t-•
-
..INHOUD.
Samenvatting Inleiding Bes c h r ij v in 9 procesFysische en chemische aspecten Berekeningen maSS2- en Katalysator Berekeningen voorwarmer Berekeningen stoomketel eerste reaktor Berekening turbine
,
warmtebalansen na de pag. 2 3 56
12 20 21 23 24 Berekening stoomketel na de turbine 26 Berekeningsprocedure schoorstenen27
Tabellen schoorsteenhoogten 31,.
-
.
L
II
r
_
.•
2 5 A f~ E NV AT T I i~ G •In dit verslag wordt een berekening gegeven van een katalytische reduktiemethode vaIT de restgass en van de sal peterzuurbereiding.
Deze reduktie gebeurt met aardgas over een palladium-katalysa~or op drager.
Hierbij wordt de concent ratie van de nitreuze gassen van 0,5 vol.% tot ongeveer 60 p.p.m. terugçebracht. Er wordt vanuit gegaan, dat
~
e
fabriek onder Ameri-kaanse conditi~s werkt dus met hoge druk absorptie ( ong.8 atm. )
..
•
.
'
•
•
3INLEIDIN.§'
•
(lit.1 ,2,3,)In dit proces gaat het om de reduktie van de gassen, die uit de la0tste absorptietoren van de salpeter-zuurbereiding komen.
Dit
gas heeft de volgende samenstelling: 0,2-0,5 VGl.%,2,5-5 vol. o,~
verzadigd bij de absorptiecondities. Het restant lS stikstof.
Men voert deze katalytische reduktie uit om: 1) NO en N0
2 te verwijderen, om de luch tverontrei-niging tegen te gaan . Dit heeft ook tot gevolg , dat · de schoorsteenhoogte geringer kan zUn.
2) energie terug te winnen.
~
~:~'
Men kan seLectief reduceren ( alleen de NO en de • r~~ ~etifJ;I'NO
)
of totaal. (alle oxyden, dus ook de zuurstof)~
llt.
"
'"
.~.n1~
2~
,,\J
~
t.
.
P
"I
D e~
e 1 c ct i e ver e d u k tie lJ e beu r t rn e t~
3 b ij on ge vee rr
~
20 U C 0 ver P t a I ska t a I y s a tor. Der e act ie s van N H 3met NOen N0
2 \ gaan over de katalysator sneller dan die met O
2. Men reduceert op deze wijze de stikstof-oxiden tot ong. 10 p. p.m. Als katalysator kan men de metalen van de platinagroep, cobalt en nikkel gebruiken, maar platina is verreweg het beste. Een nadeel van deze methode is, dat men ammonium-nitraatvorming krJgt , waardoor het niet goed mûge-lijk is energie terug te winnen. ten verder nadeel is natuurlijk de hoge prijs van de ammoniak. Een voordeel is dat men niet de zuurstof reduceert, waardoor het brandstofverbruik veel ~eringer is dan bU bv. methaan als voeding.
Voor de totale reduktie kan men verschille~de brandstoffen g8bruiken, zoals CO, H
2, koolwaterstof-fen, cokesoven gas en zelfs bv. kerosine .
I
I
r!
II
I
I•
•
..
•
4
[1.1 e n moe l. h i er b ij het r est' . as 0 p war 11i e n t 0 t deo n t s t e
-kingstemperatuur, die afhankel ijk is van de voeding ( met k 00 1 wat ers tof fen 4 0 0
-::-
~~~
_
~
_
~
en met H 2 1 5 0 - 2 0 DOe )De brandstoffen ne~mt men in geringe overmaat ,
omdat eerst op de katalysator de zuurst of reageert
•
ti
BESC~RIJVING PROCES.
/
/
Het restgas uit de laatste absorptiekolom wordt ge-mengd met de voor de eerste reaktor benodigde hoevee l-heid aardgas. Daarna wordt het in de eerste
warmte-.wisselaar opgewarmd tot de ontstekingstemperatuur van o
425 C met het gas van de NH
3 verbranding. Dit h~eft een temperatuur van 820- 880 °C.
In de eerste rea~tor wordt een deel van de zuurstof
9 ere d u c eer d (Qfl 9 . 2 , 5 (10) . H ier bij s t ij g t d e tem per a t u u
r-o
tot ung . 750 C. Vervolgens wordt het gas gekoeld tot
425 oe door stoom op te wekken.
i'>r.~ Daarna 'J'Jordt de tweede hoeveelheid aardgas toegevoegd.
~~:::-~
~
~ ~. In de tweede reaktor worden de nitreuze gassen en Y/"3~ de resterende zuurstof gereduceerd. Het gas wordt
~
t
/I~
/
;:.
~
d a a rna in een t u rb in eon t spa n n e n t 0. t 1 a tm .~~
~ierna
wordt het gas verder gekoeld in een stoomketel~
h~
__
wa a rin 1 a 9 e d ruk s t oom wor d t op Cj e wek t •"
_
Z
.
/
/
--
I./ Vervolgens voert men het g~s naar de schoorste~n .
I
~
~
/0 l
tl
Jtp
/
1{
",
1
0
7
tl
'
y7
MI
:/
~
-6
FYSISC
HE
EN CHEMISCHE ASPECTEN.
Bij de reduktie van de restgassen van de salpeter-zuurbereiding met methaan heeft men te maken met de
volgende reakties: ,'- CH 4 +4f'W :: CO2 + 2H20 + 2N2 ~ ~ 5CH 4 +8NO + 2H20 = 5C02 + 8NH3 X, CH 4 + 2N02
=
CO2 + N2 +2H20 7 -} 7CH 4 + 8N02=
7C02 + 8NH3 + 2H20Over het mechanisme van deze reakties
( 1 ) ( 2 ) ( 3 ) ( 4 ) ( 5 ) over een lysator is in de l i tteratuur niets bekend.
---'"
kata-Ook over de kinetiek is niets bekend. Alleen met de katalytische reduktie met waterstof i.p.v. methaan
over platina zijn proeven genomen om een reaktiesnel-heidsvergelijking, activeringsenergie en reaktiesnel
-heidskonstante te bepalen.
Wel is bekend, dat de reaktie met zuurstof het snelst
is.
Thermo~namica van de reakties.
o 0
Bepaald werden voor de reakties de ÓG ,,6H en log K.
De log
K
waard~n werden voor twee temperatur~n name -lijk 400°c
en6
15
oe
bepaald. Dez~ twee temperatu-ren geven de ~renzen aan van het gebied, waBrin hiergewerkt wordt. Voor 600-1500
OK
geldt ( l i t .6 ): -2 oóGf)CH
= -
21,2SG + 2,596 .10 .T 4 (AGf)H
00
=
-5
9
,13
8
+ 1,316.10 -2 .T o 2 - 2(óGf)CO
=
-
94,234
-
0
,
035
.1
0
.T
2 o - ') (6G f ) rJO=
21,543
-
0
,
JO
1
•
1
0
'-
.
T
(6G~)
NU
2
= 7,933 + 1,486.10 -2 .T o (ó Gf ) N H 3 -2 = -1 2, 972 + 2,784.10 .T .,J
I'
•
-
\'-..
7 Rea k tie 1: (6G°
)
1 = - 94, 234 -Cl , 035 . 1 0 -2 . T + 2. - 5 9 , 1 38 - 2 -2 + 2. 1, 316. 10 . T + 21 ,250 - 2,596 .1 0 . T= - 191 ,260 - 2 +0,001 . 10 .T.°
E
l dt 1d l K-(-
A
G
)r - 3 r ge Dg -4
,
559
.
10
.
T
T=673 oK: (6 Go) =-1 91,267. log K =62 ,2. r T=
1 0 8 I:)°
K: ( ~G 0) = -1 9 1 , 2 7 1 • r l og K=36 ,5. ...,°
-~ Reaktie 2: (~G ) = - 94 ,234 - 0,035.10 -.T - 118,276 r-
2
-
2
+
2, 632. 10 . T + 21 ,250 -4.21 , 543 + 1,204. 10 . T - 2 - 2 -2,596. 10 .T= -277,432 +1,205. 10 .T. T=673 oK:(
A
G
. o) r = -269, 322. T=10d8 oK : (AGo) = ~264 , J32 . r l og k:::87 ,6. log 1\=53 ,2.°
-2 Reaktie 3: (AG )3= -52~ , 764 - 1,107. 10 . T. T=673 oK : (ÓGo) =-530,214. log K:::172, 7. . r log K=107, B . Reaktie 4: (6 G°
) 4::: - 2 0 7 , 1 2 6 - 2, 9 7 1 • 1 0 -2 • T • log 1<:::73, 9. T=1088 oK: (~Go)= -239,486. log K=48 ,2. r°
-2 Reakt ie 5: (~G )5= - 796, 404 - 5,401.10 .T. T=673 oK: (AGo)=
- 822, 804. r T=1068 oK; (~Go )=
-855,204. r log K=266,0. log K=172 ,3.De reactiewarmte bij k~ amertemperat uur is I-lel ijk
•• , . _ .,.J
aan het konstante deel van de vergelijking van als funktie van de temperatuur.
Zoals uit de volgende berekening zal blijken is de reaktiewarmte slechts zeer weinig afhankelijk van de temperatuur.
L
.
i
•
"
•
\ B T o 0j
Men gebruik t de formule: 6 H = ~ H + .oc
p dT
r rs
Stel
T=BOO oe.
T
sReaktie 1: Ó c = p
-
c PCO 2 + 2 c=
t(
c -+- c )P
P
2
5 oe
Paoooe
--c PCH 4AC
=t(37,2 +55,1 P +( 33.56 +42,3)-t(
35,79+74, 95) -(29,36+35,19)=
2, 1 J/mol. (lit.7) Reaktie 2:Ac=
c +2ë - c -4c=
P
Peo
PH 0
2 2 PCH 4 PND 4~,15 + 2.37,93 + (29,1 2 +33,1 3) - 55 ,37 -2(29, 83+34,36)=
0,51 J/mol. Reaktie 4: 6c=
p cPo
+ - c -2ë 2 P CH 4 PND2 ·-=
4 6 , 1 5 + 7 5 , B 6 + 3 1 , 1 2 - 5 5 , 3 7 - (3 7 , 1 1 + 5 3 , 0 5 )= 7 , 6 J / mol • 107]De integraal wordt nu:
~
c
dT , voor de vierde reaktie geeft dit: 7,6.77
~9
J/~ol=7,6.
775
.
~:
,
39
.1
0-L1
kcal/mol =1,41 kcal/mol. Ten opzichte van de reaktie-warmte van ong. 200 kcal/mol is dit te verwaarlozen.De
reaktiewarmtes worden nu :Reaktie 1:(oH )1= 0 -1 91 ,260 kcal/mol.
Reaktie 2 : (6Ho)2= -277,432 kcal/mol.
Reaktie 3 : (6 Lj 0 ) 3
=
- 522 , 764 kcal/mol.Reaktie 4 : (àH 0 ) 4::: - 207,126 kcal/mol.
Reaktie 5 : CAd 0 )5= -796 ,404 kcal/mol.
Men ziet dus dat de reacties alle vrijwel volkomen aflopend zij n . Het blij k t echter dat in de praktijk geen ammoniakvorming voorkomt bij de reduktie met methaan.
Bij de reduktie met waterstof treedt wel ammoniak-vorming op. (ook bij andere voedingen die wa terstof bevatten)
•
I
~
1•
..
9Als katalysatoren kan men gebruiken: platina, palla
-dium, rhodium, ruthenium, iridium en osmium op ,dra-gêl,.
'----
, /Voor methaan heb~en palladium en rnodium de l aagste
ontstekingstemperatuur, wadrbij de reaktie begint
•
Pal ladium en rhodium hebben vrUwel dezelfde aktiv
i-te i t : 0 m dat pa 11 a d i u m e c h ter v e c! 1 go p-rj kop e r i s z a I
men dit metaal bij voorkeur gebrui ken .
Bij ethaön en propaan als voeding is echter platina
het meest geschikt gebleken.
Het metaal wordt gebruikt in e~n hoeveelheid van
0, 1-5 gew.% van het dragermateriaal; bij voorkeur
echter 0,1-1 gew.%.
Als dragermateriaal gebruikt men geaktiveerde
alumina, silica , silicagel, diatomeênaarde of kera
-mische materialen . Deze 12atste genieten waarschijn
-1 ij k d e v oor keu r •
Meestal wordt een bolvormige of cylindrische drager
toegepast van bv. 1/4 of 1/8 inch diameter.
Als reduktiemiddel kan men behalve methaan ook vele
andere voedingen tuepassen , zoals
cokesovengas , waterstof, kerosine.
raf fin a der ij gas ,
Meestal werkt men met een hoeveelheid voeding, die
iets groter is dan, de stoechiometrisch nodige voor
het totale zuurstofgehal te . ( ong.1, 1 maal zo groot)
Bij gebruik van een grotere overmaat neemt de koo
l-monoxidevorming toe.
Bij een redelijke overmaat wordt ong8ve~r 0, 1-0,2
vol . ~ koolmonoxide gevormd .
Bij gebruik van een ondermdat voeding krijgt men een
ogenschijnlijke reiniQing van het restgas, doordat
~ '-
'-.
~,--
..----dan reduktie van het N0
2 tot het kleurloze NO op
-treedt. De bruine cluim uit d~ schoorsteen verdwijnt
•
I
\
.
I MI..
10Het NO wordt d~n echter niet verder gereduceerd en
zal weer tot N0
2 geoxideerd worden in de lucht.
Hierdoor wordt de totale vp.rontreiniging aan N0
2
5
dus niet verminderd. Wel voorkomt men op deze wUze?
natuurlijk hoge N02 concentraties.
.I
De
belangrijkste criteria voor de katalysator zijnde ontstekinsstemperatuur en de levensduur.
De ontstekingstemperatuur bedraagt bij methaan als
voeding bij een verse katalysator ongeveer 400 oe.
Bij waterstof of voedi~gen, die waterstof bevatten
lS de ontstekingstemperatuur veel lager.
BU zuivere
o
waterstof ongeveer 150 C.
~
~
J{
'
/
,
{
I~
De levensduur wordt hier beperkt door de mogelij
k
-hei d tot ~§_ij"e door het re s t gas, dat i mme r sen -~ele procenten zuurstof bevat, en door de
tempera-tuur, waaraan de katalysator blootgesteld wordt.
Di t laatste is waarschijnlijk de belangrijkste factor.
~roefond8rvindelijk is gebleken , dat men met de
//
.,
/
p
k a a ysa t I t or t empera t uur b ene d en ongeveer 815 o._ C moot _
bI ij v en.
Indien men de katalysator lange tijd blootstelt aan
tem per a t ure n van 0 n 9 e vee r 8 0 0 0 e s t ij 9 t de ' 0 n t s t e-"'=""
kingstemperatuur voor de methaan verbranding met
50- 90 oe. Deze stijging kan men echter voor een
-groot deel voorkomen door ervoor te zorgen, dat men
voortdurend , dus ook bij het koelen na het
uitscha-kelen van de installatie, met eEn overmaat methaan
werkt, dus onder reducerende omstandigheden.
Wanneer men waterstof als voeding gebruikt kan de
katalysator aan veel hogere temperaturen blootge
/
o
•
..
..
r~en werkt gEwoonlijk
60.000. [,m3 gas per
-
---1 ---1
met s~ace veloeities van
3
u~r per m katalysa~or.
Bij hoge space velocities heeft men een minder
complete No en ~D2 verwijdering.
ong .
Over vergiften voor do katalysator is niet veel bekend. Wel bleek de katal ysator zUn akti viteit te
behouden bU gebruik van raffinaderU~8s met 0,05
vol.~ car~unyl~ulfide ([85 ) als voeding .
..
12
EEREKENINGEN
M
ASSAEALA
N
SE
N
,
WARMTEEALANSEN E
N
REAKTORE
N
.
Hoeveelheid restgas.
De berekening zal worden opgezet voor een fabriek
met
een verbruik van 2~ 00 ton stikstof per dag, wat
over-eenkomt met een capaciteit van 900 ton 100
%
salpe-terzuur per dag.Voor de berekening gaan we uit ,van een restgas met
de volgende samenstelling:
H
2
0:
NO+N0 2: °2 : 1% 0,5% Dit zUn voor No+N0 2 en O2 voor de pr aktijk maximal e waarden. 5,0;l', N 2 : · 93,5'10 1 ton 100%
HN0 3 oevat 14/63 .1 000= 222 kg stiks tof.Stellen we het absorptierendement op 98% en het
con-versierendement op 95
%
,
dan is aan NH3 nodig:
2 2 2. 1 0 0
fll_
B
.:J
.Q
il
/
9 5=
2 :ï 9=
1 7 , 7 kmo I .14 14
Overall reaktie over de salpeterzuurfabriek:
NH] + 20
2 = HNOj + H20.
Stel men gebruikt een O
2 overmaat van 25
%.
Dan nodig 2_17,7+ B,85= 44,25 kmol O
2/ ton HN03•
1 Nm3 lucht (21% 02' 79% N
2 ) bevat 21 0 l i t er 02'
Dit is 210/22,4= 9,4 gmol 02' De hoeveelheid lucht
/ 3 .
is dus 44250 9,4 = 4710 Nm per ton salpeterzuur.
3
79 vol
%
is N2, dus 3720 Nm N2/ton HN03. Dit komt
over€en met de gekozen 93,5
%
in hetrestgas, dus
3
komt er per ton HN0
3 100/93,5.3720
=
3960 Nmrest-3
gas v rij. Dit is per sec 0 n d e 9 0 0 • 3 9 8 0 = 4 1 , 4 6
N m •
24.3600 ___
-"'--3
Hierin zit 8,85 kmol= 3, 85.22,4= 198 Nm zuurstof ofwel vrijwel = 5~, zoals boven aangenomen •
11
..
..
•
-13De temperatuur van het restgas, als het uit de laatste absorptiekolom komt is 10-40
°c.
Stel 25
°c.
Dit most worden verwarmd tot de bij de katalysator
en het rBduktiemiddel behorende
ontstek~ngstempera-o ' 0
Jur. Voor Pd en CH
4 is dat 400-450 C. Stel 425 C. Dit opwarmen gebeurt in een warmtewisselaar.
Toe te vO~..I~J:':'..5IImj:.~_ aan .~~j:_~.§ tga s '. s.g. van hei restgas.
s.g. N 2 DOe, ata.)= 1,2506 ata.)= 1,4289. s. g. O 2 s.g. NO s.g. N0 2 idem idem =1,3401
=
2,055gemiddeld over deze twee s . g. = 1,697 s.g. H
20 idem
=
0, Cl04S. 9. van het restgas dus = 0,01 . 0,804 + 0,005.1,697
3 ö
+ 0,05.1,4289 + C, 935. 1,2506 = 1,2585 kg/m (1 ata,O C) Soortelijke warmte van het r~str.as:
H 20 NO N0 2 O 2 N'J Dus c p c c c P 2:j U
c
42:; \..Jc
j3,56 37, 75 3~ , 66 29,83 32,22 31 , 07 37, 1 1 48 ,75 42 ,99 29,36 33,1 7 31 ,27 29,1 2 3C,93 30,02 ovan het restgas
=
30,17 J/mol. C. Het gemiddeld molecuulgewicht van het restgas M = 28, 17.De aan het restgas toe te voeren warmte bij het ver-o
warmen tot 425 C bedraagt dus :
:3 -4
41,46.1,2585.30, 17. 10.2, 39.10 .400= 5345 kcal/sec. 2 B, 1 7
Het gemiddeld molecuulgewicht M van het aardgas
=
0,92.16 + 0,01.44 + 0,07. 28 = 16,7 •.,
...
..
1 4
Ook het aardgas, waarmee gereduceerd wordt , moet op
o
425 C gebracht worden .
Benodigde hoeveelheid CH
4 bU toepass ing van 1
reak-tor. (dus met recirculatie)
5
%
O 2 dus hiervoor2
,
5
%
CH
4 0,25 0,25%
NO dus hiervoor 0,06 ~ CH 4fa
NO dus hiervoor 0,1 2%
CH 2 4 Totaal . dus 2 ,7%
CH 4. dus 2, 97 vol.~ CH 4.Met een overmaat van 10
%
HierbU is aangenomen, dat de stikstofoxiden voor
0 , 2~ i uit NO en voer 0,25 % uit N0
2 bes~aan . Juiste
waarden hiervoor zUn niet bekend.
3 . 0
Het restgas was 41,46 m / sec ( 0 C,1ata), dus nodig
. 3
1, 23 N m / sec CH
4 •
Sam~nstelling van het aardgas : hiervoor is gekozen
de samenstelling van het gas uit Slochteren :
CH
4 88 ~~
hogere koolwaterst offen 4 ~
CO
2 1
%
N2 7}b
Omdat de hogere koolwaterstoffen ook reducerend
zul-len werken nemen we aan dat het gas voor 92
%
uitmethaan bestaat.
Benodigde hoeve2lheid aardgas:
3 0 100. 1,23=1 ;537 m (0 C, 1 ata) 92 " c c p P 25
°
c
425oe
CH 4 35,79 59,30 47,54 CO 2 37,12 50,52 43, 71N
2 29,12 JO ,92 30,02 oDus c van het a" rdgas= 4f. ,24 J/ mol C.
p
3 o ·
s . g.
=
0, 71 kg/m (25 C)-·_- -_._ - - - --,
1 5
Toe te voeren warmte in de warmtewisselaar voor Ihat
opwarmen van het aardgas:
3 -4
1, 337.0,71 . 298.46,24. 10 .2, 39. 10 .400
=
275 kcal/sec.16, 7.273
Totaal toe t~voeren warmte dus: 5345 + 275
=
5620, -_: cl 1 / sec. ( bij geb r u ik' van re c i r c u 1 a tie ) •
j~re~ening van de reaktoren .
~) Toepassing van 1 reaktor. Samenstelling van het
gas men 9 s e 1 n a a r d e r e a k tor (4 1 , 4 6
r~
m.! re s t gas +1_t.~
i
73 -Nm aardGas): -' Nm 3 Ui ;0 N 2 36 ,B94 9 [J , ti 6 CO 2 0,01 3 0,03 CH 4 1.,224 2,86 H 20 0,397 lJ ,93 N O+N U 2 0,206 0,48 °2 2,063 4 , f~ 2 Toté)ul . C "7 ~ '1 , 1uO, wu,r-o
In verband met de temperatuurstijging van ong. 130 oe
"",~=,.
-per
%
zuurstof moet het zuurstofgehalte in hetgas-mengsel beneden 3
%
blijven.We moeten het gasmengsel dys verdunnen met eindgas.
\ ( recirculatie)
Het totale zuurstofgehalte is 4,82 (02) + 0,24 (N0
2)
+ 0, 12 (NO)
=
5, 18 ~ (zie reaktievergelijkingen) .Het volume na de verdunning wordt dan ~.42 , 797 =
3 3
73 , 8 Nm /sec.
3
Aangenomen space velwcity: 60.000.Nm
3/h
Be~odigde hoeveelheid katalysator: 3
3600. 73, 8
=
4,43 m .60000 ~
m
Stel de dikte van de katalysatorlaag ~s 10 inch
=
0 ,254 m. Dan wordt de diameter van het katalysatorbed
D
=
4,43=
4,71 m.I
!
~
I.
•
.,..
1 6b ) Toepassing van. tweereaktoren .
In de eerste reaktor wordt de helft van de total e hoeveelheid zuurstof gereduceerd met de stoechiome
-'I!9GT'~"'. ..,..-.--.,
trische hoeveelheid methaan . In de tweede reaktor is een 10 ~ overmaat nodig voor een goede reduktie van
&iJi
de stikstofoxiden . .
Het totale zuurstofgehalte in het r estgas is:
5 (0
2) + 0,25 (N02 ) + 0, 12 (NO) = 5,37 <;t,. In de
eerste reaktor verbranden we dus 2,68 ~. Dit vraagt 1 , 3 4
%
eH 4' dit 1 s~
-2 , 063 = 0, 5 5 4 til3
eH 4' 0 f wel
3 5 0
0, 602 m aardgas. (1 ata ,O C)
Naar de eerste re~ktor gaat nu . dus het mengsel van
3 3 0 '
41 , 46 m restgas + 0, 602 m aardgas . (0 C, 1 ata) '",,~-- 24
Samenstelling van het gasmengsel naar de eerste reaktor" m3 ( OoC) vol " ~'f, CH 4 0,554 1 , 32 °2 2,,073 .1 ,92
N
2 38, 807 92,26 N o+~J O 2 0,207 0,49 H 20 0,415 0, 98 CO 2 0,006 0,14 Totaal 42.,062 100Benodigde hoeveelheid kata l y s a t o r ; ),' ,
42, 1 .360D
=
2,,525 m3• 'P
Vv
/UU-
-vh--z--60000
/
17
I
Als men weer een laagdikt e aanneemt van 10 inch wordt de diameter van de katalysatorlaag en dus van de reaktor D= j ,54 m.
---Je reduktie van 02 op de katalysator gaat sneller dan de reduktie van NO en N O
2•
In de eerste reaktor vindt dus de reaktie plaats CH
4 .., + 2 O2
=
CO2 + 2 H20 3° ,554 m ,J 1. 1 08 m 3 0,554 m 1,108 m 3
I
I,
·
I
~
I
..
•
/
lP
1 75~nenstelling van het gas na de eerste reaktor. f'J m .j
%
°2 2,073-1 , 10" 0, 965 2 ,29 NO+NO 2 blijft gelijk 0,207 0,46 N · 2 bI ;;ft gelijk 3e ,i;'..:7 92 ,27 [°2 0,006+0, 554 0, 560 1 , 33 H 2 0 0,415+1,108 1 ,523 3,63Tem.E~E~~_~.!_yan_ ~_B.!_._g~.:=>_ !:la, .dee_e!'§te ___ ~e.?l:_tor.
Verbrand 1,10B i\lm3 zuurstof, ofwel 49,5 grol.
Per grol 02 komen
+.192
=
96
kcal vr~ .Vrijgekomen warmte 4750 kcal. Soortelijke warmte.
40D en 800
oe.
Hiervoor is c gemiddeld tussen
p c l -r::! .. J r-·-&LJU '--j" .2 30, 76 °2 32 ,99 cO 2 49, 55 'J -' ' - " .... ~
e
3 J , 1 3 35,21 :J5,10 C P j 1 ,44 34 ,10 52,32 c in j/mol . pr\lO 32,04 34 ,36 J~~ , 20 gemid,.:eld OVEr
i'.
o
N0
2 48, 33 ::;3,05 50, 69 en [JO 2 41,95.
H; O 37,Ll5 J? ,J6 31?,90
Het oemiodeld molecuu~gewicht
M =
27, 86 .De gemiddelde soortelijke warmte c van het mengsel
p
vJ 0 r d t dan: 0 , 9 2 2 7 • :3 1 , 4 4 + C,
°
2 2 9 • J 4 , 1 0 + 0 ,°
°
4 b • 4 1 , 9 5+ 0,0363.39, 90 + 0,0133.52, 32
=
29 ,02 + 0, 78 + 0,20+ 1,45 + 0, 70
=
32,15 J/mol .De temperatuurstijging bedraagt dus:
-4 3
42,062.1,25. 32,15.2,39.10 .10 ,
A
T
27 , 8 6 ----~·:_J l iJ
(~~:!G>;.?~
:
'};
1'"
De intreetemperatuur was 425 C, dus de temperatuur,
o
,
'
.
..
..
I 1 8Als het gasmengsel uit de eerst reaktor komt wordt de tweede hoeveelheid aardgas toegevoegd, ditmaal met
een kleine overmadt. Stel deze overmaat is 10
%
.
Dan wordt dus toegevoegd 0, 603 Nm3 + 10
%
= 0, 663Nm
3 aatdgas.De
vrijgekomen reaktiewarmte inde
eerstereaktor was 4750 kcal/sec.
Voor de verwarming van het aardgas van is nodig:
o
,
6 6 3 •O.!l
.
L~
..
?
2.,8~
2 4 • 1 0 3 • 2 , 3 9 • 1 0 - 4 • ti U 0 = 1 J 6 k cal / sec •16, 7.273
Tusse~ de eerste en de tweede reaktor moet dus aan warmte worden afgevoerd 4750-136
=
4614 kcal/sec. SameI]stelli.!:1.9-_Y.?.!l __ h.~~_g_a.?.m.en .. g§.!:..l_, dat naar de tweedeFeaktor~~.
Dit i s s~mEngesteld uit het g~smengsel ui t de eerste
r~~ktor + O, ~63 aardras . r~ 2 C LJ 2 CH 4 H rl 2-C') j ti , [j L1 7 + LJ, U 4 ~ O,56U + O,JU7 ':l
N
m-.J
3: , ) ~ J U,567 , (1 ;~ L. , ,,16:J Totaal 42 ,725Omzet ~ingen in de tlÁeede re a kta r : 1 ) CH 4 + 2°2 = CO2 + 2H2O 0, 46 0, Y6 Ll,4B 0, 96 2 ) CH 4 + 4NO
=
CO2 +2H2O + 2i~ 2 0,026 0 ,103 0,026 0,052 0, lJ52 3 ) CH 4 + 2N02=
C lJ2 + 2H2O + N2 0,052 0,1 03 0,052 0, 103 0, 052 .:; 1 , IJ U 0, ij:7 1 ,3 J 1 ,43 3,50 2,25 100,OU Hoeveel heiden-'
I
.
I
..
..
I 1 9Samenstellino - ' - -van het .. - -..J. _oesme_ . __ . __ nasel na dB tweede reaktor.
~ ...
--
-Nm..l Nm3%
N 2 3~, b~3+0, 052+0, ~~2 36, 957 91 ,06 ~ CO 2 'O, 567+0,48U+0,U26+0, 052 1 , 1 25 2,64 H 20 1,523+0,960+0,052+0,1 03 2, 638 _6__ , 1 --h G CH 4 0, 610- 0, 48- 0,026- 0,052 0,0:i2 0, 1 2 Totaal 42, 7"(2 100,OCJVolgens lito is het NO-N0
2 gehalte in het
eindgas-mengsel 50- 100 p.p.m.
Bij de berekening is alleen rekening gehouden met vol-ledige verbranding tot CO
2 op dc katalysator. Met
eventuele CO vorming is dus geen r ekening gehouden,
omdat hierover te weinig bekend is.
In de tweede reaktor vrijkomende reaktiewarmte: 1) Bij de omzetting van ~ethaön met zuurstof komt vrij :480/22,4.1 91 = 4090 kcal/ sec.
2) Bij de reaktie van methaan met NO komt vrij :
26/22,4.277
=
321 kcal/sec.3) Bij de reaktie van methaa~ met N0
2 komt vrij :
52/22 ,4.207 = 461 kcal/sec .
Totaal dus 4090 + 321 +481 = 4892 kcal/sec= 20500
kW.
De temperatuurstijging van het gas wordt dan dus:. _ -4 3 ~
42. 772. 1. 25.3.è , 73 .2, 39. 10 .1 0 .. A T = 4892. ~/qf<-C--'
27,79
Dus de temperatuurstijging i s 326 °C •
... 0
Eindtemp~ratuur van het gas dus 751 C.
----Bij oe berekening van de massa-en warmtebalansen is
van de maximale concentraties aan O
2 en NO+N02
uit-gegaan. Dit is ook gebeurt met de berekening van de
apparatuur. De begindr0k wordt op 8 ata gesteld.
Bij een lager zuurstofgehalte veranderen natuurlijk de massa- en warmtebalansen. Zo kan men bij een
zuurstof-gehalte beneden 3
10
met 66n reaktor volstaan.De apparatuur is berekend voor het geval van twee reaktoren, dus zonder recirculatie.
I
I
II
I
'
I
i
-II
I I"
...
/1
..
IJ'
20 De katalysa~or.Als dragermateriaal gebruikt men bolletj es met een
diameter van 1/4 inch. Deze bolletjes hebben
een .
oP-pervlak van 100 sqft per cuft. (lit. 12 )
diameter bolletje d = 2,54 4
=
0,635 cm. 2 oppervlakte van 1 1 sqft=
O,3052m2 2 bolletje dus'n d = 1,27 cm . 100 sqft=
93000 2 2 = 0,093 m = 930 cm • 2 cm • cuft = 93000 =73500. 1 ,27 Aantal bolletjes in cuft = O,02lLi m3Aantal bolletjes per m 3
=
7350U0 ,02tJ3
- 2.60U.UOO.
Stel laGgdikte van de katalysator 1~.
2 - 4
Dan is de inhoud van dit laagje 1'(c h = 1,27.10
3
cm pûlladium per bolletje.
Dus per kubieke meter katalysatoi wordt dit: 2,6.106.1 ,27.1 U-4 cm3 = 330 cm3.
s . fJ •. Pd
=
12. lJus per kubieke meter katalysator330. 12
=
3960 gram palladium.Dit komt overeen met de eveneens in de literatuur
(lit 8) gegeven waarde van [,5 gew.~ katalysator.
Dan wordt de berekening als volgt:
3
Inhoud bolletje 0,1 34 Cm • Stel s. g. van de k
era-misc~e drager =2. 1bollet je weegt .dan 0,268
gram.
- 2 6 3
Aan Pd 0, 5.1 0 .2,6.10 .0,268 = 3480 gram Pd/m .
De katalysator met 0 ,5 gew.% Pd kost ongeveer
f
75
perkg.Benodigde
=
4,Y6bofwel 4 ,960 .3,960
=
19, 7 kg Pd.3 m ,
2. 1Y ,7
=
39,4 kg Fd=
1 9 e '.iJ • -!~ , • D ' u s nod.l.g 3740 kg kata-lysator. ~osten katRlysator dus 394U. 75=
f
~~6. 00o.-1
I
Jt.•
I 11
-•
..
•
21 .Berekening van de warmtewisselaar voor het opwarmen van het restgas en de eerste hoeveelheid aardgas.
Toe ~e voereA warmte 5481 kcal/sec.
-1 -1 -1
Er geldt U =0( 1 +0(2 ~ = overdrachtscoëf. in de
pijpen.
~2
=
overdrachtscoëfficiënt om de pijpen.hier verwaarloosd. De weerstand van de pijp zelf wordt
Er geldt Nu
=
0,027 ReO,8. PrO ,3] ( in dep ij pen)Dus O(
1='
0 027 0,O·~ 8.P
0 t 9 V 0 ,8D ' •
'lt-.
IIOGem. temperatuur van het gas in de pijpen 225°C.
°
3 (8 ata, 425 C)=
1,2585.8.273=
5,52 kg/m •I/.
9 8l
=
4,08.10-2 W/moC~
-6 / 2 2,734.10-b 2'l
= 20 ,8.10 Ns m :: kgs/m .D. gesteld op 50 mm, en de snelheid op gemiddeld
lnw. 40 m/sec.
eX
=
Ot027.5r52~,8.4t08.10-2.400,8.
0,88 = 68,6t
0,05 0,2.(26 ,0.1 0- 6)0,0 - II
Om de pijpen geldt de formule Nu = 0,1 8
ReO,6.PrO,
~
3
Men heeft nodig 17,7 kmol NH
3 per ton salpeterzuur • Stel men gebruikt 11 vol.}~ NH_, .
..J
3
Dus 89 vol. /o
=
89/1 1.17,7.22,4=
3210 Nm per ton HNO]. Hier komt bij 10/9.17,7.22,4=
357 Nm3 ( uit dereak-tievergelijking 4NH
3 + 5 O2 = 4NO + 6H2D)
De .volumestroom van de ammoniakverbranding, waarmee
3
men opwarmt wordt dus 3567 Nm per ton HN0
3 ' ofwel 37 Nm3/sec. Deze NH
3 heeft een temperatuur van 620 oe.
s.g. =1,25 kg/m3• cp 6000C = 0,266 kcal/kgOC. ·U a n i s _. 3 7 • 1 , 2 5 • 0 , 2 6 6. L:::. T
=
5 4 El 1 . ó T=
4 4 6°
C •Dus de eindtemperatuur van het gas van de NH
3
ver-branding wordt 374 oe .
°
Gemiddeld dus ongeveer 600 C. Voor de stofeigenschap-pen werden de waarden van lucht bij 600 oe genomen •
I
1
-Ir..
•
22'"\
-2
A = 5,35.1 0 kcal/m h gr. -6 2 ~=
95 ,57.1 0 m Isee.Stel snelheid om
de
pijpen 40 m/see. PrO, 33 D Ot=
0,056 m. Ulo w.=
0,B8. 0,6 -2 Dus 0( 2=
0, 1 6 • 0 , B 8 . 4 0 _o
.
~.L 3 5 • 1 0 • 1 , 1 6 3=
7 3 ~ 7 . 0,056° , 4.(95,57.10-6 )° ,6 .. Dus U-'= 1 73,7 +Dit geeft U=36.
-68,6
- 3
Dan wordt het benodigde oppervlak dus 5481.4,1 9.10
=
2 373. 36
=
1lp8
m __"*" ,
Ue snelheid in de pijpen aan het begin = 24 m/see.
Aan het begin is de volumestroom 41,46.29Q
opp. doorsnede
p
~
pen
5, 65=0,2~6273
m2.24
3
=
5,65 m Isee.Dus
Aantal pijpen per pass dus 0, 236. 100
=
120.°
,
1 9 7 41 .. _ _ _ r(N
W-Oppervlak per m pijp; 0,157 m2.
Totaal nodig 1708 = 10570 m pijp.
0:157 ....
.
I . . . .Dus b~ 9 passes 10870
=
10 ,08 m lengte.9. 120
Dan wordt de diameter
D
= m. t =34, 6531 .78+56+90~2B50mm.Berekening druk val over deze warmtewisselaar:
Aangenomen gladde pijp: 4f= 0,013. (Re=5,4.;. 40.0,05=
-6 26 ,8.10 5
=
4.1.10.) Dus AP=
0,013. 9.18, 08.5,48. 1600=
102.000 N/m2, 0,05. 2 ofwel 1 atmosfeer .•
•
•
..
•
23
Berekening van de stoomketel na de eerste reaktor.
In verband met de druk van 7 8tmosfeer kiest men hier
een vlampUpketel . In deze vlampijpketel wordt de 42 ,062
Nm3 gas gekoeld van 755
°c
tot 425°c
.
Er wordt stoomo
gemaakt van 7 ata ofwel 165
C
.
De
t: . . . - temperatuur, waar
-mee het water in de stoomketel komt stelt mèn op bO
oe
.
4 AT
Dan wordt het logarithmisch temreratuurverschil:
o
A T
l m 430 C. 2
Stel U
=
40Wim
°c
.
Af te voeren warmte 4612 kcal/sec.Dan wordt het benodigde oppervlak:
A
=
~12. 4_z..12~_1.Q 3 = 1125 m 240.4JU ~
i'ien gebruikt pijpen van 10 eiTI tJinnendiameter.
2
Deze hebuen eerl oppervlak van LJ ,314 m
Im.
Dus totale pijplengte 1125
=
3590 m.Stel pUrlengte 12 m
.--
.U, :.., 1 4
Aantal pijpen 35~u
1 2
Uppervlak d oor s n ede p ij P 0,788 dm 2 .
::: 299.
---;
Dus totsel oppervlak pijpdoorsneden 299.0, 78b
=
236 dmL•
Inkomende volumestroom 42 ,062.1028. 1
=
22 , 6 m3/sec.27:';. 7
Dus intre: snelheid 22600
=
9,6 m/sec .236
De steek t van de pijpen
=
155 mmo Dan wordt de dia-meter van de ketel, indien men hem helemaal vol met
pijpen zet D= m. t =17, 93. 155 = 276U mmo Men laat echter
het bovenste stuk tot 1/3 van de diarneter vrij om
als stoomruimte te dienen .
Dan geldt
o~pervlak
0=
1/4
D2 _ 0,2289u
2
= 1/4 (2,78)2ofwel 0, 5571 D?= 0,786(2,78)2
2 iJ
Jus D
=
10,89 m . D= 3,3 m.c:e:=_,.
:::;;:::ssu-Dep ij p I en (: tew a s 1 2r"n; men
gebruikt dus twe,~ ketels van
-
..
T
i
r
I..
..
- - _ .
- - -- - - -
-ï-,
24 De turbine.In de turbine laat men het restgas, dat uit de tweede
reaktor komt, expanderen van
7
naar atmosfeer.Deze expansie gebeurt in een gecom . .J..neerde turbine.
Deze heeft het voordeel, cJ.st rendement hoger is
dan bij gelijkd~k- of overdru
In het ideale geval treedt er isentrope expansie op.
( zie gestippelde lijn in de figuur)
In werkelijkheid haalt men een derge~ijk ~endement niet.
Men volgt dan de getrokken lijn . Het thermodynamische
rendement van een turbine varieert van 0,70 tot U,86.
Het vermogen van de turbine bedraagt tb C A T.
Tm P
Om dit te kunnen uitrekenen moet men dus de werkelijke
temperatuurdaling kennen. Deze berekent men door de
entopie van het gas te bepalen bij 751 o C en 7 a ta
en ~e kijken met welk~ temperatuur deze entropie bij
atmosfeer overeenkomt. Voor de~entropiewa8rden
werden de waarden van lucht gebruikt, zoals door
•
•
25
Uit deze tabellen blijkt, dat men bij isentrope
expan-sie komt tot een temperatuur van 344 oe bU 1 atmosfe8r.
Doordat de expansie niet ideaal verloopt komt men
echter niet zo laag. Ive stellen . het thermodynamische
-rendement van de turbine op 0,8 . Dan wordt de werke~
1 ij k e e in d tem per a t u u r 7 5 1 - 0,
o
.
(
7 5 1 - 3 4 4) = 4 2 5 0 e •Het vermogen van de turbine wordt dan :
42, 772.32, 73.326 = 20400 kW.
22 ,4 t 4 "
Om het asvermogen van de turbine te berekenen dient
men dit te veLmenigvuldigen met het mechanisch
rende-ment van de turbine , dat we hier op U,96 stellen .
Het asvermogen is dan 1960U kW.
Gebruikt men de turbine voor elektriciteitsop~ekking ,
dan moet dit nog met het rendement van de turbine
vermenigvuldigd te worden . Dit stellen we op 0,97.
Dan is het vermogen 19000 k~. In dit geval zal men
de turbine natuurlijk gebruiken om de compressoren van
I
-I
I
I..
..
Hierin wordt het gas uit de turbine gekoeld van 425
°c
tot 200 °C. MEn maakt stoom van 4 ata en 143 oe .
, 2 c:r:;:;.~""";;:. iI_;;;_~_!!!f!!!II:!liI!. i. _ _ __ _
Stel inkomend water weer op 80 C.
Dan wordt het logarithmi sch temp8ratuurvrerschil
o
AT
l m = 190
C
.
Stel c p van het eindgas is 0 gelijk aandie van lucht = 0,250 kcal/kg C.
Dan is de a f t e v 0 ere 11 war m te ft 2 , 77.3 . 1 , 25 • 0 , 250 _ 225 =
3010 kcal/sec
=
126.105 W. Stel U W8ur = 40 W/m2o~.
~ '1
Dan . is f\
=
1 2 ~ • 1 O..J = 1 ( C ~1 m L.
-
_.--
--
_
.
We8r p~Den van 10 cm binnenrliamcter.
Aantal meter p~p 1G60
=
5290 m lans_1J, :J14 Weer pijpen
Dus 5290
1 2
van
----
12 m lenoté:.-441 pij pen. ----~
Tot a a l o ;'-p e rvI a k van dep ij p d oor s n ede n 4 .4 1 . G , 7 8 B dm 2
=
348 dm2•
Volumestroom 42, 772. 698
27J
3
= 109,5 m /sl3c .
I n reesne t lh el "d 1 0 I U.." 5 • __ 10_ 3 302dm/sec= 30,2 m/sec.
348
Onbeze~ oopervlak ven de doorsnede van de ketel
A = 0, 2209 D2 Dus 0= 1/4 D2_ 0,2289 D2=1/4 {3,42)2
De diameter bij totaal bezette doorsnede was 22,045.155= 34·20 mm= 3,42 m.
2
.
2
Uus 0, 5571 D = 0, 786.11 , 65 . D =16 ,43 . Diameter D=4,06 m
Men gebruikt dus weer twee ketels van 6 m lengte en
4,06 m diameter. Ook kan men de lengte van de pijpen
~ ,
iet s 9 rot e r kie zen b ij v • 7, 5 nI 0 In d e i n vlo e d van ver
-vuiling te kunnen opvangen .
•
. '~ / '~~
cil
r
:#:0
-~
I..
•
27BERCKENING SCHCrR5TEENH~OGTEN .
Voor het berek8nen van de sehuorsteenhoogten v~or
verschillende ~mstandighcden werd de door de stich
-..---- t i n Cl C [} N [ A W [ ge,: e ven b ere !< en in gsm
e
t h 0 d e geb r u i kt .(1it.4) .
Deze berekeningsprocedure bestaat uit drie stappen
:
1. Berekening van de stijging van de gaspluim uit de
schoorsteen ten gevolçe van het soortel~k gewicht
e r. d [~ imp u 1 s •
2.
Berekening van de dispersie van het gas .3. Com~inatie van en 2 tot een voor de praktUk
te ,gebruiken formule .
De te gebruiken formules zijn theoret isch afgeleid
met een aantal uit praktUkgegevens berekende
con-stant.en.
De berekeningsprocedure wordt nu nader uitgewerkt.
1. 5tij~ing van de gaspluim. HiervuJr is de vJ
lgen-de
formule
afgeleid:Ah= stijging van de pluim boven
de schoorsteen in m.
o -
h- d~ door he~ gas vertegen-woordigde warmtestroom in cal/sec.
u= windsnelheid in m/see.
K= constante= 0,175 voor neutrale
I
of vrijwel neutrale atmosferische
omstandi(Jheden .
2. Maximale concentratie op grondniveau bij gemid
-delde windsnelheid u.
Hiervoor geldt: C 2
Op
• 1 0 6 C = - . è max .u.
e.
2 H C ..J
IJ.r~
,
,
•
"
,p
1/
Hierin is: V,Jor matig 28C = maximale voorkomende conce
n-max
tra t ie op gron "d nlvcau ln . . mg / m. 3
Q
= gasstroomvan de verontreinigendep
stof in kg/ho
u= gemiddelde windsnelheid in m/sec.
H=
h+Ah= hoogte schûorsteen + pluim-stijging. C z - : : : :c
y stabielc
dispersiefactor afhankelijk van , de atmosferische stabiliteit en weer de tijd . dan
-S
C Y :::0,5.Neutraal weer dan Z
L
y=0,7.
c
Matig onstabiel W2er den
L=
z 0,9.Y
3. Samennemèn van deZE formules tot een goede practijkformule.
H ier b ij \vO r den de vol gen c:! e a a n nam en g e d a a n :
a) Lr h'"J:,rst d~; kritie~e "'Jindsn~lheid.
Dit is de windsnelheid, waarbij de grondcuncentratie
maximaal is b ij 0 v 2: r i gen s C 0 11 sta n t e 0 lil S i anc i 9 h e don ;
dus aJleen d2 windsn8l hcid varigrend) . Hiervoor is dp volcende formule afQelcic:! : u . ,= (iKQh+/h)3/4 . crlt b)
K=
0 ,17') . c)c
Z U, 7 •C
= y d )Wh
=
~40 Q . 6 T.v (m. a.w. C p van .., het gas wordt 340 cal/ Nm"oC ]f'steld) . ~ .. Dit SJ e c f t t ü t re s u l . .-W;;!..Q.~--"--··""··"---·-"--· SP 104
Q
3/2 hoogte schoorste~nh = '
- ·T (r~)
""'v· /:l ' L..crit•
•
•
.
-..
29Hierin l S h= ho
.
ogte schoorsteen in m •AT= temperatuursverschi l tussen het gas
en de omG~vin~slucht in
oe.
~ "Q
v=
Q
= p 3volumestroom van het gas in Nm /h.
mas astroom verontreinigende stof
l il kg /h.
C
krit= maximale concentratie verontrei
-nioende stof op grondniveau i n mg/m3•
De op deze manier verkregen waarden zijn gemiddelde
waarden voor neutrale atmosferische omstandiJheden.
Om tot een goede waarde voor de praktijk t e komen
moet men dus aanpassingsfactoren invoeren.
.
---.--C
n
J
CA '·\lE d:-Y e t di t doo r de ve rk re g en waa rden me t tweete vermenigvuldigen. De op deze manier verkregen
waarden komen vrij goed overean met andere methoden
t er berekening van schoorsteen hoogten namelijk die
van VDr €n van het British .Alkali Inspectorate. Zou men echter zekerheid willen hebben , dat de
grondconcentratie nooit hoger is dan de vereiste waar
-de dan di ent men cle met de formul e gevonden hoogte
t e vermenigvuldigen m e t 9
Ook in dit geval is echter nog geen rekening
gehou-den met sterke inversie of sterk turbulente oms tan-dilJheden. Van geen van deze beide ontstandigheden l S
echt er op het ogenblik het effect te berekenen. Bij de inversie is di t te b~grijpen , omdat de hoogte
van de~nversielaag sterk kan variêren.
Bij langer durende inversies zijn echter de conce
n-traties op grondniveau bij hoge schoorstenen gew oon-l ijk laag, omdat geen transpurt van de verontre
•
•
•
•
30
Ook wor dtb ij h 0 ges c h oor s ten en va a k dei n ver s iel a
a 9
door de pluim doorbroken .
In het tweede geval van sterk turbulente omstandig
-heden kunnen hoge concentraties op grondniveau
voorkomen, maar over het algemeen zijn deze, door de
onder deze omstandigheden sterke dispersie,
van korte
duur.
De z e b ere ken in gsm e t h ,] d e he' ft d c vol IJ end e b epe r kin gen :
1 . Slechts het effect van één enk?le schoorsteen
wordt beschouwd.
2. H ij i s a 11 een geI di::.; voo r hoe vee 1 h ede n. van 1 5 - 1 0 0
3
rIJm /sec gas.
3. H~ is alleen geldig voor e~n warmtehoeveelheid minder dan 8.106 cal/sec.
Wij hebben in dit rapport de schoorsteenhoogten
( zonder katalytische naverbrandingl berekend van e~n
fabriek van 900 ton 10U% salpot erzuur per daa voor verschillG:nde waarden van Ó T en C
krit.
De resultaten hiervan volgen nu en zijn ook uitQezet in grafieken.
Ook is de schoorsteen hoogte berekend voor ons geval
van katalytische naverbranding .
•
-•
•
•
•
31
het ~estqas zqIu=LeJ __ naverD-.!'~22ding .
4
Q)3/2
f'1 eng e b r u i k t d e f 0 r mul e h = 1 t 5 G . 1
Q
(-E.
Q .AT C
k
-v 'r l
In Engeland is de maximaal toegestane concentrat~e
op grondniveau van NO+~02
=
0,16 p.pm. Het s. g. van~j
0 +i~
O 2 (1: 1 verh--;:~
in
~)
is 1, 6 9 7 k g / m 3 • 1 3In 1 m~ mag dus maximaal zitten 0,1 6 cm NO+N0 2, - -3 -3-ofwel 0,16.10 .1,697
=
0,272.1 0 gram. 3 Dus C k T l -t = 0,272 mg/m • 3 3 3 Qv=
volumestroom gas = 41 ,46 Nm /sec = 149,1.10 N~ /h.;::
Q
=
hoeve~lheid verontreinigende stof in kg/uur=
p -2 3 6 / 0,5.10 .149,1.10.1, 697
=
12 5 kg uur. 3/2(
~) =
1265 3/2 = C krit 0,272 5 3,165.10 4 5 Dush= 1,58.10~165.10 149,1.10 AT 4 = 3,355.106T
Schoorsteenhoogten als funktie van 6 T voor restgas-con een tra tie s van 0, 2 enD, 5 vol.
%
N 0 +N O2 (1: 1) bij
een kritische concentratie van 0,1 6 p. p.m.
Hiertoe worden de met bovenstaande formule verkregen waarden nog met twee vermeni~vuldigd.
:
-0,5 vol. j~ NO+I~02 0,2 vol. '10 NO +N IJ 2
L) T(u C ) hoogte(m) ÀT(u C ) hoogte(m)
50 1342 50 344 75 692 75 229 100 671 100 1 72 150 446 1 50 1 1 5 200 336 200 86
-
-250 266 250 68 300 223 300 57 350 -I 91 350 49 400 1 68 400 43 500 1 34 500 35
•
, - - - -- - - -
-•
32
5choorsteeflhoogten als funktie van .ó. T voor
restgas-•
conce~traties van 0,2 en 0,5 vol. ~ bij een waarde van
de kritische concentratie
=
0 ,32 p.p.m.O,S vol. !~ 0, 2
voî~
~
A T (oe) hoogte(m) D.T(oC) hoogte(m)
50 476
50
122
-75 31 6 75 81 100 238 1 00 61 150 1 5 B 1 50 41 200 1 1 9 200 31 250 98 250 24 300 83 300 20 -350 70 350 17,5 400 62 400 15,3 500 49 500 12,3Schoorsteenhoogten als funktie van
A
T voorrest-gasconcentraties van 0, 2 en 0,5 vol.% bij een waarde van
de kritische concentratie -
-
0,25 p. ~.
m . •-..
0,5 vol .~10 0,2 vol.'1~
IJ
T.(u C ) hoogte(m ó T(uC ) hOLJgte\rn)50 782 50 1 76 75 457 75 1 1 7 180 391 100 88 150 234 150 59 200
.
176 200 44 250 139 250 35 300 1 1 7 300 29 350 98 350 25 ,3 400 86 4ÛO 22 ,0 500 69 500 1 7 ,6•
•
•
33
5choorsteenhoogten als funktie van ~ T bij
reatgas-cuncentraties van 0,2 en 0,5 vol.% NO+N0
2 bij een
kriti-sche concentratie van 0,5U p. ~ .m.
0 ,5 vol.'}6 0,2 vol.'\{,
.ó T(oC) hoogte tlT(oC) hoogte(m)
50 248 50 79 100 124 100 35 150 81 1 50 22,6 200 62 200 1 7 ,3 250 48 250 1 3 , 3 300 41 30U 1 1 , 1 350 35 350 9, 8 400 31 400 8,6 500 25
SO
U
6,8Schoorsteenhoogten als funktie van 6 T bij
restgas-concentraties van 0,2 en O,S vol.% NU+N0
2 bij e~n
kritische concentratie = 0,10 p.p.m.
0,5 vol.% û )
,
-
vol. %óT(oC) hoogte(m) Ó T (oC ) hoogte(m)
50 50 700 100 100 350 1 50 902 1 50 232 200 678 200 175
----
"' ... " 250 538 250 1 3 7 300 451 300 1 1 5 350 387 350 100 400 339 400 88 500 271 500 70Uit deze tabellen ziet men, dat de hoogt~ evenredig is met de maximaal toegestane grondconcentratie tot de macht - 3/2. Dus deze door de regering vastgestelde
•
•
I
I
I34
Schoorsteen hoogte bij het gebruik van katalytische na -verbranding.
In dit geval zijn de verontreinigende stoffen het restant nitreuze gassen en de eventueel gevormde
CO
.
Q
=
1 4 9 , 1 rIJ m 3 / u u r •v
Stel men heeft in het restgas een concentratie aan
NO+N0
2 van 100 p. D. m.
. -4 3 '
LJan ~s Q =10 . 149, 1.10 . 1,697 = 25, 3 kg/uur.
p .
o
Stel 6. T = 50 C.Als men absoluut zeker wil zijn, dat de grondconcen. tratie nooit hoger wordt dan 0, 16 ~ .p.m., dan moet men de met de formule verkregen waarde nog met 5, 8 vermenigvuldigen. Dan wordt de hoogte h = 5. 0. 1.58. 104 -~-~~ 149,1.1 0 . 50 = 11 ,4 m. ~ 0,272 3/2
=
De koolmonoxi de mag een concentratie op grondniveau hebben van 100 p. p. m. HU kan in het restgas zUn 0,05 vol. Ä. Dus men moet hem 5 keer verdunnen. Ue nitreu -zen worden met de schoorsteenhoogte van 11 ,4 m ong • 600 keer verdund.
De
CO zal dus zeker meer dan 5keer verdund worden , zodat men niet bang hoeft te zijn dat ce CO concentratie te hoog zal worden .
·- - - -- -- - -
_
.. _ -I II
'
.,
..,
•
LITTERATUUR. I ' " . ). ~ ,,'r' 'i .,r. ~ J ( i / \1) H. [ . A n dEr sen , " • J • G reE n, D. ti • S tee 1 e ,
Incustrial .:.,nd En:jinF::ering CllE;mistry 53 199- 204
( maart 1961)
2)
U. S.A. Patent 2970034. H. C. And21sen , W.J.Green,Engelhard Industries Inc.
3) G. Dra k e , :" :-i t. C h B r.;. Eng.
.ê.
(1 9 f 3) 1 2 - 2 0 •4)
CONCA
w
E
The Calculation of 5tack Heights,Den Haag (196n
5) J.R.Jansen, Chem.werkolad, 52 , 61 (1 956)
6) Collegediktaat Chemische ~eaktorkunde, J5-40 (1967)
7) LancJolt Börnstein deel 4, Kalorische Zustandgrössen
479 e .v.
8) C.5. Cronan, Chem. Eng .
II
(1) jan.12 1959 , 66- 67.SJ) P. J • Hof t ij z er, C hem • 'N e E' k b 1 ad, 5 2 , 7 1 ( 1 9 5 6 )
1 0 ) H • [; • Z e 1 der s, C helm . IJ eek b 1 ad,
11.
,
6 6 (1 9 5 6 ) 11) J . H. Perry, Chemical Ensineers Handbouk, 4thEdition 3- 14H.
1 2 ) Ullmanns L:ncyklopÈldie der technischen Chemie,
3de druk , deel 15, pc. 3~ O •
13) Kirk-OthmeL, l:lcy:lopedü ot LhemiCé
volume 9, 3LU-344 .
14)
vnT
WSrmetafEln CbS en Pa7 .300
100 300 yoo
- - - . . 4 /
•
î
tOD
Soo t-I I ! I ~oo ~300-
-Z()O~ I I
I
I I I ! loor 1---~~--~~--~~----~---
G 0 o 0O
' - - - L - - - -
______
....L-_ _ _ _ _ _ _ _ _ -.L.. _ _ _ _ _ _ _ _ _ -L _ _ _ _ _ _ _ _ _ -.J~ _ ____ ._._. 300 100 1.00- - - -...
~ ~T
'A''too
1,
I
.300 ;'00 /co 100 ).,00 .300 /yoo soo - - - 1 ___AT
•
. _ - - - - -
- - -
- - - _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ J=--_~l _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ ___'( _.,
300-t
)
lo(/) 0 -0 0I
I I100 1.00 .100
foo
SootiC
Cl > 4 7
, . c ;t
-
Pi •--l
I
200
100
o
100.zoo
.300too
soo
---~>_>_ 4. ' /
restgas van
salpeterzuur
fabriek
•
warmt ew i sselaa r
•
•
•
I
• •
•
•
reactor
•
•
•
,
•
•
•
gas naar
2E!
reactor
gas van turbi ne
naar stoomketels
.
SpUI
/?'( (
stoomleidin en
gas naar
ereactor
s naar turbine
turbine
1e
reactor
•
•
•
•
I2 stoomketel s
In
serie
t"----~
estookt met gas Uit
1e
reactor
~---_7
•
•
•
•
•
2 stoomketels in
serjeF--
--~...--
gestookt
m~t
gas
UIt
turbine
Katalytische
restgasreduc.tie
Opstelling toestellen
J.c. BOOVEN
H.J.
de VRIES
VOORWARMER
REAKTOR
KOELER
REAKTOR
TURBINE
GENERATOR
stoom
NH3 ver brandi ngsgas
DOOR DE TURBINE
•
water
MET GENERATOR
AARDGAS
GELEVERD VERMOGEN
20400 KW.
RESTGAS
AARDGAS
TEMP.
tC)
425
755
425
751
425
DRUK. (atm.)
7,0
7,0
7.0
7
1
0
1,
°
VOLUMESTROOM
42,06
42/ °6
42,73
42 .. 77
42,77
(1atm. O·C)
SAMEN- NO+N02
0,5
0 .. 5
0,5
±
50
p.prn.
±
5
0
P,PJ'T'.
STELLING
CH4
1,3
o -
,
1 .. 43
0, 1
0 ..
1
vol.%
C02
O.
1
1 .. 3
1,3
2 .. 6
2,6
N2
92,3
92,3
91
,0
91, 1
91
.1
H2
0
1 ,0
3,6
3,5
6,2
6,2
.
02
4,8
2,3
2,25
0,-
.
0,-.
.
o
INGANGSTEMP. 25 C
,
INGANGSDRUK 7,9 atm.
REINIGEN VAN DE RESTGASSEN VAN DE SALPETERZUURBEREIDING
KOELER
stoom
•
I
200
1,0
42,77
±
50 p,p,m.
T
0, 1
2,6
91,
1
6,2
0,-water
SCHOORSTEEN
J,
I
I
I
I
I
I
I
H.J .de VRI ES.
J.C.BOOIJEN.
Januari 1968
.
r,
•
.' r•
•
,
·
~