j .á
SCHEMA VAN EEN D.D.T. FABRIEK. J.P.For~lin
&
J.A.Meijs.1950.
INLEIDING.
Dichloor-diphenyl-trichlooraethaan werd voor het eerst in 1874 gesynthetiseerd door Zeidler.l) Het is echter pas sinds 1939 van belang geworden door zijn werking als insectenverdelgend middel. Dit werd gevonden door Mttller van de Geigy A.G. Zwitserland.2) Sinds-dien heeft het grote bekendheid gekregen en is de productie enorm toegenomen, vooral als gevolg van de tweede wereldoorlog<
Voor de meeste insecten is D.D.T. een zenuwdodend con~étvergif. Voor mens en zoogdieren is het practisch onschadelijk.
i/'
De fabricage van D.D.T. verloopt in principe op dezelfde
manier als in 1874. Men la.8t chloral en chloorbenzeen in tegenwoordigiuti:' heid van geconcentreerd zwavelzuur met elkaar re8.geren. Er ontstaan
hierbij een aantal isomere condens8.tieproducten. Het p,p' dichloor-diphenyl-trichlooraethaan is de gewenste stof met ve~lit de krachtigste werking als insectenbestrijdingsmiddel. Bij een juiste uitvoering van het proces is een product met 75
%
p,p' te verkrijgen. Meestal wordt het technische D.D.T. dan niet meer gezuiverd omdat het voor het gebruik toch verdund wordt, gewoonlijk met talk of zetmeel. of opge-lost in minerale olie. Het verschijnt dan onder allerlei fantasienamen " in de handel, zoals neocid, gesarol etc.Behalve gec. zwavelzuur kan men ook chloorsQlfonzu~rr als condensatie-middel gebDliken. De rendementen zijn dan evenwel lager en de kosten hoger. 3)
" Î . Technisch kan men grote hoeveelheden D.D.T. volgens het
i
V
.
.if-
rw"
proces van Brothman continil bereiden. 4) Men maakt dan tenminste 30 ton ~~'.~~j per dag. Wi~ hebben ons tot doel gesteld een voor Nederland geschikte"
VI" -
f\.--
D.D. T. fabriek te ontwerpen. Volgens gegevens van het Centraal Bureau. /"..J>
voor de Statistiek ~edroeg de invoer in Nederland in 1949 ongeveer /'~ ~ 120 ton D.D.T. 100
%
met een wparde van f.310.000. Het werdvoor-~
..
~
namelijk geimporteerd uit de Verenigde Staten van Amerika. De eigen1
'
wr
productie in Nederland was gering. (Organon,Oss)rr
Wij mogen verwachten dat het verbruik aan DZD.T. voorlopig nog zalI
Een toenemen, terwijl misschien een ontwerp voor een productie van een halve ton e;eringe export mogelijk is. per dag is zeker (Indonesie). gerechtvaardigd. Dit is evenwel een te kle1ne hoeveelheid om in een geheel zelfstandige fabriek te kllnnen worden ondergebracht. Gezien de grote hoeveelheden chloor die verbruikt worden, en zoutzuur dat vrij-komt, lijkt het ons aangewezen dit bedrijf aan een bestaande chloor-fabriek te koppelen. In ons land is dit dus met name de Koninklijke Nederlandse Zoutindustrie.Naast het hoofdprodact D.D.T. ontstaan als bijproducten dichloorbenzenen, HCl
d en afVéJ~velzU11r. Het HCl hetwelk een weingg alcohol en zeer wenig foenzeeit- vat kan als 36 J~ zoutzuur worden
verkocht. Het is mogelijk dat het afvalzwavelzuur nog is te gebruiken voor de superfosfaatbereiding.
De productie van D.D.T. komt dus neer op: a) Chloorbenzeenbereiding.
b) Chloralbereiding. c) D.D.T. condensatie.
d) Verwerking van de bij a) en b) ontstane gassen.
a) en d) worden behandeld door J.A.Meijs. b) en c) door J.P.Fortuin.
----~---, - -- - - -(" \' 1 j ~ I I 5
'
]
H. .~ V ,T, 7 " """t " I , ~ ? \ . ~;. ~ .~b
'1,1 - , I I ... )! JJr "1'"'-- - - - -I \'j /'---r
'
---~--~~ • ( L:o
I - It
I
, ) --'1 r , "~
, -1
~
~~
1-1 \ 1 - I #' 1 "., ...,. 1 ,) \ ,I"-"'/
t
I pek el ~ IChlural synt hes e & 0.01 ccndensat Ie
JPFORTUIN
JUNI 195:),
/
-
l
-J
DE BEREIDING VAN CHLORAL.
-.
Inleiding.
Bij chlorering van aethylalcohol wordt chloralalcoholaat
gevormd. Dit is een oude synthese van Liebig welke zou verlopen volgens;
Het is een eindvergelijking. Men neemt aan dat de reactie via verschiliI
lende t !lssenproducten verloopt. 5) Hierbij spelen aethylhypochloriet
en aceetaldehyde een belangrijke rol.
In het begin van de reactie wordt chloor slechts langzaam
door aethylalcohol opgenomen. Om de totale reactietijd te verkorten
maakt men daarom in de techniek ge brclik van él.ethylalcohol waaraan
tevo~ren reeds een hoeveelheid gechloreerd reactieprod11ct is toegevoegd.
Men kan deze werkwi j ze ook verwezenli jken door !net meer reactoren in
serie te werken. De reactie kan dan ook continu verlopen. 4) Soms wordt
ijzerchloride als katalys~tor gebrQikt.
Uit het gevormde chloralalcoholaat is met sterk zwavelzuur chloral vrij
te makem, dat d~n kan worden afgedestilleerd.
De hier beschreven installatie is ontworpen voor een productie
van 335 kg. gedistilleerd chloral per dag. De grootste moeilijkhei.d in
deze fabriek is de corrosie van de apparatuur. De materialen moeten
bestand zi jn tegen chloor en ZO'ltzuur bij hogere temperat'.lUr. Geschikt
zijn eigenlij:c slechts tantaal, lood, karb8te en zuurvpste steen.
Tantaal kFm wegens de hoge kosten vaak niet worden toegepast terwijl
steen niet bestand is tegen snell e wisselingen in tempera~Qur.
De gewenste Célpaciteit is te klein om een continue werkwijze mogelijk
te maken. Er is daaromr:igebruïk gemaakt van een discontinu procédé
met een reactietijd van ± 60 ~ur. In de literatwlr zijn enkele gegevens
bekend over de technische bereiding van chloral.6)
Beschrijving installatie.
a) Ruw chloràbereiding.
De chlorinr'.tor 2 is een verticaal staande cylindrische
vloei-stalen tank met conisch uitlopende bodem. De tank heeft een lengte
van 2,50 m en een inwendige doorsnede van 0,80 m en een inhoud van
1250 1. De tank is inwendig met lood bekleed en uitwendig geisoleerd.
In de bodem is een geperforeerde loodplaat aangebracht ter verdeling
V8n het onder ingevoerde chloor. Dit chloor wordt door een loden
leiding via gassnelheidsmeter I toegevoerd.
Het deksel van de chlorinator bevat een toevoerleiding voor alcohol
uit de 1000 1 grote tank
3.
Verder een karbate afvoerleiding naar descrtlbber
5.
In de chlorinator is een thermokoppel aangebracht voor det emperat'lursaflezing ti jdens de reactie.
Onder de chlorinator is een met lood beklede stalen tank
4
van 1000 1 aangebracht, waarin het reactieproduct na afloop van de proef
kan worden afgelaten. De tank
4
is door middel van loden leidingenverbonden met de raw chloraltank 6. Deze is inwendig met lood bekleed
en heeft een inhoud van 25001.
De .3:asafvoerleiding van de chlorinator voert naar de scrubber.
Di t is een vat van dezelfde grootte en constru.ctie als de chlorinator.
De sCYl~bber is evenwel met Raschigringen gevuld. De scrubbervloeistof
wordt gecirculeerd :tn een systeem bestaande uit de scrubber , de
koeler
7,
een centrifugaalpomp en een omloopvat 8. Voor de koelpijpenen de leidingen lijkt karbate het aangewezen materiasl, terwijl de
centrifilgaalpomp geschikt van steen kan worden uitgevoerd, daar deze
slechts koude vloeistoffen verpompt.
Het ga~ dat boven uit de absorber komt wordt gekoeld in de koeler 9
(karbatepijpen) en afge'loerd naar de absorptietorens bij de
3
-b) Chloraldestillatie.
In de destilleerketel 10 wordt sterk
zwavelzunr ontleed en vervolgens chloral a De tank is
van staal, inwendig met lood bekleed, inhoud 800 1. In de bodem van
de tank is een afvoerleiding aangebracht, toevoerleidingen bevinden
zich in het deksel. De verwarming van de vloeistof in de tan~ geschiedt
door een spiraal waardoor hoge d~lk stoom wordt geleid. Het lijkt
verantwoord om als materiaal van de spiraal hier tantaal te kiezen.
De hogere kosten zullen door de langere houdbaarheid van het tantaal zeker worden vergoed.
Op de ketel is een stalen kolom 11 aangebracht. Deze kolom
is inwendig met lood bekleed en voorzien van Raschig-ringen. De
damp-afvoerleiding (karbate) is aangesloten op een condensor 12. Ook deze
condensor is van karbate te maken. De grootte van deze condensor is
doorberekend. Het gedestilleerd chloral wordt opgevangen in een
i~t lood beklede tank 13 van 200 1.
lVlateriaFJlbalans.
Aangenomen is een reactietijd van 60 uur. Het rendement
gedest. chloral is 62
%
op chloor en 78%
op alcohol.De productie is 335 kg per dag of 837,5 kg per 60 uur.
Ruw chloralbereiding. Invoer: 670 kg alcohol 2600 kg chloor Chloraldestillatie. Invoer: 1400 kg ruw chloral. 1780 kg geco zwavelzuur
Verloop ~ het proces.
a) Ruw chloralbereiding. per 60 uur. Afvoer: 1400 kg 850 kg 800 kg 97 kg 12G kg Afvoer: ruw chloral chloor chloorwaterstof alcohol verlies 837,5 kg gedest. chloral 400 kg chloorwaterstof 194~,5 kg afval zuur + verlies.
Per uur wordt 43,3 kg chloor onder in de chlorinator gevoerd.
De chlorinator is gemlId met 650 1. alcohol 96
%
en het partieelgechloreerde product~ dat bij de vorige keer in het absorptiesysteem
is gevormd.(~ 350 1.) De reactie is exotherm zodat de temperatuur in de
gei soleerde chlorinator langzaam zal oplopen tot het kookpunt. De
ontwijkende gassen, chloor, chloorwaterstof en alcohol stijgen op in
de scrubber, waar ze met kOllde alcohol worden oversproeid. In de
sc~~bber vindt verdere reactie plaats, zodat tenslotte "uit de scrubber
ontwijkt: 850 kg chloor en 800 kg chloorwaterstof totaal per 60 uur.
Aannemende dat de koeler deze gassen koelt tot 20'0. dan is uit de
dampspanning van alcohol te berekenen dat met de gpssen 97 kg alcohol
mee afgevoerd wordt. De reactie in de chlorinator is beeindigd wanneer
de vloeistof een soortelijk gewicht van 1,5 bij 60'F. heeft bereikt.
Dit is na 50-60 Ull r het geval. Dan wordt de inhoud van de chlorinator
in de onderstaande tank afgelaten. De vloeistof uit het
absorptie-systeem wordt dan in de chlorinator gepompt, verse alcohol ~oegevoerd:
650 1. in «e chlorinator en 200 1. voor het absorptiesysteem; waarna
de volgende reactieperiode kan beginnen.
b) Chloraldestillatie.
De destillatieketel wordt per keer met 280 kg ~lW chloral
en 356 kg 98
%
zwavelzllur gevil.ld. :Er is gerekend op twee keerdestil-leren per dag. Het ruw chloral bevat 30 1b HCl, dat bij het opwarmen
van de destilleerketel eerst ontwijkt. Het opwarmen moet dus
voor-zichtig en langzaam geschieden. Daarna destilleert het 95-97
%
zuiverechloral over. Kookp'.lnt 98' C. bij 760 mmo Dit wordt gekoeld en
opgevan-gen in een kleine tank van 200 1. en vandaar naar de D.D.T.condensatie
y
-Zuiver chloral heeft de neiging om te polymeriseren en kan dus niet
in grotere hoeveelheden opgeslagen worden. Ruw chloral polymeriseert KiR
niet, hiervan kpn men dan ook wel een buffervoorrar:l.d aanhouden.
Na 22 llur destilleren is dereactie beeindigd en wordt het residu in
de ketel afgetapt.
t
D.D.T. CONDENSATIE.-
Inleiding.O:hloral en monochloorbenzeen worden in tegenwoordigheid van
sterk zwavelzuur tot 1,1,1 trichloor-2,2 bis(p.chloorphenyl)ethaan of
D.D.T. gecondenseerd:
2 01-0
De reactie is ook l.lit te voeren met chloralhydraat of -alcoholaat i.p.v.
chloral en met chloorsulfonz'.lur i. ~J.". sterk zwavelzuur. Deze methodes
zijn over het algemeen minder goed.
Bij de condensatiereactie kunnen verschillende bijproducten
ontstaan. Naast het p,p'- ontstaan in kleinere hoeveèlheden ook de
0,0' en 0, p condens8tieprodllCten. Behalve condenserend kan het
zwavel-zuur ook s·üfonerend werken op de aromatische kernen. De sulfonering
neemt bij hogere temperatuur toe. Hij hogere temperatuur gaat ook
chloral polymeriseren. Een l age r c-:actietemperat1lur is dus gunstig, een
nadeel is echter dat dan te reactiesnelheid klein wordt. Het OI)timum
ligt bij 10-20' O. G·'Instig is ook een overmaat van een der reagerende
bestanddelen, meest:=ü neemt men 20 ~; overmaat monochlo:)rbenzeen.
De specificatie waaraan het technische product moet voldoen
is ~en minimum smeltpunt van 88'0. en een D.D.T.gehalte van~inste~
70 1~. Het smeltpunt van Ziüver D.D.'I'. is 108-109'0. ~
Het technische product mag niet meer dan 0,3
%
sterk zwavelzuurbevatten, niet meer dan 1 % vl:lChtig en niet meer dan 1
%
onoplosbaarin zware benzine. Analysevoorschriften voor technisch D.D.T. zijn
o. a. gegeven d'lor Forrest. 7)
Beschrijving installatie.
Op de hoogste verdieping van de fabriek zlJn tanks geplaHtst
voor zwavelzu,J.r, monochloorbenzeen en chloral. De zuurtank heeft een
inhoud van 1500 1. em is van staal. De chloraltank heeft een inhoud
van 200 1., de chloorbenzeentank is 600 1. Deze tanks zijn van staal
en inwendig met lood bekleed.
Onder de t anks bevinden zich twee reactoren 14. De reactoren
zijn met de tanks verbonden door l eidingen voorzien van
snelheids-meters. De reactoren zijn stalen cylindrische ketels met conische
bodem, inwendige diameter 0,8 m en 1,5 m hoog, inhoud ruim 500 1. Ze
zijn inwendig met lood bekleed en van een koelm8.ntel voorzien. Door'
de koelmantels circuleert kOilde pekel. De react oren zijn voorzien van
een thermokoppel en bevatten verder een sneldraaiende roerder,
aan-gedreven door een op de reactor gemonteerde electromotor.
In de conische bodem is een loden Rfvoerpijp BRngebracht die leidt
naar een Niagara filter 15. Filters van dit type worden geleverd door
de 1~ic,g8ra Filter Oorporation RIffalo N. Y. U. S .A. Het filter is tegen
corrosie bestendig te m~ken door het inwendig met lood te bekleden of
t e besp:ü ten •. Het model-nummer 120-30 is hier geschikt • Dit filter
heeft een ~ankinhoud van 212 gallon (, 800 1.) en een koekvol.ume (ma.x.)
van 325 dm •
lVIateriaalbalans.
Het doel is een productie van 500 kg 100
%
D.D.T. per dag.Dit komt overeen met 670 kg technisch D.D.T.
Invoer: Afvoer:
335 kg gedest. chlor~Ü 670 kg technisch D.D.T.
645 kg chl00rbenzeen 2710 kg afvalz'lur + verlies.
2400 kg zwavelzuur
-S'-Verloop ~ het proces.
In elke reactor wordt 3 keer per dag een condensatie
uit-gevoerd. Per keer wordt de reactor ge"vuld met 56 kg chloral en 107,5 kg
chloorbenzeen. Dan wordt de roerder aangezet en zwavelzuur toegevoerd
met een snelheid van 50 kg per uur. Na vier uur begint het
reactiemeng-sel brijachtig te worden, waarna nog twee l.lur zwavelzuur met een snelheid van 100 kg per l.lur wordt ingevoerd.
'I'ijdens de reactie wordt door de mantel een koude pekel gecirculeerd
met zodanige snelheid dat de te~peratuur in het reactievat niet
boven de 15' stijgt. ~~
Na 8 uur is de r ctie beeindigd en wordt de inhoud van
beide vaten in het Niaga filter gepompt. In het filter wordt het
reactiemengsel achtereenvolgens gefiltreerd, gewassen en gedroogd. De gehele cyclus verloopt in 8 h. Het eindproduc;J is dan 670 kg technisch D.D.T. per dag.
Literatuur.
1) O.Zeidler. Ber. 7 1181 (1874) 2)Brit.Pat. 585,007-Geigy A.G.
3)Rueggeberg
&
Torrans Ind. Eng.Chem. 38 212 (1946) 4)Callaham 10 109 (1944)5)Chattaway~ Backeberg;J.Chem.Soc.1097 (1924)
6)Bleloch .. T.Chem.Met.Nlining Soc.S.Afr.353 (1947)
-
{ .-~
BEREKENING VAN DE CONDENSOR VAN DE
CHLORALD
E
STIL
~
IE.
Taak van de condensor.
~
/
---- --- -ne condensor moet het chloral dat de top van de
destilleerkolom ontwijkt, condpnseren en e e • Bij het begin van
de reactie in de destill eerketel ontwijkt eel HCl, W1J nemen nu
aan dat er geen HCl meer wordt ontwikkeld als het chloral begint
over te destilleren.
In ~ uur destill eert er dan 170 kg chloral over. De zuiverheid van
dit chloral is 95-97
%
.
Bij de berekening nemen wij aan dat het chloral100
%
zuiver is. Dit chloral (kookpunt 98'C.) wordt gecondenseerd endan gekoeld tot 38 'Co
In verband met de eisen voor corrosie moet de condensor van karba.te
geconsrueerd worden. Dit materiaal heeft een hoge wa
rmtegeleidings-coefficient en is dus zeer geschikt voor dit doel.
Voor de grootheden die bij de berekening zijn gebruikt, is dezelfde
notatie genomen als in Mc Adams Heat Transmission. 2edruk 1942.
Ook zijn dezelfde eenheden gebnlikt. (Engelse stelsel) Constanten. Chloral.
/
Water. Verdampingswarmte À Specifieke warmte CThermische geleidbaarheid ~
Dichtheid 20/~
I
Abs. viscositeit: 158'F.;r
1~0' F..JI
;.. .s:;. 97,2 Btu/lb 0,81 Btu/lb/'F 0,1 Btu/hr.sq.ft.'F per ft. 93,6 lb/cu.ft. 1,65 lb/hr.ft. 1,34 lb/hr.ft.Specifieke warmte c. 1 Btu/lb
~ 2,32 lb/hr.ft.
/-~ 1,54 lb/hr.ft.
Karbate.
Abs. Viscositeit 72'F. 106'F.
Thermische geleidbaarheid
Thermische geleidbaarheid
Over te dragen warmte.
~ 0,36 Btu/hr.sq.ft.'F per ft.
I
85,0 Btu/hr. sQ.ft.'F per ft. 72 kg chloral per UlIT = 72. 2,205=
158,8 lb Kookpunt: 98'C.= 208,4'F. koelen tot 38'=
100,4'F. Condensatiewarmte: ~l=
158,8 97,2=
15430 Btu. Koeling: 0,81 • 108 Totaal:=
13885 Btu. 29315 Btu.Stel dat het koelwater op 68'F. wordt ingevoerd en op 79'F. afgevoerd.
Aan koelwater is &lS nodig:
29315
=
x lb water . 1 • 11x
=
2665 lb wat er.Karbate pijpen van 1" inwendige diameter zijn geschikt. De uitwendige
diameter is dan 1-&".
We nemen 5 pijpen en laten het water door de pijpen stromen.
Bepalend voor de keuze van het aantal pijpen is het Reynolds getal.
De sf;roming moet namelijk turbulent zijn; Re fj..m~ 3200.
Re
=
1).v.
f'
I 7
~ ~ YJ~.r/6'~v):(';IC/.qb):I>tPcft/M.
p = 62,4 Re = 3950
De stroming is dus turbulent.
We laten het chloral buiten om de pijpen stromen en delen voor de
berekening de condenso~ in twee st'lkken: de condensRtie sectie en de
koelsectie.
I ~
fo
\
V~Vv
'
/
Voorlopig nemen wi j de temperatl.lur van de wand op 140' aan. Dan is aan de chloralzijd~ t = 208,4 -140 = 68,4'
En de filmtemperat1lUr: tf = 208 -49 = 159'
-In de condensatiesectie moet dus, behalve de condensatiewarmte, ook nog warmte om de film af te koelen worden afgevoerd.
Dit is 51/108. 13885 = 5831 B~~. voor condensatie 15430 BtQ. totaal condensatiesect21261 Btu. in de koelsectie 8054 Btu,
De condensor werkt in tegenstroom. Het verloop van de temperatuur nemen we in eerste instantie als volgt aan:
.1
~'r----~
/o~v
"
We berekenen hierü t de log. gem. temperatu . .l.rsverschillen: voor de condensRtiesectie: 4 tm = 107,5 'F.
voor de koelsectie
In Perry "Chemical Engineers HEmdbook" is opgegeven voor
overall-coefficienten:
voor de condensptiesectie 60-300 wij nemen: 100 VOilr de koelsectie 50.
Het benodigde oppervlak is dan:
Ql = UI' A~Atm 21261 = 100 • 107,5 • Al
8054 = 50. 56 • A2
Al= 2,1 sq.ft. A2= 2,9 sq.ft.
Q2
=
U2· A2·Atm Wij hebben 5 pijpen met 1" 1,3 sq.ft.inwendige diameter, dat is per ft.pijplengte
De voorlopige lengte V8n de condensatiesectie: koel sectie condensor is: 1,6 EI.ft. ~Jg ft. , ft.
We berekenen nu de overallcoefficienten van de secties uit de afzonderlijke weerstanden.
Ul·Condensatiesectie.
Voor de waterzijde gebnüken wij de vergelijking van Colburn (Mc Adams
blz. 182)
!~w
-/;1;#)%
(J.o2.J~.
wr...Gft.:C!.
c:
~
.::
1~.l7JO.2.
~=
f +D.slfs-t)/ / I
t;=
/(J(fI/"liJ'
=
/..1y.Hierin is G de massasnelheid, lb/hr.sq ft dwarsdoorsnede. G
=
97760.I
.
I
.
1 • - - - - ---~·~.A ... ----~---g = 4,17.108 L=
1,6 ~t= 68 -cI-!-
-3 l.J')
f1,
Jf? •10
_
Vol! 10 -1J-.t.
/. /3 / 6 L " /, 0 _ 1/ r. V"V'De overallcoefficient UI voor de condensatiesectie is te vinden uit:
1 1
---':;u;"'-
=
~hw-+ 1 +
l.x
k.D/Di
De coefficienten h dw en hd zijn ingevoerd om de weerstand vande vl.lilafzettingen aé'ln de wangen in rekening te brengen. Wij nemen hier-voor resp. 500 en 2000.
1 C<iÓl + 1 + lL24 + 1 + 1
U
=
117 500 85.5/4 2000. 3/2 239. 372. U]
=
'l0.
u
2 • Koelsectie.Voor de waterzijde blijft
hw
=
117.Voor de chlOralZjde maken wij
ge0br.li:;
P
~
dief'r~rm
u
lel: ~
- 4.. _ 0. 6
1
/ é
,
'Ir:.
~ aJ .... <I.2.#J.V:>!~tj"l
L
Lf~Î
I/j/I
/1
Deze form~le geldt voor vloeistoffilms die van een verticaal vlak aflopen in een laminaire stroming. Het criterium hiervoor is in dit geval
'I'"
bI
<
2000.r
is de hoeveelheid vloeistof die per breedte-eenheid langs de wand vloeit.T'
=
60~ =145
/f
ha
=
116,4Me Adams geeft aan dat ha t-lssen 50 en 130 ligt.
De overall coefficient U2 wordt nll. gevonden ui t dezelfde formule
die boven is gcb~~ikt.
De factor h do is in dit geval 1000. 1
=
u
=
1 57. + 1500
+85. 5/4
1/24 + 2000. 3/2 1 +116,4.
1 3/2De gevonden waarde van Ul verschilt aanrnerkel i jk ·van de a,:mgenomen
waarde. U2 geeft een redelijke overeenstemming. (14 ~b afwijking)
.
De temperpt u.ur van de wand is nu beter t e benaderen: 1
h
=
117 1 + 1 500 + 1 2500 h=
97 Q 1=
97,2 • 2) 1 • ~ t tl t=
76' F.Temperatuur koelwater gem. 75'F, dus wandtemperatuur 151 'F.
De filmtemperatuur aFl.n de nhloralzijde wordt nu:
t
=
208)4 - 151 = 57,4.tf = 208,4 - (3/4)57,4.= 166'F.
De vloeistof wordt rul dus 42' in de condensatiesectie geko~ld.
De gecorrigeerde warmteverdeling is mI:
Condensatiesectie: 15430 + (42/108) .13885
=
d11S: koelsectie
20830 B"bJ..
8485 Btu.
29315 Btu •
Het ko~lend oppervlak wordt nu:
20830 = 70 • c1 tm. Al
8485 = 57 • IJ tm.A 2
De nie1lwe weergave van het tempera t1lurverloop is:
.tol,
y.
____
::
/
"
~
,
loo,,!71
r
...
----L_
~
l ' - 6<9
Hienü t is voor de log. gem. temperaturen te berekenen:
4 tml
=
111' F •.4 t m2 = 59,5' F.
Zodat het koelend oppervlak wordt: 20830 = 70 • 111 • Al
8485 =57. 59,5 • A2
Al = 2,7 s~.ft. Ll = 2,1 ft.
A2 = 2,5 s~.ft. L2 =~ ~,ft
5
,
2
sq.ft. 4,0 ft. In de formules moeten de constanten VRn chlora1 rul betrokken worden op de nieuwe filmtemperatuur van chloral 166'F. dus 7' hoger.Wij verv-:aarlozen deze invloed voor alle constanten, behalve voor de absolute viscosi tei t)hl.= 1,57.
Aan de waterzijde vindt vrijwel geen verandering plaats, zodat we
hw houden op 117.
Aan de chloralzijde kri jgen wij na substitutie VRn de nieuwe/ , ~t,
Ll en L2 : . Voor de condensatiesectie : -3 2. S ~V #
(
/0 .
1tD.
Y-IJ 10 . ,1-
2._ /~~:::
J. /3~
,
2
. I,rJ.SJ
7
Voor de koelsectie: ,fa.. 228.
~~---10
-ha
=
122.De filmtemperatuur in de koelsectie is gelijk genomèn aan de
film-temperatu~r in de condensAtiesectie. Dit is vermoedelijk te hoog,
doch betere gegevens staan niet ter beschikking. .
Sllbstitutie van deze nieuw gevonden waarden in de vergelijkingen voor
Ul en U2 geeft:
=
70Hierdoor verandertAl dus niet. A2 wordt 2,3 sQ.ft,L 2 1,8 ft. L = 3,9 ft.
Een verdere verfijning in de berekening heeft wémnig zin. De nu
gevonden waarden van de overallcoefficienten zouden vrijwel niet meer
veranderen. Samenvatting.
De condensor van de chloraldestillatie van de beschreven
fabriek moet per uur 72 kg chloraldamp condenseren en verder tot
38'C. koelen. .
Bij de berekening is het proces van de warmteoverdracht
in twee scherp gescheiden secties'verdeeld. Aangenomen is dat in de
bovenste sectie de chloraldamp wordt gecondenseerd, waardoor dan
een chloralfilm van bepaalde temperatuur langs de buizen zal gaan
stromen. In de onderste sectie wordt deze film dan tot 38'C. gekoeld.
De condensor is van karbate te constrlleren, moet in tegenstroom
werken, en het koelwater moet dOGr de pijpen gaan.
Per tlUr is 2665 lb.= 1210 kg koelwater nodig. Invoertemperatuur 68'F.
(20'C), afvoertemperatuur 79'F.
De condensor moet 5 pijpen bevatten van 1" I.D. en l~" O.D.
lJijplengte 3,9 ft, d.a~s een totaal koelend oppervlak van 5,0 sq. ft.
Literatuur.
Mc Adpms Heat TrRnsmission.