• Nie Znaleziono Wyników

Deltaplan Grote Rivieren - Basisrapport

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Deltaplan Grote Rivieren - Basisrapport"

Copied!
17
0
0

Pełen tekst

(1)

»

Ministerie van Verkeer en Waterstaat

mmm:~

Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat

V

I

DELTAPLAN GROTE RIVIEREN

BASISRAPPORT

-.:

,*

*

m \

\

A/linisterie van Verkeer

fnRtófaaï

9 9 5

(2)

RWS Dir. Oost-Nederland

Bibliotheeknr.

\ \ e a \ o \ o

- fa ON

Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat

Inhoud

blz.

Samenvatting 3 Inleiding 4 1 Doel van dit rapport 4

2 Projectdefinitie 5 2.1 Algemeen 5 2.2 Versterking primaire waterkeringen en hoogwatervrij maken

Donge-mond 5 2.3 Aanleg kaden en verbreding/verdieping Maas 6

2.4 Aanleg kaden langs Rijksweg A2 6

2.5 . Internationaal overleg 6

2.6 Onderzoek 7 3 Organisatie 7 4 Kostenraming 8

4.1 Versterking primaire waterkeringen en hoogwatervrij maken

Donge-mond 8 4 . 2 Aanleg kaden en verbreding/verdieping Maas 9

4 . 3 Aanleg kaden langs Rijksweg A2 10

4 . 4 Onderzoek 10 4 . 5 Samenvattende raming Deltaplan Grote Rivieren 1 1

Bijlage 1 Kostenraming versterking primaire waterkeringen en hoogwatervrij

maken Dongemond 1 4 Bijlage 2 Artikelsgewijze toelichting begrotingsartikel 2.24:

(3)

Samenvatting

De Kamer heeft de procedure "Controle Grote Projecten" van toepassing verklaard op het Deltaplan Grote Rivieren. In het voorliggende rapport is dit Deltaplan uitgewerkt t o t een uitgangssituatie voor de voortgangsrapportages die in dit kader tweemaal per jaar zuilen worden opgesteld.

Voor de uitvoering van het Deltaplan Grote Rivieren is gekozen voor het behoud van de eigen verantwoordelijkheden van rijk, provincies en waterschappen. Het opstellen van de planning voor de uit te voeren werken gebeurt door'de Landelijke Coördinatiecom-missie Dijkversterkingen (LCCD). In deze comCoördinatiecom-missie zijn provincies, waterschappen en gemeenten vertegenwoordigd en is het rijk waarnemer. De LCCD rapporteert aan de Stuurgroep Deltaplan Grote Rivieren waarvan de minister van Verkeer en Waterstaat voorzitter is. In de Stuurgroep zijn het rijk, provincies, waterschappen en gemeenten vertegenwoordigd.

De procedure "Controle Grote Projecten" heeft geen betrekking op de gedecentraliseer-de midgedecentraliseer-delen. Dit impliceert dat in gedecentraliseer-de voortgangsrapportages geen inzicht w o r d t gegeven in de bijdragen respectievelijk uitgaven van de provincies en de waterschappen met betrekking tot het Deltaplan Grote Rivieren. De financiële aspecten in de voortgangs-rapportages beperken zich t o t hoofdstuk XII van de Rijksbegroting (Verkeer en Water-staat).

De kosten voor de versterking van de primaire waterkeringen waren, voor zover deze op hoofdstuk XII van de rijksbegroting drukken, vóór de hoge waterstanden van begin 1995 geraamd op ruim 9 8 0 miijoen gulden. In verband met de versnelling van de dijkversterkingen en door toevoeging van de financiën voor de maatregelen in Limburg, is dit bedrag opgelopen tot bijna 1,4 miljard gulden. Dit bedrag is inmiddels op de begro-ting van Verkeer en Waterstaat gereserveerd. Voor de verbreding/verdieping van de Maas is hierbij alleen rekening gehouden met de eerste (voorbereidings)fase van het project Zandmaas. Nader onderzoek moet uitsluitsel geven over de hoogte van de totale kosten voor de verbreding/verdieping van de Maas.

(4)

Ministerie van Verkeer en Waterstaat 4 Directoraat-GeneraaJ Rijkswaterstaat

inleiding

Naar aanleiding van de extreem hoge waterstanden op de Rijn en de Maas in janua-ri/februari 1 9 9 5 heeft het Kabinet besloten t o t een drastische versnelling van de be-staande plannen voor de rivierdijkversterkingen. Het gehele dijkversterkingsprogramma moet in 2 0 0 0 gereed zijn. De meest urgente werken zullen in 1 9 9 5 , met een uitloop naar 1 9 9 6 worden aangepakt.

Het Kabinet heeft tevens besloten tot versnelling van de plannen ter beperking van de wateroverlast langs de onbedijkte Maas in Limburg, conform de aanbevelingen van de commissie Boertien II. Om de kans op overstroming van het Maasdal terug te dringen zal de Maas in noord- en midden Limburg worden verdiept en zal de Grensmaas - in combinatie m e t natuurontwikkeling - worden verbreed. Het verlagend effect van deze activiteiten op de hoge waterstanden dient in 2005 te zijn bereikt. Om de gevolgen van hoogwater op korte termijn reeds te beperken zullen in het kader van het Deltaplan ter bescherming van bevolkingsconcentraties in 1 9 9 5 , m e t e e n uitloop naar 1 9 9 6 , kaden worden aangelegd of bestaande kaden worden verbeterd.

Dit Kabinetsbeleid is vastgelegd in het Deltaplan Grote Rivieren (TK 1 9 9 4 - 1 9 9 5 , 18 1 0 6 , nr. 5 4 van 13 februari 1995). Het Kabinet heeft zich voor de uitvoering van dit plan verantwoordelijk gesteld. Uitgangspunt bij dit plan blijven de aanbevelingen die door de commissie Boertien I voor de versterking van de rivierdijken zijn opgesteld. De T w e e d e Kamer heeft de doelstellingen en uitgangspunten van het Deltaplan Grote Rivieren onderschreven en op 2 mei 1995 de procedure "Controle Grote Projecten" hierop van toepassing verklaard. Dat heeft de voorzitter van de Tweede Kamer de minister van Verkeer en Waterstaat medegedeeld in zijn brief van 2 mei 1 9 9 5 met kenmerk TK 9 5 - 5 5 . De procedure "Controle Grote Projecten" heeft geen betrekking op de gedecentraliseerde middelen. Dit impliceert dat in de uit te brengen voortgangs-rapportages geen inzicht w o r d t gegeven in de bijdragen respectievelijk uitgaven van de provincies en de waterschappen met betrekking tot het Deltaplan Grote Rivieren. De financiële aspecten in de voortgangsrapportages beperken zich t o t hoofdstuk XII van de

Rijksbegroting (Verkeer en Waterstaat). 1 Doel van dit rapport

Dit rapport beoogt te voldoen aan de informatie-wensen van de Kamer, zoals vastgelegd in onder meer TK 1 8 9 6 3 , nr. 8 van 7 september 1 9 8 8 , bijlage 1 en TK 1 9 9 4 - 1 9 9 5 , 18 1 0 6 , nr. 5 6 , van 29 maart 1 9 9 5 . Daartoe moet onder andere kunnen worden nagegaan of de organisatorische, planmatige, financiële en bestuurlijke bases van het Deltaplan Grote Rivieren van voldoende kwaliteit zijn. Tevens w o r d t de uitgangssituatie vastge-legd voor de in dit kader tweemaal per jaar uit te brengen voortgangsrapportages. Hiertoe w o r d t als peildata 1 januari en 1 juli aangehouden. Het streven is om deze rapportages binnen 3 maanden na de genoemde peildata uit te brengen.

(5)

2 Projectdefinitie 2.1 Algemeen

Dit hoofdstuk geeft een nadere invulling van het Deltaplan Grote Rivieren d.d. 13 februari 1 9 9 5 . Tevens worden wijzigingen ten opzichte van dit Deltaplan beschreven. Achtereenvolgens wordt ingegaan op de versterking van de primaire waterkeringen c a . (in het Deltaplan Grote Rivieren behandeld onder de kop "Rijnstroomgebied"), de

maatregelen in Limburg (in het Deltaplan Grote Rivieren behandeld onder de kop "Maas") en overige acties, waaronder het in dit kader noodzakelijke onderzoek. 2.2 Versterking primaire waterkeringen en hoogwatervrij maken Dongemond Tot het Deltaplan Grote Rivieren behoren alle versterkingswerken zoals die in de planning van de LCCD zijn opgenomen. Deze planning is inclusief de werken van het rijk. De planning van de LCCD is op 17 februari 1 9 9 5 naar de Tweede Kamer gestuurd. Het kenmerk van de betreffende brief is HW/AK 1 9 0 3 1 0 .

Voor een overzicht van de urgente werken die in 1 9 9 5 , met een uitloop naar 1 9 9 6 , worden aangepakt, w o r d t verwezen naar de Deltawet grote rivieren, met name naar de daarbij behorende bijlage 1.

In het Deltaplan Grote Rivieren is expliciet vermeld dat de versterking van de rivierdijken inclusief de versterking van de waterkeringen in het benedenrivieren- en het IJsselmeer-gebied is. Niet expliciet is vermeld dat ook de resterende werken langs de kust zijn meegenomen. Deze werken zijn in het financiële totaaloverzicht van het Deltaplan opgenomen. Om de doelstelling van het Deltaplan - in het jaar 2 0 0 0 op sterkte zijn - te halen, hoeven de laatstgenoemde werken niet te worden versneld.

In het Deltaplan Grote Rivieren is evenmin expliciet vermeld dat de bouw van de

stormvloedkering in de Nieuwe Waterweg (SVKW) is meegenomen. Daar de stormvloed-kering vóór het stormseizoen 1 997/1 998 gereed k o m t , hoeft de bouw niet te worden versneld om vóór 2 0 0 0 de beoogde veiligheid in het benedenrivierengebied te bereiken. De rapportages in het kader van de procedure "Controle Grote Projecten" over de voortgang van de SVKW zullen afzonderlijk blijven verschijnen. In de voortgangsrappor-tages in het kader van het Deltaplan zal daarom niet op de bouw van de stormvloedke-ring worden ingegaan. Wel zullen de financiën met betrekking t o t de stormvloedkestormvloedke-ring in de voortgangsrapportages van het Deltaplan w o r d e n opgenomen, om het financiële overzicht ten aanzien van Nederland "deltaveilig" compleet te maken.

Een bijzondere plaats in de beveiliging tegen hoogwater neemt het gebied aan de linker Maasoever bij de Dongemond in. Dit gebied is van oorsprong een kombergingsgebied dat bij hoge waterstanden onder water loopt. In het verleden is tussen de minister van Verkeer en Waterstaat en gedeputeerde staten van Noord-Brabant afgesproken dat het rijk in het project "hoogwatervrij maken Dongemond" 6 0 % van de kosten voor de waterkeringen bijdraagt. De maatregelen voor het waterbezwaar "van binnen uit" zijn

(6)

Ministerie van Verkeer en Waterstaat

6

Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat

nagenoeg gereed. De bescherming tegen het water "van buitenaf" moet nog groten-deels gerealiseerd w o r d e n . Opname in het Deltaplan biedt de garantie dat dit gebied uiterlijk in 2 0 0 0 een adequate beveiliging kent tegen overstroming door hoogwater. De start van de uitvoering van dit project is voorzien voor begin 1996. Twee kleine

dijkvakken van de Dongdijken vallen onder de Deltawet Grote Rivieren.

2.3 Aanleg kaden en verbreding/verdieping Maas

In tegenstelling tot bijvoorbeeld de Betuwe is er in Limburg geen laaggelegen polderland dat door primaire waterkeringen w o r d t beschermd. Bij hoogwater vult het Maasdal zich en valt weer droog wanneer het w a t e r zich terugtrekt. De maatregelen om dit gebied beter tegen hoogwater te beschermen, zijn gebaseerd op het advies van de commissie Boertien II en o m v a t t e n :

Verlaging van hoogwaterstanden door gecombineerde grindwinning, natuur-ontwikkeling en winterbedveriaging en zomerbedverbreding in de Grensmaas; Verlaging van hoogwaterstanden door gecombineerde zomerbedveriaging, zand-winning en beperkte natuurontwikkeling op de Maas tussen Roermond en Mook, de Zandmaas;

Bestuurlijke maatregeien in de sfeer van ruimtelijke ordening om toekomstige nieuwe schade te voorkomen;

Kleinschalige maatregelen op gemeentelijk niveau, zoals aanpassing van het rioleringstelsel.

Het op korte termijn aanleggen en versterken van kaden, met inbegrip van

kwelvoorzieningen e.d., om bevolkingsconcentraties te vrijwaren van regelmatige wateroverlast.

Voor een overzicht van de kaden w o r d t verwezen naar de Deltawet grote rivieren, met name naar de daarbij behorende bijlage 2. K w a m de aanleg en versterking van kaden volgens de aanbevelingen van Boertien op termijn als additionele maatregel, thans dienen de kaden in 1 9 9 5 , met een uitloop naar 1 9 9 6 , te worden gerealiseerd. Voor de waterstandsverlagende maatregelen was door de commissie Boertien II een tijdhorizon van 2 0 1 0 a 2 0 1 5 voorzien. Tijdens het nota-overleg op 2 februari 1995 is de tijdhorizon op 2 0 0 5 gesteld.

2 . 4 Aanleg kaden langs Rijksweg A 2

Een aparte activiteit betreft het aanleggen van kaden langs een gedeelte van de

Rijksweg A 2 , 's-Hertogenbosch - Vught. Om te voorkomen dat dit deel van de rijksweg weer onder w a t e r kan komen te staan worden een aantal civieltechnische maatregelen uitgevoerd. Hiertoe is een plan in voorbereiding met inbegrip van de beoordeling van LNC-waarden en eventuele compensatie. Het werk dient in 1996 gereed te zijn.

2 . 5 Internationaal overleg

Het hoogwater van begin 1995 heeft de overtuiging gebracht dat voor adequate maatregeien voor de bescherming tegen hoogwater niet alleen naar maatregelen op Nederlandse bodem m o e t worden gekeken, maar dat zeker op langere termijn alleen een

(7)

gecoördineerde internationale aanpak vruchten kan afwerpen. Begin februari 1 9 9 5 hebben de EU-miiieuministers in de "verklaring van Arles" opdracht gegeven voor de ontwikkeling van een actieprogramma om de gevolgen van hoge waterstanden op Rijn en Maas beter beheersbaar te maken. De actieprogramma's dienen maatregelen te bevatten op het terrein van ruimtelijke ordening, grondgebruik en waterbeheer. In het kader van de Internationale Rijn Commissie (IRC) zal worden g e w e r k t aan een gezamenlijke analyse en strategie om de gevolgen van hoge waterstanden zo goed mogelijk te beheersen. De IRC zal tevens de onderzoeksbehoefte in beeld brengen. Aan dit onderzoek zal Nederland zeker een substantiële bijdrage moeten en kunnen leveren. Concreet w o r d t gedacht aan de ontwikkeling van stroomgebiedmodellen, waarmee niet alleen de effecten van maatregelen, maar ook de effecten van klimaatveranderingen kunnen worden doorgerekend. In dit kader speelt ook een mogelijke inhoudelijke bijdrage die de minister van Onderwijs overweegt.

Voor de Maas w o r d t inbedding van de relevante onderzoeksactiviteiten in de in oprich-ting zijnde Internationale Maas Commissie (IMC) voorzien.

2.6 Onderzoek

De grootscheepse evacuatie van een deel van de bewoners in het rivierengebied heeft de noodzaak laten zien van actuele informatie omtrent de sterkte van de dijken. Er is behoefte aan een systeem dat dergelijke informatie kan leveren. De mogelijkheden hiervoor worden zo veel mogelijk in internationaal verband onderzocht.

Het hoogwater heeft tevens enkele onvolkomenheden in de voorspeilingsmodellen en de modellen voor het rivierbeheer van zowel Rijn als Maas aan het licht gebracht. Deze zullen eveneens in het kader van het Deltaplan Grote Rivieren worden aangepakt.

3 Organisatie

Voor w a t betreft de verantwoordelijkheid voor de afzonderlijke projecten w o r d t voor alle duidelijkheid het navolgende opgemerkt. Door de waterschappen worden de plannen van de dijkversterking in de eerste tranche voorbereid. Door de provincie, in casu gedeputeerde staten, worden deze plannen beoordeeld en vastgesteld. De t w e e d e tranche dijkversterkingsprojecten worden door de waterschappen voorbereid en vastgesteld. Deze plannen dienen door gedeputeerde staten te worden goedgekeurd. Voor de uitvoering van het Deltaplan Grote Rivieren is gekozen voor het behoud van de eigen verantwoordelijkheden van rijk, provincies en waterschappen. Het opstellen van de planning voor de uit te voeren werken gebeurt door de Landelijke Coördinatiecom-missie Dijkversterkingen (LCCD). In deze comCoördinatiecom-missie zijn provincies en waterschappen vertegenwoordigd en zijn het rijk en gemeenten waarnemer. De LCCD rapporteert aan de Stuurgroep Deltaplan Grote Rivieren waarvan de minister van Verkeer en Waterstaat voorzitter is. In de Stuurgroep zijn het rijk, provincies, waterschappen en gemeenten vertegenwoordigd. Binnen zowel het ministerie van Verkeer en Waterstaat, de

(8)

Ministerie van Verkeer en Waterstaat 8 Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat

cies en de waterschappen is de bewaking van de uitvoering van het Deltaplan opgeno-men in de bestaande (lijn-)organisatie. In tegenstelling tot hetgeen in het Deltaplan is vermeld, is dus voor de procesbewaking geen projectdirectie ingesteld.

De Toetsgroep, met als taak het op verzoek van waterschap of provincie beoordelen of het gedachtengoed van Boertien I op voldoende wijze in het versterkingsplan t o t

uitdrukking komt, zal in functie treden op het moment dat er een concrete vraag w o r d t gesteld aan deze Toetsgroep.

4 Kostenraming

4 . 1 Versterking primaire waterkeringen en hoogwatervrij' maken Dongemond

De basis voor de kostenraming voor de versterking van de primaire waterkeringen in het Deltaplan Grote Rivieren is de IPO/Unie planning van november 1 9 9 4 (brief van de minister van Verkeer en Waterstaat aan de voorzitter van de Vaste Commissie voor Verkeer en Waterstaat, dd 17 februari 1 9 9 5 , kenmerk HW/AK 190310). Deze planning is aangevuld met gegevens uit de financiële administratie van de Rijkswaterstaat. De kosten voor de aanleg van de stormvloedkering in de Nieuwe Waterweg zijn gebaseerd op de 10e voortgangsrapportage (brief van de minister van Verkeer en Waterstaat aan

de Voorzitter van de Vaste Commissie voor Verkeer en Waterstaat, dd 30 juni 1 9 9 5 , kenmerk HW/AK 1 9 8 7 3 7 ) . Een en ander is uitgewerkt in bijlage 1.

De kostenraming volgens bijlage 1 is in tabel 1 vergeleken met de kostenopgave uit het Deltaplan Grote Rivieren (rapport d.d. 13 februari 1 9 9 5 , blz. 2 1 , kosten dijkversterking, versnelde planning).

Tabel 1 Kostenverqeliikino versterking primaire waterkerinoen c a .

betrokken overheden rijk provincies waterschappen totaal Deltaplan . d.d. 13-2-1995 IS6H 1348 556 2872

huidige raming (bijlage 1)

984 1342 573 2899 verschil 16 -6 17 27 De grijs gemarkeerde kosten komen overeen met de som van de in tabel 4 gemarkeerde kosten.

De oorzaken van de verschillen tussen de huidige raming en de raming volgens het Deltaplan Grote Rivieren zijn als volgt te verklaren. In het Deltaplan Grote Rivieren is geen rekening gehouden met het hoogwatervrij maken van de Dongemond. Dit veroor-zaakt het totale verschil van 2 7 miljoen gulden (respectievelijk 16 miljoen meer voor het rijk en 11 miljoen guiden meer voor de provincies). Voor de Dongemond was dit bedrag na 2 0 0 0 op begrotingsartikel 2.35 gereserveerd. De benodigde financiën worden nu op begrotingsartikel 2 . 2 4 . 0 5 verantwoord. Vervolgens is er sprake van een verschuiving van 17 miljoen gulden van de provincies naar de waterschappen, omdat er in het Deltaplan Grote Rivieren van een onjuiste kostenverdeling provincies-waterschappen

(9)

van 73%-27% is uitgegaan in plaats van 72%-28%. De laatstgenoemde kostenverde-ling is wel correct. De kosten voor de provincies zijn daardoor in totaal 6 miljoen gulden minder, nl. plus 11 miljoen min 1 7 miljoen.

Met de provincies en de waterschappen is overleg gevoerd met betrekking tot de vergoeding van de extra rentelasten die met de versnelling van de dijkversterkingen samenhangen. Dit heeft geresulteerd in een voorstel aan de provincies om over de periode 1995-2004 26,1 miljoen gulden per jaar bij te dragen in de extra rentelasten. Het voorstel aan de waterschappen is om over deze periode jaarlijks 14,4 miljoen gulden bij te dragen. De Kamer is hierover geïnformeerd met de brief van 17 mei 1995 (kenmerk HW/AK 195763).

De waterschappen hebben dit voorstel geaccepteerd; de provincies tot op heden niet, zij hebben de minister van Verkeer en Waterstaat om nader overleg hierover verzocht. De vergoeding van de extra rentelasten aan de Waterschappen wordt op hoofdstuk XII (Verkeer en Waterstaat) van de rijksbegroting verantwoord. De vergoeding van de extra rentelasten aan de provincies loopt via het provinciefonds en valt daarom buiten de procedure "Controle Grote Projecten".

4.2 Aanleg kaden en verbreding/verdieping Maas

In het rapport van de commissie Boertien II waren de kosten voor de aanleg van kaden inclusief bijbehorende kwelwatervoorzieningen geraamd op 68 miljoen gulden (prijspeil 1994). Dit bedrag was gebaseerd op voorhanden zijnde plannen van de waterschappen voor aanleg en verbetering van kaden. In de plannen van de commisie Boertien II was uitgegaan van een veiligheidsniveau van 1/250 voor de door de kaden te beschermen gebieden, nadat de waterstandsverlagende rivierkundige werken zouden zijn uitgevoerd. Voor de huidige plannen zijn in de afgelopen periode in samenspraak tussen provincie en waterschappen criteria ontwikkeld voor het opstellen van concept-kadeplannen. Met name de door deze overheden geformuleerde eis dat de kaden een basisbescherming van 1/50 moeten garanderen voor de aanvang van de rivierkundige werken, werkt kos-tenverhogend. Daar zonder bijdrage van het rijk de kaden niet op korte termijn door de waterschappen kunnen worden gerealiseerd, heeft de minister van Verkeer en Water-staat een maximale bijdrage van 155 miljoen toegezegd. De Tweede Kamer is met de brief van 21 juni 1995 (TK, 1994/1995, 18 106, nr 59) over deze toezegging geïnfor-meerd.

Met de verbreding/verdieping van de Maas zijn hoge kosten gemoeid. Daar staan

opbrengsten uit de verkoop van zand, grind en klei tegenover. Omdat deze opbrengsten sterk afhankelijk zijn van factoren als marktsituatie, aankoopkosten van gronden en eventuele vervuiling van de klei, zijn de opbrengsten van de vrijkomende hoeveelheden grind, zand en klei ook een belangrijke maat voor het financiële risico. De Commissie Boertien II ging er van uit dat deze werken mogelijk kosten-neutraal uitgevoerd konden worden. Bezien zal worden of dit bij de huidige versnelling nog haalbaar is. Hoe de versnelde verbreding/verdieping van de Maas uitwerkt in de verhouding tussen kosten en opbrengsten, is dan ook een punt van onderzoek.

(10)

Ministerie van Verkeer en Waterstaat 10 Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat

Uit het voorafgaande zal duidelijk zijn dat de projecten Zandmaas en Grensmaas samenhangen. Naast het het genoemde onderzoek vergt dit nader overleg tussen het rijk en de provincie Limburg

Voor de uitvoering van het Zandmaas-project is Rijkswaterstaat als rivierbeheerder verantwoordelijk. Gezien de omvang, de risico's en de noodzaak t o t het maken van nadere afspraken tussen het rijk en de provincie Limburg zal het project Zandmaas gefa-seerd worden aangepakt. In de eerste (voorbereidings)fase, die waarschijnlijk de periode 1 9 9 5 - 1 9 9 7 omvat, zal de MER/tracéstudie worden uitgevoerd. Tevens w o r d t onder bepaalde voorwaarden een deel van het tracé, waar dat,zonder problemen mogelijk lijkt, al enigszins verdiept. Dit levert dan al op korte termijn een waterstandsdaling op en biedt tevens de mogelijkheid van praktijkonderzoek.

De kosten van de eerste (voorbereidings)fase van het Zandmaas-project w o r d e n geraamd op:

1995 f 25 min 1996 f 20 min totaal f 45 min

Met deze kosten was in het Deltaplan Grote Rivieren nog geen rekening gehouden. Gezien de samenhang tussen de projecten Grensmaas en Zandmaas zijn, afgezien van de kosten van de eerste (voorbereidings)fasa van de Zandmaas ad 45 miljoen gulden, de kostenraming voor de verbreding/verdieping Maas thans nog pro memorie.

4 . 3 Aanleg kaden langs Rijksweg A 2

De kosten voor de aanleg van de kaden langs de A 2 (totaal 5 miijoen gulden) worden op het infrastructuurfonds verantwoord. De aanleg van de kaden komen in de voort-gangsrapportages over het Deltaplan Grote Rivieren daarom alleen inhoudelijk aan de orde.

4.4 Onderzoek

De producten van de in par. 2.6 genoemde acties en een eerste schatting van de daarmee gemoeide kosten zijn, deels vooruitlopend op het internationale overleg ter zake, in tabel 2 weergegeven. In het Deltaplan Grote Rivieren zijn deze acties slechts ais aandachtspunt genoemd, aangezien toen nog geen kosten konden worden vermeld.

(11)

Tabel 2 Kostenraming overioe acties (H XII, bedragen in Mf)

product

verbeterde voorspellings- en rivierbeheermodellen Rijn en Maas effecten grootschalige ingrepen en klimaatveranderingen met oplos-I singsricfitingen: feasibility informatiesysteem actuele sterkte dijken | totaal gereed in 1998 2000 kosten 3 7 10

4.5 Samenvattende raming Deltaplan Grote Rivieren'

Kosten van het rijk

In verband met het besluit van de Kamer om het Deltaplan Grote Rivieren als groot project aan te wijzen, worden de uitgaven in dit kader zo veel mogelijk verantwoord op één nieuw begrotingsartikel 2.24, genaamd Deltaplan Grote Rivieren en Deltaplan Kust. Dit komt met ingang van 1996 in de plaats van het huidige begrotingsartikel 2.16, versterking primaire waterkeringen. !n de navolgende tabel 3 is de verdeling van het nieuwe begrotingsartikel naar begrotings-onderdelen aangegeven, alsmede de conversie van artikel 2.16 naar artikel 2.24.

Tabel 3 Conversiematrix begrotingsartikelen

nieuwe begrotings-artikel 2.24 2.24.01 2.24.02 2.24.03 2.24.04 2.24.05 2.23.06 2.24.07 oude begrotingsartikel 2.16 01 02 03 04 05 Toelichting

Aanvullende werken SVKW (bijdragen) Aanvullende werken SVKW (rijk)

Versterking overige primaire waterkeringen (bijdragen) Versterking overige primaire waterkeringen (rijk) nieuw: Bijdragen Deltaplan Grote Rivieren nieuw: VerbredingWerdieping Maas Overige kosten Deltaplan Grote Rivieren

Reeds lopende activiteiten worden in 1995 nog op begrotingsartikel 2.16 verantwoord; nieuwe activiteiten worden reeds op'het nieuwe begrotingsartikel 2.24 geboekt. Voor de artikelsgewijze toelichting, zoals opgenomen in de begroting voor 1 996, wordt verwezen naar bijlage 2. Opgemerkt wordt dat de uitgaven voor de stormvloedkering in de Nieuwe Waterweg (SVKW) op begrotingsartikel 2.15 verantwoord zullen blijven. In de voorafgaande paragraven zijn de kosten van het rijk in het kader van het Deltaplan Grote Rivieren beschreven. In de navolgende tabel 4 zijn deze samengevat.

(12)

Ministerie van Verkeer en Waterstaat 1 2 Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat

Tabel 4. Kostenraming riik (H XII, bedragen in M^)

begrotingsartikel nr. (nieuw)

begrotingsartikel naam sn onderwerp ("resultaat") t/m 2000 na 2000 totaal

2.15 Stormvloedkering in de Nieuwe Waterweg (SVKW) 236 236

2.24.01 2.24.02 2.24.03 2.24.04 2.24.05 2.24.06 2.24.07

Aanvullende werken SVKW (bijdragen) Aanvullende werken SVKW (riik)

Versterking overige primaire waterkeringen (biidraoen) Resterende werken langs de kust waterschappen Overige werken beneaenrivierengebied waterschappen subtotaal

Versterking overige primaire waterkeringen (riik) Resterende werken langs de kust rijk

Overige werken benedenrivierengebied rijk Werken grote rivieren/IJsselmeer rijk subtotaal

Biidraoen Deltaplan Grote Rivieren Hoogwatervrij maken Dongemond (rijk) Bijdrage extra rentelasten waterschappen Bijdrage maaskaden Limburg

subtotaal

VerbredingWerdieoing Maas

Overige kosten Deltaplan grote Rivieren

Overige kosten verst, primaire waterk. (ex 2.16.05) Nieuw onderzoek volgens par. 3.4 en 5.3

subtotaal 233 3 * 50 4© 96 as

m

téz 25:7 17 86 155 25S pm/45 | 25 28 53 pm 273 119 50 96 85 10 162 257 17 144 155 316 pm/45 15

12

25 2.24 totaal 1.045 86 1.131 Totaal 1.281 86 De som van de grijs gemarkeerde kosten is f 968 miljoen. Dit correspondeert met het gemarkeerde bedrag in

1.367 tabel 1.

De ramingen uit tabel 4 hebben als loon- en prijspeil de navolgende data: -begrotingsartikel 2.15: 1 juli 1995;

-begrotingsartikel 2.24.01 en 2.24.02: 1 januari 1995; - begrotingsartikel 2.24.03 en 2.24.04: 1 juli 1 994.

Voor de ontwikkeling van lonen en prijzen voor de begrotingsartikelen 2.24.01, 2.24.03 en 2.24.04 zal worden uitgegaan van de ontwikkeling in de GWW-sector. Uitgaande van de totaal benodigde financiën zoals weergegeven in tabel 4 en de voorhanden zijnde gegevens voor de planning van de uitgaven, zijn in tabel 5 de jaarlijks benodigde financiën vermeld.

(13)

Tabel 5 Jaarliiks benodiade financiën riik fH XII. bedraoen in Mf) begrotingsartikel nr. (nieuw) 2.15 2.24.01 2.24.02 2.24.03 2.24.04 2.24.05 2.24.06 24.07 Totaal 1995 97 30 5 23 28 173 25 ' 6 387 1996 44 57 6 16 31 17 20 7 198 1997 95 44 14 53 17 pm 3 231 1993 41 10 24 53 17 pm 3 148 1999 47 35 18 50 17 pm 3 170 2000 54 35 1 37 17 pm 3 147 totaal t/m 2000 236 273 91 96 257 257 pm/45 25 1.280 totaal na 2000 28 58 pm 86 totaal 236 273 119 96 257 316 pm/45 25 1.367

Totale kosten Deltaplan Grote Rivieren

In tabel 6 zijn de totale kosten van het Deltaplan Grote Rivieren en de verdeling over de betrokken overheden weergegeven.

Tabel 6 Overzicht kosten Deltaplan Grote Rivieren

betrokken overheden rijk (H XII) provincies waterschappen totaal kosten 1.367 1.341 573 3.281 bron tabel 4 bijiage 1 bijlage 1

(14)

KssisfL'^iu'jifljïsxsis'isinaJMüüülfS-VïïïiïülüyinufiüJiiiL

cateijoriü

rusturando wurkun lanrjs do kusi w a l u r s c l i a p p e n resicron-du w o r k e n lanrjs resicron-du kust lijk

w u i k e n u ' . rivluran/IJssolmoor w a l o r s c h a p p u n w u r k e n r j ' . rivioron/IJssolniüar iljk z w a k k e plukkun banodenrivieronuohiod aartvullunda dijkvuisloikliinen S V K W Europooukerina ovarirja w o r k a n llanodanrivioranrjobiud w a i u r s c h a p p u n ovaiiQu w o r k a n hanudenriviarenuohiod rijk

ouorluu k o s l u n vutsluikinu priinairo waiorkorinijon sioimvloodkorinQ in da Niuuwo W a l u r w u i j hooijwalorvril m a k u n D o n u o m o n d IQiaal liron (11 ( I I I I I I I I ( I I (21 (11 ( I I ( I I 121 (31 (•11 % BV 1 0 0 1 0 0 11/ U7 1 0 0 117 1 0 0 1 0 0 1 0 0 (iO aanduid rijk liudrun lm/1 5 0 Ü!) 1G2 3 2 7 0 9 1 '16 10 16 2 3 l i I f i 9114 (niunw) llUI|l. UU 0 2 . 2 - 1 . 0 3 0 2 . 2 - 1 . 0 ' ! 0 2 . 2 4 0 1 0 2 . 2 4 . O I O I . 2 4 ( I I 0 2 . 2 - 1 . 0 2 0 2 . 2 - 1 . 0 3 0 2 2 1 . 0 1 0 2 . 2 - 1 . 0 / 0 2 . 1 6 0 2 . 2 1 0!) UUItl % II '10 * • l'VllldliS liudrai.i l m / l 1 3 3 0 1 1 1 3 1 1 uundi •;; :ül w a l 13 211 I I 13 13 u l b i : l l i i p p i : l k l i u d f i i i | ( m / l / ! ) l / ! i / 3 1 0 0 IOO 101) IOt> 1 0 0 1 0 0 IOO 1 0 0 IOO IOO IOO IOO l i t : i t i . i i | l m / l ! i / II'i 1 111/ 1112 31 I U I !i.i IO l!l 23li il 2 Uil tl llionnun:

(1) IPO -planninu van novuinlior 1 9 9 1 (liriul aan du voni/litur uun du Vustu Cniitniissiu van Vi.-ikuui un W a m i M . i a i van du I w u u d u k a n i u i . .dl | / ruhfii.ui l'.IUli. kunmuik I I W / A K I ' I O J I O I ( 2 | finunciulu mlmliilslriitlu ( I W S

(3) 1 0 a vyr S V K W (briuf a a n do v o o i z i l l u i van du Vusio Cnmniisslu van Vuikuui uu W a l u m a a i van du lwui:du k.imiu. dd 3 0 pint I !J !i ü. kuniiiuik I I W / A K U J I I / 3 / I (4) Opnavu H W S diroutie N o o r d U r a l i a n l

Toollchtinrj:

1- Voor tuulichtinQ op liet (niouwel buuroiinnsaiiikul 2 . 2 4 : ziu p a i . 6.4 uu liijludu 2 .

2- Voor subsWIiowafken badr&uen du inüiiucto Ivooibuiuidlnusikoslun uuinuliluld unnuvüui l i i % van du diiucn: kubiun van uiivtiurinu. I>n >•- I 3 % van du unalu kuah-u

(15)

BIJLAGE 2 Artikelsgewijze toelichting begrotingsartikel 02.24:

Deltaplan Grote Rivieren en -Kust.

Het re voeren beleid en de grondslag van het begrotingsartikel

Naar aanleiding van de bedreiging en wateroverlast ten gevolge van extreem hoge watergolven op de Rijn en de Maas in januari/februari 1995 heeft het Kabinet besloten tot een drastische versnelling van de bestaande plannen voor ri-vierdijkversterkingen langs de bedijkte grote rivieren. De meest urgente werken zullen in 1995, met een uitloop naar 1996, worden aangepakt. Uitgangspunt bij de dijkversterkingen blijven de aanbevelingen die door de commissie Boertien I voor de versterking van de rivierdijken zijn opgesteld.

Tevens heeft het Kabinet besloten om de plannen ter beperking van de wateroverlast langs de onbedijkte Maas in Limburg, conform de aanbevelingen van de commissie Boertien II, te versnellen. Om de kans op overstroming van het Maasdal terug te dringen zal de Maas in noord- en midden Limburg worden verdiept en zal de Grensmaas - in combinatie met natuurontwikkeling - worden verbreed. Daarnaast zullen voor de bescherming van woonkernen in 1995 en 1996 kaden worden aangelegd.

Voor zowel de versnelling van de rivierdijkversterkingen, die grotendeels door de waterschappen worden uitgevoerd als de versnelde uitvoering van de aanbevelingen van Boertien II heeft het Kabinet zich verantwoordelijk gesteld. Teneinde de uitvoering van het Deltaplan nauwlettend te volgen heeft de Tweede Kamer de procedure "Controle Grote Projecten" op dit plan van toepassing verklaard. Naar aanleiding hiervan is besloten om het gehele Deltapian Grote Rivieren zoveel mogelijk op één nieuw artikel te verantwoorden.

Opgemerkt wordt dat bovengenoemd Kabinetsbeleid is vastgelegd in het Deltapian Grote Rivieren (TK 1994-1995, 18 106, nr. 54). Tot dit plan behoren niet alleen de rivierdijkversterkingen, maar ook de de versterkingen in het kader van de Deltawet van 1953 (het oorspronkelijke Deltaplan (Kust); omvat de resterende werken langs de kust en de

dijkversterkingen in het benedenrivierengebied). Dit impliceert dat artikel 2.1 6 onder versnelling t/m het jaar 2000 in zijn geheel opgaat in het nieuwe begrotingsartikel 2.24: begrotingsartikelen 2.16.01 t/m 2.16.04 worden 2.24.01 t/m 2.24.04; begrotingsartikel 2.16.05 gaat over in begrotinsgartikel 2.24.07. Op de begrotingsartikelen 2.24.05 en 2.24.06 worden respectievelijk nieuwe bijdragen en eigen werken van het rijk verantwoord die uit het Deltaplan Grote Rivieren voortvloeien. De realisatie van de stormvloedkering in de Nieuwe Waterweg blijft op een apan begrotingsartikel (2.1 5) verantwoord.

De onderverdeling in begrotingsartikel-onderdelen

02.24.01 Aanvullende werken stormvloedkering in de Nieuwe Waterweg (bijdragen) Het betreft bijdragen van het rijk aan de waterschappen, die de werken uitvoeren. Deze werken zijn als volgt onder te verdelen:

Zwakke plekken benedenrivierengebied

Dit omvat de afronding van de meest urgente werken in het benedenrivierengebied. Hierbij is nog het Waterschap IJsselmonde betrokken.

Aanvullende werken stormvloedkering in de Nieuwe Waterweg.

Hiertoe behoren werken in het benedenrivierengebied van Zuid-Holland en betreft werken van de Waterschappen Alblasserwaard en Vijfheerenlanden, de Krimpenerwaard, de Groote Waard en Delfland.

02.24.02 Aanvullende werken stormvloedkering in de Nieuwe Waterweg (Rijk)

In dit begrotingsartikel-onderdeel wordt voorlopig slechts één aanvullend werk onderscheiden: Europoortkering.

De Europoortkering omvat de waterkering die de stormvloedkering in de Nieuwe Waterweg met de Brielse Maasdijk verbindt en bestaat uit de waterkering op de landtong Roozenburg, de aansluitende kering door het Europoortgebied en de bouw van de Hartelkering. Daarbij inbegrepen is de noodzake-lijke verhoging van de Brielse Maasdijk zelf.

In de brief van 29 juni 1990 van de minister van Verkeer en Waterstaat aan de voorzitter van de Tweede Kamer (TK 1989-1990, 20317, nr. 15) is aangegeven dat de realisatie van de gekozen variant voor de Europoortkering, het zogenaamde korte tracé, het mogelijk maakt om de Beerdam te doorgraven. Door deze doorgraving wordt de binnenvaartverbinding tussen de Maasvlakte en het achterland verbeterd. Beide projecten zijn dus gekoppeld. De Beerdam kan-worden doorgraven nadat

(16)

Ministerie van Verkeer en Waterstaat 16 Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat

de de Europoortkering in '96 is gerealiseerd . Ter zake is een overeenkomst met gemeente Rotterdam gesloten (Se voortgangsrapportage SVKW, roegezonden met brief HW7AK 179236 dd 16 mei 1994) 02.24.03 Versterking overige primaire waterkeringen (bijdragen)

De gelden op dit begrotingsartikel-onderdeel betreffen:

Resterende versterkingswerken langs de kust, o.a. Terschelling en Harlingen. Overige versterkingswerken benedenrivierengebied (derden).

Het gaat hier om versterking van de waterkering in Noord-Brabant (deltagebied) en betreft het Water-schap West-Brabant en de gemeente Oosterhout. Voorts behoren hiertoe enige werken in het bene-denrivierengebied van Zuid-Holland die gestart zijn vóór het besluit over de aanleg van de storm-vloedkering in de Nieuwe Waterweg. Betrokken waterschappen zijn: de Albiasserwaard en Vijf-heerenlanden en IJsselmonde. ,

02.24.04 Versterking overige primaire waterkeringen (Rijk) Deze werken zijn als volgt onder te verdelen:

Resterende versterkingswerken langs de kust (Rijk).

Dit omvat de sluizen en sluiseilanden te Umuiden en de dijkversterking van Vlieland. Overige versterkingswerken benedenrivierengebied (Rijk).

Hiertoe behoort alleen de versterking van de waterkeringen langs het Wilhelminakanaal.

Versterkingswerken grote rivieren (Rijk). In het rivierengebied is een aantal dijkvakken in beheer bij het Rijk. Deze komen voor in de provincies Gelderland en Noord-Brabant. Na versterking wordt het merendeel van de betreffende dijkvakken overgedragen aan daarvoor in aanmerking komende waterschappen, conform "Brokx-nat".

2.24.05 Bijdragen Deltaplan Grote Rivieren

Op dit begrotingsartikel-onderdeel worden verantwoord de bijdragen aan de waterschappen :n de extra rentelasten in verband met de versnelling van de dijkversterkingen, alsmede de toegezegde bijdrage aan de realisatie van de kaden in Limburg.

Tevens worden op dit begrotingsartikel-onderdeel verantwoord de rijksbijdrage in het hoogwatervrij maken van de Oongemond. Het betreft hier een oude toezegging die na 2000 op begroptingsartikel 2.35 was ingepland. Realisatie in het kader van het Deltaplan Grote Rivieren is echter essentieel, omdat anders de dijkring niet gesloten en de beoogde veiligheid niet in 2000 kan worden bereikt.

2.24.06 Verbreding/verdieping Maas

Om de gevolgen van de kans op overstroming van het Maasdal terug te dringen zal conform de aanbevelingen van Boertien II de Maas in noord- en midden Limburg worden verdiept (Zandmaas) en zal de Grensmaas - in combinatie met natuurontwikkeling - worden verbreed. Op dit begrotingsartikel-onderdeel zullen de door het Rijk in dit kader te maken kosten worden verantwoord.

02.24.07 Overige kosten Deltaplan Grote Rivieren

Dit betreft uitgaven die samenhangen met de uitvoering van de werken, zoals:

schadeloosstelling en overige uitgaven krachtens artikel 8 van de Deltawet van ?? ;

aanpassing van gemalen en andere werken die door de veranderde waterstand ten gevolge van het uitvoeren van de Deltawet van ?? noodzakelijk zijn.

De kosten voor onderzoek en advies ten behoeve van de versterkingswerken (voornamelijk in het kader van de Technische Adviescommissie voor de Waterkeringen).

Bijstand aan andere overheden zoals omschreven in het Deltaplan Grote Rivieren??. Het realiseren van stroomgebiedmodellen

Volume- en prestatiegegevens en IbegrotingsSkengetallen

In de onderstaande tabel staan enkeie gegevens van de nog te versterken primaire waterkeringen. Deze zijn afkomstig van de planning van de provincies en de waterschappen dd november 1994 en aangepast overeenkomstig de doelstellingen van het Deltaplan Grote Rivieren.

(17)

s x u q o n a 3 * l ( t q e o i « a t u i t Q a i t j q e & a a M n e d o ' i n w w e f l 30v«nfiviersn Jw'SMimter : . J . n0ogv«4t*rvfit<TiaK0n Oongemono n j o r o t u l T o a j i s c n s t r a e i nt« d i ' 0 « n ••'Ik d«ra«n " i « deroen " i » aereon OefOen 11K aeroen 'im - waan 3looata l«nate orrniaire w e t e n e * nng ;xml :oo soo 3 0 S70 55 8 3 5 3 0 " 0 3 2 5 2 1 7 5 2 5 0 0 l e n g » resterenae w o r i o n I k m i 2 3 :o 3 0 : 0 2 SS 4 7 0 : : 0 3 5 7 0 0 7 9 5 kasten f e s l e ' e n . ae w e r x e n \mt) : ' 9 6 - 2 0 0 0 1 5 0 4 0 2 7 0 2 1 0 1 1 0 5 0 - • 16 5 0 0 266 7 5 6 oereea in 1 9 9 9 1 9 9 9 2 0 0 0 2 0 0 0 2 0 0 0 2 0 0 0 2 0 0 0 2 0 0 0 2 0 0 0 H XII 0 2 . 2 4 . 0 4 0 2 . 2 4 . 0 3 0 2 . : s 0 2 . 2 4 . 0 2 0 2 . 2 4 . 0 1 0 2 . 2 4 , 0 4 0 2 . 2 4 , 0 4 0 2 . 2 4 . C S

*) Versterking dijken waterschap Fleverwaard door het Rijk op basis van het convenant Rijk-provincis Flevoland.

Cytaty

Powiązane dokumenty

Komeński jako duchowny Jednoty czeskiej, pielęgnującej gorliwie postępowe tradycje taborytów, stał od młodości blisko wspomnianych dążeń i poglądów

Wiel­ ka szkoda, że często pomija się nazwę pracowni, bo właśnie tam efekt końcowy jest współtworzony w stopniu równym do samego etapu jego graficznego kom­ ponowania.. Obecnie

‘Building with nature’: the new Dutch approach to coastal and river works de Vriend, van Koningsveld and

In conclusion, we have determined the strain field inside small Ge hut clusters on Si s001d by performing model cal- culations using kinematic theory to simulate the measured

Wywiązując się z zadania przesłania zobowiązanemu upomnienia, wierzyciel uświadamia go o konsekwencjach niezrealizowania obowiąz- ku. Upomnienie zaś nie ma za zadanie

[r]

Marcin Molenda Walory turystyczne jako czynnik rozwoju lokalnego gminy

Other than for strictly personal use, it is not permitted to download, forward or distribute the text or part of it, without the consent of the author(s) and/or copyright