... __
..
_ .... ___ . __ .Z2#jt ..
~_
.. ___
.
__ ... __
..
____ ,---...
,"'".,,··,,··;Nö".; ... ., ... -.. ,....
~
.·~T
- .. . ... ;_ • .,. ..•_._.-"'1;..~
~
o
'0
- 1
-F A B R I E K S S C HEM A van -F.Meulenbeld. Afdeling der scheikundige Technologie.
Onderwerp: Glycerol •
. .t:~~
Inhoud:
I.Korte beschrijving van de verschillende processen,vol-gens welke glycerol in de industrie wordt bereid.
II.Discussie van deze processen. III.Keuze van het proces.
IV.Beknopte beschrijving van het ge~ozen proces.
V.Motivering van de gekozen apparatuur.
VI.Berekening van de warmte-en materiaalbalansen van de ver-schillende apparaten en hun afmetingen,.
VII.Literatuuropgave.
,
"
I.Korte beschrijving van de verschillende .processen,vol-t
gens welke glycerol in de industrie wordt bereid.
, ,
Glycer0l kan op twee principieel verschillende wij-zen worden bere'id:
1.Uitgaande van natuurlijke producten (vetten en oli~n).
A.Door verzeping.
cLu.,~~t.t,.'J:
\UA..hrrJ..J~~
à.Door hydrolyse.
2.Synthetisch,uitgaande van propeen.
1.A.Door verzeping. Reactievergelijking:
, /
o
o
.f'°o H.l.C-O-( -"-/ I C (~O H -0- -Rl. I 0 H1.C -0-C"" -
R,3 2 -- ) H.2.C -oH I He-OH 1 H"C-OI-IEen mengsel van vetten en oli~n wordt, gewoonlijk in grote
cy-lindrische ketels,verzeept door /
hoeveelheden van de stoffen zijn zo
·verzepings-reactie slechts een kleine overmaat
~da
aanwezigis .Het reactiemengsel wordt drieme.al ui tgewassen m~t een
NaCl-oplossing ten einde de glycerol en de natriumzeep zo volledig mogelijk te scheiden.De natr;umzeep is oplosbaar in water,maar
vrijwel onopl~sbaar in een NaCl-oplossing • .De glycerol lost
gro-tendeels in de waterlaag op.Bet aldus verkregen mengsel van
gly-cerol,water en zout wordt"spent soap lyel1 ,oftewel kortweg "lye"
genoemd.Deze oplossing
in<~ater~ol e~bevat
te-vens een groot aantal verontreinigingen, waardoor e.en intensieve zuivering noodzakelijk is.
l!:en systeem,d~t tegenwoordig steeds meer wordt toegepast,is
het rondpompen van de NaCl-oplossing door meerdere ketels,waar-door de benodigde hoeveelheid NaCl-oplossing per ketel aanzien-lijk wordt verminderd,terwijl de concentratie van de glycerol in de eindoplossing is gestegen in vergelijking met de oorspron-kelijke oplossing. l.B.Door hydrolyse. Reactievergelijking: l-\:i.
c-
o -c ..
E RI I 0 ~ H ( - 0 - c9 _ R,2. + 3> H,20 ~ I 0 fbC-O-c"'- R3 H>..-C - OH I H C - OH· I Hl. C - DH Dit proces,dat in de praktijk bekend+
~ . 0 f'-,-C/I'_OH o ~_C"_
OH R3 - C/I~ oHstaat onder de naam"fat
splitting",is reeds 100 jaar op commerci~le schaal toegepast,
maar kreeg pas aanzienlijke betekenis door de steeds
o
3
-groeiende vraag naar vrije vetzuren in de kaarsenindustrie. De hydrolyse kan op verschillende wijzen worden uitgevoerd: a.Het Twitchellproces.
b.In autoclaven volgens een JlbatchJlprocedé. c.In autoclaven volgens een continue werkwijze.
a.Het Twitchellproces berust op een reagens,dat de reactivi-teit van de vetten ten opzichte van water zodariig verhoogt, dat hydrOlyse reeds plaats vindt bij koken onder atmo?ferische druk.De bewerking wordt uitgevoerd in tanks.Het is noodzakelijk de voeding uit te wassen met zuur ten einde onzuiverheden te verwijderen,die de activiteit van de katalysator zouden ver-lagen.Hydrolyse vindt dus plaats door koken onder atmosferische druk en onder toevoeging van de katalysator (1 gew.%) en
zwavele-zuur als promotor
(0,5
gew.%) . Tegenwoordig worden alskata-lysator voornamelijk gesulfoneerde petroleumproducten gebruikt.
De hydrolysereactie is een evenwicht. De hoeveelheid
glYCerO~
bepaalt de splitsingsgraad.
Met een actieve katalysator en een voeding,die op de juiste wijze
( ) is voorbehandeld,kan na
9,5
uur een splitsingsgraad van85%
verkregen worden.Na de reactie resteren twee lagen,een laag) die voornamelijk uit vetzuren bestaat met hierin tevens opge-lost de katalysator,en een waterlaag,waar de glycerol zich bevindt. Dit glycerol-water mengsel wordt in de praktijk Jlswe,et" water genoemd.Het gehalte aan glycerol in deze oplossing is hoger
de.n van de "lye 11 ,die bij het verzepingsproces wordt verkregen.
b.Ret "batch"procedé voor de hydrolyse van vetten en oli~n in
autoclaven is sterk in de belangstelling gestegen na de
snel-Ie
opkomst van de corrosiebestendige metalen./
/
o
4
-De autoclaven,die per keer een lading van 25000-35000 Ibs
kun-nen verwerken,~orden gevuld met vet en water( dit laatste is
meestal 30 % van het vet ).De hoeveelheid katalysator,die wordt
toe.gevoeg~)is,afhankelijk vao de activiteit,circa 1 %.De drUk.
.
.varieert van 100-~OO psi.Met behulp van een actieve katalysator
kan na 4,5 uur een splitsingsgraad van 85 % verkregen worden. De reactietemperatuur is sterk afhankelijk van de bestanddelen van de voeding.De waterige glyceroloplossing wordt na een
be-paalde be.zinktijd naar de @UblOW off"tank gevoerd,waar' druk· ([) . wordt afgelaten.Als katalys'atoren worden gebruikt: ZnO (dit
is het meest actief),Zn,MgO,CaO en NaOR.
---c.De continue werkwijze voor de hydrolyse van vetten 'berust op
het handhaven van een tegenstroom van vet en water in een kolom. ~
Het vet beweegt zich van onder naar boven,terwijl het water zich in tegengestelde richting beweegt.In het onderste gedeelte
I
van de kolom vindt menging plaats,vervolgens vindt men een hydra-lysezone,waar dus de eigenlijke hydrolyse plaats vindt,en in het bovenste gedeelte van de kolomrordt het reactiemengsel uit-gewassen door het in tegenstroom zijnde water.De hydrolysezone
() heeft een temperatuur van 470-500AF.De druk varieert van 600
tot 725 psi.
Het is bewezen,dat slechts een klein gedeelte van de hydrolyse plaatsvindt aan het aanrakingsoppervlak:. van de beide
grootste gedeelte van de hydrolyse vindt plaats in de vetfase,
waari~ water is opgelost.De hoge druk en zijn er de
toestand
oorzaak van,dat het wa~er
---~----~----blijft opgelost.peze twee factoren zorgen er evens voor,dat de
reactietijd zo wordt verkor~,dat het proces continu is uit te
o
o
5
-2.De synthetische bereiding van glycerol.
Deze berust op de chlorering va~ propeen tot allylchloride
in de dampfase bij 400 - 600 0C.
Reactievergelijking : .
CI-I~-c.
\-I=- eH,. +a~
---?C~~ c~
CH.2.. + HeL..Allylchloride wordt gehydrolyseerd tot allylalcohol met
v~r-o
dunde alkali bij 150 C en 200 psi.
De allylalcohol wordt behandeld met chloor en water ,wat een mengsel geeft van chloorhydrines.Deze worden gehydrolyseerd tot
C~OH -~ "L OH I CH.!..DI-I c.e.2. :> Hol C
-
>
oplossing bevat
5
gew.% glycerol.Het rendement aan deze
5%
glyce~oloplossing is 90 %.Dit is---berekend op allylchloride.
Een practisch analoog proces aan het hierboven beschrevene Is het volgende :
Allylchloride wordt behandeld' met chloor en water,wat weer
resul-1
teert in een mengsel van chloorhydrines.Deze.
~~ ~
gehydrolyseerd tot~
~~
/C~
cl:!..c.~':"
c.t2. ')~2
0 '>c~
c.H_ C. H:I. ..\.L,.~d
',-,,- ' Q ' Q 'OH ~)::,'""Tr"'" e. . ~ c ~ c H_ C Hl. Q.t.Ra..l\.. . 'CQ.. '01-1 .... QDe opbrengst aan verdunde glycerol is allylchloride.
...:._----worden vervolgens c. ~ qH . \ C
12.
crrI ,berekend opBij de alcoholische. gisting van suikers wordt een gedeelte van de
,
suikers omgezet in glycerol. Duitsland heeft in de eerste wereld-oorlog glycerol vervaardigd volgens procedé's,die op dit principe berusten. Deze processen waren echter economisch niet
verant-woord.Daarom zal er hier ter wille van de beknoptheid van het verslag nièt nader op worden ingegaan.
o
6
-II.Discussie van 'deze processen. 1.A.Verzepingsproces.
Nadelen:
1.De verkregen "lyell moet intensief gezuiverd worden van
ver-ontreinigingen,alvorens verdere ver~erking kan plaatsvinden ..
2.Deze wijze van glycerolwi.nning is slechts economisch verant-woord als bijproduct van de zeepfabricage.
Voordelen:
1.De zepen,die volgens dit proces worden verkregen,ziJn,wat kwaliteit en houdbaarheid betreft,superieur aan die. volgens
hYdrOlyseprOcess~n worden verkregen.
~~~vt~ *~
r.J;"4
-1.B.Rydrolyseprocessen. a.Twitchellproces.
Nadelen:
1.De noodzakelijkheid van een voorbehandeling van de voeding. 2.De relatief lage splitsingsgraad in vergelijking met de beide autoclaafprocessen.
3.De lagere concentratie aan glycerol in de eindoplossing,
() in vergelijking met de autoclaafprocessen.
4.Ret gebruik van een katalysator,die later weer verwijderd moet worden.
Voordelen:
1.De glycerol wordt hier in een relatief zuiverder staat
ver-i
kregen,dan bij het directe verzepingsproces.Dit geldt trou-wens voor alle hydrolyseprocessen.
2~De
lage installatie-eno~osten.
b.Ret "batch"procedé in autoclaven.o
o
7
-Nadelen :
1.Hoge installatiekosten.(corrosiebestendige metalen ). '
2.~osten
hoger) dan bij het Twitchellproces.3.Het gebruik van een katalysat~r,die later weer verwijderd
moet worden.
4.De hoge temperatuur e~druk,die worden toegepast.
Voordelen
1.Hogere splitsingsgraad,dan bij het ~vitchellproces.
2.Voorbehandeling van de voeding niet noodzakelijk. _
3.Katalysator kan gemakkelijker verwijderd worden ,dan bij het Twi tchellpro,ces.
c.De continue werkwijze in autoclaven. Nadelen :
1.De zeer hoge installatiekosten in vergelijking met alle vo-rige processen.
2.De zeer hoge temperatuur en druk,die worden toegepast. Voordelen
1.Zeer hoge splitsingsgraad in vergelijking met alle vo-rige processen.
2.He't is niet nóodzakelijk om met een katalysator te werken.
3.
Voorbeh~ndeling van de voeding is niet noodzakelijk.~.Het continu zijn van het proces. Dit in tegenstelling met alle vorige processenidie allemaal discontinu zijri.
II.De synthetische bereiding van glycerol.
Vergelijkingen met de vorige processen is moeilijk,daar de ··aard van dit proces totaal anders is.
In het algemeen kan gezegd worden,dat dit proces goedkoper. iS.De grondstof,propeen,is in grote hoeveelheden beschikbaar,
. . t .
..
.
-....
, . . co
-- ,,~o
. , . to
7
-uit de kraakgassen van de petroleumindustrie.Het propeen
iS~~,
( 3 r e l a t i e f goedkoop.
Het ligt dan ook in de lijn der verwachtingen,dat in de toe-komst de synthetische bereiding van glycerol steeds meer veld
zal winnen
~
van de bereiding uit nat?urlijkeproduc-ten.
'6i
~ ~~'l ~
'.
III .. De keuze van het proces .
. Daar de opdracht de synthetische bereiding van glycerol uit-sloot,ging de keuze tussen de processen lA en lB.De beslissing viel uit ten gunste van lA en wel om de volgende redenen:
Uit het oogpunt van de glycerineproducent is ongetwijfeld een hydrolyseproces,afgezien van welk,te prefereren boven een
ver-zepingsproces.Bij het hydrolyseproces wordt de
glycerol-oplos-.
sing verkregen als lIsweet water II.Er behoeft geen zout
verwij-derd te worden en de zuivering,die het lIsVleet 'I'laterllbehoeft,is
',;-veel minder intensief,dan de IIlye ".Bovendien is het gehalte van
de "lye"
5%
glycerol,tegenover het lIsweet waterll gemiddeld 12%.
Daar echter deze processen slecpts economisch verantwoord zijn
() naast de zeepfabricage en het oogpunt van de zeepproducent dus
'beslissend is, is het verzepingsproces lA gekozen, daar volgens dit
-
V
proces de beste kwali tei t zl?ep wordt verkr-e.g..e.n.
~ ~;'_ A.,.--)~'
7...L.
/ ' "
~~
fWvVor,v~':L
p-'i
/vL
~(drr~r ~"
Jnlvl
~
IV.Korte beschrijving van het gekozen proces.( De motivering van de apparatuur zal in het volgende hoofdstuk plaatsvinden). De 11 lye 11., verkregen bij het verzepingsproces van de vetten en
oli~n,moet gezuiverd worden,alvorens verdere verwerking kan
o
o
9
-\lzouten,als<Fa~Na>co;
,etc. en organische stoffen,alskleurstof-;I\;en,in water oplosbare stikstofverbindingen,vetzuren met· een lager moleculairgewicht,dan de oorspronkelijke vetzuren in het vet,enkele aldehyden en ketenen,etc.
De zuiveringsmethoden zijn vele en gevarieerd. Talrijke patenten zijn hierover ,in omloop •. Ter wille van de beknoptheid, van het ver-slag zal hier niet op ingegaan worden.
Ooncentratie van de "lye".
De--encentr~ wordt meestal uitgevoerd in verdampers,
en met
l~e
druk-stoom alsverw~rmingsmiddel.ln
tegenstelling~
die een natuurlijKe circulatie bezitten,onder verminderde drukJ~~
&-Äw~
met de "sweet waters 11 moet de "lye" gezuiverd worden van zout, lt..~~h/!
zodat dus een type verdamper gekozen moet worden,waarbij zout
'afgevoe~d kan worden~
De verticale korte
buisverd~mper
wordt speciaalgebruikt\~. ~
voor het concentreren van oplossingen,waarin kristallisatie van . tlf~
een bestanddeel optreedt.De verdamper heeft een cylindrische vorm en beschikt over een enigszins conisch toelopende bodem.
~
De verwarmingsruimte-de zog.l1 cal andria"-bestaat.uit een aantal
buizen,gewoonlijk met een diameter van
1,5-3
inch,en eenhoog-te van
4
ft.Stoom condenseert aan de buitenkant van de buizen,ge,eft zijn warmte af aan de vloeistof in de buis ,en veroorzaakt
hierdoor een natuurlij~e circulatie in de verdamper .De door
de damp in de buis omhoog meegevoerde vloeistof vloeit weer te-ruS} door de zog"downtake". Di t is een verticale doorgangldoor de
.
?
"calandria" ,die hier excentriscb. .... is geplaatst.De verdamper is
~(J'v'o.;.,.
--voorzien van een kijkgla~,waarmee tevens het peil van de
vloei-stof in de verdamper wordt geregeld.Ook is er op
~
plaatsen~
een ontluchting aangebracht •. Ter -voorkoming ,dat de. damp vloei-stofdeeltjes meesleurt,zijn er boven in de verdamper twee
10
ten aangebracht,die een opening voor de damp vrijlaten en waar-langs de vloeistofdruppeltjes kunnen terugstromen.(zie tekening)
De concentratie van de nlyet! vindt plaats in een dub-beleffectverdamper.Deze bestaat uit twee enkelvoudige verdam-pers.De stoom,die door het eerste lichaam wordt geproduceerd,
wordt in het tweede lichaam alsvérwarmihgsmiddel gebrui~t.
De druk in het eerste lichaam
be'draagt~
(=4l~5
cm Hg ) . .-t;", ;
De druk in het tweede lichaam bedraagt\f!J"i (=
7,5
c.m Hg ).i
=-'
~
Het verwarmend, oppervlak wordt zodanig gekozen,dat in het
eer-~te lichaam nog geen kristallisatie optreedt.De concentratie
o
in het eerste lichaam loopt van5%
(tIlye") tot 20% glycerol.o
In het tweede lichaam gaat de concentratie door tot het zog. "half crude "gl y cerol( 'gehal te aan glycerol : 50,%. ) .
De beide lichamen van het dubbeleffekt hebben dezelf-de afmetingen,ook wat verwarmend oppervlak betreft.Dit heeft,
.. /ecOnOmiSCh gezien,het voordeel,dat de ,aanachaf goedkoper is.
Het condensaat van de eerste tlcalandriallwordt verwij-derd met behulp van een oondenspot. Di t is echter -Dij de tl ca_
---landria"van de tweede verdamper niet mogelijk,daar hier een onderdruk heerst.Hier wordt het oondensaat met behulp van een plunjerpomp verwijderd.
Een verwijdering van damp en niet condenseerbare
gas-se~is noodzakelijk om constant koken te handhaven. Dit wordt bereikt met behulp van een open,barometrische condens?r,waarin de stoom wordt gecondenseerd door een naar beneden stromende
hoeveelheid water.Lucht en andere oondenseerbare gassen,die , (
binnenkomen met de voeding,het condenswater of door lekken,
worden verwijderd
~et
behulp van een luchtpomp~een
stoom-ejector.Het is'noodzakelijk,dat de barometrische condensor A~ ~
~boven
de watertank,waar het water in opgevangen wordt,/1'
geplaatst wordt ,ten einde de atmosferische druk te overwinnen.
o
o
11
-~~
in de dubbeleffectverdamper wordt geregeld door deBoe-\~
veelheid en de temperatuur van het condenswater. )
Aan de bodem van de tweede verdamper is een zogllzout-doos IIbevestigd,waarin door het opentrekken van een schuif
zout kan worden afgevoerd.Di t geecfu:ie.dt
~eestal
om de4
uur.cnrV~
.Lt-~~
,De zoutelurry wordt dan met behulp van stoom en lucht naar een ~
zoutslurrytank geblazen. Vanuit deze tank wordt het zout verder ~
getransporteerd naar de centrifuge.
De centrifuge bestaat uit een draaiende trommel,die
circa 2200 toeren/minuut doét.Bi~nenin de trommel bevindt zich
een schroef,die in dezelfde richting draait,echtcr met een iets ,k.leinere enelheid.Trommel en schroef draaien beide om een holle
as.Deze as bestaat feitelijk uit twee concentrische buizen.De
ene buis is bestemd voor de aanvoer van ~et waswater,de
an-dere voor de aanvoer van de zoutslurry.Het geheel is mmgeven !:>m4.\le
door een huis.Het zout wordt afgescheiden aan de ~ kant van
de conisch toelopende trommel,het filtraat aan de brede kant.
In de centrifuge wordt het zout intensief gewas~en,
ten einde zoveel mogelijk "half crude"glycerol terug te winnen.
Het resterende zout bevat minder dan 0,2
%
glycerol.Hetfil-traat wordt naar een voorraadtank gevoerd,waarin ook de "half
crudel1 glycerol van de tweede verdamper wordt opgeslagen.Elke
zes uur wordt een hoeve'elheid 1~,.half crudell naar, de eindverda~per
gevoerd en wordt 'daar geconcentreerd tot het zogl1 crudell .(Dit
bevat circa 80
%
glycerol ).Deze eindverdamper heeft dezelfde?
afmetingen als de beide andere verdampers.Het "crude"glycerol wordt van de eindverdamper naar een voorraadtank gevoerd ,waar het wordt opgeslagen tot nadere verwerking.
t ,. ... t ' ; , . -'" -, . ' ..... :. ~.
..
· f .... -.'
...
, • 1 . ~ -'o
. ' Jo
! , . !: J . :. '! ::;...
o
~ 12
-Motivering van de gekozen apparatuur. l.pe dubpeleffectverdamper.
Ret voordeel van een dubbeleffectverdamper is gelegen in het feit,dat het water,dat in het eerste lichaam wordt verdampt, in het tweede' lichaam als verwarmingastoom wordt gebruikt •. De, kos-ten in' verwarmingsstoom en condenswater worden hierdoor tot de helft gereduceerd.De installatie van een dubbeleffectverdamper
wordt hier gerechtvaardigd door de reductie in ~toom'-en condens- ~
wa terko. ten:
/'lhJ1ut<
.,'Ó
~
I~Ll~ )PJJ1oC~
d2.De eindverdamper. ~WI~\~
pe installatie van een eindverdamper,wat in feite neerkomt op het invoeren van een discontinue werkwijze,is gerechtvaardigd
om de volgende redenen~
A.Het concentreren van de glycerol in het stadium van IIhalf
crude 11 na~ 11 crude" is moeilijk'~.iI,l. vergelijking met het eerste
stadium (1!1y.ê1i·.:naar.;lllhalf"crudell ) ,daar de oplossing in dit
laatste stadium reeds vrij geconcentreerd iS.Het concentreren wordt in dit stadium dan ook sterk vertraagd. Een betere
totaal-productie is mogelijk,wanneer dhet,concentreren in twee trappen
ge~chiedt.
---B.~grootste gedeel~a~
het af te scheiden zout kristalli-seert uit in het tweede verdamplichaam van het dubbeleffect . Dit is gunstig,daar bij kristallisatie uit deze oplossing ,die nog relatief veel,water en weinig organische stof bevat,dever-~
kregen kristallen groter zijn en gemakkelijker gewassen en ge-droogd worden,dan het geval is bij kristallisatie uit een meer geconcentreerde oplossing.
3.Het type verdamper.
buis-o
o
13
-verdamper.De verdamping vindt plaats in pijpen,die verhit
worden met behulp van condenserende stoom.De damp voert 'de vloei-s'tof mee omhoog ,damp en vloeistof ontmoeten. opl-7,dertop \r,antd., buis relatief iets koudere vloeistof,die de meegevoerde
vloei-stof weer ·meevoert door de 11 down take 11, naar beneden.,Deze
IIdown-takelt ,die excentrisch is geplaatst,en relatief het verst verwij-,derd is van de inlaat van de verwarmingsstoom,is het koudste.
gedeelte van de verdamper.
Resumerende zijn dus de voordelen van deze verdamper
A.Dez.e vertrm:e~ bezi~ een bizonder goede natuurlijke
ci~cu-latie • .
~L r1~
lAJffZ.€eh
hdik....
M~
S.Door de zeer
a~lle
circulatie wordt zoutafzetting op depij-pen
tegeng~ ~
~
~.De open barometrische condensor.
Dit soort condensor heeft het voordeel,dat het een
injectiecon-densor is.De warmteoverdracht vindt' hier dus niet dÓor een wand plaats. Dit feit maakt deze soort condensor goedkoop in vergelijking met andere condensoren •
. . Het nadeel is ,dat deze condensoB vrijphoog boven de grond ge-pl'aatst moet worden, ten einde de atmosferische druk te overwin-nen. "
5.,De ejectoren.
Voor het verwijderen van lucht en andere niet condenseerbare gassen worden ejectoren toegepast.Deze hebben als voordeel bo-ven de vacuumpompen,dat geen mechanisch bewegende delen aan-wezig zijn.Bovendien is het onderhoud aan ejectoren kleiner,
en de prijs lager. 6 •. De centrifuge.
o
o
14
-wij veel voor dit doel wordt toegepast. Deze oentrifuge werkt oontinu.
6.De zoutverwijdering.
Vroeger werd het zout ,wanneer het van onder uit de. verdamper naar de zoutdoos werd gevoerd ,meteen gezeefd.Het zout werd toen verwijderd door uitsoheppen met de ·hand.Deze werkwijze is
tegen-woordig verouderd.,Tham~ blaast men de zoutslurry dire.ot naar een
slurry tank, van waaruit het zout naar de oentrifuge wordt gevoerd. De zoutverwijdering is nu dus volkomen automatisoh geworden.
Enkele opmerkingen over de fabriek in het algemeen •
De fabri.ek,die ie gekozen,is een glyoerolfabriek,waar glyoerol wordt vervaardigd als bijprod:!lot van de
zeepfabrioa-ge. Op e en analozeepfabrioa-ge. fabriek als. d.~ze heeft de mak.er van dit
ver-'-'.
fabriekssohema gewerkt. Deze fabriek stond in een klein plaatsje onder de .rook van Londen.In dit fabrieks50hema zijn enkele
ver-beteringen aangebraoht. o
t.f).
~' ...
~.Als produotie is aangenomen de produotie van de Engelse fabriek.
.
---,.
-
" r ., . ---,". v .... J ..-
.
, I. ,..
.~.. .. 'I .' . \i ~: ., , ".,
.
-.. ,.' ,,
... ~.:,. , t ... f " ... \..; _. _. - 1 ~:.1 .; " ~ I: 1.. • r'-r , .. ' ... ' ,-~ ~ ;.o
o
o
15
-VI.Berekening van de warmte -en
materiaa~van
dever-schillende apparaten en hun afmetingen. DUBBELEFFECTVERDAMPER.
; j
Voeding naar het eerste verdamplichaam:9000 lbs l1lye luur .
o
~emperatuur van' de voeding :133 F.
Samenstelling van de voeding : 6,43
%
glycerol.11,1
%
zout.Di t komt overeen m'et,
82,47 %water.
578,7 lbs glycerol/uur.
999 lbs zout/uur.
7422,3 lbs water/uur.
..,
Samenstelling van de oplossing ,die het tweede verdamplichaam
AAr
..
~~t~?,
verlaat: 51,2
%
glycerol.11,3
%
zout.37,5
%
water.Dit komt overeen met: 578,7 lbs glycerol/uur.
tv'
423,7 lbs water/uur. 127,7 lbs zout/uur.
,De hoeveelheid water,die verdampt moet worden ,bedraagt:
7422,3 -423,7 =6998
,6lbS/~ur.
n het eerste verdamplichaam bedraagt
:~~4l,5
cmHg)het tweede verdamplichaam bedraagt
(j}f!)
7,5 cm Hg)De temperatuur in het eerste verdamplichaam bedraagt:
IeooF.
De temperatuur in het tweede verdamplichaam bedraagt:'130oF.
() Deze waarden zijn experimenteel gemeten. Volgens de literatuur
heeft een OPlossing ,beS
t
/:7,a de uit.Jl5%
glycerol en 85%
water, lY7,
o(Jbl,
v"
een kookpunt van 178 F:-E oplossing, bestaande uit 50
%
glyce-rol en 50
%
water,heeft een kookpunt van l25° F bij 27 ".Het blijkt d~s ,dat de gemeten waarden vrij goed overeenkomen
met de waarden in de literatuur,temeer,wanneer men bedenkt, dat in deze oplossing zich ook nog zout bevindt.
Warmte en materiaalbalansen:
.
-
( , --- .,., .. ,. .. ' ~.
' ~...
,--
.'~~.
y." '- • , J - I . "'. '...
t . , , ' . . .. . t .' , ' " , ' t • • ' . ,. .. '. , c . l. " •. ' . I - -' - Irt. " .... ,.. ; , , " .. ~_ J~.. :." .. ~ , ". ,,. ... i I: • .': ' . I t ' , ' \ t t •..
"'-' . , , . - ' . t · · t 'o
- . (. . . . io
16
-( 2 ).989,4 .W+-(900Ö,.. \\').0,905.-( T,- T;t')= X.~ 1028,9
( 3 ). 6998 , 6 ==
w
+ ;~. .~. I• ' " i.
Verklaring van de gebruikte 'symbolen:
( 1 ).V: De hoeveel~eid verhittingsstoom voor het eerste
ver-damplichaam in lbs/uur. ~
De druk van deze stoom i~Tem~eratuur: 221,5°F.
Condensatiewarmte bij 221,5°F: 964,5 BTU/lbs. Tç : temperatuur van de voeding •
. T, : temperatuur in het eerste verdamplichaam. ' 0,954 : soortelijke warmte van de voeding.
()
W :
hoeveelheid water in lbs/uur,die in het eersteverdamp-lichaam wordt verdampt.
o
989,4:
verdampingswarmte van de stoombi~.
( 2 ) .0,905: soortelijke warmte van de oplossing,die het eerste verdamplichaam verlaat •
. T~:temperatuur van het tweede verdamplichaam. t
.' ... :: ;
X : hoeveelheid water,die in het tweede verdamplichaam verdampt • . 1028,9:, verdampingswarmte van' de stoom bij 27".
De berekening van dit dubbeleffect is geschied met de zog.
n trial and error "methode.
Naast deze balansen bestaat er nog een ander verband:
ql:: q:t . (stoom,die door het eerste lichaam wo'rdt geproduceerd .1s
de 'verhittingsstoom voor het tweede verdamplichaam) .
Hierui t volgt: U,. A, .aTI :;::. U,.. Al..A T,..
Paar echter de verwarmende oppervlakken van beide verdampers
gelijk zijn genomen,is dus U,.AT.
=
U,..AT:\. •De waarden voor U zijn aa~enomen en zijn voor het eerste resp.
tweede verdamplichaam 30Ó en 240.Hieruit vOlgt:L\Tl./6Tl=5/4. Resumerende heb"Den we dus vier vergelijkingen met vijf
onbeken 17 onbeken
-den, te weten: W ,X
,'v.,
('~t- T,), (T, -T;(. ) .Bovendien is er de aanname gemaakt,dat de verwarmende opper-vlakken van de' beide verdampers gelijk zijn.
De gevolgde procedure is nu:
Kies de temperaturen van de verhittingsstoom voor het eerste verdamplichaam,de kooktemperatuur van het eerste verdamplichaam,
en de kooktemperatuur van het t~eede verdamplichaam en wel
zodanig, dat voldaan wordt 'aan de vergelijking :
U,
I
U1. :::L\Tl.lAT,.
(Hierin is ÄT, het tempèratuursverschil tussende verhittingsstoom voor h'et eerste 'verdamplichaam eOn de kook-'
temperatuur van·het eers:te verdamplichaam, D. Tl. het
temperatuure-, 0
verschil tussen de beid.e verdamplichamen).o
Na invullen van deze waarden in d? vergelijkingen worden de
waarden van W,V,en X berekend.Wanneer deze waarden
z~~n~bere-kend,worden de beide verwarmende oppervlakken"berekend.Deze moeten dan gelijk zijn.Is dit niet het geval,dan worden andere temperaturen gekozen en wordt de bewerking opnieuw uitgevoerd. Na verscheidene malen proberen werd de volgende oplossing ge;;,;:.-vonden:
Nêem de temperatuur van de verhittingsstoom voor het eerste o
verdamplichaam 221,5 F,de temperatuur van het eerste
verdamp-o .
lichaam 180 F,en de temperatuur van het tweede verdamplichaam
o '
130 F.Na invullen in de vergelijkingen werden de volgende
waar-den voor VI, V ,en X berekend~
w::=
3443
lbs/uur.x=
355561bs/uur.v=
3950 lbs/uur.Warmte,die in verdamper I"wordt overgedragen :3810046 BTU/uur.
Totale warmteoverdrachtecoefficient: 300 BTU/sq.lrt/uur/oFtemp.
, " versch"
'Temperatuursverschl1: 44°F. ~ Dl,t temperatuursverschil is
2,5
OFo
o
-18-voeding slechts 133 oF. Tijdensl~het . opwarmen van de voeding is
het temperatuursverschil tussen de verhittingsstoom en de op te warmen vloeistof groter,dan tijdens de eigenlijke verdam-ping.Omdat de dubbeleffectverdamper continu werkt,is dit op-warmen verdisconteerd in een 2,5QF hoger temperatuursverschil. Voor verdamper I wordt als verwarmend oppervlak gevonden: 289 sqft. De warmte,die in verdamper II wordt overgedragen,bedraagt:
.,
3450604 BTU/uur.De totale warmteoverdrachtscoefficietlt is 240.
,
Het temperatuursverschil bedraagt~50°F.
Als verwarmend op~ervlak wordt hier gevonden: 284 sq.ft.
Als definitief oppervlak voor de verdamper is 290 sq.ft genomen. . De samenstelling van de vloeistof,die het eerste verdamplichaam
.3979,3 lbs water/uur.
999 lbs zout luur. .
578,7 lbs glycerol/uur. verlaat,is als volgt:
De. concentratie van het zout in deze 13%glycerol-oplossing is
14 gew% ~.De verzadigingsconcentra tie van het zout in deze
oplos-sing bij de.zé temperatuur is 38 gew.%. Dit is dus het bewijs ,dat 41 ~etid.aiD.pëf)I/geen kristallisatie van zout kan optreden.
. . " .
De' kristallisatiewarmte van keukenzout is -1,164 Kcal/gmol. Dit betekent,dat om zout uit te kristalliseren,warmte toegevoerd moet worden.De hoeveelheid zout,die in het tweede verdampllchaam
uitkristalli~eert,is 871,3 lbs/uur.Hiervoor is nodig 31552 BTU/uur. Dit is' minder,dan 1% van de warmte,die in het tweede
verdamp-lichaam nodig is voor d'e 'verdamping van het water.Deze hoe-veelheid warmte is bij de berekening verwaarloosd.
Andere verwaarlozingen :
1.Het drukverval over de verbindingspijp tussen de beide ver-dampers.
2.Alle stralingsverliezen. 3.0ververhitting van de damp.
..
.
,.
, ...;;..-_. ~".
-.J •• .. ~,.
~ .. : .t. .... l ' .....
_.' t ( . . I ,..
• < ... ' 'J 0.- '"' ;,." t. . .. ~. l . t . .... .' <!. , -....
t . , t ... ~ .~...
- t ".''-...
"o
~' .. 'o
o
o
19
-Het is aan te raden een warmtewisselaar te plaatsen tussen d~
-
beide verdamplichè.inen van het dubbeleffect.De damp'fv-an·heteer-ste verdamplichaam kan gebruikt worden om de voeding op te war-men.Als warmte balans voor de verdamper kan dan genomen worden: warmte inhoud stoom,komende van verdamper I is gelijk aan
warmteinhoud verwarmingsstoom voor verdamper II+ warmte ,nodig
om de voeding op te warmen.~e verdampingsverhouding voor het
dubbeleffect wordt dan ook anders,dan nu het geval is.
Bij
.voorver~arm!ng
van de voeding van l33°F tot 170°F kan 129Ibs stoom/uur '(dit is verwarmingsstoom voor ,verdamper ~
)ge-I ), '
spaard worden.Aannemend~,dat de prijs voor stóom is
22,5shil-. ~ ....,...-=:
----lingjton,geeft dit een besparing van ~ 380jjaar.De economie
-van het bedrijf moet beslissen,of de installatie -van een' warmte-wisselaar gerechtvaardigd is door deze besparing.De afmetingen
van deze warmtewisselaar ,di~nb~átaa·t'::u:t1tË~ier "passes" ,zijn:
lengte: 3' ft.Diameter : 0,5 ".
De centrifuge gebruikt per lbs zout qirca 0,3-0,4 lbs waswater.
,
daarmeè het aer-cèntage glycerol in het zout reducerend tot
min-"'~
V\":'
U
M
JJ?
der, dal~~ -á~ ..v'\
Van verdamplichaam II naar de voorraadtank 1105,6 Ibs luur.
Filtraat van de centrifuge ,dat naar de voorraadtank'gaat 314,9 Ibs/uur. Totaal: 1420,5 Ibs/uur.
Na zes uur : 8523 lbs/6 uur.
Deze 8523 Ibs worden naar de eindverdamper gèvoerd. Volume van de voorraadtank: 130 cub.ft.
Afmetingen van de voorraadtank: lengte :7 ft. breedte:5 ft.
hoogte
:6
ft.o Aannemende,dat de temperatuur van de "half crude" glycerol 130 F
o
en het filtraat van de centrifuge 80 F is ,dan is de t,emperatuur
o
, -_ : : r
...
~ , .. ~.
. ~~ .. ".'
';0 . " "" ~ , ,..,.
; -. < ,'. '-" r "' • • f... - ! .,.
, , .,' ,. , ~.
.... ...:. " . '. < I . ... ~. ! ~ . . ' ,o
Ho
~ . ".
.
, '20
-t
voorraadtank gedaald tot 107°F.Dit is berekend met eenempi-( rische formule uit het boek"Heat Transmission" van W.H.McAdams.
De eindverdamper heeft dezelfde afmetingen als de beide verdamp~
lichàmen van de dubbeleffectverdamper.
De samenstelling van de oplossing,die de eindverdamper verlaat:
is als volgt:81,3
%
glycerol.9,5
%
zout~ 9,2
%
water.(li6.5-,1?/l.bs glycerol/6 uur. Ui t
. 1155,6 lbs zout/6 uur. 3901,8 lbs water/6 uur.
Naar de eindverda~per t~e gaat:
G~6_5~,>6:::glycero1./
6 uur.J>~5,6 .zout/6 uur •
.
/~e~,8 wate~/6 uur. Verdampt moet worden in de eindverdamper' : 3510 lbs 'water. Verdampend oppervlak. van de verdampers :290 sq.ft.o
Di t komt overeen met 140, pijpen van 2" diameter en '4 ft lengte.o
'Per uur kan overgedragen woraen( gem. U : 200) : 4930000 BTU/UUR.
Druk in
eindv~rdamper :~emperatuur (~em)
:~~5·F.
Temperatuur van de verwarmingsstoom : 220 F~Temperatuur van de
"
...
c,
voeding : 107 OF •. Totale warmte ,benodigd( opwarmen van de voeding
en verdampen van het water): 3810877 BTU .~·In L . circa 50 min. is
dus het water.verdampt.aenodigde verwarmingsstoom : 3900 lbs~
-Voorverwarmer :
,Beschikbar(3 verwarmingsstoom
De stoom wordt 'geleverd door' een ejector.De warmtewisselaar
be-staat uit twee"Ubncentris6he pijpe~.Buitendiameter : 6,5" .
.Binnendiameter : 4 ". De voeding stroomt door de bin~nste pijp.
De vloeistof wordt opgewarmd van 103°F tot 133°F. De lengte van de warmtewisselaar bedraagt 7,5 ft.
-VII.Literatuuropgave.
1. "Evaporation" door Alfred.,L.Webre en
Clark..~.RobinsonVNew
}fork1926 .
21
-3.
"Heat Transmission 11 van Wi11iam.H.McAdams.1932.4.
"Glycerol" van C.S.Miner en N.N.~alton.New york.1953.5. "The manufacture of glycerol" door G.Martin.Londen.1956.