• Nie Znaleziono Wyników

Asbest: De vervanging van het magische materiaal

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Asbest: De vervanging van het magische materiaal"

Copied!
81
0
0

Pełen tekst

(1)
(2)

n C .... NO -..jO) N . .ö 1iIiIiIillllllillllllilllllltl!lillillillll!lIlliii!lIlllIliilillliillll 111111111111111111111111111111111111111."1111111111111 ;1111111111.1111'11 iJ!l111l11l1l1l1l1l Illilil I 1111i illill I 11111 111 illUilll!!i JlIIIIIIIIIII . 11 11.111111111111111111111111111111"11111lil 1111111111111 11111111111'1111 11 111" 1

VERVALLEN

ASBEST, DE VERVANGING VAN HET MAGISCHE MATERIAAL

10934 BIBLIOTHEEK TU Delft p 2154 5094

IIIUIIII~III~

C 890207

---',

(3)

ASBEST, DE VERVANGING VAN HET MAGISCHE MATERIAAL

Verslag van het symposium, gehouden op 3 september 1985 in de Aula van de Technische Hogeschool te Delft

Samenstellers:

Paul Swuste Lex Burdorf Leen van Vliet

(4)

Uitgegeven door:

Delftse Universitaire Pers Mijnbouwplein 11

2628 R T Delft

telefoon: (015) 78 32 54

In opdracht van:

Vakgroep Veiligheidskunde

Onderafdeling der Wijsbegeerte & Maatschappijwetenschappen

Technische Hogeschool Delft Kanaalweg 2B

2628 EB Delft

telefoon: (015) 78 14 77

CIP-gegevens Koninklijke Bibliotheek, Den Haag Asbest

Asbest, de vervanging van het magische materiaal: verslag van het gelijknamige symposium, gehouden op 3 september 1985 te Delft / (red. Paul Swuste ••• et al.). Delft: Delftse Universitaire Pers. -Ill. Uitg. in opdracht van de Technische Hogeschool Delft, Afdeling

der Wijsbegeerte en Maatschappijwetenschappen, Vakgroep

Veiligheidskunde. - Met lito opg. ISBN 90-6275-224-1

SISO 670.1 UDC 691.276

Trefw. : asbest; symposiumverslagen / vezelige mineralen. Foto omslag: Rijksmuseum Geologie en Mineralogie, Leiden

Copyright © 1985 by Vakgroep Veiligheidskunde, Delft

No part of this book may be reproduced in any form by print, photoprint, microfilm or any other means without written permission from the publisher: Delft University Press, Delft, The Netherlands

(5)

- 5

-Inhoudsopgave

Het symposium

Inleiding

Asbest; een veiligheidskundige benadering dr.ir. L.H.J. Goossens

Het overheidsbeleid inzake asbest ir. E. Rombouts

Een voorbeeld van asbestvervanging; asbestvrije remvoeringen ir. D.A. Visser

As-best of slecht. Ervaringen van een werknemer

uit de asbest~ndustrie

dhr. J. de Waal

De geschiedenis van de asbestproblematiek in Nederland drs. P.H.J.J. Swuste Discussie Asbesttentoonstelling 7 9 15 25

45

51

57

69 81

(6)

7

-Het symposium

Voor u ligt het verslag van het symposium "Asbest, de vervanging van het magische materiaal". Het symposium is georganiseerd door de Vakgroep Veiligheidskunde (THD) en gehouden op 3 september

1985 in de Aula van de Technische Hogeschool te Delft.

Ruim 200 genodigden hebben het symposium bijgewoond, afkomstig uit diverse geledingen zoals: (ex)werknemers uit de asbestindustrie, buurtbewoners, vertegenwoordigers van vakbonden, milieu-organisa-ties, verschillende overheidsinstanmilieu-organisa-ties, vertegenwoordigers van de asbestverwerkende en asbestvervangende industrie, alsmede de pers. Tijdens het symposium is een asbesttentoonstelling officieel geopend door ir. E. Rombouts, directeur Veiligheid van het Directoraat-Generaal van de Arbeid, dr. ir. L.H.J. Goossens, voorzitter van het symposium en C. Disselen, samenstelster van de tentoonstelling. Deze tentoonstelling geeft een overzicht van de asbestproblematiek in Nederland.

De tweede speciale activiteit tijdens het symposium was de vertoning van een verkorte versie van de film "Alice, a fight for life". De film "Alice" is door Yorkshire Television vervaardigd en in 1982 uitgezonden op de Britse televisie. Deze film heeft in Groot-Brittannië en daarbuiten veel stof doen opwaaien.

Naast de film en de tentoonstelling was in de pauze gelegenheid de diverse stands te bezichtigen.

(7)

Veiligheids 8 Veiligheids

-kunde presenteerden informatiemateriaal en onderzoeksresultaten. Ook waren een aantal asbest vervangende produkten te zien, zoals: remvoeringen, koord, plaatmateriaal, pakkingen, koppelingsplaten, isolatiemateriaal en expansiestukken. De stands zijn verzorgd door de volgende bedrijven:

Profiltra BV, Amsterdam Rockwool Lapinus B V, Roermond H.K. Porter Company Inc., Klazinaveen Rekos Almelo BV, Almelo

De voorbereiding en de organisatie van het symposium en symposiumverslag was mogelijk door de actieve inzet van:

Marry van Ommen, Vakgroep Veiligheidskunde TH Delft Jeanine Liebrand, Voorlichtingsdienst TH Delft

Karin Disselen, Vakgroep Arbeid en Organisatiepsychologie RU Leiden

Anneke Oosterom, Onderafdeling Wijsbegeerte en Maatschap-pijwetenschappen TH Delft

Sjaan v.d. Werff, Onderafdeling Wijsbegeerte en Maatschap-pijwetenschappen TH Delft Sandra Snoek, Wolter Kaper, Mädeli Hennekam, Marian Kole, Andrew Hale, John Stoop,

Vakgroep Veiligheidskunde TH Delft Asbestafvalgroep

Asbestafvalgroep Asbestafvalgroep

Vakgroep Veiligheidskunde TH Delft Vakgroep Veiligheidskunde TH Delft

De grote belangstelling en de actieve betrokkenheid van de aan-wezigen hebben dit symposium tot een succes gemaakt.

De samenstellers Delft, oktober 1985

(8)

9

-Inleiding

Asbest is een van oudsher bekende stof die over een aantal bijzondere eigenschappen beschikt zoals hittebestendigheid en

slijt-vastheid. Asbest wordt op grote schaal in produktieprocessen

gebruikt en in vele produkten toegepast.

In het begin van deze eeuw werden de gevolgen van beroepsmatige

blootstelling aan asbest langzamerhand duidelijk. Het stijgende

gebruik van asbest werd daarna begeleid door een groeiende stroom publicaties, waarin op de schadelijke gevolgen van dit gebruik werd gewezen.

Tot op de dag van vandaag komt asbest(houdend materiaal) nog veelvuldig voor, zowel in als buiten het bedrijf.

Het belangrijkste doel van het symposium was de asbestproblematiek in Nederland opnieuw in de belangstelling te plaatsen. De

gezond-heidsgevaren van asbest dreigen nog steeds onderschat te worden.

Het vermeende verschil in gezondheidsgevaren van de diverse asbestsoorten is hier mede debet aan. Dit verschil komt ook tot uitdrukking in het beleid van de Nederlandse overheid ten aanzien van asbest.

Een andere aanleiding ligt in de nog geringe bekendheid van vervan-gende materialen voor asbesthoudende produkten.

"De weg is nu open voor een nieuw materiaal, 'slag-woo!', dat met asbest kan concurreren. Hoewel asbest voor technische toepassingen

(9)

10

-steeds meer in de smaak valt, is het een duur materiaal. Slag-wool, ofwel gesponnen glas, is in Amerika bekend onder de naam

'mineral-woo1' en in Groot-Brittannië als 'silicate cotton'. De isolerende

eigenschappen en de onverwoestbaarheid van silicate cotton maken

dit materiaal tot een uitstekende niet-geleider. Dit, terwijl de

produktiekosten aanzienlijk lager liggen dan die van asbest" (vrij vertaald naar Jones, 1890). Deze aandacht voor de vervanging van asbest is afkomstig uit de tijd dat de asbestindustrie nog in de kinderschoenen stond. Nu 95 jaar later is er een grote diversiteit aan

materialen die asbest kunnen vervangen. Vervanging, die zeer

gewenst is gezien de gezondheidsgevaren van het minerale asbest.

De gezondheidsgevaren van asbest kunnen licht worden onderschat, omdat deze zich pas twintig tot veertig jaar na de eerste bloot-stelling aan asbest openbaren.

De situaties waarin blootstelling aan asbest optreedt, worden niet

altijd onderkend. Het is veelal onduidelijk of produkten of

materialen al dan niet asbesthoudend zijn.

"Slag-wool kan door haar korte fijne vezels door de huid dringen en daar irritaties veroorzaken. De kleine lichte vezels zweven in de

lucht. Ze kunnen in de longen en ogen dringen en zo een bron van

onheil worden" (vrij vertaald naar Jones, 1890). Ook voor de

moderne vervangingsmiddelen geldt deze waarschuwing.

Fabri-kanten van asbesthoudende produkten zullen bij de vervanging van asbest het paard dan ook niet achter de wagen moeten spannen. Voor asbestvezels is het moeilijk exacte kritische vezelafmetingen te geven die verantwoordelijk zijn voor het carcinogene effect. De bovengrens van de vezelafmetingen wordt beperkt door de

inhaleer-baarheid van de vezel. In het onderste deel van de luchtwegen zijn

vezels aangetroffen met een diameter tot 3 micrometer en een lengte tot 200 micrometer (Umweltbundesamt, 1980). Een micro-meter is één miljoenste micro-meter. Verwacht kan worden dat vezels met een diameter kleiner of gelijk aan 3 micrometer kankerverwekkend

zijn. Dergelijke afmetingen bezitten bijvoorbeeld ook de

(10)

11

-ruimtevaartindustrie en de filterindustrie (Rood e.a., 1985). Vezel-versterkte materialen van biologische inerte aard zullen veiligheids-halve een minimale vezeldiameter ruim boven de 3 micrometer moeten hebben.

Daarnaast kunnen potentiële vervangingsmiddelen voor asbest, zoals vermiculiet, asbest bevatten. Asbestgerelateerde vormen van kanker zijn gesignaleerd onder werknemers in vermiculiet mijnen (Amandus e.a., 1985). Voor werknemers betrokken bij de overslag van vermiculiet of vermiculiet verwerkende bedrijven is eveneens een potentieel risico te verwachten.

Een belangrijk asbestprobleem vormt de sloop en reparatie van asbesthoudende materialen in gebouwen, industriecomplexen en schepen. Zoals uit de discussie tijdens het symposium bleek, lijken de vereiste maatregelen op papier kloppend. De praktijk van de sloop of reparatie is echter anders. Naast een zorgvuldige voor-lichting over de gezondheidsgevaren en de te nemen voorzorgsmaat-regelen, is toezicht op deze werkzaamheden gewenst. Een tweetal andere çonclusies kunnen worden getrokken uit de discussie; het aantal instituten gespecialiseerd in kwalitatieve en kwantitatieve asbestmetingen behoeft uitbreiding; van de overheid mag verwacht worden dat zij een actief stimuleringsbeleid gaat voeren voor veilige asbestvervangende materialen.

De letterlijke tekst van de voordrachten zijn in dit verslag opgenomen. Het symposiumverslag valt onder de verantwoorde-lijkheid van de Vakgroep Veiligheidskunde. De verantwoordelijkheid van de voordrachten ligt echter bij de afzonderlijke auteurs.

(11)

12

-Referenties

Amandus, H.E., R. Wheeler, B. Armstrong, A.D. McDonald, J.C. McDonald, P. Sebastien. Mortality of vermiculite miners exposed to tremolite. Sixth International Symposium on Inhaled Particles. British Occupational Hygiene Society. Cambridge 2-6 september 1985

Jones, R. Asbestos, its properties, occurrence and uses. Crosby Lockwood and Son, Londen 1890

Rood, A.P. en R.R. Streeter. Comparison of the size distribution of occupational asbest os and man-made mineral fibres determined by transmission electron microscope. Sixth International Symposium on Inhaled Particles. British Occupational Hygiene Society. Cambridge 2-6 september 1985

Umweltbundesamt Luftqualitätskriterien Umweltbelastung durch Asbest und andere faserige Feinstäube. Berichte 7/80. Schmidt Verlag Berlin, 1980

(12)
(13)

lij.

(14)

- 15

-Asbest; een veiligheidskundige benadering Dr.Ir. L.H.J. Goossens

Wetenschappelijk hoofdmedewerker Vakgroep Veiligheidskunde TH Delft

U zult zich misschien afvragen waarom de vakgroep Veiligheids-kunde als organisator van het symposium "Asbest, de vervanging van het magische materiaal" zich bezighoudt met asbest en de vervan-ging ervan. En hoe we dat doen.

De vakgroep heeft in haar wetenschappelijke vaandel staan dat een gedegen analyse van een veiligheidprobleem gevolgd moet worden door een evaluatie van de mogelijke oplossingen. Zo'n veiligheids-kundige evaluatie vindt plaats zowel op basis van de mate van bevordering van de veiligheid zelf als op de haalbaarheid van de gekozen oplossing in de praktijk (Goossens 1985, Vakgroep Veilig-heidskunde 1983).

Een techniek om de mate van veiligheidsbevordering te bepalen is de matrix (tabel 1). Dit is een voorbeeld voor de veiligheid van asbest-werkers.

Horizontaal staan de vier klassen van veiligheidsbevordering, terwijl verticaal het niveau staat waarop de betreffende maatregel moet worden genomen. De twee sleutelbegrippen zijn het risico en het restrisico (Goossens 1985a). Het risico om in een bepaalde situatie aan asbest blootgesteld te worden, en het restrisico dat aangeeft hoe de blootstelling is nadat de maatregel is getroffen.

Blootstelling aan asbest kan gezondheidsschade opleveren. De ernst daarvan leert ons de medische wetenschap. De heer de Waal zal daarstraks uit eigen ervaring nog bij stilstaan.

(15)

16

-ELIMINATIE ISOLATIE BESCHER-

LETSEL-MING BEPERKING

OVERHEID Verbod op Instellen

asbest(pro- MAC-waarde dukten) Asbestbe-sluit Stimulering veilige ver- vangingsmid-delen

BEDRIJFS- Besluit as- Asbestbe- Controle

TAK best te ver- werking op asbest

vangen door buiten

concentra-veilige het tie lager

vervangings- bedrijf dan MAC

middelen houden

WERKPLEK Introductie Asbest Controle

vervangings- be/ver- tijdens

middelen werking

asbestwerk-in geslo- zaamheden

ten sys- Beschuttings-teem middelen Maanpakken

Tabel 1. Veiligheidsbevordering voor asbest op de werkplek

Ook de film "Alice, a fight for life" geeft u een beeld van de ernstige gevolgen van asbestblootstelling.

Eliminatie spreekt eigenlijk voor zich. Waar geen asbest zit, kan ook

niet blootgesteld worden. Een verbod op asbest roept wel de vraag naar vervangingsmiddelen op. De eventuele risico's daaraan

verbonden moeten meegenomen worden in de evaluatie.

Ga je asbest isoleren (2e kolom) dan scherm je de bron of de mens

zodanig af dat de kans op gezondheidsschade klein is en meestal alleen optreedt wanneer deze isolatie doorbroken wordt. Een princi-piële kwestie is dan bij welke blootstelling er nog gezondheidsschade op kan treden. Voor asbest geldt, evenals voor ieder andere

(16)

kanker-, kanker-,

- 17

-verwekkende stof, dat iedere blootstelling, hoe laag ook, in principe gezondheidsschade teweeg kan brengen. De MAC-waarde voor asbest van twee vezels per milliliter lucht, met uitzondering van de asbest-soort crocidoliet, is meer een compromiswaarde dan een veilige waarde (Burdorf e.a. 1985). Gezondheidsschade wordt afgewogen tegen technische en economische factoren. De heer Swuste, mede-werker van onze vakgroep, zal nog nader op deze afweging ingaan. We spreken van isolatie als de blootstelling ruim onder de MAC-waarde blijft. We spreken van bescherming (3e kolom) als de bloot-stelling onder of in de buurt van de MAC-waarde wordt gehouden. Letselbeperking is een klasse, die weliswaar een onderdeel is van de veiligheidskundige matrix, maar die in het geval van asbest niet

ELIMINATIE OVERHEID Verbod op produkten met niet-hecht ge-bonden as-best v ezels Asbestbe-sluit Warenwet ASBEST - Asbest-INDUSTRIE vervangende produkten LOKAAL MILIEU Geen asbest-produkten (ver)kopen

ISOLA TIE BESCHER- LETSEL

Inrichten speciale asbeststort-plaatsen Asbest-afval bedekken MING Asbest- stofversprei-ding tegen-gaan door sproeien of nat houden BEPERKING

Tabel 2. Veiligheidsbevordering voor asbest ten behoeve van de volksgezondheid

(17)

- 18

-relevant is. Als eenmaal een asbestziekte geconstateerd is, heeft de ziekte bijna altijd een progressief verloop.

In de matrix van tabel 2 ziet u vergelijkbare oplossingen om de gevolgen van asbestblootstelling voor de volksgezondheid in te per-ken.

u

zult begrijpen dat eliminatie de beste methode is. Met andere

woorden: asbest Nederland uit, in ruil voor vervangende materialen, want de goede eigenschappen van asbest willen we wel behouden. Immers asbest wordt toegepast in produkten waar we niet buiten kunnen, zoals remvoeringen, bouwmaterialen, isolatie etc. Ook andere factoren spelen een rol, zoals risicobeleving, economische overwegingen, werkgelegenheidsaspecten en technologische inno-vatie. Dit is één werkterrein voor de vakgroep Veiligheidskunde om zich met asbest en vervanging bezig te houden.

Een tweede werkterrein vinden we in de implementatie van de gekozen oplossing. Kortom: hoe regel je vervanging van asbest ?

Daarvoor moeten de reguleringsmechanismen bekend zijn

(Drimmelen e.a. 1985). In tabel 3 staan enkele regulerings-mechanismen vermeld, met daarbij aangegeven wie wat regelt. Tot onze vreugde zien we dat er voor de klasse van eliminatie al een aantal reguleringsmechanismen bestaan. Zo heeft de overheid een tweetal Asbestbesluiten genomen met onder meer een verbod op bepaalde asbesttoepassingen. Het Asbestbesluit dat onder de Arbeidsinspectie valt, verbiedt het gebruik van blauw asbest. De heer Rombouts van het Directoraat-Generaal van de Arbeid zal na mijn inleiding het overheidsbeleid inzake asbest voor u uitspinnen.

Dit beleid heeft tot doel de risico's voor de volksgezondheid te

beperken door produkten met niet-hecht gebonden asbest vezels te verbieden. Maar ook op bedrijfs- en werkplek niveau zijn regule-ringsmechanismen ten voordele van eliminatie functioneel.

De heer Visser van de Rotterdamse Elektrische Tram zal na de pauze aan u doorgeven hoe het bedrijf omgaat met het Asbestbesluit op korte en langere termijn. Op korte termijn de maatregelen op de

(18)

- 19

-REGULERINGS- HANDELENDE

MECHANISME PARTIJ

ELIMINATIE Verbod op blauw asbest

Directoraat-Generaal van de Arbeid

Verbod op produkten met

Directoraat-niet-hechtgebonden Generaal

asbestvezels Volksgezondheid

(Asbest besluit Warenwet)

Verbod op asbest in Rotterdamsche

remvoeringen Elektrische Tram

Zweden

ISOLATIE "Maanpakken" bij sloop Aanwijzingen

van asbest houdende

Arbeids-materialen inspectie

Regels van erkende asbestsloop-bedrijven

Afdekken van asbest-

Directoraat-afval met aarde Generaal

Milieuhygiëne (Wet Chemische Afvalstoffen)

BESCHER- Controle op asbest- Arbeidsinspectie

MING concentratie Asbestverwerkende

lager dan MAC industrie

Asbeststofwolk-

Asbestsloop-bestrijding bedrijven

Tabel 3. Voorbeelden van reguleringsmechanismen

werkplek, ter voorkoming van blootstelling. Op langere termijn de

asbestvervangende materialen voor remvoeringen.

Uit tabel 3 blijkt dat ook op het niveau van de andere veiligheids bevorderende klassen dan eliminatie er reguleringsmechanismen werkzaam zijn. Behalve de Arbeidsinspectie in de verschillende dis-tricten kunnen ook erkende asbestsloopbedrijven en de asbestver-werkende industrie maatregelen nemen om de blootstelling aan asbest te beperken. Bij de renovatie van de ALM IRAN TE GRAU

(19)

20

-wordt bijvoorbeeld bewust gestreefd naar een asbestconcentratie die onder een tiende van de MAC-waarde blijft. Ook ter bescherming van de volksgezondheid wordt aan stofwolkbestrijding gedaan door

.. middel van nevelsproeiers en nat houden.

In figuur 1 staat aangegeven hoe de reguleringsmechanismen verbon-den zijn tussen de vier groepen van betrokkenen. Centrale partij daarin is 'kopers'. Dit zijn de bedrijven die asbesthoudende produkten kopen en in hun bedrijf aanwenden. De RET is een voorbeeld van een 'koper' die tot vervanging van asbest overgaat. Dit regulerings-mechanisme is werkzaam tussen de 'koper' en de 'maker' van asbestvervangende remvoeringen. De Zweedse overheidsmaatregel, dat remvoeringen in nieuwe auto's en motorrijwielen vanaf i januari

1987 geen asbest mogen bevatten, is een voorbeeld van een

regule-ringsmechanisme dat werkzaam is tussen de 'zorgers' (de overheid) en de 'makers' en als afgeleide ook naar de 'kopers'. U proeft hier tevens een verschil in soorten reguleringsmechanismen. De kopers en makers zijn directer bij het al of niet aanwenden van asbest

betrokken. De 'zorgers' staan er ai wat verder vandaan. Immers het

nemen van een Asbestbesluit is één factor, die gevolgd dient te worden door een reguleringsmechanisme in de vorm van controle en

MAKERS BLOOTGESTELDEN

KOPERS

ZORGERS

(20)

21

-eventuele sancties. Ook de 'blootgestelden', hoewel zelf de potentiële slachtoffers, kunnen niet zo direct reguleren.

Toch zijn er vier reguleringsmechanismen te activeren: klachten

naar de 'zorgers': Arbeidsinspectie, veiligheidsdiensten en

bedrijfsartsen. Verder naar de 'kopers' toe via de ondernemingsraad

of afdelingsoverleg. En naar de 'makers' toe is het

reguleringsmechanisme van de schadevergoedingseis te activeren. En tenslotte het activeren van de publieke opinie, gericht op het 'onverkoopbaar worden van asbestprodukten'.

Al met al een ingewikkeld spel van krachten. Ik hoop dat dit sympo-sium een beter licht werpt op de verschillende reguleringsmechanis-men en de activering ervan. Ik hoop ook dat u zich na dit symposium nog meer dan u wellicht nu al doet bewust bent van de schade die asbest aan de gezondheid kan toebrengen. Ik wens u allen dan ook een leerzaam symposium toe.

(21)

22

-Referenties

Burdorf, L., P. Swuste en L. van Vliet. Asbest, nieuwe wetgeving en nieuwe problemen. Verschijnt in december 1985 nummer 25 van het Tijdschrift voor Sociale Gezondheidszorg

Drimmelen, D. van, H. Boshuizen, Y. Musson en P. Oortman

Gerlings. Werken met hamers. Vakgroep Veiligheidskunde, TH

Delft 1985 I

Goossens, L. Methodiek van veiligheidsonderzoek. Voordracht op het symposium Veiligheid van speelgelegenheden. Oosterbeek, 17 en 18 januari 1985

Goossens, L. Risico en Restrisico. Interimrapport in opdracht van het Ministerie VROM, DG Volkshuisvesting. TH Delft 1985a Vakgroep Veiligheidskunde. Verloop van een veiligheidsonderzoek.

(22)
(23)

-

2~

(24)

Overheidsbeleid inzake asbest

ir.

E. Rombouts

25

-Directeur Veiligheid van het Directoraat-Generaal van de Arbeid, Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ik zal in deze voordracht een overzicht geven van het beleid van de

overheid voorzover dat gericht is op, dan wel van betekenis is vóór

het thema van dit symposium namelijk de vervanging van asbest.

Daarna zal ik wat cijfers presenteren over de ontwikkeling en de omvang van het asbestgebruik in Nederland en trachten de relatie te leggen tussen deze cijfers en het gevoerde beleid.

Tenslotte stel ik mij voor een blik over de grens te richten en na te gaan hoe de situatie in Nederland zich verhoudt tot die in enkele andere landen en welke invloed hierop door de EG wordt uitge-oefend.

Ik zal dan de draad opvatten bij de totstandkoming van het Asbest-besluit, dat in werking trad in 1978 en nu bekend staat als het As-bestbesluit (Arbowet). Het bevat de volgende elementen:

Ten eerste: een verbod op crocidoliet of wel blauwe asbest. Deze stof, of materialen die deze stof bevatten mogen niet meer worden bewerkt of verwerkt en niet meer ten verkoop voorhanden worden gehouden.

Ten tweede: asbest of asbesthoudende stoffen mogen niet meer wor-den verspoten.

(25)

26

-die de inademingslucht op een werkplek waar met asbest wordt

ge-werkt mag bevatten, te weten twee vezels per cm3 lucht. Bovendien

wordt nog voorgeschreven dat de asbeststofconcentratie bij het werk zo laag mogelijk moet worden gehouden.

T en vierde: een werkgever mag er niet langer toe overgaan om as-best te verwerken in een voor zijn onderneming nieuw produkt dan wel op een voor zijn onderneming nieuwe wijze dan nadat hij dit heeft gemeld aan het districtshoofd van de Arbeidsinspectie.

Tenslotte: krijgt het districtshoofd van de Arbeidsinspectie de be-voegdheid om nadere eisen te stellen aan werkgevers betreffende de wijze van naleving van de eerder genoemde voorschriften en om in bepaalde gevallen ontheffing van deze voorschriften te geven. Al-vorens zo'n ontheffing te verlenen, moet het districtshoofd een daar-toe ingestelde commissie, de Adviescommissie Asbestbesluit be-staande uit vertegenwoordigers van werkgevers en werknemers en uit deskundigen, in de gelegenheid stellen hem over de ontheffing te adviseren.

Volledigheidshalve zij ook nog vermeld dat het Asbestbesluit een artikel bevatte dat de bewerking van asbest verbood voor bepaalde doeleinden t.w. thermische isolatie, akoestische, conserverende en decoratieve doeleinden. Dit artikel is echter niet in werking getre-den.

Wat is nu de betekenis van deze verschillende elementen van het Asbestbesluit?

In z'n algemeenheid kan hiervan gezegd worden dat de verboden beoogden de toepassing van de meest gevaarlijke soort asbest

(crocidoliet) en van de meest gevaarlijke verwerkingstechniek (ver-.

spuiten) te beëindigen.

Het verspuiten van asbest was een destijds veel toegepaste techniek waarbij zich enorme stofconcentraties voordeden. Spuiten diende voor het aanbrengen van isolerende asbestlagen op bijvoorbeeld

(26)

27

-staalconstructies en ook voor het aanbrengen van conserverende lagen bijvoorbeeld op de onderkant van automobielen. Deze toe-passingen zijn inderdaad beëindigd; nooit heeft de Arbeidsinspectie van het spuitverbod ontheffing verleend.

Voor de toepassing van crocidoliet lag dit anders. Men moet beden-ken dat een zeer aanzienlijk deel van in Nederland aanwezige lei-dingnetten voor drinkwater, rioolwater en deels ook gas bestaat uit crocidoliethoudende asbestcementleidingen. Het gaat hierbij om tienduizenden kilometers. Daarnaast waren bij leveranciers van deze materialen maar vooral ook bij beheerders van de leidingnetten zeer aanzienlijke voorraden crocidoliethoudend leidingmateriaal

aan-wezig.

Aan de reeds in de grond liggende asbestcementleidingen moesten natuurlijk van tijd tot tijd reparaties worden verricht en nieuwe

aanboringen worden gemaakt. Om die reden was het onvermijdelijk dat voor dit doel ontheffing van het verbod tot bewerken van

croci-doliethoudend materiaal werd gegeven. Ruim 200 bedrijven waar-onder beheerders van leidingnetten, dus bijvoorbeeld

waterleiding-bedrijven, maar ook aannemers die in opdracht dit soort werk

ver-richtten kregen van de Arbeidsinspectie een ontheffing. Uiteraard

waren aan deze ontheffingen zodanige voorwaarden verbonden dat

de risico's die werden gelopen door de betrokken werknemers tot een minimum werden gereduceerd.

Intussen was door het in werking treden van de Arbeidsomstandig-hedenwet per 1 januari 1983 de juridische mogelijkheid ontstaan om in plaats van individuele ontheffingen aan bedrijven een algemeen geldende ministeriële vrijstelling te verlenen voor de bedoelde werk-zaamheden. Daar het verrichten van bewerkingen aan zich reeds in de grond bevindende leidingen ook op den duur noodzakelijk zou blij-ven ging de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid er op 28 juni 1981+ toe over een dergelijke vrijstelling -veQr or:tb~ perkte tijd te verlenen wederom onder beperkende voorwaarden. Het probleem van de voorraden crocidoliethoudende buis, die bij het in werking treden van het Asbestbesluit aanwezig waren, was van

(27)

28

-geheel andere aard. De vraag was wat met deze voorraden te begin-nen nu verwerking ervan door het Asbestbesluit was verboden. Het ging hierbij om voorraden van in totaal circa 275 km buis in diverse diameters. Geoordeeld werd dat van alle manieren die konden wor-den bedacht om van deze voorrawor-den af te raken het verwerken ervan in nieuw aan te leggen leidingtracées uit oogpunten van milieu- en arbeidsbescherming nog de minste nadelen had. Vandaar dat, overigens met instemming van de eerder genoemde Adviescommissie Asbestbesluit, gedurende een aantal jaren door middel van ont-heffingen aan eigenaars van voorraden de mogelijkheid is geboden om deze voorraden alsnog te verwerken. Wel gold hierbij de voor-waarde, dat onderdelen die moesten worden bewerkt (zoals bijvoor-beeld passtukken) van crocidolietvrij materiaal dienden te worden vervaardigd.

De aanwezige voorraden werden door de Arbeidsinspectie geregis-treerd. In figuur I is de voorraadontwikkeling aangegeven. Iedere houder van een ontheffing was verplicht ieder jaar de grootte van zijn voorraden te melden aan de Arbeidsinspectie. De grootte van deze voorraden is voor een reeks van jaren in figuur I uitgezet, met een schaal die voor de verschillende leidingdiameters verschilt (I).

Het interessante is dat de aflopende lijnen horizontaal gaan lopen, dat wil zeggen dat de voorraden vrijwel constant blijven. Dit betekent dat het punt bereikt is waarbij om tot een volledige elimi-nering van de voorraden te komen andere maatregelen nodig zijn. Weliswaar zijn deze voorraden op zichzelf niet gevaarlijk voor mens en milieu; van de aanwezigheid ervan gaat echter de dreiging uit voor mens en milieu; van de aanwezigheid ervan gaat echter de dreiging uit dat vroeg of laat be- of verwerking ervan op onjuiste wijze zou kunnen plaatsvinden. Op grond van deze overweging is thans het verstrekken van ontheffingen ter opruiming van voorraden beëindigd ,en is een wettelijk verbod op het in voorraad hebben van crocidoliethoudende buizen in voorbereiding. Door de Staats-secretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is in deze het ad-vies gevraagd van de Arbo-raad.

(28)

160

t

~

I

'-~

> E80

~

ES .!: E v E VI

8

'&8

E

ID WClO E v

8"

.x

..

ID • .~ .~ .1/1

.6

.6.6

E E E .x 0 .x.x Figuur 1. 1979

29

-x buis; <600 mm buis 600 ~ ~ < 800 mm buis ~ .. 800 mm e e- __ 1980 1981 1982 1983 1984

Voorraad crocidoliethoudende buizen gedurende de

periode 1979 tot 1984 Bron: Inventarisatie

Directoraat-Generaal van de Arbeid

Na inwerkingtreding van dit verbod blijft de voorraadhouders geen andere keus over dan het als afval afvoeren van hun restvoorraden. Deze zullen dan op de daarvoor aangewezen stortplaatsen worden begraven.

Behalve in waterleidingbuizen bestonden er ten tijde van de inwerkingtreding van het Asbestbesluit nog een aantal andere toe-passingen van blauwe asbest. Hiervan kan gezegd worden dat deze na 1978 in snel tempo zijn verdwenen. In een hoogst enkel geval is nog voor korte tijd door de Arbeidsinspectie een ontheffing verleend.

Een laatste terrein waarop het verbod tot het bewerken van crocido-liet zich laat gelden is dat van het slopen van blauwe asbestbevat-tende objecten zoals gebouwen, schepen etc. Ook slopen is bewerken

(29)

30

-in de z-in van het Asbestbesluit en dus verboden. Het bijzondere is dat hier vervanging van asbest door een ander materiaal uitgesloten is, zodat een ontheffing van het verbod wel moet worden gegeven en de discussie alleen nog gaat over de manier waarop moet worden gesloopt en de maatregelen die daarbij moeten worden genomen. Een ander gevolg van het nu eenmaal aanwezig zijn van enorme hoeveel-heden asbest in allerlei objecten is dat door het slopen van deze objecten tot in lengte van jaren blootstelling van slopers aan asbest-stof onvermijdelijk zal zijn. Daar komt nog bij dat slopen altijd "op lokatie" moet gebeuren waardoor beschermende maatregelen voor de werknemers moeilijker zijn te realiseren en te controleren dan bij een fabrieksmatig produktieproces. Om al deze redenen bestaat op het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid het plan om -naast de bestaande regeling voor crocidoliet - in de toekomst ook voor het slopen van objecten die losse asbest bevatten een regime in het leven te roepen dat de nodige waarborgen voor de bescherming van werknemers biedt.

Ik kom nu tot de bespreking van de resterende elementen van het Asbestbeslui t.

Ik doel hierbij op de bepaling dat de asbestvezelconcentratie in de inademingslucht zo laag mogelijk dient te zijn en de grens van 2 vezels per cm3 lucht niet mag overschrijden. De Arbeidsinspectie is bevoegd hierbij nadere eisen te stellen aan de wijze waarop deze regel dient te worden nageleefd. Hoe wordt hiermee in de praktijk door de Arbeidsinspectie omgesprongen? Kan de Arbeidsinspectie pas wat doen als door meting is vastgesteld dat de grenswaarde is overschreden? Gelukkig is dit niet zo. Er worden publikatiebladen van de Arbeidsinspectie uitgegeven waarin voor de meest voorko-mende handelingen met asbest is aangegeven hoe deze op zodanige wijze kunnen worden verricht dat een redelijkerwijs zo laag moge-lijke stofconcentratie wordt bereikt. Het betreft hier de bladen P 116-1, -2 en -3.

(30)

31

-tegen de achtergrond van deze publikatiebladen. Dit betekent niet dat de in de P-bladen gegeven aanwijzingen een algemeen bindend karakter dragen. Met andere woorden ook andere maatregelen dan die welke in het P-blad zijn beschreven zijn acceptabel mits er een gelijk of beter effect mee wordt bereikt.

Om de inhoud van de publikatiebladen meer "onder de mensen" te brengen is er ook een folder gemaakt die eenvoudiger en pakkend er is en voor meer informatie doorverwijst naar de publikatiebladen. Ik hoop in het voorgaande enig inzicht te hebben gegeven in de betekenis van het Asbestbesluit (Arbowet), dat zich hoofdzakelijk op die bevolkingsgroep richt, die beroepshalve met asbest te maken heeft. Inmiddels is op grond van wetenschappelijk onderzoek duide-lijk geworden, dat ziekten ten gevolge van blootstelling aan asbest ook kunnen ontstaan na een korte blootstelling aan slechts geringe vezelconcentraties (2). Ook neemt het verschil in gevaar tussen de

asbestsoorten zoals dit door deskundigen wordt ingeschat, in

betekenis af. Tegen die achtergrond is in 1983 het Asbestbesluit (Warenwet) ontstaan, in aanvulling op het Asbestbesluit (Arbowet). In tegenstelling tot de Arbeidsomstandighedenwet, een wet van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, is de Warenwet een wet van het Ministerie van Welzijn Volksgezondheid en Cultuur en beoogt zij de bescherming van de volksgezondheid.

Wat houdt nu het Asbestbesluit (Warenwet) in?

In de eerste plaats wordt bepaald, dat asbest bevattende artikelen slechts mogen worden verkocht, als de asbestvezels die ze bevatten blijvend hechtgebonden zijn. In dat geval is er geen reden te vrezen,

dat het gebruik van deze artikelen. een bijzonder risico voor de

volksgezondheid vormt. Het zal duidelijk zijn, dat dit voorschrift zijn betekenis ontleent aan het begrip "hechtgebondenheid". Het lijkt mij juist hier kort op dit begrip in te gaan.

Hechtgebondenheid is de materiaaleigenschap, die aangeeft in welke mate een materiaal weerstand biedt aan het vrijkomen van asbest-vezels. Deze eigenschap is met behulp van een test

(31)

kwantificeer 32 kwantificeer

-baar. De kwaliteitsfactor is het getal, dat als resultaat van een straaltest de mate van hechtgebondenheid aangeeft (3, 1+). In het Asbestbesluit (Warenwet) is bepaald dat een materiaal als hecht-gebonden kan worden beschouwd, als de kwaliteitsfactor 0,35 of hoger is.

In tabel 1 is de kwaliteitsfactor van een aantal asbesthoudende materialen aangegeven. De twee laatste produkten van de opsom-ming voldoen niet aan de eis, die in het Asbestbesluit is gesteld. Deze mogen dus ook niet meer worden verhandeld.

Asbestcementplaat met coating Pakkingmateriaal

A.C.-plaat dubbel geperst A.C.-plaat enkel geperst Remvoering (klein) Vloerbedekking, onderlaag Brandwerende plaat K

=

100 K = 33 K=2 K = 1 K = 0,8 K = 0,26 K = 0,005

Tabel 1. Voorbeelden van produkten en hun kwaliteits-factoren Bron: TNO rapport F 1851, Testmethode voor asbestbevattende materialen

Bij het bewerken van produkten, die hechtgebonden asbest bevatten kunnen nog aanzienlijke vezelconcentraties optreden. Om de ver-werker van dit materiaal erop attent te maken, dat het op een zorg-vuldige manier bewerkt moet worden, bevat het besluit een verplich-ting tot etikettering van asbesthoudende produkten. De etiketten dienen ook aanwijzingen te bevatten die aangeven welke voorzienin-gen getroffen moeten worden om het materiaal veilig te kunnen bewerken. Voor een aantal produkten, met name die welke asbest-textiel bevatten is het nog niet mogelijk de hechtgebondenheid vast

(32)

33

-te s-tellen. Een -testmethode, die hierin voorziet is in ontwikkeling. Overigens beschouwt de Keuringsdienst van Waren niet-gecoate asbesttextiel, asbestkoord en poeders voor kitten op asbestbasis als niet-hechtgebonden en dus verboden materialen. De ontwikkeling van hechtgebondenheid als meetbare materiaaleigenschap is ook van betekenis voor de asbesttoepassingen die in het niet in werking getreden artikel 4 van het Asbestbesluit (Arbowet) zijn genoemd.

Voor deze toepassingen, met name thermische isolatie en

akoestische-, conserverende-, of decoratieve doeleinden werden

overwegend niet-hechtgebonden asbestprodukten gebruikt. Deze

produkten mogen dan ook niet meer verhandeld worden.

Het toezicht op de naleving van het Asbestbesluit (Warenwet) berust bij de Keuringsdienst van Waren. De Arbeidsinspectie zal echter bij haar inspectiewerkzaamheden o.a. in de bouw eveneens geconfron-teerd kunnen worden met overtredingen van het Warenwetbesluit.

50 1(" 30

zo

10

o

...

~ ;JM/?

r-I"

r-

r -

I--T-rl I

I

1960 1~94f1 rt -r- r-t- -..1(;019

Pn

1970

19~o A58ES78ESlIII'1'

19111

(33)

- 34

-Een uitwisseling van ervaring tussen beide diensten zal worden gestimuleerd.

Met de bespreking van beide Asbestbesluiten hoop ik een beeld te hebben verschaft van de regelingen die in Nederland gelden ten aanzien van asbest. De vraag dringt zich op, waar dit alles nu toe heeft geleid; hoe het gebruik van asbest zich in Nederland ontwikkeld heeft. Een antwoord op die vraag geeft een onderzoek, dat in opdracht van de Ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer is uitgevoerd door het raadgevend ingenieursbureau Dwars Heederik Verhey BV (5).

Ik zal enige cijfers uit dit onderzoek naar voren brengen.

Figuur 2 geeft een beeld van de netto invoer van asbestvezels over de periode 1954-1983.

-Hoewel deze spectaculaire teruggang niet geheel voor rekening komt van de invoering van het Asbestbesluit zal duidelijk zijn, dat het verbod van crocidoliet, het beëindigen van het verspuiten van asbest en de overige maatregelen op dit vlak hun effect gehad hebben en ook nu nog hebben.

Een interessant beeld geeft ook de weergave van het gemiddelde gebruik, invoer en uitvoer, betrokken op de jaren 1981, 1982 en 1983.

Heel duidelijk valt hierin op het grote aandeel van asbestcementpro-dukten' en het rem voerings- en wrijvingsmateriaal (Figuur 3). De linkerzijde van figuur 3 geeft de invoer weer, zowel van asbestvezels als van asbestprodukten. De getallen die bij de blokken staan, geven het aantal tonnen asbest v ezels per jaar aan, die in de vermelde produkten verwerkt zijn. Zo geeft dit een beeld van de hoeveelheid asbest, al dan niet in produkten, die Nederland ingevoerd wordt. Handelsvolk als we zijn, wordt een deel daarvan weer uitgevoerd. Hetzij de ingevoerde artikelen, hetzij de geproduceerde artikelen. Dat is te zien in het rechter bovengedeelte van figuur 3. Het onderste blok is daarbij het interessantste. Dat is het gedeelte, dat in Nederland wordt gebruikt, waarbij asbestcementprodukten de majeure toepassing is - in hoeveelheden asbest bezien. Op de tweede

(34)

- 35

-plaats komen remvoeringen en frictiematerialen. Daarnaast zijn er nog een aantal kleinere toepassingen. Ook hier is het aantal tonnen asbestvezel per jaar vermeld. Ik merk op dat deze cijfers afkomstig zijn uit een periode, dat het Asbestbesluit Warenwet nog niet van kracht was. Met uitzondering van asbestcement en remvoering, zijn de overige produkten niet hechtgebonden.

De toepassing van asbestcementprodukten geeft niet de spectacu-laire daling te zien, die bij asbestvezels optreedt. Het nog niet in voldoende mate beschikbaar zijn van gelijkwaardige vervangings-middelen zou hieraan ten grondslag kunnen liggen. Toch leeft de

""lIIIyo.III,IfG ... """/V'HQJIIII""iIIIIAUN ANOIII,,,.IIIItUI'''' .. ffrfOt .... v .. " .... ,,1T ::.-:,r:~."'

...

IIITtMt .... U10 ... "'."'. W.HHlIl ... OOItO ~ "'I'TVIlIUl INVOER '8 .• Figuur 3.

'90

,JO

"'.

9000 8BOO 12.1501 1 •. 5OOT GEBRUIK ::::;'C:,""':NT

Invoer, ui tvoer en gebruik van asbest en asbestprodukten. Gemiddeld, op basis van de jaren 1981, 1982 en 1983 in tonnen per jaar Bron: Inventarisatie van het gebruik van asbest in Nederland door ing. A. Klomp

(35)

____ ...

~

", •. " ,

' ,

1.1'.'.~"

36

-verwachting, ook in fabrikantenkringen, dat 'in Nederland het asbest

in produkten, die nu nog van asbestcement worden gemaakt, op een

termijn van een jaar of vijf zal kunnen zijn vervangen. Voor de

ont-wikkeling van de toepassing van rem- en frictiemateriaal gelden de-zelfde overwegingen en dede-zelfde verwachtingen.

Samenvattend zou ik willen zeggen, dat in Nederland de aandacht

zich zal blijven richten op de produkten asbestcement en wrijvings-materiaal. Blijkens de eerder genoemde cijfers van het onderzoek heeft bijna 95% van het asbestgebruik in Nederland betrekking op deze beide produkten. Dit percentage zal nog wel toenemen, daar vrijwel alle andere toepassingen van asbest inmiddels verboden zijn, op grond van onvoldoende 'hechtgebondenheid'.

Ook in het öuitenland is uiteraard regelgeving op het gebied van asbest tot stand gebracht. Het zou te ver voeren in het kader van deze voordracht een compleet overzicht hiervan te geven. Ik zal daarom volstaan met enige voorbeelden (6).

Allereerst wil ik ingaan op de in verschillende Europese landen

ge-stelde grenswaarden voor wat betreft de concentratie van

asbest-vezels in de lucht. In het algemeen komen deze waarden wel overeen

met de in Nederland geldende namelijk 0,2 vezels per cm 3 voor

blauwe asbest en 2 vezels per cm3 voor de overige soorten. Een aantal landen hanteert als grenswaarde voor de overige soorten 1 vezel per cm3• Het betreft Duitsland, Engeland en Denemarken.

Daarnaast kennen Denemarken en Zweden een algemeen verbod op

vervaardiging, import en gebruik van asbest en asbestprodukten. Voor bepaalde toepassingen kan evenwel onder voorwaarden een ontheffing worden verkregen. Voor wat betreft de Duitse Bonds-republiek, valt nog te melden dat dit land zeer recent een voorstel heeft aangemeld bij de EG, waarin een regeling is opgenomen die leidt tot het verbod, uiterlijk met ingang van 1 juli 1990, van asbest-houdend remvoerings- en koppelingsmateriaal (7). Eveneens ver-melding verdient de vrijwillige afspraak tussen de Duitse

(36)

asbest 37 asbest

-cementindustrie en de Duitse overheid om voor eind 1990 alle produkten voor de bouw, die nu nog asbest bevatten, asbestvrij te maken (8). Tenslotte zou ik van de Duitse bemoeiingen op het asbestterrein de uitgave willen noemen van een vervangings-middelenlijst, die gegevens bevat over toepassing, eigenschappen en uitvoering van ongeveer 300 asbest-vervangingsmiddelen, met inbegrip van merknaam en prijs (9).

Met beide Asbestbesluiten beschikt Nederland naar mijn mening over regelingen om het risico van asbest te beperken, die de vergelijking met de regelingen in de meeste andere landen kunnen doorstaan.

Bij het verder ontwikkelen van een overheidsbeleid met betrekking

tot asbest, speelt het EG-overleg een grote rol. Bij dit overleg krijgt

asbest vanuit twee invalshoeken de nodige aandacht.

Als eerste hiervan wil ik noemen de bescherming van werknemers.

Op 19 september 1983 is door de Raad van de Europese Gemeen-schappen een richtlijn uitgevaardigd betreffende de bescherming van werknemers tegen de risico's van blootstelling aan asbest op het

werk (10). Het doel van deze richtlijn is harmonisatie tussen de

lidstaten tot stand te brengen en wel op het gebied van: grenswaarden voor blootstelling;

voorschriften met betrekking tot preventieve maatregelen, voor-lichting, informatie, controle, enzovoorts.

De richtlijn maakt geen onderscheid tussen de verschillende soorten asbest, behalve bij de voorgeschreven grenswaarden. De voornaam-ste aspecten van de richtlijn zal ik hierna onder uw aandacht bren-gen.

Als eerste noem ik hiervan de introductie van een actieniveau. Vol-gens de richtlijn moet de ondernemer voor alle werkzaamheden waarbij het gevaar bestaat van blootstelling aan asbestvezels dit gevaar vooraf beoordelen. Bij deze beoordeling wordt de vezel-concentratie als criterium gebruikt bij het vaststellen of en in welke

(37)

38

-mate voorzieningen moeten worden getroffen. Er is een vezelcon-centratie bepaald als grenswaarde, waarboven een uitgebreider regiem geldt dan onder deze grenswaarde, die daarom - overigens

niet geheel terecht - actieniveau wordt genoemd. Met de

vaststel-ling van dit actieniveau wordt beoogd de doelmatigheid van de rege-ling te vergroten. Als actieniveau noemt de richtlijn een concentra-tie van 0,25 vezel per cm 3 lucht.

Voorts wil ik ingaan op de grenswaarden, die in de richtlijn worden genoemd, namelijk:

voor crocidoliet 0,5 vezel/cm3

voor andere asbestvezels dan crocidoliet I vezel/cm 3•

Beide waarden bepaald over een referentieperiode van 8 uur. Verge-lijk ik deze met de huidige Nederlandse situatie, dan zal de laatst-genoemde grenswaarde, die momentaal 2 vezels/cm3 bedraagt

aan-passing behoeven. In dit verband wil ik melding maken van een

recent advies van de Nationale MAC-Commissie. Deze commissie heeft tot taak te adviseren over grenswaarden voor schadelijke stof-fen.

Zoals u wellicht bekend is heeft een werkgroep van de commissie in 1984 een rapport uitgebracht, waarin de nieuwste gegevens ten be-hoeve van de onderbouwing van grenswaarden voor asbest worden gepresenteerd (11). Mede gezien de samenhang tussen dit advies en de activiteiten ten behoeve van de implementatie van de richtlijn is thans nog niet tot de definitieve vaststelling van een nieuwe grens-waarde van asbest overgegaan.

De huidige grenswaarde voor crocidoliet, 0,2 vezel/cm3, gemeten over enige periode van 10 minuten gedurende de arbeidstijd blijft ruimschoots onder de EG-grenswaarde en behoeft dus geen aanpas-sing, daar de lidstaten in dit geval gerechtigd zijn maatregelen te treffen die een verdergaande bescherming van de werknemers waar-borgen.

De richtlijn bevat uitgebreide aanwijzingen over periodieke metin-gen van de asbestconcentratie in de lucht op de arbeidsplaats, over

(38)

39

-de te gebruiken meetmetho-de, een vezel-definitie, meetfrequentie, de bemonsteringsduur enzovoorts. Deze metingen behoeven niet uitgevoerd te worden als het actieniveau niet wordt bereikt.

Ook de volgende maatregelen zijn slechts van kracht als het actie-niveau wordt overschreden:

melding aan de Arbeidsinspectie van gebruikte types en hoeveel-heden asbest, verrichte werkzaamhoeveel-heden en toegepaste procedé's alsmede van de gefabriceerde produkten.

registratie in een bedrijfsregister van de betrokken werknemers en van de aard en de duur van de werkzaamheden en de blootstel-ling. De richtlijn kent een inzagerecht toe aan de werknemer van zijn persoonlijke gegevens en van de anonieme collectieve gegevens. De geregistreerde gegevens dienen tot 30 jaar na de blootstelling te worden bewaard.

medisch toezicht op de werknemers; vóór aanvang van de bloot-stelling aan asbest worden de werknemers in staat gesteld een medische keuring te ondergaan. Deze keuring die een specifiek onderzoek van de borstkas moet omvatten kan tijdens de bloot-stelling herhaald worden. De keuring dient als basis voor indivi-duele of preventieve maatregelen, die gericht zijn op beperking van het gezondheidsrisico zonodig door beperking of beëindiging van de blootstelling.

In dit verband is het ook van belang dat de regeling elke lidstaat verplicht tot het bijhouden van een register van erkende gevallen van asbestose en mesothelioom.

Het huidige Nederlandse Asbestbesluit (Arbowet) reikt verder, met het verbod om crocidoliet te bewerken. Zoals hiervoor reeds werd betoogd biedt de richtlijn de mogelijkheid om maatregelen, die een verdergaande bescherming van de werknemers beogen, te handhaven. In de richtlijn wordt afzonderlijk aandacht besteed aan het slopen van asbest. Er dient een werkplan te worden opgesteld, waarin de voor het sloopwerk te treffen voorzieningen ter bescherming van de gezondheid worden genoemd. Ook is voorgeschreven dat asbest en

(39)

40

-asbesthoudende materialen zoveel mogelijk moeten worden

verwijderd vóór de slooptechnieken worden toegepast.

Tenslotte bevat de richtlijn nog een aantal bepalingen en voorschrif-ten die bij het werken met asbest in acht moevoorschrif-ten worden genomen en die betrekking hebben op de organisatie van het werk, persoonlij-ke beschermingsmiddelen, inrichting van werkruimte, enzovoorts. Op 1 januari 1987 zal in Nederland aan het bepaalde in deze richtlijn moeten worden voldaan. Er zal dan een nieuwe fase intreden in de bescherming van werknemers tegen de gevaren van asbest.

Ik kom nu tot de tweede invalshoek van het Europe~e asbestbeleid,

namelijk de beperking van het op de markt brengen en van het ge-bruik van asbest. Een tweede Europese Richtlijn, eveneens van 19 september 1983 heeft hierop betrekking (12). Deze richtlijn bevat het verbod om crocidoliet of crocidoliethoudende produkten op de markt te brengen en te gebruiken, een aantal produkten zijn van dit verbod uitgezonderd, met name buizen van asbestcement, vuur- en

hittebestendige dichtingen, verbindingsstukken en flexibele

compensatoren en koppelomvormers. Voorts bevat de richtlijn bepalingen over de etikettering van asbesthoudende produkten. Met het verbod tot be- en verwerken en het ten verkoop voorhanden houden van crocidoliet uit de Arbowet en het etiketteringsvoor-schrift van de Warenwet voldoet Nederland aan deze richtlijn. Bovendien gaat het verbod op niet-hechtgebonden asbest-houdende produkten aanmerkelijk verder dan de richtlijn. Uiteraard is hiermee niet het laatste woord gezegd over het terugdringen van asbest-gebruik, noch in EG-verband, noch in Nederland. Het EG-overleg richt zich momenteel op het opnemen van niet-hechtgebonden as-besthoudende produkten in de lijst van verboden produkten. Een punt van discussie is hierbij de methode om de hechtgebondenheid vast te stellen, nog afgezien van de voortdurende en taaie onderhandelingen om aan te geven welke produkten wèl en welke niet bij het verbod opgenomen zullen worden.

(40)

41

-In het voorgaande heeft u gezien dat in samenhang met nationale en internationale regelingen de toepassing van asbest in Nederland geleidelijk is teruggebracht tot voornamelijk asbestcement en frictiematerialen.

Daarnaast is er voor wat betreft de beheersing van de risico's die

samenhangen met het bewerken en verwerken van asbest wetgeving van toepassing die op korte termijn door invoering van de EG-richt-lijn zal worden uitgebreid.

De ontwikkeling van vervangende materialen voor de nog toegepaste asbestprodukten geeft positieve resultaten te zien.

Ik spreek dan ook de verwachting uit, dat de tendens van afnemend asbestgebruik door de ontwikkeling van geschikte vervangingsmidde-len door zal zetten. De gezondheidsrisico's ten gevolge van asbest zullen hierdoor eveneens afnemen.

Asbest zal echter nog lang in ons woon-werkmilieu aanwezig blijven,

zodat een overheidsbeleid, zoals dit momenteel gebaseerd is op

beide Asbestbesluiten en aangepast wordt aan Europese Richtlijnen, noodzakelijk blijft.

(41)

42

-Referenties

(1) Advies inzake de verwijdering van asbest afval. Commissie

TNO voor Asbest en andere Minerale Vezels. 19 maart 1982

(2) Nota van Toelichting bij het Asbestbesluit Warenwet.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1983 no. 4-18. 18 juli 1983

(3) Methode van onderzoek, behorende bij het Asbestbesluit

(Warenwet) Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1983 no. 4-18. 18 juli 1983

(4-) Testmethode voor asbestbevattende materialen, TNO-rapport

F 1851. J. Tempelman, mw. E. Verkoelen, ir. W.M. ter Kuile. oktober 1981

(5) Inventarisatie van het gebruik van asbest in Nederland. Ing. A.

Klomp. december

1984-(6) Summary of the Main Features of Asbestos Health Regulations

at the Workplace. Asbestos International Association,

Information Memorandum no. 3/80. 13 januari

1984-(7) Mitteilung der Regierung der Bundesrepublik Deutschland vom 29 april 1985

(8) Presse Information Wirtschaftsverband Asbestzement. 13

maart

1984-(9) Ersatzstoff Katalog für Asbest. Bundesanstalt für

Arbeitsschutz und Unfallforschung. 1982

(10) Richtlijn van de Raad van 19 september 1983 betreffende de bescherming van werknemers tegen de risico's van blootstelling aan asbest op het werk. (83-4-77-EEG). Publikatieblad van de

Europese Gemeenschappen van 24- september 1983. no. L

263-25 en volgende

(11) Rapport inzake Asbest. Werkgroep van deskundigen van de Nationale MAC Commissie. maart 1985

(12) Richtlijn van de Raad van 19 september 1983 houdende vijfde wijziging (aSbest) van richtlijn 76-769 EEG betreffende de onderlinge aantasting van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen der lidstaten inzake de beperking van het op de markt brengen en het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen en preparaten (83-4-78-EEG). Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen van 24- september 1983. no. L 263-33

(42)
(43)

- Ij.Ij.

(44)

45

-Een voorbeeld van asbestvervangingj asbestvrije remvoeringen Ir. D.A. Visser

Technisch Directeur van de Rotterdamsche Elektrische Tram

Zoals het vaak gaat met bedrijven die een expansie doormaken, dekt de naam niet meer alle activiteiten van het bedrijf. Zo is het ook bij ons. Maar in het gebied waar wij opereren is de naam "RET" een begrip. Voor u zou ik de naam als volgt willen vertalen: "Gemeente-lijk metro-, tram- en autobusbedrijf". Wij komen met de drie ge-noemde technieken in de gemeenten Rotterdam, Schiedam, Vlaar-dingen, Capelle aid IJssel, Albrandswaard, Hoogvliet en Spijkenisse. We doen dit met 142 metro- en sneltramrijtuigen, 145 tramrijtuigen en 285 autobussen. En met deze aantallen kom ik in de richting van mijn onderwerp van hedenochtend, namelijk remvoeringen.

In het jaar 1970 kreeg het bedrijf het eerste advies van het bureau Bedrijfsveiligheid van de gemeente Rotterdam. Dit betrof adviezen voor de bewerking van remvoeringen. Eén van de punten van het advies luidde: "bij de leverancier aandringen op het vervangen van asbest door een ongevaarlijke stof". Maar dat vervangend materiaal was er in 1970 niet.

Van hetzelfde jaar is ook een brief van het Directoraat-Generaal van de Arbeid over de uitbreiding van het landelijk asbestose-onderzoek. Deze brief was gericht aan onze autobussenwerkplaats.

Bij de verplaatsing van de bewerking van de remvoeringen naar een aparte werkplaats met afzuiginrichtingen is apparatuur aangeschaft met een filterinstallatie die zo fijnmazig is dat alle asbestvezels

(45)

46

-worden opgevangen. In 1972 is op ons verzoek een onderzoek ver-richt door het laboratorium van de Arbeidsinspectie naar de asbest-concentratie in de lucht in deze werkplaats. Het resultaat luidde: "de in de inademingslucht gevonden asbestconcentraties liggen alle ver beneden de maximaal toegelaten waarde. Geconcludeerd mag worden dat de gemeten luchtsnelheden, zowel in de werkopening van het kastje als in de kop rond de schuurrol, voldoende zijn om een goede afzuiging van het geproduceerde stof te waarborgen".

Inmiddels ging ook bij de vakbonden en andere geïnteresseerde en betrokken groeperingen asbest steeds meer in de belangstelling staan. Ook het stof uit remtrommels kwam ter discussie. Eind 1976 vond een onderzoek plaats door de Arbeidsinspectie van stof uit remtrommels. Hieruit bleek: "In het poeder zijn slechts enkele vezels aangetroffen, welke niet met zekerheid als witte asbest geïdentificeerd konden worden. De resultaten van bovengenoemd onderzoek wijzen in de richting van een structuurverandering van het asbest, veroorzaakt door de tijdens het remmen optredende temperatuurverhoging en krachten. Ik dring er bij u op aan om met behulp van aangepaste voorzieningen de verspreiding van het stof bij reiniging tot een minimum te beperken". Hierna is de werkwijze gevolgd van niet meer schoonblazen doch nat reinigen. In 1979 werd nogmaals een advies gevraagd omtrent de inrichting van de remvoe-ringswerkplaats. In 1980 is de eerste proef genomen met asbestvrije remvoeringen. Deze proef slaagde niet, de tweede proef met een ander merk mislukte. De derde proef met weer een ander merk mislukte ook. Op dit ogenblik beproeven we een uit Amerika afkomstige asbestvrije remvoering, met goede resultaten. Op 33 autobussen is nu een asbestvrije remvoering toegepast. Maar, dames en heren, het is een zaak van vallen en opstaan.

Ook vandaag de dag geven asbestvrije remvoeringen meer problemen dan andere. De materiaalprijs is hoger en de montage luistert nau-wer. Niettemin zijn wij van mening, dat het doel zo belangrijk is, dat wij doorgaan. Natuurlijk hebben wij nog bussen met asbesthoudende

(46)

47

-remvoeringen, doch die voeringen bestellen wij op maat en we be-werken het materiaal niet meer. Schuren en frezen doen we· dus wèl aan asbestvrije remvoeringen maar niet maar aan asbesthoudende remvoeringen. Op de bussen die wij hebben, kunnen wij als proef asbestvrije remvoeringen inbouwen. Autobussen kunnen we vandaag de dag nog niet kopen met asbestvrije remvoeringen. Ook door de fabrikant van het buschassis worden proeven gedaan. Hun conclusie luidt: "de levensduur van asbestvrije remvoeringen is gelijkwaardig aan die van asbesthoudende remvoeringen. De meerprijs die voor asbestvrije remvoeringen betaald moet worden maakt het nog niet aantrekkelijk over te gaan op asbestvrije remvoeringen. Van de drie beproefde asbestvrije remvoeringen voldeed er één zonder noemens-waardige technische problemen. Op dit moment achten wij het nog niet wenselijk om integraal over te gaan op asbestvrije remvoerin-gen. In de toekomst zal de kwaliteit van asbestvrije remvoeringen nog toenemen, daar er vanwege de steeds belangrijker wordende milieuaspecten alleen nog maar asbestvrije remvoeringen verder uitontwikkeld worden. Over enkele jaren zullen er alleen nog asbest-vrije remvoeringen verkrijgbaar zijn". Ik moet u zeggen, dat uit gesprekken die daarna gevoerd zijn, ik persoonlijk de indruk heb, dat de tijdsperiode die in dit citaat genoemd wordt wel mee zal vallen. Op grond van onze proeven zou een optimistisch gestelde conclusie als volgt kunnen zijn: bij een aanschaffingsprijs die op dit moment nog aanzienlijk hoger is bij asbestvrij ten opzichte van asbesthoudend kan de einduitkomst toch ongeveer gelijk zijn, omdat de standtijd wellicht kan komen tot het dubbele en omdat de kosten van een tussentijdse montage van een nieuwe serie remvoeringen kan worden uitgespaard.

Tot nu toe heb ik alleen gesproken over autobussen maar in mijn inleiding heb ik u ook genoemd aantallen metro's en trams. Wel, bij onze railvoertuigen' is het zo, dat alle trams, metro- en snel-tramrijtuigen die we op dit moment in gebruik hebben, zijn voorzien van schijfremmen en op deze voertuigen bevinden zich dus geen

(47)

48

-remtrommels. Er is dus ook niet de noodzaak van het bewerken. De remblokken kunnen in- en uitgebouwd worden zonder dat er verder aan het materiaal zelf behoeft te worden gewerkt.

Wij gaan thans over naar de asbestvrije remblokken.

Hoewel in de uitnodiging van vandaag alleen zijn genoemd remvoe-ringen bij de RET wil ik toch ook wel graag een paar andere punten aansnijden die betrekking hebben op het materiaal asbest.

U ziet, hier liggen nog mooie apparaatjes, het lijken kleine kastjes. Men noemt dat bij ons vonkenschotten; die zitten in schakelaars in railvoertuigen. Oorspronkelijk werden deze ook gemaakt van asbest,

thans gebruiken wij hiervoor asbestvrij materiaal. In onze oude

tramrijtuigen zaten wel remtrommels, maar er zat ook blauw asbest in als isolatiemateriaal. Deze rijtuigen werden ont-asbest en afge-voerd.

Een poosje geleden had ik een meneer op bezoek uit Amerika en hij wilde voor een bepaald project een oude tram kopen. Ik heb hem toen een tram aangeboden voor de prijs van één dollar. Hij vond de prijs erg laag en ik heb hem daarna verteld, dat de kosten voor het ont-asbesten dan uiteraard voor zijn rekening kwamen. Hij heeft mij toen gezegd zo snel mogelijk te zullen antwoorden wat hij van plan

was. Dit is echter al meer dan een half jaar geleden; ik heb nog niets

gehoord!

Isolatiemateriaal troffen we ook aan in onze bussen rond de leidin-gen van de verwarming. Omdat hieraan reparatie nodig kan zijn is al dat materiaal vernieuwd. Dit heeft circa drie ton gekost.

Ik wil graag eindigen met een klein stukje uit het blad "De

Veilig-heid" nr. 7/8 van 1985 "Asbest uit remvoeringen in Zweden". Daarin staat dat in Zweden de verkoop van auto's en motorrijwielen met remvoeringen die asbest bevatten vanaf 1-1-1987 wordt verboden. Het verbod zal alleen betrekking hebben op nieuwe voertuigen. Als U dan het artikel verder leest, dan blijkt dat men zich nu bezig gaat

(48)

49

-houden met kwesties als remvoeringen en koppelingen van zware voertuigen. Ook daaruit blijkt dus - zoals het ook uit onze ervaringen is gebleken - niet zo eenvoudig te liggen om dit van de ene op de andere dag op te lossen.

'Maar als ik even terugkijk naar de film "Alice, a fight for life" die

we in de pauze hebben gezien, dan zou ik graag willen besluiten met te zeggen "het openbaar vervoer op de asbestvrije toer".

(49)

50

(50)

As-best of slecht? Dhr. J. de Waal

Ex-werknemer asbest industrie

51

-Enige tijd geleden moest ik voor onderzoek naar het ziekenhuis van

de Vrije Universiteit van Amsterdam. In een ziekenzaal werden pla-fondpanelen gesloopt. Er moest aan elektrische leidingen gewerkt worden. Die panelen waren asbestplaten. En een stof dat er vrij kwam. Nou vraag ik u toch, in een ziekenhuis moeten ze toch weten hoe gevaarlijk asbest is.

Ik heb jarenlang gewerkt in een asbestisolatiebedrijf in Amsterdam. Het bedrijf verwerkt nu geen asbest meer. Maar ik heb waarschijn-lijk "asbest op mijn longen". In deze voordracht wil ik duidewaarschijn-lijk maken hoe we met asbest gewerkt hebben en hoe we achter de ge-varen van asbest kwamen. Vervolgens wil ik uiteenzetten wat het voor mij en mijn naaste omgeving betekent asbestose te hebben. Er is door mij een eis tot schadevergoeding ingediend bij mijn toen-malige werkgever. Ik wil aangeven waarom ik die eis heb ingediend.

In het bedrijf waar ik werkte kwam de ruwe asbest binnen in zakken. Met een molen werd de ruwe asbest fijngemalen tot vlokken. De asbestvlokken werden verwerkt tot zogenaamde schalen, die vaak op maat gezaagd werden voor de klant. Ook werd de asbest als vlok doorverkocht aan de klant. Of er werden isolatieplaten van gemaakt. Overal waar isolatie werd aangebracht, hitte moest worden afge-schermd, werd asbest gebruikt. In de scheepsbouw, de industrie, de

Cytaty

Powiązane dokumenty

O zaletach jego artystycznych sądzić może krytyk czeski, a sąd jego będzie pochlebny zapewne, bo Kvapil jest i rymotwórcą wzorowym i śpiewakiem natchnionym,

It demonstrated that the active protective nature of the Li ‐ carbonate leaching coatings is not limited to AA2024 ‐T3 and that it is possible to effectively protect the defect

The trial length, discount rate, and action duration length are the parameters that have a major effect on the resulting policy: control dynamics such as pitch and roll have a

The performance of the system is illustrated in fig. 8 which shows some spectra taken with different coinci­ dence conditions. A 207 Bi source was used which emits two

Влияние скорости на вероятность получения смертельных травм при столкновении пешехода и транспортного средства При

Judicial review of administrative action refers to a specific type of conflict administrative proceedings subject to administrative justice jurisdiction rules, but most of rules

While many blackouts are caused by accidents best described as systems failures, network failures due to inadequate energy – whether it be depletion of resources such as oil and

Kolejny referat obrazujący dzieje adwokatury Izby opolskiej wygło­ sił dziekan Rady adw.. Przekazał on z okazji Jubileuszu od Ministra Sprawiedliwości prof. dra