• Nie Znaleziono Wyników

Eisen, te stellen aan de stabiliteit van bovenwaterschepen der Koninklijke Marine en het Loodswezen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Eisen, te stellen aan de stabiliteit van bovenwaterschepen der Koninklijke Marine en het Loodswezen"

Copied!
26
0
0

Pełen tekst

(1)

211 S3/2 1021/SB

Eisen, te stellen aan de stabiliteit van hovenwaterschepen

der

Koninklijke Iarine en het

Loodswezen.

Ir.I.T.van Harpen.

(2)

Dit rapport vervangt bet rapport: "Voorlopige

Stabiliteits-criteria voor bovenwaterschepen der Koriinkljke Marine,

Deel I: Niet beschadigde

schip."met het zelfde

nummer: 21183/21021/SB.

U wordt verzocht bet voorlopige voorsobrift te vernietigen.

Distrjbutie:

intern:

MOHAM HBS plvHBS

J. P. Akkernian

Ir. L. J. Ant onides

M. C. Boot

Ir. H. D. Bou land.

C. Eraankr .:

Dr. Ir. J. M. Dirkzwager

Ir. N. T. van Harpen (2x)

Ir. P. J.H,00genberk

Ir.W,P.H.de Jongh

Ir. J. L Huisrnan

Ir.E.H.E.Nabbe

H. Deggeler

Ir. J. E, Los

Ir. G. Moeijes

Ir.D.E.D.Romijn

J. Schuilenburg

A. Sitton

T. Smut

Ir. A. M.Stuurman

k. Suleters

Ir.W. C.Thijssen'

Ir. H. J.Wirmners

B.de

Jong (2x)

Son.

extern:

De Chef van de iarinestaf

De Viagofficier belast met de

officiercvorniing op het KIM

Hoofd v.h. Bu.reau Viagoff icier TD

Directeur Rswerf

Hoofd v.d. tekenkamer

scheeps-bouw v.d,

V

Hoofd. y. d.NBCD-.sohool

Hoofd v.d.afdeling soheeps- en

vliegtuigbouw van het KIM

NEVESBU: Ir.Huizinga

Directeur NEVESBIJ( 2x5

Prof.

Ir. J.

Gerritstna (ThD)

Lv.d.Ham (THD)

A.Versluis (THD)

(3)

Inlioud.

Bi z.

lelnleiding.

4

2.Berekenìngsgrord.slagen en stand.aard beladingstoestanden.

6

Indeling van de schepen naar gebruiksdoel en naar

operatieterrein.

8

Eisen te stellen aan de stabiliteit van onbeschacligcle

schepen:

9

4.1.Balans van armen van het heilend moment tegeno'er

de armen van het oprichtend moment.

9

4.1.1.Opriohtende momenten.

11

4.1.1.1.Arm van bet opriclitend moment in viak water.11

4.1.1.2.Arm van bet opriclitend moment op een golf

top.

11

4.1.1.3.Arni van bet oprichtend moment in een

golf-dal.

11

4.1.1.4.Gexnid.delde arm in zeegang.

12

4.1.2.Heliende mOmenten.

12

4.1.2.1.Vrije vioeistofopervlakken.

12

4.1.2.2.Dwarsscbeepse winddruk.

12

4. 1.2.3.LJsafzetting.

13

4.1.2.4.Mid.delpuntvliedende kracht bu

d.raai-ciikel varen,

14

4.1.2.5.Water aan dek.

15

4.1.2.6.Hijsen van zware lasten.

15

4.1.2.7.Verplaatsen van gewichten naar één boord.

16

4.1.2.8.Hangend.e lasten,

16

4.1.2.9.Over.geven van lasten.

16

4. 1

2. 10. Iwarsscheepse trossentre1.

17

4.1.3.Eisen te stellen aan de statische hellingshoek en

de restarnen.

17

4. 1.4.Vaartbeperking, verbruiks en baliastvoorschriften. 18

5.Eisen te stellen aan het reservedrijfvermogen en de

leksta-bill-teit van besohadigde sohepen.

19

5.1.Lekafmetingen.

19

5.2,Permeabiliteit.

19

5.3.Armen van bet oprichtend moment.

19

5.4.Arnien van het heilend moment.

20

5.5.Sisen te stellen aan de statische hellingshoek en

de res tarmeri.

20

(4)

2-Vervo1g Irthoud.

Bijiagen: 1.L1.jst van syiibo1en.

2.Overzïcht standaard. beladingstoestand.en.

3.Presentatje van de balans van de armen van hot heilend

moment tegenover de armen- van het oprichtend moment.

4.Formulier ter berekening van de oprichtende

momenten

en de voornaamste heilende momenten.

(5)

3-

-4--Eisen, te stellen aan de stabiliteit van bovenwaterschepen der

Coninklijke Narine en het Loo.dswezen.

1. Inleiding

Dit voorschrift

behandelt de

wijze van berekenen en beoordelen van- en de eisen te stellen aan de stabiliteit van

bovenwater-schepen der Koòinklijke Marine en van bet Loodsween.

De methode, gebruikt orn de stabiliteit te beoordelen, staat bekend als de "quasi-statische" methode.

Deze quasi-ntatische methode onderscheidt zich van de zgn.

taij-tische methode (Rahola) daardoor, dat bij deze metuode

epro-'oeerd wordt de verschiliende heilende momenten apart en ook de

invloed van e zeegarg exl:Lciet

t

.bealen.

:ianneer cen schip oo en

Lclftop

of in een golfdal ugt, blijkt de kromme van armen van het orichtend moment zich drastisch te wijziien (fiuur i).

-J--b C

Fig. i Kro;mmen var armen van het oorichtend moment

schip in viak water

schip in olfdal a. schip in goiftop.

anneer men aanneemt dat de invloed van de zeegang op de veili-heid tegen omslaar voldoendo in rekening wordt gebracht, als men slechts de armen gelder1d in viak water vervangt door de armen in zeegang, Jan is het moeilijke probleem van de veiligheid tegen

omslaán in

zeeang terugebrcht tot de

nvoudiger vraag onder welke ornstandigheden een schip in viak water omslaat. Deze vraag kan beantwoord worden door het tegenover elkaar stellen van de oprichtende en heilende momenten.

De hoofdstuken z en 5 geven edetaiileerde aanwijzingen voor de

wi.jze van opsteulen van de balans van de armen van bet oprichtende

moment teeenover de armen van bet heilend moment, aan de hnd waarvan de stabiliteit, zowel van het intacte schip, ais van bet beschauigde schit, beoordeeld wordt.

(6)

-

-5-Le veiliheid tegen omslaan van schepen wordt uit1uitend bepaald

door de rrootte vari de armen van het ourichtend moment onder

ver-schillende ornstandiOEheden.

De metacentrumhoogte MG is een maat voor de aanvangsstabiliteit

van ceri scip, maar

het is niet geoorloofd de stabiliteit bij

gro-tere hoeken te beoordelerì aari de hand vn de MG-waarde. Op grond

vari deze overweging worden in het voorschrift geen aanwijzingen

eeven die òetreiking hebi)en op de metacentrumhoogte.

De grootte van de metacentrumhoogte wo.rdt òepaald door de volgende

eisen

een schip rnoet over voldoende

aanvangsstabiliteit

beschikken,

hetgeen betekont dat MG een zekere positieve waarde moet

heb-he n;

de grootte van de dwarsscheepse bewegingen worden

voor

een

be-langrijk deel beuaalà door de waarde van MG. Wanneer men een

prettig bewegend schip wil ontwerpen zal men MG niet te groot

moeten kiezen.

In de prektijk zal een compromis gezocht macten worden tussen de

eisen, gosteld aan de armen vari stabiliteit door de veiligheid,

en de

rootte van NG,

bcpa1d.door

aanvangsstabiliteit eri

(7)

-6-2. Berekeningsronslagen en standaard beladingstoestander. Berekeningsgrond sl agen

De volende.soortelijke gewichten dienen ten grondsiag gelegd te worden aan alle gewichts-, zwaartepunts- en stabiliteits-berekeningen van schepen der Koninklijke Marine en het Loads-wezErn

\.anneer orn nof andere reden (b.v. overname van Enelse

ge-gevens) een soortelijk gewicht gebruikt .ordt, .afwijkend van bovenstaande standaard soortelijke g'ewichten, moet dit uitdruk-kelijk vermeld worden op alle berekeningen.

Ten behoeve van de bere1eni.ng van de inhoud en het zwaartepunt van tanks, gelden, overenkomstig VVUI 4 de vo1ende voorschrif-ten

Brandstof- en smeerolietanks worden maxirnaal gevu1c tot

95% van de netto-inhoud.

Watortanks worden madrnaa1 gevuld tot 98% van de

netto-inhoud.

Van de tankinhoud is i% niet verpornp'baar0

Standaard beladingstoestanden

Bij stabiliteitsberekeñingen, lekberekeningen, stabiliteitsbeoor-deliig en presentatie van stabiliteitsgegevens (sta1iiiteitsboek-je) moeten de, in het onderstaande gedefinieerde, standaard bela-dingstoestanden geezigd worden0

Beladin'stoestand I

Beladingstoestard Ia

Beladingstoestand II

Schip volledig uitgerust met alle

brand-stof, erneerolie, zoetwater, victualie en munitie aan 'coord.

Schip volledig uitg'erust met alle

brand-stoî, smeerolie, zoetwater, en victualie

aan boord. Ballast- en trirntanks gevuld, voorzover noodzákelijk is orn de

dwars-scheeose stabiliteit en een juiste trim te handhaven. Munitie :f geheel

verscnc-ten, 6f alleen gereedheidsrnunitie aan dek 6f zodariig verdeeld Øat eco uit

etabili-teitsoogpunt bijzonder ongunstige, toetr onto taat.

en anderhagt ai' van het type schip en de soort van de bewapening9

Na verbruik van 25 van de brandotof, zoet wat.r en victualie van de hoeveelheden

bij Beladirìgstoestand I. Alle munitie aan

boord.

s.g. zeewater 1,025 ton/rn

s.g. stookolie 0,940 ton/rn

sr'. dieselolie 0,340 ton/rn°

s.g. minerale smeerolie 0,900 ton/rn s.g. synthetische smeerolie 0,950 ton/rn"

s.-'. avoat 0,800 ton/m'

s.s. avgas 0,700 ton/m

(8)

-7-: iTa 1,rbruik vmn 25 van de braridstof,

zoet-water en vjctuaijc van de hoeveelheden bij

Beiadirigstoestand I. Ballasttanks,

trim-tanks en munitie als onder Be1adjnstoestard

Ia..

: Na verbrujk van 50% van de brandstof, zoet-water er victualie Van de hoevee1hedc'r bij Beladingstoest3nd I.

Alle murìitie aan boord.

: Na verbr ui

K van 50%

van de brandstof, zoet-water en victualie van de hoeveelhederi bij Beladingstoestand I.

Ballasttanks, trirntanks en munitie als ondor

Beladinstoestand Ia.

Na verbruik van 75 van de brandsof,

zoet-water en victual.ie van de hoeveelheden h±j

Beladingstoestand I. Alle

munitie aan board.

Na verbruik van 75% van de brandstof, zoet-water en victualie van de hoeveelheden bij

Beladingstoestand I

Ballasttanks, trimtanks en munitie als onuer

Beladingstoestand Ia.

Ia verbruik van 90%

van d9

brandstof,

zoet-water en victualie vari de hoeveelhccien bij

Beiadirjstoestand I. Alle nunitie aan boors. Na verbruik van 90% van de brandstof, zoet-water en victuelie van de hoveelheden bij

Beiadingstoestand I. Bal!asttanks, triritanks

en nruriitic als oncer Beiadingstoes-tarìd Ia. Schip ten volle uiteruot, ec ter zondcr

randstof, smoerolie, zontwatr, victuaj ie, munitie of bailastwntr.

Sohip zander hemanning, ultrusting,

reserve-delen, brandstof, srneerolie, zoetinter,

via-tualie, munitie of bailastwator.

De percentages zijn te betrekken op de maxirnaal toelaatbare vulling

van brandstof-, srneerolie- en watertanks, zoals verrneld onder de bere-kenìrAgsgrondslagen.

De Stardaard beladingstosstanden dienen berekend te worden met behuip van een stook- en/of verbruilcsvolgorde, die berust op overwegingen betreffende de lahgsscheepse- en dwarsscheepse stabiliteit, sterkte

overwegingen en bodrijfstechnische overwegingeri.

Aan de hand van deze stook- en verbruiksvolgorde, vastgelegd in het scheepsdevies en hat orderboek machinekarner, moat voor elke beladin.s-toestand bepaald worden, welke tanks vol, gedeelteiijk evuld, of

leeg zijn.

De invioed vari vrije vloeistoí'oppervlakken in gcdeeltelijk gevulde

tanks, op de aanvangmetacentrumhoogte en op de armen van stabiliteit, kan aldus berekend worden overnkomstig de realiteit.

Janneer in verband met het type schi, de aard vari de lading of dc

aanname van eerì hijzondere ewichtsverdeling, beladingstoestanden op-gesteld worden die afwijken vari de toestanden I t/rn Vii en Ia t/m Va,

dan dienen dez afwikende beladingstocstanden

afgeleid

te worden van

de toestanden I t/uì VII en Ia t/m Va, maar zij dienen aangeduid te worden met de index b, c, d, enz,

Bijiage 2 geeft in tabelvorm een overzicht van de standaard

beladings-toestanden. Beladingatoestand lIa Beladingstoestand III 3eladingstoestand lila Beladingstoestand IV Beladingstocotand IVa Beladingstoestand V

Beladingstoestand Va

Beladinstoestacd VI ("leeg schip') Beladingstoestard VII ("doktoestand")

(9)

3. Indeling van de scheoen naar gebriiks&oel en naar operatieterrein.

De eisen, die aan de stabi1itit van bovenwaterecliepen gesteld dienen to worden, zijn afhankel;lk van het to verwachten gebruik en

oporatieterrein van de schepen.

Ten behoeve van de stabilitei-tsbeoord.eling zjn de schepen in 4 groepen ingedeeld:

Groep A : Schepen die overal ter wereld ingezet moeten kunnen worden.

Groep B-: Schepen, waarvan het operatieterrein beperkt is tot de

NoordAtlantische oceaan, Noord en Oostzee, zodat

geen rekening beboeft te worden gehoud.en met tropische cyclonen of excessieve ijzafzetting.

Groep C : Schepen die in beschutte gobied.en teruggeroepen worden, wanneer meer dan windkracht BF 8 verwacht wordt.

(10)

_o

-Eisen te stei.en aarì de sau1itei.t v

or oc

uic-4. 1 ]áians van arrnen var

hat helle-nd

moment tep'enovar do armrir

yanhtoidhtend.nionient'

:.

ebeoo.rdujngan d.c taòi1iteit van et niet-beschadigde schip vindt plaats door het

tegenover eikaar stellen vari

de

¿rinen

van et neliero moncit c v !ct

c1iit]U

mornnt.

A±'rn iau het oprichtérd moment

oprichtend moment gewicht van

hei; schp

heilend moment

Aran het,eilend moment

k

- gewicht van hct schip

De.. stabiliteit .1aa ooriogsschepen, locds- en ietonnings-vaartuier, neernt over bet alge'neen ai, nariinte edurErc d

rets

voorraden aan braridLo±', zoctaïr, rnuritie irov d

verbruikt

worden. Debelaciingstce:tand aa . bet eind van de

-reis zl derhalye rn aatgev.end zijn bij de beantwoordirìg var

de vraag of e stailiteit volc.oeide is De ritieke

bela-dingbtoestand, de de beoordel ng van no .to1itet i bebchouing enornen dient te order, ¿al voor nez

cpc

:ver4nkome

met. Standaard beladingstoetand Va.

Wariee hetdiÍe1ijk, is dat ook andeTa dan :enoende toes tand

àn1eidibg kunnec gever! tot kritieke toestecden dan moeten

oak deze belacigstoestanaer bozin raer

'oor bijzondere scnepen, ¿is Dcvoorrad1-ssc open, eepoot3r

that bunkers ir de zìden, jachtri, caz. meet varì gavai tot gavai bekeken worden wat ce uit

stabiiicitscnurt .eZiPr,

meest orgimnstige oelaan.stoetand is aie in cc oi

tj

xmn

optredeh. .

De baind vn de ajrñ&n' van bet heIlend moment te;eriover de

armen van het onrlJter'd renient ti ce ritiee ocla.i'.s o-;étatid.dient opeteid te wdrden vopr de volgendo gevallen

roep A em B

i Sam vari ce armen van het heilend moment ten ieole afl

vriJe vloeitofopçerv1aken (4 1 2 i) Efl te

olc

V

winddruic (4 1 2 2) Ge iiaceidc armn u e

O(

rter e

ioment inzegang (4.1.1.4).

Sam r1 do armer van hei

iellend

momert cr ¿eol

an

vri.je îloeisto±'oppervla

'ei (4 1 2 1) e tcn tevoibe

.winadruk(4..,1.2.2).. Geinicidelde arnen van tiet opricrìtend

moment n zeegang 1 1 4) voor et schi rct a zcttr'

Voor de.. windsneihid in dit gavai rnaxinaal V. = 70 k,n. (3F ) t e n emé n

ArenraÍ

het heilend moment

ten gevolgevanvni.

;iioei-stbfonpervlakken (:4e 1.2. i)

recn var

bet

opricnteid nonent eei olftc 1 1 '

Bj sot eem, uitgerust rno cci am tiij'--eì ai I' i

vrie oriperviatyne Lrt dr

nvIocu a

c

nit_slit _r-tank in rekening' gebracht ta ;ordon.

Som vari de armen van et heilend menant ten ¿.evole van vrlje vloei,tofoonclviai on ( 1 ¿

i)

i t: ev,l

ir.cdeliunt viiedence rY

r't

Di Pt Iraa1

t3i

ICI

(4.1.2.4).'

(11)

î o

-Groep C

1. Sam van de armen van bet hellénd moment ten gevolge van vrije vioeistofoppervlakken (4.1.2.1.) en ten gevoige van winddruk(4.1.2.2.). Gemiddelde armen van bet oprióhtende

moment iii zeegang (4.1.1.4.).

'2. Armen van bet heilend' moment ten gevoige van vrije

vloeistofoppòrvlakken (4.1.2.1.).

Armen van 'bet oprichtend moment op Gen golf top (4.1.1.2.).

Bij achepen, uitgeru8t met een antislingertank van bet

vrije opperviaktype dient de invloed van de

antis]inger-tank in rekening gebracht te worden.

Soin van de armen ván het heilend-moment ten gevoige van

vrije vloeiatofoppervlakken (4.1.2.1.) en ten gevolge van middelpunt uliedende kracht bij bet ìraaicirkel varen

(4.1.2.4.).

Armen van bet oprichtend moment in

vlak

water (4.1.1.1.).

Groep D

Born ván de armen van het heilend moment ten gevolge van

vrije vloeiatofoppervlakken (4.1.2.1.) en ten gevolge van middelpunt viiedende kracht bij bet draaicirkel varen

(4.1.2.4.).,

Armen van bet oprichtend moment in viak water (4.1.1.1.).

Som van

de armen van het heilend moment ten gevolge van vrije vloeiatofoppervlakken (4.1.2.1.) en ten gevoige van

winddruk (4.1.2.2.).

Armen van hat oprichtend moment in v]ak water.

Naaat de bovenstaande behende- en oprchtende 'momenten, moeten voor speciale schepen de volgende momenten

tgenóver-elkaar gesteid. worden:

Betönningavaartuigén

Born van

de armen

van

bet heilend moment ten gevolge van vrije vloeistofoppervlakken (4.1.2.1 ) ten gevoige van

dwars-scheepse winddruk (maximaal BF 8 (4.1.2 2 ) en ten gevolge

van

bet hijeen van een ton (4.1.2.0.).

Gerniddelde armen van bet oprichtend moment in zeegang

(groep B) of in viak water(groep C) (4.1.1.4. of4.1.1.1.), gecorrigéerd voor toename deplacement en wijziging van bet systeemzwaartepunt (4.1.2.6.).

Passaiersvaartuigen (groep D.)

Born van de armón van ht hellend moment ten gevolge van vrije vlôeiatofoppervlakken, ten gevolge van dwarascheepse winddruk

(maximaal BY 8) en ten gevoige van massaie verplaatsing van persoñen naar één boord (4.1.2.7.).

Armen van hét oprichtönd moment in viak water (4.1.1.1.). De in dit

gavai

optredende statische hellingshoèk'

rag

niet

meer dan 70 bedragen.

Sleepboten (groep D) '

Som van de armen van het heilend moment ten gevolge van vrije vloeistofoppervlakken, ten gevolge van dwarascheepae winddruk (maximaal BY 8) en ten gevolge van dwarsacheepse t,osaentrek

(4.1.2.10.).

Armen van bet' 'oprichtend moment in viak water (4.1.1.1.).

(12)

-il-De presentatie van de balans van armen van het heilend

moment tegenover de armen van bet oprichten4 moment, met

de gebruikte symbolen dient in eeri duidelljke figuur

gegeven te worden (zie bijlage 3).

Aangegeven behoort te worden wanneer de riiet-waterdichte openingen te water raken. De kronimen van armen van het

oprichtend moment mogen voorbij dit punt niet in de stabiliteitsbeoordeliflg betrokken worden.

Bijiage 4 geeft een berekeningeformulier waarop alle

gegevens verzameid kunnen worden ter berekening van de armen van e oprichtènde en dé meest voorkomende heilende momenten (vrije vloeistofoppervlakken, vinddruk en

draai-cirkel varen).

41.1. Opriohtende momenten

Ter berekening van de armen van het opriohtende moment moeten met behuip van een elektronische rekenautomaat de dwarakrommen van atabiliteit (NK sin

0)

bepaald worden voorviak water en, voor de groepen A, B en C ook in lange-acheepse golven. Gebruik kan gemaakt worden van bet

coniputerprogramma dat ontwikkeldis door bet laboratorium voor schèepsbouwkiuide vari d.e.technische bogeachool Delft. De berekening van de dwarskrommen in langeacheepse golveri

geschiedt als voigt:

Het schip wordt aangenomen atationair te liggen in een langsacheepse sinusvoraige golf met een lengte X de lengte van bet schip in de constructie waterlijn en met

eenhoogte

X

íO+O,05.X

Met vertrimming van bet schip in de golf' behoeft geen

rekening te wOrden gehoudén.

Voòrde ligging van bet schip: giftop ter plaatse van de midsòheéps en goifdai ter plaatse vañde midscheeps,

berekent de àórnputer de waarden van NK sin 0 voor ver8chil-lende hellingehoeken 0 en verachilver8chil-lende diepgangen.

Het programma houdt bij de berekening van de dwarskrornmen inrgoiven rekening met het Smitb-effec't: het verachijnael

dat in golven de druk niet lineair toeneemt met de afstand onderwatér ten gevoige van de centrifugaalversneliingen van.de roterende wat dPeltLies in de.golf.

Met behuip van de door de computer berekende dwarekrommen worden de armen van deoprichtende momenten bepaald: 4.1.1.1. Arm van. bet oprichtend moment invlak water:

h=

sIn 0 (vlak water) - OX øinØ

4.1.1.2. Arm van bet oprichtend moment opeen -golftop:

hgt = Wi ein

0

(goiftop)- -

i einØ

4.

1

i

. 3. Arm. van het oprichtend mothent in een golfdal:

W

in

0

(golfdal) --

i

sin 0

(13)

4.1.1.4. Uit de armen van het oprichtend moment op een

golf top en in een golfdal word.t tenslotte bepaald

de "emiddelde arm in Zeegang":

hzhgt+hgd

2

4.1.2.

Hellendemomenten

Heilende momenten kunnen ontstaan als gevölg van:

i. Vrije vloeistofoppervlakken

Dwarsscheepee winddruk

Lîsafzetting

Middelpuntvliedende kracht bij draaicirkel varen.

Hijeen van zware i aeten.

Water aan dek.

Verplaatsing van gew ichten naar é4n zijde

(personen of zware gew ichten)

Hangende lasten.

Overgeven van lasten

Dwarsscheepae trossentrek.

4.1.2.1.

Vrìje vloeistofopperviakken

De invloed van vrije vioeistofoppervlakken in

gedeel-teiijk gevuide tanks wordt niet ale vermindering van

de krömme van oprichtende armén, maar als kromme van

armen van het heilend moment in rekening gebracht.

De arm van bet heilend momènt ala gevoig van vrije

vloeistofoppervlakken is als voigt te bepalen:

Xv

!

+ + +

Ç) sin 0 (in meter)

met: y;

ï

Soortelijk gewicht van de

vloei-U 2

stoffen in de verachiilende

bunkers en tanks in ton/rn3.

j

; ; c,.

Dwarsscheepse traagheidsmoznent

I

van de vloeistofspiegel in deze

ruimten bij een hellingehoek

Ø = 0°, uitgedrukt in m'.

D

= Deplacement varì het schip in ton.

0

hellingshoek in graden.

Wanneer de arm van het heilend moment K

V

meer bedraagt

dan 0,05 meter bij een hellingehoek 0

30

mag

boyen-8taande benadering niet toegepast worden, maar dient

de arm K, exact uitgerekend te worden. Deze berekening

vereist een dermate grote hoeveelheid rekenwerk dat

het nood.zakelijk is een rekenautoniaat in te schakelen.

De theoretische achtergronden van de berekening en een

handieiding voor het gebruik van het computerprogramina

worden gegeven in: "Algol-programma ter berekening van

de heilende momenten ten gevoie van gedeeltelijk

gevulde tankB"

(22688/21021/sB),

naar welk rapport

kortheidahalve verwezen wordt.

4.1.2.2. Dwarsscheepae winddru.k

De arm van bet heilend moment als gevoig van

dwara-scheepse winddruk, is ale voigt te berekenen:

P.F.a

(0,25 +

0,75.cos3

0)

(in)

(14)

-13-met: p

winddrtúc per m2 in ton

F = windvangend lateraal oppervlak inolusief

opbouwen, masten, takelage, wapens en

apparatuur in in2

a

hoogte van hat zwaartepunt van het windvangend

lateraal opperv].ak F boyen de waterlijn plus

0,5 Tm op 0,5 L11 (in meter).

D

deplacement van het schip in ton.

0

= hellingshoek in graden.

De wind.druk per ni2

p

c. e,.

y12

2

met: C

= gerniddelde weeratandecoëfficiënt

1,2

dichtheid van de lucht = 0,125 lcg sec2 ni

siie].heid van de lucht in rn/sec.

Voor p volgen onderstaande waarden:

p = 0,03

ton/rn2

p = 0,05

ton/rn2

p

0,07 ton/rn2

p

0,10 ton/rn2

p

0,12 ton/rn2

p = 0,15

ton/rn2

Voor het intacte schip zijn de volgende windsnelheden

te gebruiken:

Groep A: VT = 90 kn9op

Groep B: V

= 70 knoop

Groep C: V1

50 knoop

Groep D:.V

= 40 knoop

Met het oog op mogelijke onzekerheden wordt gerekend

met over de hoogte gelijkblijvende windsnelheden.

Voor bijzondere schepen, zoals zeilschepen, moet de

gemiddelde C

- waarde nader vastgelegd worden.

4.1 .2.3. IJsafzetting

Bij de bepaling vari de stabiliteitseisen waaraan een

schip inoet voldoen, neemt de berekening van het heilend

moment ten gevolge van ijeafzetting een bijzondere

plaats in, omdat een bovengrena voor het gewicht van de

eventueel optredende hoeveelheid ija niet te geven is.

De omstandigheden, die aanleiding geven tot ijaafzetting

op dekken en bovenbouwen van echepen zijn de volgende:

Onderkoelde regen of mist bij lucht-temperaturen

lager dan -1.5°C.

Overkoxnend buiswater, in bet algemeen optredend bij

windkracht 5 of meer, gekombineerd met

luchttempera-turen lager dan -1.5°C.

Wanneer deze omstandigheden lang

enoeg duren, kan de

hoeveelheid afgezêt ijs zodanig groot worden, dat geen

enkel schip hiertegen bestand is.

bij VL = 40 kn.

21 rn/seò.

BF 8

bij VL

50 kn.

26 rn/sec.

BF1O

bij VL

60 kn.

31 rn/sec.

BF11

bij

L

70 kn.

36 rn/sec.

BF12

bij

L

= 80 kn.

41 rn/sec.

BF13

(15)

-1

4-De stabiliteit wordt door ijsafzetting als voigt

benvloed:

Extra gewicht met een hoog gelegen zwaartepunt

wordt toegevoegd..

Als gevoig van het toegevoegde gewicht neemt het

vrijboord af, waardoor niet-waterdichte openingen

eerder te water konten.

Door asymmetrische ijeafzetting kan een heilend

moment ontstaan.

Omdat het gevaar, dat door een heilend moment ten

gevolge van ij8afzetting op één zijde van het schip

duideiijk is en omdat dit verschijnsei door

koeraver-andering bijna aitijd is tegen te gaan, wordt voor de

berekening een symmetrische ijsafzetting aangenomen,

die bij vaart tegen de wind in optreden kan.

Dienten-gevoige voigt uit de berekening alleen een verandering

van de armen van het.oprichtend. moment t.o.v. de

armen, geldend voor het schip zortder ijsafzetting.

Voor alle echepen van de groepen A en B 18 te rekenen

met eenijsafzetting als vo1gt:

Viakke, blootgestelde dekken

50 kg/rn2

Viakken van de frontachotten van

opbouwen en dekhuizen

50 kg/rn2

Voorviakken van wapens, toe8teilen,

boten, masten en tuigage

loo kg/rn2

Voor apart staande stangen, antennes enZ., met een

breedte kleiner dan 0,1 m is met een gewicht aan ije

van 10 kg/strekkende meter te rekenen.

De gewichten per in2, die voor de berekening zijn

aari-genomen, komen overéén met een dikte van het ija van

6 tot

7

cm, afhankelijk van de dichtheid van het jis.

Bjj wapens, toestellen, boten,. masten, enz. is het

dubbele gewicht gebruikt i.p.v. een groter opperviak,

dat eigenlijk gebruikt moet worden, omdat de

aan-sluitende langewanden, die voor wat bétreft hun voorste

gedeelte ook last vanj ijsafzetting krijgen, in verhouding

tot de. voorwanden groot zijn.

Voor echepen.van de groep A, ontworpen orn onder alle

omstandigheden in het erotische gebied te kunnen

opereren dient gerekend te worden met een ijsafzetting

die tenminste het dubbelè is van de bovenatearide

hoeveelheden.

-Bij de bepaling van het lateraal windvangende oppervlak

ter berekening van de dwarescheepse winddruk bij

beladingstoestanden met ijsafzetting., behoeft geen

rekening gehouden te worden met de ijeafzetting.

4.1.2.4. Mid.delpunt kracht bij draaicirkel varen

De arm van het optredende heilende moment bedraagt:

2

K

V .b

d d . COS Ø

(meter)

waarin: VD

sneiheid van het schip in de draaicirkel

(16)

-b hoogte van het gewichtszwaartepunt boyen de halve diepgang (j- m) op L11 in meter (KG - T m)

g = versnelling van de zwaartekracht (9,81 in/sec2) R = straal van de draaicirkel in meter.

0

= hellingshoek in graden.

Wanneer de straal van de draaicirkel niet bekend is, mag gebruik gemaakt worden van de volgende benadering:

2

O,3.V .'o

cos

g.

waarin: Va w maximale aanloopenelheid van het schip in rn/sec.

'o = hoogte van het gewichtezwaartepunt boyen de

halve diepgang (T m) op Lli in meter (KG -

T)

= versnelling van de zwaartekracht (9,81 rn/eec2)

c.v1 lengte van het schip op de constructie-wateriijn in meter.

Ø hellingehoek in graden

Voor schepen met bijzondere stuurinrichtingen en ook

voor schepen die met hoge sneiheid kleine d.raaicirkels

hebben, zijn nadere onderzoekingei uit te voeren naar de optredende heilende momenten.

4.1.2.5.Water aandek

Water aan dek kan een aanzienhijke invloed uitoefenen

öp de stabiliteit.

Speciaa]. kleine schepen met een laag vrijbootd en een

dichte verschansing met weinig waterloospoorten hebben in dit opzicht een siechte naam.

Bet water aan dek is er oorzaak van dat het systeem-zwaartepunt omhoog gaat, waardoór de armen van het oprichtend moment kleiner worden, terwij door de

optredende vrije vloeistofoppervlakken grote heilende momenten kunnen ontstaan.

Wanneer de kane aanwezig is dat grote hoeveelheden water gedurende langere tijd aan dek biijven etaan,

dient de invloed van dit water aan dek op de stabili-teit door middel van een berekening nagegaari te worden.

4.1.2.6. Ret hijeen van zware lasten

Bet manipuleren met zware lasten door middel van het

scheepshijsgerei - laadboom of kraan, heef t twee

effecten op de stabiliteit:

Door het aan boord konien of van boord gaan van de

last, verandert het deplacement van het sohip en

daarinee de armen van het oprichtend moment h. Er treedt een hellend moment op warineer over

boord gehesén wordt, waarvan de arm te berekenen is

als voigt:

= P (d.sin 0 + e.cos (meter)

(17)

waarin:

P gewicht van de te hijeen last in ton.

D = deplacement van het schip inclusief last in ton.

à = verticale afstand van het einde van de boom of kraangiek tot aan het zwaartepunt van de

last in rust (meter).

e = horizontale afetand van het eiride van de boom

of kraangiek tot de hartlijn van het schip in

meter.

0 = hellingshoek in graden.

4.1.2.7.

Verplaatsen vagewichten naar én board

De arm van het heilend moment ten gevolge van het verplaatsen van een gewicht naar één boord, is te

berekenen met:

K =P.e.cosØ

(meter)

D waarin:

P = gewicht in ton

e afstand van het gewicht P uit het midscheepse viak

in meter.

D = deplacenient van het schip inclusief het gewicht P in ton.

Ø = hellingshoek in graden.

Met behuip van dezelfde f.rmule kan de arm van het heilend moment bij massaie verplaatsing van personen

naar én board. berekend. worden. Voor P is dan te nemen

het gewicht van de aanboord aanwezige personen. Per persoon te rekenen met een gewicht van 75 kg. De

personen dienen zo ongunstig mogelijk over het aanwezige dekopperviak verdeeld te worden met een dichtheid van 5 personen/me.

4.1.2.8.Eangende

lasten

De armen van het heilend moment, dat bijvoorbeeld optreedt bij schepen met uitzet-inrichtingen voor landingsboten, snelle motorboten of andere kleine

vaartuigen,. kunnen aanzienlijke waarden bereiken:

Kt = p (d. sin

0 +

e.cos Ø) (meter) met pD= gewicht.van de hangende last in ton.

D deplacement van het schip in ton.

d verticale verplaatsing van het ophangpunt van de last gemeten t.o.v. de last in rust (in m) e horizontale verplaatsing van het ophangpunt van

de last gemeten t.o.v. de last in rust (in )

= hellingshoek in graden. 4.1.2.9.Overgeven van lasten op zee

De arm van het heilend moment dat optreedt bij het overgeven van lasten op zee is te berekenen uit: K0 = z . (q.cos Ø r.sin

0)

(meter)

D

(18)

-1£-waarin: Z

D =

0=

testbe].aìting oog op het dek van het ontvangencle schip in ton (maximale

horizontale trekkracht in dé draad) deplacement van het

8chip

in ton.

af8tand van het ophangpunt van de overgave

iririchting boyen halve diepgang op 0,5 L.71

in meter

-afstand van het ophangpuzkt uit demidscheeps, positief te rekenen naar die zijde waarheen

Z gericht is (in meter). hellingshoek in graden.

De trekkracht Z wordt horizontaal aangenomen, ofschoon deze, afhankelijk van de afetand die de last zich

buitenboord bevindt, meer of minder schuin naar bened.en werkt. De hierdoor eventueel optrederide fout is

onbeiangrijk, gezien de onzekerheid die geintroduceerd wordt door de aanname dat de reactiekracht van het water aangrijpt op T (* L-1

),

Sonunering dient te gesôhieden over alle, eventueel ge].ijktijdig te gebruiken overgave-inrichtingen op boord.

4.1 .2.10.Dwarsscheepse trossentrek

De arm van het heilend moment dat optreedt als gevoig van dwarsscheepse trossentrek biJ boegeeerboten met

schroefvoortstuwing, is als voigt te bepa].en:

K = T (s.cos

0 -

t.sin Ø)

D

waarin:

T = C . Vd2 = maximaal dwarascheepa optre4ende

W

trosséntrek in ton.

C = 1,2 = gemid.deide weerstandscoëfficiënt van het

W

dwarsscheep aangeewmde schip.

= 0,103 ton sec2 in = dichtheid van zeewater.

lataraal opperviak van het schip onder de wateriijn

W (m2)

maximaal dwars op de sleepboot werkzame

aanstroom-énelheid.

2,5 in/sec, voorzover niet uitdrukkelijk hogere

waardenvoorgeschreven of lagere toegelaten worden.

verticale af stand tussen aangrijpingspunt van de

tros aan de sleephaak èn de halve diepgang op L.11,

gemeten bij rechtliggend schip (in meter)

horizontale afstand tussen aangrijpingspunt van de tros aan dé sleephaak, en H.S. bij de groôtst mogelijke dwarsscbeepse verplaatsing van de haak,

gemeten bij. rechtliggend schip (in meter).

Ø = hellingshoek in graden.

Aangenomen is, dat de trossentrek T, niet groter kan

worden dan de weeratand van het dwarsscheeps. aangestroomde schip.

4,1.3. Eisen te stellen aan de statische helling8hoek en de res tarnien

De stabiliteit van een schip wordt beoordeeld aan de hand van de, als gevoig van de heilende momenten,

(meter)

Vd =

S =

(19)

optredend.e statische hellingshoek, en de grootte van de

overblijvende armen van het prichtand moment, boyen de

kromme van de armen van het heilend moment (restarinen:

hrest bijiage

3).

Afhankelijk van de restarmen zijn de volgende statische heilingshoeken toelaatbaar:

Tot 15 graden: als bij Ø 35° minstens een restarm van 0,10 meter aanwezig is.

20 graden: als bij

0 = 45°

minstens een restarm van 0,15 meter aanwezig is.

25 graden: als bij

0 = 55°

minstens een restarm van 0,20 meter aanwezig is.

Tussenwaarden kunnen lineair geinterpoleerd. worden.

Tot een windkracbt van B? 10 mag de optred.ende statische

hellingshoek niet groter zijn dan

15°.

Bij draaicirkel varen mogen statische hellingshoeken van

15° niet overschreden worden.

Aan de restarinen voor de toestand golf worden de volgende eisen gesteld:

hest > 0,05 meter in het maximum en positief over minstens 10° tussen Ø 0° en Ø =

45°.

-4.1.4. Vaartbeerking, verbruiks- en ballaatvoorschriften.

Wanneer uit de resultaten van de stabiliteitsbeoord.eling

biijkt dat in bepaalde beladingstoestanden, de

stabiliteit niet voldoeride is, en als het niet mogelijk

is deze te verbeteren door het aanbrengen van vaste ballast

of additioriele ballast tanks, dient een voorechrift

.gemaakt te worden waarin vastgelegd wordt:

hetzij een vaart- of gebruiksbeperking van het schip, hetzij een beperking van het verbruik van de aan boord aanwezige voorraden, hetzij bindende ballastaanwijzingen.

(20)

5. Eisen te stellen ¿an bet reservedrijfvermogen en de lekstabiliteit

van beschadigd.e schepen

5.1. Lekafmetingen

Leklengte

Schepen met een lengte, kleiner dan 30

,

op de

constructie waterlijn, moeten, als minimuum het

onderwater-lopen van i kompartiment kunnen dooretsan.

Schepen met eèn lengte groter dan 30 m op de

constructie-waterlijn, moeten bet onderwaterlopen kunnen doorstaan van

een lengte van 0,18

- 3,6 meter, doch ten hoogste van

18 meter, op iedere wiì'Iekeurige plaats van het schip.

Lekbreedte

In bet algemeen moet aangenomen worden.dat het lek zieh

uit-strekt tot ¿an hart schip. Mìddenlangsschotten :worden altijd

als onbeschadigd aangenomen.

Langsacheepse schotten in de zijde zijn alleen als

onbeacha-digd ¿an te nemèn, wanneer daardoor een grotere helling

optreedt dan wanneer ht schot wél beschadigd is.

Lekho ogt e

VariaI de kiel tot en met het schottendek worden alle dekken

als niet waterdicht beschouwd na beschadiging.

De dubbele bodem is alleen dazi als onbeschadigd aan te nemen,

wanneer daardoor een grotere helling optreedt dan wanneer de

dubbele bodem wél beschadigd is.

5.2. Permeabiliteit

Ter berekening van de vulling van lekke ruiinten zijn de

volgende (volume) permeabiliteitén aan te houden:

Hutten, ver.blijven, huishoudelijke ruimten,

kantoreri, enzovoort:

95%

Werkplaatsen:

. 95%

Munitiebergplaatsen:

80%

Bergplaatsen voor proviand, magazijnsgoederen

en ruimten besternd voor lading:

vol:

50%

half vol:

70%

leeg:

. 95%

Mächinekamers eri keteiruimen:

90%

Bunkers en tanks:

vol:

5%

leeg:

98%

5.3. Armen van bet o.prichtend. moment

De stabiliteit van beschadigde schepen wordt beschouwd aan

de hand van de armen van het oprichtend moment in viak water.

Bij de berekening van deze armen dient de vertrimining als

gevoig van het onderwaterlopen van bepaalde delen van het

schip, in rekeziing gebracht te worden.

Wanneer de methode van het "verloren drijfvermogen" wordt

gebruikt dienen de armen van het oprichtend moment uitsluitend

berekend te worden voor het onbeschadigde deel van het schip.

(21)

5.4. Armen van het heilend moment

VoOr het beschadigde schip zijn de armen van bet heilend moment ten gevolge van vrie vloeistofoppervlakken in het

oribeschadigde dee]. van het schip (4.1.2.1.) en ten gevo].ge

van dwarsscheepse winddruk (4.1.2.2.) te berekenen.

Voor alle achepen is te rekenen met een winddruk p 0,03

ton/rn2 (BF 8).

5.5.

Eisen te steilen aan de statische hellingehoek en, de restarmen

In die beladingstoestand en voor dat lekgeval dat uit een oogpunt van lekstabiliteit bet gevaarlijkst is,moeten tegen over elkaar gésteld worden:

le: de armen van het oprichtend moment

(5.3.)

en de armen van het heilend moment ten gevolge van vrije

vloeistofopper-viakken (5.4.)

2e: de armen van het oprichtend moment (5..) en de som van de

armen van het. heilend moment ten gevolge van vrije vloei-- stofopperviakken en ten gevolge van winddruk (5.4.).

In bet eerste geval (zonder winddruk derhalve) worden de

voigende eisen gesteld:

Het schip moet bìj symmetrisch onderwaterlopen, in de eindtoestand rechtop (zonder slagzij) drijven.

Het schottendek mag bij onsymmetrisch onderwateriopen, in de eindtoestand ten gevolge van helling en trim niet onderwater

komen.

In tussentoestanden wordt ais grootste statische hellings-hoek 25° toegelaten, waarbij evenwel een restarm van 0,05

aanwezig moet zijn.

In het tweede geval (met winddruk) geiden de volgende eisen:

Openingen van onbeschadigde ruirnten mogen niet te water komen.

De statische hellingahoek mag, ook bij onsymmetrisch onder-wateriopen in de eindtoestand niet groter dan 25° zijn.

In aile tussentoestanden moet een restarm van minstens 0,05

(22)

LIJSP VAN SYMBOLEN F F w G h gd h gt h V h z e -Omschrijving Hoogte van het zwaartepunt van het

windvangend lateraal opperviak F boyen de waterlijn +

T

Hoogte van het gewichts(systeem)zwaartepunt

G boyen T (KG - T).

Gemiddeld.e weerstandscoöfficiënt.

Dep].acement vaneen schip.

Verticale verplaatsing van het ophangpunt van een last gemeten t.o.v. de last in rust. Verticale afstand van bet einde van de boom of kraangiek tot aan het zwaartepunt van de

last in rust.

Horizontale verpiaatsing van bet ophangpunt of het zwaartepunt van een last gemeten t.o.v.

de last in rust.

Horizontale afstand van het einde van de boom of kraangiek tot de hartlijn van het schip. Windvangend lateraal oppervlak.

Lateraal oppervlak onder de waterlijn. Gewicht8(systeeln)zwaartepunt.

Systeemzwaartepunt boyen basislijn. Vereneliing van de zwaartekracht.

Golfhoogte.

Arm van het oprichtend moment in een golfd.al..

Arm van het oprichtend moment op een goiftop. Arm van bet oprichtend moment in vlak water. Gemiddelde arm van het oprichtend moment in

zeegang.

Dwarsscheeps traagbeidsmoment

vloeistofoppervlak.

Arm van het bellend moment t.g.v. het hijsen

van zware lasten.

Arm van het heilend moment t.g.v. draaicirkei

varen.

Arm van het heilend moment t.g.v. hangende

lasten.

Arm van het heilend moment ale gevolg van het

overgeven van lasten.

Arm van het heilend moment als gevoig van het

dwarsscheeps verplaatseri van gewichten (massaie

verplaatsing van personen naar 4n boord). Arm vari het heilend moment t.g.v. dwarsscheepse trossentrék.

Arm van het heilend moment t.g.v. vrije vioei-s tofopperviakken.

Arm van het heilend moment als gevoig van

winddruk.

BIJLAGE i

van een vrij

Afkorting a b C w D d K; K o K p Kt K V K w D imen s je meter meter ton meter meter m2 meter rn/sec2 meter meter meter meter meter meter meter meter meter meter meter meter meter

(23)

Afkorting owl L.. NK -p q r s T m T t V a Vi Vd VD V e'

0

Dimens je meter meter meter meter ton/rn2 meter meter meter meter ton meter rn/sec rn/sec rn/sec rn/sec ni3 ton/rn3 kg.

sec2m4

kg. sec2 graden Omschri.jving

Lengte van het schip op de

constructie-waterlijn.

Lengte van een schip tussen de loodlijnen.

Metacentrumhoogte.

Afstand valse metacentrurn boyen basisiijn. Winddruk per m2.

Afstand ophangpunt van een overgave

inrich-ting boyen halve diepgarig op 0,5 L11.

Afstand van het ophangpunt van eenovergave-inrichting uit de midscheeps.

Verticale afstand tussen aangrijpingspunt van de tros aan de sleephaak en de halve

diepgang op L..1 , gemeten bij rechtliggend schip.

Diepgang op

Maxirnaal dwarsscheeps optredende trossentrek.

Horizontale afstand tussen aangrijpingspunt van de tros aan de sleephaak en H.S. bij de groòtst mogelijke dwarsscheepse verplaatsing

van de haa.k, gerneten bij rechtliggend schip.

Maximale aanloopsnelheid bij

draaicirkel-varen.

Sneiheid van de lucht.

Maximaal dwar8 op een sleepboot werkzarne

aanstroomsnemejd.

Sneiheid van bet schip in de draaicirkel.

Inhoud. van de carène. Soorteiijk gewicht. Golfiengte.

Massadichthejd van lucht. Massadichthejd van water.

(24)

. .

8IJLAGE 2

OVERZICHTSTANDAARO BELADINGSTOESTANOEN

v«vii

AANDUIOING

BIJZONDERHEDEN

I

1a

11a 111a

iv

IVa

-Va

i GEWICHT LEGE SCHIP

INCLUSIEF EVENTUELE VASTE BALLAST

1OO°l 1OO°/ 1OO/

100°h

1OO/

1OO/o1OO/

1OO/

1OO/ 1OO°I 1OO/o 100°/o

2 WATER EN QUE IN SY5TEMEN

FETELS OP FEIL CONDENSORS EN VERDAMPERS GEVUI..D ENZ

1O0°/ 100°/e 100°/o 100°/o 1000/o 100°/o 100°/o 100°/o 100°/o 100v/o

100/o 1O0/o

3 BEMANNINGMET BAGAGE

, . . . ,

:

. COMMANDANT .

300 KG.

.

OFFICIEREN

. .

à .200 KG.

. ONDEROFFICIEREN 175 KG. .

KORPOPAALS EN MANSCHAPPEN.

140 1KG.

ZWARTEPUNTEN1O0MBOvEDEK

.

A/B

. ;

A/B

. A/E3 .

A/B

.

A/B

-.

A/B

. . .

-A/B

.

A/B

A/B

.

A/B

A/B

4 HELICOPTERS

EXCLUSIEF MUNITIE

A/B A/B

A/B A/B A/B A/B A/B A/B A/B A/B A/B

5 LE3GERNVENTARIS

.

.

BOTTELIER HOFMEESTER ZIEKENVERPLEGER SCHIPPER

SENER,NAVIG. GEV. INFORMAIIE, TELGRÂFTST, RADIcVRADAR-

MONEUR. SCHRIJVER,MACHINIST. TIMMERMAN.

ELECTROMONTEUR. OS&O

. .

1O0/

. . 100°/., . 100°/e 100°/o , 100°/e . 100°/° 100°/o . . 100°/e 100°/o 1O0°/ . 100'/o O°I

6RESERVEDELEN

. -'

V 8V SCHEEPSBOUW WERKTUIGBOUW ELEKIROTECI-INfEK

ELEKTRONICA, BEWAPENING EN VUURLEDING,

NBCD-DIENST

,

.

100°/e 100°/o

. .

100°i

100°/o 100°/e . 100°/o 1O0°/

100°/o 100°/° 1OOI

100°/o . 0°/o 7 PR O V I A N D i N C D R A N K E N I NCL PA NIR Y S TO KO S Z I E K E N BOEG B O T L N E N Z I O O 0/ 1 0 0 0/ 7 5 7 50/o 5 0 0/ 50°/e 2 5°I 2 5°I 1 0 0/ O 0/ 0 0/ 0 C/ 8. MUNITIE . , I . . . . .

VOOR ALLE TOESTANQEN TE REKENEN DAT DE GREED

-HEIDSMUNITIE AAN DEK UGT, DE REST IN DE BERGPLAATEN.

VOORGELEIDE PROJECTIELEN TE REKENEN MEIDE ON-

GUN'IGST.E VERDELING. IN DE BELADNGSTOESTANDEN

1ET INDEX a : 6F MUNÌTIE VERSCHOTEN OF

GEREED-.

HEIDSMUNITIE AAN DEK

. .

10o°/

..

. . ( 0°/e) . ..

100/o

( 0°/e) 100°/e . ( 0°/e) . 100°I . (

0°i)

. 100°/o ( 0°/e) 0°/a 0°/o

9 BRANDSTOFFEN

. .

NB 100°/0VOLRETEKENT GE-

VULD TOT 95°/o VANDE

NETTO INHOUD

STOOI-EN DIESELOLIE(VOORTSTUWING)

D I E S E L O L I E N I E T V O O R V O O R T 9'T U

W I N G

BIJ VERDR.lNÇINGSYTEEM ALTIJD

00°/ OLIE/WATER(I t/rnv)

HELICOPTERBRANDSTOF VUILEOLIETANIcS, Z1JIVERINGSTANKS,ENZ.

. 1Q0°/ 1 0 0/ . 100°/e 50°/e

100h,

i O O °/ . . . 100w/o

50°I

75°/e 7 50/ 7.3a/ 50°/e

75°/o 7 5 0/ 750/e 50°/o

50°/e 5 o .°4 50v/o

5°I0

50°/e

5 o/

500/o 50°/e

25°/e 2 5°/o

.

. 25°/e 50°/

25°/e 2 5 0/ 25°/e 50°/e

10°/e O 0/ 10°/o 50°/e

10°/u 0°/o 10°/o 50°/o

0°/e O /o

.

.

O/

o°1

0°/o O °/o 0°/o 0°/o

1 0 s M E E RO LI E (95°/0V H NE ITO VO L ) o o °/ i o o o °i i o o oi O o 0/ o o °i i o o °ì i o o o, 1 o o O/ o o °/ o O/ o °/

11.VOEDINGDRINK EN

WAS-w A T E R .

N.B. 100°/0VOL BETEKENT

GEVULD TOT 98°/0VAN DE

NETTOINHOUD

VOEDINGWATER , . . . . D R N K WA T E R w AS WA T E R : .

SCHEPENMET VERDAMPERDRINKWAÎER EN WASWATER

ALT}JD 1OO°/ GEVULD(It/mV, Iat/mya)

.

.

VUILwATERLENswATERTANKs.

.

.

ioöi

i O 0°/e i o o o, 50°/e

ioo°i

i 0 0 O

o,0

.

50°/e

ioo°i

7 5 0/ 7 50/0

:

50/

ioo°i

7 5 0/ 7 5 O/Q 50°/o

ioo°i

5 0 °/o . 5 Q 50°/e

ioo°i

5 0 0/ 5 0 O/ 50°/e

ioo°i

2 5 /o 2 5 O/e, 50°/e

iooi

2 5 0/ 2 5 O/ 50°/o

ioo°i

O /o O /o 50°/e

ioo°i

1 0 °/o 1 0 O/ 50°/e

o°,

O 0/ O °/ 0°/o

o°ì °fo O O/ 0°/o.

12.BÄLLA5tTER

. . .

--1RIMTANS

. . . . ,

-07

00/o . 1OOto NAAR BEH.

0v/o

O0ioO°1

NAAR BEH. O/ O°/

jO

NAAR BEH. 0°/o 0°/e

1OO°/ NAAR BEH.

0°/o 0°/o

10°

NAAR BEH.

0°k

0/o

(25)

I I '1-t-1 0OL L L , o

gtt

I tiT t t p , L .

-.-. L

J

L . Dc j_

:

._ò4 t ; , 4 ¡ *U g

H

i «-t'. _ _

-;-h

r

-* I H-a-I : ). : î:1I IUMIU

;::iU

:!i;

:;

Lt '

-(

: :

;:»

"

rt :

yi:I1

L

u

-i

It T

r

k(

"

:i i ?

tE't

j

i

-LI } t

_1-::1-.t

__I

:-L___,

L i I (1'

-';

-/ r

. , - i .

V,',

-r

_ -. .. I

:' :; t:::: .::

' :j JT:

:

oj:

î;jji.

.,. .. ' .' .. ì.i . ;

._Tr:

L

:r

r

L

I

::

_:;:t:;

I:

I:J

»

___.»t

-: L:

::i4

;: 4-::Tk.T :

-:.;H

: -: j ; i

H

r-t

-t-L r

'

;:

L L L , _ .0 t ' i L-T

--+.-I

Ir

--LJ

_F!tt_1 _1

j

9!W-1-:: t 2

I,..

'i

_

1..L,!.-.

_

;:

...

;H;:

...

; t

:'

:

rI t : ::

...

_1.,, . ... ;: ' . l : I. : :

.'.

i

.

i

Ñ:

Q

11'1dth

4IrT

i

r

...

t

NtVAThtT*'i'?

¿4j 4 fJ1

--.

.:

i

N 1V) N f\ N f

i d APN A o:i &

1

1 ,

j

I

ïiQ

-,

j

'

'

T ... L t4

VI\ i

' L

'-Ñ'A

1 i

p i , 11 , 1: F Ì , t ¿

j

I

;

:

c;

rirr

r

r

::-t...i. j

-

--L

I

r -L

i'

---.-:

¡4:

: 14 jt

-tj

I 1'

Lt

tt-f

,L.

(-_;

L

:g-±-

t-. I f .. I

n )

f4 - r-t! t

.-r

t t ..-t I

It:

...

-'t

'_'i -.

-.

-'._14.-4't-.J

... _i._Lt. ...IL.

(26)

BEREKENING ARMEN VAN HET OPRICHTEND

EÑHELLENO MOMENT.

ARMEN VAN DE OPRICHTENDE

MOMENTEN

h

NKsin 0 (VLAK WATER)

-scnø

h9t

ÑRsinø (GOLFTOP)

- KG sinø

,

ARMEN VAN DEHELLENOE MOMENTEN

hgdftR sinø(GOLFDA.L) Rsinø

h7'= 1/2(hgt+hgd)

BIJLAGE 4

ÑR si nø (VLAK WATER.GOLFTOP, GOLFDAL) UIT DWARSKROMMEN.

0

sin 0

KG sin, NKsjnØ (vI.w.) hv

NKsinØ (g.t)

hgt

NI srn(g.d.)

hgd

h7 hgd+hgt 00

0,000

100 0,174 200

0,342

3o° 0,500 .

40

0.643

500

O766

600

0,866

700

0,940 800 0,985

90°

1,000

0

0.25+0.75coh kQE(025+o.75.ìj

k

cos

hd0cosø

kv+kd

00

0.000

1,000

;

1,000

100

0174

0,966

0,985

20°

0,342

0,872

. . 0.940

30°

0,500

0,737

. 0,866 400 0,643

0,587

. 50°

0.766

0,449

0,643

60°

0,866

0.344

Q..94O. i___ -ö:--o . 0,342 80° 0,985 0,254 . . 0,174

90°

1000

0,250 o,000

NAAM SCHIP:

B ELAOIN GSTOEST AN O :

DEPLACEMENT 0=

VOLUME NAAR DE MAL V=

TON. M.3

KG=

M. M.

M. (ALLEEN TOELAATBAAR ALS K(Ø=3O°)

<O.03M.)

k=

.

:1i

=

LENC,TE OP DE WATERLIJN= GOLFLENGTE

A = M. M. MT.

pF.a

M.

:T=

fj:: D

GOLFHOOGTE H

''

M. p

40N/M2(BF

1OO.O5 À

F=

M2

a=

M M.

.9.81 M/SEc)

g.L

-VA

b=

M/SEC. M.

Cytaty

Powiązane dokumenty