Verslag'
behorende
bij het fabrieksvoorontwerp
van
33
.
~,
v.
01.
~
R-F.
L,
Sckre..UJv.>
... - . . . - .. - - - . - .. - - - ... - ... --~ ... ~ ... - ... 'f. ... , ... . "~",, . ~ . .(, . ',·
T
1
,W,
cJe
:B1t1J~N
", I •,
oflderwerp:
, ..
~ffiv&/:.f?
...
r.
.
ap.~kl
·
IM.$
··
~~::i:'~··:
·r
:
... .
, . ; ,',',~'.
- h } . ( ' .
!7:
'
[1
"
.
, m ••• ~ . . . &.lItttILE~/.AI.~.~Jit..s..
.
""A
..
'.~.)9::T/.$.... ..
,
. '
' " ' , "r •
I
l _l
:
l.
l'
[~
r
:
[
:
[
.[
:
[
,I'
['
[
,
[
1
[l
II
n
n
n
n
_. - - -SaMenvattingEen globaal ontwerp is ge~aakt van een rookgason
tzwavelings-installatie, op basis van de rookgasproduktie van de maasvlakte-centrale, voor het geval de ketel van deze centrale zou worden gestookt met olie, waarin zich
6
gewichts76 zwavel bevindt. Als acceptor werd Hn2. 03' op y-alumina gebruikt.Het ontzwavelingsproces m.b.v. deze acceptor wordt ~omenteel
onderzocht op het laboratorium v. chemische technologie.
Analoog aan het Shell Flue-gas Desulfurizatiori Process maakten
wij gebruik van een parallel-passage-reactor.
Voor de ontzwavel ing in deze reactor is een model opgesteld, waarDee de af~etingen van een reactor, waarin het rookgas voor
l _
I
l .n
[l
fl
n
n
Inhouè.soPGav;: I Inleiding II De Maasvlakte centrale111 Berekening sa~enstelling en hoeveelheid rookgas IV De "Parallel -Passage" reaY:tor
V Eodellering acceptatie
VI
VII
Berekening van de waarden van de benodigde fysische en che~ische grootheden voor de acceptatie
Acceptati0
VII-I Resultaten modellering
VII-II Warmtehuishouding
VIII Modellering r pgeneratie
IX Berekening van de waarden van de benodigde fysische
en chemische grootheden voor de regeneratie
x
Regeneratie ; result aten modellering XI De ontzwavelingsreaktorXII Literatuur
XIII Figuren (grafi eken)
XIV Bijlage:stroomdiagram van computerprogramma voor acceptatie en
l isting ko~puterprogramma voor acceptat ie en regeneratie
l . l .
l.
[
~
r :
[î
[J
lJ
n
r
r
I
Inleiding.
De meeste van onze fossiele brandstoffen bevatten belangrijke
hoeveel-heden zwavel.
Veel
van deze zwavel wordt als zwaveldioxide
in
de
atmos-feer
gespuid,als de brandstof wordt verbrand.
De
zwaveldioxide-emissie
neemt
tengevolge van de stijgende vraag naar energie sterk toe
(vb.
voor
de U.S.A. tabel I
lito (12))
Vele
landelijke en/of plaatselijke autoriteiten hebben daarom wetten
aangenomen die de emissie van zwaveldioxide
~nook
andere stoffen
(NO
,stof etc.) moeten
boperken.
xIn
de
U.S.A. heeft
men in
1970
de zogenaamde
"Clean
Ai-r Act"
aangeno-men die de zwaveldioxide emissie beperkt tot
1,2 Lb/million
BTU warmte
die
bij de verbranding vrijkomt.
(lit. 13)
In
sommige otaten en plaatsen in de
U.S.A. zijn
de eisen nog strenger.
(lit. 12)
Om de
totale emissie te beperken kan men in principe
twee
wegen
bewan-delen
men kan:
a) de brandstof
ontzwavelen
of
b)
de
bij de
verbranding
ontstane rookgassen
ontzwavelen.
De beide
mogelijkheden kan men op verschillende manieren uitvoeren,
waar hier
echter niet
op
wordt
ingegaan.
In 1970 is op het laboratorium voor
Chemische Technologie een
onder-zoek
gestart
naar de
mogelijkheden van
een droog,cyclisch,regeneratief
proces
met mangaanoxide op
drager
«( -
alumina) ter
ver\>Tijdering
van
zwaveldioxide uit rookgassen.
Men
heeft tot nu toe het
volgende
gevonden:
Tijdens de acceptatie reageert het mangaanoxide
met
zwaveldioxide en
zuur-stof tot mangaansulfaat.
Het aktieve mangaanoxide blijkt
Mn
2
0
3
te zijn (lit.14)
2
Mn20
3
+
4 S02 + 02
~4 MnS0
4
(1)
Het gevormde
MnS0
4
kan met waterstof worden
gereduceerd
(regeneratie).
Het
reaktieverloop
is
waarschijnlijk zeer
komplex. De
optredende
verschijn-selen worden tot nu toe verklaard door aan te nemen dat de volgende
reakties verlopen (lit. (11)
-en (14))
-· I l .
.
, i!
r
.
!l
.
i I [ .I
I..
! 1Ir'
· l j I Ii
f
1
· rl
I I · ln
n
I 11 111IV
"
.MnS0
4
+
4 H2
~I1nS
+
4 H20
(2)
MnS
+
H
2
0
~MnO
+
H
2S
(3)
3
MnS0
4
+
4
H2
S
~3
11nS
+
4
S02
+
4
H20
(4)
S02
+
3
H
2
)
H
2
S
+
2H
2
0
(5)
Uit
experimenten uitgevoerd in een thermobalans met MnS0
4
,niet
op
drager,
blijkt dat reaktie
(2)
bij 475
0C slechts langzaam verloopt.
Reaktie (4)
daarentegen
verloopt
snel.
MnSOq9gedispergeerd op
0-
alumina als
drager blijkt
in een vast
bed
met
waterstof als roducerend
ga.s,echter
bij
475
0Csnel gereduceerd
te
worden.
Gebruikt
men silica als dragermateriaal dan is de reduktie
langzaam.
Verondersteld
wordt daarom dat waterstofsulfide het aktieve reagens
is.
Men vermoedt
dat
het
volgende zich afspeelt:
I1nS0
4
reageert met ,.,aterstof
bij
475
0C
langzaam volgens reaktie
(2)
tot
!>1nS wat,
volgens
reaktie
(3)
gchydrolyseerd wordt tot MnO
en
H2
S.
Het
gevormde H
2S
reageert met 11nS0
4
tot
MnS en
S02 (reaktie (4».
DiJ;
MnS wordt weer
door
water
omg8zet
tot :HnO
en
H
2
S.
De
gevonden
reaktie snelheid is
echter
groter dan
men
op grond
van de reakties
(2) tlm (4)
mag
verwachten.
Volgens
reaktie
(5)
wordt er
nog meer
H
2
S gevormd: zwaveldioxide
reageert
met
waterstof tot waterstofsulfide en water, waarbij
t-
alumina
optreedt als
katalysator~De produkten van de regeneratie zijn MnO en enig
MnS
op drager.
Het acceptor
materiaal
kan nu weer gebruikt worden om
z~aveldioxideaf te vangen (acceptatie).
In het begin van de acceptatie reageert het mangaanmonoxide met
zuur-stof tot
Mn20
3
: 4
MnO
+
02
)
2
Mn2
0
3
'
wat
weer verder kan
reageren
met zwaveldioxide
en
zuurstof
(reaktie (1».
Het voordeel van dit proces is dat acceptatie en regeneratie bij
de-zelfde temperatuur
kunnen
worden
uitgevoerd,
waardoor
vast_be~eakto
ren gebruikt kunnen worden en attritie problemen, tengevolge van
pneu-matisch transport, worden vermeden.
-l _ l • . r •
: l .
~
f ..: l
~ i ,[
.
l
.
Ii
l'
r
1 l 1n
!l
l,1
I
,
De
Shell hee
ft
een analoog proces
on
twikkeld met als
reaktieve
vaste
stof
koperoxide op
0-
alumina.
(Het
~hellElue
Gas
~esulfurization(SFGD) Proces).
Het probleem bij
"nor
malelI
vaste bedden
nml. de
drukval, is hier
opge-lost door gebruik te
maken
van spec
ia
le
reaktoren,
zogenaamde
"paral-lel
pas
sage"
reaktoren.
Dit
type reaktor wordt later apart besproken.
Voor
ons
fabrieksvoorontwerp: het ontwerpen van een
rookgasontzwave-lings
installatie~hebbenwij het hierboven
b
eschreven
proces met
man-gaanoxide op
~- alunIina gekozen.
Om
voeling
met
de
realiteit te houden en daar meer dan de helft
van
de
gespuide hoeveelheden rookgas afkomstig zijn van
elektriciteitcen-trales (
zie
tabel I
(lit. 12)),
is een bestaande elektriciteitcentrale
als
voorbeeld gekozen.
Gekozen
is voor de Maasvlakte centrale, waarbij er vanuit is gegaan dat
deze
met een zwavelrijke
olie
werd gestookt.
4 -.~
l , l , r I I l ,
L
r:
I '
1
,
, r'
Il
]I
De I"iaasvlakte centrale.
(fiS
i2t;/Y) J'"f)
Het ontwerp van onze ontzwavelings-installate is gebaseerd op de
rookgashoeveelheden, geproduceerd door de Maasvlaktecentrale. In
deze
conventionele
c~ntraleworden 2 generatoren van elk 540
}~aangedreven door stoom -
turbines.
De
benodigde hog
e
druk stoom
(181
bar) wordt opgewekt in een ketel, die normaal wordt gestookt
met aardgas. Als de buitentemperatuur daalt onder het
vriespunt
gaat
men
echter
over
op oliestook (voorschrift:perc. S <1%)
Vandaar,
dat
ook
alle gegevens over de
werking
van de
centrale bij
olie
verstoken
bekend
zijn.
Uit het
energie schema van de centrale
blljkt
dat voor een
produktie
van
500
11W
aan
elektriciteit, 1265
MW
aan verbrandings warmte
uit
de
kehelbrandstof nodig
is.Aan de hand
van
Kick-0~hmer(1)
kozen wij als
brandstof een
zware
stookolie
IDet
de
volgende specificaties:
10
0API
C/H
gewichtsverhouding
8,5
verbrandingswarmte:
42,8
M
Jkg -
1
Aangezien de toepassing
v~neen ontzwavelings
installatie aDeen
rendabel is als
inderdaad (rel.
goedkope) zwavelrijke
stookolie
''1ordt
gebruikt kozen
"lijvoor
een gewichtspercentage zwavel
van
6
in
de olie.
]I[
Berekening
samenstelling en hoeveelheid rookgas
[
-',
Uit het bovenstaande
volgt,
dat
~
42,8
=
29,55 kg s -1
r
1I
J f 1 , I , I[1
t nI
I
I IrJ
n
II
van deze
olie moet worden
verstookt.
(vgl. dit met de actuele hoeveelheid die in de centrale wordt
-1)
verstookt, nl. 33 kg s
We hebben genomen 30 kg olie/s.met 6% zwavel hierin;
(Een
zeer
ongunstig geval).
Hiervan
is6% d.w.z.
1,80 kg s-1 Zwavèl (S)
Over aan
koolwaterstoffen:
28,2 kg s-1
Uit de
C/H
gewichtsverhouding van 8,5 : 1 volgt :
(massa) C
=
;:§
x 28,2
=
25,2 kg s-1
(massa) H
=
1x 28,2
9,5
=
-l .
[
:
[
:
[
:
[
:
f1
[1
n
n
In
molaire hoeveelheden:
(mol) S
=0,056
kmol
s
-1
(mol) C
=2,10
kro 0 1s
-1
(mol)
H
=
2,97
kro 0 1s
-1
De
verbrandingsvergel~kingenzijn:
C
+
°2
~CO
2
2H
2
+
°2
---7
2
H
2
0
S+
°
~S02
s
Voor
volledige verbranding van
boven
s
taande hoeveelh
eden
zwavel,
koolstof en waterstof
is dus
nodig aan zuurstof:
1
x
2,10
+
~x 2,97
1
0,056
2,898
kmol
-1
°2
+
x =s
Neemt men 10% over
maat
,analoog
aan de si
t1.u~.tie in
de
central
el
dan
wordt dit
.
.
3,188
kmol
s
-1
0
2. •Aangezien het
zuurstofpercentage
in lucht ongeveer 20 volume
%
is
(e
20 mol
%
als
men alle gassen als
ideaal beschou
w
d) heeft
men
nodig 5 x 3,188
=
15,94
krool s
-1 lucht.
Stel Molgewicht van lucht 0,8
x
28
+
0,2 x 32
=
28,8 kg/
kmo
1dan komt dit overeen met 15,94
x
28,8
=
459 kg
6-1 lucht
Het rookgas bevat dus: (stel
alle gassen
ideaal)
de 10% overmaat
°2
=
0,290 krool s
-1
-1
alle N
2
uit de verbrandingslucht
=
12,750 kmol s
CO
2
2,100 kro
0 1-1
1
zie
=
s
H
2
0
1,485 lr..mol s
-1
verbrandings
=
vergelijkingen
-1S02
=
0,056 kInol s
totaal
16,681
krool s
-1rookgas
-r . l . [
: I
; l
,
:
['
, . I IL
L
[
,f '
[
,L
! .
r .
r~
[
:
r
1
n
n
r
r
/l,
In
molfracties
Y02
=
0,017
Y
N2
=
0,764
Y
C02
=
0,126
Y
H20
=
0,089
Y
S02
=
0,00336
De tot
aal
te
.
ve
rwerken rookgas-massa is:
massastroom
rookgas
=
massastroom
ol
ie
+massastroom gebruikte lucht
(
massabalans
over
ketel
)
.
massastroom rookgas
=30,0
+
459
=
489,0
kg
s
-1
-1
3
Dit
is
16,68
YJJlo1
s
,
wat ge1ijkscaataan
373,6
Um
Is.
De
mas
s
Bstroom
S02
in
het rookgas
i
s
:
-1
0,056
x
64
=
3,584
kg s
S02
Bij
gebruik van de zwavelrijke
oli
e,c1ie
wijkozen,
bevat
het
rookgas
dus volgens
de
ze
berekeningen
2..4g~4
=
7,3
gew.
0/
00
S02
16,68
kmo1
B-1
rookgas komt bij
550
0C (823°K)
overeen
met:
16,68
22,4
m
273
=
3
-11126
m s
Uitge
drukt
in
m01/m
3
krijgt men:
0,056
kmo1/s
=
56
mo1/s
S02
dus de concentratie
aan
S02
in het
rookgas
iS:~ =
0,050
mol
m
-3
Bij
het
ontwerp van onze ontzwave1ing
si
nsta11atie gingen wij uit van een
begin-concentratie
S02
in het rookgas
van
0,05
mol
m
-3
bij een temp.
van
550
0
C.
l , !
l
'
",
I! [
1
: 1I
1[1
In
I I!n
I
I
~
\
De
___ u __________________________ _Parallel -
Passage~Reactor
Naar
analogie met het Shell Flue Gas
Desulfurization (SFGD)
2), 3)
proces
maken wij
bij
de
ontzwaveling
van het rookgas gebruik
van
een
zg.
parallel passage reactor.
In
een
derg
elijke
reactor stroomt het
te behandelen
rookgas
tussen
dunne
parallelle
platen door ( fig.,6 ). In
d~laten bevindt
zich
het acceptor
materiaal
bestaande uiteen
drager materiaal
(~-alumina)met
daarop
gedispergeerd,mangaanoxiden,die reageren met naar binnen
diffunderend S02 •
De
stofuitwisseling tussen gas en acceptor vindt plaats loodrecht
op de stromingsrichting
van het gas.
De
grote voordelen van dit
type
reactor zijn
a. de
la~edrukval
en
b. het feit dat
~edrukval niet met de tijd
toeneemt ten
gevolge van
de
afzetting van vaste
deeltjes (vliegas)
in de acceptor.
Een in de
praktijk
bruikbare constructie is ontworpen do
or
een
aan-tal Shell-medewerkers
en wordt
beschreven in de
patenten~dicde Shell
hierop heeft.
4), 5)
Wij stellen ons voor,dat bij de
door
ons
gebruikte
reaktor een
zelfde
konstruktie wordt toegepast.(zie fig.
/1 )
-1
i [ .
!
l ..
!l
:
[
:
I,' [ • ,: " I . H ! I iI
r'
n
n
v
I I I I I IModellering acceptatie
Om de
gewenste preceskondities en
de
afmetingen van de reaktor
te
kunnen bepalen is
het
nood
zakeli
jk
te weten
hoe snel het
zwavel-dioxide
bij verschillende kondities
(
T,
Vgas ,
dikte gaskanaal
etc.)
uit de rookgas
stroom
wordt weggevangen.
Om dit te
kunnen berekenen
is
een
(wiskundig)
model
opgesteld
waar-mee
we
het
gebeuren
in de
reaktor kunnen
beschrijven.
We g
aan
er
in
het model van
uit dat
het
zwaveldioxide uit
de
bulk
van
de rookgasstroom
de acceptorplaat indiff1mdeert,
waarin
het,
door'het op het
ó-
alumina
wordt omgezet
tot Mn80
4
•
aanwezige Mn
2
0
3
,
en
aanwezig zuurstof
fv1n
2
03
+
2 80
2
)2
1-1n80
4
Men kan hierin
drie
stappen
onderscheiden:
gasfilmdiffusie
(gekarakteriseerd door kg)
poriediffusie
(
11 11Deff. S02
)
chemi
s
che reaktie
(
11"
kc)
Alle
drie
de
stappen
zijn in het model verwerkt zodat door
bereke-ning vanzelf
zou
blijken of een bepaalde stap snelheidsbepalend zou
zijn en zo ja, welke stap.
Verder is de invloed van de zuurstofkoncentratie op de snelheid van
bovenstaande reaktie konstant verondersteld, daar de zuurstof
koncen-tratie in het rookgas veel
groter
is dan de zwaveldioxide koncentratie
(molfracties resp. 0,017 en 0,0028) en bovendien de effektieve
dif-fusie koëfficient van zuurstof in
~-alumina groter is dan de
effek-ti~ediffusiekoëfficient
van S02
~n
t-
alumina.
(13.10- 7tegen 8,8.10-7 bij 450
Oe)
Als reaktiesnelheids vergelijking hebben wij aangenomen:
=
=
~
mol
)
9
-, ... :
..-...
I I Ir r' ,
;[
1'i [
-~ l ..
.I
1 ,Met behulp van gegevens uit li
t.
(IS)
en aannames
omtrent
de
bela~ding van de
acceptor en Hn
2
0
3
zie
hLz _ /8.deeltjesgrootte,
is
k cberekend.
~ie
We beschouwen
een half gaskanaal
en
een
halve
acceptorplaat. fig.
I " )( x+dx I -, I
I
I "'-,~
-
_d~
___
;
______
--
-'
---
:
--
r
i_--~-
~
-
-t
-
I
I
I
I
.
'-. '-. .. ~,t
'-. y+dy- - -
I
-
- -
-
Iy
I
ACCEi PtoR-'PLAATI
. '-'.1
,
---~---.--.
-ROOKGAS- - - - -
._
- -
-
-Op ieder tijdstip moet gelden:
aanvoer
S02/oPP~eenheid (bulkgas
~plaat)
=
geaccepteerde
hoeveelheid
S02/oPP. eenheid plaat
x
=
1 0
-=
acceptatiesnelhei,
opp. eenheid plaa
~. , I I,' . ,
,
I ' I, . I: ,,
: j •i
j [ .
" . ~ i!
f '.
1
,
: f"]
j
1
[1
I
1
[1
1I
n
-n
I
n
'vle
beschrij
ven
de
laat
ste
h/eestappen, dus de poriediffusie
van
S02'
gepaard
met
chemische reactie
(
acceptatie
),
als een
statio-naire
gasabsorptie met simultane homogene chemische reactie
in een
v
loeistof.
Het
model
hiervan
is
te vinden
in
St
ewa
rt,
Bird en
lightfoot,
vgl.
1
4.4-
7
p
ag.
533
(
10
)
'
Transport Phenomena.
Volgens
dit model
is de
massabalans over
segment
àxvan de
accep-torp
laat:
d
2
CS0 2
-
Deff,
S02
dx 2
+
k
C
SO
=
°
c 2met de
grensvoorwaarden
x
=°
~CS02
=
C
S02
,
x=
0
x
=
:I.d
- - - )dC S02
0
~=
dx
Hieruit verkrijgt men als oplossing
:
CS0 2 (
x
)
Cosh b
1
( 1
-
x/~d)=
=C
S
02
(x
=u)
Cosh b
k
d
2
waarin
b1
=
c
Deff
,
S02
m.a.w.
CSO
(x)
=f
(x)
.
CS02
2
De
gradient van
CSO
ter
plaatse
d CS02 (x)
d.xx
=2
d
=
CS0 2 x
=
0
0
- 2 bi
sinh
(bi)
cash (bi) • d
f
dx
1
x
=
0
x
=0
isdu
s:
(x)
+
0x
=°
oT>(
x
)
...
Combineert men de
eerste gelijkheid
in verg. (1) met vergl.
(4)
dan
krijgt men:
-11
(2)
(3)
l . i I
i
!
!:
1! iI
ir'
! . I.
I
[
.
·1I
[ ,
I
IIr'
! .I
[:
i
Ir'ilJ
n
r
kg (CS0 2
'
bulk
hieruit
volgt
(C S0 2 '
x
=
=
0)
*
d
f(x)
dx
kg CS0 2 ' bulk
0): CS0 2
,X=
0
==
---~(~)---
df
x
- Deff. S02
dx
+
kg
Met
behulp vah deze
waarde is
volgens
vergl.
(4)
I
dx
x
=
0en
dus
de
molenflux S02 ter
plaatse x
=
0 te
bereke~en:11
dCS0 2
'f
mol, S02
= -
Deff,
S02
= -
Deff,
x=o
dx
x=
0
kg CS0 2 ,bulk
~f
SO 2
---'"''--d-f
(-:--:-)
-
d
x
(-D f f
SO
x
+
k.o\x
I
e • 2
dx
DjEen bij
k
omend
probleem
is het feit dat d
e
acceptor
op
een
gegeven
ogenblik
vol
raakt; te beginnen bij
y=
O. De consequenti
e
hier-van is dat er
zich géén stationaire
S02-concentr~tieprofielen
in de
ga
s
fase
en in
de acceptorplaat
instellen, maar
óat deze
langzaam
verschuiven in
de
richting
van de
re~otoruitgang.Voor ons
model stelden wij
dat telkens gedurende een tijdsduur
At
het gehele mechanisme
wèl stationair
is en dus beschreven kan
worden
m.b.v.
bovenstaande vergelijkingen.
Voor de computersimulatie verdeelden
wij
de tijd in tijdstappen At
en de reactorlengte in stappen
Ayen wij namen aan dat het hele
mechanisme van overdracht en acceptatie zich
moment~aaninstelt.
Voor elk tijdstip
wordt
de reaktor van y
=
0 tot y
=
L,
in
stap-jes van
~y, doorgerekend.
Op t
=
0
en y
=
0 is in de bulk van het gaskanaal CS02 -
-C
S0:z., In..
Voor een tijd A t en voor een reactorsegment
ö,y*"
Z
*"
~d(Z
=
breedte dragerplaat) met
Aytussen
y =0 en
y =Ay,is
m.b.v. vergl.
(5)
en het bijbehorend "uitwisselend" oppervlak)
(AY .
Z ) te berekenen hoeveel S02
er uit de gasfase dit
seg-.
ment in diffundeert. Overo.e lengte Ll
ywordt CS0 2 { bulk) konstant
en gelijk aan CS0 2
>tn.
verondersteld.
1 2
-_.
__
. _. - -l . ( .
1 .
r
~1 .
[j
[1
n
Nu
is een
nieuwe S02 bulk concentratie te berekenen, die geldt
voor het volgende segment
tussen
y
=
4 Yen
Y=
2 Ay.
Analoog kan worden berekend hoeveel S02 er in öt in dit segcment
de plaat indiffundeert en hier uit
kan
dan een nieuwe S02
concen-tratie voor het segment tussen y
=
2~yen
y
~3AY
worden
be-rekend.
Zo kan men
de
hele reactor tot nAy
=
Ldoorrekenen voor
iJ,.t.
Voor ieder segment kan
men,
omdat
men
weet hoeveel
S02
er naar
binnen is gediffundeerd, berekenen hoeveel acceptor er is
omge-zet.
Vervolgens kan
men
deze hele
be
rekening
herhalen voor de
tijd
tussen
t
=
fit en t
=
2.6 t enz. tot het eind
(m
•
At) van de acceptatie.
Voor een
listing
van het gebruikte programma zie bijlage.
Met
behulp
van het hierboven beschreven
pro
gramma
is
berekend wat
de invloed van diverse variabelen zoals de temperatuur,
rookgas-snelh
eid,
dikte van het gaskanaal etc.
was
op
de hoogte nodig om
het rookgas voor minimaal 90% te ontzwavelen. Hierbij
is
een
diep-te (Z-richting) van
de
reakt
or
aangehouden
va
n
10 m.
Toen
de
samenhang Van de diverse variabelen
duidelijk
was kon
er,
gegeven
een
aantal randvoorwaarden
(zieYIT
blz. :n)
een
keuze
worden gedaan wat
betreft
de
procestemperatuur, de rookgas
snel-heid en dikte
van
het
gaskanaal.
Gegeven
deze waardenis getracht
door
een
bepaalde
indeling
van de
reaktor deze verder te optim
al
iseren.
Te
stellen
eisen:
B~
de berekeningen is rekening
gehouden met de grenzen
die er
volgens de Shell zijn
(lit.~S)te stellen
aan
de waarden van
diverse parameters in het proces.
Deze
z~nvoor het SFGD proces, waaraan dit
proces
analoog is,
hieronder vermeld.
deel tjes
grootte
van CuO
<
100
î
liefst
<
50
î
-L .
r :
r:
["
['
r .
! .
l
.
r .!
Ir"
bU
r '
Lr
~
r ' l J rl I I j ~L
~
/
l.
l.
acceptor:
deeltjesgrootte
0,05 - 5
mm
laagdikte
1
-15 mm
gaskanalen:
breedte
3
-50mm
drukval:
niet
meer
dan
50
cm waterkolom
lineaire
gassnelheid:
2 -
20mis
~- al
umina
drager:
specifiek oppervlak
150 - 300m
2
/g
65 - 100R
porie diameter
0,3- 0,6
ml/g
p0rie
volume
liefst
liefst
0,1 - 1 mm3
-10mm
liefst
5
-
20mm
normaal (25 cm
liefst
10 - 20mis
2(>
100 m/g)
2Een
specifiek
oppervlak
van
160 - 230m /g is bijzonder geschikt.
Het reducerend gas moet in tegengestelde richting stromen aan de
Hromil'lGsrjcntlnl-~-". ' "
-acceptatie om vergruizing van de acceptor te vermijden.
Ook moet rekening gehouden
worden
met de situatie zoals
~iebij de
Maasvlakte centrale is. Dit is een eis die
bij
dit ontwerp meespeelt,
daar wij de }1aasvlaktecentrale als voorbeeld hebben gekozen.
Bij
het ontwerp van een geheel nieuwe installatie hoeft men daar
uite
raard
geen rekening mee te
houden.
-l _
I
'
\. -r '!
r 'l.
'1il
n
Het belangrijkste
gegeven
waar
wij
rekening
mee
moeten houden is
het feit dat wij de rookgassen op
een bepaalde temperatuur
moeten hebben.
De
rookgastemperatuur voor de
luvo
is te laag
(~so oe),
de
ac-ceptatiereaktie verloopt dan
te
langzaam, zodat het rookgas
er-gens in de ketel moet worden afgetakt.
(Voor
de temperatuur van het
rookgas
op diverse punten zie fig.
IS )Hoe hoger de temperatuur deste hoger in de ketel we moeten
aftak-ken.
Globaal
zal de hoogte waarop wordt afgetakt tussen de 30 -
45
m
komen te liggen
(fig.
1'-1 )Tenslotte is door ons als eis gesteld dat het
zwaveldioxide
voor
90%
of meer wordt afgevangen.
-L •
r
:
r'
I I .r
1l,
I1
l Jn
n
n
Berekening van de waarden van de benodigde fysische
en chemische constanten voor de acceptati e
De diffusiecoefficient van S02 in he~ rookgasmengsel , IJ) S0.1.
Deze wordt berekend op de wijze, beschreven in lit.8 .
De diffusiecoefficient van SO~ in het rookgas, dus in een mengsel van
N2 , O~, H.,2. 0 en
eo.z
is te berekenen m. b. v. de binaire diffus iecoefficientenvan SOz in elk van de genoende gassen,
JDso
.pj
~
DSO~,l1fNG3El
( 1 - YS02.) /
if,
Yj/lD
SC2,j
waarin
Yi
de rnolfractie van gas j is,en ~~.i de binaire diffusiecoefficient van SOz in gas j.
De laatste grootheid is te berekenen ui~
~/2 'I
IDso ••
j
0,001858r
(
J1S01.+ Hj / J'\02.. Hj
);
(
P.CTso~)i'
Jll»
,"aarin Sll> = f(k'r/e: .) '" f(k'Y}/Irc;;);
~C2'J so, I
De ,,[aarden van êsoz en
Ei
zijn ui t een tabel in l i t. 8 te halen en hiermeezijn de waarden van ILDte vinden.
CT'soz >
i
=0,
5 (OS
C7;,
+CJi)
Ook de waarden van CJSozen
CY'"i
zijn ui t een tabel in l it.
8 t e halen.Berekening volgens dit schema levert:
IDSO,l. =: 0,54 • 10-4 bij ID $0 0,61 1 Ö4 bij 1. lIJ so z 0,68 1 Ö4 bij ( M:2S-') 450
oe
en 1 ata. 500 oe en 1 ata .• 550oe
en ata./ 6
-l , l . l .
r:
r . I 1[
:
r'I
1 , r 1 l J r 1 I l J~l
Berekening van de SOz in raluminR -poriediffusiecoefficient.
"
De effectieve diffusie van S02 in de porien van de r alumina-drager
-deeltjes is onder te verdelen in een bulkdiffusiebijdrage
(
m
s ) en eenKnudsendiffusiebijdrage (IDK ).
1
I
r!)
=
1 lIDI(. + 1/IDB':FF.
De berekeningen werden uitgevoerd m.b.v. de volgende numerieke waarden:
yalumina ; B.E. T.-oppervlak (S~) : 250
ro
zi
g.Overall-porositeit:
($
)
:
0,8(dus t.g.v. de stapeling en de normale porosi tei t )
Pellet-dichtheid:
er
p)
:
0.690gl
cm3 'j'ortuosi ty-fac ~.;o::::, is 2 ges ce ld.(T)
De Bulkdiffusiebijdrage wordt gegeven door:
ID B = fD • ",0,
I
TDe Knudsendiffusiebi jdrage door:
IDK
19.40
0
~
i( 3
~fr
V
l'IE
IAl dus werd bere~end: lD EFF. SO,
8
,
G
10-7 m2
1
s. bij Ir50"
e en 1 ata.IDEFF. $02
9, 1
10-7m
ZI
s. bij 500 oe en 1 ata.IDEFF. SOz
9
,5
10- 7m
2
1
s. bij 550 "e en 1 ata.7-De reactie' nelheidsconsLante van de ncceptatieroactie. De acceptatie verloopt met rle volgende sto~chiometrie: 2 Hn20,3' +
4
So2. + 02. ~4
gn80i/Uit experimenten op de ~;hermobalans (lit,IS') blijkt, dat deze reactie
beschreven kan worden In.b.v. de volgende reactiesnelhoidsvergelijking:
r==k* pS,p
I (
1+V
k
o
])~
+ kso P)%
in mol omgezetlijn.2.0~1
kg. j,jn.z0s-' s.OJ. 502. J. '- ::.
SO,-,,,raarin bij 550°C ko=4,279
2-ks02."" 0,546
k*;:= 2,30
Aangezlen H1J ' s e. en, t 11 d t a P03- cons an t t en ov" ~ral gel. --, -'-{J'<'-~ -'-~ ;~ b-'-{nnen de accept
or-plaat, nl. 0,017 atm. ( zie argumenten hiervoor op pag.
9 ),
kunnen we indeze snelheidsvergelijl~ing voor p~dezc waarde invullen;
r=2,30.(0,Onr~so/
( 1 +V
4,279
.0,
017~+
0,546 P50
z)2
Hiermee is: r:=1,86,10-4 moll kg, s -'-{ . I' =7,42.10 mol/ kg, sbij Pso,,-::::0,001 atm.
bij p
so
== 0 , 004 at m •
-'-T.b.v. onze berekeningen,vereenvoudigden wij de accept
atiereactiesnelheids-1:
vergelijking tot: r= k·pso.z (1"101 Jlnz0.s-orlgezetl kg.Hn2ü"s)
r' 1
1
:
Invullen van bovenstaande waarden van I' bij-ps~is 0,001 en 0,004 atm~levert
k = 0,186 Dol l kg. s. atm.
Aangezien we voor ons model een reactiesnelheidsconstante, gebaseerd op een
reactiesne1heid in-mol 802 o;nge;-,etl m3 dcceptorbed, s.-en op een concentra.tie
i . p. v. par'. iaalspanning 802 nodig hebben, is de k als volgt omGerekend;
Het verband tussen de gezochte reactiesnelheidsconstante kc en de k bere~end
op bovenstaande wijze is:
:ZC
=
k Rr/105'.:
i/sp
.2
waarin:l~
Hr/105 een omrekeningsfactor is i.v.m. overgaan van partiaaldruk (uitgedrukt! 1
II
n
n
n
n
~l
in atm.) naar concentratie SO.2.
Q m2 1':ln.z03
I
m3acceptorbed =
r(
belading, deeltjesgrootte Hn.203 )2 factor voor omrekening van-mol omgezet MnzO~naar-mol 502 Smgezet
Voor de dianeter van de HnzO;s- deel tjes op de drager vlerd een ",aarde van
100
A
gebruikt.(d~
straal rd is dus 50A )
Het specifiek oppervlak Sp is t .b.v. genoemde thermobalansexperimenten
m.b.v. de B.E.r.-methode bepaald en bedraagt 8800
mZI
kg. NnzO~Q werd als volgt berekend:
:,~
= m2rl;n2.03'1
m~acceptorplaat m2 Hnz.o;s1 kg. r'ln.2.0s*kg. MnZO,3'I
m3'acceptorplaat.De eers te term hierin is 4lT r;
It
lTrJf
=31
(rcJ .f)
De tweede term: ('f.3tori~belading*l'IHnlO/ HHn.
( als we als belading het ge\"rlchtspercentage Hn op drager nemen )
f
stort=
kg. acceptorI
mJ acceptorplaat-, .
: li
if~
,,
,
;i!
, III
, \[
,,
r1
III
ii
I
r~
I
l
II
,_'
I .,
,
1
I
r
7Invullen van deze waarden levert l-2
=
13,2.10*"
bela.ding- , zodat onZGnieuwe reactiesnelheidsconstante uiteindelijk wordt:
kc
=
389,36*
belading ( dus bij 550oe
)
Voor de berekeningen m.b.v. het compu~erprogramma is aangenomen,
dat de reactor isotherm werkt.
Op grond van l it.. 14 is voor de belading een waarde van
3
genomen.~
Analoog werd deze reactiesnelheidsconstante ook ber~kend bij 450 en
500
.,
e.
dus:kc 162,02
*
be lading bij 450 0e
-kc 307,96
*"
belading bij 500oe
l . L~ I ·
t
r-r:
['
r .
l Î ..l
.
(~I
l ' r--'I
I
L I[l
l IDe stofoverdrachtscoefficient k& van de SOzgasfilmdiffusie.
Bij een turbulente grenslaagstroming langs een vlakke plaat geldt
voor de stofoverdracht vanuit de gasbulk naar de plaat (lit.6) :
%- V;J
ShL = 0,037 ReL Sc ,
waarin ShL en ReL betrokken zijn op de lengte
(1)
van de plaat.ShL =
k~1
/ IDsoz INR~OKG-AS
ReL = , 0 RoOIt(iA~ • v ROOKG-AS .1 / Yl. ROOlo</TAS
S·c = ""lr:.DO"G-tlS/ ft:oOKC,AS
.IDso
~
lOl Roc>KG-ASDe waarden van tzI:Ol1K6-AS en ft.oOK&A<; en IDso,,-IN ;:cOKG-AS worden hierna afzonderlijk
berekend.
Als crit erium voor het optreden van een turbulente grenslaagstraming
{,
geldt: ReL> 10 (lit.6,7).
Het Re-getal is afhankelijk van de t emperatuur en de rookgessnelheid
in het gaskanaal.
Bij alle door ons
,
gebruikte condities vlord t aan het cri teriumReL> 10 voldaan.
De stofoverdrachtscoefficient (kG) kan men schrijven als:
x
x
x 4,71 10-3
bij 450 oe 4,89 10-3 bid
500 oe 5,04 10-3
bij 550 oe afVleI-1..0-; r .
Il
i
l
'
Il'
I
'
I:
[
, 1 [ 1 [:
r'
I ' ,[
,
. I , ,~e dichtheid van het rookgasmengsel.
Aangezien idealiteit werd aangeno~en voor alle gassen, bij de
temperaturen waarbij Hordt geHerkt ( 450 - 550°C
)f
geldt voor dedichtheid van het rookgas:
~nOI
{(rAS
=(r
\~""><(;
A;/
H H2 ) •rHz
waarin 1-1IMI>O<G-AS het gemiddeld mo1s-ewicht is van het rookgasmengsel ,
dat werd berekend m.b.v. de molfracties
Yj
van de verschillendegassen in het rookgas.
KJ
is het molgewicht van gas jf1 Roo,(GAS
=
L
y'
Jn
J·
/LYJ
'
=Ly'
dr-r
J"
Dit l evert ;;RC'o><G-A, , _
=
0,496 kg / m 3' bij0
450
e
~"C>K&A'5
=
0,464 kg/
m3 bij 500oe
fRc>O,t.Is"'= 0,436 kg
/
mS bij 550oe
De viscosi tei t van het rookgasmengsel.
Deze werd berekend n.b.v. de formule ( lit.9 pag.3-249)
o,s o,s
'2
F::oV.(GA>=
(L
Yj
I[i
!'ij ) / (2.
Yi
!'
l
l )
waarin
Yj
Heer de molfractie is van gasG in het rookgas~engsel enrz.j
enHj
resp. de viscosi tei t en het molgewicht van gas j ,De waarden van 'f}J werden afgelezen uiteen tabel (li t .
9),
bij dege"renste temperaturen.
Dit levert
1.
~O"'<&AS=
0,0328.
10"3 kg/
ID • s. bij 450 0e
Y'J. R"O'''<GAt = 0,0338 1 0"3' kg
/
ill. s. bij 500oe
Y[ ROOKG-A:;ï = 0,034fl
.
103" kg/
m • s. bij 550°C•
-2.1-l
:
l"
IL
I ij :[
,L
1.
i
1
:
j
i!I1 '
I[
, • :1 1 r '1
[ ,
I
i
[ :
I
['
I
r~
I
1I
l 1n·
[1
I
[~
Ir
li
~ Acceptatie.ïJI:I
Resultaten modellering.De waarden van de ingangsconcentratie S~ in het rookgas en het totaaldebiet
rookgas zijn eerder berekend en liggen dus vast
t
ZÎe "b12. 5e
.
v.).
o -5
Berekeningen, uitgevoerd bij 450 C en doorsnede gaskanaal d~
=
5 • 10 m.laten zien ( fig.
I
),
dat bij een lineaire gassnelhei d van 10 ms1na 20 mreactorlengte (
L
)
aan het begin van de acceptatie slechts 70%
van hetin het rookgas aanwezige 80-,- is weggevangen. Met v
=
20 ms-I is ditpercen-t age slechts
48
•
De stofoverdracht vanuit gasbulk naar acceptorbed ( bepaald door o.a. v,
dG ,L en de tempera tuur ) verJ.oopt bi j deze tempera tuur dus niet snel
genoeg, waardoor het c~ncentratieprofiel SOzin de lengterichting van het
gaskanaal ( fig. 2. ) vrij vlak loopt. De ui tgangsconcentrat5e S02. komt
daardoor sneller boven de kritische waarde van 10% van de ingangsc
oncen-tratie, met als gevolg een lage benuttingsgraad van de acceptor.
( De benuttingsgraad van de accep~or is de omgezette hoeveelheid MnZ03
aan het eind van de acceptatie, gedeeld door de totale hoeveelheid MnZ03
die aanwezig was vóór de acceptatie. )
o
Het proces is gaarom doorgerekend bij 550 C.
De benodigde r~actorhoogte om 90% te ontzwavelen als functie van de lineaire gassnelheid is uitgezet in de figuren
2
enJ .
Rookgas met een temperatuur van 550°C is op ongeveer 40 m hoogte uit de
ketel van de centrale ( nèt na de lage temperatuur heroververhitter, zie fig.
/'1,6)
af te tappen.Om onnodig veel pijpwerk te vermijden en om enig houvast te hebben,
waardoor de keuze van andere variabelen ( v, d, etc. ) mogelijk zou zijn, is voor de hoogte van onze reactor 30 m gekozen.
De reactor past zodoende goed onder de uitgang van de rookgassen uit
de ketel, die dus op 40 m hoogte zou moeten komen. ( zie fig /~).
De benodigde reactorhoogte is beh~lve van de gassnelheid ook afhankelijk
van de doorsnede d~ van het gaskanaal. ( fig.
Î )
Een grotere doorsnede komt overeen met een hogere reactor, bij dezelfde ontzwavelingseis van 90%
.
Volgens de Shell-patenten ( lit.~,5) op het S.F.G.D.-proces l igt de meest wenselijke doorsnede van het gaskanàal tussen 5 en 20 mmo
2.-,
[
.;
[
-I [ " i I1
\
!
l II
;
II
!
r1
1
• !!
r "
n
Beide gro6theden ~en v be invloeden bovendien de drukval over de
reactor.
Deze drukval is ook een van de grootheden, die grenzen stellen aan de
afmetingen van de reactor. Uit de Shell-patenten ( lit.~S) blijkt dat
~L<;, ....
de totale drukval over de reactor niet gráter dan 25 cm. H20 mag zijn.
Deze
grootheid werd als volgt berekend;D. p
=
4f. 0,5~.V2. 10 / dH,~ -f
g L waarin ff
v L frictiefactor dichtheid rookg~slineaire snelheid rookgas
lengte reactor
d hydraulische diameter gaskanaal
H,~
g
=
versnelling van d~ zwaartekrachtAangezien Red.
<
2000 ( laminaire stroming ) is de frictiefactor teberekenen uit 4f
=
64 / RedDe
aldus berekende drukval over de reactor is als functie van diversevariabelen zoals lineaire gassnelheid, doorsnede van het gaskanaal e.d.
in de grafieken
4
t/m6
weergegeven.Met behulp van do r esultaten, die tot nu toe verkregen zijn, kan een
keuze gemaakt worden, wat betreft de lineaire snelheid van het rookgas
en de doorsnede van het gaskanaal.
Belangrij~e restricties hierbij zijn
-hoogte reactor ~ 30 m. ; dit in verband met de hoogte waarop de rookgassen
uit de ketel worden afgetapt.
-drukval over de reactor ~ 25 cm. HO, d.w.z.
<
2500 Nm-Z.Verder zijn natuurlijk wenselijk een zo groot mogelijke lineaire
gas-snelheid en een zo klein mogelijke doorsnede van het gaskanaal" om de afmetingen van de reactor te beperken.
De benuttingsgraad van de acceptorplaten neemt echter af bij hogere gassnelheden, waardoo~ de acceptatietijd kleiner noet zijn en er dus frequenter geregenereerd en gespoeld moet worden, waardoort het verbruik aan stOO:'I: en inert groter wordt.
Gekozen is voor een lineaire gassnelhe id v van
7,5
ms-' en een doorsnedevan het gaskanaal van
5
mmo Hierbij vindt men uit grafiek4
eend -2
waar e van ongeveer 2500 Nm voor de drukval en als hoogte, waarop de
-~~-! r ; l . ( , [ ' 1 ,
r-'
I
;
concentratie SOz nog 10% van de tngangsconcentratie is ( de 10%
doorslag-hoogte ) : 17 m. ( grafiek
1 ).
Het SOz-profiel heeft zodoende nog30 - 17
=
13 m. over om te verschuiven in de richtin~ van de uitgang vande reactor, voordat daar 10% doorslag optreedt.
Met deze keuze wordt voldaan aan de gestelde eisen.
Om binnen de genoemde grenzen te komen tot een optimale keuze van
v en d'J zou men ook economische aspecten in de beschouwing moeten
betrekken.
2en andere variabele, de dikte van de acceptorplaat-d-is tot nu toe
buiten beschouwing gebleven, daar deze geen invloed heeft op de benodigde
reactorhoogte.
Deze dikte heeft echter wel invloed op de tijd, waarin de reactor
volloopt ( acceptatietijd ), dus op de economie van het proces.
Bij de bovengenoemde berekeningen is steeds een dikte van de
acceptor-plaat van
3
mmo over de Gehele l engte van de reactor gebruikt.Als men over de Gehele raactorlengte eenzelfde plaatdikte aanhoudt,
is de benuttingsgraad van de acceptorplaat onafhankelijk van de dikte.
De
benuttingsgraad kan echter verbeterd worden, door boven een bepaaldehoogte over te gaan op een dunnere plaat. Men laat zodoende dus een
deel van de acceptor nabij de uitgang van de reactor, dat toch niet
wordt omgezet-binnen de acceptatietijd-weg.
Als men bijYoorbeeld een plaatdikte van 1 mmo neemt, die na 15 m.
0,5 mmo wordt, ( deze waarden zijn genomen om computerrekentijd te
besparen) dan krijgt men de S02- en MnS~-profielen, die getekend
zijn in fig.
8
en:lDe
lineaire gassnelheid is hierbij constant gehouden over de gehele lengte.Uit de figuren is t e zien, dat na 57 minuten het MnSO~-:ront de
versmalling in de acceptorplaat bereikt. Na 60 minuten is dan 1 meter
van het versmalde deel van de plaat omgezet. Over deze hoogt e, van de
15e tot de 16e meter wordt dan ook na 60 minuten geen S02 geaccepteerd,
de 802 concentratie in het gaskanaal verandert in dit gedeelte ria 60
minuten niet. ( fig.
8)
enz.Dit bekort uiteraard enigszins de tijd, waarop de S02-uit~angsconcentratie
boven 10% van de ingangsconcentratie komt ( dus de totale acceptatietijd )
Met dezelfde geometrie zijn daarna de S~- en MnSO~-profielen uitgerekend,
met een lineaire rookgassnelheid, die evenredig kleiner werd met de
toename van de totale doorsnede van alle gaskanalen , t. g., V. de versmalli~
VAN 1>E ,4G.(EpTOR.pL '" At.
-I
l.
I
1
.:
r
.
Il
.
r' 1 !r[}
1fl
L Jit;
Ina de 15e meter; de doorsnede van de gaskanalen werd dus evenveel
groter als de plaatdikte kleiner.
De concentratie profielen bleken in dit geval vrijwel identiek te zijn aan die in het geval, dat de rookgassnelheid constant werd
gehouden.
Als l aatste is het geval bekeken, waarbij de plaatdikte op 20 m.
hoogte verandert van 1 mmo naar 0,5 mmo met een constante lineaire
gassnelheid. Het bleek, dat hierbij het MnS~-profiel in het accepto
r-bed de versmalling in de plaat niet bereikt binnen de totale acceptat ie-tijd, m.a.w. het profiel is dus precies eender als wanneer er geen
versmalling zou optreden; er is echter minder ~n20S nodig op deze wijze ,
de benuttingsgraad van de accept orplaat is dus hoger.
De benut tingsgraad voor de genoemde gevallen en de daarbij behorende
acceptat ietijden staan in de volgende tabel.
versmalJing doorsnede gaskanaél.l accept.atietijd benut t ingsgre.a.d
na na 15 m.
15
;TI. 5,5mmo
62 min. 71 ,1%15
m.5
mmo 62 min. 71,4%20 m. 5 mmo 72 min. 73,5%'
geen 5 mmo 72 min. 66, 37~
Deze waarden gelden dus voor platen, die 1 mmo dik zijn en ~a 15 of 20 m.
0,5 mmo dik worden (besparing rekenti j d ) De breedte van het gaskanaal
is in het begin 5 ~~.
Voor de ontzwaveli ngsreact or kozen wij voor een plaatdikte van
3
mmodie na 20 m. 1,5 mmo wordt. Deze keuze is vrij arbitrair, daar bij-voorbeeld ook een dikte van 5 mmo die na 20 m. overgaat in 2,5 mmo
gekozen had kunnen worden, wat betreft de benuttingsgraad althans.
Het nadeel van dikkere platen is echter, dat de react.or groter wordt
en er meer acceptor nodig is. Het voordeel is natuurlijk een grotere
aeceptatietijd.
We kozen voor een versmalling op 20 m. hoogte o~dat dit de hoogste benutt ingsgraad geeft ( zie tabel )
De benuttingsgraad zou eventueel nog kunnen worden opgevoerd door de plaat op 25 m. nog meer t e
vers
mall
e~~
t
1 mmo..
i
1 Ir'
l , r , I Il ,
r
-1jl
jI
:
1
f1
f'
l
JDe marginale winst in benuttingsgraad, die men aldus verkrijgt weegt
dan echter waarschijnlijk niet meer op tegen de extra constructie -kosten. Uit de tabel op de vorige pagina vindt men voor de totale acceptatietijd voor een plaat met een dikte van 1 mmo die na 20 m • 0,5 mmo wordt : 72 minuten. Voor een plaat van
3
mmo dik, die na 20 m.t,5
mmo wordt, is de totale acceptatietijd3
X
72 = 216 minuten.Aangenomen is nl. bij de berekeningen, dat het front tussen onomgezet
Hn.t03 en omgezet r-1n20S ( dus ].'fnSOtj ) scherp is. Verder is de snelheid,
waarmee het front zich verplaatst in de plaat niet afhankelijk van
de Nn20~ -concentratie (de snelheid van acceptatie is niet afhankelijk
van deze concentratie ), zodat dit front in platen van verschillende
dikte identiek zal lopen.
--f'
r'l
f
.
I r .l
J r 'l,
nl
j
·r
n
VII-II WarmtehuishoudingBij de modellering van de acceptatie zijn we er vanuit gegaan, dat het
proces isother~ verloopt. Ter controle van deze aanna~e hebben we het
warmte-effect berekend en zijn we nagegaan welke gevolgen dit heeft voor
conversie van 802.
We
nemen als uitgangspunt: 802+
!
11n 2 0 3+
t
O2--*
MnS04
+
-
(A
H)
r,
T
-299.5 0 - ·H-254.18) T -101.47 kcal/mol(bH)
r,T JCpdrr ~9&'=
c
-ic
PM/lSDoj'P02-- c -tc = -0.83 cal/mol.oK
PSO.2. PMt..10.7
Hieruit volgt: (AH)r,823 = -101.90 kcal/mol
(A
H
)
r reaktiewarDteHf
vor~ingswarmte uit de elementenc
p soortelijke warmte (per kmol)
Ter vereenvoudiging hebben we aangenomen, dat er een stationaire toe-stand is, dwz. de warmteaccumulatie =0. Dit betekellt dus dat alle door
de reaktie geproduceerde wanmte door het rookgas moet worden afgevoerd.
De
warmtebalans bestaat dus uit de volgende termen;De
toename van de warmteinhoud van het rookgas geproduceerde reaktiewarmte:tyS'f
cC ( ),1 ,bTv
rg p rg ~rg
Invullen geeft! r ' = 2.212*10-4 XAT (dimensie r ' : mol 802/sec)
Voor de verdere berekeningen hebben va de reaktor verdeeld in 30 elementen
van elk 1 meter, aangegeven als 1; 0 ~ 1 630.
Uit de resultaten van het computerprogramma voor de acceptatie kunnen we berekenen, dat in het eerste
(=ond~rs
te
)
element1.21~10-3
mol802/sec
wegreageert. Hieruit volgt dus, via bovenstaande vergelijking, dat de temperatuur max. 5.5°C. ~an stijgen.
Uit deze temperatuurstijging kunnen we als volgt de overige ~T)l bere-kenen:
De reaktiesnelheid
r'
is evenredig met P80 •2
dit betekent: (pSO )1= (P80 )l_O.exp(-a.l) en dus:
,
,l'
I '
1
!
'
I I r -, 1 I ,r
IJdit betekent ook, dat we met deze e-macht de
6
T
in elk element1
kunnen berekenen nu we (AT)I=O kennen, i mmers:llsol.ll-(PS02. \ =0
-a.l
e
Uit het door de computer berekende S02-profiel kunnen we voor mIk element de bijbehorende T t.o.v. het vorige elèment berekenen en dus ook de T van dat element.
De
resultaten van deze berekeningen staan vermeld in de tweede kolom van de tabel.De
S02-conversie werd steeds berekend met behulp van de relatie:5~
o
""
lDeff·cbulk<I
We weten de temperatuursafhankelijkheid van de diffusiecoäff. nl.:
-
r
I.l~m(T)
=(82))
*
ID(823 0K ).Uit hetcomputerprogramma kunnen we berekenen hoeveel S02 er per meter reaktor is omgezet als we het systeem isotherm beschouwen. ( dit staat in de kolom: conversie was).
De
conversie wordt in de eerste meter echter:'·15'
( 555.5 + 2 73)
*
conversie bij 550°C. = 0.00678 mol S02/ m3• 823Dit betekent dat na 1 meter de 0.00670
=
0.04380 Nol/m3 , maard. i. 0.9981 x [S02J(ll=5500C).
( zie verder kolom:con~. wordt) concentratie S02 niet meer 0.05050
-slechts 0.05050 - 0.00678
=
0.04372 mOl/m3
is;•
Voor de tweede meter reaktor betekent dit dus: een hogere diffusiecoäff.
(T~ 560.2 i.p.v. 550 0C ), maar een lagere c
bulk•
Na 2 meter reaktor is de [S02
J
dus 0.03790 mOI/m3 i.p.v. 0.03810 mOl/m3. Uit de tabel blijkt, dat na 16 meter de temperatuur is opgelopen tot 586.9°C., maar dat de conversie slechts is gestegen van0.05050 - 0.00530 x '100% = 89.5
%
tot 0.050500.05050 - 0.00463 x 100°/'0 _ 90 • 8 ~ 10
•
0.05050
Dit betekent, dat we geen grote fout maken als we de reaktor isotherm bescrijven.
l.
lengte temp conv.was conv.Hordt 80
2 was 802 wordt 8°2 was/ 802 "lord
kolom