• Nie Znaleziono Wyników

Einde daling bouwproductie lijkt in zicht: Vooruitzichten 2014 - 2019 zijn eindelijk gunstig

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Einde daling bouwproductie lijkt in zicht: Vooruitzichten 2014 - 2019 zijn eindelijk gunstig"

Copied!
3
0
0

Pełen tekst

(1)

Cia!E>«arlct

0

Vooruitzichten 2014 - 2019 zijn eindelijk gynstog

Einde daling bouwproductie lijkt

in zicht

V o o r 2 0 1 5 z u l l e n w a a r s c h i j n l i j k na j a r e n

v o o r h e t e e r s t w e e r g r o e i c i j f e r s in d e

b o u w k u n n e n w o r d e n g e m e l d . V o o r a l

d e w o n i n g b o u w zal d a a r d e b e t a a n z i j n .

De p r o d u c t i e h e e f t in d e z e e c o n o m i s c h e

c r i s i s e c h t e r n o g n i e t h e t d i e p s t e p u n t

bereil<;t. Pas na 2 0 1 9 k o m t h e t n i v e a u

v a n 2 0 0 8 in z i c h t .

Dirk Dubbeling

De bouwproductie is in 2013 met 4,3% gekrompen tot € 50,3 mil-jard. Zowel in de woningbouw, de utiliteitsbouw als de grond-, water en wegenbouw daalde de productie. Alleen de sector onder-houd gebouwen groeide (afgerond) met 1,5%. In 2008 had de bouw-productie nog een omvang van € 62 miljard. Deze gegevens komen uit de Verwachtingen bouwproductie en werkgelegenheid 2014, het jaarlijks overzicht van het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB). Tabel 1 biedt een samenvattend overzicht.

De woningbouw heeft in 2013 de zwaarste klappen moeten incasse-ren: de nieuwbouwproductie liep terug met 11,5%. De investeringen

in de bestaande woningvoorraad in de vorm van herstel en ver-bouw liepen terug met 5%. De btw-maatregel uit het Woonakkoord heeft deze daling nog kunnen temperen.

Bij een gematigde groei van de Nederlandse economie in 2014 zou de bouwproductie zich ongeveer kunnen stabiliseren (-0,5%). Dit geldt echter niet voor de woningbouw, die op -3% uitkomt. In 2015 zal de bouwproductie eindelijk over vrijwel de gehele linie herstel-len met een groei van 4%. Daarna, in de periode 2016-2019, zal de bouwproductie kunnen blijven groeien en draagt de woningbouw daar wél fors aan bij. In omzet uitgedrukt neemt de bouwproductie toe van € 50 miljard in 2014 tot € 61 miljard in 2019. Deze verbete-ring komt een stuk later uit dan aan het begin van de economische crisis werd verwacht. Het EIB stelde in de Verwachtingen bouwpro-ductie en werkgelegenheid 2010 (met data uit 2009) nog dat 2010 het slechtste jaar voor de bouw zou worden; tussen 2012 en 2015 zou de groei alweer gemiddeld op 3,5% zitten.

Sinds 2008 zijn bijna 70.000 arbeidsjaren (alle banen omgerekend naar fulltimebanen levert arbeidsjaren op) in de bouw en bouwgere-lateerde werkzaamheden verdwenen. In 2013 zijn daarvan 27.000 fulltimebanen verloren gegaan, de grootste daling tot nu toe. Er zal in 2014 opnieuw werkgelegenheid verdwijnen (12.000 arbeidsjaren; 3%). In 2019 zal het aantal arbeidsjaren weer gedeeltelijk zijn ge-groeid .

Woningbouw: herstel kan snel gaan

De nieuwbouw van woningen lag in 2013 maar liefst 40% lager dan in 2008. Het aantal opgeleverde woningen zakte in 2013 tot onder de 50.000 en de vergunningverlening voor nieuwe woningen is in 2013 weggezakt tot minder dan 35.000. Hierdoor zal de nieuwbouw van

(2)

APRIL 2 0 1 4

woningen in 2014 naar verwachiting opnieuw dalen (-7%). Het aan-tal op te leveren woningen daalt dan naar 45.000. In 2008 waren dat er nog 80.000. De deelproductie herstel en verbouw reageert sneller op de gunstige ontwikkelingen op de woningmarkt, waardoor de productie hier al in 2014 met 2,5% kan toenemen. In 2015 daalt de herstel en verbouw helaas weer (-1,5%) als gevolg van de beëindi-ging van de tijdelijke btw-verlabeëindi-ging van 21 naar 6% voor de arbeids-kosten. Deze maatregel uit het Woonakkoord geldt van 1 januari 2013 tot 1 januari 2015. Het aflopen van de tijdelijke btw-verlaging treft ook het onderhoud van woningen. Dit onderhoud daalt hier-door in 2015 met 2%. In 2013 en 2014 was sprake van groei met res-pectievelijk 4,5 en 1,5%. De maatregel levert afgerond € 1 miljard op, maar bevat ook werkzaamheden die dankzij de korting naar voren zijn gehaald. Anderzijds kan het Energieakkoord uit septem-ber 2013 investeringen losmaken voor het energiezuiniger maken van particuliere woningen en corporatiewoningen (samen € 1 mil-jard).

Woningproductie maakt

omme-zwaai

De nieuwbouw van woningen zal in 2015 met 17% fors herstellen. In de jaren daarna vlakt de groei echter wat af.

Met het aantrekken van de woningmarkt zal het aantal vergunnin-gen vrij snel kunnen oplopen tot 80.000 in 2019. Het overheidsbe-leid zal geen belangrijke negatieve effecten meer hebben op de woningvraag. Bovendien zijn de woningprijzen de laatste jaren sterk gedaald. Gunstig is ook dat de hypotheekrente In de loop van 2013 is gedaald tot inmiddels net boven de 4% voor de meest gang-bare contracten. De nieuwbouw groeit in de periode 2016-2019 met 10% op jaarbasis. Het aantal opgeleverde woningen zal in 2019 stij-gen tot ruim 72.000.

In de periode 2016-2019 volgt voor herstel en verbouw een groei van gemiddeld 5% per jaar. Het productieniveau van herstel en ver-bouw loopt daarmee op tot bijna € 7 miljard (prijzen 2012) in 2019. De nieuwbouwproductie komt in 2019 uit op bijna € 14 miljard (prij-zen 2012). De totale woningbouwproductie zal in 2019 kunnen uitko-men op € 20,8 miljard.

Utiliteitsbouw: bescheiden groei

De nieuwbouw van utiliteitsgebouwen is in de periode 2009-2013 in totaal met 30% afgenomen en de herstel en verbouw in deze sector daalde met ruim 15%. In 2013 ging 4% productievolume verloren. De nieuwbouw van vrijwel alle gebouwtypen nam in dat jaar af. Bij kantoren was de daling het sterkst. Alleen de nieuwbouw van win-kels nam in dat jaar toe. In 2014 zal de utiliteitsbouw naar verwach-ting een beperkte groei realiseren van 1% bij de nieuwbouw (vooral dankzij kleinere projecten) en 2,5% bij de herstel en verbouw. Het bouwvolume van grotere projecten met een langere doorlooptijd laat nog een verdere daling zien. Lage bezettingsgraden van indus-triegebouwen, leegstand in de kantorensector en in mindere mate ook bij de detailhandel zorgen ervoor dat groei van de Nederlandse economie vooral in de bestaande gebouwenvoorraad wordt opge-vangen.

In 2015 laat de utiliteitsbouw een duidelijker herstel zien: 2,5% in de nieuwbouw en 3,5% in de herstel en verbouw. Alleen de nieuw-bouw van kantoren en schoolgenieuw-bouwen neemt dat jaar af. Bij zorg-gebouwen zal naar verwachting de onzekerheid rond de bekosti-gingssystematiek de groei temperen. Het onderhoud van utiliteits-gebouwen neemt in 2015 weer toe (2,5%), na dalingen in 2013 en 2014.

Tussen 2016 en 2019 zal de nieuwbouw van utiliteitsgebouwen met gemiddeld 2% groeien. Bij de herstel en verbouw ligt de groei hier met gemiddeld 2,5% iets boven.

De totale utiliteitsbouw komt hiermee in 2019 op een

productieni-veau van € 12,5 miljard (prijzen 2012). In 2008 lag de productie nog op € 14,5 miljard.

Binnen de utiliteitsbouw vallen enkele ontwikkelingen op (zie ook tabel 2). Logistieke bedrijven zijn afhankelijk van de ontwikkelingen in de internationale handel. Nu deze weer toeneemt, kiezen deze be-drijven voor nieuwbouw, vaak grote opslagruimten. Winkelpanden maken al een sterke groei in productie door, hoewel in veel winkel-gebieden leegstand zichtbaar is. Kopen via internet neemt toe, maar dat geldt niet voor alle branches. Grote winkelketens streven juist naar schaalvergroting om alles in de winkel te kunnen showen. Vanaf 2014 daalt de groei alsnog sterk. De bouwproductie in de zorgsector groeit pas vanaf 2015. De nieuwe financieringsstructuur en de veranderingen in het plaatsingsbeleid in tehuizen zijn daar de oorzaken van.

GWW: groei gekoppeld aan woningbouw In 2013 daalde de gww-productie met 3% onder invloed van over-heidsbezuinigingen, minder economische activiteit en de voortdu-rende terugval van de nieuwbouw van woningen. Minder nieuwe wijken en bedrijventerreinen betekent dat minder grond bouwrijp wordt gemaakt en dat minder lokale wegen, riolering, kabels en lei-dingen worden aangelegd en minder waterbergingen nodig zijn. Onderhoud daalde met 3,5%.

Voor 2014 wordt uitgegaan van een stabilisatie van de gww-produc-tle. De gww-investeringen van het Rijk en het onderhoud zullen naar verwachting met respectievelijk 1% en 0,5% licht toenemen, terwijl de investeringen van gemeenten en bedrijven met respectie-velijk 0,5% en 1,5% zullen afnemen. De totale gww-productie van nieuwbouw en herstel neemt per saldo met 0,5% af. Het onderhoud in de gww groeit na vier jaren van krimp met 0,5%.

De groei van de gww vanaf 2015 is te danken aan nieuwe woonwij-ken. Daarnaast biedt het Energieakkoord naar verwachting meer werk in de totale gww-sector, zoals de bouw van windmolens. Het onderhoud groeit ook. Hoewel de Investeringen van het Rijk onder invloed van bezuinigingen nog verder dalen (-4% in 2015), trekken die van gemeenten en bedrijven onder invloed van de sterke groei in de nieuwbouw en aantrekkende economische activiteiten weer sterk aan (3,5%). Het onderhoud trekt in 2015 ook duidelijk verder aan, maar blijft met een groei van 1,5% achter bij de groei van de herstel en verbouw.

Sterke groei bij de nieuwbouw van woningen en toenemende in-vesteringen in waterveillgheid dragen bij aan de groei van de gww. Met name de onderhoudsmarkt zal een relatief sterk herstel verto-nen met gemiddeld 2,5% na 2015.

Groei voorzien vanaf 2015

In de jaren 2016-2019 zal sprake zijn van een breed herstel met eveneens een gemiddelde groei van de totale gww-productie van 2% per jaar Het budget voor nieuwbouw in opdracht van het Rijk staat echter onder druk en is de oorzaak van de beperking van de groei in de komende jaren.

Bij het onderhoud is sprake van een lichte groeiversnelling. De energiebedrijven profiteren van de sterke groei van de woning-bouw.

In de periode 2016-2019 bedraagt het totale gww-productieniveau ruim € 15 miljard en het bereikt hiermee geleidelijk weer de hoge niveaus uit het begin van de crisis.

Onderhoud: groei dankzij maatregelen overheid Mede dankzij de btw-maatregel van het kabinet groeide in 2013 het onderhoud aan woningen met 4,5%; onderhoud van utiliteitsgebou-wen daalde met 2,5%. In 2013 remde de verhuurdersheffing de on-derhoudsuitgaven van corporaties. Onderhoud van gebouwen leverde in 2013 in het totaal een lichte groei op van 1,5%. De onderhoudsproductle kan in 2014 en 2015 stabiliseren, zij het dat door het aflopen van de tijdelijke btw-verlaging het onderhoud

(3)

APRIL 2 0 1 4

b o u w ,

m a r k t

Q

TABEL 1 BOUWPRODUCTIE* PER SECTOR, 2012-2019

„ 2 0 1 2 Woningbouw Nieuwbouw 9.696 Herstel en verbouw 5.882 Totaal 15.578 Utiliteitsbouw Nieuwbouw 7.121 Herstel en verbouw 4.326 Totaal 11.447 Onderhoud gebouwen Woningen 5.239 LItiliteitsgebouwen 3.890 Totaal 9.129 GWW Rijk 1.024 Decentrale overheden 3.600 Bedrijven 3.917 Subtotaal 8.541 Onderhoud 5.735 Totaal 14.276 Externe onderaanneming * * * * * 2,160 Totaal bouw 52.590 "*2013 8.575 5.600 14175 6.775 4.225 11.000 5.450 3.800 9.250 1.000 3.525 3.725 8.250 5.600 13.850 2.075 50.350 Miljoenen euros 2014 7.975 5.750 13.725 6.825 4.325 11.150 9.250 2015 9.325 5.675 15.000 7.000 4.475 11.475 9.250 2019 13.900 6.900 20.800 7.575 4.950 12.525 9.875 5.625 2.050 50.000 5700 2.125 51.950 6.300 2.475 61.075

Jaarlijkse veranderingen in procenten* 2013 2014 2015 -11,5 -5 -9 -5 -2 4,5 -2,5 1,5 -2,5 -2 -5 -3,6 -2,5 -3 -4,5 -4,5 -7 2,5 -3 1 2,5 1,5 1,5 -2 O 1 -0,5 -1,5 -0,5 0,5 O -0,5 -0,5 17 -1,5 9,5 2,5 3,5 3 -2 2,5 O -4 3,5 3 2,5 1,5 2 4 4 *2019 10,5 5 8,5 2 2,5 2 1 2,5 1,5 1,5 2 2,5 2 2,5 2

* Exclusief interne leveringen, machines, overige investeringen, saldo uitvoer diensten en handelsmarges, basis Nationale rekeningen, bedragen in prijzen 2012, exclusief btw. ** EIB-bewerking van voorlopige CBS-cijfers.

* • * Raming.

* * * * Gemiddelde jaarlijl(se mutatie in de periode 2016-2019.

* * * * * Werkzaamheden van bouw- en bouwinstallatiebedrijven die uitgevoerd worden voor opdrachtgevers buiten de bouw, vooral voor projectontwikkelaars. Van de redactie: uitgaande van de bedragen in de tabel en een afronding op halve procenten komen de jaarlijkse veranderingen in deze post uit op -4 (2013) en -1 (2014).

Bron: EIB.

TABEL 2 BOUWPRODUCTIE NIEUWBOUW IN OE UTILITEITSBOUW

2008 2012 2013 2014 2015 2019

Miljoenen Miljoenen Verandering Miljoenen Verandering Miljoenen Verandering Miljoenen Verandering Miljoenen Verandering euro euro i n % euro i n % euro i n % euro in % euro i n %

Bedrijfsruimten 1786 863 -17,1 750 -13 750 0 825 10 1.275 11,5 Logistieke gebouwen 512 300 -2,4 250 -14 275 10 300 9 400 7,5 Kantoren 1.021 575 -23,0 450 -22 400 -11 375 -6,5 400 1,5 Winkels 91 75 32,0 75 6,5 75 14,5 75 0 50 -7 Agrarische gebouwen 787 625 0 550 -13 575 4,5 575 0 625 2 Onderwijsgebouwen 620 425 0,7 425 0 425 0 400 -6 350 -3,5 Zorggebouwen 994 950 -9,5 825 -12,5 750 -9 800 6,5 1.175 10 Overige gebouwen 1.034 1.025 -10,3 975 -4 925 -2,5 1.000 2,5 950 -0,5 Totaal 6.846 4.838 -9,8 4.300 -11 4.175 -3 4.350 4 5.225 4,5

Gebaseerd op de Voortgangsstatistie825k, prijzen 2012. Bron: CBS en EIB.

van woningen krimpt. De maatregel iieeft deels geleid tot het ver-vroegen van onderhoud, waardoor in 2015 veel minder onderhoud zal worden uitgevoerd (-2%). Onder invloed van het algehele econo-misch herstel groeit daarentegen het onderhoud van utiliteitsge-bouwen met 2,5%.

Het uitblijven van koopkrachtverbetering en de bescheiden econo-mische groei bieden op middellange termijn (2016-2019) beperkte ruimte voor meer onderhoudsuitgaven: 1,5% gemiddeld per jaar. Het totale productieniveau van het onderhoud van gebouwen komt in 2019 naar verwachting uit op € 9,9 miljard (prijzen 2012).

Politieke ontwikkelingen

Bovenstaande ontwikkelingen in de bouwproductie zijn al in het begin van de economische neergang door verschillende onderzoe-kende instanties gemeld, zoals door Bouwkennis, het ministerie van VROM en ook door het EIB zelf. Toen ging men voorlopig uit van

een verbetering van de situatie vanaf 2012. De recessie hield echter langer aan en dat werkte ook door in de bouwsector Nu is te hopen dat de verwachte verbeteringen niet doorkruist zullen worden door nieuwe calamiteiten, zoals begrotingsproblemen in EU-landen en een politieke crisis rond Oekraïne. De gevolgen van de wereldpoli-tiek zijn immers merkbaar tot op de bouwplaats van de kleinste bouwprojecten. In 2013 zijn de orderportefeuilles van bouwbedrij-ven niet verder gedaald. Een dieptepunt lijkt bereikt, maar van een herstel is volgens het EIB vooralsnog geen sprake.

Dit artikel is gebaseerd op het rapport Verwachtingen bouwproductie en werkgelegenheid 2014 (2014), een uitgave van het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB), Amsterdam. Het is te bestellen via www.eib.nl. Kosten: € 75,-.

Cytaty

Powiązane dokumenty

Badania doświadczalne zużycia główki endoprotezy stawu biodrowego ze stopu kobalt-chrom oraz z tlenku l;lluminium

After analysis of the flow solution, the shape optimization is performed based on 7 time instances, and the corresponding averaged total pressure loss coefficient is chosen as

In order to better understand future changes in these wind power systems, EFRE has commissioned a study to 4 students of the ENSE3 engineering school at Grenoble (France), under

The ecological potential of these interstices is brought forward by the French garden designer Gilles Clément, who conceptualises the amount of spaces abandoned from

2014.. Kłoskowska, Kultura masowa.. Jenkins, Kultura konwergencji. Zderzenie starych i nowych mediów, tłum.. Bardijewska, Muza bez legendy. Schwitzke, Das Hörspiel..

Rozważania programowe Stronnictwa Demokratycznego „Prostokąt”, Stron- nictwa Polskiej Demokracji, Ruchu Młodej Demokracji zostały opublikowane na łamach własnej

Cel ten realizowany jest przez przygotowanie filmowej obudowy wystawy i zastosowanie w niej dwojakich, często przeplatających się ze sobą środków: wprowadzenie

W latach następnych jego aktywność badawcza była coraz bardziej ograniczana obowiązkami organizacyjnym i (stanowisko dziekana Wydzia­ łu Filologicznego UW, funkcja