• Nie Znaleziono Wyników

Industriële bereiding van aceton uit propeen via isopropylalcohol

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Industriële bereiding van aceton uit propeen via isopropylalcohol"

Copied!
20
0
0

Pełen tekst

(1)

Industriële bereiding van aceton uit propeen via isopropylalcohol

(2)

-1-Indeling verslag:

I Inleiding: Fabricage methoden van aceton

II a. Inleiding: Fabricage methoden van isopropyl-alcohol

b. Bespreking propeen-zwavelzuurproces

c. Bespreking materiaalbalans en warmtebalans (b. en c. beide aan de hand van een vereen-voudigd schema)

d. Berekening van alcohol-stripper e. Litteratuur

(3)

I. I -I • - "-- -- .2 -Inleiding.

Fabricage methoden van aceton

Naar hun industriële betekenis kunnen. deze als volgt worden ingedeeld:

1. Uitgaande van propeen (kraakgassen)

a. Het propeen-zwavelzûur proces, voor de isopropyl-alcohol bereiding met de daaropvolgende oxydatie of deh~Tdrogenering van isoprospanol.

b. De directe katalytische hydratatie van propeen met stoom, waarbij als katalysatoren Cu of Ag op Si02 of A1 20, gebezigd worden. (1)

2. Uitgaande van acet;{leen

a. Het in Duitsland ontwikkelde proces, waarbij onder katalytische invloed van Fe20, - ZnO acetyleen met stoom (verhouding ca 1 : 10) bij

±

450 oe wordt omgezet.

b. via azijnzuur (zie 4a). 3. Uitgaande van aethylalcohol

Door omzetting met stoom bij 400 - 550

°c

onder invloed van zinkkatalysatoren (2)

4. Uitgaande van azijnzuur

a. Het leiden van azijnzuurdamp bij 400 - 500

°c

over CeO (op puimsteendrager) geeft aceton (3)

b. De oude pyrolyse methode, die van Ca-acetaat uit-gaat.

5.

Uitgaande van koolhydraten

Deze kunnen voor een belangrijk deel door directe fermentatie omgezet worden in aceton.

(4)

, - - - -- - - -i

\

\

~\'~

\\

~j

A

J.h7

\

\

L

-$-Slechts de bereidingswijzen, welke onder 1. en 2.

ver-meld zijn, worden tegenwoordig uitgebreid toegepast.

Normaal is keuze uit deze fabricagemethoden dan ook

ge-rechtva2rdigd te achten. De opdracht voor dit

fabrieks-schema beperkté deze keuze tot een proces, waarbij men

van propeen uitgaat.

Dit is in Nederland economisch gezien het meest verant~

woord, daar kraakgassen en dus propeen in voldoende

hoe-veelheden beschikbaar zijn.

De algemeen gebruikelijke en hier ook gevolgde bereiding

van isopropylalcohol uit propeen is het "Zwavelzuur" pro

-ces, door Shell Chemicals en Standard Alcohol Cy.

ont-wikkeld.

Voor de aceton bereiding staan hierna twee wegen open n.l.

1. oxydatie m.b.v. een Ag katalysator

2. Dehydrogenering m.b.v. een Cu katalysator.

De dehydrogenering geniet de voorkeur, aangezien deze de

volgende voordelen oiedt boven de oxydatie.

1. De katalysator is goedkoper

2. Als waardevol bijproduct verkrijgt men waterstof

3. Er treden minder nevenreacties op.

De jaarlijkse acetonproductie der fabriek beloopt

onge-veer 1000 ton. Dit productiecijfer is gekozen om de

im-port van aceton uit de V.S., die in 1952 1000 ton ter

waarde van ruim f. 1.000.000,-- bedroeg volledig op te heffen. Litteratuur: 1. BIOS 1558 (1945) 2. Ind. Chemist 195 (1950) 3. BIOS 1053 (1945) 4. I.E.C. 16 1133 (1924) 5. 'Neizmann U.S.P. 1329 214 (1930) •

(5)

I •

_ .. - - - - .

-_

.. - - -

-

-4-11 a. Inleiding: Fabricage methoden van isopropylalcohol.

De commerciäle bereiding van isopropylalcohol uit pro-peen (dat in grote hoeveelheden uit kraakgaesen ver-kregen wordt) begon in 1919-1920. De goedkope grond-stoffen en de vele toepassingen van isopropylalcohol o.m. als oplosmiddel (accijnsvrijI), als anti-vries vloeistof, als grondstof voor de bereiding van aceton en cosmetica maken dit proces aantrekkelijk. (1) In 1945 werd dan ook in de Ver. Staten 220.000 ton van deze alcohol geproduceerd tegen een prijs van $ 0,50 per gallon. Investeringskosten: 70 $ per ton alcohol per jaar.

De twee procédé's, volgens welke isopropylalcohol ge-maakt wordt, zijn het propeen-zwavelzuur proces, hetwelk onder Ib besproken zal worden en de katalytische hydra-tatie van propeen met stoom. Deze laatste methode zal op den duur wellicht de overhand krijgen boven het

"conservatieve" zuurprocesj het werken met geconcentreerd zwavelzuur vereist toch steeds bijzondere aan~acht t.a.v. de materiaalkeuze en het grotere onderhoud van de appa-ratuur.

De twee varianten van het propeenzwavelzuur proces -waarbij men dus propeen absorbeert in sterk zwavelz~ur

en de ontstane sulfaten hydrolyseert, waarna de alcohol door destillatie gewonnen wordt - zijn het vloeistof-fase procédé (in tegenstelling tot de hier gevolgde absorbtie in de gasfase) en het gasfase proces, waarbij men in het zwavelzuur kleine hoeveelheden kaliumferro-'

cyanide (katalytische versterking van de absorbtie)

(6)

_ _ _ _ _ _ - 0 _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _

-5-b. Bespreking van het propeen-zwavelzuur proces (zie bijlage no. 1)

1.

Absor~ie

van propeen in zwavelzuur.

I

Het reactiemechanisme van de abaorttie

, 03H6 + H2SO 4 ---. °3H7S0 4H

-/',- C3H7S04H + C3H6 ---~ (C3H

7)2S04

is:

de monoalkylesters worden eerst verkregen, terwijl de dialkylesters ontstaan door de inwerking van pro-peen op de monoalkylesters. Bij deze reactie komt

~ 6,25 kcal per mol ge~bsorbeerd propeen vrij

(31.

Wat de reactieomstandigheden betreft, kan opgemerkt

worden, dat de absor tie groter ia, naarmate de zuur-sterkte groter en de temperatuur lager ia. Men ia echter, wat de zuurconcentratie aangaat, aangewezen op een compromis tussen hogere abaorbtiegraad en. ho-ge reconcentratie kosten van het later terugho-gewonnen verdunde zuur. In dit geval is de keuze gevallen op

85

%

H2S04 en een absorbtie temperatuur van 25-30 °C.

(4)

Het propeen~propaan gas (50 vol

%

propeen bevattend) wordt door een Naah compressor onder in de absorbtie-toren gevoerd. In tegenstroom beweegt zich het 85

%

zwavelzuur, waarbij de abaorbtie z6 geleid wordt, dat in het absorbtieproduct de moleculaire verhouding propeen/zwavelzuur I ia. Bovendien is in het absorb-tieproduct 50

%

van het geabsorbeerde propeen aanwe-zig als monosulfaat. (5)

Uit deze gegevens kan de samenstellin~an het abaorb-tieproduct berekend worden.

(7)

( - --

~-~~----

-6-De bij de exotherme reactie vrijgekomen warmte dient afgevoerd te worden om een constante absorbtietempe-ratuur te waarborgen. Daartoe wordt de vloeistof rondgepompt en gekoeld in een verticaal naast de toren opgestelde warmtewisselaar. Op deze wijze

wordt bewerkstelligd, dat de warmte afgevoerd wordt, terwijl tegelijkertijd door de circulatie van de vloeistof de absorbtie nagenoeg volledig geschiedt. Ten aanzien van de materiaalkeuze kan opgemerkt wor-den, dat bij de gemiddelde zuursterkte in de toren van ca. 60

%

het gebruik van zij het speciale -staallegeringen nog mogelijk is. De corrosieve 1~ ­ werking zal - mede in verband met de lage temperatuur - beperkt zijn tot 0.1 mm. invreting per jaar. Bij de

constructie van de zuurkoeler is gebruik gemaakt van een lood-koper alliage voor de pijpen, terwijl het huis uiteraard van gewoon staal of gietijzer gemaakt

ia.

2. Hydrolyse van alkylsulfaten en afdestilleren van al-cohol.

Het abaorbtieproduct wordt, na afgevoerd te zijn uit de absorbtietoren, in een warmtewisselaar op 85 °C. gebracht. Hierna wordt het in een stripper gevoerd. In deze kolom vindt zowel de hydrolyse als de eerste

dest~atie plaats; de combinatie van beide bewer-kingen is zeer aantrekkelijk, omdat de hydrolysereac-tie versneld wordt.

Volgens de reactievergelijkingen:

C3H7S04H + H20 ~==~ C3H70H + H2S04 (C3H7)2S04 + H20 ~==~ (C 3H7)20 + H2S04 (C 3H7)2S04 + 2H20 ~==~ 2C 3H70H + H2S04

zal het mono sulfaat zich in alcohol omzetten, terwijl uit het disulfaat gedeeltelijk alcohol en gedeeltelijk aether zal ontstaan.

(8)

I

I

.

I

-7-Bij de meest gunstige reactietemperatuur van 85

,

oe.

(3, 5, 6) waarbij men onder atmosferische druk di-recte stoom onder in de kolom injecteert, terwijl

I

men er tevens voor zorg draagt zoveel stoom toe te voegen als nodig om een 46

%

zuur te verkrijgen, zal de aethervorming zeer gering zijn.

Gegevens hieromtrent wijzen uit, dat onder bovenge-noemde omstandigheden, van ieder kmol geabsorbeerd propeen - in het absorbtieproduct aanwezig - bij de hydrolyse ontstaan:

950 mol propeen als isopropylalcohol 30 mol propeen als diisopropylaether 20 mol propeen als propeenpolymeer

Boven uit de kolom haalt men een aloohol-water

mengsèl

van

66

mol

%

alcohol (azeotroop isopropylalcohol-water bij 68,35 mol

%

(7» met een kookpunt van 80,4 oe, terwijl men als bodemproduct een 46

%

zwa-,c)

velzuur verkrijgt. Dit verdunde zuur wordt in een ~

i,,-. concentratieinrich ting {op 85

%

sterkte gebracht.

rhuAt

~ r~~J' (~erJz.tZ.4«'~? ~ .;7~?c.8'

J

Intussen past men bij deze gecombineerde bewerkingen een kunstgreep toe; v66rdat het absorbtieproduct de kolom binnenkomt wordt het gemengd met de overloop van die plaat, welke een alcoholgehalte van minder dan

~ 10 mol

%

heeft. Men bewerkt h~ermee, dat de voeding van de kolom een bepaald-alcoholgehalte krijgt, het-geen voor de berekening en construotie van de strip-per noodzakelijk is.

Hoewel de zuursterkte in de stripper 46

%

bedraagt, dienen wij ook hier, evenals voor de voorgeplaatste warmtewisselaar, speciale legeringen te gebruiken i'. v.m. de corrosieve werking.

(9)

-8-3. Azeotropische destillatie van isopropylalcohol. De voor de acetonfabricage benodigde alcohol moet practisch watervrij zijn, waardoor een azeotropische destillatie noodzakelijk is. Analoog aan de commer-ciële bereiding van absolute aethylalcohol wordt hier gebruik gemaakt van benzeen, dat de eigenschap heeft met isopropylalcohol en water een ternaire azeotroop van 74 gew

%

benzeen, 19 gew

%

alcohol en

7

gew

%

water met kookpunt

66,5

oe te vormen. (ê,) In de eerste azeotropische destillatie kolom van dit systeem, die met borrelklokplaten is uitgerust, wordt

bij

66,5

oe onder atmosferische druk de ge'noemde

ternaire azeotroop overgedestilleerd, terwijl men als bodemproduct watervrije isopropylalcohol ver-krijgt.

Nadat de damp gecondenseerd en de dan ontstane vloei~

stof tot 25 oe gekoeld is, zal zich in een vat een twee lagen systeem instellen, waarvan boven- en onder laag de volgende samenstellingen hebben:

Bovenlaag Onderlaag

81 gew

%

benzeen 77 gew

%

water

t

Ct {}-'

19 gew

%

alcohol 23 gew

%

alcohol

J

Er ontstaat 91 gew

%

bovenlaag en 9 gew

%

onderlaag

(9) (zie bijlage

11).

De bovenlaag (benzeenrijke laag) dient, nadat z~ in een warmtewisselaar op 66 oe verwarmd is, als reflux voor de ternaire azeotropische kolom; de voor de ontwatering van de alcohol benodigde benzeen circu-leert dus steeds.

De 'waterrijke onderlaag wordt, na voorwarmen op 80 oe in de tweede azeotroop kolom gebracht, waarbij m~n

dus de waterige alcohol concentreert. Over de top van deze kolom haalt men een 87 gew

%

alcohol, die als voeding teruggevoerd wordt naar de ternaire azeotro-pische kolom, terwijl men water als bodemproduct af-voert.

(10)

I

.

- - -

-

-9-c. Bespreking materiaal en warmtebalans

Alle hieronder gegeven gewichts- en warmtehoeveelheden gelden per uur.

De capaciteit van de fabriek is ca. 4500 ton alcohol per jaar. Bij een invoer in de - van schotten voorziene - absorbtietoren van 1160 kg 85

%

H2S0 4 en 500

m

3

propeen-propaan gas (dat 50 vol

%

propeen bevat) krijgen wij 1580 kg absorbtieproduct, dat bestaat uit:

700 kg C3H7S04H 455 kg (C3H7)2S04 180 kg H20

245 kg 100

%

H2S04

d.i. 10 kmol propeen, 10 kmol H2S0 4, 10 kmol H20.

Van de ingevoerde 250 m3 propeen zal 25 .3 (10 %) on-omgezet blijven; boven uit de absorbtietoren ontwijkt zodoende een gasmengsel van 250 m3 propaan en 25 m3 propeen. Het absorbtieproduct wordt rondgepompt door een zuurkoeler, die bestaat uit 25 pijpen 5/4" van

4.20 m. lengte, waardoor de absorbtiewarmte ten bedrage van 62500 kcal afgevoerd wordt.

Het absorbtieproduct met een soortelijke warmte van

0,63 cal/gram wordt in een warmtewisselaar van 30

°c

op 85

°c

gebracht. Bij een U (overall-warmteoverdrachts-coefficiänt) van 50 BTU/hr.eq.ft OF en een Tl m

(10-• ·0

garithmisch gemiddeld temperatuurverschil) van 63 F (gebrUlmakende van 1 atm. verzadigde stoom) zal deze

warmtewisselaar 52 pijpen hebben van 1.50 m lengte.

De aldus op 85 0 gebrachte vloeistof dient als voeding

voor de stripper, waarin 1231 kg stoom geinjecteerd

wordt en waaruit wij 677 kg 87 gew

%

alcohol als des-tillaat- en 2130 kg 46

%

zuur als bodemproduct verkrij-gen.

(11)

I

.

I

I I .

-10-De 3227 kg topdamp wordt gecondenseerd in een condensor, waarbij de 690.000 kcal (verdampingswarmte van

213,5 kcal/kg) afgevoerd kunnen worden als wij aannemen: temperatuur koelwater inlaat 15 oe) d.i. TI . m

.=

temperatuur koelwater uitlaat: 25 °C) 108 oF

U

=

80 BTU/hr.sq.ft.oF

De condensor krijgt dan een totaal oppervlak van

320 sq.ft., hetgeen gerealiseerd kan worden met 250

i

"

pijpen van 2 m lengte.

Voor de gedetailleerde berekening van de stripper zij verwezen naar lId.

De van de stripper afkomstige

677

kg

e7

%

alcohol bevat 15.0 kg diieopropylaether en 8,5 kg propeen polymeren. Daar deze verontreinigingen geen schadelijke invloed ovde acetonbereiding uitoefenen en bovendien een kost-bare destillatieeenheid vereist zou zijn (het systeem water - isopropylalcohol - diisopropylaether vormt een azeotropisch mengsel, dat zich moeilijk laat echeiden) om deze verontreinigingen te verwijderen, hebben wij de

aether en polymeren ale alcohol gerekend.

Als bodemproduct uit deze kolom halen wij 589 kg prac-tisch watervrije isopropylalcohol met een zuiverheid van 96

%

.

(4

%

verontreinigingen aan propeen polymeren en aether). De reboiler heeft 68 ~" pijpen van 0,53 m. Deze

677

kg

87

%

alcohol dient nu als voeding voor de ternaire azeotropische destillatiekolom, die een diamete heeft van

0,77

m en een hoogte van ca.

5

m. Deze cijfers volgen uit de aanname van een Kv waarde van 0,06 , het-geen een plaatafstand van 12" tengevolge heeft, waardoor bij 16 à 17 schotels de hoogte ca. 5 m wordt.

(12)

,

I •

-11-Uit de ligging van de in bijlage II aangegeven punten, kunnen wij de verschillende samenstellingen en ge-wichtsverhoudingen berekenen van 0.&. de benzeenrijke bovenlaag en waterrijke onderlaag, waarin het azeo-tropisch mengsel C zich scheidt.

De - voor de ontwatering van de

87

gew

%

alcohol - be-nodigde benzeen, wordt voortdurend betrokken uit de bovenlaag, die als reflux voor de kolom dient.

De 1250 kg topdamp met een verdampingswarmte van 138 kcal/kg wordt gecondenseerd, waarbij de condensor (op analoge wijze berekend als de condensor van de stripper) een oppervlak heeft van 66 sq.ft., hetgeen overeenkomt met 100

i"

pijpen van 1,50 m lengte.

De aldus verkregen vloeistof van 66,5 oe dient gekoeld te worden tot 25 oe, waarbij een warmtewisselaar

ge-bezigd wordt met 40

i"

pijpen van 0,9 m lengte (U

=

150).

De benzeenrijke bovenlaag (1140 kg) wordt via een

warmtewisselaar (5 1" pijpen van 1,5 m lengte) met een temperatuur van 66,5 oe in de ternaire azeotropische kolom teruggevoerd, terwijl de waterrijke onderlaag

(110 kg), na een warmtewisselaar (5 ~n pijpen van 1,5 m

lengte) gepasseerd te zijn, in de azeotropische isopro-pylalcohol-waterkolom gevoerd wordt.

Uit deze laatste kolom (80 oe) verkrijgt men 85 kg water als bodemproduct en 25 kg 87

%

isopropylalcohol als

des-tilLaat. Bij een refluiVerhouding van 3 betekent dit, dat voor de condensatie van de 100 kg topdamp een con-densor nodig is van 50 3/8" pijpen van 0,6 m (oppervlak

9,25 sq.ft.).

De kolom heeft ca. 15 schotels, waardoor - bij een plaa afstand van 6" - de lengte 2,30 m is. De diameter wordt nu 0,33 m bij een Kv 0,03 (dampsnelheid van 0,2 m/sec), terwijl de - in de kolom gebouwde - reboiler een spiraal is van 9 m

i"

pijp (10 windingen).

(13)

-12-De zuurconcentratie inrichting heeft een capaciteit van 525150 kcal, hetgeen blijkt uit de volgende cijfers: 1150 kg water (uit 2130 kg 46

%

zuur) van

85 - 100 oe

=

1150 kcal

180 kg water (uit 1160 kg 85

%

zuur)

Te verdampen: 1150 - 180

=

970 kg water = 524000 kcal 525150 kcal Totale materiaalbalans over het gehele systeem:

Invoer Uitvoer (250-25)m 3 propeen 420 kg zuur 46

%

2130 kg stoom 1231 " alcohol 589 " zuur 1160 " watex 85

"

verliezen 7

"

2811 kg 2811 kg

Totale warmtebalans over het gehele systeem:

Vrijkomende warmte Toegevoerde warmte

absorbtie warmte 62500 kcal warmtewisselaar

co nd en s 0 r ertrl:1JfJe.r 690000

""

abs. toren 55000 kcal

condensor terne warmtewisselaar

az.kolom 173000

""

tern.az.kolom 21000 kcal

koeler terne warmtewisselaar

az. kolom 25000

""

bin.az.kolom 5450 'lil

condensor bin. zuurconcentratie 525150

""

az. kolom 20900

""

reboiler terne

zuurkoeler 390 0 0

""

az.ko1om 173000 1111

reboi1er bin.

az.kolom 209000

""

/O.loYOO kcal 800500 kcal

(14)

1 I

I

.

I •

I

I -13-d. Berekening alcohol-stripper.

Het abs orb tie product zal zich bij hydrolyse (85 oe in 46

%

zuur milieu) omzetten in:

9500 mol propeen als alcohol :: 570 kg alcohol 300 mol propeen als aether :: 15,3 kg aether

200 mol propeen als propeen polymeer:: 8,4 kg poly-meer Aannamen:

1. Voeding komt op kooktemperatuur in de kolom, zo-dat G

=

Gt.

2. Zwavelzuur is niet vluchtig.

3.

Berekening op zwavelzuur vrije basis, terwijl

bovendien de aanwezigheid van aether en polymeren @een invloed uitoefent op het vloeistof-damp evenwicht van isopropylalcohol en water.

4.

Verse voeding wordt gemengd met overloop van de

eerste schotel, waarvan 10 mol

%

bedraagt.

het alcohol gehalte minder dan 5. xd :: 0,66 6. xk :: 0,001 Voor de verdunning H2S04 is nodig 1150 uit: 980 = 0,46 980 + x

van het aanwezige en kg :: 64 kmol water,

, waarin x :: aantal

vrijkomende hetgeen volgt kg water.

Hoeveelheid 46

%

zuur, dat onder uit de stripper komt:

~ :: 2130 kg. 0,4l) K :: 64,0 KXk :: 64-Aanwezig Verlies kmol x 0,001 :: 0,064 kmol alcohol 9,5 ~mol alcohol 0,064 kmol alcohol

Destillaat 9,44 kmol alcohol Dxd ::

xd :: 9244 :: 0,66, waaruit x :: 4,85 kmol 9,44 + x 9,44) D :: 14,3 0,66) H2O. . I

(15)

I

1

-

-14-Dit is de hoeveelheid water, die (66 mol

%

alcohol) aanwezig is. Toe te voegen water (als stoom):

Verdunning zuur 64,0

Water in destillaat 4,85

Water gebonden in alcohol 9,4

Water gebonden in aether 0,15 78,4 Aanwezig water in voeding 10

Toe te voegen 68,4 x d

=

0,66 L'

=

64,0 xk

=

0,001 L

=

L' -qF

=

64 -D

=

14,3 G

=

G'

=

S

=

68,4 K

=

64,0 Ie werklijn in het destillaat kmol

It"

It"

It"

kmol

"It

kmol stoom. 10

=

54,0 y = ~x + ~d

=

~x +

ts7t

= 0,788x + 0,138 2e werklijn y

=

L'x - K-xk

=

~x - ~

=

0,935x - 0,0009 G' G' ~

bB;"4

Voor de constructie van het aantal schotels zij verwezen naar bijlage 111. Wij ~aan hierbij van de Ie op de 2e werklijn over, indien wij de eerste schotel zijn gepas-seerd, die minder dan 10 mol

%

alcohol in de vloeistof heeft. Dit is dan de voedingsschotel.

De uitwendige refluxverhouding is

!

=

3,78 D

(16)

I I • • ~5-Materiaalbalans Uitvoer: 9,44 kmol alcohol 566 kg 4,85 kmol water 87,5 ft . 0,2 kmol propeenpolym. 8,4 ft 0,15 kmol aether 15,3 " 10 kmol zwavelzuur 980,0 " 64 kmol water 1150,0 "

o ,

064 kmo 1 alcohol 3,8 ft 2811,0 kg Invoer: absorbtieproduct 1580 kg stoom 1231 " 2811 kg Hoogte van de kolom:

Wij hebben nodig: 7 theoretische schotels; bij een schotelefficiency van 0,7 worden dit 10 schotels. Met enkele extra schotels voor het gebruik van open stoom stellen wij het aantal op 15. Bij een schotelafstand van 18" wordt de hoogte van de kolom ca. 7 m.

Diameter van de kolom: ~

Gebruik makende van de formule U

=

Kv

f

l - '2'

fl

waarin:

f

l = dichtheid vloeistof bij 85 oe =

0,75 x 62,4 = 46,8

f2

::::;: dichtheid damp bij 85 oe

=

J.2 ·

422

=

0,097

359 460 + 185

Kv

=

constante

=

0,12 bij een schotelafstand van 18" en 2" vloeistof-slot op de platen berekenen wij een dampsnelheid ij = 2,6 ft/sec

=

(17)

---

- -16-d2 =

n(R

+ 1) T • 760 • 22~4 • 4 273 p Tr U. 3600 = 14,3 478 •

22§

1 • 22~~ • 4

=

90.10- 2 273 7 / .

,8. 3600

waaruit d

=

0,95 m. e. Litteratuur:

1. E1I1s The chem1stry of petroleum der1vat1ves 2. Brits Patent 323748 3. U.S.P. 2541.673. 4. Brits Patent 563.885 5. I.E.C. ~ 2550 (1945) 6. CIOS XXV-6 7. I.E.C.

l !

938 (1942) 8. Intern. Crit. Tables

2

323

(18)
(19)

__ >2: __ :",:_:,_" :,_"_,,L _",_a&_", "

(20)

7

1

'(f) y" r. ,A~ Jt.~

m

t~t'~-~~ ~~:

tklOJ'

UJ>~."f - ~ p~~ 4' .JS-..,(1-( '"0 t:I..44.~~.

Cytaty

Powiązane dokumenty

Dzięki Bogu, orzecznictwu Sądu Najwyższego i doktrynie prawa, wiadomo też już w mia­ rę dokładnie, jaki sens mają poszczególne instytucje tego prawa i konstytuujące

To prawda, że nasz adwokacki miesięcznik ukazuje się z opóźnieniem od wielu już lat, na co słusznie skarży się wiele Koleżanek i wielu Kolegów adwokatów,

In the first experiment (hereafter re- ferred to as experiment 1), pillars of different height were deposited using point exposures with varying dwell times. The parameters chosen

Некоторые авторы предполагали, что эти списки касались садов на Краковском Предместье и за Королевским ■ аиком, но Ростафински и Хрыневецки считали,

Грембецка РАБОТЫ ЮЗЕФА РОСТАФИНСКОГО НА ФОНЕ ТРАДИЦИИ ИСТОРИИ БОТАНИКИ В ПОЛЬШЕ Юзеф Ростафински, выдающийся польский историк ботаники, который жил

landscape architecture, landscape imagination, landscape metropolis, garden complex, garden design, domestic gardens, everyday gardens, hybridity, scalar paradox, complex

Po 4 dniach obserwacji niskim tempem wzrostu części nadziemnych w kontroli i dla stężenia 150 mM NaCl, charakteryzowały się następujące linie: L74D, L480 i L337,

Pedagogika patriotyzmu sprowadza się do: wychowania umysłu (nabywanie wiedzy o ojczyźnie w jej wymiarze historycz- nym i współczesnym), wychowania wyobraźni (kojarzących