

5

à 10

U

=

inlantsnelheid berekend op het inlaatoppervlak : bij een breedte

van

4

cm. en een hoogte van

15

cm. wordt U

=

1 m/see.

D -ann. .

=

5 micron

18

De

kalkdeeltjsa

<

5 micron zullen dUB niet afgescheiden worden; door het

meesleureffect zal echter ncg een deel van dit fijne stof met de grote

massa in het windzift terecht komen.

De afmetingen van deze cycloon zijn: hoogte ca.

0,15

m

diameter 0,4 m

De cycloon is van onderen afgesloten met een roterenue sluis.

7.6.4.1.De drukval over de cycloon bedraagt:

A

p oe Clf

IJ

p - 16 1

• 2"

1 2

.lf

Cw :; 16 • 1 •

49 : 392 •

40U

N/

m

2

Het fijne kalkstof dat met de lucht de eerste cycloon verlaat, moet afgescheiden worden:

a. met een tweede cycloon. Met een serie parallel geschakelde cycloontjes

1s het mogelijk deeltJes tot 1 à 2 micron af te scueiden.

b. met een stofzak

o. met een natte kalkstofvanger op ongeveer analoge wijze als bij de

~ verwiJdering van het kalkstof uit de stoom.

Als

we alle deeltJes

1

1

micron willen afscheiden met een tweede cycloon

dan moeten de afmetingen van de inlaatopening worden:

inlaatbreedte 10-2 m

inlaat-oppervlak : ca. 0.10

-4

m 2

De luohtsnelhei~ in deze smalle spleet is ca. ) j m/sec. hetgeen een

druk-val van Oae 0,2 bar teweeg brengt.

Dit geeft aanleiding tot hoge slijtage en hoge compresoie-kosten.

We zullen daarom afzien van een tweede cycloon en gebru~k maken van een

stofzak.

De hoeveelh~id welke hierin terecht komt kan wel ) - 10 ~ bedragen.

1.6.5

Berekening van het cOmpressie vermogen:

Totale drukval over het hele systeem is nu ca. 30ûO N/m2 geworden.

A

p • 3000 N/m2

~v

=

O~045

m3/sec.

(23)

,;

Een compressor met roterende verdringer zoals een sohotten compressor is hier op zijn plaats. (In tegenstelling dus met hetgeen in de tekening staat) Het vermogen van de compressor is:

Pas ""

4v·

11

p "1lS 4,.10-,) • .3000

·0~3

• 10-j 0,45 Kw.

7.7

Het windzift

De korrel-grootte van het produkt moet

<50

micron zijn. Van het ingevoerde produkt ia 50 - 70 ~~ (50 micron.

De korrel-grootte van landbouwpoed.erkalk is

<

50 micron.

Voor het vermogen van het windzift vinden we ca.

3,5

Kw (lit.15)

cl Materiaal en warmtebalans (zie massabalans in

fig.5)

We nelJlen aan:

1. de reaktie vinüt plaats biJ 100

°C.

2. de temperatuur waarbij het GaO ingevoerd wordt is 100 oe. ). de temperatuur van het bluswater is ~ö oe.

4.

dl

(straling + vrije conveotie) van de bluskamer is

15

watt/m2

°C.

2 oppervlakte van de bluskamer ca. 20 m

We kunnen nu de hoeveelheid bluswater berekenen welke nodig is om de bluskamer op een bepaal~e temperatuur te houden.

a. Blus~amer temperatuur

=

100 oe Warmte toevoer per uur:

reaktiewarmte Warmte afvoer per uur:

: 1410 • 103 KJ

X Kg. water jO oe ~ 100 oe : 42,13. X KJ

(X-376) Kg. waterdamp

1

atm. 10U oe

(2,

256.X-841)103

KJ

l. -

. -.3

Afgifte aan de omgeving .3. J.. .A.A'r.)6ûO.1Û ..

.3 60 oA'r : 27.10.3 KJ

o b. Bluskamer temperatuur =

125

c.

l'iarmte toevoer per uur: reaktiewarmte Warmte afvoer per uur:

x

:I:

910 Kg.

o 0

X Kg. water jO C ~100 C

(X-376)

Kg. waterdamp

1

atm. l2d

°c

( t.o.v. water van

100 C.)

Afgifte aan de omgeving : 360.~T

Ca(OH)2 lUU

°

c

~12)

°c

x

i j ; Kg. 1410 • 103 KJ : 42,1.3. X ~J

: (2,JOB5.X-668)10JKJ

36 .103 KJ .3 50,ö • 10 KJ

(24)

<

,

"

t(H

O)~)

.--

t,

-gh5

1)

<1JhT>

' - --- .--~I =11

oW

-0lS)

010°

1

(S

i

s

t)

-

NOOP,:{; J.=.I!7

d'N.I/'"\

--

.

<:36

>

-

~/~

5

~~"N"'!t\

--dÖJ.~

S

\Jnnl)!~

<3ID

<]ill)

<.

q

11

SI

)

'd :I '-'I W q S h

1

~

(o

l

">

YH01V)

4 -

otH

-I-

,

~\J")

--M

r-It

<Ifl)

"tt(HO

)

\J]

<I~I

)

l(H

i

JPt)

[111_1

'"

~

ol '" /""\

(QlD

1

~

~9]

L}:~F~7 ~f)

-

0

-d 1,..1 \I <t

'd

'3

.1 \j ,1\/\ / . 'd~,)~~A -

[QL]

<

0'3

8>

-

-:l().l~l.tl\1Q - r-'J31~M

?

N

,

Ht

l;Jl

31.lVI\l 1(')

\

1

0

08

~

N o

.

,

.

.

(25)
(26)

Op analoge wiJze kunnen we de hoeveelheid bluswater bij andere bluskamer-temperatuur berekenen.

De berekeningen zijn uitgevo~rd voor bluswater dat bij 20 oe en bij 90 oe

is toegevoerd. De reaktie -temperatuur bliJft in beide gevallen 100

oe.

Zie onderstaande tabel.

Temperatuur Hoeveelueid bluswater in

Ág/U.

van de

bl~s-bij :1O oe biJ 20 oe

kamer in

C.:

toegevoegd: toegevoegd: lUO '.310 860 125 j3J 828 150 693 7';17 200 d25 738 2)0 160 604 300 6:;8 6.>1 ~ie grafiek

4.

9

Meet en regel apparatuur.

9.1

i.geling

van de temperatuur in de bluska~er:

21

De temperatuur meter in de middelste kamer regelt de bluswater toevoer van

de natte kalkstofvanger.

9.2 Regeling va.n het waterniveau in de natte kalkstofvanger:

üoor te voorkomen dat de natte kalkstofvanger helemaal vol loopt, of in het

andere uiterste geheel leeg geraakt, wordt ~e le1dingwater-toevoer geregeld

door het nive~u via een vlotter-regelaar. Beide regelingen zijn continu.

9

.3

Regel!ng toevoer van het calcium 0xY~e:

In het kleine opvangvat is een niveau-regelaar aangebr~cht, welke gekoppeld

is aan de motor van:

a. de elevator

b. de beide schroef transporteurs naar en van de elevator.

c. de verdeler onder de opslagbunker.

Dit is een aan-uit regeli~.

(27)

-

-

---22 10 Kostprijsberekening.

De

kosten hebben betrekking op de verwerking van 10.000 ton CaO per jaar. In verband met het niet volledig continu werken per jaar, zd.l de cd.paoite.it van de apparaten groter moeten zijn dan onder punt 6 en 7 is gonoemd.

Houden we echter dezelfde capaciteit aan, dan zullen we twee blusapparaten moeten hebben. De apparaten-Kosten \'lorden dan hoger, Glad.r niet evenredig omd.at we kunnen blijven volstaan met bv. 1 ~rote opslagbunker en

1 afweeg-afzakinstallatie.

Daardoor wordt tevens de personeelsbezetting efficienter, want we hebben 2 personen nouig zowel voor het beuriJf met 1 blusappéi.raG.t als met

2 blus~pparuten.

Bovend.ien kunnen we met 2 blusapparaten ue verwerKings-capaciteit opvoeren tot 13.èSOO ton CaO/ja;..tr. (inuien d.e behoefte hieraa.n bestau.t)

10.1 Kosten investering: (lit.12, 16, 17)

(voor een bedrijf met één bludinstallatie) Kosten apparatuur ~ 20 ,J

15 X 6 X 8

montage, instrumentat~e

aFL. )U,-- per m3

Fabriekshal Opslagloods 20 X 20 X 5 à Fl. 30,-- per m3 Afschrijving in 5 jaar 2 Grond: 600 m Eigen kapit.l.al à Geleend kapitaéi.l 2 Fl. 50,-- per m

Rente à 6 70 over ~;eleend kapi taal

Totale investeL'in5skosten fier jaar (Produktie: lj.200 ton Ca(OH)2/jaar)

10.2 Personeelskosten

6

man volcontinu 5 dagen/wecK. 49 weken /jaar à F'le 6,--/UlanUl.lr

10.3 Kosten van de grondstof

e.Cl.: Flo

150.000,--"

j6.000,--11 60

.000,--

---il. 246.000,-1o'l. 4-/.200,--/jaar Flo 30.000,--!t'l.

-,-Fl. 276.000,--Flo 16.600,--/ja.ar 1<'l.

65.600,--Fl. ),--/ton Ca.(OH}2

---Flo 75.0JO,--/ja.a.r Flo

5,

bB/ton

De kosten va.n het CaO moeten gebaseerd worden op de bereidingswijze uit het calciumnitraat.

In (lit.19) zijn de ontledings~osten met inbegrip van de absorptiekosten van de nitreuze d.ampen begroot op Fl. 4-3,25 per ton Ca(NOj )2.

(28)

Totale kosten voor de berEfidiug vä.n ü,341 ton Cd.U 0,766 ton HN0.3 ~ 100 ~:6) r ca. Pl. 20u,--ca. Fl.

245,--Deze kosten moeten evenredig verdeeld worden OVE:r het calcium oxyde en

het salpeterzuur.

kost ca. Fl. 200,-- (lit.20)

1 ton eau kost ca. }'1. 4), -- (li t .10)

IJe kostprijs van het calcium oxyde cl.fkomstig Ul t het oalciumrü traat

wordt nu : Fl. J2,--/ton

(1 ton ~OJ (lUO i~) moet <lan vour 1"1. 260,-- worden verKocht)

23

10.4 Kosten bedriJfsmiudelen

---~-a. Electriciteit

1-'er bedriJfsuur is ca ...

5

Kw lloa.ig.

Aantal bedrijfsuren per jaar

;

.oóo

Totaal nodig : óó.250 Kwh à F1. U,07 (U.E.E.)

b. \later

0,66 m} per 1,546 ton Ca(OR)2 à Fl. O,}j/m3

De totale kosten per ton Ca(üli)2 zijn nu:

Afschrijving, rente e.d. Personeel Grondstof CaO Bedrijfsmidaelen Totaal 1"1. 0,47/ton. Fl. O,19/ton. }'l.

5,--"

5,6ö

"

5<+,40

"

0,66 Fl. 65 14 _______ t __

Met deze grondstof1'en-priJs geven eS'rotere investeringskosten welke

voort-vloeien uit de opvoerlng vail de capaciteit weinig ver~ndering in de kost-prijs van het Ca(OH)2.

(29)

Opvoering van de capaciteit tot 18.200 ton Ca(OH)2 per jaar in twee blusinstallatiesgeeft een totale inv~atering van Fl. 5,8,/ton, terwiJl de personeelsKosten dalen tot Fl. 4,l2/ton.

De prijs van het Ca(OH)2 wordt dan

De prijs van 1 ton landbouwpoederkalk bij de importeur ie

11 Het blussen Tan calc~ullloxyde met waterdamp.

24

11.1 In (lit.21) wordt een methode beschrevn waarin het calciumoxyde ih een horizontale trog wordt omgeroerd in een waterdamp atmosfeer. ~e trog staat in een cylinder ~elke gedeeltelijk gevuld is met water dat tevens als »koelmiddel» dient.

Bij het opstarten van dit blusapparaat moeten we het water eerst verw~men

(bv. electrisch) om een voldoende waterdampspanning te creëren.

,

Indien lage druK-stoom voorhanden is, kan dit voor de opwarming gebruikt worden. De temperatu\~ van de uittredende gebluste kalk is oae 100 °C. Deze methode biedt geen voordelen boven die in punt 6 genoemd.

Een meer elegante blusmethodiek met behulp van waterdamp, is die in een fluIdbed.

11.2 Ret blussen van kalk in een fluiabed

De apparatuur-kosten Kunnen, gezien de hoge kosten van de grondstof, geen criterium zijn voor de keuze tua~en flulQbed-bluasing èn de orthodoxe blus-methodiek zoals onder punt ó is vermeld.

Daar eohter de fluïdbed-reaKtor techniek een 6te~u.s groter toepasdinga-gebied vindt en de ontle~ing van het calciumnitraat zich wellicht in de toekomst ook in een fluidbed zdl gaan afspelen, zal de mogelijkneid om kalk in een fluïdbed te blussen hieronder ndder, zij het op summiere wiJze,

worden nagegaan.

In (lit.22) is de fluïdbed-bluasinG van calciumoxyde op laboratoriumschaal uitgevoerd. Daar het ~ier een ~rimeur betreft, zal in het kort de methodiek en het resu1 taa t worden we,~rgegeven:

Het CaO werd verkregen door CaCO} kristallen (100 - 3UO micron) te branden op 1000 °C.

Hoeveelheid eaU in het fluïdbed

Af~etingen van het f1uïdbed: hoogte (in rustj diameter

Lucht-waterdamp snelheid ria terdampspanning

Het reaktie-verloop is in grclfiek.) weergebeven.

ca. 10 -Cd. 20 gram 60 mm. }O mmo 25 mm./sec. 60 mmo lig

(30)

; '" 100

o

%

omgezet CaO.

/

/

/

/ ./ . / ~-, ~"~,,', l. ~ . . . } """",:, '!

25

Grafiek 5 Fluïd-bed-temperatuur 110 à 120

oe.

Waterdampdpanning 60 mm.lig Reaktietijd in min. 100

(31)

Onder deze omstandigheden is het verlies o.oor afsliJting van de deeltJes en daardoor meevoering van het ontstane fijne kalkstof met de gasstroom, verwaarloosbaar.

De watel'dampspanningbliJiCt hiervoor een criterium te zijn.

Hogere waterdampspannir~ geeft wel een verKorting van de reaKtie-duur maar ook grotere verliezen door het afslijten.

",

26

(bij PH 0 :z: 100 mm.lIg : reaktie-duur

=

ti) mil..: verlies door rneevoering 2,5;0)

2 _ D

2

,

'f

s -

fl )

Uit: Vs - 18

1

.g volgt dat de Ca(OH)2 deeltJes in het fluïdbed

) 9

micron zijn geweest.

Een eerste benadering van een flutu-bed-blua~ing op te~hni~che schaal. 'Willen we bij ca. 100 oe en PH 0

=

60 mm.Hg, ca 12UO Kg. CaO/U blul;3sen,

:2

dan moet de snelheid van het lucht-waterdamp m~ngsel in het fluIdbed ca.

4

à

5

m/sec. zijn. (per m2 lege doorsnede)

De deeltjesdiameter moet dan ca.

l

1 mmo zijn om te voorkomen dat ze me~­ genomen worden met de gasstroom.

We moeten dus het te blussen calciumoxyde voo~af uitzeven op verschillende grootte. Elke fraktie ka.n a.an op een snelheia. overeenkonltlnd met ha.<.i.r dia-meter in een fluïdbed worden é:eblust.

Een andere mogeliJr:heid is een zeer laêe fluïdisatie-snelheia. toe te passen. Een gedeelte van het te blussen materiaal zal dan zeker uiet in een fluïde toestand ~eraken, hetgeen weer tot vergroting van de warmte-afvoer moeiliJk-heden .zal leiden. Nog afgezien van ae zeer lan~e re~tietij~.

Een derde mogeliJkheid is ~owel het grof als het fijn te fluïdiseren met een snelheid van ca. ) m/sec., waarbij d:.l.n eGn ~root gedeelte wordt mee-gevoerd en onderweg zal worden geblust. (transport-blussen) Een nutt~g

gebruik van de reaktie-warmte lijkt uan welhaast onwaarschiJnlijk, omdat deze over een lange weg vriJ Komt.

In het kader van dit verslag is het ona.oenliJk hier de verschillende mogelijk~

heden op hun merites te beoorü~len.

12.Conclusies.

Het blussen van calc1umoxyae, afkomstig van de ontleding van calciumnitraat, tot landbouwpoederkalk, kan goed uitgevoero. worden in de gangbare blusapparatuur, als tenminste dit calciumoxyde zich niet van de normale gabrande kalk (uit ' kalk-steen) onderscheidt door extreem slechter~ eigenschappen.

Het blussen Van kalk in een fluldbed op laboratoriumschaal, is uitvoerbaar, zij het onder lange reaktie-duur.

Over de flu'îd-bed.-blussing op technische schaal kan in dit stadium niets worden gezegd.

(32)

--- - - - -

-Literatuur

1 Veenman'a: Agrariachewinkler Prins, deel 2 bladz. 644 2 Mededeling "Nekami" Maastricht.

3

G.

Rademacher: " Die Laechung von Branntkalk " Dies. Aachen

(1958).

4

A. Baokmann: Zement-Kalk-Gips

262 (1956).

5 J. ytthrer i~em

354

(1953).

6 B.V.S. KnibbsJE.G.S. Thyler: Rock Products ~ no 6

84 (1955).

7

Landolt-B~rnstein: Kalorische Tabellen Band 11 Ueel

4j505 (1961).

o

8

Perry: Chem.

Eng.

Handbook

3

Ed. bladz.

1347 •

9

Mededeling It Nekami " Gouda.

10

H. Kramers ,"Fysische Transportverschijnselen."

118 (1961).

21

11

It De Ingenieur It

(1960)

ehem. Techniek 11 Y"Symposillm pneumatisch tran8port".

12

H. von Zander I Zement-Kalk-Gips no

6

218

(1953-)0

13

F.C.A.A. van Berkel: Collegediktaat Chem. Werktuigen Deel 11

100 (1964).

14

H. Kramers: " Fysische Transportveraohijnselen "

147 -

22

(1961).

. 0

15

Perry: Chem.

Eng.

Handbook

4

Ed. 20 -

71 ;

& -

13 •

16

H. K81bel; J. Schulze: Projektierung und Vorkalkulation in der ehem. Ind. Springer Verlag; Berlinf

211 (1960).

17

Prijzenboekje van de Stichting N.A.P. oktober

1965 •

18

Winnaoker-Küohler: Anorganische Techniek 11 bladz.

314 •

19

P.G. Bakker I Afstudeer verslag Delft

1965

bladz.

18 •

20

European Chem. News I no

203 3

december

1965

bladz.

20 •

21

A. Meani: Frans Patent no

813.033

van

25

mei 1925 •

22

M.A. Sab16 : Frans Patent no

1.207.518

van

17

februari

1960 •

Cytaty

Powiązane dokumenty

Rees reviews briefly the main literary and non-literary evi- dence for the introduction of the cult of Sarapis into Alexandria and for the building of the great Sarapeum, and

leucie de Prière et l'infrastructure logistique des guerres parthiques», Bonner Jahrbücher 185 (1985), p.. UN MARIN DE LA FLOTTE DE MISÈNE 83 La collection épigraphique du

The catalyst samples CoTiO 2 - IWI and Co/TiO 2 - HDP were also investigated using an operando DRIFT spectroscopy setup, equipped with a Thermo Nicolet Nexus 670

Wskazując zaś na niebezpieczeństwa, jakie m ogą wynikać dla Polski z faktu um acniania się wpływów Niemiec w Rosji oraz roli, jak ą w tym zbliżeniu odgrywają Prusy Wschodnie,

Andrzej Kamieński.

In particular, for weak capacitive coupling, we perform path integral Monte Carlo PIMC simulations both in the original flux basis and using the effective stoquastic

Wśród wymienionych, jak również pokrótce omówionych, przez gdańskiego historyka publikacji znalazły się również Historia Królewca oraz, jedna z najważniejszych

The theoretical work ascribes the non-linear stress distri- bution to a semi-Independent beam action of hull and superstruc- ture0 Because of the flexibility of the support of