• Nie Znaleziono Wyników

Vroege experimenten met zelfwerkzaamheid in de volkshuisvesting

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vroege experimenten met zelfwerkzaamheid in de volkshuisvesting"

Copied!
102
0
0

Pełen tekst

(1)

onG\..

TU VRIJE BELEIDSRUIMTE-ONDERZOEK 'ZELFWERKZAAMHEID IN DE WONINGBOUW' working paper 2

ot6

VROEGE EXPERIMENTEN MET ZELFWERKZAAMHEID IN DE VOLKSHUISVESTING

ir J.H.M. van Bokhoven ir P. Groetelaers

Onderzoeksinstituut voor Technische Bestuurskunde (OTB)

Technische Universiteit Delft 1987

Delftse Universitaire Pers Stevinweg 1 2628 eN Delft tel. 015-783254 Bibliotheek TU Delft

1111111111111

C 1691349

(2)

CIP-GEGEVENS KONINKLIJKE BIBLIOTHEEK, DEN HAAG ISBN 90-6275-303-5

Copyright 1987 by J.A.M. van Bokhoven and P. Groetelaers.

No part of this book may be reproduced in any form by print, photoprint, microfilm or any other means without written permission from the publish-er: Delft University Press, Delft, The Netherlands.

(3)

INHOUD

VOORWOORD

1. INLEIDING . . . 1 2. DE PERIODE VAN DE WEDEROPBOUW •••••••••••••••••••••••••••••••• 5 2.1. ZeJfbouwprojekt Philips, 1948-1950 •••••••••••••••••••••••••••••••••••• 5 2.2. Plan Culemborg: bouw van woningen als vrije-tijds-besteding,

3. 3.1. 3.2. 3.3. 3.3.1. 3.3.2. 3.3.3. 3.3.4. 3.4. 3.5. 4. 5. 1951 ••••••••••••••.•.•.••••.••••••••••••••••••.••••••••••••.•••••• 20 KASKO-BOUW IN DE JAREN ZEVENTIG ••••••••••.••••••••.•••••••••• 33 Inleiding ...•••.•••.••••••••.•••..•••••••..•••••••••.•••••••••• 33 De houding van de Rijksoverheid m.b.t. kasko- en zeJfbouw •••••••••••••• 33 Een aantal gerealiseerde projekten ••••••••••••••••••••••••••••••••••• 37 Tilburg 37 woningen (1972) ••••••••••.•••••••••••.••••••••••••••••••• 37 Boxtel 38 woningen (I972) en vervolgprojekt •••.••••••••••••••••••••••• 43 Leusden 12 woningen (1972) •••••.•••••••••••••••••••••••••••••••••••• 55 Apeldoorn 42 woningen (I 974-1975) •••.••.••••••••••••••••••.••••••••• 61 Projekten met afbouwwoningen van architekt Van Klooster •••••••••••••• 65 De Vereniging IIKasko" •••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 78 SAMENVATTING EN KONKLUSIES ••••••••••••••••••••••••••••••••••• 81 LITERATUURLIJST . . . 85

(4)
(5)

VOORWOORD

De stijgende omzetten in de doe-het-zelf branche getuigen van een toene-mende belangstelling voor zelfwerkzaamheid. Bewoners geven om uiteenlo-pende redenen steeds vaker de voorkeur aan het zelf onderhouden, verrui-men of verfraaien van de woning. De stap naar het zelf (af)bouwen van een komplete woning is voor velen te groot; echter niet onoverkomelijk. In de loop van jaren hebben tal van woningzoekenden zelf de handen uit de mou-wen gestoken bij de bouw van hun woning. Uit onderzoek (Weide en Stolk 1981 en Groetelaers 1982) blijkt dat het vooral gaat om projekten met een omvang van 1 à 2 woningen. Tegenover deze stroom van voornamelijk tradi-tioneel gebouwde woningen staat een beperkt aantal experimenten. Daarbij gaat het in een aantal gevallen om een voor ons land ongebruikelijke bouw-methode. Daarnaast zijn er vooral pogingen om in één groot plan een aantal woningzoekenden in staat te stellen zelf een woning (af) te bouwen. Initia-tiefnemers en zelfbouwers zijn dan - in tegenstelling tot hetgeen in de bo-vengenoemde kleine projekten regel is - bijna nooit dezelfde personen. In dit working paper komen enkele initiatieven aan bod die na 1945 zijn ge-nomen door gemeenten, architekten, aannemers, bewoners en in één bijzon-der geval door een bedrijf dat op korte termijn huisvesting voor haar werk-nemers wilde realiseren. Naast een beschrijv ing van de experimenten zal worden bezien in hoeverre de projekten navolging hebben gevonden.

De bedoeling is hiermee een aantal ervaringen te registreren en lering te trekken uit die ervaringen.

(6)
(7)

1. INLEIDING

In een artikel 'Een toekomst voor zeggenschap van bewoners bij cascobouw' in BOUW van 9-9-1981 hebben Groetelaers en Priemus getracht de term kasko te definiëren en te plaatsen temidden van andere termen die in de woningbouw gebezigd worden. Voorts is daarin de mogelijke rol, die bewo-ners bij de ontwikkeling van kaskoprojekten kunnen hebben, beschreven. Zij beschouwen als kaskowoningen: het resultaat van alle pogingen om delen van het bouwproces vóór de normale oplevering van de woning achterwege te laten, met de bedoeling bewoners in staat te stellen het bouwproces na de vervroegde oplevering te kontinueren. In genoemd artikel werd ook op-gemerkt dat er in Nederland vrij veel kaskowoningen gebouwd zijn. In de li-teratuur werden zeker twintig projekten met in totaal 800 woningen ge-meld, maar het vermoeden bestond dat er veel meer projekten gebouwd moesten zijn, die de pers niet gehaald hebben. Na 1981 zijn er veel meer projekten in de literatuur beschreven.

Het vinden van dergelijke projekten heeft nogal wat moeite gekost. Bij het Rijk is niet bekend of een bepaalde woning al dan niet een kaskowoning is. Immers, het Rijk registreert niets over de procedure die gevolgd is bij het tot stand komen van de woning en ook wordt, afgezien van de opdrachtge-ver, niets vastgelegd m.b.t. de participanten in het totstandkomingsproces. Het is dus bij het ministerie van VROM niet bekend of bewoners een be-paalde rol hebben gehad bij het realiseren van een komplex woningen. Kas-kowoningen zijn voor het Rijk niet anders dan 'gewone' woningwet-, premie-of vrije-sektorwoningen.

Ook de inspektietaak van de HID's in de provincies bleek niet zover te gaan dat zij gegevens konden verstrekken over de aard en omvang van het ver-schijnsel 'kasko'.

Uit gesprekken met ambtenaren van Bouw- en Woningtoezicht werd duide-lijk dat men op gemeenteduide-lijk nivo waarschijnduide-lijk het meest aan de weet zou kunnen komen was over kaskoprojekten.

In een onderzoek is aan de direkteuren van Bouw- en Woningtoezicht in alle gemeenten van Nederland gevraagd of zij een opgave konden doen van de binnen hun gemeenten gerealiseerde kaskoprojekten of projekten die als zo-danig beschouwd konden worden, en waarvoor een bouwvergunning is ver-leend in 1978 of later. De respons was uitzonderlijk hoog. In totaal stuurden 727 van de 774 gemeenten, die Nederland toen telde, de vragenlijsten inge-vuld terug (93,9 pct.). Van die 727 gemeenten meldden ~r 93 02,8 pct.) als kasko aan te merken projekten: 634 (87,2 pct.) gemeenten berichtten dat er in 1978 of later geen van dergelijke projekten gerealiseerd zijn; 12 daarvan maakten nog wel melding van oudere projecten.

(8)

-• projectgrootte 12 en meer woningen

o

projectgrootte 6-7 en 8 woningen

I f I

,

,

I I I

,

I ! ".. ... _J l~

"_

....

'\ ,../

<

,

/

"'

...

-,

I

.,J

Afb. 1. Spreiding van grotere kaskoprojekten in Nederland 0978-medio 1982)

Een paar gemeenten schreven dat ook zij niet registreerden of een bepaald projekt als kaskoprojekt is te beschouwen. Men zou daarvoor óf de verleen-de vergunningen moeten nalopen óf een aanslag moeten doen op het geheu-gen van de toezichthoudende medewerkers. Het is in incidentele gevallen heel goed mogelijk dat een opdrachtgever afspraken maakt met een aanne-mer of onderaanneaanne-mer m.b.t. zelfwerkzaamheid, maar dergelijke arrange-menten zijn bij de dienst veelal niet bekend.

In het algemeen kregen wij de indruk dat de gemeenten, zowel v ia formele als informele kanalen, redelijk goed op de hoogte zijn van de aard en de omvang van kaskobouw in het eigen territorium. Deze kennis lijkt m.b.t. nieuwbouwprojekten aanzienlijk betrouwbaarder dan m.b.t. woningverbete-ringspro jekten.

In een artikel naar aanleiding van dit onderzoek 'In één op de acht gemeen-ten is cascobouw gerealiseerd' in BOUW, nr. 24, 27-11-1982, doen Groete-laers en Priemus verder verslag van dit onderzoek.

Enkele resultaten geven wij hieronder weer:

Bijna een derde van alle gemelde kaskowoningen is gebouwd als afzonderlij-ke woning. Meer dan de helft is gebouwd in projekten van 12 of meer

(9)

-..

..

I

,

i .. I I I I ! ..

,

f I ,..-... -.1

,}

"'-'~"\

..

\ I

..

(

.,J

,../

<

,

"'ü' ... -/

Afb. 2. Spreiding van gemeenten waarin méér dan één kaskoprojekt met een projektgrootte

=

1 is gerealiseerd (I978-medio 1982)

ningenj de projektgrootte varieert hier van 12 tot 86 woningen. Alle grotere komplexen zijn gerealiseerd in de premiekoopsektor • De vrijstaande wonin-gen en de woninwonin-gen in de kleinere projekten zijn nawonin-genoeg uitsluitend vrije-sektorwoningen.

Bijna alle grotere projekten zijn gebouwd in de Randstad (afb. 1). In af-beelding 2 zijn de plaatsen aangegeven waar meer dan één maal de projekt-grootte = 1 voorkomt. De meeste van die plaatsen zijn klein en vallen bui-ten de Randstad. De sterren in afbeelding 2 geven alleen de ligging aan van de plaatsen waar afzonderlijke kaskowoningen worden gebouwd en niet de omvang ervan. De omvang van de vrijstaande woningen kan variëren van 2 tot 118 woningen.

Evenals het geval was bij het hier genoemde onderzoek waarbij voor het vinden van kaskoprojekten een aanslag moest worden gedaan op het goede geheugen van ambtenaren (vaak uit de buitendienst) van Bouw- en Woning-toezicht, hebben wij voor de beschrijving van de volgende projekten die

(10)

-bouwd zijn tussen 1945 en ca. 1980, het moeten hebben van gemeentelijke gegevens en grondig zoeken in de literatuur.

Bij de beschrijving van de projekten hebben we getracht de volgende aspek-ten vooral aandacht te geven:

- wie heeft vanuit welke achtergrond (motieven) het initiatief genomen; - hoe is dit initiatief verder ontwikkeld, bijvoorbeeld werving van

bewo-ners;

- beschrijving van het projekt: omvang, lokatie, woonvormen, enz.;

- wat is er bekend van de zelfbouwers: leeftijden, beroepen, handigheid, motieven, inkomensgroep;

- hoe is de planontwikkeling verlopen;

- wat is de rol geweest van gemeente, architekt, aannemer, bewoners; - wat zijn de belangrijkste knelpunten in het proces geweest;

- hoe is het projekt uitgevoerd: zelfbouw- of afbouwwoningen; - is er individueel of in groepen gebouwd;

- tijdsbesteding, professionele ondersteuning;

- heeft de zelfwerkzaamheid geleid tot besparing op de woonlasten; - wat doen/willen bewoners anders dan de normale bouwers;

- is er gebruik gemaakt van bijzondere bouwtechnieken en wat waren daar-van de gevolgen;

- de rol van de overheid: zijn er bij de realisatie bijzondere eisen gesteld dan wel uitzonderingen op bestaande regels verleend;

- het resultaat: kan iets gezegd worden over de tevredenheid van de bewo-ners, is het experiment geslaagd in de opzet;

- heeft het experiment navolging gevonden?

(11)

-2. DE PERIODE VAN DE WEDEROPBOUW

2.1. Zelfbouwprojekt Philips, 1948-1950

Door het nijpend woningtekort na de tweede wereldoorlog, ontstaan door gebrek aan arbeidskrachten en grote schaarste aan materialen, wordt door Philips in 1948 het initiatief genomen tot het zelf bouwen van woningen door de bewoners.

Op 17 januari 1948 staat in de Philips Koerier een oproep aan het personeel om de handen uit de mouwen te steken. "Bouw uw eigen woning" heet het. In een notitie over de bouwwijze staat het volgende te lezen:

"Voor het uitvoeren van deze woningen bestaan 2 mogelijkheden:

a. bouw volgens een normaal systeem,

b. geprefabriceerde bouw.

In het eerste geval zal getracht moeten worden de bouwvakarbeiders, die thans onder het bedrijfspersoneel schuilen, te laten helpen bij de bouw door leken, het is niet mogelijk een normale bouw geheel met leken uit te voeren, er zal dus een beroep gedaan moeten worden op deze bouwvakarbeiders, hun kameraden te helpen.

De geprefabriceerde bouw is het meest aantrekkelijke hiervoor bijv., we moeten onderscheid maken in arbeid bij de prefabricage door ge-schoolden en ongege-schoolden, evenals bij het werk ter plaatse, waar ook voor ongeschoolden een belangrijk aandeel is weggelegd.

Ik stel mij voor, dat de prefabricage met toestemming van de Direc-tie van het Bedrijf, na de arbeidstijd wordt uitgevoerd, terwijl de ar-beiders daarvoor gebruik mogen maken van machines etc.

Niet echter alleen bij Phl1ips doch ook bij andere bedrijven b.v. bij Picus zouden onderdelen kunnen worden vervaardigd. Ik noem voor de geschoolden b.v. kasten, deuren, stijlen, kapconstructies, kortom alle houtwaren.

Door Philips zouden gemaakt kunnen worden: panelen, raam- en deur-omlijstingen (b.v. van aluminium en philite), mallen voor betononder-delen enz.

Voor de ongeschoolden is weggelegd het minder moeilijke werk zoals

het storten van beton, het maken van vloerplaten enz.

Op de bouwplaats moet stelwerk, timmerwerk, enz. worden uitge-voerd door geschoolde krachten. Het werk voor ongeschoolden bepaalt zich tot het verlenen van handlangersdiensten, tenzij zij zo handig zijn, dat zij ook het geschoolde werk kunnen doen.

Het spreekt vanzelf, dat het systeem dan zo moet zijn, dat alles goed in elkaar sluit en bij wijze van spreken als mechanospeelgoed in el-kaar kan worden gezet.

(12)

-Voorts lijkt het mij wenselijk allerlei materiaal zodanig te kiezen, dat de materiaalpositie in het algemeen niet nadelig wordt beïnvloed. Ik denk b.v. aan de dakbedekking, die uit houten 'leipannen' zou kun-nen bestaan en gemakkelijk zijn aan te brengen. Dit zou in vrije tijd kunnen worden gemaakt.

Het zal bovendien wenselijk zijn, dat de ongeschoolden enkele lessen krijgen, waarin uiteen wordt gezet hoe de gang van zaken moet zijn." Er blijkt bij het personeel een groot enthousiasme te bestaan voor het idee, want na een week zijn er al 750 positieve reakties en een maand later zijn het er al meer dan 1000, waarvan 40% alleen al geheel belangeloos wil meewerken zonder aanspraak te maken op een woning.

In maart 1948 ziet het lijstje van gegadigden er als volgt uit: geen of geen passende woning

delen een woning/noodhuisvesting belangeloze medewerkers totaal 601 personen 36 personen 438 personen 1.075 personen

Van deze 1.075 bleek een groot aantal bouwvakker te zijn.

tekenaars/opzichters 32 personen elektriciëns 148 personen timmerlieden 49 personen bankwerkers 39 personen schilders 16 personen loodgieters 36 personen metselaars 12 personen

opper lieden/grondwerkers 84 personen

totaal 416 personen

De bedoeling van de zelfbouw was dat de prestatie van de zelfbouwers tot uiting zou komen in een lage huur of koopsom.

Omdat de eigenbouw niet onder de woningwet viel, zou Philips het projekt zelf moeten financieren.

In 1948 werd met een proefbouwplan van 75 woningen gestart. Men was van plan tegelijk voorbereidingen te treffen voor een veel groter aantal (er wa-ren inmiddels 1500 gegadigden).

Al vrij snel kwam men tot de ontdekking dat aan de financiering van de ei-genbouw, als men uitgaat van de bouw door werknemers tegen betaling van vooraf gekalkuleerde aantallen manuren, vele nadelen kleefden. Men beslis-te uitsluibeslis-tend verder beslis-te gaan met eigen woningen waarbij Philips de uitga-ven voor de materialen financierde in de vorm van een hypotheek.

(13)

-Afb. 3. Hier moest het gebeuren

Afb. 4. Het grondwerk

Afb. 5. Het werken met het systeem "Klijn"

(14)

-Er werden 64 woningen in Eindhoven gebouwd aan de Melkweg en de Koe-straat en KalverKoe-straat en nog eens 10 woningen in Aalst ten oosten van de Prins Mauritsweg.

Zoals eerder al gemeld, wilde men uitgaan van een bouwsysteem om de bouw vlotter en met minder vakkennis te kunnen laten verlopen. Het pro-bleem was echter dat de bouwsystemen nog maar net in opkomst kwamen en dat er dus nauwelijks ervaring mee was opgedaan.

In Eindhoven werd gestart met het bouwsysteem 'Klijn', dat wordt geken-merkt door een verloren bekisting opgebouwd uit betontegels van 39x50 cm en dik 4 cm(1). In Aalst zou worden gebouwd met verdiepingshoge prefab-betonelementen. De aannemer die de elementen moest produceren ging echter failliet. Ook omdat het systeem zelf nog niet geheel produktierijp was, werd tenslotte gekozen voor een alternatief: stapelbouw met mergel-blokken.

In december 1948 werden de stichtingskosten van de woningen geraamd op

f 14.800,-- (Eindhoven) en f 11.500,-- (Aalst). Het verschil in kosten heeft te maken met een groot verschil in grondkosten (f 2.800,-- in Eindhoven te-gen

f

500,-- in Aalst) en het feit dat de woningen in Eindhoven meer mate-riaalkosten vergden.

In beide gevallen werd als arbeidsloon 1800 uur

à

f

0,90

=

f

1.620,-- aan-gegeven.

Later zou blijken dat er toch onderdelen van de werkzaamheden moesten worden uitbesteed. De kosten hiervan worden in mindering gebracht op de arbeidslonen die na het beëindigen van de bouwperiode aan de rechthebben-den werrechthebben-den uitbetaald.

Er werden bouwploegen samengesteld. Een bouwploeg bestond uit belang-hebbenden en vrijwilligers. De belangbelang-hebbenden kregen, voor zover zij geen zelfbouwwoning ontvangen, een prioriteit op een andere (huur-)woning (voor 31 december 1949). Zij werden in de stukken "de prioriteitsmannen" ge-noemd. In Aalst had de helft van het aantal belanghebbenden recht op een zelfbouwwoning aldaar, de andere helft een prioriteit op een woning in Eindhoven. Het ging om een proefbouw; bouwploegen bestonden tenminste uit 4 personen en de belanghebbende, die de zelfbouwwoning betrekt, trad op als ploegleider. Bij de samenstelling van de bouwploeg werd rekening ge-houden met urgentie, onderlinge harmonie in een bouwploeg en zoveel mo-gelijk vakman-vrijwilligers in een ploeg. Later op de bouwplaats werden de ploegen opnieuw ingedeeld. De mate waarin iemand geschikt is voor een karwei (arbeidsdeling), was dan plaatsbepalend.

Deze wijze van samenstellen van bouwploegen zou al snel tot problemen gaan leiden.

(1) Zie tijdschrift 'Bouw' 27 juni 1947 voor een beschrijving van het systeem.

(15)

-Afb. 6. Betonstorten: vele handen maar toch zwaar werk

Afb. 7. Het frame en de stapeling van de blokken

(16)

-Maar het eerste probleem was al dat er in juli 1948 (een half jaar na het eerste initiatief) nog steeds geen bouwvergunning en rijksgoedkeuring was. Teneinde de zaak te forceren besloot men op 26 juli met de bouw te begin-nen, met als gevolg, dat de Direktie Gemeentewerken op 10 augustus het werk dreigde te zullen stilleggen. Op 16 augustus verleende de gemeente-raad de gewenste goedkeuringen.

Veertien dagen later deden zich al problemen voor met de bouwploegen. Twee bouwploegen hadden een prestatielijst over de eerste twee weken bij-gehouden; 70 uur per bouwploeg per week; ploegleiders 32 uur tegenover 8 uur per week door de prioriteitsmannen en gemiddeld 6 uur per week door de vrijwilligers. De houding van de prioriteitsmannen wekte wrevel, boven-dien waren zij verantwoordelijk voor nogal wat diskontinuïteit in de sa-menstelling van de bouwploegen (ze stapten eruit, onder meer omdat ze tussentijds een woning toegewezen kregen).

Er moeten orde-maatregelen genomen worden. Uit een mededeling aan de ploegleiders halen wij de volgende zes punten:

Ie. Het is ons allen opgevallen, dat zich gedurende de laatste avonden te veel mensen op het bouwterrein bevinden, die met de bouw als zodanig niets te maken hebben en ons in de weg lopen.

Ik heb persoonlijk gekonstateerd, dat zich hieronder niet uitslui-tend belangstellenden en nieuwsgierigen bevinden, maar ook men-sen, die met minder goede bedoelingen over het terrein rondlopen. Teneinde hieraan paal en perk te stellen, zullen allen, die recht-streeks bij de bouw betrokken zijn, zo spoedig mogelijk voorzien worden van een "Bewijs van Toegang", dat zij bij het betreden van het bouwterrein zullen moeten tonen. Het werk zal alleen kunnen worden betreden en verlaten door de hoofdtoegang aan de Melk-weg; de ingang aan de Groendwarsstraat wordt gesloten.

Voorts zal ook de tuinzijde van de woningen aan de Melkweg wor-den afgesloten.

De zelfbouwers kunnen er zelf in hoge mate toe bijdragen, dat er orde en rust op het bouwterrein blijft heersen, door op werkdagen geen vrouwen en kinderen mede te nemen. Teneinde huisgenoten in de gelegenheid te stellen zich van de vorderingen te overtuigen, zullen zij des zondagsmiddags tussen 2 en 5 uur, aanvangende zon-dag 29 aug. a.s., het bouwterrein kunnen bezoeken onder geleide van de zelfbouwer en op vertoon van diens bewijs van toegang. 2e. Hoewel wij het aan zelfbouwers hebben overgelaten het uur te

be-palen, waarop zij met hunne werkzaamheden aanvangen, moeten wij er toch op wijzen, dat het noodzakelijk is, dat mensen van de-zelfde ploeg of mensen, die bij dede-zelfde werkzaamheden betrok-ken zijn (b.v. betonstorten, enz.) gelijktijdig op het werk komen. 3e. Zelfbouwers, die niet over werkschoenen beschikken, kunnen

zo-lang de voorraad strekt en voor zover een voor hen passende maat aanwezig is, zich op werkdagen tussen 5 en 6 uur vervoegen aan het Magazijn Personeelszorg, Statumse Dijk 29A tegenover het Sportfondsenbad.

Zij moeten daartoe in het bezit zijn van een door hm ploegleider getekend briefje, waaruit blijkt, dat zij zelfbouwer zijn.

(17)

-Afb. 8. Afb. 9. ! {;.;-r: t 6(l:t./;W ~;'Hi<t,t( ~ WI,,~.:.t~H t: 'i,. • • • ~l~"'1:f :iI.,:Ut$ "1 l'''~ "n,. <'{ Ilt-~ It''!:j!j:. ~ t-~",·~~t Ü""''' f ; "'4\.{ JIt .. t, :; .·~aBH1 "..,~, .,:t.t (,.ttV?U"'t Jt(~'" ~ ~ ~ S , 1}.8, ~ ".Xl,

De ontwerptekening van de huizen in Eindhoven

Het hoogste punt is bereikt

(18)

-Afb. 10. Foto van de woningen in 1950

Afb. 11. Foto van de woningen in 1987

(19)

-4e. Ten behoeve van alle zelfbouwers, waarvan de contactman een opgave heeft verstrekt, is werkkleding uitgereikt of kan deze worden gehaald. Van enkele onderdelen ontving ik nog geen opga ven.

5e. Aangezien het verregaand onbillijk zou zijn, tegenover hen die van de aanvang af hebben medegebouwd, indien telkens nieuwe belanghebbenden bij de bouw worden ingedeeld, wordt

bepaald, dat belanghebbenden, die zich na 31 aug.

terugtrek-ken, niet meer kunnen worden vervangen.

6e. Mij bereikte gedurende de laatste dagen klachten, dat sommi-ge zelfbouwers en zelfs belanghebbenden werkuren zouden la-ten opschrijven, terwijl zij niet op het werk aanwezig zijn ge-weest. Indien deze klachten niet op verdachtmakingen en

on-derling wantrouwen, doch op waarheid berusten en wij dus

moeten aannemen, dat zich in ons midden mensen bevinden, die trachten hun ploegmaats te bestelen, zijn wij genoodzaakt een tikklok op het werk te doen plaatsen.

Zelfbouwers, van wie vast komt te staan, dat zij zich aan het vorenstaande schuldig hebben gemaakt of schuldig maken, zullen van de verdere bouwen de daarmede samenhangende faciliteiten worden uitgesloten.

Wij verzoeken HH. contactmannen deze zaak met de ploeglei-ders te bespreken en ons ter zake van advies te dienen en op

hun juistheid getoetste klachten onverwijld aan ons door te

geven.

Hoewel in kranten en radiopraatjes in die tijd nogal positief gesproken

wordt over de 'zwoegers in overall die werken dat het een lieve lust is',

blij-ken er toch wel degelijk problemen te zijn bij het organiseren van het werk. Er is tijdelijk ook nog een tekort geweest aan materiaal en de opkomst van de zelfbouwers is slecht (nov. 1948). De bouw sukkelt voort. Philips denkt

nog aan een tweede projekt. Een aantal uitgaven is gedaan op basis van een

vervolgprojekt en men wil geen grote teleurstelling veroorzaken onder de belanghebbenden. Tenslotte oppert men ook nog de gedachte dat zelfbouw als 'buffer' voor werknemers die tijdelijk overkom pleet zijn, kan dienen. Hoe dichter het eind van de bouw nadert, des te meer problemen ontstaan

er met de aanwezigheid van de bouwers.

"29 september 1949: Aan de heren kontakt mannen. Opkomst is de

laatste twee maanden matig, een en ander is het gevolg van het

feit dat de afbouw meer tijd kost dan was voorzien en de zelf-bouwers nu bepaaldelijk hinder ondervinden van de lange arbeid. Ook echter omdat belanghebbenden in de steek worden gelaten door hen die tussentijds een woning kregen. De meeste prioriteits-gevallen hebben zo'n woning ook ontvangen. Een gedeelte ver-schijnt gedurende de plichtmatige 15 uur, maar doet niets. Velen zijn zogenaamd ziek."

(20)

-Het kwam zover dat Philips een aantal werkzaamheden laat uitbesteden om 't werk op tijd gereed te krijgen. De kosten hiervan kwamen ten laste van het uit te betalen loon aan de belanghebbenden.

Op verzoek van enkele zelfbouwers in Aalst heeft er op 2 januari 1949 een

gesprek plaatsgevonden met de organisatoren van de zelfbouw.

De zelfbouwers waren nogal gedesillusioneerd over de gang van zaken,

ge-tuige het volgende citaat uit het verslag van dat gesprek: "Twee punten kwamen speciaal naar voren, n.l.:

1. Het feit, dat in het vooruitzicht was gesteld, dat de huizen 31 de-cember 1949 klaar zouden zijn, terwijl het zich thans laat aanzien, dat het nu nog minstens 2 maanden zal duren.

2. Het feit, dat nu achteraf blijkt, dat men 28 cent per uur heeft ver-diend.

Vooral het tweede punt zat de mensen zeer hoog. Als oorzaken van dit

lage uurloon zien zij:

1. Het gecalculeerde totale loonbedrag is te laag gesteld. Hierbij brengen zij naar voren:

a. De zelfbouw Aalst is echte bouw, in tegenstelling tot de

zelf-bouw ,'v\elkweg, waar het montage-bouw betreft. De zelfbouw

Aalst eist veel meer vakmanschap dan de zelfbouw Melkweg. b. In een laat stadium gedane uitbestedingen van werk hebben een

groot gedeelte van de loonsom opgeslokt, zodat er ter verdeling maar weinig is overgebleven.

c. Genoemde aanbestedingen zijn beperkt rnoeten worden, omdat

anders het totale beschikbare loonbedrag opgesoupeerd zou zijn. Waar deze aanbestedingen maar een deel van het werk betref-fen, moet hieruit wel volgen, dat de oorspronkelijk gecalcu-leerde loonsom veel te laag is geweest.

2. Door allerlei omstandigheden is het aantal gewerkte uren veel te hoog opgelopen. Overwegend is dit te wijten aan gebrek aan orga-nisatie, waarbij als voorbeelden werden aangehaald:

a. 2000 uren gewerkt om rioleringen te leggen, welke later moes-ten worden afgebroken.

b. Het terrein te diep uitgegraven, zonder dat de rooilijn was vast-gesteld.

c. Het terrein te diep uitgegraven en weer moeten aanv ullen. d. Geen enkele ervaren kracht voor het stellen van ramen. De

man, die er wel verstand van had, moest aan de betonmolen

blij-ven staan. (Dezelfde man heeft overigens 3 maanden op Philips

kosten als timmerman op het werk in Aalst gestaan).

e. Het te weinig op tijd zijn van de benodigde materialen.

Ge-noemd werden o.a. een lier, spijkers, hout voor aftimmering, etc.

Kort samengevat is dus de opvatting van de zelfbouwers:

De loonsom is te laag gesteld, het aantal uren is buiten de schuld van de betrokkenen veel te hoog opgelopen, want er is naar de mening van de

zelf-bouwers in doorsnee zeer behoorlijk en door sommige groepen zelfs

buiten-gewoon goed gewerkt.

(21)

-1180

Afb. 12. Plattegronden van de woningen in Aalst

Afb. 13. Zelfbouwers in de bouwput

(22)

-Afb. 14. De woningen in Aalst vlak na de oplevering (1950)

Afb. 15. De woningen in Aalst zoals ze er uitzien in 1987

Afb. 16. De woningen in Aalst zoals ze er uitzien in 1987

(23)

-Men vraagt nu het uit te keren bedrag te herzien, waarbij nog speciaal naar

voren wordt gebracht, dat de gang van zaken voor de vrijwilligers in het

bijzonder teleurstellend is. Deze krijgen tenslotte geen huis en zijn ook geen prioriteitsgeval, maar hebben uit collegialiteit meegewerkt, daarbij rekenend op een enigermate redelijke beloning.

Hoewel niet definitief toegezegd is toch herhaaldelijk door de heer Paters medegedeeld, dat men kon rekenen op een bedrag tussen 45 en 50 cent per uur."

De konklusie in het verslag luidde als volgt:

Afb. 17.

Konklusies

"Het verhaal van deze zelfbouwers zal uiteraard wel enigszins

gekleurd zijn. De betrokkenen lijken echter reële, nuchtere ke-rels.

Ook al is 1/3 tot de 1/2 waar omtrent hetgeen zij van het werk mededeelden dan is er o.i. aanleiding te bezien of wij het uur-loon niet wat hoger moeten stellen dan 28 cent. Wanneer dit op

hetzelfde niveau zou worden gebracht als dat van de Melkweg,

35 cent, dan zou dit f 1750,-- kosten. Naar onze mening is een dergelijke uitgave verantwoord."

De woningen in Aalst (foto 198])

Voor de N.V. Philips was er maar een konklusie mogelijk: "Het experiment

is niet voor herhaling vatbaar". Overwegingen, in april 1951, om de

zelf-bouwdraad weer op te pakken (voor 1949 was een serie van 105 woningen

(24)

-gepland) worden in de kiem gesmoord. "Laten we hieraan toch niet weer be-ginnen. De vorige keer heeft het schatten gekost en veel onaangenaamhe-den!" aldus het hoofd van Philips woningbouwbureau.

Wie de gehele bouwperiode overziet, wordt ongetwijfeld overmand door de gedachte 'zelfbouw = ellende'. Maar is er in dit geval wel sprake van zelf-bouw? Het initiatief en de planvorming (grondverwerving, financiering maar ook ontwerp van de woningen) was volledig een zaak van de N.V. Zelfs het beheer is in de eerste opzet een Philipszaak (huurwoningen). Alleen de uitvoering zelf stond in het kader van zelfbouw. De manier waarop dit ge-beurde riep opnieuw vraagtekens op. De mensen bouwden niet in een klein ploegje aan de eigen woning, maar werden ingedeeld bij een bepaalde akti-viteit. Een deeltaak in de bouw van 64 woningen. In een gedwongen sfeer (prikklok, sankties bij wegblijven) werkte een kwart van de aanwezigen dan aan de eigen woningen. De overigen waren bezig met verlenging van de ar-beidsdag tegen een zeer laag uurloon. De zelfbouw was hier &ereduceerd tot bouwen met niet-bouwvakkers in de vrije tijd. Anderhalf a twee jaar lang. Dat geeft ellende, zoals we hebben kunnen zien.

Waarom heeft het bedrijf de initiatieven tot die bijzondere en ook (dat moet duidelijk zijn geweest) riskante bouwwijze genomen? Aan de ene kant was er een snel groeiend bedrijf, een grote vraag naar personeel en aan de andere kant het enorme gebrek aan woningen. Stagnatie in de groei van het bedrijf dreigde, want inwoning kan tot spanningen en ziekteverzuim leiden. Er werd veel gebouwd in Eindhoven, maar niet genoeg. In het kader van de wederopbouw zijn alle bouwvolumina aan contingenten gebonden, dus meer zat er niet in. Iedere aktie nu om die situatie te doorbreken werd toege-juicht.

ZeJfbouw was zo'n doorbraak, omdat het de mogelijkheid biedt buiten de gegeven contingenten om te bouwen. Snel een aantal woningen extra was dan het doel. Maar daarmee wordt slechts één kant van de zaak belicht, aan de andere kant leek zelfbouw een doorbraak in de sfeer van onvrede en on-macht te zijn.

In een roes van gezamenlijk aanpakken (de wereldoorlog nog vers in het ge-heugen) vond de woningzoekende in de zelfbouwaktiviteit een uitlaatklep voor zijn ellende. Niet mopperen maar jezelf uit de problemen werken, 't kan!

Later, als voor velen die krisis heeft opgehouden te bestaan, omdat ze in-middels een woning kregen, vervalt die behoefte aan aktie. Het gezamenlijk aanpakken brokkelde met het vertrek van de vrijwilligers en prioriteitsman-nen af. Oe aktiviteiten werden een bron van ergernis: van de regen in de drup. Dit leek de voornaamste reden voor Philips om van verdere zelfbouw-plannen af te zien.

En de kosten? Het argument zelfbouw als goedkope bouw heeft nooit gegol-den. Voor de N.V. waren de loonkosten geen besparing, want ze werden aan de bouwers uitbetaald. Oat de bouw uiteindelijk duurder is geworden dan gepland, had allerlei oorzaken. Te denken valt aan het faillissement van een aannemer, het feit dat de investeringen (hulpgereedschap 'Klijn' en ook handgereedschap zelfbouwers) op die ene serie afgeschreven moesten wor-den, maar ook aan het gebrek aan ervaring bij de zelfbouwers, waardoor veel materiaal, materieel en tijd verloren ging. Dat die hoge kosten er, on-danks gratis gebruik van tal van Philips faciliteiten, uitrolden, heeft na-tuurlijk ook bijgedragen aan de beslissing het bij de proefbouw van 1948 te laten.

(25)

-Tot slot nog enkele opmerkingen over de uitvoering zelf. Wat kunnen we le-ren uit de zelfbouwervaringen van toen.

Systeembouw

Juni 1949. Na 50 weken bouwen, wordt voor de totale bouw gerekend op:

man-uren per woning gemiddelde woninggrootte systeem "Klijn" 3100 tot 3300 322 m3 stapelbouw Aalst 2100 325 m3

Als we de getallen bekijken, komt het systeem "Klijn" er niet bijzonder gunstig uit. In de inleiding al hebben wij erop gewezen dat de 'schijnbare' eenvoud van systemen uitnodigde tot zelfbouw. Maar zoals zo vaak, schijn bedriegt. Het systeem was niet speciaal ten behoeve van de zelfbouw opge-zet. Zo ook het ontwerp. De twee-verdiepingen-woning gaf veel meer pro-blemen dan het oorspronkelijk geschetste bungalowtype. Het systeem bleek weliswaar door leken uitvoerbaar, maar ten koste van zeer veel extra ar-beid. "Je moet een hoop doen voor je een muur kunt bouwen", aldus een van de uitvoerders in die dagen. Het systeem was in wezen een systeem van verloren bekisting (nauwelijks prefab, veel arbeid op de bouwplaats), waar-bij een komplexe ondersteuningskonstruktie moest worden opgezet, gesteld en later weer afgebroken. Voor de leek was het aantrekkelijk dat dit maat-voeren en stellen een kwestie van droge montage was, maar voor het overi-ge was het zeker niet op de zelfbouwer afoveri-gestemd. Zo waren met name de T-balken voor de v loer door hun gewicht en lengte voor de zelfbouwer na-genoeg onhanteerbaar. Het systeem was een ruwbouwsysteem; de afbouw was vergelijkbaar met de traditionele bouwen de zelfbouwers ervaren die fase als "klungelwerk, niks gepresteerd".

Zelf doen - uitbesteden

Zelfbouw is natuurlijk vervuld van de gedachte, "ik kan het beter zelf doen". Dat dit maar tot op zekere hoogte waar is, heeft men in 1948 onder-vonden. Diverse proeven om met een apparaat het stucwerk zelf uit te voe-ren bleken te mislukken. Omdat ook het uithoudingsvermogen van de zelf-bouwer zijn grenzen had, moest men op het eind met (dure) uitbesteding de tol betalen voor het onbekommerd graven en zwoegen aan het begin.

Grootschalig - kleinschalig

De vele voordelen die normaal aan grootschalig bouwen zijn verbonden (se-rie-effekten, kortingen enz.), zinken voor de zelfbouwer in het niet bij de door hem zoveel sterker gevoelde nadelen. Eenmaal op de bouwplaats is de zelfbouwer gedoemd tot arbeid (prikklok), ca. 15 uur per week, naast zijn normale dagtaak. Op een bouwplaats, waar zo'n 200 man rondloopt is de motivatie, als het niet duidelijk om de eigen woning (of die van een goede relatie) gaat, al snel zoek. Het geheel was zo groot dat men bij tegensla-gen, i.p.v. er de schouders onder te zetten zich juist ging afzetten tegen de bouwen de organisatie. Bij een geringe stagnatie in de materiaaltoevoer gaan velen naar huis. Omdat het gezicht van de eigen woning vooral in de afbouwfase wordt bepaald (o.a. slordige of nauwkeurig afgewerkt), begon

(26)

-;

,

nen velen in de laatste fase ongevraagd aan de eigen woning. En de organi-satie zag zich genoodzaakt de woningen af te sluiten.

Konkluderend mogen we vaststellen dat het Philips-projekt een leerzame mislukking is geworden. Door leken in te schakelen in een bouwproces dat in het geheel niet was afgestemd op zelfwerkzaamheid, wist men de nade-len van het traditionele bouwen en de zelfwerkzaamheid feilloos te kombi-neren. Als men breekt met het uitgangspunt dat de doe-het-zelver (even-tueel door vrienden geholpen) voor zichzelf bouwt en op belangrijke punten ook zelf beslissingen kan nemen, resteert alleen georganiseerde beunhaze-rij, waaraan men weinig plezier beleeft.

2.2 Plan Culemborg: bouw van woningen als vrije-tijds~esteding, 1951 In de gemeente Culemborg aan de Otto van Reesweg staat een rijtje wonin-gen dat in 1951 in de sfeer van vrije-tijds-besteding is gebouwd.

De aanleiding tot het bouwen van woningen op deze wijze was de bouwstop, waarmee iedere gemeente in die tijd te kampen had, en de gelijktijdig op-tredende financieringsmoeilijkheden, waardoor de woningbouw ernstig stag-neerde.

Speciaal de laatstgenoemde moeilijkheden waren voor het gemeentebestuur van Culemborg aanleiding om een andere tot dan toe ongebruikelijke oplos-sing voor het woningprobleem te zoeken. De oplosoplos-sing was de faktor arbeid om te zetten van kostend element in sparend element.

Dit kon alleen door toekomstige eigenaars hun woning zelf te laten bouwen. De gemeente zou dus niet als woningeigenaar optreden.

Er moesten dus personen gezocht en bereid gevonden worden om in hun vrije tijd hun arbeidskracht beschikbaar te stellen om woningen te bouwen, welke na gereedkomen aan hen in eigendom overgedragen zouden kunnen worden, al naar gelang de financiële draagkracht van die personen, belast met een hypotheek ter grootte van de kosten van het bouwen van die wo-ningen exklusief de post arbeidsloon.

Ten einde de belangstelling voor dit plan te peilen werd een oproep ge-plaatst, waarna zich al spoedig ca. 70 gegadigden aanmeldden.

Er bleek dus voldoende belangstelling voor dit plan, zodat het aanvankelijk slechts schematisch opgezette ontwerp verder uitgewerkt kon worden. Als eerste deed zich toen de vraag voor of een dergelijk plan uitgewerkt zou kunnen worden door de Dienst Gemeentewerken of dat een partikulier architekt de voorkeur verdiende.

In eerste instantie werd gedacht om de Dienst Gemeentewerken hiermee te belasten, omdat dan desgewenst alleen de werkelijk gemaakte kosten voor het uitwerken van het plan en het toezicht tijdens de bouw in rekening gebracht zouden behoeven te worden, hetgeen voor de zelfbouwers enige -zij het geringe - besparing op de kosten met zich mee zou brengen.

Bij nader inzien bleek een dergelijke gang van zaken echter ook zijn scha-duwzijde te hebben, want, wanneer de Dienst Gemeentewerken het toezicht bij een dergelijke bouw zou nemen, zou in de eerste plaats een ambtenaar van de dienst bereid gevonden moeten worden om op zijn vrije avonden en zaterdagmiddagen, wanneer er aan die woningen wordt gewerkt, toezicht uit te oefenen.

Het belangrijkste bezwaar was echter, dat een ambtenaar van de Dienst Gemeentewerken in zijn hoedanigheid van opzichter bij de bouw van

(27)

-situatie " ~) (

~

1 '1 ) J

,

1'

~' II~

~

"I

' I)

')

11 11 11", jl

I

:

\

1

;

1L

." '\

begane grond verdieping zolder

n

cr ,:) ' / ,.. ,., , ' , .. /0/ " /" ' . ' ,~ --+-: / " :' " , " ,

r

:1

doorsnede de eerste stenen

Afb. 18. Plan Culemborg

(28)

-gen als 'vrije-tijds-besteding', door omstandigheden wel eens -genoodzaakt zou kunnen zijn om beslissingen ten aanzien van de die bouw te nemen, wel-ke strijden met de instrukties van de ambtenaar van Bouw- en Woningtoe-zicht. Hierdoor zouden niet alleen intern moeilijkheden voortv loeien, maar ook zou zo naar buiten het prestige van de ambtenaar van Bouwen Woning-toezicht worden geschaad.

Het bleek dan ook ongewenst een ambtenaar van de Dienst van Gemeente-werken met het toezicht te belasten, waarna besloten werd om zowel het uitwerken van het plan als het toezicht op de bouw op te dragen aan een partikuliere architekt. Voor de uitvoering van dit werk werd een der plaat-selijke architekten A.Th. Aussems bereid gevonden.

Deze architekt heeft voor dit doel een komplex van 20 (2 blokken van 10) in normale stenen, sober uitgevoerde woningen ontworpen.

Elke woning bestaat uit; beneden: een woonkamer groot 17,5 m2, een zitka-mer groot 10 m2, een keuken groot 5,25 m2, gang, trap en WC, boven: een overloop, 3 slaapkamers groot resp. 12 m2, 10,5 m2 en 10 m2, en een douche-cel. Daar boven een zolder. Voor de woning een tuintje van 32 m2 en achter de woning een tuintje van 63 m2, waarin een stenen schuurtje van 5,5 m2.

Na bestudering van de bij Philips te Eindhoven met een dergelijk systeem bereikte resultaten werd de bouwtijd der woningen geraamd op ca. 18 maanden.

Voor deze bouw werd voorts een normaal bestek gemaakt, met dien ver-stande, dat daarin werd omschreven, dat de aannemer verplicht was de bouw van 20 woningen uit te voeren met 20 van gemeentewege aan te wij-zen personen en dat de werkzaamheden uitgevoerd zouden worden in de avonduren en op de vrije zaterdagmiddagen.

De aannemer moest de nodige materialen en hulpmaterialen leveren en moest een uitvoerder-timmerman beschikbaar stellen voor het in overleg met de direktie regelen van de uitvoering van het werk, kontrole, verzor-ging van hulpkonstrukties en hulp bij het stellen van profielen en kozijnen. Enkele materialen werden buiten het bestek gehouden. Deze werden later door de direktie (de gemeente) in overleg met de architekt aangekocht. Dit betrof voor het merendeel materialen, die eerst tegen de tijd dat de wonin-gen gereed waren nodig waren en die aan grote prijsschommelinwonin-gen onder-hevig waren. Op deze wijze werd het risiko van de aannemer verlaagd, waardoor het werk voor een aannemer enigszins aantrekkelijker werd ge-maakt. De kosten van de buiten het bestek gehouden en door de direktie te leveren materialen werden geraamd op rond

f

29.000,--.

Voor de uitvoering van dit werk werd een plaatselijk aannemer bereid ge-vonden. Deze nam het werk aan voor rond f 117.000,-- en maakte op 1 sep-tember 1951 een aanvang met de bouw van deze 20 woningen.

De werkploeg waarmee deze aannemer de 20 woningen in de avonduren (3

uur per dag) en op de vrije zaterdagmiddagen (4 uur), in totaal derhalve 19 uur per week, moest bouwen, bestond uit: 4 metselaars, 3 hulp-metselaars,

4 timmerlieden, 2 hulp-timmerlieden, 2 opperlieden, 2 schilders, 2 sjouwer-lieden en 1 loodgieter-elektricien.

De beschikbare arbeidskrachten werden al naar gelang hun aanleg en han-digheid voorzover zij tijdens de bouw in hun vak niet werkzaam konden zijn, aan andere bouwonderdelen tewerkgesteld.

(29)

'

;

~

Afb. 19. De woningen in aanbouw Afb. 20. Voorgevel vlak na de

oplevering

..

I

'l

Afb. 21. Voorgevel anno 1987 Afb. 22. Achtergevel anno 1987

(30)

-Richtlijnen voor de vrije-tijd woningbouw Culemborg

1. De zelfbouwer gaat er rnede accoord, dat de woningen

gebouwd worden volgens overgelegde tekening. 2. De aan de zelfbouwer toegewezen woning zal, zolang

de-ze door zijn gezin wordt bewoond, niet door de gemeente in aanmerking worden gebracht voor dubbele bewoning. 1. De zellbouwer verplicht zich tot het tijdstip waarop de

woningen als opgeleverd kunnen worden beschouwd, te

blijven bouwen en regelmatig de gestelde werkuren-per week te leveren.

4. Per dag zal niet langer gewerkt mogen worden dan 3 uren

behalve des Zaterdags 4 uren. In deze werkuren is niet

begrepen het halen of het brengen van gereedschappen en dergelijke.

5. Alle zeHbouwers, zonder onderscheid, zijn gehouden zich te onderwerpen aan de door de Directie te geven

aanwij-zingen en een zuinig gebruik van de hun ter verwerking

gegeven materialen te bevorderen.

6. De zelfbouwer die lijdelijk verzet of sabotage pleegt,

ontvangt een waarschuwing. Sorteert een herhaalde waarschuwing geen effect, dan wordt hij zonder enig recht op wat ook, als zod'lIlig afgevoerd en niet meer op het werk toegelaten.

7. Voor klachten, geschillen, wensen enz. moeten de zei f-bouwers zich wenden tot de door hen zei f gekozen

verte-genwoordiger in de Commissie van Toezicht.

8. Indien een zelfbouwer, onverschillig om wat voor reden

ook, niet meer aan de werkzaamheden deelneeint, of om

niet door de Commissie van Toezicht geaccepteerde

re-denen, korte of lange tijd verzuimt, kan hij geen rechten, hoe ook genaaind, meer doen gelden voor de geleverde

arbeidspresta ties.

9. Ten einde de zelfbouwers zoveel mogelijk te vrijwaren

voor de gevolgen van blijvend letsel, wordt door de

ge-meente een afzonderlijke verzekering gesloten, waarvan

de kosten komen op de bouwkosten.

10. De zelfbouwer kan, indien hij daarvoor een geldige reden

heeft, dit ter beoordeling van de Directie, ~ich door een

acceptabele persoon doen vervangen, die daarvoor geen enkele aanspraak, hoe ook genaalnd, kan doen gelden.

11. Bezoek op het werk wordt niet toegestaan anders dan

al-leen op nader vast te stellen dagen en uren.

12. De Gemeente behoudt zich het recht voor alleen die

werkzaamheden te doen verrichten, die zij in verband

met de bouw of bevordering der werkzaamheden nodig

acht.

13. De woningen zullen eerst dan worden toegewezen als de

groep van 20 woningen volkomen ter bewoning gereed is.

Welke woning de zelfbouwer krijgt zal door loting worden

uitgemaakt.

14. Van de beslissingen van de Directie of welke andere

be-slissingen ook, kan de zelfbouwer via de gekozen

verte-genwoordiger, in beroep kOlnen bij de Cornmisie van

Toe-zicht.

Gedurende het beroep is men verplicht de gegeven

aan-wijzigingen of wat ook, uit te voeren.

15. De zelfbouwer is verplicht voor de niet geldige verzuilJ1-tijden een boete te betalen van / 0,25 per kwartier of

gedeelte daarvan.

16. Indien de zelfbouwer per maand een niet geldig verzuim

heeft van fneer dan 45 minuten, ontvangt hij naast de on-der 15 vermelde boete een ernstige waarschuwing van de

Commissie van Toezicht.

17. Bij herhaling van een niet geldig verzuiln van meer dan 45 minuten per maand, zal de Commissie van Toezicht

een beslissing nemen aln de overtreder als zei fbouwer uit. te sluiten, zonder dat deze enig recht kan doen gelden op

enige vergoeding of aanspraak hoe ook genaamd, voor de

gernaakte arbeidstijden. Van deze beslissing staat beroep

open op 13urgerneester en Wethouders en hoger beroep op

de Gelneenteraad.

L8. A1wezigheid wegens ziekte of ongeval geldt alleen

wan-neer de ziekte door de verzekering bij de werkgever

wordt erkend en vergoed overeenkomstig de normale

be-palingen van de ziektewet of de ongevallenwet.

19. Voor ziekte of ongeval langer dan 14 dagen wordt de

re-kening van de zelfbouwer na deze 14 dagen belast Inet een uurloon van / 1 ,--t tenzij de Commissie van Toezicht

anders beslist of door hein een vervanger is gesteld. Bij

het einde van de bouw wordt de op deze wijze verkregen

sOln verdeeld over de zelfbouwers van de desbetreffende

groep naar rato van de gemaakte uren.

20. In al1e gevallen waarin niet is voorzien beslist de Com-missie van Toezicht, welke beslissing voor de zelfbouwer

bindend is, behoudens recht van beroep.

Afb. 23. Richtlijnen voor de vrije-tijd woningbouw Culemborg

Afb. 24. Een interietrfoto

(31)

-Ter vrijwaring van deze personen voor de gevolgen van hun eventueel tij-dens de bouw overkomen ongevallen, was door de gemeente een aanvullende ongevallenverzekering afgesloten. De premie (ca. f 800,--) van deze verze-kering kwam ten laste van de bouwkosten.

Voor ziekte bleef de zelfbouwer vallen onder de ziekteverzekering van zijn werkgever.

Naast de leiding stond een commissie van toezicht, bestaande uit vertegen-woordigers van de plaatselijke besturen der twee grote vakorganisaties K.A.B. en C.B.B., een lid van de woningadviescommissie, de directeur van het gewestelijk arbeidsbureau, een raadslid, de directeur van gemeentewer-ken, een vertegenwoordiger van de werkgevers en een vertegenwoordiger door en uit het werkteam gekozen. Bij deze commissie van toezicht werden alle kwesties betreffende de bouwen de uitvoering aanhangig gemaakt en door haar behandeld.

Indien de zelfbouwer per maand een niet geldig verzuim had van meer dan 45 minuten, ontving hij naast de boete een ernstige waarschuwing van de commissie van toezicht. Bij herhaling van een verzuim van meer dan 45 mi-nuten per maand, nam de commissie van toezicht een beslissing om deze arbeidskracht als zelfbouwer uit te sluiten, zonder dat deze enig recht kon doen gelden op enige vergoeding, ook niet voor de gemaakte arbeidstijden. Van deze zeer ernstige beslissing stond beroep open op het college van Bur-gemeester en Wethouders en hoger beroep op de gemeenteraad, enerzijds ter ontlasting van de verantwoordelijkheid van de commissie, anderzijds voor bevordering van de rechtszekerheid van de zelfbouwer.

De bouwkosten van deze 20 woningen werden inklusief grondkosten, kosten grondoverdracht en hypotheekvestiging, alsmede het renteverlies tijdens de bouw, geraamd op f 181.025,86.

Door de Minister van Wederopbouw en Volkshuisvesting werd een premie op grond van de Premieregeling Woningbouw '50 verleend van

f

86.000,--, zo-dat de stichtingskosten, verminderd met de premie, f 95.025,86 bedroegen; inklusief onvoorziene kleine uitgaven werd dit afgerond op f 96.400,--. Voor de hoekwoningen werden de kosten per woning inklusief grond en hy-potheekvestiging berekend op f 5.300,--, en voor de tussenwoningen op

f 4.700,--, hetgeen voor een hoekwoning neerkwam op een last van f 371,50 per jaar en voor de tussenwoningen op f 332,50 per woning per jaar. Tenge-volge van de aflossing der hypotheek verminderden deze bedragen jaarlijks met resp. f 4,77 en f 4,23.

Na beeindiging van de bouw werden de woningen, zoals boven reeds gemeld, in volle eigendom overgedragen aan de zelfbouwers. De financiering tijdens de bouw kon daardoor plaatsvinden door middel van een kasgeldlening, die de gemeente gesloten had bij een verzekeringsmaatschappij. Die maat-schappij werd ook bereid gevonden na voltooiing van de bouw aan de zelf-bouwers hypotheek te verstrekken tegen een rente van 4 t %.

De woningen moesten in team-work gebouwd worden. Om dit team-work niet te verstoren werd niet van te voren bepaald welke woning aan iedere

zelfbouwer zou worden toegewezen.

Na gereedkomen van de woningen werden deze verloot. Hierdoor werd on-der meer voorkomen dat sommige zelfbouwers te snel zouden bouwen. Van groot belang voor de zelfbouwers was voorts nog, dat het bedrag, dat zij bespaarden op de stichtingskosten van hun woning door zelf aan de bouw daarvan mee te werken, geen bestanddeel uitmaakt van hun inkomen. (Hier-voor werd verwezen naar de beslissing van de Rechtbank te Maastricht d.d.

(32)

-23 december 1927, de resolutie van de Minister van Financiën d.d. 16 maart 1928 en de konklusie van de Hoge Raad d.d. 8 juni 194-9}.

Het plan in Culemborg was vooral het idee van de toenmalige burgemeester van die stad: de heer H.A.J.M. van Koningsbruggen.

In het tijdschrift Bouw (1951) heeft de burgemeester de voors en tegen van zo'n plan uiteengezet.

Uit dit artikel een aantal citaten:

"Bezwaren onder het oog gezien

Tegenover deze gunstige facetten zijn uiteraard ook bezwaren in te brengen; bezwaren, welke vrijwel tevoren reeds door het gemeentebe-stuur onder het oog waren gezien. Het was van het begin af duidelijk, dat wanneer het normale jaarlijkse bouwvolume op deze wijze zou wor-den gerealiseerd, men uit aannemerskringen terecht bezwaren zou ont-moeten, omdat het gemeentebestuur zich dan aan oneerlijke concur-rentie zou schuldig maken. Daarom is terstond de noodzakelijke voor-waarde gesteld, dat deze woningen zouden vallen buiten het normale bouwvolume. Weliswaar zal uiteindelijk het woningtekort met het kwantum vrijetijdwoningen eerder zijn opgelost, doch dit is slechts toe te juichen en kan - en wordt heden - niet meer als bezwaar aange-voerd.

Ernstiger is de moeilijkheid van de lange bouwperiode. In de begroting hiervan lopen de meningen van deskundigen zeer uiteen. De schattin-gen hieromtrent variëren tussen anderhalf en drie jaren. De practijk van Philips staat aan de zijde van het gemeentebestuur, dat de duur

van de bouw taxeert op 16

à

18 maanden. Dezerzijds wordt

gespecu-leerd op de in de gemeente Culemborg zo ruim aanwezige gemeen-schapszin, zomede op de vrijwillige assistentie van familieleden der aspirant bouwers. Bovendien zal hieronder blijken, dat er nog een aan-tal indirect belanghebbenden zijn, die ongetwijfeld hun medewerking zullen willen verlenen. Onmiddellijk wordt in verband met dit bezwaar van de bouwperiode de vraag gesteld: 'Is dit nog wel de vrije-tijdsbe-steding? En - hetgeen meer principieel klinkt - wordt hier geen aanval gedaan op de zo moeizaam verworven 4-8-urige arbeidsweek?'

Dit raakt direct het sociale aspect van het vraagstuk. Voorop gezet zij, dat het gehele plan volkomen is gebaseerd op vrijwilligheid. Men kán zich aanmelden om een eigen woning te bouwen en besluit daarmede geheel en al vrijwillig zijn vrije tijd gedurende de gehele bouwperiode {de aspirant-bouwer bekend} daarvoor beschikbaar te stellen. Maar, wordt gevraagd, is het nog wel 'vrije-tijdsbesteding' wanneer men blijft arbeiden in zijn eigen vak? Ten eerste geldt deze vraag slechts voor de ex professo bouwvakarbeider en vervolgens meent het gemeentebe-stuur, dat iedereen volkomen vrij moet worden gelaten voor zichzelf een antwoord hierop te geven. Bovendien is de arbeidsduur per dag dus-danig, dat nog altijd enige uren voor andere verpozing overblijven. Ook ten aanzien van een vermeende aanval op de 4-8-urige arbeidsweek meent het gemeentebestuur er niet genoeg de nadruk op te kunnen

(33)

-gen, dat hier slechts sprake is van een in vrijwilligheid gekozen vrije-tijdsbesteding met als doel het verkrijgen van een eigen woning. En het kan bij ons ook niet anders worden opgevat, dan dat men argumenten en bezwaren zocht om deze rustige en alleszins natuurlijke doelstelling in een minder gunstig daglicht te stellen. Dat met het verwerven van een eigen woning tevens een niet genoeg te waarderen bijdrage wordt verkregen in de leniging van de nationale nood 'het woningtekort' is een gevolg, dat een ieder weldenkend Nederlander gaarne zal aanvaarden, althans welk gevolg het gemeentebestuur van Culemborg voor zijn stad bewust en met overtuiging aanvaardt.

Er is ook de opmerking gemaakt, dat de uitvoering van dit plan op gro-te schaal - dus ook in vele andere gemeengro-ten in Nederland - werkloos-heid in het bouwvak zal veroorzaken of bespoedigen.

Geen bevordering van werkloosheid

Aangezien het woningtekort jaarlijks nog steeds toeneemt, kan hier niet worden bedoeld dat de methode van woningbouw in de vrije tijd perse de werkloosheid veroorzaakt. Immers zij zal dit eerst doen op het moment, dat men het tekort heeft weggewerkt. Men schijnt dus te doelen op de algemeen verwachte en thans zich reeds aftekenende werkloosheid in het bouwvak. Doch het is noodzakelijk hier een scherp onderscheid te maken. Wanneer de dreigende werkloosheid een gevolg zou zijn van een structurele crisis, zou het uit een oogpunt van al-gemeen belang onoirbaar zijn wanneer men plaatselijk een - zij het zelfs maar een geringe - bijdrage ging leveren, welke deze werkloos-heid zou mede veroorzaken of bespoedigen. Doch het is toch wel voor een ieder duidelijk, dat aan de toekomstige werkloosheid in het bouw-vak een monetaire oorzaak ten grondslag ligt".

In het zelfde nummer van het tijdschrift Bouw komt ook een felle tegen-stander van het plan Culemborg aan het woord. De secretaris van de Alge-mene Nederlandse Bouwarbeidersbond: C. Brandsma.

Hij blaast nogal van de toren, reden waarom wij hier zijn hele relaas cite-ren:

Weliswaar heeft hij waardering voor de goede bedoelingen van het initiatief maar Brandsma vraag zich af:

" ••• of het Culemborgs initiatief werkelijk als een bijdrage ter leniging van de woningnood mag worden beschouwd. Wij menen van niet en wel op grond van het voor ons vaststaande feit, dat de wijze waarop Cu-lemborgs gemeentebestuur zich de uitvoering van zijn plan denkt, niet voor verwezenlijking vatbaar is.

Het bouwen van woningen is beroepsarbeid in de volle betekenis van het woord. Slechts vaklieden zijn in staat een degelijk huis te bouwen, zodat de medewerking van outsiders - hoe spontaan verleend en hoe goed bedoeld ook - bij voorbaat moet worden afgewezen. Bij de uitvoe-ring van zijn plan is het Culemborgse gemeentebestuur dus aangewezen op de medewerking van de bouwarbeiders, waarbij bovendien nog reke-ning moet worden gehouden met een juiste verhouding tussen de beno

(34)

-Afb. 25. In de loop der jaren zijn er nog veel veranderingen aangebracht aan de woningen, zoals andere raam indelingen en ••••

Afb. 26. • ••••• uitbouwen aan de achterzijde

(35)

-digde soorten van vaklieden.

Nemen wij evenwel aan dat dit geen bezwaren oplevert en dat men er in slaagt de nodige medewerking in de juiste onderlinge verhoudingen te verkrijgen, dan zullen deze bouwarbeiders in hun vrije tijd de woningen moeten bouwen.

Wat betekent dit nu precies? Dit, dat elke arbeider gedurende

tenminste 2

à

3 jaar elke week 19 uren moet overwerken om

zijn aandeel in de woning te verdienen.

Men ga er nu eens rustig bij zitten om te overdenken wat dit voor consequenties met zich brengt.

Dat de bouw 2

à

3 jaar zal vorderen, kan elk op zijn vingers

narekenen. Immers, de post lonen en sociale lasten bedraagt 1/3

deel van

f

12.000,-- of wel

f

4.000,--. Het Culemborgse loon +

25% oververdienste + sociale lasten bedraagt ca.

f

1,75 per uur.

In een woning zitten dus circa 2300 arbeidsuren. Dat zijn 121 werkweken van 19 uur. Aangezien 20 arbeiders 20 woningen zul-len bouwen, moet elke arbeider dus 1 woning voor zijn rekening nemen, zodat ten minste 2,4 jaren met de bouw zijn gemoeid. In dit tijdsbestek vallen minstens 2 winterperioden, d.w.z. slecht weer, onwerkbaar weer (vorst). Hierdoor zal de bouwtijd niet onaanzienlijk worden verlengd. Daar komt bij, dat de bouw in vrije tijd zal geschieden, hetgeen betekent dat de arbeidspresta-tie beneden normaal zal komen te liggen. Al deze omstandighe-den bijeen genomen mag men dus zonder enige overdrijving vaststellen, dat de bouw van deze woningen een drietal jaren in beslag zal nemen en dat de betreffende arbeiders gedurende die periode al hun vrije tijd hieraan zullen moeten besteden.

Tot deze prestatie is geen mens in staat. Voor ons staat dan ook vast, dat het gemeentebestuur van Culemborg van zijn initiatief alleen maar narigheden zal ondervinden, omdat de uitvoering van het plan gebaseerd is op ••• utopieën.

De taak van gemeentebesturen

Naast dit algemene bezwaar tegen de opzet van het Culemborg-se plan, hebben de arbeiders en hun organisaties ook nog wel en-kele andere bedenkingen tegen de voornemens van Culemborgs burgemeester.

Dat de spaarzin en het private eigendom worden bevorderd vin-den wij prachtig. Wij menen dit oprecht. Maar dat het Culem-borgs gemeentebestuur 'bewust en volgaarne' deze gelegenheid aangrijpt om als 'zelfbouwer' terug te treden, heeft nu direct niet onze volle instemming. Zulks temeer niet, waar dit terug-treden mede - zo niet uitsluitend - de weg moet banen naar 'Utopia', waar in uitzicht wordt gesteld geen gemeentelijke investeringen, geen exploitatie-tekorten, geen onderhoud, min-der kosten voor administratie voor huurinning, minmin-der uitbrei-ding technische dient. Niet elke arbeider zal hierover gelijk denken, maar dat de gemeentebesturen op het terrein van de volkshuisvesting geen hogere taak zouden hebben dan 'het parti-culiere initiatief' stimuleren, neen, dat wil er bij ons niet in. Dit

(36)

-immers zou betekenen, dat men de arbeidersklasse terugwijst naar de arbeidersbuurten en -sloppen van een halve eeuw gele-den.

Vrije-tijdsbesteding of overwerk?

Een ander belangwekkend punt is de idee der vrije-tijdsbe-steding, waarvan het plan uitgaat. Is het bouwen van woningen door bouwarbeiders in vrije tijd nog vrije-tijdsbesteding. Ja, zegt het gemeentebestuur, want het plan is 'gebaseerd op vrij-willigheid' en bovendien 'blijven er nog altijd enige uren voor an-dere verpozing over'.

Over die 'vrijwilligheid' kan men verschillend denken, maar zou er één bouwarbeider zijn, die niet doodverlegen zit om een huis en die toch zijn vrije tijd aan het bouwen van een woning zou willen geven? En die 'enige uren voor andere verposing', waar moeten die vandaan komen? Een bouwarbeider werkt tot 5 uur, soms half 6. Na volbrachte dagtaak zal hij minstens I uur nodig hebben om thuis wat te eten en zich even op de 'vrije-tijdsbe-steding' voor te bereiden. Om 6 uur, half 7, vangt hij dus met zijn overwerk aan, dat hij om 9 uur, half 10 beëindigt. 's Zater-dags zal hij om 6 uur zijn taak kunnen beëindigen. Mijnentwege mag men dit het 'zoeken' van bezwaren en argumenten vinden, maar 'uren voor andere verpozing' schieten er m.i. beslist niet bij over. En dat 3 jaren lang!

Neen, een dergelijke werkwijze 'vrije-tijdsbesteding' noemen is alleen maar het beestje een foutieve naam geven. Het is over-werk in de meest doodgewone zin van het woord. Het is het in-voeren - gedurende 3 jaren! - van de 67-urenweek. Alle 'vrijwil-ligheid' doet daaraan niets toe of af. In feite voert het Culem-borgse gemeentebestuur het pleit voor ter zijde stellen van de Arbeidswet, voor de totstandkoming waarvan de georganiseerde arbeiders jarenlang hebben gestreden.

Wij gaan nu maar voorbij aan tal van andere bezwaren, welke van arbeiderszijde tegen het Culemborgse plan zijn aan te voe-ren. Wel willen wij even aanslaan op het argument, dat dit plan een bijdrage wil leveren ter leniging van de woningnood. In dit opzicht is niet het plan, maar wel het initiatief, ons buitenge-woon sympathiek.

De woningnood is een ziekte, een kanker zo men wil, welke aan ons volksbestaan knaagt. Elk reëel middel, dat deze kanker kan bestrijden, dient te worden aangewend. Ook als dit offers vraagt van de bevolking, met inbegrip van de arbeiders.

De aanwending van deze middelen en de besteding van de te brengen offers moeten evenwel economisch èn sociaal verant-woord zijn. Laat men het bouwvolume opvoeren tot de uiterste grens van wat het bedrijfsleven kan presteren, laat men de bouwarbeiders een beloning geven die in overeenstemming is met hun prestaties, dan zal er arbeidsvreugde zijn en zullen niet

Cytaty

Powiązane dokumenty

próbek zgrzewów wykonanych w warunkach minimal- nych i maksymalnych do dopuszczalnej wartości naprę- żeń wzdłużnych w ściance rury polietylenowej poddanej działaniu

Można jednak zaobserwować zjawisko występowania nietypowych immunofenoty- pów komórek białaczkowych, polegające na braku ekspresji jednej charakterystycznej deter-

Standardowa chemioterapia jest wystarcza- jącą formą leczenia wtórnych chłoniaków oczodołu, zapewniającą u większości pa- cjentów trwałe ustąpienie nacieku w oczo-

W uzasadnieniu do projektu założeń podkreśla się potrzebę powrotu do rozwiązań z przeszłości (nowa propozycja nawiązuje bowiem do zasad, które obowiązywały

very important and fundamental questions: does the comparative analysis of the textual witnesses (Massoretic Text, 4QSam, putative Hebrew source of the Septuagint) permit proving

Na pewno wielu współczesnych twórców kina oraz przedstawicieli admi­ nistracji rządowej odpowiedzialnych za kinematografię próbuje tworzyć kino zaangażowane, kino, które

Organizacja oraz warunki pracy kancelaryjnej jednostek Policji Państwowej powiatu chełmskiego w latach 1919-19391.. Z akres poruszonego w tytule zagadnienia badawczego, w

Znany był jednak jako leśniczy i to zostało odnotowane nie tylko w metryce jego śmierci, ale również w zapisie metrykalnym dotyczącym jego córki..