• Nie Znaleziono Wyników

Verslag behorende bij het processchema: Diphenyl

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Verslag behorende bij het processchema: Diphenyl"

Copied!
50
0
0

Pełen tekst

(1)
(2)
(3)

.,

-- .---_._-._---~~

/

In de part1ele condensor 11 worden de gassen met water ge~oeld , ln-plaats van met freon zoals eerder vermeld. Freon 1s name11j~ zeer duur. We koelen daarbij dan af van 800 e tot 300e.( zie figuur 6 ).

Ingevoerd wordt 217,1 kg/uur benzeen en 5,9 ~g/uur waterstof.

Meegevoerd met de nlet gecondenseerde gassen, als de damp'spannlng van benzeen bij 300e,120 mm bedraagt; 120 __ x 2,95 x 78

=

19,7 ~g/uur

1400 '

benzeen en 5,9 kg/uur waterstof •

Er ls dus gecondenseerd 197,4 ~g/uur benzeen. Het gecondenseerde ben-zeen wordt naar de ops1agtan~ gevoerd en de niet gecondenseerde gas-sen naar een compressor, waar we nog wat benzeen erult halen.

De hoeveelheld warmte dle afgevoerd wordt bedraagt 28197 W. U iS hier 200 W/m2 0 e, en T ls 100e.

Het ultwlsse11ngsopperv1ak A iS dan 28197 ':200

·x

10

2

Cl 14,1 m • We nemen pljpen van 25-32 mm doorsnede en 1,5 m lengte. We krijgen dan

_!!J..! ____

=

120 pl'jpen

0,0785 x 1,5

De dlameter van de conden:sor wordt dan: 1) D

=

m x t ~ 45 x 11,1 - 500 mm

2) 2 x

i

pijp

=

32 mm 3) 2 x steek __ ~_~Q~!!!

de totale D a 622 mm

De benod1gde hoevee1he1d water ls:

28197

--- =

50 x 4190 0,135 kg/sec.

De d1ameter van de 1nvoer- en de u1tvoer van het water ls 0,8 cm. De d1ameter van de ga:slnvoer iS 4 cm. De dlameter van de gasu1 tvoer ls 3,5 cm. De dlameter van de vloelstofafvoer l:s 0,6 cm.

(4)

meerd van 2 to t 5 a tmoiSfeer.

'Der

tempera tuur van de gassen zal daarblj

stljgen van 30°0 tot 164°C ( voor bereKenlngsmethode zle blz. 25 ).

We comprlmeren 0,7 m3 gas/mlnuu t en Kunnen dezelfde compres'sor

ge-brulKen als vermeld op paglna 36.

Daarna worden de gassen ln een condensor partleel gecondenseerd, de

nlet gecondenseerde gassen worden afgevoerd ~n verder gezulverd of

gebrulKt als brandstof.

Er ls hler afgeweKen van de oorspronKelljKe werKwljze, omdat verdere compressle nlet veel benzeen meer opbrengt, slechts L<:oellng blj lage-re temperatuur zal condensatle van vrljwel alle benzeen tot gevolg

hebben. Aangezlen we voor het Koelen beneden 25°C, geen water kunnen

gebrUlKen zouden ~e dlt met een stof als freon moeten ~oen, en dlt

ls duUr. '

~e gecomprlmeerde gassen gaan we dus partleel condenseten ln een

con-densor. We L<:oelen de gasseh daarblj af van 164°C tot 25 C.

De dampspannlng van benzeen blj '25°C 1.s· 95 mm, dus meegevoerd met

de damp aan benzeen 95 x 2,95 x 78 = 5,9 Kg/uur.

3705

Teruggevoerd naar de 0p'slagtanK wordt dan 13,8 kg benzeen per uur.

En afgevoerd aan gas naar een brander of een zUlverlngs1.nstallatle

5,9 L<:g/uur benzeen en

De hoeveelhe1.d warmte d1.e afgevoerd moet

" °

weer 100 wjmL C en AT l:s 28°C. 5,9 Leg/uur waterstmf.

~

LJ.-..

L

~\..<.. c.&~~

worden 1.s 5926 W. U ls h1.er

Het Ul twlssel1ngsoppervlaL<: A 1..s dan, __ 592É __ _

=

2,12 m2 .

100

x

28

We nemen p1.jpen van' 6-13 mm doorsnede en 75 cm lengte, we Kr1.jgen

dan ___ 2~~~ ___ ~~ - 150 p1.jpen.

0,01885 x 0,75

De dlameter van de condensor wordt dan,

1) D _ m x t

=

18,2 x 12,5

=

228 mm

2.) 2 x

t

p 1. j P - 13 mrn

3) 2 x steeL<: __ ~_ 36_~~

De to tale D 1.s 277 mm

De benodlgde hoeveelheld koelwater ls __ 5926_-=- • 0,024 kg/sec.

60 x 4190

De d1.ameter van de L<:oelwater lnvoer en u1.tvoer 1.5 0,3 cm.

De dlameter van de gaslnvoer ls 2,8 cm en de dlameter van de

(5)

11) Destl11atlekolom I.

We kunnen hlervoor ln de plaats geen verdamper gebrul ken, omdat we blj

het verdampen blj e.en tempera tuur van 81 00 vrlj1We1' alle b~nzeen nog

ln de vloelstof blljft zltten. Verdampen we blj hogere temperatuur,

dan krljgen we wel ls waar mlnder benzeen ln, de '~hoelstof, maar de hoe.,;;.

veelheld dlphenyl dle met de damp wordt meegenomen ls dart echter veel

te groot. Zo zal blj 16000 ongevee:r" alle dlphenyl mee verdampen.

Om deze reden moeten we, hoewel we een groot temperatuursverschl1 heb-ben tussen top- en bodemtemperatuur een destll1atleko10m gebrulken. We kunnen deze destlilatlekolom beschouwen als 'èen strlpper. De voedlng wordt namelljk boven de tweede schotel lngevoerd, zodat het grootste

gedeelte van de kolom Ult het strlppend gedeelte b~staat (zle flg.7 )

Volgens de McOabe- 'Ihlele dlagram hebben we drle theore tl sche scho tel s

nodlg, we nemen dan z~s praktlsche ~chotels.

De voedlng bestaat Ult; 7592,8

en ls 8100. 435,8 24,7 kg/uur benzeen, , , dlphenyl J , terphenyl. Het Als

kookpunt van de voedlng els stellen we voor het 1,0% dlphenyl bestaat.

topproduct bestaat dan

t9Pproduct dat hlj ult 99,0% benzeen en Ul t

Het Ul t; 7592,6 kg/uur benzeen

en 1 5 , 0 " diphenyl.

We nemen verder een reflux dle gelijk ls aan zes maal de mlnlmale flux, R &:I 0,2.

In totaal gaat er dan over de top; 9111,1 kg/uur ben~een,

1 8 , 0 , , dlpheny1

re-Deze hoeveelheid moet ln de totale condensor ultgecondenseerd worden. De hoeveelheld warmte dle we daarblj afvoeren ls 997906 W.

De temperatuur ln de top van de kolom ls 8000.

In de rebol1er mOeten we behalve de èfgevoerde'hoeveelheld warmte ln de top, ook nog een extra hoeveelheld warmte toevoeren om de bodempro-ducten van 8000 op 255 0 0 te brengen. De bodemtemperatuur ls name11jk 255 0 0. In totaal moeten we dan aan warmte toevoerenl041791 W.

In de k,etel verdampen 'We dan; _ _ 1041191 _ _ 1'2441 kg/uur dlphenyl

72 x'l,163 en terpheny1.

In de ketel voeren we af 420,8 kg/uur dlphenyl,

24,7 " terphenyl

en 0,2 " benzeen.

We nemen voor de afstand tussen de schotels 60 cm, de totale hoogte van de kolom wordt dan 3,6 m.

De dlameters van de gedeelten van de kolom boven en onder de voedlngs-.scho tel worden op dezelfde Wlj ze bepaald als blj de vacuum desti11a tle kolom op de paglna's 32 en 33.

De diameter vanhet gedeelte van de kolom boven de voedlngsschotel ls dan lil m. De dlameter van het gedeelte van de kolom onder de

(6)

3:2 cm, blj deze d1ameter hebben we een dampsnelheld van 15 m/sec. ,Voor de dlameter van de damp lnvoer Ult de reboller ln de Kolom nemen

we 29 cm, ook hler nemen we voor de dampsnelheld 15m/sec.

Totale condensatle door de pljpen van temperatuur stljgt de pljpen.

v1ndt h1Br plaats blj 800

e.

We Koelen met water dat

een horlzontale condensor stroomt en daarblj 1n

van 20 0

e

tot 60 0

e.

De condensat1e v1ndt plaats om

De hoeveelheld :warmte dle afgevoerd wordt ls 997906

w.

U ls

en llT ls 310

Het ultwlssellngsopperv1ak A ls dan, ,997906 44,95 m2 •

60oi-31---We nemen pljpen van 25: - 3.2 mm doorsnede en :2 m lengte, het totaal

aan-tal p1jpen wordt dan,.

_11.1.2.2 __

.287.

,0,0785 x '2

Het koelwater gaat door de pljpen, we hebben aan Koelwater nodlg; --291906 ____ 5,95 kg/sec.

40 x 4190

-Het aantal p1jpen per pass ~ordt .2L22_~_l~QQ = 27, en het totaal

aan-800 tal De

1)

2) 3) 4) passes :,:.11.

d1ameter van de conden:sor wordt;

D - m x t - 45 x 11,5

=

188 mm

11 passes

=

110 mm

2

x

t

pljp

=

32

mm

2 x steeK =

---

90 mm

De totale D 1s 1020 mmo

De dlameter van de Koelwater 1nvoer en u1tvoer ls 5 cm.

De dlameter van de gaslnvoer ls 32 cm en de dlameter van de

vloelsteqf-ultvoer 1s

4

cm.

In de reboller word t met behulp van dowtherm A de benodlgde warmte

aan het bodemproduct geleverd. Ville gebrUlKen daarvoor condénseren(fè

dowtherm

A

van 3000

e.

De hoevee1he1'd warmte dle we toe moeten voegen 1s 1'04'1191 W. U l's

h1er 400 W/m2 oe en .ó. T 1 s 450

e. .

. .

Het ul tW1;sse11ngsopperv1aK A ls dan,

_.l:.Q1!12! __

= 51,88 m2•

-400

x

45

We nemen pljp'en van 25-32 mm doorsnede en 2 m lengte, het to taal

aan-tal pijpen wordt dan _51~ê. ___

=

369.

:2 x 0,0185

De d1ameter van de reb011er 1s;

1)

d - m x t = 45 x 20 = 900 mm

2) 2 x

t

p1jp

=

32 mrn

3) '2 x steek ~90_!!!!!!

(7)

De benod1gde hoeveelhe1d dowtherm A 1s 1041791 3,7 kg/sec.

283445

=

De diameter van de dowthe'rm A' damp invoer is 17 cm, de diameter van de dowtherm A uitvoer is 4,5 cm.

De d1ameter van de gas uitvoer naar de kolom is

29

cm en de diameter van de product u1tvoer 1s 0,25 cm.

Het ketelproduct van de dest11latlekolom heeft een temperatuur van 25500. Voordat we hem naar de tweede kolom sturen moeten we hem afkoelen tot

b1j z1jn kookpunt onder 15 mm kwlkdruk. We moeten dus de voedlng van de tweede destillatiekolom afkoelen van 255°0 tot 12600. Dit doen we

• - ( l'oo rt-<'»-Jnt?r

in 6 windlngen van '2 m lengte ieder., zie f.lguU'Î" J '

De hoeveelheld af te voeren warmte is 33226 W. We koelen daarb1

6

opg'èwarmd wordt van 20°0 tot 60°0. U ls 200 W/m2

1 's 148

o.

"'

-

.

Het ultwls'sellngsopperv1ak 1s dan

_~~~26

____ 1,12 m2• 200 x 148

met water, dat

DOen

~

We nemen pijpen van3il-,39 mm doorsnede en 2 m lengte, we hebben dan nodlg __ ~lg-L

__ _

6 pljpen

2 x -0,1:00,5

,-De af te koelen" vloelstof stroomt door de pljpen en het water er om-heen.

De benodigde hoeveelheld Koelwater is __ 33226

=

0,2 Kg/sec. 40 x 4190

(8)

';>~cyc:h. J.Û?~t!en .2S0C

.

..

lI~n Cchcli!ns~r Z 6'oc

~

I

.,

i'oê:~...,tr-r I .I?(..c:yc/~ .6~n..::-eer;1 JoOC n c!LhSo,..L- . -Voeo("~9

..

I

.

- ---t:9aoc - -

--<.,:;

i;-n -- -

-'\J

~ ~--'--

-"

,6

60

rA

\

I

....

-I .

I

I

I

N.,;]Ü,-\

.~.

--. I r

1-1

.zoe:-~ , --. .R~c:ycle. . b t!!,h 2é!-e ,1? d'o.oc /~~~. ~,

'\

I::: c/o w t htt-rrn t9 ,

n

l '1-1

I

I

[{ doooc

I.

j

.

I

I

I

I

Î;9v~~t~

, I1 j;tf? ~ ==-I .. '-~i6/u-n'y/ or tU;6A~/) Y .

/.

.2 S' S 0.:::::

(9)

I ·

I 'l

I

(10)

\

)

D1phenyl wordt ln de 1ndustr1e voornamel1jle gebrUllet als warmtetran:s-port medlum. Verder wordt d1phenyl, nog gebrullet als

1mpregnerlngs-mlddel voor papler, dat dlent voor hët lnpaleleen van cltrwsvruchten.

Citrusvruchten worden dan beter geconserveerd, waardoor mlnder

ver-llezen optreden bij transport

"em

6p:slag)-,::'

Als warmtetransport medlum wordtJd.:tpheny;idv/rljwel noolt alleen gebrUl let.

Dlpheny 1 heeft namel1j le he t nadeel dat zlj n smel tpun t 69,50 C l:s en

dus boven leamertempe,ratuur llgt, waardoor speclale voorzorgen geno-men moe ten worden om vast worden van d1pheny 1 te voorleogeno-men • Om deze

reden gebrullet men vr1jwel altijd een "eutect1sch mengsel van diphe~

nyl end1phenyloxlde, dowtherm A genaamd, als 'warmtetransport medlum.

Het smel tpunt Van dowtherm A 1s 12 ,'20C, waardoor geen spec1ale

voor-zorgen nodlg zljn zoals blj dlphenyl.

D1phenylox1de ler1j gt men ln gro te hoeveelhect'en als b1jproduc t b1j de

fenolbere1d1ng volgens het Dowproces. De u1tgewelcte d1phenylfabrielc moet dan oole gezien worden als onderdeel van een fenolfabr1ele.

Water 1s van oudsher het meest gebrUllete warmtetransport med1um. Zowel 1n vaste, vloelbare als 1n dampvorm wordt water al:5 warmte-transport med1um gebrul let.

Voorde~en van het gebrUlle van water als warmtetransport medlum zljn:

1)

water 1S goedleoop,

2) water 1s n1et glftig

3) ~ater ls onbrandbaar en

4) water heeft een hoge warmte overdrachtscoefflc1ent.

Het nadeel van water 1s dat water ln dampvorm, stoom dus, blj hoge tempera tuur een byzonder hoge damp spann1ng heef t, waardoor zeer hoge elsen aan de apparatuur gesteld worden. Om deze reden glng men zoeleen naar :stoffen die bij' hoge tempera tuur een lage dampspann1ng hebben. Eerst gebrU1lete men petroleumol1e fract1es, deze fract1es voldoen echter nlet aan alle elsen. Men zocht daarom naar hoogleoleende orga-n1sche stoffen, dle b1j hoge temperatuur nog stablel zljn en een goede warmteoverdracht geven.

In 1922 toen de Dow Chemlcal Company met de product1e van fenol vol-gens het Dowproces begon,verlereeg men grote hoeveelheden

dlphenyl-ox1de al s b1jproduc t. ( 11 t. 3,) Proeven wezen Ul t dat d1pheny loxlde

a~s warmtetransport medlum byzonder stab1el 1S, in 1926 maale~e men

voor het eerst gebrUlle van d1phenylox1de al.s warmtetransport med1um. D1phenylox1de heeft echter hetzelfde nadeel als d1phenyl, name11jle een smeltpunt dat boven kamertemperatuur llgt.Men moet dan weer -voorzorgen nemen om te voorkomen dat diphe.nylox1de vast word t blj

kamertemperatuur. u , , ' J. \. . . I';i.~

In 1927 lcreeg men belangstelling voor diphenyl. Dlphenyl 'werd toen ... toegepa,st als verhl ttlngsmedlum vodr asfal t en voor het :lreTdampen

van NaOR ( l1t. 5,6 ). D1phenyl heeft echter het reeds genoemde

na-deel. Men glng toen zoeken naar geschlkte stoffen om het smeltpunt

van dlphenyl of dlpheny~oxlde te verlagen.

(11)

/

I

;

.,

2 ~ ... ,.

DJ. t leidde tot het gebruil:c van· dowtherm A en do-wtherm B als

warmte-transport media.

Dowtherm A bestaat uit een eutectlsch mengsel van .26,5% d1phenyl en

73,5% d1phenylox1de met een 'Sme~tpünt van 12,200 •

Dowtherm B bestaat Ui teen eu tec t1,sch mengsel van 85% d1pheny 10Xlde

en 15% naftaleen met 'een smeltpunt van 17°0. Dowtherm B wordt vr1jwel

n1et toegepast, dowtherm B heeft namelijl:c een iets lagere I:cool:cpunt

dan dowtherm A en zijn toepass1ngsgeb1ed valt b1nnen dat van dowtherm A. Men gebruil:ct vr1jwel al t1jd dowtherm A inplaats van dowtherm B ( 11 t.

9 .)

Omstreel:cs 1935 ontdel:cte men nog twee warmtetransport med1a, name11jl:c

dowtherm 0 en dowtherm D. Dowtherm 0 bestaat u1t een mengsel van

lS0-meren van terphenyl met I:clelne hoeveelheden aanverwante, hoogl:col:cende

verbind1ngen ( ~it. 9 ).

Van dowtherm TI Zijn de bestanddelen nlet beleend, wel we'et men dat dow-therm D een hoog I:cool:cpunt heeft en dat hij zonder gevaar voor brand

en corros1e gebru11:ct I:can worden ( 11t. 9 ).

Pas veel later ontdel:cte men dowtherm E. Dowtherm E bestaat u1t op spe-ciale Wij ze geprepareerde en voor warm te transport ges tab111seerde ortho-chlorobenzeen.

And,ere 00 I:c wel toegepas te warm te transport med1a zlj n: 1) Vloe1bare metalen ( z1e bere1dlngsmethoden diphenyl ).

2) H. T. S. ( heat transfer sal t ), een anorgan1sch zoutmengsel.

3) KW11:c, bezwaren b1j het gebru11:c van I:cw11:c z1jn de g1ftlgheid, de

duur-te en het corros1eve I:caral:cduur-ter. ~Jk,

4) Gechloreerde d1phenyls en terphenyls, ze zljn onbrandbaar. 5) 1er~enYl.'

~u,

ll~!!b~E~

__

~~DOW!b~E~_~'

Van de genoemde organ1sche warmtetransport med1a worden alleen dowtherm

A en dowtherm E op grote schaal in de 1ndustr1e toegepast.

Stoom gebru1Kt men tot ongeveer 200°0 als warmtetransport med1um. Blj deze temperatuur 1s de dampspann1ng van stoom reeds 16 atmosfeer, De apparatuur moe t dan voldoen aan spec1ale el sen en 1's daardoor b1j-zonder duur. Om deze reden z1jn dowtherm A en dowtherm E zo belangr1jk. Dowtherm E kan namel1jk 1n het temperatuurgebied dat 11gt tussen 150°0 en 2600 0 gebrUikt worden. De dampspann1ng van dowtherm E .L1gt dan

tussen 0,4 en %,5 atmosfeer enwekunnen,dan-,volstaan met het gebru1k

van normale apparatuur. Dowtherm

E

wordt echter vr1j'wel alleen bij

temperaturen tussen 200°0 en 260 00 gebru1l:ct; aangezien b1j lagere

temperatuur meestal stoom gebruikt wordt. .

Dowtherm A kan men gebrullcen bij temperaturen die liggen tussen 230°0

en 400 0 0. Het gebru1ksgeb1ed v~n dowtherm A slu1t goed aan b1j dat van

dowtherm

E.

De dampspanning van dowtherm A l1gt 1n d1t

temperatuurs-geb1ed tussen 0,,5 en..!.iO atmosfeer.

Het grote voordeel van het gebru1K van deze twee dowthermen 1s dat hun dampspanningen b1j deze temperaturen véel lager Zijn dan d1e van stoom. Men hoeft dan ook geen spec1ale e1sen te stellen d1e betrekk1ng

hebben ; .. Q.f2, de druk:. Men kan volstaan IDet gewone, normale apparatuuil'.

Andere punten d1e van belang Zijn b1j het gebrU1k: van dowtherm a1:s warmtetransport medlum zijn:

(12)

1) De glftlgheld, dowtherm heeft een geringe giftigheid. Dowtherm A irriteert de hUld bij comtáct.

2) De brandbaarheid, dowtherm lS brandbaar.

3) Corrosle, dowtherm ls nlet corros1ef, de apparatuur Kan van gewoon staal vervaardigd worden.

4) LeKKen, leKkage treedt zeer gemaKKelijK op, dit moet echter

voor-Komen worden aangezien dODtherm brandbaar iS en verder nog een zeer onaangename geranium geur geeft.

Belangrljke toepass1ngen van dowtherm Zijn te vinden bij o.a, 1) de llneoleum fabriKage,

2) het smelten van asfalt~

3) de plastlc- en rubber industrie,

4) het smelten van soldeer en soortgelijke metalen,

5) de verfindustrie en

6) als verhittingsmedium in de chemische industrie ( 11t. 19, 20, 24 ).

Process'en:

DlphenyJ. Kan op drie verschillende manieren gemaaKt worden. Deze drie methoden vereisen alle drie zeer veel warmte, een goede warmteecono-m1e 1s dus byzonder belangrijK.

Deze drie methoden z1jn:

A) De oX1datle van benzeen met lucht.

B1j de oxldatle van benzeen met lucht ont;staat fenol al:s hoofdproduct met grote hoeveelheden dlphenyl aJ.s bijproduct. Dlt 1S een van de nieuwste fenoJ.processen en er lS nog maar heel weinig van beleend. Het, grote nadeel van dlt proces zljn namel1jle de grote hoeveelheden d1phenyl d1e als bijpródûctverKregen worden.

Proces U1 tvoer1ng: , '; " ,

Dl t proces wordtul tgevoerd door equl valen te hoeveelheden benzeen en zuurstof b1j eren tempèratuur van 600- 800°C over een geschlKte Kata-lysator te lelden. ( zle college d1ctaat Prof. Vlugter M 31 )

We noemen d1t proces h1er omdat, mocht plotsel1ng de vraag naar d1-phenyl toenemen, dan zou d1t proces econom1sch ultvoerbaar ·worden. Het 1s verder n1et onwaarsch1jnlljK dat met de verdere ontwlleKel1ng van d1t 'proces alle benod1gde dlphenyl langs deze weg gemaalet zal worden.

B)

De productle van diphenyl volgens de lodenpot methode.

Volgens deze methode wordt verdampte benzeen door een pot met gesmol-ten lood geleld. D1t geschledt bij een dusdanlge temperatuur dat er een behoorlijKe hoeveelheid d1phenyl gevormd wordt. De dampen 'Worden daarna gecondenseerd en het ontstane dlphenyl door destillatie afge-schelden. ( 11 t. 28, 29, 33, 39 ).

Deze methode werd vroeger veel toegepast, tegenwoordig niet meer. Deze methode heeft namelljK de volgende nadelen:

1) De productle capac1telt iS gebonden aan de capaclte1t van de loden potten en men heeft daarom een groot aantal Kostbare làl,eh potten

(13)

4

2) De grote hoeveelheden warmte dat men nodlg heeft blj deze methode

Kunnen n1et met behulp van warmtewisselaar~ gedeeltelljK worden

ver-minderd. Het iS namelijK onmogelijK warmtewisselaars te gebruiKen omdat lood en Koolstof zich in de pijpen afzetten.

3) Het r·egelen van de react1etemperatuur gaat bij deze methode niet zoals men dat wenst. De benzeendampen worden daardoor oververhlt en er treedt overmatlge Koolstofvorming op. Hierg,oor verliest men veel benzeen en wat belangrijKer is, de productle moet dllcWijls stop ge-ze t worden om Koolstof Ui t de appara tuu:r"" te. l.a.:&E!n verwij dèren.

Inplaats van lood gebruiKt men ooK wel gesmolten andere metalen of een gesmolten zout dat inert 1 sten OpZlch te van de damp ( 11 t. 28,3:2,33,39)

I . ' . ; ; , ,.t.

C) Productle van diphenyl in een bulzenreactor.; ~:'. :

···.~L_. T . \ - . / ;iJl'~

Bij deze methode wordt benzeendamp in een bU1z·enoven blj een

tempera-tuur tussen 6500C en 9500C gepyrollseerd. De reactleproducten worden

gecondenseerd en het nlet omgezette benzeen erult gedestilleerd en gereclrculeerd.

Het grote probleem dat OOK hier optreedt ls de Koolstofvorming ten ge-volge van oververhitting. Oververhltting treedt namelljK op, omdat

men nlet ln staat ls de temperatuur voldoende ~e regelen.

Door gebrulK te maKen van bepaalde Katalysatoren Kan men deze Koolstof-vormlng tegen gaan. GebrUllct worden o.a • .se, CoS, K2Cr2(S04)4, pUlm-steen, potas, 1h02, Sb2S5, ZnS, FeS ( llt. 30, 31, 34, 35, 36, 38, 40 Hoewel deze Katalysatoren allemaal ln staat zljn om Koolstofvormlng

tegen te gaan worden ze desondanKs nlet ln de praKtljK gebruiKt. De pyrolyse reactle ls namel1jK zonder Katalysator reeds volled1g. Het voordeel van het gebruiK van een Katalysator, het voorKomen van

Koolstofvorm1ng, weegt namellj K niet op tegen de moell1j Ke 'en lnge-wIKKelde behandellng van het bUizenoppervlaK met de Katalysator.

Momenteel 1s het dan OOK zo dat men Koolstofvormlng tegen gaat do~r

een zo gunstlg mogelljKe Keuze van de reactle omstandlgheden en het zo nauwKeur1g moge11j K regelen van he t proce:s.

Proces Keuze:

---Als uit te voeren proces ls de pyrolyse van benzeen lneen bulzenreac-tor geKozen, het proces wordt Uitgevoerd zonder gebrulK te maKen van een Katalysator. In de lndustrle wordt dlphenyl alleen volgens deze methode bereld. Met dez·e methode ls men namelljlc nog enlgszlns ln :staat het proces te regelen en Koolstofvorming te bepe-rKen.

Diphenyl wordt momenteel alleen gemaaKt door pyroly;se van benzeen in

een buizenreactor. De totale productle van ~lpbenyl ls niet groot.

Volgens de zeer ;summ1ere 11teratuur gegevens bedroeg de productle van

d1phenyl in 1951 1n Amer1Ka 16000 ton. In~ de laatste 10 jaar 1:s de

vraag na~r dowtherm en dus naar d1phenyl wel'enlgsz1ns gestegen, zodat

we Kunnen aannemen dat de totale wereldproductie momenteel ongeveer

35000 ton/jaar bedraagt. I ~

De pr1js van d1phenyl bedraagt 15$ cents'per po~nd.:: .;

(14)

Gekozen 1.s een fabriek van 3000 toni jaar. We zijn er van ui t gegaan dat het bedrijf continu werkt en het aantal werkdagen bedraagt per jaar 300.

A) He t reac t1e mechanisme:

Bij de pyrolyse van benzeen treden de volgende twee reactles op:

1) ;2 C6H6 .:=:;; Cl2HIO oT H2

2) C6H6 + C12H10 ~ C lSHl4 -1- H2

Hetbntstaan van hogerkokende bijproducten mag verwaarloosd worden, aangezlen ze slechts ln z·eer klelne hoeveelheden zullen ontstaan. Voor de afname van benzeen tljdens de pyrolyse reactles mogen we dan

het volgen e SC rlJven:

-- - - - = dx k2 ( p Cl2HlO ) ( p H2 )

+

_gi_EQ;l8!!~A._l_

dt d"t

hle rl n 1 s

2:l-EQ.ul!!lU

dt

=

k3( p C6H6 )( p Cl2HIO) - k4( pCl8H.l4 )( pH2)

en dlt iS de toeriame van het terphenyl.

Verder 'zljn de belde evenwlchtsconstanten te bepalen, deze zljn:

Kl

=

~2

=

~l2!!lQ_ll~!!2_1

Kl (.pC6H6')

Ki i

Jo

~._'

i-EQia!!.!.!_lL1?!!2_1

k}

:1..'

PY6H6.H"pCl2HIO)

Bekend ls verder OOk de formule van Ahrenlu:s:

- E

k

=

A e RT

hlerin is; k

=

de reac t1esnelheid

A = een constante

E

=

de actlverlngsenergle

R de gasconstante

T '" de temperatuur ln graden Kelvin.

Met behulp van deze vergelljklngen ls men in staat om bij bekende tem-peratuur en druk a±6ffieàe,de verblijftljd, de reactlesnelheid en de

hoeveelheden van de verschll1ende componenten te bepalen ( lit. 13 ) De verandering van de partiaalspannlngen van de verschillende compo-nenten met de tljd kunnen grafisch afgezet worden. Men kan dan meteen de hoeveelheden aflezen behorende bijeen bepaalde verblijf tijd. Zie

(15)

f

I I I

6

.Een andere, lets vereèr'lvb\ldl,gde benaderlng van het reactle mechanlsme vlnden we ln het octrqq.l ""Y~l1 J ... ~~. Saunders & J • .8locombe ( 11 t. 41 ). Zlj vonden dat tljdens de pyrolyse reactle tussen de

reactletempera-tuur en de verbl1jft1jd van het react1emengsel 1n~e reactor het

vol-gende verband bestaat:

- E k = 1 X '/ = A .e R T

t a( a - x )

h1er1n 1S; K

=

de reactlesnelhe1d

t

=

de verbl1jft1jd

a - de beglnconcentrat1e van het benzeen

x - de hoeveelheld benzeen dle ln de tljd t omgezet wordt A - een constante, dle afhangt van de reactlesnelheld

E - de act1ver1ngsènerg1e

R

=

de gasconstante

T - de temperatuur ln graden Kelvln.

BeKljken we bovenstaande vergelljKlng nader, dan zlen we dat dlt de u1tgewerKte vergelijKlng voor een react1e van de tweede orde ls. D1t ls~heel eenvoudig te zien door toepasslng van de methode ~an B

~oyes om de orde van een reactle te bepalen.

Volgens Noyes geldt voor een react1e van de tweede orde:

-

gi_~_=~

B K ( a - x )2

dt

1ntegreren we deze vergel1jK1ng, dan Krljgen we l<:t ... x

-ä-T-ä-:-i-)

Saunders en Slocombe hebben aan de hand van tiltgebrelde proeven aan-getoond da t bovenstaande relatle voor de pyrolyse react1e geldt.

Ook h1er Kunnen we de convers1e van benzeen tot dlphenyl graflsch ult-zetten tegen de verblljft1jd 1n de reactor ( zle f1guur 2).

Het verschll tussen de twee manlerenwaarop we het mechan1sme bespro-l<:en hebben llgt ln het felt dat blj de tweede methode alleen rebespro-l<:enlng gehouden wordt met de eerste reactle, terwljl blj de eerste methode ook nog reKenlng gehouden wordt met de twèede reactle.

De _te~~!~~~~!.: . - E

Ult de relatle 1 .. XLL ... ~.A._e, RT ls dUJ.delljk te zlen daL blj

t

-a:(-ä-:-X-)

temperatuur verhog1ng de convers1e van benzeen ool<: toeneemt. De m1n1-male temperatuur, waarblj men nog conversle l<:r1jgt llgt blj ongeveer

500°C. Blj deze temperatuur ls de converS1e nog zeer Kle1n. BIJ toe-nêmende temperatuur stljgt ook de hoeveelheld hogerkokende

bljproduc-ten. Verder ls nog dUidelljK aan de relatle te,"zlen dat blj verhoglng :van de temperatuur, de verblljftljd af zal nemen blj gël'ljlCblljvende ·conversle. Neemt men de temperatuur te hoog dan l<:r1jgen we behalve

een grote hoeveelheld hogerKoKende bijproducten OOK nog

Koolstofvor-mlng ln de reactor. Experlmenteel ls komen vast te 'staan dat men het . 0

gun&tlgste Kan werKen bij een temperatuur dat lnllgt tussen

575 G

en

(16)

teveel koolstofafzettlng en een te grote hoeveelheld hoger~o~ende bljproducten. In flguur .2. een ~ortere te ~rljgen. ls dUldellj~ verbl1j ftlj d Dltzelfde ls

te zlen da t men blj e'en hogere tempera tuur nodlg heeft om dezelfde percentage conversle oole na te gaan aan de hand van de relatle; - E

= A e RT •

Experimenten hebben aangetoond daL veranderlng van het Reynoldsgetal nlet van dlrecte lnvloed ls op de hoeveelheld benzeen dat ln dlphenyl word t omgeze t.

Het Reynoldsgetal heeft echter op twee manlerèn indlrèct lnvloed op het proces en wel,

1) Neemt men het Reynoldsgeta1 nlet groot genoeg dan heeft men ~ans dat door de te ~lelne gassnelheld, eventueel gevormd;e' ~oolstofdeel tjes Zich zullen afzetten ln de bulzen lnplaats van meegenomen te 'Worden. Dlt heeft ln eerste lnstantle tot gevolg dat de warmteoverdracht slechter wordt en tenslotte ~an zelfs verstopplng optreden.

2) Het warmtetransport ls ln een langzaam stromend gas mlnder dan ln een snel stromend gas. Blj een te ~lelne Reynoldsgetal ~rljgt men dan pl.aa tsellj ~e oververhl t"t1ng en dl t heeft ~oolstofvormlng tot gevolg. Om alle narlgheden dle .samenhangen met plaa tsellj ~e oververhl ttlng te voor~omen hebben we een turbulente stromlng nodlg. Saunders en Slo-combe vonden dat het''f beste lseen Reynoldsgetal te nemen dat._bov~

3000 llgt. '

~t-I'\Mp-~

?

D)

;!d~",:"Q!U~.

;.u,

vCJ~~

I

Q.-~~~~

De dru~ bllj~t helemaal geen lnvloed te hebben op

In het algemeen neemt men e'en lelelne ov'erdru~ van atmosfeer.

In de regel '~an men de damp op twee verschillende manleren verhl tten. l) Elec tri sch.

Dlt ls de beste methode om de damp op de jUlste temperatuur te bren-gen en te houden. Men ~an name11j~ met de electrische verhlttlngs-methode de temperatuur zeer naum~eurlg regelen en dus oververhlttlng

voor~omen. Electrlsch verhitten heeft echter oo~ nadelen. Deze zljn; 1) E1ectrlcl~~lt ls duur,

2) Korte levensduur van de verhlttlngsdraden,

Hlerdoor ~unnen we e1ectrlcltelt alleen gebrul~en om vr;t.j ~lelne ovens te verhltten. Om deze reden hebben we besloten om olle of gas te

ge-brul~en als verhlttlngsmedlum. 2) Verhltten met olle of gas.

De preheater verhltten we met eenLgasbrander. Gezlen de ~orte verb1ljf-tljd van de gassen ln deze oven ~unnen wè zonder meer aannemen dat

(17)

8 er ten gevolge van oververhitting maar zeer weinig koolstofvorming optreedt. De bUizenreactor hOUdt men op de jUiste temperatuur met be-hulp van de rookgassen,dle Uit de oven komen. Deze kunnen veel nauw-keuriger op dé temperatuur geregeld worden dan de gasbrander en hier-door kunnen we in de reactor plaatselijke oververhitting voorkomen. Het proces wordt uitgevoerd onder de meest gunstige reactie omstand1g-heden, deze zijn;

1) een temperatuur van 675 0 0,

2) een verblijf tijd van 5 seconden, 3) een druk van 2 atmosfeer en

4)

een Reynoldsgeta1 boven

3000.

Onder deze omstandigheden wordt

5%

benzeen geconverteerd in dlphenyl.

----_. -+-~ ~yy~ ~

Vanuit een opslagtank(l) wordt vers benzeen en gerecirculeerd benzeen met een centrifugaal pomp onder een ~ruk van 2 atmosfeer naar een

voorwarmer (2,) verpompt. In de ~0r.!.a~er wordt de vloeistof tot bij het kookpunt verwarmd. Daarna wordt het benzeen in een verdamper (3) verdampt. Vanul t de verdamper gaat de damp Vla een warmtewl:sselaar (4) naar de oven

(p).

In de oven wordt de damp op reactietem eratuur ge-bracht. De opgewarmde damp wordt daarna in de reactor (6) gepyro y-seerd. De reactor wordt op temperatuur gehouden door middel van de Uit de oven komende rookgassen. Deze rookgassen 'Worden op temperatuur gebracht d~ht van 2000 bij te pompen met bèhul12 van een Root 'é·

blower. Vanuit de reactor gaande reactieproducten Vla de warmte-w1sselaar (4) naar een gaskoeler (7), waar de dampén tot jU1st boven de condensat1etemperatuur worden afgekoeld. .

In de partie1e condensorI (8) wordt"_het grootste gedeelte van de dam-pen u1tgecondensèerd. De rest gaat naar een tweede partle1e condensor

(9), waar vrijwel alle-benzeen ultgecondenseerd wordt.

De overb11j vende dampen ( benzeen + wa terstof ) worden in twee trappen gecomprimeerd. Dit geschiedt in twee compressoren met tussenkoe11ng

(10). Na de tweede compressor worden de dampen afgekoeld in een ga:s-koeler en partieel gecondenseerd in een condensor.

De in condensor I (8) ultgecondenseerde vloeistof wordt in een ver-damper (11) partieel verdampt. Het verdampte benzeen wordt in een

totale condensor (12) ultgecondenseeTd en teruggevoerd naar de opslag-tank. Dein de verdamper overgebleven vloe1stof gaat Vla een voor-warmer (13) naar een vacuumdestillatie kolom waar dlphenyl gesche1den wordt van terphenyl en hogerkokende bijproducten (14).

(18)

opslagtanK voorwarmer I verdamper I warm tewi sse1aar oven reactor gasleoeler condensor I condensor 11 compressor I tussenleoeler compressor 11 gasKoeler condensor 111 verdamper 11 totale condensor voorwarmer 11 destillatie apparatuur 1.) reboiler 2) totale condensor'

in watt in Kcal/uur in watt in kcal/uur

109400 888244 94070 J'

er

pO~

76385û 752661 647170 752661 647170 2242488 1928186 27260 23439 1948470 1675383 1151125 989789 31109 26741 2038 1752 160:2 1377 4738 4074 3895 3349 warmtelnhoud topproduc t 34911 30018

:::::::::.l ____

.gi~

________ g06 ________

24~

_______ 2129_ warmteinhoud ... warmtelnhoud Th taal 4928178 4237564 48156u8 4140668

De warmteinhouden zijn bereleend t.o.v, 20°0, dit is de temperatuur van de voeding. Het versch1l tussen ln- en uitvoer van warmte is voorna-melijk te danken aan de afronding van de gebruikte waarden van de soortellj lee wartnten. ']h: zi t een verschil tussen van 2,2%

(19)

r

10 Qyer~ll~~teE!~~lb~lan~ •

.

.

invoer uitvoer " in

" leg/ uur in Kg/uur

. De voeding

'-

1)

vers benzeen 453,8

2) recycle benzeen en diphe'ny 1 7838,0 7838,0

De eindproducten

1) ruwe waterstof 7,1

2) diphenyl ( topproduct ) 427,0

3) terpheny1 ( bodemproduct ) - - - - _ _ 185 ..1. _ _

Totaal 8291·,8 8290,6

He t verschil van 1,2 Kg/ pur Kom t doo rda t;

1) 0,2 Kg/uur benzeen afgevoerd wordt gqor de tsoomstraalpompe

2) he t afronden van de berelCende hoeveelhed-;n.- - - ~ ~.

(20)

-Benzeen a) de soortelljke voor vloelstof, warmte: blj 50C 20°C 60°C 90G

e

0,389 . 0,406 0,444 0,473 kcal/kg °c

, ,

, ,

,

,

voor ga:s, Cp ... 6,5 +' 0,G52 T ( T in gra-den Kelvin b) de vormlngswarmte 11630 kcal/kmol.

c) de verdamplngswarmte blj 25°C lS 8100

d) het soortelljk gewlcht, blj 100e 30°C 50°C 70°C 80°C ;Q!..Ehen~ a) de soortelijke warmte:

voor vaste stof 0,385 kcal/kg °c

kcal/ kmol. 0,8895 kg/llter 0,8685 " 0,8469 '" 0,8247 " 0,8134 "

voor vloelstof Cp

=

0,388 + 0,00057 t ( t ln graden Celslus ) voor ga:s Cp

=

12,5 i- 0,100 T ( T ln graden Kelvin )

b) de vormlngswarmte 22380 kcal/Kmol.

c) de verdampingswarmte blj 255°C ls 11470 kcal/kmol. d) de .sme1twarmte 26,09 kcal/kg. .

e) het soortelijk gewlcht bij 20°C 1,041 kg/liter

75°C 0,991 ,~

a) de soortelijke warmte

voor vaste stof en voor vloeistof nemen we dezelfde ·waarden als voor dlphenyl.

voor gas Cp _ 19,0 + 0,152 T ( T in graden Kelvln ) b) het soortelljk gewlcht bij 25°C is 1,133 kg/liter.

Voor alle andere benodlgde gegevens zijn dezelfde waarden aangenomen als voor d1phenyl.

De soorte11jke warmte van gasvorm1g waterstof ls:

(21)

12

In de opslagtank wordt benzeen toegevoegd aan gerec1rculeerd benzeen. De temperatuur van het vers toegevoegde benzeen zal stijgen tot een waarde , die dichtbij dat van het gerecieculeerde benzeen ligt.

Het gerecirculeerde benzeen vertegenwoordigt namelijk de grootste

hoe-ve:elheid~

De totale hoeveelhe1d gerec1rculeerde ben.ze"en is gelijK aan:

1) uit verdamper Via koeler: 7592,6 kg/uur benzeen.

29,5 kg/uur diphenyl.

2) uit part1~le condensor

(11)

. 205,2 kg/uur benzeen •

3) u1t part1~le condensor (12) _'. __ ~QLI_!~L~ur benzeen.

to taal: 7838,0 kg/uur

toegevoegd aan vers benzeen: _-±2~.L~_kgL~~!:·

totale hoeveelhe1d toegevoegde vloe1stof per uur: 8~91,8 kg.

De temperatuur 1n de vloeistof wordt als volgt bepaald:

De totale ~w \fan alle 1n ~e opslagtanle stromende vloeistof 1s 202706 lecal,

de temperatuur lean dan u1t de volgende vergel1jle1ng gevonden worden:

202706 == 8291,8.0,433.( T- 20 )

T = 76

oe.

Als men verder aanneemt dat de opslagtanlC met bovengenoemde totale hoeveelhe1d vloeistof voor de helft gevuld is, dan lean men met behulp

van de dichtheid

f

van de vloeistofJ de 1nhoUd van de opslagtank

bere-kenen.

De dichthe1d van heid d1phenyl 1 s

de vloe1stof 1s ge11jle aan dat van benzeen. De hoeveel-namelijle zeer gering.

8291,8

De totale tankinhoud is dan: 2 x :203.00 1i terl ',

.0,818 ,"", -,. .

Neemt mBn een tanle van

3

meter diameter en 4 meter lang, dan heeft men

(22)

I

. .uI

8°t-

~

~~~V~

11

~~

13

2)

~~~E!~~~:

().- \') "" /

,

I

,Vanult de opslagtanK wordt de vloelstof onder

een/~~uK

van 2'

atmos-feer ln de voorwarmer gepompt.ln de voorwarmer wordt de vloelstof

met condenserende stoom van 1300e opgewarmd tot lOOoe.Dl. t geschledt

ln een voorwarmer met vertlcale pljpen. De op te warmen vloelstof

stroomt door de pljpen en de stoom condenseert om de pljpen.

De hoeveelheld warmte dat hlervoor nodlg lS, wordt als volgt bepaald:

}?1w ::::

sz5

n? x Cp x

"(~/nd

-

1.ór<.9/n

J

-~ y1hf~

/ 0 9 4 ' 0 0

Ir

Met de bereKende ~IV Kan men dan het Ul tWlssellngsoppervlaK A bepalen.

/I -=

çZw

.:::

~09''/oO ~

1"

-5"S /n.2 t/x.À T, 600 • .f'/ )

6 T lS het logarl tml.sche gemlddelde van de temperatuursverschlllen van de ln tegenstroom met elKaar stromende vloelstof en de stoom. U ls de warmteoverdrachtscoefflclent{ voor d,e waarde van U, zle

tabel 111-1 collegedlctaat Prof. Ir. H. Kramers 1961 )

GebrulKt men bUlzen van 25-32 mm doorsnede, dan heeft men nodlg:

__ l. _ _ _ 4 45 -I

g

57 m bU1S. IJ \.

~.I. L.':l.-~

I WI.

biv~~-0,0785 \ _

0,0785-1S het l.nwendlge oppervlaK ln M2/meter bU1S.

Neemt men pljpen van 2 m, dan heeft men 29 pljpen nodlg.

Houdt men verder nog,reKenlng met de soortelljKe warmte van -de op te

warmen vloelstof,dle 0,469 x de soortelljKe warmte van water ls en maaKt men OOK gebrulK van de praKtljKwaarde van !!300 11ter/uur voor pijpen van 25-32 mm bij vloelstof stromlng door deze pljpen,dan Kan men het aantal pljpen per pass bereKenen.

Het aantal pljpen per pass lS.:. Door de

10490,llterjuur

(?er

6 pijpen.

Bepallng van de diameter van de voorwarmer:

1) D = m x t

,

waarln meen Konstante ls, en t de steeK.

D

-

-

5,3 x 45

=

238 mrn

2) 2 x

t

pljp

=

32 mm

3) 2 x :steeK

=

90 mm

4) 5 passes

=

50 mm

Tc tale D l.s --410

mm

Als dlameter van de voorwarmer neemt men dan 50 cm .De lengte ls 2 m. Ult de hoeveelheld toe te voeren warmte Kan men de benodlgde held stoom bepalen en daarult de dlameters van de lnKomende

hoeveel-6 held stoom en de ultgaande hoeveelheld gecondenseerd water.

(23)

14

BereKen1ng van de hoeveelheid stoom:

De warmtecapacitelt van condenserend~ stoom van 130°C 1s 519 Kcal/Kg.

Aangezlen de~wbeKend Is,Kan men dehoeveelheld stoom u1treKenen. .

Deze 1s:

ç4.,

/OcX~oo _ '"

At

~

• '= - ~:::::. 00.:50-<..

iJl'J0')( 5/9

~/qc>.,t'·';)Ij"

9

Se.C!:

Met behulp van de hoeveelheld stoom Kan men de tuut diameter bèpalen Vermenlgvuldlgt men het aantal Kg/sec stoom met het specIf1eK volHmen dan Kri~gt men het aantà1 11ters/sec.

Een andEire praKtljKgegeven1s de gewenste :stoomsne1he1d.Deze 1:s 11 m/sec.

Met deze gas sn~Uie1d Kr1jgt men namelij Keen gunst1ge

\Warmteover-dracht.

B1j deze gassnelheId 1s de tuutoppervlaK 1n dm 2 : '.:1';:1, 5- .,. 0 .3 0

s-

c//1,)

2-0° S 0.2. K ~

6

tY;.z. /::::

J

4

S" //ie.r

s.

tOD,;:n

/Sec ,

/

J 0 ~

~

7J J ) l : OJ30S" ' ,.. 2):::

/1~.J05.xy

De 1nlaa t dtame ter 1 s dan

7

C/n. T) ,

Voor de uItlaat dIameter moet men dehoeveelhe1d gecondenseerde water vermen1gvuldlgen met het spec1f1eK volumen van het water b1j 130°0.

a"osoz

X'

~

ob'Jf

~ ~

os..s6

,~.//é-e-r

Á/;.,,;.te'j'j'e.c.

.

W-'q!e-rsne.../Aa,,/d

/s:

h/12-1"" d h~ec . --;=>- j{,.,. "':l. ,q OS.6b _/ ~

. y /,~

=

~ll>?

.... '·0

U1tlaat dIameter tuut 1s éJ S e h ?

.I ,

OOK de ln- en ult1aatopenlng van -de op te warmen vloeIstof Kan men

op dezelfde .ijze bereKenen. BereKenIng:

We nemen hIer de gemIddelde dichtheId van de vloe1stof om het aantal

11 ters/ :sec vloel stof te bepalen. ' • ~"'à-/

/0 Lf90

áter/

.:

:o~9(!;J //6~;-/ = ~'J / / sec.

7 /uwr s600 IS/!<

..

-sr/.

i//oe;,s 60/,Sha../Ae.-/a/

/:r

cl .n~ec. ._-~

Y

y 7) -Z:J "-: . d~ :: ~~T

..2) =

;4

x

0/'91- '_

1n- en Ui tlaatopening. d:lél.1,neter Is.

-9

Cm . n

(24)

I ...

15 3) y~!:~~mper.:..

De voorverwarmde vloeistof van 100°C wordt in de'verdamper bij 105°0

verdampt.Dlt geschiedt met condenserende stoom van 1300C.ne

vloei-stof komt via de zielpijp in de verdamper. Door een zielpijp te ge~

brU1K:en krijgt men een betere circulatie. De verdamping geschiedt bij een druk van :2 atmosfeer.

De benodigde hoeveelheid warmte kan men hier 1n twee ,delen 'spl1 tsen

l j de warmte nodig om de vloeistof to t 1050C

op

te -warmen en

2) de verdamplng.swarrnt·e De to ta1e Ç2S",is 888244 'W.

Hiermee kan men weer pet U1tw1sselingsoppervlak Uitrekenen.

De U iS hier 1500 w/m2 00

AT iS 270

Het U1.twl:ssel1ngsoppervlak A is dan ,21,9 m2

'We nemen weer pijpen van 25-32 mm doorsnede, het 1nwend1ge oppervlak

hiervan 1.s 0,0785 m2/m Pijp. ~

De totale p1jpenlengte wordt dan: _~!22-_J279_mJ

0,0785

1~

Nemen we 1n de verdamper pijpen van 0,% m, dan hebben ~e 2 x 279

=

558 pijpen.

De totale hoo'gte van de verdamper 1S 3 m. Deze hoogte iS nodig om vloeistofmeevoering te voorkomen, hiertoe dient ook het spatscherm. Bepaling van de diameter van de verdamper:

1) D

=

m x t = 24,56 x 45

-

1103 mm

2) 2 x'i pijp

=

3.2 mm

3) 2 x steek' = 90 mm

4) de zi,elpijp

=

50 mm

---de total,e diameter = 1275 mmo

Houden we verder nog rekening met de rU1mte tussen de wand en ver-dampings11.chaam, dan wordt de diameter 1;5 m.

De intree diameteryvan de vloe1stofstroom i:s 4 cm. De u1ttree diameter van de dampstroom 1s 23 cm.

De stoomtoevoer l:s 0,407 kg/sec, omgerek,end in 11 ters/sec wordt dl t 272 1i ter/sec.

Voor de :stoomsnelhe1d nemen we hier 2:2 m/sec.Dit geeft een :stoom-inlaat d1ameter van 12,5 cm.

De u1ttree d1ameter van het geccndenseerde 'Water 1s 1',4 cm.

Vermeld moet verder nog worden da t 1n deze verdamper alle vloel.:stof verdampt wordt.

(25)

16

In de wanntewisse1aar worden de Ul t de verdamper Komende gas:sen van

105°0 opgewarmd tot 3000

§.

Dlt geschledt met de Ult de reactor

KO-mende reactlegassen, deze gassen worden daarblj afgekoeld van 675°0 tot 560°0. De op te warmen gassen worden hlerblj door de pljpen ge-leld en de reactlega:ssen daaromheen.

DeÁtls 752661 W.

Het ultwlssellngsoppervlaK A van de warmtewisselaar ls hlermee te

bepalen. De U ls ~O wjm 2 °C.

He t U1 twi ssel1ngsoppervlaK A 1.'s dan 92 M2 •

We nemen p1jpen van 44-51 mm doorsnede, het lnwend1ge oppervlaK

hltlr-van ls OJ1382

m

2

jm

pijp.

Het aantal meters pljp ls dan, 92

=

666 m pljp.

0,1382

Nemen we pljpen van 6 m, dan Krljgen we 111 pljpen. DS d1ameter van de warmtewisselaar wordt:

. 1) D = m x t

-:::-~4Tf!-*-=

10,6 x 71 = 752 mmo

2) .2 x

i

pijp

..

51 mmo

3) 2 x steeK ::: 142 mmo

---totale diameter ls 975 mmo

We nemen een diameter van 1 m en een lengte van 6 m.

Van de op te ~arIDen gassen ls de lntree d1ameter 23 cm, de ulttree

d1ameter 1s 28 CID.

De 1ntree d1ameter van de react1egassen 1s 37 cm, de ulttree d1a-meter 1s 34 cm.

(26)

5) De_ov~n:

.

Irt de oven worden de gassen van 300°C tot 675°C opgewarmd. Dlt ge-schledt met een gasbrander. De warmteoverdracht v1ndt gedee1te11jK plaats door strallng en gedeeltelljK door convect1e ten gevolge van

de rooKgassen.

Tbevoer gas in de preheater~

De tempera tuur 1n de prehea ter loopt H1erblj 1s experlmenteel vastgesteld ln dlphenyl(llt. 13,41). 8262,3 en 29,5 op van 3000

e

to t dat 0,5% benzeen Kg benzeen Kg d1phenyl. 6750

e.

omgezet wordt Omgezet wordt dus 0,005 x 8262,3

=

41,3 Kg benzeen en h1eru1t wordt gevormd: 40,8 Kg dlphenyl en 0,5 Kg waterstof.

Afvoer gas U1t de reactor;

en

8221,0 Kg benzeen~ 70,3 Kg dlphenyl

0,5 Kg waterstof. Voor de opwarm1ng van de gassen 1s een ~w nod1g van 2242488 W.

U ls 20 Wjm 2

oe,

en T lS 513°. I /:I ~:0

Het ultw1ssel1ngsoppervlaK A 1s dan g24g1~~ = 218 m2~ ~.

20 x 513 ~.~.

~

Nemen we echter voor de optredende. stra11ng 15% van het totaal, dan wordt ,de hoeveelheld toe te voeren warmte door convectle 1906115

W.

het ~ltw1sse11ngsoppervlaK moet alleBn op de convect1ewarmte

betroK-ken wmrden.

Het ultw1sse11ngsoppervlaK A wordt dan, 1906115 - 185 m2 •

20-X

513-We nemen hler pljpen Van 50-57 mm dan 185 .' 1180 meter.

-5-;157

m3juur.

doorsnede. De to tale p1jple'gte 'Word t

De volumestroom 1s 3360 B1j een gassne1he1d van ls 43.

11

mj

sec wordt he taantal pJ-jpen,da t, nod1g De totale breedte van de oven ls dan 80 x 43

=

3240 mm

Verder moeten we nog 2 x

i

p1jp = 114 b1j opte11en,de totale breedte word t dan 3, 5 m.

Nemen we een lengte aan van 1,5 meter voor de oven, dan hebben we per pljp 1180

=

18 wlndlngen.

I~5-x 43

we mogen per w1ndlng een hoogte aannemen-van vljf maal de p1jpd1ame-ter. De totale hoogte wordt dan 18 x 5D

=

5,4 m. We Kunnen dus gerust een hoogte aannemen van 6,5 m, als we reKen1ng houden met het daK _~

wa t er nog op hbo rt.

--De afmetlngen van de oven zljn

6,5

m hoog,

3

m breed en 1,5 m lang. De wanden van de oven z1jn van vuurvaste steen. Per steen Kunnen we een dlKte nemen van 15 cm.

De oven wordt gestooKt met een gasbrander, hlerblj ontstaan rooKgas-sen. De hoeveelhe1d rOOKgassen d1e ontstaan Kunnen met behulp van de benodlgde warmte en de soorte11jke warmte van de rooKgassen be-reKend worden.

(27)

18 de rookgassen in de oven i~

De gemiddelde soortelij~e warmte van 0,301 ~cal/~g

°c.

De temgeratuur van

tlbt 8000C,ö,Tis dus 400 C.

de roo~gas~en neemt af van 12000C De hoeveelheid rookgassen wordt dan 1638964 = 13613 kg/uur

Ö:-30l-i4ÖO

Het soortelij k gevncht van de rookgass'en i5"10, 943 kg/m3 De volummstroom wordt dan 13613

=

4';01 m3/sec.

Ö:-943-jë-3600

De diameter van de uitvoeropening van de rookgassen is 60 CID.

De invoer van de op te warmen gassen geschiedt Via een verdeler, waar de 43 pijpen in uitmonden.

De u1tvoer geschiedt Via een rUimte, waar alle pijpen gezamenlijk in uitmonden.

Alle gebrui~te gegevens over de rookgassen Zijn gehaald uit 1it. 43.

V0f

~

cJrrl,

~

,hv.-r,(

\Y

'L-.N' (

(28)

::

[

In de reactor v1ndt de pyrolyse react1e plaats. De react1e omstand1g-heden zljn:

1) Een constante temperatuur van 6750C,

2) Een verbl1jft1jd van 5 seconden, 3) Een drUK van 2 atmosfeer.

In de reactor v1nden de twee volgende react1es plaats:

1)

2)

De vorm1ng van hoger KOKende benzeenverblnd1ngen 'word't verwaarloosd. In de reactor wordt 5% van het benzeen omgezet. ( 11t. 41 )

Omgezet dus 0,05 x 8221

=

411,1 kg-benzeen.

Verder ls beKend dat:~ __ }erpQ'enY.:!_!!!_E!:!!~_~!.eQ~nll ______ = 1,12't 0,10.

t..% conversle benzeen 1n ruwe d1phenyl ( zle 11 t. 41 )

Dus blj 5% conver:s1e van benzeen Krljgen we 6,1% terphenyl.

De hoeveelheden producten dle tljdens de pyrolyse ontstaan zljn: 1) 380 Kg/uur dlpheny1.

2) 24,7 Kg/uur terphenyl 3) 5,4 Kg/uur waterstof.

Toegevoerd aan de' reac tor:

Afgevoerd u1t de reactor:

benzeen dlphenyl waterstof benzeen dlphenyl terpheny1 waterstof 8221,0 Kg/uur 70,3 kg/uur 0,5 Kg/uur 7809,9 Kg/uur 450,3 kg/uur '24,7 kg/uur 5,9 kg/uur. Tljdens de pyrolysè Komt er b1j de tweede reactle warmte vr1j.

De react1ewarmte voor react1e nummer 2) 1s -12130 Kcal/Kmol, deze

react1e ls dus exotherm. (11 t~ 13 )

Blj deze reactle'wprdt omgezet 0,11 Kmol benzeen en hlerblj komt dus

0,11 x -12130

=

-1334 Kcal/uur vr1j.

De eerste react1e 1s echter endotherm. B1j deze react1e verbru1Kt men meer warmte dan dat er b1j de tweede ontstaat.

De react1ewarmte voor react1e nummer 1) 1s 4810 Kca1/Kmol.(llt. 13) Blj deze reactie wordt omgezet 5,1'5 Kmol benzeen en h1ervoor ls:

5,15 x 4180

=

24773 kcal/uur nodlg.

Om het proces 1sotherm1sch te laten verlopen hebben we nod1g,

24773 - 1334

=

23439 Kcal/uur

=

27260

w.

Deze warmte wordt geleverd door de U1t de oven verKregen rooKgassen. De temperatuur van deze rOOKgassen ls echter nog veel te hoog. In-dlen we deze rookgassen zonder de temperatuur eerst te verlagen ln de reactor zouden voeren, dan zal er oververh1tt1ng optreden en d1t w11len weju1st voorKomen. Aangezlen er maar welnlg warmte toegevoegd

hoeft te worden en we veel rOOKgassen tot onze beschlKk1ng hebb~n, .

(29)

20 De temperatuur van de rookgassen verlagen we door lucht van 20 0 e met behulp van een Roots blower blj te pompen.

Berekenlng van de hoeveelheld toe te voeren lucht:

We wl11en een rookgas temperatuur van 6900e hebbë.n, de temperatuur van de Ult de oven komende rookgassen ls 800 0 e. . De gemlddelde soortelljke warmte van de rookgassen tussen ~900e ~n 8000

e

ls 0,292 kcal/kg

°C.

Om de temperatuur van de rookgassen op 6900e te brengen moeten .e ( 800 - 690 ) x 0,~'292= 32,16 kcal warmte per kg rookgassen afvoeren. Lucht heeft tussen 20 0 e en 69geeeen gemlddelde 'soortellj ke 'Warmte

van 0,235. Om lucht op te warmen van 20 0 e tot 6900e hebben we nOdlg (690 - 20 ) x 0,235 _ 157,80 kcal warmte per kg lucht.

Dus per kg rookgas moet gesuppleerd worden'.:.:.2.s.!_",,-0,204 kg lucht 157,8

We hebben-13613 kg/uur rookgassen en om deze hoeveelheld af te koe-len tot 69Uoe hebben we nodlg 0,204 x 13613

=

2777 kg/uur lucht. In totaal krljgen we dan 16390 kg/uur rookgassen en lucht. Ze heb-ben samen een soortelljke warmte van 0,280 kcal/kg oe.

In de reac tor hebben we nodlg _23122. ____ == 7000 kg/uur rookgas:sen 0,280 x 12

en lucht. We hebben dus teveel rookgassén,van de 13613 kg/uur hebben

~e maar 13613 x 7000

-=

5810 kg/uur nodlg. En voor deze

hoevee1--ï6390

held ls 1190 kg/uur lucht nodlg. De rest kan men het beste gebrul-ken om nog een keer stoom mee te magebrul-ken ln een stoomketel. Hlerln was nlet eerder voorzlen door een fout ln de berekenlngen, maar aangezlen we b1j dlt proces veel warmte nodlg hebben, kunnen we de warmte dle we în de vorml van :stoom hiermee vrlj krlj gen zeer goed

benutten.

Het soortelljk gewlcht ~ah de rookgassen ls 0,955 kg/mlo

Nemen we ~oor de snel held van de rookgassen 11 m/se~, dan zljn zo-wel de lnlaat en de~~itlaat opening te berekenen~ De dlameter ervan 1S 50 cmli

In de reactor moet 27260 W opgenomen worden, verder kan U opgezocht enAT bépaald worden. U ls 20 W/m 2 oe en T ls 7,20e.

Het Ultw1sse11ngsopperv1ak A ls dan _27260 __

=

189,3 m2 • 20 x 7,2

In de reactor moeten Wij rekenlng houden met de verblljftljd, deze moet

5

seconden zljn.

We weten dat de volumestroom ln de reactor 1,04 m3/sec 1s,b.J1S n.l .• 2,2 kg/m 3 • Met behulp hlervan kunnen we lndlen het aantal ~~jpen, de lengte en de diameter ervan bekend zljn de verblljfti~d bepalen We nemen pljpen van 6.m lengte en 10 cm diameter.

We

hebben dan 101 pijpen nodlg.De gassnelheid ln de pljpen lS

_!LQ1 ____

=

1,.24 m/sec.

101 x 0,008

De verblijftljd wordt dan _~~Q_= 4,83 seconde. Aangezien we nog 1,24

rekenlng moeten houden met de ruimten voor en na de pij.pen ln de reactor kunnen we voor de total'e verblijftljd 5 sec. aanhouden. Het beste ls natuurlljk de verbl1jftijd experlmenteel bepalen en als hlj te hoog of te laag ls hem bljregelen

_.

me~ de volumestroom.

(30)

~ereKen1ng van de ~eactordiameter: 1) D

=

m x t.= 10,4 x 15,4

-

1600 mm 2) 2 x

!

p1jp

=

11() mm . 3) 2 x steeK - - - -

=

308 mm De totale D 1s 2018 mm

H1er Komt echter nog bij de d1Kte van de vuurvaste steenlaag welKe om de reactor heen z1t.

De afmet1ngen van de reactor z1jn : een hoogte van 6 m, en een d1a-meter van 2,3 ID.

(31)

'22

De reactlegassen komen vla de warmtewlsselaar ln de gaskoeler. In de gaskoeler worden de reactlegassen met water gekoeld. He~water stroomt door de pljpen en de gassen worden er omheen afgekoeld. De lnstromende gassen hebben een temperatuur van 560°C en we wl1len ze afkoelen tot 1600C. Deze temperatuur 11gt namelljk jUlst boven het punt waar condensa tle optreedt. De hoeveelheld warmte dle we hler-blj moeten afvoeren ls 1948470

W.

Het water dat door de pljpen stroomt wordt van 200e tot 800e opgewarmd.

AT

ls dan 270° en voor

U

nemen we l50Wjm 2 oe.

Het ultwlssellngsoppervlak wordt dan 1948470 _ 48,2 m2 .

ï50i-270----Nemen we pljpen van 25-32 mm doorsnede, dan hebben we 48,2

=

614 m

0,

(H85-pljp.

Voor de lengte van de pijpen nemen we 3 m, het totaal aantal pljpen wordt dan 205.

Om het gas af te koelen hebben we nodlg: 1948470

-=

7,8 kg ~ater/sec

-60x4ï§"o

Het aantal pljpen per pass ls 7,8 x 3600

=

35

--800----We hebben dan 6 passes.

De:dlameter van de gaskoeler wordt: 1) D

=

m x t

=

14,8 x 45 _ 666 mm

2) 2 x

i

pijp - 32 mm 3) 2 x steek à 90 mm

4) 6 passes

=_

60_~~

De totale D ls 848 mmo

De dlameters van de lnvoerstromen zijn;

De dlameters van de ultvoerstromen zljn;

voor voor voor voor het het het het De gaskoeler ls dus 3 m lang en heeft een dlameter

water 6 cm gas 34 cm. water 6 cm gas .25 cm van 90 cm.

(32)

In de condensor vindt part1ele condensatle plaats van de afgekoelde gassen. We koelen af van 160°0 tot 8000. D1t gesch1edt met water van

2000,dat tot 70°0 wordt opgewarmd.

De 1nkomende gassen bevatten: 7809,9 kg/uur - lGO,O kmol benzeen

450,3 kg/uur

=

2,9 kmol d1phenyl

24,7 kg/uur

=

0,1 kmol terphen.

5,9 kg/uur = 3,0 kmol waterst.

Ne gaen er van Ult dat b1j 800e alle d1phenyl en terphenyl

geconden-seerd ls. Aangezlen de druk 2 atmosfeer lS, en de partlaalspannlng

van benzeen b1j 800e 1n f1g 3 af te lezen 1 s kunnen we me t behulp van

de wet van Raoult de hoeveelheden damp en vloelstof u1trekenen. Bereken1ng:

We gaan er van u1t dat vr1jwel, alle benzeen gecondenseerd wordt, de ,.., ~·r~ .-,:~ " ;'/' :-~ .. ~t·

m01fract1e benzeen 1n de 'gecondenséerde v10e~stof 1s dan 100

=

0,97

.' " , :.~. !. ; ' i . , .

-ï03-De part1aal:spann1ng van benzeen b1j .8000 1s 160 mm lCW1kdruk.

De part1~alspann1ng van benzeen 1n het mengsel wordt dan 0,97 x 7~0

=

738 mmo D1t geeft een part1aalspann1ng voor waterstof van 782 mmo

Met de waterstofdamp wordt dan aan beBzeen meegevoerd 73ê x 3

=

2,78 kmol

Afgevoerd wordt dan naar conqensor 11

En

naar de verdamper <..:..- ,j(

V:o.-

~

en 78.2 5,9 kg/uur waterstof 217,1 kg/uur benzeen. 7592,8 kg/uur benzeen, 450,3 kg/uur d1phenyl 24,7 kg/uur terpheny1.

aan warmte afgevoerd worden. en

In deze partle1e condensor moet 1151125

W

U 1s hler 200 Mv/m 2 oe en AT 1s 740 •

Het ultw1ssel1ngsopperv1ak A wordt dan

_!!Z!!gz __

=

78 m?

200 x 74

Nemen we p1jpen van 25-32 mm doorsnede, dan hebben we 78

=

995 m

0-;0785

p1jp nod1g. We nemen p1jpen van 3 m lengte en hebben nod1g .236 p1jpen.

De conden~at1e v1ndt plaats 1n de De diameter van de condensor ls:

1) D

=

m x t - 19,1 x 45 - 860 mm

2) 2

x

t

pljp

=

32 mm

3) 2 x steek ____ 9~~~

De to tale D 1s 982 mm

vertlkaal geplaatste pljpen.

De afmet1ngen van de condensorzljn een hoogte van 3 m, en een

dla-meter van 1 m.

Er 1s aan water nod1g; __ !!2!!g~= 5,5 kg/sec.

50 x 4190 De d1ameter van de De dlameter van de denseerde gas ls 4 De d1ameter van de 1.s 3,5 cm.

1nvoer- en de u1tvoeropenlng lan het water 1s 5 cm. gas1nvoer 1s 25 ·cm en van dE}..ul''Voer van n1et gecon-cm.

ultvoerOpen1.ng van de gecondenseerde vloe1.stof

, .

(33)

In deze condensor wordt nog een groot gedeelte van het benzeen

ge-condensee~d en teruggevoerd naar de opslagtan~.

Als ~oelmedium gebrui~en we ~eze condensor verdampende freon van

lQ~. We ~oelen van 800e to~~ De hoeveelheden damp en vloeistof

~unnen op dezelfde w1j ze als biJ d~:~~r1gecondensor bepaald worden.

Aangezlen we hier ln de vloeistof alleen benzeen hebben iS de par-tiaa1spanning

vanRRe~

benzeen in het

gas~.en~el

gelij~

aan de

par-tlaa~spannlng van benzeen bij 20°0 van fig. ~

De partiaalspanning van benzeen is 14 mrn _ , ..

Afgevoerd met de damp 14 x 3 =/0,152 lcmo~enzeen 1445-- '-- ~-fi&-'M~

.

en 3 ~mo1 waterstof.

Thruggevoerd als vloelstof naar de opslggtan~ 205,2 ~g/uur benzeen. In de condensor moeten we 31109 Wafvoeren.

U

is h1er 200 W/m 2 oe. en b.T 1 s 310 •

Het ul tVV1sselingsopperv1a~ A l:s dan __ 2!!Q2_= 5,0.2 m2 •

200 x 31

Gebrui~en we pljpen van 25-3.2 mm doorsnede, dan hebben we_2.~:~_= 0,0185 64 m pijp nodlg. We nemen pijpen van 1 m en hebben dan 64 pijpen nodlg.

TIe d1ame ter van de conden.sor w\1ord t: 1)

D

= m x t

=

8,15 x 45

=

361 mm 2) 2 x

i

pljp

=

32 mm

3) 2 x :steel<:

=

__

90~. De totale dlameter ls 489 mmo

De condensor l:s dan 1 m hoog en 0,5 m in diame ter.

De diameter van de gasinvoer openlng is 4 cm, die van de Uitvoer ope-ning van de niet gecondenseerde da:mp lS 4cm en dle van de vloelstof uitvoer openlng 1s 0,6 cm.

De hoeveelheld freon dle we nodlg hebben 1s: z/.C-~.

/n..

- __ 2!!Q2 ___

~~t~~~I~\O~ ,~

\l\\

~pr ~

~

35,82 x 1,163 -;=- ~

Invoer diameter voor vloe1bare freon iS 0,8 cm. En u1tvoerd1ameter van verdampte freon lS 3 cm.

(34)

10)

De Ult de partlele con ensor komende gassen bevatten nog teveel

ben-zeen.Om het grootste deelte hlervan erult te krljgen moeten we

het-~

gas gaan comprlmeren. ·Dl t doen we ln twee trappen, aangezlen de

tem-pera tuur anders te hoog 'Wordt. Tussen de t twee trappen wordt he t gas

weer afgekoeld tot een paar graden boven het condensatle traject.

In de eerste compressor vlnd t compre.ssie plaa ts tot 3, 5~ a tmo sfeer.

De hlermee gepaard gaande temperatuurstljglng ls als VO.lgt te bepa-len T2

=

Tl (E~Jm , m ls een stofconstante,en ls afhankelijk van

(-p, )m

de_QE. In dit geval 1s m gelijk aan 0,4 Cv

De temperatuur stljgt blj de compressle tot 3660K _ 93°C

Voordat we verder gaan compr1meren moeten we het gas eerst afkoelen We kunnen tot omstreeks 35°C afkoelen, b1j deze temperatuur heeft

het benzeen in het gasmengsel een part1aa1spann1ng van_Q.L!.2.~_x :2660 =

.3,152

130 mm kWlkdruk. Terwljl de partlaalspannlng van ZUl ver benzeen blj

9~QgT 35°C, 156 mm ls.

Bereken1ng van de afmetingen van de koeler:

In de koeler wordt het gas met behulp van water afgekoeld.

U 1s hler 20 w/m 2 °C en.6. T ls 23°C.

Het ultwlssellngsoppervlak À 19 . 1602

=

3,5 m2 •

. .

.

2o-i-23--We nemen p1jpen van 6~13 mm doorsnede, het aantal meters pijp wordt

dan _~L2

___

-= 186.,

(}1î.:) :,

. , .

0,61885 _:.

fV:;-·

Voor de pljplengte\11èm'en\'we':75' 'CID, we hebben dan 248 pljp.en.

De dlameter van de koeler wordt dan:

1)

D

=

m x t

=

16,3 x 18,2

=

297 mm

2)

2

x

t

p1jp

=

13

mm

3) 2 x steek

=

36 mm

4) 3 passes =--30 ~~.

De totale D ls 375 mm

De afmetlngen van de koeler zijn; lengte 0,75 m en dlameter 37,5 cm.

De hoeveelheid koelwater 1s __ 16Q~ __

=

0,0096 kg/sec.

4190

x

40

De lnvoer en uitvoer diameter van het koelwater ls 0,6 cm.

De invoer diameter van het gas ls 2,9 cm, de ultvoer dlameter 182,5 cm. Vla de tussenkoeler gaan de gassen naar de tweede compressor, waar1n de gassen tot 10 atmosfeer gecpmprimeerd 'Worden. Bij deze compressie

stijgt de temperatuur van de gassen tot 196°G~ We moeten ze daarna

~eer afkoelen tot 10°C. Bij rteze temperatuu~ iS vrijwel alle benzeen gecondenseerd.Het afkoelen gebeurt ln twee trappen, namelljk;

1) afkoelen tot 600C,waarblj geen condensatie optreèdt en

2) afkoelen tot lOoC,waarbijcondensatie van vrijmel alle benzeen

Cytaty

Powiązane dokumenty

Papiernia ta spotykała się z entuzjazmem prasy ówczesnej, nie tylko jako jedyna w Królestwie posiadająca holender, ale także ze względu na jakość produkcji,

Czynny i świadomy udział robotnika w pracy zarówno na własnym wąskim odcinku, jak i w pracy przedsiębiorstwa jako całości, wyrażać się będzie nie tylko w

W rozważaniach nad zagadnieniem pracy w chwili obecnej a z myślą o przysz­ łości należałoby chyba jeszcze raz silnie podkreślić poruszony przez autora

G niet op do uiste plaats in lengte ii;t, dan is do tafel in. horizontale stand

Zjazdem koleżeńskim uczcili również 40-lecie swej pracy zawodowej absol­ wenci h. Państwowej Szkoły Mierniczej w Warszawie.. Olbrzymia większość pozycji na ten

For every angle the hologram is reconstructed for both the phase and polarization contrast data, with the object in focus by propagating the field to the object plane us- ing

Również zupełnie nieprawdopodobne wydaje się, alby Miechowita, o ile — powtarzamy — znajdował się już w kraju, nie zapamiętał, czy nie zanotował w