Technische Universiteit Delft
Faculteit Werktuigbouwkunde, Maritieme Techniek en Technische Materiaalwetenschappen Transporttechnologie
A.C. van IJzerloo Automatisering van kadekranen bij ECT
Doctoraalopdracht, Rapport 97.3.TT.4834, Sectie Transporttechniek en Logistieke Techniek.
Dit rapport is een inventarisatie van de invoering van kraanautomatisering en de daaruit voortvloeiende toepassing van een kraancabine, onafhankelijk van de hoofdkat, bij de kadekranen van Europe Combined Terminals.
Enkele ontwikkelingen in de bedrijfstak geven aanleiding tot het onderzoek:
Onder invloed van nieuwe inzichten over veiligheid wordt getracht de radioman dek zo min mogelijk "hoog" te laten werken. Hierdoor heeft hij minder overzicht op het schip.
Om de kosten van de overslag te drukken moet de overslag door zo min mogelijk mensen worden gerealiseerd.
Technische ontwikkelingen zijn zo ver gevorderd dat verschillende fabrikanten systemen op de markt aanbieden voor geautomatiseerde overslag van containers.
Hiertoe is eerst een analyse gemaakt van de huidige overslagmethode. Op dit moment wordt bij de ECT over het algemeen met teams van drie man op een kraan gewerkt. De kraanmeester is permanent bezig met het besturen van de kraanbewegingen.
Organisatorische informatie krijgt hij van de radioman wal en de radioman dek. Veel tijd gaat er verloren met dit overleg, alsmede met het wachten op vervoersmiddelen (vooral het AGV systeem) en het behandelen van stackers.
Vervolgens wordt een uiteenzetting gegeven van de techniek die wordt gebruikt bij geautomatiseerde lastbeheersing. In veel gevallen gebeurt dit door vanaf de hoofdkat een camera te richten op een reflector op het headblock. Analyse van het beeld van de camera en de stand van de hijslier geven de positie van de last (ten opzichte van de hoofdkat). Uit een reeks waarnemingen kan de snelheid van de spreader worden bepaald, en de snelheid van de hoofdkat en de hijslier zo worden geregeld dat de beoogde lastweg wordt gerealiseerd.
Door automatisering kan de kraanmeester organisatorische taken van de radioman dek en de radioman wal overnemen. Relevante informatie wordt rechtstreeks aan de kraanmeester doorgegeven. De radioman dek zal onder invloed van de veiligheidseisen steeds minder overslaghandelingen gaan verrichten, zoals het stackers rapen en leggen. Een groot deel van de taken van de radioman wal kunnen op termijn worden geautomatiseerd, zoals het invoeren van containernummers. De plaatsing van de AGV's onder de kraan moet worden verbeterd, zodat daar geen menselijke controle meer bij nodig is. Door de verkleining van de kraanteams kunnen deze de problemen minder goed oplossen. Dit legt een grotere druk op de rest van de organisatie. Verder wordt ingegaan op de keuze van de plaatsing van de onafhankelijke cabine. Met een cabine, die aan de zijkant van de klap, naast het spoor van de hoofdkat is opgehangen, wordt het beste zicht op het werkgebied verkregen. Belangrijkste probleem bij deze variant is dat de breedte van de
kraanconstructie toeneemt. Bij een cabinediepte van ongeveer 2000 mm blijft de cabine bij moderne schepen minimaal 550 mm verwijderd van de brug van het schip. In breder verband moet beoordeeld worden of deze afmetingen voldoen.
Bij de beschrijving van de bevestiging van de onafhankelijke cabine aan de kraan is vooral gelet op de mogelijkheden bij de bestaande kranen. Verschillende varianten worden behandeld, en diverse mogelijkheden per variant worden besproken. Enkele problemen moeten afdoende worden opgelost. Bijvoorbeeld de rails van de cabine mogen niet belast worden door het buigen van de klap.
Kraanautomatisering is een voor ECT interessante ontwikkeling. Er wordt aanbevolen om de combinatie van geautomatiseerde lastbewegingen en een onafhankelijke cabine bij een nieuwe kraan uit te proberen.
Rapporten studenten Transporttechniek en Logistieke Techniek
