LABORATORIUM VOOR
SCH EEPSCONSTRUCTI ES
TECHNISCHE HOGESCHOOL
-
DELFTRAPPORT Nr.
VERBINDINGEN TUSSEN LOODRECHT OP
ET-KAAR STAANDE, MET GLASVEZJ
GEWAPEN-DE KUNSTSTOFPLATEN.
Programma van onderzoek.
SSL 122
SSL 122
s
VEPBINDINGEN TUSSEN LOODRECHT OP ELKAAR SPAANDE, MET GLASVEZEL GEWAPENDE KUNSTSTOFPLATEN,
schot Huid Multiplex L
L.-
500 Fig. 2-2-Verbindjngen tussen loodrecht op elkaar staandemet glasvezel gewapende kunststofplaten.
Programma van onderzoek.
1-let onderzoek wordt aangepast aarì de proeven die eerder in het
}ÇITNO en het laboratorium voor Scheepaconstructies zijn gedaan.
De proefstukken vertonen wel belangrijke verechillen die deels uit constructieve, - deels uit beproevingstechnische overwegingen zijn
voor'ge-.omen.
Een belangrijke kostenbesparing zowel bij de fabricage als bij de uitvoering van de proeven is te verkrijgen door de oorspronkelijke vorm van de proefstukken als aangegeven in figuur i te vervangendoor
figuur lA. Hierdoor wordt de multiplex rugplaat vermeden en kan de
Lf5Q
erdoor gesteunde "huid"plaat smaller worden. Tevens zijn nu twee proefstukken in n verkregen, waarvan speciaal bij vermoeiings-proeven profijt getrokken wordt. Het begin van scheurvorming en de verdere scheurgroei kan voor beide schotgedeelten aan weers-kanten van de huid geobserveerd worden en later als functie van het aantal wisselingen in beeld worden gebracht. Net deze vorm van proefstuk kunnen trek (druk)- en buigproeven aanzienhijk een-voudiger worden gedaan dan met de oorspronkelijke proefstukvorm
rnogelijk was. (Zie figuur 2).
Een bezwaar van de twee constructies die eerder zijn benroefd was
dat tussen schot en huid een constructie kerl aanwezig was, die in vele gevallen het beginpunt van scheuren vormde. (Figuur 3)
Bij de buigproeven werkte de onderkant van het schot als een heI-boompje waarmede de opgespoten of opgebouwde hoeklaag werd losge-wrikt. (Figuur !).
De genoemde bezwareri zijn te ondervangen door het schot aan de
onderzijde tapß uit te voeren. (Figuur
5).
Fig. 5A
-3-Fig. 5B
Fig. 3 kerf
Naast de tot nu toe genoemde proefstuktypen zal een beperkt aantal proefstukken worden onderzocht van optimale sterkte. Ilet ideaal
zou zijn een constructie waarin schot en huid zonder onderbreking in elkaar overgaan. Een goode benadering hiervan is te zien in
figuur
6LI
-4,f r e erde
plaat
Hand laup
11111111 11111111 gespoten_L_
- geper f o re erde
plaat
Fig. 6
De dunne plaat plastic dient als "mal" en blijft in het schot achter.
Een laatste proefstuktype is weergegeven in figuur 7. De resultaten
t
voor dit type zullen een idee geven van de invloed van het gestip-peld getekende "meegeven" van de huidplaat.
Besloten is orn in afwijking van het eerder gedane onderzoek, slechts
overeenkomend met de oude typen B en C. De sterkte van het type D was bij de statische buig- en trekproeven zó goed gebleken in ver-gelijking tot de overige typen dat vertrouwd mag worden dat dit proefstuk in de nieuwe uitvoering met tapse schotplaat zich bij vermoeiingsbelastingen eveneens relatief gunstig zal gedragen. Een beperkt aantal proefstukken zal worden voorzien van een
niet-tapse schotplaat orn de invloed van het afachuinen te kunnen beoor-caen
De proefstukken. bestenid voor statische en dynamische buigproeven
zullen in twee uitvoeringen worden vervaardigd teneinde de invloed van dwarskracht en buigend moment te kunnen bepalen. (Zie figuur
8).
De armléngte van de ene uitvoering is 180 mm en van de andere+50 mm.
N
o eD Nof
-I
o cxD ('J-i
¿f50 ¿'o
eD-
12 219W 1J219
Fig. 8ADe vermoeiingsproeven zullen worden uitgevoerd bij wisselbelastin-gen en bij sprongbelastinwisselbelastin-gen in het trekgebied; tevens zullen enkele van de axiaal te belasten proefstukken aan een sprongbelasting in het drukgebied worden onderworpen. In het algemeen zullen per be-lastingtype (sprong- of wissel) 8 identieke proefstukken worden ge-bruikt, die in het gunstigste geval 16 punten voor een
-5-
-6-kromme leyeren. De frequentie van do vermoeiingsbelasting zal zo laag worden gekozen dat plaatselijke temperatuurverhogingen door
warmteontwikkeling niet kunnen ontstaan. Deze situatie wordt
te-yens als het ineest representatief voor de scheepspraktijk beschouwd.
(NO,5
i wisseling/seconde)0Naast het bovenomschreven onderzoek zullen met behulp van
proef-staven de mechanische eigenschappen van de gebruikte materialen worden bepaald.
Deift, januari 1967
Betokenis der afkortingen: Code: A = Hand lay-up, 30% glas
50% glas (roving)
A"= 50% glas (mat-roving)
B = Gespoten (keeldikte 10 mm)
C = Gespoten (keeldikte 15
mm)4O% glas
S = St3tißchSt
= Statisch trek Sa = Statisch druk Sb = Statisch buigD Dynamisch
Dw = Wis8e1beliating (trek - druk) Dwb = Wie8elbuigbelaeting DB = Sprongbelaeting (trek) Db = Sprongbuigbelaatjng JR