INTERN
directie BenedenrivlerollNITA BETREFFENDE
TI<VI.OEll Ll ID'iVJMamslERliEN OP IX! TROO l IN HET vinu: GAT - HJ.R
Bij adres van 28 1:ei 194} brengt de Directau- van de N.V. :aatschapl'ij tot 10ita-tie van onroerende goederen "~i1cnd de Tien Gemeten" (de heer I.I.Overwater te ~trijen) zijn vrees tot uiting, dat de in 194} aangelegde land .inn1ngsdam op eEn der platen van het Rellegat schade zal berokkenen aan den oever van het eiland Tien Geneten. Ook in 19>1 werd reeds een dienovereenkomstig adres gezonden naar aanleiding van den aanleg van den
beteuge-l
1ingsdam van het Hellegat.
Genoemde 1andwinn1ngsdaIJ. is aangegeven op bijlage }; hij ligt ter volle lengte op een
•
plaat van 0,25- 0,25+ N'fi.r. en reikt tot H••• (- ong. 1,10+). De breedte, welke voor het EBringv1iet ten Zuiden van Tien Gemeten wordt overgelaten is 500 m op het nauwste gedeelte.
De bedoeling van dezen dam was niet het geleiden ven stroomen, doch het scheppen van
.
\luwte tegen den golfslag uit het westen ten behoeve van een thans aangebrachte beplanting. De daIll werd danook zoodanig "streksch" geprojecteerd, dat geen "stroomdraden" van eenige beteekenis werden doorsneden. Dat dit bereikt is toont de huidige stroor.l1ngstoestand
duide-\
lijk. Gedurende de 4 maanden Van zijn bestaan pril, Mei, Juni en Juli 194}, bleek: de rond de uiteinden van den dam trekkende strocm zoo zwak, dat slechts een zeer geringe uitschu-ring aan de koppen bemerkbaar was. In de eerstgenoElllde drie maanden schuurde de zandbodElll voor den noordoostkop over een gering oppervlak !:let slechts.:!:. 1 dm uit en die voor den zuidwestkop met.:!:. 5 dm. Daar dus van een kopwerking vrijwel niets te bespeuren viel was een bodemvoorziening rond de kowen hier nauwelijks noodig.
Ook bi j den stonnv10ed van
7
pril j .1., toen de dam voor ongeveer een derde gereed was en er nog hiaten in voorkwamen, welke door eventuee1e stroomen diep hadden kunnenwor-•
den uitgeschuurö" gebeurde er niets van dien aard. De dam is dus, wat deze beoogde te zijn:
t
een consolidatie van den zandbank en een golfs1agkeerend werk, doch geen stroomleidend werk.
t
De vrees van dan rentmeester heeft betrekking op te sterke stroomen. Het laDdwinnings-werk op de vlakte van 00ltgensplaat heeft ten doel de komberging van het Haringvliet te be-
,
perken, zoodat dus de stroomen op deze rivier zullen afnElllen•. Wanneer het einddoel, het boven H• • doen opslibben van .:!:. 1200 ha plaat, bereikt zal zijn, zal de strocm in hetHa--2- n •
ringvliet belangri jk zijn verminderd. Voornamelijk profiteert hiervan de arm bezuiden Tien
Gemet enj het Vuile Gat veel minder.
Het is vooral het Vuile Gat, wasrop edressant de aandacht vestigt. Beweerd wordt,dat de stroomsnelheden in het Vuile Gat sinds den aanleg van den HellegatdeJ:I in 19}1 zijn
toe-genomen en dat meer dan tot heden kleine oeverat'schuivingen worden geconstateerd.
De ervaring leert, dat men in het algemeen niet in staat is tot juist schatten van snelheden en dat men gaarne fantaseert over gevolgen ven rivierWerken.
In 11}i word een viertal zeer groote at'voe=etingen in het VUile Gat en in het Haring vliet bij den B<ltImel verricht. Deze metingen zouden thans kunnen worden herhaald, doch we-gens gebrek aan menschen. booten en olie levert deze herhal1ng grooteI:1oeilijkheden op.Het is ook in het geheel niet waarschijnlijk. dat eenige verandering zal kunnen worden
gecon-stateerd.
In 1941 werden in het Volkerak en in het Hellegat at'voermetingen verricht(in elk dezer
,
stroomen 2 malen). waarbij de daaruit getrokken conclusie luidlle, dat geen merkbare veren-dering in de hoeveelheden van het Volkerak viel te constateeren. Wel was het vermogen van het Oost ellegat zeer aanzienli'jk toegenomen sinds den aanleg van den dmn in 19}1 ( van 70 tot 11.5 mill.
Tl
per getij). doch dit was het gevolg vàn den concurrenties'trijd tusschen,
,
,
het Oost-Hellegat en het J.:idden-Hellegat. wasrbij het laatste Gat evenveel verlo"or als het
eerste won.
Daar het Volkerak niet waarneembaar in vermogen af- of toenam, is het niet denkbaar,
+
dat het vermogen van het Haringvliet merkbaar veranderde. want de komberging boven Tien
..
GEIIletenoofielsche Haven veranderde sedert 19}1 eveneens niet. OoK de ligging van de
'Zout-,
grens bij Dintelsas verenderde blijkens waarnemingen in 1941 niet sinds de periode v66r
t · ,
den aanleg van den Hellegatdam.
at de door adressant genoElllde kleine oeverafschuivingen betreft, deze konden bij
in-,
.
spectie van den oever niet geconstateerd worden. De steenglooiing, die het heele eiland
,
haast omgeeft. vertoont geen teekenen van verval 01' herzetting. De teen van
deze~ooiing
. is echter niet door een kraagstuk bevestigd. zoodat volgens mededeeling van den 'opzichter cilr.NVTienQell!illten soms kleine verzakkingen voorkomen beneden de perkoenrij. In 194} moest da rvoor langs den noordelijken oever van TienG~eten
1170 T puin gestort worden, hetgeenonbegaan-ba r loopzand eEll goede verdediging van het onderwater-beloop
.
,
ie.Teneinde een denkbeeld te krijgen van den ornvan~van het jaarlij.ksche onderhoud van
<
de oeververdediging werd den heer Overwater verzocht de onderhoud.skosten EJld.urende een aantal jaren te willen opgeven. Deze deelde echter mede, de cijfers niet te kunnen ver-strekken. Vermoedelijk is het onderhoud echter ver beneden de 1170 T puin (~f 2500.-) per jaar gebleven.
,
In hoeverre het bovengenoemde bedrag meer of minder is dan hetgeen voor soortgelijke gevallen ale normaal kan worden beschouvld, kan moeilijk worden aaq;egeven. Oppervlakkig
,
beschouVld lijkt het voor een oever van ~~ km lengte weini~.
el kan 'log 1IItlrden gEII/ezen op het feit, dat het Vuile Gat sinds 120 jaren en vermo
,
delijk reeds veel langer, bezig is te verd.iepen. Hiervoor moge warden verwezen naar de.
.
bijlagen 1, 2 en ?, waarop de diepten in de jaren l82?, l89? en 19}6/42 staan aangegeven. Er kunnen nog teekeningen van een aantal tusschengelegen jaren worden gegeven, doch zij,
duiden ar allen op, dat het Haringvliet bezuiden Tien Ganeten is verkleind, het Vuile
-
.
Gat is verruimd en dat dit proces op vrij regelmatige wijze heeft plaats gehad.
,
,
en kan dit als vo4;t verklaren. Het Volkerak, een zg. vloedrivier zijnde (reststroom naar het noordoosten), bezit een delta ten noorden van Dintelsas. Deze delta, vlakte van
Ooltgens... laat enaaai, breidt zich uit, doordat het Volkerak als gevo4; van oen bijzonder groote motorische getijkracht bezig is uit te schuren, op de wijze, zooals eenige eeuwen
,
geleden het Zijp astgat uitschuurde. ~en blik op de bijlagen 1, 2 en } is voldoende om
<
.-in te zien, dat :
l.c.
de vlakte 'mIl Ooltgensplaat sterk uitgebreid is, in 120 jaren nl. met ongeveer56
millriS
of 0,46 mill. m3 per jaar. (Tusschen l82) en 189} met 0,45 mill m}, tusschen l89} en,
1942 met 0,48 mill. m}, dus een zeer regelmatig proces naar het schijnt};
,
20 .het Vuile Gat verruimd is;
;IJ. het Haringvliet bezuiden Tien GEI!leten verondiept iS, althans de widelijke diepe geul; 40. het Hollandsch Diep be:zi. is zich in twee len te splitsen; de zandbank in het
mid-den van het Hollandsch Diep bij lillElllstad stelt zich hoe langer hoe meer in verbinding met Ti.en Gemeten;
;IJ. het Vuile Gat :z1jn voortzetting thans in het Noordhollandech Diep vindt.
Deze veranderingen zljn natuurlijk. De uitschurende neiging van het Volkerak, die
_-;4-aan de meestè "der hierböven genoemde veranderingen schuld is, werd ook niet merkbaar door den Hellegatèiam van
19}1
be!nvloed, daar het hier slechts een vastlegging van een natuurlijke geul betrof. Door de uitbreiding van de vlekte van OoItgenoplaat ver ondiepte net water bezUiden Tien Gemeten en moeàt het Vuile Gat uitschuren.Een detail, waarop nog de aDd:acht gevestigd moet worden is, dat "het water be-zuiden Tien Gemeten zich in de laatste décennia in tweelIn geáplitst heeft, waarbij da zuidelijke geul in be1.angrijkheid afneemt eu de nOClt'delijlE toe. 'De zuidelijke gooI i
thanä
de voortzetting van het Ventjagersgat, terwijl de noordelijke de verbinding levert met het Holl!indsch iep. Vooral in de laatste jaren is deze noordelijke geul in belangri jklieid toegenomen, zoodElt 'Tien Gemeten haar zuide' tjke aanwassen steeds meer moest gaan verdedigen. OOK dit is echtereen
natUurlijk verschijnsel.Met oostelijk deal Vel!. het eiland bij de voormalige "uarBllteplaElts is eenigen
t~jd geleden overgedragen, zoodat de Rijkswaterstaat de verdediging van het talud " ond'er water zal moeten dragen. Deze oever wordt aangetast e'n is sinds lang
verwaer-loosd, zoodat te voorzien is, dat de voorziening tamelIjK veel zal moeten kost en. Ook dit is natuurlijk en heeft n~ets te
m
en met een der beide dommen.De vraeg ken worden gesteld of dit proces nog verde~zal doorgaan en het Vuile Gat de functie ven het Haringvliet bezuilien Tien Gemeten nog meer zal moeten overua--men. Het is àan te nemen,' dat het VolkeraJC za1. doorgaan uit te schuren en zand te
de-• <
-poneeren op de vlakte van Ooltgensl'laat. Omgekeerd cag men aannecen, dat het kam-bergend vermogen ven het Hollandsch Diep in de toekomst sterk
zal
veminderen door Biesboschbedijking en oeve~eriandingals gevolgvan
norcalisatie en landw1nDtngswer-ken. Gev.ar voor de o'&vers van het Vuile Gat, als gevolg ven na\;uurlijk'e veranderingwer en in de stroamen is dus wel aanwezig, doch dit zal grootenlieelà weer g'ecompenseëi'd ;aoor gunstige kunstmatige veranderingen. Vermoedelijk
~al
hel; bij een dragelijk onderhoud van de oevers blijven. Gunstig is hierbij, dat de oevers van het Vuile Gat eenregel-" J
matig slechts weinig gebogen ver100p hebben.
Het tEmPO van de verruiming van het Volkerak werd uit nauwkeurige profielmetin-gen, verricht in
19}1
en1941,
voorloopig globaal bepaald opii'f.
in10
jaren. Daar dit" tijdvak te kort is, is dit cijfer niet betrouwbaar. De"511-
zou overe'enkoini'm met ongeveer 12 mille m} of 1,2 mil!. 1:1} per Jaar, een bearag, dat gesteld naast de0.46
mille m} jaarlijksche zandtoeneming op de vlakte van Ooltgensplaat, een indruk geeft
-
-5-van de natuurlijke veranderiD8 -5-van de profielen -5-van het Volkerak:. Hoewel de 1,2 mill.
,
,
1:13 te hoog schijnt, moet worden bedacht, dat de op bijlage 3 aangegeven begrenziD8, waaruit het
bedr~
0,46 volgt te klein is. Het Volkerakzand komt zonder twijfel nog ver buiten deze grenzen terecht. ene hoeveelheid van 5000Q:)m} per jaar op de vlakte van 001tgensp1aat, groot 1200 ha, beteekent een gemiddeld jaarlijksche verhoogiD8 van 4cmfj
aar•t
Bij de besprekingElll werd den indruk verKregen, dat men zich den invloed van den
I t
Hellegatdam voorstelt als zou de vloedstroom met kracht uit het Volkerak: en met een
, t
groote boog in het Vuile Gat trekken (als eb). Gesteld, dat deze primitieve wijze van v oorstelling juist was, dan zouden de dieptecijfers dit moeten aantoonen. De hy-drografische kaarten geven na 1931 echter een verondiepiD8 te zien tusschen den dam
t
en den mond van het Vuile Gat.
Wat de stormvloedshoogten betreft is het duidelijk, dat de lage dammen (Hellegat-dam 2,50
+,
lendwinningsdam 1,10+) geen verhooging der SV-standen kunnen teweegbrengen, daar zij bij SV vele meters onder water staan. Uiteindelijk zal de opwaaiing op de vlakte door de verlandiD8, welke beoogt wordt, iets afnemen, waardoor niet alleen de SV-hoogte bij illElllStad een paar cm zal verlagen, doch ook de golfslag bij stormvloed zal verminderen. Op de hoogte ven den golfoploop tegen de di jken is dit van gunstigen invloed.A'l'l'ING.
10. OeveraantastiD8E1ll langs het Vui e Gat op Tien Gemeten zijn tot nog toe op een b1
trekkelijk beperkte schaal gebleven en overtreffen het gemiddelde van aan diepe stroo-men voorkostroo-mende oeverschaden venJlOedelijk niet.
o
2 • 'Eene verdieping van het Vuile Gat sinds 1823 is aantoonbaar, deze heeft een natuur lijke oorzaak:.
o
3 • Blijkens metiD8en van 1941 heeft de Hellegatdam geen merkbaren invloed gehad op de stroomen in het Volkerak:. Het is daarom zeer onwaarschijnlijk, dat de stroomen in het Vuile Gat ~ Hollandsch Diep - Hari vliet merkbaar zijn veranderd.
o
4 • De verlandingsdam op de plaat ten zuiden van Tien Gemeten is gebleken geen stroom-leidend werk te zijn en heeft us op de stroomen in het Vuile Gat of in het Haringvlie
-6-geen merkbaren invloed. ,
o
5 •
De beplanting achter den dam zal te zijner tijd, naar gehoopt wordt. de kombergi doen verminderen en de stroomhoeveelheden us doen af'nooen.6
0. Op stormvloeden zullen de verl ndingswerken eerder een gunstigen dan eenongunsti-gen invloed hebben; de dijken zullen da door minder hoog aangelegd behoeven te wor-den.
o
7 •
Adressant zou kunnen wordEll geantwoord. dat recente metingen hebben aangetoond, dat de watervardeeling, zooels ven:acht werd, niet door den aanleg van den Hellegat-dam is beinvloed, en voorts, dat de aanleg van den dom op de plaat nabij Tien Geneten geen atroamleidend werk is en dUB geen nadeelig , gevolge,,- "oor de oevers van Tien Ge-meten worden gevreesd.2 Augustus 194}.
J
. I
:$à,
[Jata
Space
l::1')
Compleet ArchiefmallilgementTekening in dossier
000106
000106
Document tellerVW000106
Data Space Nederland B.v., Marinus van Meelweg 19,5657 EN, Eindhoven (Airport) T: +31- (0)40- 293.13.18, F: _+31-(0)40- 368.46.22, E: info@data-space.nl
- -- - - -
-~[]ata
Space
l:::1")
Compleet ArchiefmanagementTekening in dossier
000107
000107
Document tellerVW000107
Data Space Nederland B.V., Marinus van Meelweg 19,5657 EN, Eindhoven (Airport) T: +31- (0)40- 293.13.18, F: _+31-(0)40- 368.46.22, E: info@data-space.nl
~[]E1tEl
Space
L::I")
Compleet Archiefll'lanagemenlTekening in dossier
000108
000108
Document teller
VW000108
Data Space Nederland SV., Marinus van Meelweg 19,5657 EN, Eindhoven (Airport) T: +31- (0)40- 293.13.18, F: _+31-(0)40- 368.46.22, E: info@data-space.nl