• Nie Znaleziono Wyników

IJsverslag: Winter 1968-1969

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "IJsverslag: Winter 1968-1969"

Copied!
18
0
0

Pełen tekst

(1)

IJSVERSLAG

WINTER

1968-1969

UITGEGEVEN DOOR DE RIJKSWATERSTAAT

BEWERKT DOOR DE DIRECTIE WATERHUISHOUDING EN WATERBEWEGING

AFDELING HYDROMETRIE

STAATSUITGEVERIJ - 'S·GRAVENHAGE - 1970

RiJ

!<SV\l

ATERSï AAT

Dienst Binnenwateren RIZA MD;';(!2.nt 4·6

(2)

Foto's

blz. 8 A.N.P.-/oto te.Mulder) " 13 Rijkswaterstaat (R. Hofstra) " 13 Rijkswaterstaat (R. /lofstra) " 14 Rijkswaterstaat (R. Hofstra)

(3)

Inhoud

Voorwoord . 1 Algemeen overzicht 2 IJsbezetting en scheepvaartmogelijkheden . 3 Werking ijsberichtendienst . 4 5 11 19 3

(4)

Voorwoord

Het voorliggend ijsverslag geeft een documentatie van de ijsbezetting, voor zover van belang voor de scheepvaart en de afvoer van opperwater. De documentatie bestaat uit tabellen, grafieken en beschrijvingen, voorzien van toelichtingen, beschouwingen en verklaringen, ten einde deze gegevens beter toegankelijk te maken ten behoeve van scheepvaart, ijsbestrijding en beheer van de openbare wateren.

Het verslag is samengesteld door de afdeling hydrometrie ter directie waterhuishouding en water-beweging. Daarbij is gebruik gemaakt van gegevens van het koninklijk nederlands meteorologisch instituut, van de ijskaarten van de nederlandse ijsberichtendienst en een aantal opgaven betreffende de ijstoestand op rivieren en kanalen.

Hoofd afdeling hydrometrie

(5)

1

Algemeen overzicht

Samenvatting

Deze winter was wat de maanden november, december, februari en maart betreft, aan de koude kant. Drie ijsperioden met ijsvorming op alle vaarwegen, uitgezonderd de grote rivieren.

De scheepvaart ondervond vrij veel hinder van het ijs.

De meteorologische gegevens in dit verslag zijn ontleend aan de "maandelijkse overzichten der weersgesteldheid", publikatie 94a van het KNMI.

November. November was aan de koude en over het algemeen ook aan de droge kant.

Het langgerekt gebied van lage druk, dat zich aan het begin van de maand bevond van Ierland tot boven de Oostzee, verplaatste zich langzaam oostwaarts. Het passeerde ons land op 3 november, waarbij langdurig regen viel. Aan de achterzijde van de depressie werd op 4 november met noorde-lijke winden koudere lucht aangevoerd; 'later op de dag draaide de wind naar oostenoorde-lijke richting. Op 5 november was het hierdoor koel en droog weer. Een storing, die met de oostelijke stroming tot ons land doordrong, bracht veel bewolking waaruit af en toe wat regen viel en op 7 november hier en daar ook wat natte sneeuw. In de nacht van 8 op 9 november klaarde het op sommige plaatsen op en daalde de temperatuur tot onder het vriespunt.

Een gebied van hoge druk, dat zich inmiddels boven Frankrijk had gevormd, verplaatste zich naar Duitsland. Op 12 november kreeg dit verbinding met een gebied van hoge druk boven Scandinavië. De wind draaide naar het oosten en er werd koudere lucht aangevoerd; bovendien nam de wind toe onder invloed van een diepe depressie ten westen van de Britse eilanden. Op 13, 14 en 15 november werd het weer beheerst door een gebied van hoge druk boven Scandinavië. 'sNachts kwam algemeen lichte vorst voor en op 15 november bleef de temperatuur op vele plaatsen, ook overdag, beneden het vriespunt.

Een uit het oosten naderende storing deed op 16 november de bewolking toenemen, waaruit op enkele plaatsen wat lichte sneeuw viel. Op 17 en 18 november breidde een gebied van lage druk boven de Middellandse Zee zich naar Midden-Europa en op 19 november ook naar ons land uit. De wind werd noordoostelijk en er werd minder koude lucht aangevoerd. Het gevolg was een uitgebreid wolkendek, waaruit wat regen en motregen viel en op vele plaatsen vormde zich mist. Op 20 en 21 november kwam ons land onder invloed van het gebied van hoge druk boven Scandi-navië, dat een dag daarna weer vrijwel was verdwenen. Een frontensysteem van een depressie bij IJsland trok met regen en motregen over ons land; daarna werd het vrij zacht weer. Tot 28 novem-ber was er vrij veel bewolking en bleef het zacht weer, maar op 28 novemnovem-ber klaarde het op en werd het zonnig. In de avond ontstond echter op vele plaatsen mist en werd er tevens wat koudere lucht uit Duitsland aangevoerd. De temperatuur daalde in de nacht van 28 op 29 november tot even

(6)

beneden het vriespunt. Ten gevolge van luchtdrukstijgingen in het gebied benoorden Schotland verplaatste zich een frontale zone met enige regen naar het zuiden. Hierachter stroomde met noordelijke winden drogere lueht uit Scandinavië ons land binnen.

De hoogste temperatuur was 20,4

oe

te Epen(L.)op I november; de laagste-6,8

oe

te Spijk (Gr.) op 16 november.

December. December was koud met een te kort aan zonneschijn. De hoeveelheden neerslag waren

vrijwel overal beneden normaal.

Hoewel in het begin van de maand vrij koude lucht met zuid-oostelijke wind naar ons land werd gevoerd, bleef de temperatuur overal boven het vriespunt. Er vormde zich op uitgebreide schaal mist, later overgaande in een laag wolkendek, dat zich op 4, 5 en 6 december wist te handhaven. Intussen ontstond boven Scandinavië een nieuw gebied van hoge druk. Op 7 december daalde de temperatuur tot even beneden het vriespunt. Dit was ook het geval op 8, 9 en 10 december. Een belangrijke verandering voltrok zich op 10 december, toen koude, uit Noord-Rusland afkomstige lucht, ons land bereikte.

IJsperiode A. Er kwamen opklaringen en in de nacht ran 10 op11december vroor het Ol'erhet alge-meen matig; 11december lras zonnig met de gehele dag vorst. De temperatuur daalde 's nachts op vele plaatsen tot beneden-JO

oe.

Op15december werd de zeer koude lucht verdrongen door minder koude, hetgeen met enige sneeuwval gepaard ging. Onder invloed van de nadering van een diepe depressie ten westen van Schotland draaide de wind naar zuidelijke richtingen en nam daarbij in kracht toe. Het bij deze depressie behorende front veroorzaakte enige regen- en sneeuwval met hier en daar ijzel en temperaturen om het vriespunt..Op18december kromp de wind naar.het oosten, toen de depressie naar .Frankrijk trok en daarbij sterk in betekenis afnam. Er volgden enige dagen met depressieactiviteit. De temperatuur liep overdag op tot omstreeks 8

oe.

In. de nacht.1'01/ 2Jop 22

december passeerde een rug van hoge druk met opklaringen; de temperatuur daalde tot beneden het vriespunt en er vormde zichmist. Hetfrontensysteem van een nieuwe depressie bij Schotland.trok op 22 december met regen Ol'erons land. Krachtige westelijke winden voerden zachte-lucht aan, waarin de temperaturen tot boven 10

oe

opliepen. De lucht was bovendien onstabiel, waardoor gedurende enige dagen buien tot ontwikkeling kwamen .. Op 24 decemberontwikkelde zich boven Denemarken een depressie, waardoor een krachtige noordwestelijke wind opstak. Op25december trok een gebied van lage. druk over de Britse eilanden naar Frankrijk. De wind ruimde naar het noorden, waardoor koude lucht werd aangevoerd, versterkt door een uitloper van een gebied van hoge druk boven Groenland. Vooral in de kustgebieden kwamen talrijke hagel- en sneeuwbuien tot ontwikkeling. Een zwakke rug van hoge druk veroorzaakte op 30 december enige opklaringen. In de nacht van 30 op 31 december vroor het plaatselijk streng en vormde zich mist. Op de laatste dag van deze maand trok een storing zuidwaarts over ons land met regen- en sneeuwbuien. Minder koude lucht stroomde ons land binnen, zodat de temperatuur overal boven het vriespunt kwam.

De hoogste temperatuur was 11,4

oe

te Wilhclminadorp en Oudenbosch op 22 december; de laagste was-17,2

oe

te Philippine op 31december.

Januari. Dit was een bijzonder sombere maand met veel zacht weer. De hoeveelheden neerslag

waren vrijwel overal beneden normaal.

De eerste dagen vanjanuari zette de dooiflink door. In de vochtige luchtvormde zich mist, die vooral in het noorden van het land lang aanhield. Toen op4januari een gebied van hoge druk boven Rusland zich naar West-Europa uitbreidde, stroomde koudere lucht binnen met laaghangende bewolking en mist. De dag daarna werd.met zuidoostelijke wind wat drogere lucht aangevoerd, terwijl in de nacht I'On5op6januari de temperatuur op veleplaatsen beneden het vriespunt kwam. Op Z.januaripasseerde eenfrontensysteem van een depressie boven de Golf van Biscaye ons land met slechts weinig neerslag. De wind ruimde naar. het zuiden en er werd minder koude lucht aangevoerd. In de nacht van 9 op 10januari nam de wind toe uit zuidoostelijke richting, waardoor wat koudere lucht werd aangevoerd, doelt de mist werd verdreven.

Er volgden enige dagen met depressieactiviteit waarbij wat regen. Om de depressie heen, die boven de Britse eilanden tot stilstand was gekomen, stroomde betrekkelijk warme lucht naar ons land met aanvankelijk nog veel bewolking. Op 14januari klaarde het op en was het op vele plaatsen zonnig weer; in de kuststreken vielen enkele buien. Het frontensysteem van een depressie boven de Noordzee trok met Jangdurige regen'op 18 januari over ons land. De wind bereikte in de

(7)

kust-gebieden stormkracht; op 19januari nam de depressie sterk in betekenis af. De wind kromp op 20 januari naar het zuidoosten, waardoor wat koudere lucht werd aangevoerd. Het warmtefront van een depressie die inmiddels ten westen van Ierland was aangekomen, bracht op 21 januari, vooral in de kustgebieden, regen. Er stroomde enige dagen warme lucht binnen. Op 23 januari nam de wind sterk af op de nadering van een rug van hoge druk vanuit het westen. In de vochtige lucht ontstond in een groot deel van ons land mist.

In de loop van de avond van 28 januari viel er veel regen doordat een storing met grote snelheid zich van de Golf van Biscaye over Zuid-Engeland naar Denemarken verplaatste. Achter deze storing werd op 29 en 30 januari onstabiele lucht aangevoerd, waarin zich buien ontwikkelden. Een randstoring van een diepe depressie, die zich intussen ten zuiden van Groenland over IJsland naar Noorwegen verplaatste, trok op 31 januari over de Noordzee naar het oosten, waardoor in het Waddengebied een stormachtige wind opstak. Er vielen enkele verspreide buien, die hier en daar van hagel en natte sneeuw vergezeld gingen.

De hoogste temperatuur was 13,8 °C te Epen (L.) op 22 januari; de laagste -9,0 °C te Winterswijk op 1 januari.

Februari. Deze maand was koud en aan de sombere kant. De hoeveelheid neerslag was op de

meeste plaatsen boven normaal.

Tot 4 februari heerste er depressieactiviteit met talrijke regen-, sneeuw- en hagelbuien. Op 4 februari breidde een gebied van hoge druk ten zuidwesten van Ierland zich over ons land uit en nam de buiïgheld af. Daarna traden er weer actieve depressies op met talrijke hagel- en sneeuw-buien op 7, 8, 9 en 10 februari. Tijdens opklaringen kwam plaatselijk matige vorst voor. Op 10 februari lag op vele plaatsen een sneeuwdek van minstens 10 cm. Achter een depressie die op 12 februari over ons land naar Zuid-Duitsland trok, stroomde opnieuw koude lucht binnen.

IJsperiode B. In de nacht van 12 op 13februari vroor het tijdens opklaringen op veleplaatsen matig. De nacht ran 13 op 14februari werd de koudste van deze winter; op veleplaatsen vroor het zeer streng en vormden zich dichte mistbanken. Op 14 en 15februari lI'ashet zonnig bij meest lichte vorst, terwijl het 's nachts matig tot streng vroor. Een gecompliceerd gebied van lage druk boven Centraal-Europa breidde zijn invloed tot over ons land uit, waardoor in het zuidoosten plaatselijk grote hoeveelheden sneeuw vielen. Door de krachtige noordoosten wind werd veel last VGlIdriftsneeuw ondervonden. Op

17 en 18 februari sneeuwde het in het gehele land. Overdag bewoog de temperatuur zich rond het vriespunt; 's nachts vroor het licht tot matig. De depressie, waarmede dit sneeuwgebied samenhing, trok opvullend in westelijke richting lI'eg. De oostenwind nam op 19februari lI'eer toe, doordat een diepe depressie van de Golf l'an Biscaye naar het noorden trok. In het noorden van het land veroor-zaakte dit drifsneeuw, terwijl het front van deze depressie in de zuidelijke provincies sneeuwen ijs-regen bracht. Achter het front stroomde warmere lucht ons land binnen, waardoor op 20februaride

dooi inviel gevolgd door lI'eer enige dagen van depressieactiviteit. Op24en25februari bevond ons land zich in de overgangszone tussen een gebied l'an hoge druk boven Rusland en een van lage druk tenwesten van Ierland. Hierdoor werd iets koudere lucht aangevoerd, waarin veel bewolking en vooral in de noordelijke provincies wat sneeuw. De koude lucht 1I'0ngeleidelijk meer terrein doordat het gebied van hoge druk zich over Scandinavië naar de Britse eilanden uitbreidde. Op26en27februari veroorzaakten storingen in de oostelijke stroming in het gehele land enige sneeuwval, de temperaturen schommelden daarbij om het vriespuilt. De laatste dag van deze maand II'aS zonnig, maar 's avonds

nam de bewolking lI'eer toe op de nadering van een nieuwe storing in de oostelijke stroming.

De hoogste temperatuur was 13,2 °C te Kapellebrug op 23 februari; de laagste was -19,6 °C te Wageningen op 14 februari.

Maart. De maand maart was koud en vrij somber. In het grootste deel van het land viel meer dan

de normale hoeveelheid neerslag.

Op I maart steeg de temperatuur tot slechts enkele graden boven het vriespunt met in de nacht van I op 2 maart plaatselijk nachtvorst. Een randstoring van een gebied van lage druk boven Zuidwest-Europa veroorzaakte op 2 en 3 maart voornamelijk in het zuiden van het land enige regen. Op 4 maart begon een periode van zonnig weer met 's nachts overwegend lichte vorst door aanvoer van drogere lucht uit het oosten. In de nachten van 6 op 7 en van 7 op 8 maart vormde zich plaatselijk mist. Als gevolg van een actieve depressie draaide de wind op 8 maart naar westelijke richtingen, doch het werd een zonnige dag. Een koudefront passeerde op 9 maart, waaa rachter polaire lucht

(8)

, \

\,

'

~'-...,..c:...2

J

15 December 1968. Een barre ijsvlakte strekt zich uit van de Dijk (bij Vo/endam) tot inhetUsselmeer,

ons land binnenstroomde, Jn de nacht van 9 op 10 maart vroor het op de meeste plaatsen licht. Daarna volgden enige dagen met vrij veel depressieactiviteit, gepaard gaande met regen en sneeuw, terwijl de wind stormachtig werd met op 13 en 14 maart grote hoeveelheden neerslag, Aan de noordzijde van de frontale zone van een boven Engeland aanwezige depressiekern werd met oostelijke wind koude lucht aangevoerd en werd veel last van ijzel ondervonden. Aan de zuidkant stroomde wat warmere lucht uit zuidelijke richtingen toe.

De temperatuursverschillen tussen het noorden en het luiden van ons land waren dientengevolge zeer groot. Op 15 maart draaide de wind naar oostelijke richting en nam toe tot krachtig; in de noordelijke kustgebieden tot stormachtig, Het bleef evenwel regenachtig weer, waarbij in de noordelijke provincies wederom last werd ondervonden van ijzel. Op vele plaatsen bleef de ternpe-temperatuur daar op 16 maart beneden het vriespunt.

IJsperiode C. Ook de volgende dagen stagneerde de frontale zone boven ons land. De luchtdruk ver-schillen namen evenwel geleidelijk af

Onder invloed van een zich op 19 maart boven Spanje naar het noorden uitbreidend gebied van hoge druk, klaarde het in de loop van de avond op en werd 20 maart een zonnige dag. De oostelijke wind bleef evenwel koude lucht aanvoeren en nam op 21 maart u'esr in kracht toe. In ons land bleef het op deze en de volgende dag droog en zonnig met 's nachts lichte vorst. Op 23 en 24 maart kwam ons land

onder invloed van depressieactiviteit. terwijl een neerslagzone ons land bereikte waardoor er op vele plaatsen sneeuw viel. Opklaringen kwamen voor op 25 maart en viel er alleen in het zuid-oosten nog wat sneeuw. Zonnig was het op 26 en 27 maart bij een overwegend matige tot krachtige noordoostelijke wind met 's nachts lichte vorst. Voor het front van een depressie, die van IJsland in oostelijke ricbting koerste, stroomde vochtige lucht binnen met in de ochtend van 29 maart op vele plaatsen mist. Door het krimpen van de wind van noordoost naar zuidwest werd er minder koude lucht aangevoerd. De maand eindigde met langdurige regen en veel wind, toen een depressie over ons land trok,

(9)

\Cl 30 I FEBRUARI 10 15 MAART 10 15 ~O .n~ t:~ ~~ ",,, Gb 0....

82

3

5

'"

NOVEMBER DECEMBER 1968 1969 JANUARI

I 5 IQ IS 20 25 301 5 10 15 20 25 ::!O , 5 10 15 -l~:tS 1040 LUtW'rL~tk I 1020 .

·1 1000 . .. : :

·1+: .'.

.r' , ." I. .

+1

980 . :: . ,:

.H

960 25 39 20 25 5 on ;:>

a

U 5o <I Cl

20 .,,1. '.L '1A,,".MU,,t',-!.J . ' iktfJ-JRATUUR DERLJtW-Iut-li~

l

+: :

. .±

-L . :

:f±~~i

r

~. I G(M1DDE.~E. I I _L

+

i

10 1: jJ ._~ 'ï T ii!' " I ;,I _''_ • , , '.' I . -<;: ".

o : JJ' I

'':+

u. ' ". :' .' ' ~-.U·. .', ~

:'-1"" :

, ,M~''''U'',

:t

i, ,

1- "

+

t

t

,

.•0.it-++

ff7f'if\,.-rt

-+ ~

,

.

,

I

l:'l " rn' .r rit

·t~.,

i

'I

.20 -Ittt-r-tii , qe I" ~·tt ... .

d'

,

20, ...

+ ,

..

,

NEERSLAG EN bldJEUW I,

+ :-:-~t:.:

+

+

:~r~

~t+

'1'

t ±I~+:

W

10!I I I I --u- I . I I' ~ ,.~...~!.L . ... '!~'~I ,-r: I

t·~

~

1+ .. -L

J .

1:&

.

-1-'

+ . ~

-Lv!"",. . 'i" .1"'

o~:--"t.. U'_~"I: I: 1*1'1 ~ III 11111 I' I t I I I 11*. *, j

+ ..

*.* IT'-jl-II.II'JIIIIJ..L"" ;III 'lIl; I ~*.••*\11.-1 :1*\11\1111] 1111*. •.* I: I: I ~1l~11 ~I 11-1 II ~\III.lII*1 I; Ë E ;; Cl

..

~ ~z u z

"

à èi "z ;;

~z 'f,':. ., I "~"O." . '[ . ij .~:G. ';'U ,". '."i::fTT-l;':Ul . "" '-JWINDRICHTINGTT , . TiI1

i:i

'îZr-Io

l,@o ,!'-'~tW-

, ., , .ii:IITpo

~rri"

, ,

'1.~,;t'I

I .,

t'

~1,

-H-w -!. _ _ I' • I I I : 1~ I:; W ij- 1J1l.fllJ· J- - i Iη -t ... +-. ... - - i 1~2W

• I1

't

.11[' l,~u' it:hJ· -1 i~'!' ·1·· "i1"

N "It .. . i -rTt' '!<...

t,

... ft..

i -L. . ... ~ '.

~:I+',

.1 :

cl::

":

?ft"N),DE19-T-JiYtWrll!''"I~no

q:

J,l+

I

fit

+

f • rl!

.j': ..

fT

I'W

'., . . , ' .". '-L IIJJ.!

,f!

Ij '.-1 h

{hf!

.

1:J- i'l1' ..

t

l..

r . '.'

-t;:f

+

tlJ

l

0" I~~ ,..,.. ,', , ,'. '.u . ~ J, .• :i:+'" ~.'02 '+N<rh'i";' :)- ;;{

&

(10)

De hoogste temperatuur was 16,7 °C te Oudenbosch op 14 maart; de laagste temperatuur -6,6 °C te Spijk (Gr.) op 4 maart.

Een overzicht van de winter geeft figuur 1. Hierin zijn opgenomen de voornaamste meteorologische gegevens (luchtdruk, temperatuur, neerslag, windrichting en windsnelheid) te De Bilt.

De gemiddelde temperatuur in de maand januari was hoger dan normaal, terwijl de gemiddelde temperaturen van de maanden november, december, februari 1969 en maart 1969 lager dan normaal waren.

Een overzicht van de maandelijkse afwijkingen ten opzichte van de over een tijdvak van 30 jaren (1931-1960) berekende normale waarde geeft onderstaand staatje:

maand Den Helder Eelde DeDiIt Vlissingen vliegveld gemiddelde

Z-Limburg van deze 5 stations november 1968 -1.3 -0.3 -1.0 -1.3 -0.7 -0.9 december 1968 -3.6 -3.5 -3.2 -2.7 -2.8 -3.2 januari 1969 1.8 2.6 2.7 2.0 2.9 2.4 februari 1969 -1.5 -2.3 -2.1 -1.2 -2.2 -1.9 maart 1969 -3.1 -3.3 -2.8 -1.9 -1.7 -2.6

Afwijkingen in graden Celsius van de gemiddelde maandelijkse temperatuur

Een gedetailleerd overzicht van het aantal vorst- en ijsdagen gedurende november tot en met maart voor de vijf hoofdstations wordt weergegeven in onderstaand staatje:

weerstation november 1968 december 1968 januari 1969 februari 1969 maart 1969 totaal vorst- ijs- vorst-' ijs- . vorst- ijs- vorst- ijs- vorst- ijs- vorst- ijs-dagen dagen dagen dagen dagen dagen dagen dagen dagen dagen dagen dagen

Den Helder 3 I 20 6 5 0 15 5 20 3 63 15 Eelde 6 1 26 10 12 2 23 9 29 3 96 25 De Bilt 7 2 23 10 7 0 20 6 25 0 82 18 Vlissingen 4 1 14 5 2 0 12 4 10 0 42 10 vliegveld Zuid-Limburg 8 2 22 7 8 0 22 6 18 0 78 15

Overzicht van het aantal vorst- en ijsdagen . (vorstdag: minimumtemperatuur onder 0 "C) (ijsdag : maximumtemperatuur onder 0 "C)

(11)

2

IJsbezetting en scheepvaartmogelijkheden

)

In figuur 2 is het globale verloop van de winter voorgesteld door de kromme van de gemiddelde temperaturen en door de kromme van de dagelijkse minimumtemperaturen voor De Bilt. Deze zijn ontleend aan figuur 1. Tevens is aangegeven de duur van de ijsbezetting op de voornaamste wateren.

DR~FUS EN(OF VAST US OP DE RANDMEREN

====::.__

AI[)'"M <,lP ....-f 'JSSEU"''':FR B

IR~M OP Rl- KANAL~N

c-Figuur 2 Het vcrloop van de winter 1968-1969

De minimumtemperatuur daalde op 14 november in het gehele land tot beneden het vriespunt. Dit duurde 3à4 dagen en had tot gevolg dat op het Veluwemeer van 16 tot en met 19 november lichte ijsvorming optrad. Elders in het land kwam nog geen ijs voor.

Eerst op 10 december trad opnieuw ijsvorming op, weer op het Veluwemeer. De minimumtempe-ratuur was reeds enige dagen beneden het vriespunt, zij het maar enkele graden.

IJsperiode A. De vorst nam evenwel toe, zodat op 11 december ijs voorkwam op de vaarwegen in

de provincie Friesland en in het zuidoosten van de provincie Groningen. Op het IJsselmeer was toen een begin van ijsvorming langs de Afsluitdijk en de westelijke oever. Hiermede werd een ijs-periode ingeluid, die zou duren tot en met 10januari. Op 12 december werd op de kanalen in de provincie Drente een vaarverbod ingesteld met uitzondering van de Drentse Hoofdvaart. In de avond van deze dag werd ook een vaarverbod ingesteld voor de Friese kanalen, met uitzondering van het Prinses Margrietkanaal, het Van Harinxmakanaal met de oostelijke en westelijke aan-sluitingen van Leeuwarden, alsmede de Zijlroede en het stroom kanaal te Lemmer. Reeds werd op de kleine kanalen hinder van het ijs ondervonden. De scheepvaart op het IJsselmeer ondervond nog niet veel hinder. Op 13 december kwam op bijna alle kanalen ijs voor. In het westen en het zuiden van het land had men hiervan nog niet veel last; wel de scheepvaart op het IJsselmeer. Scheepvaart in de randmeren was moeilijk, zo niet onmogelijk. Deze toestand handhaafde zich enige dagen.

Na 15 december steeg de temperatuur tot boven het vriespunt. De invloed hiervan was op de ka-nalen direct merkbaar. In de provincie Friesland werd op 17 december het vaarverbod weer inge-trokken. De scheepvaart op de kanalen in het westen en het zuiden van het land was spoedig weer normaal, terwijl ook in het noorden een gunstiger ijstoestand ontstond. Hier werd op enige

(12)

lcn het ijs gebroken en waren de meeste kanalen vrij goed, maar ook hier en daar nog moeilijk bevaarbaar. Het voor de Drentse Hoofdvaart geldende vaarverbod (ingesteld op I3 december) werd op 19 december weer ingetrokken. Op deze dag verspreidde het ijs op het IJsselmeer zich en was vaart weer redelijk mogelijk.

Veel drijfijs bevond zich evenwel nog in de omgeving van de Oranjesluizen bij Amsterdam, dat voor de scheepvaart vrij veel hinder opleverde. Deze toestand handhaafde zich nog enige dagen, maar op 23 december was scheepvaart praktisch overal weer goed of vrij goed mogelijk.

In de laatste dagen van deze maand daalde de minimumtemperatuur weer tot beneden het vries-punt, waardoor opnieuw ijsvorming optrad. Aanvankelijk weer op de kanalen in de noordelijke provincies, het IJsselmeer en de randmeren, maar op 31 december ook op enige kanalen in de provincie Noord-Brabant. Voor de kanalen in de provincie Drente was vanaf 30 december weer een vaarverbod van kracht, met uitzondering van de Hoogeveense Vaart. De laatste dag van deze maand werd voor het kanaal van Almelo naar Coevorden en het gedeelte van het Apeldoorns kanaal van Dieren tot Apeldoorn eveneens een vaarverbod ingesteld. Het vaarverbod voor al de kanalen werd op 3 januari weer ingetrokken (Coevorden-Zwin deren op 4;januari).

Op het IJsselmeer was in deze dagen in het algemeen alleen vaart mogelijk voor krachtige schepen of in konvooi of met sleepboothulp. Op 4 januari was het ijs op de kanalen nog maar van weinig betekenis meer. Op het IJsselmeer bevond zich echter nog steeds vrij veel ijs langs de oostelijke oever, dat vooral voor Kornwerderzand, Staveren en vanaf Lemmer tot ten noorden van Urk veel hinder voor de scheepvaart opleverde. De temperaturen bleven gunstig, zodat de ijstoestand dagelijks verbeterde. Op 17 januari kwam geen ijs meer voor.

IJsperiode B. De tweede ijsperiode zette in op I3 februari en zou eindigen in begin maart. De nacht

van 13 op 14 februari werd de koudste van deze winter. Het vroor op vele plaatsen zeer streng. De laagste temperatuur van -19,6 °C werd gemeten te Wageningen op 14 februari. Er was nog maar sprake van weinig ijs in Friesland, het IJsselmeer en de randmeren op I3 februari. Op 14 februari had dit zich evenwel uitgebreid over het deel van het land ten noorden van de lijn Haarlem-Utrecht-Nijmegen. Wederom werd voor de provinciale kanalen in Drente een vaarverbod inge-steld met uitzondering van het gedeelte Meppel-Hoogeveen van de Hoogeveense vaart. Een dag later, op 15 februari, kwam praktisch op alle vaarwegen ijs voor met uitzondering van de rivieren, de zeearmen, het Amsterdam-Rijnkanaal, het Noordzeekanaal, de Eems en het Maas-Waalkanaal. Voor kleine schepen was de vaart praktisch gestremd. Op de doorgaande vaarroute Lemmer-Leeuwarden-Groningen was vaart in konvooi of voor krachtige schepen wel mogelijk. Op de Twentekanalen en het Noordhollands kanaal was toen vaart nog vrij goed mogelijk. Op het IJsselmeer leverde het ijs weer veel hinder op. De ijstoestand voor de Oranjesluizen bij Amsterdam was door de heersende windrichting in deze ijsperiode zeer ongunstig. Dit gold trouwens voor de gehele westelijke oever van het IJsselmeer. Aan de oostelijke oever werd niet veel hinder onder-vonden. De ongunstige ijstoestand op het IJsselmeer was dan ook aanleiding voor vele schippers hun vaarroute te kiezen via het Noordhollands kanaal en de Waddenzee. Dezerzijds was via de radio-ijsberichtgeving op deze mogelijkheid gewezen.

Het ijs op de kanalen in het zuiden en het westen van het land leverde voor de scheepvaart in het algemeen niet veel hinder op. Behalve voor de provinciale kanalen in Drente werd met ingang van 17 februari ook voor de rijkskanalen een vaarverbod ingesteld, met uitzondering van de omgeving van Meppel.

Op 4 maart werd de ijstoestand op het IJsselmeer voor de Oranjesluizen iets gunstiger, maar eerst op 10 maart begon de vaart langs de westelijke oever weer op gang te komen. Op de kanalen was er op 24 februari weer vaart mogelijk en werd op deze dag het vaarverbod van derijks- en provinciale kanalen in Drente ingetrokken. Op 4 maart waren de randmeren ook weer normaal bevaarbaar, terwijl op 12 maart het ijs was verdwenen.

IJsperiode C. Dit betekende evenwel niet het einde van de winter, want op 17 maart begon zich

voor de derde maal ijs te vormen en wel op de (kleine) kanalen in het zuidoosten van de provincie Groningen. Op 18 maart kwam ook ijs voor op de kanalen, maar vooral op de grote meren in de provincie Friesland (ijsperiode C)en op het IJsselmeer in het Hoornse Hop en voor Den Oever. Op de kanalen in Friesland en Groningen handhaafde het ijs zich tot 23 maart. Voor Den Oever op het IJsselmeer kwam nog tot 30 maart drijfijs voor. Dit werd zo veel mogelijk via de spuisluizen

(13)

Getracht wordt de ongeveer 2km brede strook ijs, die zich op 20 maart 1969nog bevindt tussen Breezand en Den Oever, via de uitwateringssluizen (Stevinsluizen) te Den Oever af te voeren. De vele dagen uit het oosten waaiende wind veroorzaakte op de Waddenzee een lage waterstand, waardoor afvoer van wa/er en ijs van hetllsselmeergoedmogelijk was.

(14)

naar de Waddenzee afgevoerd. Hiermede was dan een definitief einde gekomen aan het optreden

van ijs op de waterwegen in deze winter.

Een overzicht van de ijsbezetting en scheepvaartmogelijkheden op de kanalen is dag voor dag aan-gegeven in figuur 3.

In figuur 4 is een overzicht gegeven van de ijstoestand dag voor dag voor een aantal

IJsselmeer-stations en voor de Waddenzee. Langs de Noordzeekust is geen ijs voorgekomen, terwijl op de

zeearmen geen ijs van betekenis is opgetreden. Hier en daar is in een haventje van enige ijsvorming

sprake geweest.

Op de grote rivieren in Nederland is in deze winter geen ijs voorgekomen.

Dit geldt ook voor de Rijn in Duitsland. Wel is ijs voorgekomen op de zijrivieren van de Rijn in Duitsland. Vanaf 13 tot en met 20 december en van 18 tot en met 20 februari werden hiervan ijs-meldingen uit Duitsland ontvangen. Deze hadden betrekking op de Main, de Lahn en de scheep-vaartweg Rijn-Kleef. De scheepvaart op de Lahn is gestremd geweest van 13 tot en met 18 decem-ber en van 18 tot en met 20 februari. Overigens leverde het ijs niet veel hinder op.

(15)

Llsbezetting en scheepvaartmogeliikheden op de kanalen

december -"19c:68"---__ ~ januari 1969_____

I

februari 1969

Ji12iJ

1415161718 19202122,2324 25 26~2~7~28~2~9"3-0-3-1-"=1=2=3 4 5 61 7 8 910 11I2iJ14 15 16i1jiJI415 16 17 18 19202122 2J24 25 26 27 28

A. Groningen,Friesland,Drente,O,'erijssel a. Grote kanalen I. Eemskanaal . . . . . 2. Van Starkenborghkanaal 3. Vaarweg Groningen-Lemmer. 4. Vaarweg Groningen-Staveren. 5. Van Harinxmakanaal: Harlingen- Leeuwarden Leeuwarden- Foncjacht 6. HoukesJoot 7. Meppelerdiep 8. Zwarte Water 9. Zwclle-lfsselkanaal . 10. Twentekanalen . b. Overige kanalen B. Noord-Holland, Zuid-Holland, Utrecht, Gelderland a. Grote kanalen I . Noordzeekanaal 2. Zaan 3. Noordhollands Kanaal 4. Balgzandkanaal 5. Noorderbuitenspaame en zijkanaal C 6a. Vaarweg Amsterdam-Rotterdam via Gouda: Schinkel, Ringvaart v.d. Haarlernmermeerpolder, Heimans Wetering, Oude Rijn, Gouwe en Hollandse IJssel

6b. Vaarweg Amsterdam-Rotterdam via Leidschendam: Schinkel, Ringvaart v.d. Haarlemmenneerpolder, Zijl, Rijn-Schiekanaal, Delftse Schie en Delftse Vliet. 7. Amsterdam-Rijnkanaal 8. Merwedekanaal 9. Amstel-Drechtkanaal 10. Hartelkanaal 11. Afgedamde Maas 12. Kanaal van Sint-Andries. 13. Maas-Waalkanaal

b. Overige kanalen

C. Zeeland, Noord-Brabant, Limburg

a. Grote kanalen

I. Kanaal door Walcheren. 2. Kanaal door Zuid-Beveland 3. Kanaal Gent-Terneuzen. 4. Axelse Sassing . 5. Donge 6. Markkanaal 7. Wilhelminakanaal 8. Zuid-Willemsvaart: Engelen-Helmond. Helmond-Maastricht 9. Kanaal Wessem-Nederweert la. lulianakanaal b. Overige kanalen Figuur 3 maart 1969 123456789101111718[19202122,23

IJSPERIODE A IJSPERIODE B lJSPERIODE C

I

I

I1 PJlRPPPPPBBA B~

é

~I:~ ~ ~

~1~~-:~

~QQGGGMMMGXDDBB~PP~~BOOOA I

I

I

çj

B BAl

I

I

I

GD BA -~ P.._G~gBBBBBA BC_GP"B BA XJJP.iPJB B B BAl

I

I

III

1II D DDID B -g II -Cllll A

IJDGtrull A BCA

BB A BDEDDDBDBBA B inH; tiïl'A

----I

c

C_IO_G~ ~ ~I_E~ ~E ~ ~ , '. I I I DDCDBBBA BBBB,A

- - -- - ....- geen letter betekent blank water

Verklaring van de lettercode: A blank water

B licht drijfijs C licht vast ijs

D middelzwaar verspreid drijfijs E middelzwaar opeengepakt drijfijs F middelzwaar drijfijs in geul of slop G middelzwaar vast ijs

H zwaar verspreid drijfijs K zwaar opeengepakt drijfijs L zwaar drijfijs in geul of slop M zwaar vast ijs

N ijsdam of kruiend ijs

o

verdwijnend ijs, niet meer hinderlijk ____ goed bevaarbaar ______ vrij goed bevaarbaar _____ moeilijk bevaarbaar

onbevaarbaar

(16)

IJstoestanden op het IJsselmeer en de Waddenzee Figuur 4

I

december 1968 1 januari 1969

I

februari 1969 1 maart 1969

I

waarnemingspunt 11112113114115116117118119120:21122123124125126127128129130:31\ 1\21 3141 51 61 71 81 9110:11112\13114115\16117113114115\16117\18119120:21122123124125\26\27128111 2\ 3\ 4\ 5\ 61 7181 911011I112117118119120!21122!23124125126127128129130 IJsselmeer l. Lemmer .... 2. Staveren . . . . 3. Kornwcrderzand 4. Den Oever 5. Medemblik 6. Enkhuizen 7. Hoorn .. 8. Amsterdam 9. Lelystad . 10. Ketelmeer (Schokkcrhaven) . Waddenzee l. Nieuwe Statenzijl . 2. Delfzijl ... 3. Zoutkamp . . 4. Nieuwe Zijlen 5. Oostmahorn. 6. Nieuw-Bildt. 7. Harlingen. . . 8. Kornwerderzand . 9. Westerland . . 10. Den Oever . . . . 11. Den Helder (Nieuwe Diep) 12. Oude Schild.

13. Vlieland

14. Terschelling . . . 15. Ameland . . . . 16. Schiermonnikoog.

C • E

ELF

n r F A

EIEI~S::~O:.:.:

K KIK K A

I •

J '

D A

BI B B

A

I

IJSPERIO~E

B

BDBNNGGGLLFAEEEEKEDDDDDDDA CCBBBBAHA I

BGLMLMMMLKKKLKKHKKKKKKKKKKKKKKKKKKKKHACCDA BBBA KA

BGMMMMMMLKKKLA HHHIIHA KKKA CDEEKKKKMMMMMMMMMMMMMEA

CCCA DEA BBGA CGGGGMMMMLGGGGGGGGMMMA

BCGGMLLLLMEDFO GGMMMMMMMMEEFFFFA KKA

BGLMMMMLMMMMDA CCA BGGLMMMMMMMMMMMMMMMMKKKKI!

BBEEEKKKEEEEA CCA

I

GKKKKKKKKKKKKKKKKKEEHEDII

BCCCCA DDDDDA EDDEEEEBBBA CGKKKKMMKDDBA

DCGMMMLFFFFFBA BFFMMMMMMMMFFEEBA CLLO CGGBA CGGBA CCGGGEEEEEEOOA BBBBBBBBBBBA FELEEEEGFFDGDA FELEEEEGFFDGDA CGGGFA BBDDA BBDBA

o

BB BA BBDBOA DDDDA DDDDDBBA DEEEEEDA CCFEKKKKKKBO BEDEEEKEBBA BA I BBBBBBBBBBA CCGGGGMMGGGCBBA CCGGGGMMGGGCBBA BBGGGGMMGBFBBBBBBPPBPBA BA BDBBBA B BBA BBA EEDBA

I

I

geen letter betekent blank water I

HDA BBA IJSPERIODE C EBA EKKHLA EKKH LA

I I

BA CCCCBA EKEEEEKEEEEEA

Verklaring van de Iettercode A blank water

B licht drijfijs C licht vast ijs

D middelzwaar verspreid drijfijs E middelzwaar opeengepakt drijfijs F middelzwaar drijfijs in geul of slop G middelzwaar vast ijs

H zwaar verspreid drijfijs K zwaar opeengepakt drijfijs L zwaar drijfijs in geul of slop M zwaar vast ijs

N ijsdam of kruiend ijs

(17)

3

Werking ijsberichtendienst

Binnenvaart Nederland

oDe berichtgeving voor de binnenvaart is in werking geweest van 16 tot en met 19 november, van IOdecember 1968tot en met 11januari 1969, van 13 februari tot en met 12 maart en van 17 tot en met 30 maart.

In deze tijdvakken zijn 20 ijskaarten uitgegeven. Dagelijks werden 731 ijskaarten verzonden,waarvan:

191 aan abonnees,

309 aan publikatie-adressen, 231 aan dienstinstanties.

Llsberichtgeving per radio en pers

IJsberiehten ten behoeve van de radio-nieuwdienst, NTS en pers werden verstrekt van 12 tot en met

21 december, van 30 december tot en met 4 januari en van 14 tot en met 28 februari. De berichten werden omgeroepen bij de nieuwsuitzending van 18.00 uur ('Szondags te 11.50 uur).

Internationale ijsberichtgeving voor de zeevaart

Deze berichtgeving is in werking geweest van 12 tot en met 21,30 en 31 december, I en ijanuari, 13 tot en met 24 februari en 4 tot en met 7 maart. De berichten werden uitgezonden tot en met 24 februari via Scheveningen-radio en hadden betrekking op:

Delfzijl - Eems, Harlingen - Waddenzee, Den Helder - Waddenzeezijde.

overzicht ran de uitgezonden berichten

datum stations

Delfzijl Harlingen Den Helder 12 december 1968 13 december 1968 14 december 1968 15 december 1968 16 december 1968 17 december 1968 18 december 1968 19 december 1968 . 20 december 1968 21 december 1968 120 120 322 322 322 910 910 300 642 3 I 0 1 50 1 5 2 352 352 3 1 2 2 1 0 000 000 000 000 19

(18)

overzicht van de uitgezonden berichten (vervolg)

datum stations

Delfzijl Harlingen Den Helder 30 december 1968 1 0 0 000 (niet uitgezonden)

31 december 1968 3 3 0 000

1 januari 1969 330 000

2 januari 1969 000 000

13 februari 1969 120 000 (niet uitgezonden)

14 februari 1969 322 000 15 februari 1969 322 000 16 februari 1969 322 000 17 februari 1969 3 2 3 000 18 februari 1969 323 000 19 februari 1969 3 23 000 20 februari 1969 353 000 322 21 februari 1969 3 3 2 000 000 22 februari 1969 311 000 23 februari 1969 3 I 0 000 24 februari 1969 000 000

4 maart 1969 120 000 (niet uitgezonden)

5 maart 1969 120 000 " 6 maart 1969 140 000 " 7 maart 1969 140 000 "

verklaring van de cijfercode:

ijstoestand ontwikkeling van het ijs scheepvaartmogelijkheid

o

blank water

o

ijstoestand onveranderd 0 scheepvaart niet belemmerd 1 nieuw gevormd ijs, ijskristallen,

sneeuw- of ijsbrij, pannekoekijs of ijskorst

1 ijstoestand begint beter te worden 1 scheepvaart voor ijzeren of sta-len motorschepen niet belem-merd; voor houten schepen, welke niet tegen ijs zijn be-schermd, gevaarlijk

2 ijstoestand wordt slechter 2 scheepvaart voor motorschepen met gering vermogen moeilijk, gevaarlijk voor zwakgebouwde schepen

2 licht vast ijs of voos ijs, 5-15 cm dikte

3 verspreid drijfijs, hoogstens 5/8 van de wateroppervlakte met ijsschotsen

3 ijs komt in beweging 3 scheepvaart alleen mogelijk voor sterk gebouwde schepen met flink motorvermogen

4 ijs verspreid zich of drijft weg 5 ijs neemt toe

6 zwaar drijfijs, meer dan 5/8 van de wateroppervlakte bedekt met ijs-schotsen

9 open vaargeul langs de kust

De gebruikte code is die, welke is samengesteld door de "Commission for Maritime Meteorology of The World Meteorological Organisation (WMO)" te Genève. Zij wordt gebruikt in: Finland, Zweden, Polen, Noorwegen, Denemarken, de Duitse Bondsrepubliek en Nederland.

De berichten omvatten de ijstoestand en de bevaarbaarheid van de in het overzicht genoemde havens met hun toegangen.

Dagelijks werd van de berichten een afschrift toegezonden aan dienstinstanties te Stockholm, Kopenhagen, Oslo, Helsinki en Hamburg.

Cytaty

Powiązane dokumenty

Then a one-dimensional version of the model, using coupled line scatterers, is given and the general behavior of the results and dependence on model parameters

Przykłady wg wyboru wykładowcy zgodnie z profilem wydziału (kierunku studiów). TYPOWE ZASTOSOWANIA POLIMERÓW. 1) Zastosowania na konstrukcje silnie obciążone i konstrukcje

Po 365 dniach od wykonania beleczek betonowych i przetrzymywania w łaźni wodnej, na powierzchniach zewnętrznych beleczek pojawiły się zmiany w postaci jasnych okrą-

In the study group of 32 patients with psoriasis vulga- ris, the highest percentage of patients with concomitant hypertension or metabolic syndrome can be observed; relatively

Eschatologiczny, metafizyczny, religijny, m isteryj- ny, mistyczny, egzystencjalny i esencjalny w ym iar człowieczego bytu może znaleźć się jako m otyw (temat)

Wszyscy, zarówno goście jak i gospodarze, rozstawali się z przeświadczeniem, iż Zjazd przyczynił się do dalszego ulepszenia pracy Towarzystwa, które ma już

Preliminary literature review Chapter 2 Initial preliminary conceptual framework Performance requirements availability Collaboration mechanisms and functions Critical