8
Samenvatting
Het doel van dit project is het onderzoeken van de impact van de huidige trends en ontwikkelingen op de logistieke keuzes van bedrijven in de copier/printer sector, betreffende hun Europese
distributie. Er dient geanalyseerd te worden, wanneer deze trends en ontwikkelingen ervoor zouden kunnen zorgen dat deze bedrijven kiezen voor een andere distributiestructuur dan de huidige. Dit leidt tot de volgende onderzoeksvragen:
Is er een blauwdruk structuur voor de Europese distributie in deze sector?
Wat zijn de mogelijke alternatieve distributie structuren, waaruit gekozen kan worden? Welke recente trends en ontwikkelingen hebben een impact op de logistieke activiteiten van bedrijven in deze sector?
Wat zijn de effecten van deze trends en ontwikkelingen op de verschillende distributiestructuren?
Wanneer zouden deze trends en ontwikkelingen kunnen zorgen voor de keuze van een andere distributiestructuur dan de huidige?
Uit de interviews met bedrijven in deze sector en literatuur onderzoek, dat de 2-tier de meest gebruikelijke structuur is en dus de blauwdruk structuur is. 2-tier verwijst naar de 2 stadia van opslag in deze structuur. De producten, die meestal in Azië worden geproduceerd, worden per zeevracht verscheept naar Europa. Vanaf het aankomstpunt in Europa wordt het getransporteerd naar een centraal magazijn, ook wel het Europese distributie centrum (EDC) genoemd. Dit EDC zorgt voor het transport naar de omliggende klanten en naar de regionale distributie centra (RDC’s) voor de verder gelegen markten.
De mogelijke alternatieve vormen van distributie zijn:
De gecentraliseerde structuur, die maar één centraal magazijn heeft, van waaruit alle klanten worden bediend. Deze structuur heeft dus geen regionale distributie centra.
De gedecentraliseerde structuur, die juist alleen maar regionale magazijnen heeft, die direct worden beleverd via verschillende, nabij gelegen havens.
De 2-EDC structuur. Deze structuur lijkt op de gecentraliseerde structuur, maar dan met 2 centrale magazijnen. Europa wordt zo in 2 delen opgesplitst met elk een eigen EDC.
Directe fabriekslevering. In dit geval worden de klanten direct vanuit de fabriek beleverd. Deze vorm van distributie kan ook gecombineerd worden met de andere vormen, waarbij de fabriek ook de magazijnen beleverd.
De interviews en het literatuur onderzoek levert ook de meest belangrijke trends en ontwikkelingen voor deze sector. De volgende zijn verkozen voor de analyse:
De druk op het reduceren van de logistieke kosten. Volgens de geïnterviewde bedrijven in deze sector, is dit de meest belangrijke trend. De redenen die hiervoor worden gegeven zijn:
9 o De druk op de prijzen, die de bedrijven dwingen tot de verkoop van meer producten om
dezelfde omzet te behalen. Meer producten in het logistieke systeem betekent echter hogere logistieke kosten.
o Het moeten terugdringen van de voorraad. Dit komt hoofdzakelijk door de recessie,
waardoor het moeilijker is om machines te verkopen en daardoor veroudere machines in de voorraad veroorzaakt
De opkomende markt in CEE. De meeste bedrijven hebben geen sterke vertegenwoordiging qua verkoop in CEE. Sommige daarentegen weten toch aardig wat producten te verkopen in deze regio. De toenemende economie maakt deze regio steeds interessanter.
Europese productie. De meeste bedrijven in deze sector produceren in Azië. Toch hebben sommige bedrijven een deel van hun productie in Europa.
Het groene imago. De duurzaamheid van het milieu lijkt een steeds belangrijkere trend te worden. De carbon footprint is daarin één van de meest belangrijke trends.
Deze trends en ontwikkelingen lijden tot de volgende scenario’s waarop de verschillende distributie structuren zijn getest en vergeleken met de huidige situatie:
Toenemende transportkosten. Toenemende omzet in CEE. Toenemende Europese productie. De carbon footprint.
Om de verschillende distributie structuren te evalueren, is een logistiek kosten calculatiemodel gecreëerd, die gedeeltelijk gebruik maakt TNO’s eigen RESPONSE™ model. Het model bestaat uit 4 kosten componenten, die de basis vormen van dit model: transport, warehousing, inventory holding en handling. Een deel van het transport en de handling componenten van het model worden berekend door RESPONSE™.
De data die fungeert als input bevat 2maanden aan informatie over verschepingen naar klanten over heel Europa. Het bedrijf heeft een grote omzet in Duitsland, Frankrijk, UK en Italë en een kleine omzet in Centraal en Oost Europa. De totale grootte van de verschepingen bedraagt meer dan 80.000 m3 en heeft een waarde van meer dan €300 miljoen. De producten kunnen verdeeld worden in 3
categorieën:
Printers en copiers
Randapparatuur, zoals feeders en sorters Consumables, zoals toners
De analyse toont aan dat de blauwdruk 2-tier structuur qua kosten het beste presteert in de huidige situatie. Dit ondersteunt de keuze voor de 2-tier structuur in deze sector. Deze structuur presteert qua kosten ook het beste in de CEE en Europese productie scenario’s.
Daarentegen presteert de gedecentraliseerde structuur beter als de transportkosten toenemen en bij de berekening van de carbon footprint.
10 Aangezien de natuurlijke hulpbronnen, inclusief aardolie, uiteindelijk schaars zullen worden en
opraken, zal de olieprijs stijgen en dus ook de transportkosten. Dit tezamen met het groeiende belang van de duurzaamheid van het milieu zorgt ervoor dat de gedecentraliseerde structuur steeds