behorende'
-)
1 11
INHOUDSOPGAVE =_===_::zaz:=a_
Samenva~ting van de gevolgde werkwijze Inleiding
III Type proces
IV Be~chrijving van het proces V Balansen:
."" VI
A. Massabalana B. Warmte balans Fysische en chemiscl,1.e aspecten VII Berekening van de apparatuur:
a. reactor b. cycloon c. eerste oarbamaatontleder d. tweede oarbamaatontledér e. absorber f. vloeistof-recyclepomp g. recycle-compressor VIII Specificatie van de apparatuur
IX L~teratuur
,
Bijlage 1 Y· , X-diagram van NH
3 - H20
Bijlage 2 Flowsheet en blokschema's van de massa- en warmtebalana Bijlage 3 Carbamaatorrtleder blz. 2
3
4
5
7
12 20 2226
27
29
29
32
32
33 34••
2
-I SAMENVATTING VAN DE GEVOLGDE WERKWIJZE
Dit processchema is opgebouwd aan de hand van het patent van de Heren Cook en Mavrovic (lit. 1). In dit patent is uitgegaan van een minimale produktie van 1500 ton per dag,
teneinde voor de recirculatie van het gas het gebruik ~an een turbo- of centrifugaalcompressor rendabel te maken. Voorts is het idee opgeworpen om de reactor als ~én eenheid te handhaven, in plaats van een aparte carbamaat-en ureum-reactor.
In verband met de grote produktie en grote warmteontwikkeling zijn toch tenminste
4
parallel geschakelde reactoren nodig. Na de reactor wordt de druk gereduceerd en wordt in een cycloon het vrijgekomen gas afgescheiden en teruggeleid. De vloeietof-stroom gaat naar de carbamaatontledere. De eerste werkt bij25
atm. en ontleedt2/3
deel van het int~edende carbamaat. Uit het evenwichtediagram van NH3 - H20, kan bepaald worden wat de gas- en vloeistofsamenstelling wordt. Hieruit kan de hoeveelheid toe te voeren warmte bepaald worden. Uit de massa-en warmtebalans volgmassa-en de afmetingmassa-en van het apparaat. De tweede opereert bij
2,5
atm. en ontleedt de rest van hetcarbamaat. Uit deze ontleder wordt de ureumoploseing afgetapt, wëlke via een stripper en verdamper naar de pril toren gaat.
De gasstroom gaat naar een absorber, waarin ~ NH
3 en CO2 geabsorbeerd worden in water. De waterige oplossing wordt teruggeleid naar de eerste carbamaatontleder.
De eerste carbamaatontleder bestaat uit
5
parallel geschakelde verdamperlichamen; de tweede bestaatui~
verdampers.,/'
r~'II.
-
~
.
{
""
J.A,t-
t
~!v-1 ..,.
.
-.': ' ï , "I'
I
3
-11 INLEIDING
_a::.c= _ _ . _
Ureum is een wit-kristallijne stof. Het is weinig hygroscopisch en heeft als zodanig een goede opslag eigenschap. Het stik-stofpercentage is
46,6%,
waardoor het een interessantè kunst-meststof is. Een andere belangrijke toepassing van ureum ligt op het gebied van de kunststoffen. (Ureum-formaldehyde-hars.) Het condensatieprodukt van ureum, melamine is (wordt) eveneens een belangrijke grondstof voor kunststoffen.De technische bereidingsmogelijkheden berusten allen op de synthese uit ammoniak en kooldioxide. Er zijn eohter diverse mogelijkheden om het niet omgezette gas te recirculeren. Om enkele t'e noemenl
1. De reactanten worden als een waterige
ammoniakale-ammoniumcarbamaatoplossing gerecirculeerd. Het nadeel is, dat de conversie in de reactor daalt door de aanwezigheid van water.
2. Het ammoniumoarbamaat kan opgelost worden in een minerale olie. Een nadeel is dat de olie gedeeltelijk gekraakt wordt. Een vo.ordeel is, een hogere conversie in de reactor dan
onder 1. "t \ 0' \
!~
t.
~,~
Wil ~,,...-, : ;~l."
,
P,t --i.\,fJ \\.o<
3.
Gescheiden recirculatie van NH3
en CO2• Dit kan door ~ één van beide selectief te absorberen (C02 in methanol-amine), en daarna te desorberen.
4.
De reactanten als een hete gasstroom recirculeren (hotgas recycle process). Het is eohter nodig dat de temperatuur hoger is dan het "dauwpunt", dat wil zeggen hoger dan dié temperatuur waarbij vast ammoniumcarbamaat wordt gevormd. Dit gebeurt door adiabatische compressie van het terug te voeren gas.
--~---
---.
:t '
4
-'lIl TYPE PROCES, PRODUKTIEHOEVEELHEID EN PLAATS VAN DE FABRIEK
Di t proces is het zogenaamde '~hot gas recyole process". Het grootste deel van de niet geconverteerde reactanten, NH
3 en CO2, wordt gerecirculeerd via een adiabatisch werkende turbo- of
centrifugaalcompressor. Het overige deel circuleert als een
waterige oplossing van de absorber naar de eerste carbamaat-, ! W" , \ ~.r, - .
,
\"1~ \;1,. '\ I/f' "-,!:-').-' ontleder. ('r)v,l ,f
'v,û\ /De produktiehoeveelheid is 1500 ton/dag - 547.500 ton/jaar.
~
De plaats van de fabriek is het beste te kiezen daar, waar economische vervoersmogelijkheden zijn, bijvoorbeeld bij zeehavens of rivierhavens. Tevens is het gun~tig dat dichtbij een ammoniakfabriek aanwezig is •
•
5
-IV
BESCHRIJVING VAN HET PROCESDe reactanten worden via compressoren gedoseerd; de CO2 en NH
3
via plunjercompressoren, het recyclegas door een turbocompressor. De hoeveelheden en drukken worden geregeld. Het recyolegas verlaat de turbocompressor met een hoge temperatuur.en wordt -gekoeld door toevoeging van de koudere gasstromen van NH
3 en CO2• De verkregen temperatuur is nu 31~ C. Het gasmengsel passeert een koeler, waarna het de reaotor ~ordt ingevoerd.
\~~ ~;wl.»--\
De reactor bestaat uit vier passes. Uit de literatuur (3) is
- -.-._-._ ..
-gevonden dat voor de totale reactie een verblijf tijd van circa
~\
.~
~.
20
minuten nodig is. Uit de praktijk blijkt dat voor decarbamaat-~~,vvorming een verblijf tijd van
5
minuten vereist wordt en voor de~
I
dehydratatie 15 minuten.Hieruit volgt, dat ~~n van de vier passes dan de eigenlijke
carbamaa t "reactor" is, terwijl de andere drie de ureum "reactor" "
vormen. In de eerste pass wordt gekoeld met water, waardoor een ~ .
. hoeveelheid stoom ontstaat. In de volgende passes wordt met rt~
behulp van dowtherm A warmte toegevoerd om de dehydratatie van~ het carbamaat mogelijk te maken. De reactor werkt isotherm (1800 C) en bij 200 atm. De tempe,ratuur wordt geregeld door een
"temperature recorder controller", die de inlaatklep voor het koelmedium (water) en het verwarmingsmedium (dowtherm A) regelt.
Het uit de reactor tredende mengsel van ureum, ammoniumcarbamaat, NH
3 en water wordt ontspannen tot 25 atm., waardoor de temperatuur daalt tot 1200 C. Het is niet mogelijk om tot een lagere druk te reduceren, omdat dan Umgevolge van een lagere temperatuur kristallisatie optreedt van de opgeloste stoffen. Het gevormde gas-vloeistofmengsel word~ gescheiden in een cycloon. Het gas wordt via de turbooompressor gereoirculeerd. De vloeistof gaat naar de.eerste carbamaatontleder. Hierin wordt 2/3 deel van het intredende carbamaat ontleed tot gasvormige NH
3
en CO2, wat even-eens via de turbocompressor naar de reactor wordt teruggevoerd.6
-De ontleding van carbamaat bij 25 atm. treedt op als de o
temperatuur 130 C bedraagt.
De overgebleven vloeistof wordt nu via een tweede reduceer-ventiel ontspannen tot 2,5 atmosfeer en gaat naar de tweede carbamaatontleder. De ontledingscondities hier zijn 2,5 atm.;
o .
110 C. Het restant carbamaat wordt hier ontleed. De hoeveelheden benodigde warmte worden in beide ontleders geleverd door stoom
o
van
160 C
en6,3
atm. Deze hoeveelheden worden geregeld door middel van een "am,üysis recorder controller".I
~
t-1C
Uit de tweede ontleder wordt enerzijds de ureumoplossing
afgetapt, anderzijds het ontstane gasmengsel naar een absorber geleid. Hierin wordt het volledige gasmengsel geabsorbeerd door een minimale hoeveelheid water. De oplossing die bestaat uit carbamaat, NH
3 en water wordt nu via de vloeistofrecyclepomp teruggeleid naar de eerste carbamaatontleder. De temperatuur
o
van deze recyclestroom bedraagt
50
C. De persdruk wordt geregeld door een "pressure recorder controller".":. ~
,
.
.
';.
I " I IJ a. b. - :-.;'~ - - . -- - -
7
-v
MASSA- EN WARMTEBALANSA. Massabalans
De produktie is
1500
ton ureum per dag.1500
ton/dag.17,46
kg/sec -291.
mOl/sec· ureum. De verhouding van de molaire hoeveelheden ammoniak enkooldioxide is vier. De hoeveelheid water in het gas is te I . .~
verwaarlozen. Uit literatuur (3) vindt men een conversie
~
Af)~
van70%.
~
Hieruit volgt dat de toegevoerde hoeveelhedenmoeten z!jn& \ ~ ~ f' ~ -J i.JJ tT .of \\'t ' / /
416
mOI/seo -./1664
mol/sec-18,28
kg/sec CO2
28,30
kg/sec NH 3 Uit latere berekeningen volgt, dat tevens0,34
met het recyclegas wordt toegevoerd.
ReactorJ
Stof Invoer kgf seo Omgezet kg/sec Gevormd kgf se c
NH
3
28,30
14,18
" -CO2
18,28
18,28
.
-H20
0,34
-
5,24
, Carbamaat22,70
t
' .. '-~.~ :,; ... 11··/{1-
32 , 45
!;8 /.0 .~ /,'/ ~ r - - - \ ' Ureum-
-
17,46
"
Totaal46,92
p -25
atm.; T -120
0 C. Uitvoer kg/sec 'Ir
14,12
.
,
Y • .... 5,58/"9,75
"IJ17
,46
.,
46,91
...Beziet men uitsluitend het systeem NH
3 - H20, dan bevat de oplossing uit de reactor
73
gew.%
NH3
•
N.a de expansie vindtmen dan (lit.
4)
een samenstelling:.'
.'-~.
/
v
8
-Met behulp van:
7
98 gew.%
NH 3f
55 gew.%
NB,
in de gasfase in de vloeistoffaseLo - L
+G
enL
x-
·
xL
+yG
" 10 t?35' - () I I' I ' ; 14, }[I I .J v'. ,11. o 0 -) is: 19,70 x 0,7, ...0,~~d
"
~(19,70~G)
0,55 0, l{ { ' ) : J, n./0 C) <fl;
}/5' (}1
ti
/
/
1
Hieruit volgt de hoeveelheid NH
3
in de gasfase : ,-8,0~. l.{g sec.en de hoeveelheid
NB,
in de vloeistoffase: 6,04 kg/seo.Stof Fase kg/seo speo. vol. m'/seo Totaal volume
m'/kg !f,Á1 0,57 NB
.;
" G 8,08 0,07 ) 0,58 m'/seo H 20 G 0,16 0,078 0,01NB
3
L 6,04 2,35.10-3
-,
~4,2.10 -3,)
H
20 L 5,42 1,19.10 6,45.10-6 -3 m3/sec -3 ) 38, .10 -3 Carbamaat L r 9,75 _ 1,5.10 4,87.10-,)
Ureum L 17,46 0,75.10 -3 13,10010 Totaal 46,91 o p - 25 atm.,T
= 130 C.De invoer wordt samengesteld door de vloeistofstroom uit de cyoloon en de reoyclestroom uit de absorbero Gesteld wordt
---da,t2/~ deel van de aangevoerde hoeveelheid carbamaat wordt ontleed.
~
,
••
-
9
-Het circuit waarin de twe~de o~tleder, absorber en pomp U ~" ... "',II{"...
is opgenomen, is gesl_oten./ Dat wil zeggen dat in de eerste carbamaat-ontleder evenveel ontleed wordt, al~ uit de cyo}oon wordt aangevoerd. Dit is 9,15 kg carbamaat per seconde.
Uit de absorber wordt dus 4,875 kg carbamaat per seconde aangevoerd.
De totale invoer
.,
..
'I
-I
Onder de heersende omstandigheden volgt voor de dampsamenstelling
Cl :
.~
" .~
uit het H-x diagram voor~~ H20 (lit. 4) dat in het gasmengsel 4 gew.
%
H20 aanwezig is'o ----
,---Stof Fase massa in epec. vol. kg/sec. m
3
/kg. VOlume/sec in m3/sec. Totaal G-volume/sec: in m3
/sec NH3
G 4,25 0,01 0,298 ~----~----+---+---~---~) CO 2 G 5,50 0,028 0,154 0,466 ~----~~--+---~---r---~) H20 G 0,18 () , q 3 0,078 0,014 INH
3
L 11,58 H20 L 21,00 ~!: ~~#>,
_~I
---
a.l.?
)
(..e__ ,k. I I pI')Carbamaat L 4,815
-
"-'/~,Pl' Ureum L 11 ,46 /I
~!'J(
~ -.-.,.-.. ,.;. , -.'
.'
--- - - - -\ 10 -d. Tweede Carbamaatontleder ~
---o p - 2,5
a tm • ; T - 11 0 C ."..---De berekening is analoog aan die van de eerste ontleder.
Hierbij is echter nog een ontspanningseffect aanwezig, waarvan
de berekening gelijk is aan die van de eerste reductie.
?
._
(j~1/.
. , ' i...'(~;:.;.,
•,
9
11JA~~
~J~-
.
II,~
_
~.(,-
.I!j'»
~;/
.
~V_-
'l--;~P,
,
~",
,
-w
Samenstelling gasfase:
NH,
~~4
kgf sec~oor
expansie + 2 ,~
12? kg/sec' door~
cyv
.
~~
.,.,
1..[
J
Clf' J 11--~ar~maatontle.dj.ng -
7,6
6
5
kg sec NH3• /f-v<,~.tl
CO
2
2,75
kg/sec door ontleding van het carbamaat.H
20 3,12 kg/sec door expansie.
~Pz:.-X$t.f
71'
.:-2)/.tCf./1f---:-de vloeistoffase is dus aanwezig:
e. Absorber 6,04
17,46
17,88
kg/sec kgf sec kg/sec p -2,5
atm. ; T - 600c.
~H3 ureum H20. _rf'~
Berekend moet worden hoeveel water er nodig is, om het ,
-n
l
'
k
lvolledige gasmengsel te absorberen. Deze hoeveelheid is _~~f.~
minimaal
15,76
kg/sec H20. Omdat in de invoer van het gas
alreeds 3,12 kg/sec H
20 aanwezig was, is de hoeveelheid
suppletiewater
12,64
kg/sec.Er is een re flux-verhouding Van 1 : 2 aangenomen.
--- --~---J ) 1 I. ') , . /
..
- 11-De massabalans ziet er dan als volgt uit:
Stof Invoer G Invoer L Supple- Afgas Afvoer massa via
kg/sec re flux tie L kg/sec bodem pomp
terug-kg/sec kg/sec kg/sec geleid
kg/sec NH 3
'1
2,77 0,002 8,31 5,54 7,665 \ -CO 2 2,75-
-
-
-
-H~r
3,12 7,88 12,64-
23,64 15,76~ I 2,437 7,31 4,875 Cafbamaat-
-
-Inert-
-
0~005 .- 0,005-
-r)
~'" J ~-
.13
08
2,J6
L1• \#" 'f). ;Ytr· ~~ ~~ I,.7
I
I ( "Door de recycle~ompr~ssor wordt een stroom van:
t
.
h,
I I12,33 kg/sec NH 3 ) 5,50 kg/sec CO2 gecirculeerd. ) 0,34 kg/sec H 20
Hieruit volgt, dat door de doseringscompressoren van NH
3
en CO2respectievelijk 28,30 - 12,33
=
15,97 kg/sec en18,28 - 5,50 - 12,78 kg/sec geleverd moeten worden.
De "overall" massabalans is nu:
~ De Ingaande stroom De Uitgaande stroom 41,39 kg/sec.
-
41,38-
kg/sec. 13/)33-/3,
oP?
/2/ i t / j ., ~'} . ..: I, / , .~ t-'r1TJ-3'71 l-t,. _ .. "-,~I
- 12
-B. Warmtebalans
De enthalpie is gekozen ten opzichte van de standaard toestand p - 1 atm. ; T - 200 C.
a. Reactor
De totale reactie wordt weergegeven door:
----~-- ~
2 NH
3 + CO 2 ~ NH 2 - COONH4 ~ H20 + NH 2 - CO - NH2
~36,8 kcal/mol. t
4,5
kcal/mol.Jo
We bezien in eerste instantie de eerste pass in de reactor, de zogenaamde carbamaat-sektor (p
=
200 atm. ; T D 1800
C.).
Er worden 416 mal/sec carbamaat gevormd.
W
De vrijgekomen warmte is 1,53 x 10
4
kcal/sec. :Ingevoerd wordt : 1664 mól1iH31;'~-;~---_<O_'--'-~
-185 20 / ' 66 /
H
200 '- H1 ... 0,910 kcal mol. H ~ 0,910 x 1 4 - 1514 kcal sec.
--_.'
alsmede : 18,28 kg/sec CO 2
H
185 200H~O
..
18,0 kcal/kg.H ..
18,0 x18,28-.
~29 Kcal/sec. TotaalUit de eerste pass moet worden afgevoerd:
----
-I .. 1843 kcal/sec I ,.. 1141
kW. {.
, .~: 832 mOl/sec H ... 83.2 x 0,910..
757 kcal/sec •. · Carbamaat : H -P
c AT ~., ... ", .... . . . m p \Jç H - 32,0· x 0~41 x 7 Totaal 0,' .. 2857 .---_
.. -., kcal/seo. .. 12000 kW. 160 .. ,2100 ma.l/sec!.
7
7 '//
~~!
/ 0 7 ., I (JVt/'''-.1
f'.
, " .6. ',
~}
IJ..
13
-De af te voeren hoeveelheid warmte is:
~
--( 1843
+1,53
x104 - 2857
11
.' lt
t1-~'Gekoeld wordt met water van
50
~
C,
wàt stoom-1'--1/
en
2,5
atm.Voor wate'r geldt :
H~ ~§
'
-De massastroom water is:
~ m AH -
60000
kW
Overige passes, ~ \ Ingevoerd wordt12000
Kw. --Uitgevoerd wordt, NH3
H-Carbamaa t: H=~mCpAT20
/
H1 a 6~kcal kg... 9,75
x0,41
x160
o levert vant25 C.
757
kcal/sec.-
640
kcal/sec. Ureum H=~ c AT=17,46
x0,32
x160
cz894
kcal/sec. m p H20
: H~~ m p c AT -5,58
x1
x160 -
895
kcal/sec. Totaal-
3186
kcal/sec- 13381
kW.Reactiewarmte bij de dehydratatie:
In de drie passes worden
291
mOl/sec carbamaat omgezet totureum.
/
De benodigde 'reactiewarmte is:
291
x4,5
a1310
kcal/8ec D5500
kW. ,6881
kW.De toe te voeren warmte is dus:
5500
+(13381 - 12000)
D-
~-~-
---r-De totaal aan te voeren warmte bedraagt
liet w!J~te~.e~~.~dop~e7ylak ~.: 2
4. x
30
'
x :1,~7 x0,2255 - 3960
m •tI(
., ..:;:...J.
De~tötale warmteoverdrachtscoëfficient wordt op
150
Hieruit volgt:.
AT
gem
.. 6881
3960
x x150
103
/ 20
14
-Als de inlaattemperatuur van de dowtherm op 2100 C wordt
gesteld, dan is de uitlaattemperatuur 1850 C.
-De massastroom wordt dan:
~w
c AT p b. Ammoniakscheider-
6881 x- - - =
2,21x 10'x 25 o p • 25 atm. T - 120 C.Uit het H - x diagram .voor NH, - H20 volgt:
1)
Voor de ga.fase:"
q
H120 _ 462 k_cal/kg. Totaal: 8,24 kg
25
H2 - 8,24 x 462 - 3804 .;Voor de standaard toestand:
)
.'
"
~J!f
'l
(
!
20 /
H20 : Hi 20 -0,16 x 1096 x 0,557- 98 kcal Bec)H20• '950 kcal/sec.
-NH,
IH
1 -8,08 x 656 x 0,557-2952 kcal/sec. 1 AH ... 754 ,kcal/sec - 3170 kW. 2) Voor de vloeistoffase: 120 H25 - 136, kcal/kg. H20 NH 3 Ureum Carbamaat 5,42 kg/sec H120 136 x 6,04 ks/sec) 25 -H20 1-
7 x 11,46..
11,46 '"' ~H -1555 kcal/sec. - 8Q, kcal/ seo. ,- -1475 kcal/seo.-
--: H - ~ m 0 ~T - 17,46 x 0,32 x 100 - 558 koal/seo. p : H - ~ m c 4T p - 9,75 x 0,41 x 100 - 400 koal/8~c.Totaal voor de vloeistoffaae: H - 2433 kcal/sec. - 10204
(Enthalpie)G + (Enthalpie)L - 3~70 + 10~04 - 13374 kW.
~--kW.
Voor de exparrsie was reeds berekend : H
---
-i
II
\15
-Cy Eerste Carbamaatontleder o p -25
atm. ; T=
130
c.
Op de eerste plaats moeten twee stromen opgewarmd worden o
tot 1 ?_C.
Stroom I van
120
0 -130
0 C; dat wil zeggen:Benodigde warmte : ~ CAT.
m p
NH;
6,04
X0,665
X10 -
40
H20
5,42
x1
x10 -
54
Carbamaat9,75
x0,41
x10 -
40
Ureum17,46
x0,32
x10 -
55
189
Stroom 11NH
3
5,54)
x80
x1,03 0:1755
H2
0
15,76
Carbamaat4,875
x0,41
x80 - 161
kcal/sec. kcal/sec. kcal/sec. kca.l/sec. kcal/sec. kcal/sec. kcal/sec. Totaal2105
kcal/sec.Voorts wordt
9,75
kg/sec carbamaatontleed, dat is :
125
mal/sec.De benodigde warmte is:
125
x36,8
-4610
kcal/sec.fa"
3)~
Totaal nOdig
6715
kcal/sec -2
8
200
kW.Voor de verdamping van
0,18
kg/secH
2
0
is nodig:0,18.
x500
x3,7
-
333
kW.De enthalpie van de vloeistof- en de gasstroom kan analoog aan de berekening van de ammoniakscheider bepaald
We vinden:
wJ.
.
/
HGas - 3204
kW.HL
-19150
kW. 2-~
~
çtJ
In:
102.. II2q73
2.&~33 worden.I
i
I
I.
16 -d. Tweede Carbamaatontleder o p - 2,5
a tm • ; T=
11 0 C •Er komt nu een hoeveelheid warmte vrij, omdat de vloeistof afkoelt van 1300 C --+1100 C. Dit is ~mCpllT NH, 11,58 1 21,00) x 1,07 x 20 0:
696
kcal/sec. H 0 2 Ureum 17,46 x 9,32 x 20-
112 kcal/sec. Carbamaat 4,875 x 0,41 x 20-
40 kcal/sec. 848 kcal/sec. Nodig: 1) ontledingswarmte carbamaat : 62,5 x 36,8 - 2300 kcal/se~! -~---... --.-... - .. --_. ~.-2) verdampingswarmte van: H 20 3,12 x 539-
1682 kcal/se.c.NE,
5,54 x 255-
1413 kcal/sec. 5395 kca.l/_ec. -_.~._----.-.. Totaal nodig ( 5395 - 848 ) 4,19 - 18790 kW. De enthalpie in de gasfase is : 16848 kW. De enthalpie in de vloeistoffase is : 11432 kW.h~·.V):
J.vv
I
9
I
')\)
IVvJ
.
~
~
lP
710
tc.~
I
~1-..trv J..{,4l . /17
-e. Absorber
p - 2,5 atm. , T c 60
0
c.
De enthalpie van de ingaande gasstroom is 16848 kW.
In de absorber vindt een absorptie plaats waarb~j vrijkomt:
/ / \ 5,54 x 12 ~ 3911
I
10-3 : I"
.;/ \, 11 x " " kW.Hierin ie de abaorptiewarmte van ammoniak 12 kJ/mol. Voorts komt aan reactiewarmte vrij:
62,5 x 36,8 x 4,19 - 9660 kW.
De enthalpie van het suppletiewater is nul (standaardtoestand). De enthalpie van de reflux ie 1487 kW. ~
De ènthalpie van de uitvoer is 6026 kW. ~
Door middel van koeling moet afgevoerd worden:
(16848 + 3911 + 9660 + 1487 - 6026) kW - 25880 kW.
In de koeler bij de absorber moet worden afgev.oerd:
6026 - ( 1487 + 2937 ) - 1566 kW. o
Hiertoe wordt AT gesteld op 20 C.
De benodigde hoeveelheid koelwater iBdanl
~
____ 1_56_6 _ _ - - 18,7 kg/sec. m~:
Ib
8c.18
~~ ,I~bbO
I
lff}
7
/3
I
~Ob 4,2 x 20lAAA
2~.eoo
6.02-b
---
J
'
,
'-
:
-
q
~,
..
~
,
,. ! / ; .' 'I
I
,I
'
I
I I i f. - 18-.,.J
v
\'\\
2~~E~~~~~::~:!
(adiabatische compressie is verondersteld),Q."
t
i ..
,J\
tf~
·
((t
~.\.
\~.
1) De recyclecompressor bestaat uit 2 in serie geschakelde
~
compressoren. De inlaat-temperatuur voor de eerste compressor is 1260 C. Bij een drukverhouding van 2,73 is deu~tlaat-o
temperatuur 315 C. Er moet nu afgekoeld worden, andere wordt de eindtemperatuur te hoog. De inlaattemperatuur van
o
n
het gas naar de tweede compressor is 200 p;,-;:te'fitlaat- . I
f~ ~JJ..'
temperatuur 5000 C. De enthalpie van het ~s ii: , _ . ,
Bijdrage van 726 mol. ammoniak per seconde Bijdrage van 5,50 kg. kooldioxide per sec. Bijdrage van 0,34 kg. water per seconde
I
hrl
t..;,
~
1A
.
(~}.kV
..
'
Totaal____ J )'"1A..r )
2) Voedingspomp van het kooldioxide.
De drukverhouding is
5.
De verhouding ~ - 1,4 • Cv 6700 kW. 645 kW. 197 kW. 7542 kW..Hieruit volgt dat als de inlaattemperatuur 270 C is, de o uitlaattemperatuur 200 C bedraagt. Enthàpie inlaatgas: ~ c'6T - 12,78 x 0,40 x 7 x 4,19 = tJa
kW
.
mp Enthalpie uitlaatgas, H200 200H~O
_ 20 kcal/kg. H - 20 x 12,78 x 4,19 - 1079 kW.3)
Voedingspomp van het ammoniak.De drukverhouding is ook 5. ~ - 1,58.
o
Hieruit volgt dat met ee~ inlaattemperatuur Tan -11 C, een uitlaattemperatuur Tan 2000 C wordt bereikt.
:. ~.
19
-Enthalpie inlaatgas:
cf
m XAH .. 940 x(-0, 607)x 4,19 .. - 2390 kW. Enthalpie van het uitlaatgas:cf
m x ~H .. 940 x 0,890 x 4,19 .. 3502 kW.D e t t 0 a e 1 gass room t h ee ft een empera uur t t van 3160 C en een warmteinhoJd van 12123 kW.
In de gaekoeler moet worden afgevoerd:
12123 ~ 7441 .. 4682 kW.
De temperatuur van het gas na de koeler bedraagt 1850
c.
De af te voeren warmte wordt benut om stoom te produceren van
, 0 p - 2,5 atm. en T - 125 C.
De verdampingswarmte voor water van 2,5 atm. en 1250 C is 600 kcal/kg, Voor de koeling is nodig: ~.. 4682 .. 1,86 kg/sec. ~"'lJ~ m 600 x 4,19 " "~ / .: .,t.. ,', ,
.
'
... .;I
'
I
':.'
- 20
-VI
PHYSISCHE EN CHEMISCHE ASPECTEN__
=~===========B=~==~_=_______ =
/
;' ,
De synthese van ureum uit ammoniak en kooldioxide verloopt in twee '
stappen.
... NH
2 - CO - ONH4
_oc-_
....
H20 + NH2 - CO - NH2ammoniumcarbamaat ureum
De eerste reactie is exotherm en de reactiewarmte bedraagt 36 t 8 kcal/mol.
".:
"",
De tweede reactie is endotherm, de reactiewarmte is
-4,5
koal/mol.De
snelheid van de carbamaatreactie hangt ongeveer kwadratisch af van de druk en is evenredig met de temperatuur. De reactie-snelheid kan weergegeven worden door (lit..
3) :
x - a.S (p2 _
p~)
waarin log a - B 1530
T
v
De activeringsenergie bedraagt 2,42 kcal/mol.
x
-p ..
de hoeveelheid carbamaat gevormd (g/hr) • de druk in de reactor (atm.)
de evenwichtsdruk (atm.)
een constante, varierend tussen O,~5 en 0,40
Het is technisch gezien, belangrijk om bij een hoge druk en
. , '\ .. , ,,'::.. ",- .. ,,:,~',,'-.. , ,,:,~',,'-..,,:,~',,'-.. <:.::~ ~
. '\'\)j
a ' ..... ~~,,~~.·i; ~;.;:~ ~-temperatuur te werken. ~ondities worden gekozen I
" , '
~~
: ; : : : : 1 e
a;::::::.
eenverbl
~
mjd
van ongeveer5
minuten en 1.~::~jl~
o \ -~"--"'---"
p - 200 atm. , T - '180 C. ~, .
-Met betrekking tot de
verb1ijft
~
jd
moet het volgende nogopgemerkt
':/f~
worden: \
\ ,
.~ ~" ?'.:
'.
- 21
-De reactanten worden in bovenkritische omstandigheden gedoseerd. De reactie van vloeibaar ammoniak en vloeibaar kooldioxide verloopt snel. Als de ammoniak en kooldioxide gasvormig zijn dan is de
reactie aanmerkelijk langzamer. Men kan nu echter niet van zuivere vloeistof of zuiver gas spreken en het is dus de vraag hoe snel de reactie in dit geval verloopt. Eveneens moet men, het bovenstaande in aanmerking genomen, voorzichtig zijn met de keuze van de warmteoverdrachtscoëfficient. Deze is daarom op 1000 wjm2•O
c
(lit. 9) en de verblijf tijd in de carbamaatsektor op 5 minuten gesteld.De omzetting van het carbamaat tot ureum en water hangt af van diverse faktoren. Uit lito ~4~~,;t,berekend worden dat met een moleculaire verhouding van •
Vi" \
en
de conversie
70%
bedraagt.~
De benodigde verblijf tijd is
15
minuten.De ontleding van het carbamaat tot gasvormig ammoniak en koolzuur hangt af van de druk en temperatuur.
Bij
25
atmosfeer is de ontledingstemperatuurT -
1300c.
Bij2,5
atmosfeer is'de ontledingstemperatuurT -
1100C.
De corrosieproblemen zijn bevredigend opgelost door gebruikmaking van het
R.V.S.
316. Dit staal bestaat uit (lit.2)
I(16 - 20)
%
Cr(10 - 14)
%
Ni(1,75 - 4,0)
%.Ko
ofZa
,0,1
%
CZeer schadelijk voor de apparatuur is de aanwezigheid van zwavel (voornamelijk in de vorm van H
2S), dat in het CO2-voedingsgas aanwezig kan zijn. Zuurstof injecties verhogen de corrosiebestendigheido,
.. ;j
"
"
.. ~.
---
---II
I
I " 1 \ - 22-VII BEREKENING APPARATUUR
_~================z==
a. De Reactor
Het is van belang dat de reactie isotherm verloopt. In verband
met de grote warmteontwikkeling wordt de reactor gedimensioneerd als warmtewisselaar. De reactie vindt plaats in lange pijpen, waaromheen het koelmedium stroomt.
Uit VI volgde, dat de verblijf tijd 20 minuten moet zijn
( 5 minuten voor de'eerste reactie, 15 minuten voor de tweede ).
;
In verband met de warmteoverdracht is het noodzakelijk, dat in de buiereactor de stroming turbulent is. Dit houdt in dat de
vloei-stofsnelheid tenminste 0,1 m/sec. moet bedragen. Dit gegeven,
~
~
gecombineerd met de verblijf tijd van 1200.sec.,levert een buis-~
, lengte van 120 m.Zo
~tor
is niet aantrekkelijk. Een~J
,
oplossing is gevonden in een reactor, bestaande uit 4 passes. )
De reactorlengte is dan 30 m. A&ngezien op het deksel van de
-"
- ,reactor een druk van 200 atm. staat, is de diameter
gebonden aan een maximum afmeting. Dit houdt in dat maar een
'---bepaald aantal pijpen per pass aanwezig kunnen zijn.
, ;.
.. ~~
Uiteindelijk moeten 4 reactoren gebruikt worden voor de produktie
van 1500 ton/dag. . .. ~~
Berekening ( lito 6)
Stof Gemiddelde Spec. vol. Verblijf tijd Vol. m3 hoeveelheid m3/kg. ,5« c.. in reactor NH 3 14,12 0,00471 1200 79,70 ~j;~. H20 2,96 0,00099 1200 3,50 Carbamaat 21,10 0,0005 1200 12,66 " , ' " " Ureum 8,73 0,00075 1200 7,86 " Totaal 103
72
~~
~
j,
' , . " .',
.
)f'~t'
·7i
I
t,:l'
.
- 23 -
c/ •L-r;
fI.J./" \--
r'"'
~
~
t-.p}.~'
'J(Y.
V ·- . f ~ ~ ,..,' y- Het benodigde warmtewisselend oppervlak (lit. 8).
i
, . . - -_ _ _ _ __ _ _ _ _ ~_~ .. _~ _ _ _ w .. ~.~ ... ,~_"'._. ...
De af te voeren hoeveelheid warmte ten gevolge van de exotherme reactie bedraagt 60.000 kW. Deze hoeveelheid wordt afgevoerd met
o 0
behulp van water van 50 C, dat omgezet wordt in stoom van 125 C en
2,5
atm.Het logarithmisch temperatuurgemiddelde over de reactor bedraagt:
~T gem.
-
130 - 60ln
.12Q
60o
- 84
c.
Voor de totale warmteoverdrachtscoëfficient wordt 1000 wjm2.oC genomen. Hieruit volgt het totale benodigde oppervlak:
6
x 107
At - 84 x 1000
- 715
2
m •
De ~xotherme reactie treedt op in de eerste pass van de reactor. Het warmtewisselend oppervlak in deze eerste pass moet derhalve
715
m2 bedragen. Het is niet mogelijk om~én
reactor te gebruiken, omdat de grote hoeveelheid pijpen, die nodig zijn om aan boven-staande te voldoen, een reactordiameter oplevert van 6,50 m. Door optimalisatie, betreffende 1) aantal pijpen2) diameter van de pijpen
3) reactorvolume
4) diameter van de reactor,
wordt gevonden, dat tenminste vier reactoren gebruikt moeten worden.
De eerste pass moet dus nu een warmtewisselend oppervlak hebben van:
715
4
"dl
t.-.- 24 ~
Het totale volume van de reactoren bedraagt 103,72 m
3,
zodatde inhoud van de pijpen per reactor per pass 103.72 -
6,48
m3moet zijn. 16
/
!
Door _~Ei_~~ and error is gevonden dat voor een aarmemeli,jke
reactordj ameter het beste pijpen gekozen kunnen worden met een
\.J~k
inwendige diameter van3".
De hoogte van de reactor bedraagt
30
meter, omdat de stroom-snelheid in de pijp (0,1 m/sec) en de verblijf tijd per pass:-:-...
-:;~joeI';"~~-(300
sec.) vastliggen. 'Uit het benodigde volume van een pass e? het pijpvolume volgt nu voor het aantal pijpen per pass:
Tt
4
2D
H.n - V tn _
4 x 6,48
_ 49
j
~
~x56
,25x10-4x30
,
y
3
/~
-~
~-11.rx
Het warmtewisselend oppervlak van de eerste pa;s'is derhalve:. '
2 A - nT1DuH -
49 x 3,14 x 0,095 x 30
-
43~ m_ _ _ r-"~
Dit is dus ruim voldoende. I,
- Bepaling van de reactordiameter.
De buitendiameter van de pijp wordt als volgt berekend:
t _
E1L
-
26-200 x 75 _
7,5
mmo2000
Er wordt een corrosietoeslag genomen van
5
mmo op de diameter.j I
,I
1j
:.j
'"I
, I'I
, -I I
I
I25
-De buitendiameter is dus:75
mm + 2 x7,5
mm +5
mm -95
mmoDe steek van de pijpenplaat is:
~---.. ~, I I I I
1,3
x95 - 123
mmoD
1=
123
x14,4 - 1770
mmoDe totale reactordiameter is dan:
D
1 + 1,5 steek + 1 pijpdiameter
-1770
+184
+95 - 2049
mm -2,05
m.b. De Ammoniakscheider
•
I
26
-De reactieprodukten uit al de vier reactoren worden naar één cycloon gevoerd.
I
I
I
I
I
De snelheid in de aanvoerleiding wordt
7
m/sec. gesteld. Het totale debiet• f is 0,62 m3/sec. Tt 2 _ a
-.
.
4 0,627
a - 34 cm. , ~', De gassnelheid in de cycloon v 2 wordt op 0,5 m/sec. gesteld. b - 126 cm. II
I
•
t
Voorts wordt aangenomen:
L - 3b L - 378 cm.
~~of
• De conische hoek is
45°.
De uittreesnelheid van de vloeistof is 3m/sec. De volumestroom
- 0,0382 m3/sec.
• • n c 2 _ 0,0382 - - c _ 12
,
5
cm.
4 3
De hoogte van het conische gedeelte L
2
...
126- 12.2-
51,8 cm. 2Dus L
1
-
326 cm.De wanddikte van de cycloon: t
-
:eD-
22 x 126 = 0,8 cmo2~ 2 x 1000 __ zu:_ .. _
27
-c. Eerste Carbamaatontlener
Dit apparaat is als verdamper berekend. Bij het ontwerpen is
de keuze· gevallen op de Vogelbusch-verdamper. Als 'ierwarmend
medium wordt stoom van 1600
c;
6,3 atm. gebruikt.Doordat bij de carbamaatontleding veel gas gevormd wordt,
is de stroom zeer turoulent en kan de warmteoverdrachtcoëfficient
ij op 1500 W/m2•OC gesteld worden.
Het totale warmteoverdragend oppervlak wordt dan:
A •
~w
UAT• 28533
x
103
1500 x 30 '" 634 2 m • _-====aNa optimalisatie werd gevonden, dat de praktische uitvoering het beste kan geschieden met 5 verdampers. Elke verdamper moet een
warmtewisseler.d oppervlak hebben van 127 m2•
De lengte van de pijpen is gesteld op 3,0 m.
De inwendige diameter is gesteld op 32 x 10- 3 m.
Het doorsnedeoppervlak is 8,05 x 10-4 m2•
Het inwendig oppervlak is 0,1005 m2/m.
Het aantal pijpen wordt dus 127 • 423 pijpen"
3 x 0,1005
Wanddikte-berekening en corrosietoeslag geven een buitendiameter
D
u•
38 mmoVoor de pijpenplaat geldt dan: Steek, t • 1,3 x 38 • 49 mmo
Diameter D • (21,16 x 49) +
(2
x ~ pijp) + (1~steek) • 1148 mmo• _:a*.:~ 1.1" .. _. m.
De diameter van de scheidingstank wordt op 2 m. gesteld.
De diameter van de gasafvoerleiding wordt op 12,5 cm. gesteld.
Het gasdebiet
=
0.466 m3/sec. v - 0,466 a 7,6 m/sec.5
g5
x ~ x 0,0157In de tank is de snelheid van de gasstrooml
---
28
-De diameter van de vloeistofafvoerleiding wordt op 25 cm. gesteld. Het debiet is:
11,58 kg/sec. NH
3
- 11,58 x 2,35.10-3
•
27,2.10-3
m3
/sec.21,00 kgf Bec. H20 - 21,00 x 1,19.10 -3 - 25,0.10 -3 m3/sec.
4,875 kg/sec. carbamaat - 4,875 x 0,5.10
-3
-
2,4.10 -3 m3/sec.17 ,46 kg/sec. ureum ... 17 ,46 x 0,75.10
-3
.. 13,1.10-3
m3/sec.Totaal 87,7.10
.
-3
m sec.3/
De afvoersnelheid is dus v - --~--~~~---877 x 10-3
5 x!: x 0,0625
4
De wanddikte van de scheidingstank is:
t ... pD
-
25 x 2002 x 1000
De wanddikte van het verdamperslichaam is:
t ... ...:;..6 ... 3,,---=x~1~1,",,5_ .. 0, 36 cm.
2000
=
0,36 m/sec.-
2~2 CID.=--====
In de praktijk wordt een wanddikte van 0,8 cm. aangenomen.
De dikte van de pijpenplaat wordt op 1,5 cm. gesteld.
In het verdamperslichaam moet 28533
5
De condensatiewarmte van stoom bij 6,3 aan 497,2 kcal/kg ... 2088 kJ/kg.
De benodigde hoeveelheid stoom is:
kW toegevoerd worden.
atm en 1600 C is gelijk
IJ -
28533m 5 x 2088 .. 2,73 kg/sec.
-
29
-De intreesnelheid van de stoom wordt op 10 m/sec. gesteld.
Het specifiek volume van stoom is
307
cm3
/g -0,307
m3
/kggDe
volumestroom is dus2,73 x 0,307 - 0,84
m3
/sec.De invoerleiding heeft dus een diameter van:
d . - \
I
4 x 0, 84 Cl33
cm. 1V·
Tt X 10De volumestroom van het condens is:
Voor de snelheid van het condensaat wordt
3,0
m/sec. aangenomen. De diameter van de afvoerpijp is dan:d • \
I
4
x3
x 1 0 -3
=3, 5
cm •u
V"Tt
x 3d. Tweede Carbamaatontleder
Het ontwerp van deze ontleder is gelijk aan het voorgaande. In verband met de kleinere hoeveelheid toe te voeren warmte zijn nu
3
verdampers nodig in plaats van5.
8. Absorber
p - 2,5 atm. ; T D 60
0
C. Reflux verhouding - 1 I 2.
A. Diameter.
De diameter wordt berekend op de loading-velocity. Met behulp van grafieken kan. de diameter afgelezen worden. Het is echter noodzakelijk, teneinde deze grafieken te kunnen gebruiken, in Engelse eenheden te werken.
I
1-!
- 30 -De gasbelasting is: NH 3 7,665 kg/sec.fa
1,55 kg/m 3)
CO 2 2,75 kg/sec.f=
3 8 kg/m 3· D 1,75 kg/m 3 , )fgem. H 20 3,12 kg/sec.f=
1,5 kg/m 3 - 0,109 lbs/cuft Totaal 13,535 kg/sec.Bodem: De dampbelasting is 13,535 x 3600 x 2,2 - 107,2 x 10
3
Ibs/hr. De vloeistofbelasting is 39,06x3600x2,2 - 310 x 10 3 Ibs/hr. ~ a (J gem.'ö,
075 e:M
- 1,2 L x ~ ~ 210 x 112=
3,48 G 107,2 Nu geldt.
.
L -F (opp.) x 1 1 x ~ ..-
g G .. F x g-Uit Perry volgt (li t. 5)
1) Voor 1" raschigringen : g1/~ .. 700 2) Voor 1,5" raschigringen;g2/~ - 800
. ' . D1 .. 377 cm. D2 - 359 cm. Voor de top geldt D1 - 338 cm ..
D2 - 324 cm. L' x
~
G g1 .. 840 F1.. Q -
g1 128 ft2• g2 .. 960 F2- Q ..
g2 110 ft2•Kiezen we voor 1" rasohigring een diameter van 380 m., dan werkt de kolom juist onder het loading-point.
- - - -- - - -- - - -
-1
1
31
-Het is misschien praktischer in dit geval drie absorptietorens te gebruiken.
De diameterafmeting bedraagt nu:
Voor 1" raschigringen voor de bodem Db
-
225 cm. Voor 1" raschigringen voor de top Dt-
210 cm. Voor 1,5"
raschigringen voor de bodem Db-
207 cm. Voor 1 ,5"
raschigringen :' voor de top Dt a194
cm.De aantrekkelijkste diameter wordt verkregen bij gebruik van
1,5"
raschigringen. De diameter van de kolom kan op 210 cm.gesteld worden.
B. Hoogte kolom.
De lengte van de kolom wordt bepaald door het benodigd aant~
H.E.T.P.-eenheden. Deze worden bepaald met behulp van de werklijn en evenwichtelijn in het vloeistof-dampsysteem
NB,
-
H20. Het aantal H.E.T.P.-eenheden is vier (zie bijlage 1) •
In overwegiqs nemend, dat de hoogte van één HO.E.T.P., met een pakking van
1,5"
raschigringen en een efficiency van50%,
~énmeter bedraagt en tussen iedere H.E.T.P. een koelingsz6ne van
0,5
meter wordt genomen, ie de hoogte5,5
meter.Daarbij moet nog gerekend wordenz
De vloeistofhoogte in de bodem van de toren z
De dampruimte boven deze vloeistof De dampruimte in de top van de kolom 2 vloeistofverdelere ( à 0,2 m. )
De totale hoogte bedraagt hierdoor
7
m.0,5
m.0,3
m.0,3
m.0,4
m.1,5
m. - - ----~----~---~---
---..
32
-De dichtheid van de vloeistof wordt op 1200 kg/m
3
gesteld. De massastroom is 26,17 kg/sec.Het drukverschil bedraagt 22,5 atm.
Het vermogen P .. ~v Il P
P ""
..
26,17 x 22,5 x 105
1200 - 49,1 kW.
Gegevens: De massastroom is 18,17 kg/sec
=
2400 Ibs/min. Het debiet is 1,046 m3
/sec.De gemiddelde kappa ..
1,395.
Het gemiddelde moleculairgewicht - 23. 60 0 De inlaat temperatuur - 12 C - 257 F.
De inlaatdruk bedraagt
25
atm'. -375
psig. De drukverhouding - 8.Uit lit.
7
volgt dat met de gegeven drukverhouding, kappa, inlaattemperatuur en moleculairgewicht, het gebruik van één compressor niet mogelijk isoDe oplossing wordt gevonden in twee compressoren, in serie geplaatst, met elk een drukverhouding gelijk aan
(8 ..
2,73.
Nu volgt voor elke compressor 'dat:1) Er
5
trappen nodig zijn.2) Het vermogen 6000 pk - 4210 kW bedraagt.
De ui tlaa ttempera tuur van de eerste compressor is
315
0 C." Er moet nu gekoeld worden, omdat anders de uitlaattemperatuur van de tweedeo
compressor te hoog wordt. Gekoeld wordt tot 200 C, aangenomen dat bij deze omstandigheid geen carbamaatafzetting plaats vindt, de uit-laattemperatuur van de tweede compressor bedraagt dan 5000 C.
- - - -- ~~ ~-~- -
33
-VIII
SPECIFICATIE VAN DE APPARATUUR
D~==============;=======:=====
1) Reactor: Vier eenheden, elk met een produktie van 375 ton per dag.
p a 200 atm. ;T
=
1800c.
2) Ammoniakscheider 2232 m3/hr.
p ... 25 atm. T ... 1200
c.
3) Eerste carbamaatontleder Vijf eenheden.
p - 25 atm. ; T a 1300
c.
4)
Tweede carbamaatontleder Drie eenheden.o
p ... 2,5 atm. J T - 110 C. 5) Absorbers Drie eenheden
p -
2,5
atm. ; T ;60
0c.
6)
Vloeisttf-recyclepomp Vermogen P -49,1
kW.7) Recycle-compressor Twee eenheden, elk met een vermogen van
4210
kW.34
-IX
LITERATUUR _==:a::;a::==a=_=1) U.S.
Patent3.200.148 •
2)
U.S. Patent2
,,
727.069
.
3) M. Frèjacques Chimie et Ind., 60 , no 2, 22(194
8 ).
4)
J.H. Perry Chemical Engineers' Handbook4
e ed. 111 -154
•. ,<
5) J.H. Perry Chemical Engineers' Handbook
4
e ed.18
30
• , ~.6)
F. Din Thermodynamic Propertiee of Gases Vol. I.7)
D.
Hallock I Hydrocarbon Processing Vol.44, 10
(okt.1965)
• 8) Prof. Ir. F.C.A.A. van Berkel: Collegedictaat Chem. Werkt. I en 11 • 9) Prof. Ir. H. Kramers: Collegedictaat FysischeTransport-verschijnselen ,
124 , (1961)
Bijzondere literatuur voor fysische constanten: A. De handboeken van Perry en Hodgman.
B. International Critical Tables.
-\
0
,
6
0., I
cl
10 I.J .. 111 I -lO-f-COMPPECSSURI:Ni I-C'TIOOiH COM- ~" PRES-SOR loOO· Ion 11'11 LOO' fá' f-R'OACT OR-I 1Îo' f-VERDAM;:>'OR-I MASSABALANS in kq!soc VER-DAMPER
WARMTEBALANS in kW. enoC.
....
/fG' UREUM D.C.M. KLEVERLAAN !lI~ .... l l!l .... I' A &a
t
R JANUARI 19661
[
~~l~
~
l
tC
[
1
C .. - - - - ~ "Ir-
I
ICIIo ,.-_ ..'--_ _ _ -=Io:::.tTfI:...-__ ---~--....J..---=.:=---o---'I~'~7. :', ~ _ _________ - ---'
'--_____
~~E.~---~---~A=O~-~---~ h''"
- - -UREUM M Y d GRAAFF VOGELBUSCH-YERpAMPER ALS AMMONIUMCARBAMAAT ON TLEDER JANUARI 1966 SCHAAL 110 STOOM A---"~"// CONDEN AT .. CIRCULATIE / / / A T , , / ~~ , , , - - - . 4 L - - -A A A - ... -., _ ...