• Nie Znaleziono Wyników

Software voor de ontwikkeling van een digitale leeromgeving

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Software voor de ontwikkeling van een digitale leeromgeving"

Copied!
46
0
0

Pełen tekst

(1)

Software voor de ontwikkeling

van een digitale leeromgeving

Auteur:

A.M.e.

van Os

(2)

WTM-series

1. WORK MOTIVATION AND CHANGE IN EASTERN EUROPE

Edited by A.

G

.

Arnold, J

.H

.E Andriessen & H. J. van der Horst

(3)

Software voor de ontwikkeling

van een digitale leeromgeving

A.M.e. van Os

Delft University Press / 1999

I · 1 Promet\leusp eln

2628

ze

DELfT

(4)

Published and distributed by: Delft University Press Postbus 98

2600 MG Delft The Netherlands

Telephone: + 31 152783254

Telefax: + 31 152781661 E-mail: DUP@DUP.TUDelfLNL

ISBN 90 - 407 - 1881 - 4 Copyright 1991 by van Os

All rights reserved. No part of the material protected by this copyright notice may be reproduced or

utilized in any form or by any means, electronic or mechanical, including photocopying, recording or by any information storage and retrieval system, without written permission from the publisher: Delft University Press

(5)

INHOUDSOPGA VE

1. INLEIDING

2. OPZET EN UITVOERING VAN HET ONDERZOEK

Stap 1: selectie van pakketten Stap 2: opstellen van criteria Stap 3: verzamelen van informatie

Stap 4: bekijken en uitproberen van de software Stap 5: adviseren

Opzet rapportage

3. TOELICHTING OP DE CRITERIA

3.1 Algemene gegevens 3.2 Onderwijskundige principes 3.3 De mogelijkheden van het pakket 3.4 Gebruikersvriendelijkheid 3.5 Technische specificaties 3.6 Prijs

3.7 Toekomstplannen

4. KORTE BESCHRUVING VAN DE SYSTEMEN

4.1 Virtual-University 4.2 LearningSpace 4.3 WebCT 4.4 TopClass

4.5 BSCW (Basic Support for Cooperative Work) 4.6 First CIass Collaborative Classroom

5. VERGELUKING VAN DE SYSTEMEN

5.1 Twee soorten systemen

5.2 BSCW en First Class Collaborative Classroom 5.2.1 De belangrijkste verschillen

5.2.2 Plus-en minpunten van FirstCIass 5.2.3 Plus-en minpunten van BSCW

1

3 3 4 4 4 4 4 5 5 5 5 6 7 7 7 9 9 11 13

15

17 19 21 23 23 23 23 23

(6)

5.3

5.3

.1

5.3.2

5.3.3 5.3.4 5.3.5

Virtual-University, LeamingSpace, WebCT en TopClass De belangrijkste verschillen

Plus- en minpunten van Virtual-University Plus- en minpunten van LeamingSpace Plus- en minpunten van WebCT Plus- en minpunten van TopCIass

6. CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN

REFERENTIES

BULAGEA.

Al. Uitgebreide beschrijving van Virtual University A2. Uitgebreide beschrijving van LeamingSpace A3. Uitgebreide beschrijving van WebCT A4. Uitgebreide beschrijving van Topclass AS. Uitgebreide beschrijving van BSCW A6. Uitgebreide beschrijving van FirstClass

24 24 24

25

25

26

27

29 31

31

36

41

48 54

59

(7)

1. INLEIDING

De laatste twee jaren heeft er een drastische toename plaatsgevonden in de interesse

voci~ softwareprodukten waarmee onderwijs via Internet kan worden aangeboden. Dit hangt samen met de toenemende belangstelling van onderwijsinstellingen om het web te gebruiken als medium voor het aanbieden van bijvoorbeeld cursusmateriaal, toetsen, tutorials en als medium voor communicatie. Hierin is duidelijk een opbouwende lijn te zien. Waar het web eerst gebruikt werd om roosters en korte vakbeschrijvingen te distribueren, is nu de omslag te zien naar websites waar het complete cursusmateriaal staat opgeslagen, oefeningen gemaakt kunnen worden en vakinhoudelijke discussies kunnen plaatsvinden met docenten en medestudenten. Er wordt, met andere woorden, een digitale leeromgeving gecreëerd. Eenzelfde ontwikkeling is te zien in de

softwareprodukten die dit gebruik ondersteunen. Waar eerst aparte software ontwikkeld werd om discussiegroepen aan te maken, toetsen via Internet af te nemen of informatie op het web te zetten, ontstaan nu langzamerhand uitgebreidere softwaresystemen die al deze aspecten combineren en zelfs nieuwe gereedschappen toevoegen waarmee het

mogelijk wordt om bijvoorbeeld de studievoortgang van studenten in de digitale

leeromgeving te volgen. In het studiejaar '971'98 zijn er TU-docenten geweest die

geëxperimenteerd hebben met een digitale leeromgeving of plannen hebben ontwikkeld

om hier in het studiejaar '98/'99 mee van start te gaan. Een van de vragen waar deze

docenten mee zitten is: 'Welk softwaresysteem is nu het meest geschikt om een digitale

leeromgeving mee te ontwikkelen?'

Veel pakketten die docenten ondersteunen bij het maken van een digitale leeromgeving

zijn op dit moment nog in de ontwikkelfase. Het aantal beschikbare systemen (zowel

commercieel als ontwikkeld op universiteiten) is echter al vrij groot en zeer divers van

aard. Dit maakt het lastig om een keuze te maken. Er spelen ook meerdere criteria een rol als het gaat om het maken van een goede keuze. Het is bijvoorbeeld van belang dat

het te kiezen systeem een breed scala aan gereedschappen bevat die ook nog eens

gebruikersvriendelijk zijn, zodat docenten en studenten er meteen mee aan de slag

kunnen. Het is echter nog belangrijker dat een systeem een duidelijke onderwijskundige

onderbouwing heeft zodat de gereedschappen goed aansluiten bij de door docenten gehanteerde instructievormen. In deze rapportage zullen een aantal pakketten uitgebreid

worden besproken en geëvalueerd. Aan de hand van een lijst met criteria zal vervolgens

een advies worden uitgebracht over het meest geschikte systeem voor het ontwerpen van

een digitale leeromgeving. Wij hopen door middel van deze informatie een drempel weg

te nemen voor docenten en faculteiten die met plannen voor een leeromgeving

(8)
(9)

2. OPZET EN UITVOERING VAN HET ONDERZOEK

Naar aanleiding van vragen die TU-docenten hebben ten aanzien van digitale leeromgevingen, zijn twee onderzoeksvragen voor dit project geformuleerd.

1. 'Wat zijn precies de mogelijkheden van software-pakketten waarmee een digitale leeromgeving kan worden opgezet?

2. 'Welk softwaresysteem is het meest geschikt voor docenten aan de TU-Delft die een digitale leeromgeving voor hun vak willen gaan ontwikkelen? I

Aan de ene kant is dit onderzoek dus bedoeld om docenten te informeren over de mogelijkheden van deze software, aan de andere kant is dit onderzoek bedoeld om een pakket aan te wijzen wat ons inziens het meest geschikt is voor TU-docenten om mee aan de slag te gaan. Aangenomen wordt dat docenten verschillende wensen hebben ten aanzien van de inrichting en het gebruik van gereedschappen binnen een digitale leeromgeving. Dit zal mede afhankelijk zijn van de wijze waarop zij de cursusinhoud willen aanbieden. In het keuze-proces zal hier terdege rekening mee gehouden moeten worden. Antwoorden op beide onderzoeksvragen worden verkregen via het doorlopen van een vijftal stappen die hieronder worden beschreven.

STAP 1: SELECTIE VAN PAKKETTEN

Als eerste stap is onderzocht welke softwarepakketten in onze evaluatie zullen worden opgenomen. Op basis van een korte inventarisatie in de literatuur (de digitale

leeromgeving, Mirande e.a.), op het Web (discussielijsten zoals DEOS-L en de

SUNCOO discussielijst) en bij een aantal onderwijsinstellingen (praktijkervaringen met digitale leeromgevingen bij de Hogeschool van Utrecht, Universiteit Twente en bij de TU-Delft) zijn uiteindelijk 6 pakketten geselecteerd die goed staan aangeschreven en al meerdere malen in onderwijssituaties zijn uitgetest en geëvalueerd.

1. Virtual University 2. LeamingSpace

3. WebCT (Web Course TooI) 4. TopClass

5. BSCW (Basic Support for Cooperative Work) 6. FirstClass Collaborative Classroom

(10)

STAP 2: OPSTELLEN VAN CRITERIA

Vervolgens is een lijst met criteria opgesteld waarop de geselecteerde systemen beoordeeld moeten worden. De volgende aspecten spelen hierbij een rol:

- de onderwijskundige onderbouwing

-de mogelijkheden van het systeem (voor studenten, docenten, administratie)

- de gebruikersvriendelijkheid

-de beschikbaarheid van het systeem op de diverse computerplatforms

- de aanschafprijs

- en de toekomstplannen met het systeem

STAP 3: VERZAMELEN VAN INFORMATIE

Via websites, artikelen, discussielijsten en verslagen van andere evaluatiestudies is zo

veel mogelijk achtergrondmateriaal verzameld over de geselecteerde pakketten. Ieder softwaresysteem heeft een eigen website met informatie over het produkt en links naar

aanverwante artikelen. Verder zijn er door een aantal onderwijsinstellingen

evaluatiestudies verricht en/of gebruikerservaringen verzameld. Al deze informatie wordt gebruikt om een goed beeld te krijgen van de mogelijkheden en de ervaringen met de door ons geselecteerde systemen. De informatie is verzameld in de periode maart-september 1998.

STAP 4: BEKIJKEN EN UITPROBEREN VAN DE SOFTWARE

Waar mogelijk zijn gratis versies van de software aangevraagd en geïnstalleerd. Van

twee pakketten (LeamingSpace en FirstClass) is geen gratis versie beschikbaar. Deze

zijn bekeken via demomateriaal. De overige vier systemen zijn vrij toegankelijk. In

Virtual-University, TopClass en Web CT zijn de gebruikersvriendelijkheid en het

bedieningsgemak uitgetest door dezelfde voorbeeldcursus aan te maken. In BSCW is

een iets afwijkende aanpak gevolgd omdat dit pakket anders van opzet is. Door voor

deze aanpak te kiezen worden zoveel mogelijk dezelfde gereedschappen uitgeprobeerd.

Daarnaast zijn de unieke aspecten van ieder systeem nader bekeken.

STAP 5: ADVISEREN

Op basis van het beschikbare achtergrondmateriaal, het demo-materiaal en de

praktijkervaringen met het aanmaken van een digitale cursus wordt een rangordening

aangebracht in de onderzochte systemen en wordt een keuze gemaakt voor een systeem dat ons inziens het meest geschikt is voor docenten aan de TU-Delft.

OPZET RAPPORTAGE

In het nu volgende hoofdstuk (hoofdstuk 3) wordt eerst een nadere toelichting gegeven

op de criteria waarop uiteindelijk de selectie zal plaatsvinden. Vervolgens wordt in

hoofdstuk 4 een korte beschrijving gegeven van de geselecteerde systemen, waarna in

(11)

3.

TOELICHTING OP DE CRITERIA

In dit rapport worden zes systemen beschreven. Om een vergelijking tussen deze

systemen te kunnen maken zijn zeven categorieën opgesteld waarop de pakketten

worden vergeleken. Deze categorieën worden in dit hoofdstuk nader toegelicht.

3.1 ALGEMENE GEGEVENS

Naast gegevens zoals de naam van de instelling waar het pakket is ontwikkeld en de namen en achtergrondgegevens van de ontwikkelaars, bevat dit deel informatie over het

versienummer van het pakket en de plaats waar het systeem momenteel is

ondergebracht. Het versienummer geeft een indicatie van de hoeveelheid kinderziekten

die nog in het systeem aanwezig kunnen zijn, terwijl de plaats waar het pakket is

ondergebracht een indicatie kan geven van de hoeveelheid onderhoud die nog aan het

systeem gepleegd wordt en de ondersteunings-mogelijkheden bij technische problemen.

3.2 ONDERWIJSKUNDIGE PRINCIPES

Dit deel geeft een beeld van de onderwijskundige onderbouwing van de geselecteerde

systemen. Hebben de ontwikkelaars van het systeem kennis en ideeën over effectieve

manieren van kennisoverdracht in afstandssituaties? Hoe zijn de kennis en ideeën

verwerkt in het pakket? Met andere woorden: hoe komen onderwijskundige principes

tot uiting in de functionaliteit van het systeem.

3.3 DE MOGELIJKHEDEN VAN HET PAKKET

Op deze plaats wordt beschreven wat er technisch allemaal mogelijk is met het systeem.

Om een zo goed mogelijke vergelijking tussen de pakketten mogelijk te maken, worden

zij op een aantal criteria met elkaar vergeleken.

communicatie (email, conferenties, chat)

samenwerking (uitwisselen van bestanden, het versturen van attachments en het

hebben van een 'gezamenlijk werkplek)

toetsing (verschillende typen vragen, self-assessment, automatische feedback en

(12)

extra (zoals de mogelijkheid tot het maken van persoonlijke aantekeningen, het gebruik van een verklarende woordenlijst e.d.)

De criteria 'communicatie', 'samenwerking' en 'toetsing' zijn gekozen omdat dit componenten zijn die in de meeste digitale leeromgevingen zijn terug te vinden. Bovendien lijkt uit de onderwijskundige onderbouwing van de onderzochte systemen naar voren te komen, dat deze aspecten een belangrijke bijdrage leveren aan de kwaliteit van het leren. Tenslotte is nog het criterium 'extra' opgenomen om een waardering te kunnen geven aan een aantal kleinere studentgereedschappen die toch een duidelijk onderwijskundige meerwaarde hebben. Bovenstaande aspecten geven voornamelijk een beeld van de gereedschappen voor studenten. Er zijn echter ook pakketten die speciale docentgereedschappen hebben ontwikkeld. De geselecteerde pakketten worden daarom ook beoordeeld op de volgende criteria:

ondersteunende modules voor docenten cijferregistratie

verbinding met het WWW volgen studievoortgang

Juist omdat het belangrijk is dat het opzetten van een leeromgeving niet teveel tijd en inspanning vergt, is het van belang dat een pakket gereedschappen bevat die een docent ondersteunen bij het opzetten en onderhouden van een digitale cursus. Om deze reden zijn de criteria 'ondersteunende modules' en 'cijferregistratie 'opgenomen. Verder is het erg handig als een pakket mogelijkheden biedt om gebruik te kunnen maken van onderwijsmateriaal dat al eerder met een ander pakket ontwikkeld is, of op een andere plaats op het net wordt aangeboden. Dit is de reden waarom het criterium 'verbinding met het WWW' is opgenomen in de lijst. De verbinding met het WWW maakt het mogelijk om externe Internetadressen aan te roepen. Indien een docent bijvoorbeeld gebruik zou willen maken van een eigen toetssysteem of rekenapplicatie (draaiend via Internet), dan maakt deze functionaliteit het mogelijk om dit toets-systeem of deze reken-applicatie vanuit de digitale leeromgeving aan te roepen en te gebruiken. Verder is het bij afstandsonderwijs van groot belang dat de docent zicht kan houden op de studievoortgang van individuele of groepen studenten. Om deze reden is het criterium 'volgen studievoortgang' in de lijst met beoordelingscriteria opgenomen. Tenslotte moet nog worden opgemerkt dat het niet alleen belangrijk is om te constateren dat een bepaald gereedschap aanwezig is in een pakket. Belangrijker nog is de functionaliteit van zo'n gereedschap. Bij een discussie-gereedschap is het bijvoorbeeld van groot belang dat de berichten zo worden gepresenteerd dat de discussie goed te volgen is. Ook dit aspect wordt in de beoordeling meegenomen.

3.4 GEBRUIKERSVRIENDELUKHEID

Een ander belangrijk aspect is de gebruikersvriendelijkheid van het systeem. Deze categorie wordt beschreven aan de hand van de volgende aspecten:

(13)

1. Hoe is de 100k and feel' van het systeem? Dit is een globale indicator van hoe het

systeem op een student overkomt: zijn de ikonen duidelijk gekozen? is het scherm overzichtelijk ingedeeld?

is meteen duidelijk wat studenten moeten doen als ze zijn ingelogd?

• is de navigatie door het systeem op een prettige manier geregeld?

2. Hoe wordt een docentgebruiker ondersteund bij het opzetten van een cursus? Dit is

een globale indicator van hoe het systeem bij een cursus-ontwikkelaar overkomt. Aan de hand van (beperkte) ervaringen bij het opzetten van een simpele 'standaardcursus ' wordt getracht een beeld te krijgen van de volgende aspecten:

hoe is de ondersteuning van een beginnende gebruiker?

hebben expert-gebruikers voldoende mogelijkheden om voorgestructureerde • templates aan te passen aan de eigen wensen?

• hoe makkelijk is het om de cursus inhoud op de server te plaatsen?

• heeft de cursusontwikkelaar veel technische- of HTML-kennis nodig?

3. Is het pakket makkelijk te installeren? Voor zover hier gegevens over bekend zijn, zal dit worden aangegeven.

4. Op welke manier wordt er hulp geboden bij moeilijkheden: zijn er tutorials, hulpbestanden, FAQ's, is er een helpdesk?

3.5 TECHNISCHE SPECIFICATIES

Deze paragraaf bevat informatie over de computerplatforms waarop de software

beschikbaar is. Daarnaast wordt beschreven welke software de klanten (in dit geval de

studenten en docenten) moeten bezitten om vanaf hun werkplek in te kunnen loggen op het systeem.

3.6 PRUS

Dit deel bevat informatie over de aanschafprijs van de geselecteerde systemen en de voor deze prijs bijgeleverde extra's zoals updates en technische ondersteuning.

3.7 TOEKOMSTPLANNEN

In deze paragraaf wordt kort aangegeven wat de ontwikkelaars op korte en langere termijn van plan zijn met het systeem. Hierbij is vooral van belang hoe men inspeelt op de nieuwste ontwikkelingen in het afstandsonderwijs.

(14)
(15)

4. KORTE BESCHRUVING VAN DE SYSTEMEN

De gedetailleerde beschrijvingen van de geselecteerde pakketten zijn te vinden in bijlage 1. In dit hoofdstuk vindt u een korte beschrijving van de systemen.

4.1 VIRTUAL·UNIVERSITY

Virtual-University is ontwikkeld op de Simon Fraser University, British Columbia en is

sinds 1996 in gebruik. Inmiddels is het pakket ondergebracht bij het bedrijf Virtual

Learning Environments Inc. De software is gebaseerd op meer dan 10 jaar onderzoek in netwerk-leren en mens-computer interactie. Samenwerkend leren speelt een belangrijke

rol. Dit komt met name tot uiting in de functionaliteit van het conferencing systeem en

de bijbehorende instructie-site voor docenten. Hierin wordt veel aandacht besteed aan

'peer-learning', debatteren en de manieren waarop een docent dit in Virtual-University

het best kan verwezenlijken bij studenten.

;0. L~. . _ _ Nelsnpe: UtrlulIl·U Cempus

I hok If:l(<'ildl ~ I ~ 11lt~I~LPr~~.1 (hl I @

loe.t1on;tM1p:/lYr"'.I ..... tIJ1u.tl/fiIIdII11/esHlilNIIlJLUl'lyul.wt

Figuur 1. De home page van Virtual-University

!l!

i

·)1 j

~;

.!

Als je via een Internetbrowser inlogt bij Virtual-University krijg je

een plaatje van een campus met gebouwen te zien. Door op de gebouwen te klikken (of op de ikonen onderin het scherm) ga je naar binnen zodat je cursussen kan volgen (op de faculteit) aanvullende

vakliteratuur kan zoeken (in de bibliotheek) en kan discussiëren met medestudenten (in het

conferentie-oord). Voor docenten is

er een aparte werkruimte waar zij

cursussen kunnen ontwikkelen. De diverse ruimtes zijn goed beveiligd.

Het pakket bevat een set gereedschappen voor zowel studenten, docenten als de

studentadministratie. Er is veel aandacht gegeven aan het computer conferencing

(16)

Virtual-University biedt de mogelijkheid om specifieke rollen toe te kennen aan studenten zodat zij kunnen optreden als discussievoorzitter, deelnemer of observator. Voor de docent zijn aparte gereedschappen aanwezig die ondersteuning bieden bij het samenstellen van een cursusstructuur en het vullen van deze structuur met teksten, plaatjes, audio, video, opdrachten en toetsen. Voor het opmaken van de structuur hoeft de docent geen HTML te beheersen. De cursusinhoud moet wel in HTML worden opgemaakt, maar hiervoor kan gebruik worden gemaakt van iedere willekeurige HTML-editor. Opdrachten en toetsen worden niet automatisch nagekeken door

Virtual-University. Het systeem biedt de docent of de student-administratie echter wel uitgebreide mogelijkheden om cijfer-overzichten op te vragen van (selecties van) studenten en hier grafieken van op te vragen. Versie 2.3 van het pakket is beschikbaar voor Unix en binnenkort voor Windows-NT. Zowel studenten als docenten kunnen Virtual-University benaderen met een standaardbrowser zoals Netscape of Internet Explorer.

(17)

4.2 LEARNINGSPACE

LearningSpace is ontwikkeld op de universiteit van Washington en is ondergebracht bij de Lotus Development Corporation. Het pakket is ontwikkeld volgens het uitgangspunt dat het hoogste niveau van leren plaatsvindt in een docentgestuurde omgeving waarin wordt samengewerkt in teams. Het leren in teams of groepen wordt daarom maximaal ondersteund in dit pakket. Er zijn speciale werkruimten voor projectgroepen en ook in de conferentie-ruimte kunnen teams over hun eigen discussielijst beschikken. Na via een Internetbrowser of via de speciale Notes-software te zijn ingelogd in LearningSpace (wachtwoord nodig) komt de student in een cursusruimte. In deze ruimte kan via ikonen worden doorgeklikt naar de vier basisfuncties in LearningSpace die ieder verbonden zijn met hun eigen database:

1. de kalender (met een week-tot-week cursus-overzicht)

2. het mediacenter (met achtergrondartikelen, collegesheets, externe links of oefenmateriaal) 3. de cursusruimte (waar studenten kunnen discussiëren en aan opdrachten kunnen werken) en 4. de profielruimte (waar studenten zichzelf kunnen voorstellen via hun persoonlijke homepage).

ByTitle

D»~l>tiw~o::J'i'lJlbJf~b)'M«tIl.'1'tlIl.E4P1i1htIi'O

(h.l!r:t)'l'l1t>D;~h)' ~w.n . ...,. .. "'.~ko\>! . . t. ... "'.(Jo)btl

ltlrtod~I!.OI)~h! .u.w. ... ~,V_a,)h_·tr<J.U.l

~ ·hrUloJ14~

.~ ... ITP.1.lH~'(~'U""1

~t~~r'jlA",

._ .. 11>. ~., ';",'iM ~ ... ~ lJulv')

• .u-... I' ""~ OOWlo.oul,...lio(f

Figuur 2. Het mediacenter van LearningSpace

Voor de docent zijn basisdocumenten aanwezig om snel een cursus op te kunnen zetten met een consistente vormgeving. Er is geen HTML-kennis nodig om een cursus aan te maken in dit pakket. Met 'knippen en plakken I kan vrijwel ieder bestand

(tekstverwerker, audio, video, graphics) met een druk op de knop aan een

basisdocument worden toegevoegd. HTML-conversie is dus niet vereist. Sommige basisdocumenten zijn speciaal ontworpen om externe applicaties (zoals tekstverwerkers

(18)

---~

--~----of powerpoint) op te starten. Verder wordt de docent ondersteund door de assessment manager (waar zij gereedschappen vinden om toetsen samen te stellen, gedeeltelijk automatisch te laten beoordelen en te voorzien van feedback). Het administratieve gedeelte van LearningSpace richt zich voornamelijk op het onderhouden van meerdere LearningSpace-cursussen. Voor het bijhouden van de voortgang binnen een cursus is een database voorhanden waarin de cijfers van studenten kunnen worden bijgehouden. De toegang tot de diverse LearningSpace-onderdelen is, waar nodig, goed beveiligd.

~~:~;::~.ûit« ~ C _ I l U( j, tYOTE-Ccl3( ~ ·Re::"'.JttC211.~Ic1u;o~klN;lbtllll ... 1I<'3::-C"Ol!\illnb"'\\C'Om. .. Uk OIlOe-,,:Pltuu ti!) YOt1!·My"1tó!Io"'q'"tn.OnLb)e<r.~1t

... .Wh)'o!~JI '1tt';.'lJ rob.~ \.o();~J~

" tPllf!.luof&<L'MOOC " ·WI~<l.OlJlltle_flll.:;{' DiSCunlOns tQf26.'97~WI 09U6l91A.N1tl~w O'l11jm~\U 06./t8J97.Rt~.~" Wlzm~WI 06HU97~w C6/10197~L'MóOO,~ (JSlleN1~w rsnm~tu D511819? pB/IJI.JPoJmi) osu&n Pf~JRotW~ OSIt5l97~~Roth..~ CF.J(l9I9I6.f.1l~1n:l

Figuur 3. De cursusruimte van LearningSpace

LearningSpace is in januari 1998 uitgekomen met versie 2.5. Het pakket draait op een domino-server. Studenten en docenten kunnen inloggen via de Lotus Notes Client of via standaard webbrowsers zoals Netcape of Internet Explorer. Met deze laatste twee browsers beschikt men echter niet over alle LearningSpace-functies.

(19)

4.3 WEBCT

WebCT is ontwikkeld op de Computer Science Department van de British Columbia University. Het pakket is daar op dit moment nog steeds ondergebracht. WebCT levert

een zeer uitgebreide set gereedschappen die bedoeld is om de communicatie en samenwerking tussen (kleine) groepen te vergemakkelijken: een conferencing-systeem voor het voeren van electronische discussies, een presentatiegebied op het web waar projectgroepen hun werk kunnen presenteren, een 'electronic whiteboard' en een chat-functie voor directe (reaitime) communicatie.

Na via een Intemetbrowser te zijn ingelogd kom je terecht op de welkomstpagina van WebCT waar je via een inlognaam en wachtwoord direct kunt doorklikken naar een cursusomgeving. Iedere cursusomgeving kan er anders uitzien. Docenten die een cursus

samenstellen kunnen namelijk zelf bepalen welke van de WebCT-gereedschappen zij

willen opnemen in hun cursuspagina's. De ikonen die worden gebruikt om de gereedschappen mee te representeren hebben in een aantal gevallen de unieke eigenschap dat ze van vorm veranderen als er nieuwe berichten voor een student zijn binnengekomen. Ook is het mogelijk om verschillende studenten verschillende gereedschappen of cursusmaterialen aan te bieden (maatwerk).

Wel(ome t1:l

crsc

315

Anj""fItr'lf

~

'~f'.b

'

;':~.14!;!,,/

1t"'.;.r'l'lJ;':t94

(20)

Er zijn vele handige functies ingebouwd voor studenten. Naast het al eerder genoemde communicatie-systeem en het presentatiegebied, hebben studenten de mogelijkheden om aantekeningen te maken, snel te zoeken in het cursusmateriaal en automatisch verder te gaan waar ze de vorige keer gebleven waren .

• 1f1'.0'11"~~::i.~ :,I,~<::, 1:;:,Xl:I\1~

--~.). J.nlltol~,... v" ... ohlooMl l_ ... ..,' .. " ... ~ .... :OO" 1.1.):l)I\1r--.J' C>ul,. 7.\6.'1""':1 ;lJ~.~ f"~dU~ t.3.r_ 1 I!I""~~,,," i. f'r.:>oI~~ """Ilo!)' """'''''u'''~, . eo.,.IoIJ IoC"tH ~"Igo .. .ru.t .( f;", .. ÇI'S';::~~ ~'Id:.: ...

Figuur 5. De inhoud van een Weber cursus

Voor docenten zijn er speciale ontwerpgereedschappen beschikbaar die hen

ondersteunen bij het aanpassen van de lay-out van de cursus-omgeving, het ontwerpen van de cursusstructuur en het ontwerpen van toetsen die automatisch kunnen worden nagekeken door het systeem. De cursusinhoud moet worden aangeleverd in HTML.

Hiervoor kan gebruik gemaakt worden van iedere willekeurige HTML-editor. Verder kan er zowel tekst, video, audio, externe URL's als graphics worden ingelezen en aangeroepen. Voor administratieve doeleinden wordt er per student gedetailleerde informatie bijgehouden over inlogdata en het gebruik van verschillende cursus

-onderdelen. Er is een speciale database voor het inschrijven van studenten voor een cursus en het opvragen van statistieken en grafieken van (eind)cijfers.

WebCT versie 1.3 draait momenteel op zowel Unix als Windows-NT. Studenten en docenten hebben een standaard webbrowser nodig om de server te kunnen benaderen.

(21)

4.4 TOPCLASS

TopCiass is sinds 1995 op de markt verkrijgbaar via WBT-systems Inc. Het pakket is gebaseerd op het principe van 'guided learning' waarbij collaboratieve aspecten worden

gecombineerd met individueel leren in eigen tempo. Dit principe komt het beste tot

uiting in de mogelijkheid om "acties" te ondernemen op basis van testscores van studenten. In TopClass is het bijvoorbeeld mogelijk om studenten extra individuele instructie te geven, achtergrondmateriaal te verstrekken of extra individuele

oefenopdrachten aan te bieden als zij een onvoldoende voor een TopClass-toets hebben behaald.

Na via een standaardbrowser te zijn ingelogd kom je door het intikken van een inlognaam en wachtwoord in de cursusomgeving terecht. Onderaan het scherm is altijd een contextgevoelige navigatiebalk beschikbaar die toegang verschaft tot een aantal studentgereedschappen. De basis lay-out van TopClass is echter aan te passen aan de eigen wensen

Figuur 6. De cursusinhoud van een TopClass cursus

Naast een conferencing-systeem bevat TopClass een eigen email-systeem waarmee ook attachments verzonden kunnen worden. Bij het inloggen worden studenten automatisch gewezen op nieuwe berichten. Verder houdt TopClass voor iedere student bij welke cursus-onderdelen nieuw zijn.

(22)

document rechten worden toegekend. De eigenaar bepaalt welke leden van de projectgroep iets aan het document mogen veranderen. Naast deze hoofdfunctie bevat BSCW nog een conferencing systeem om met elkaar te kunnen discussiëren over de documenten waaraan wordt samengewerkt en een handig adresboek met de email-adressen van groepleden. Tenslotte is het mogelijk om bij het inloggen direct te zien wat er sinds de laatste keer in de werkruimtes is veranderd door andere projectleden (catch-up functie).

Wó!."'U"ttnlhon ... oc cr.Blod by

~ Up/o!Kllilg.doc Ch .. god drlb\ltè.

o

upItnd/I>g.dOC droppod by lWllIil!.

lIê ~."oc renamod by JII>Is&l: IOd.y 14:11

~ _ . t f O C cn .. ;od attrtbute. by.lltl&L today 14:10

m 1IICa$$.tfOC crealed by .IltI&L today 14:10 .

mi(> _ .'. cr.Blad by·.IltI&L today 14'11

Oa.angas __ ,, _ _ :

~ _ . d o e odlted by 1IlIIIlL today 14:18

m -'AIOC c,.Blad by lilIIIll. loday 14:'Z

Figuur 9. De catch-up functie van BSCW

Versie 3.2 van BSCW draait onder Unix en Windows-NT. Gebruikers hebben een standaardbrowser nodig om de server te benaderen.

(23)

4.6 FIRST CLASS COLLABORATIVE CLASSROOM

FirstCiass is ontwikkeld door het bedrijf SoftArc dat in 1989 is opgericht in Canada. Het pakket is ontwikkeld om, onafhankelijk van het platform waarop iemand werkt, te kunnen communiceren en samenwerken op afstand, waarbij de nadruk ligt op communicatie.

Na het inloggen komt de gebruiker in de eigen home-folder, die naar eigen inzicht kan worden aangepast. In FirstClass zijn de volgende basisfuncties aanwezig: conferenties, e-mail, een adresboek en een chatfunctie. Een student heeft met FirstClass de

mogelijkheid om aan verschillende conferenties deel te nemen. Iedere conferentie heeft een eigen folder waar discussie kan plaatsvinden, informatie of huiswerkopdrachten gepost kunnen worden en bestanden geplaatst kunnen worden die door medestudenten doorgenomen moeten worden. Binnen iedere conferentie kan informatie op

verschillende manieren worden gesorteerd (op naam, datum of onderwerp).

Joe Smilh has joi ned the ehat. Joe Smilh: Hi Mary

Mug Client: Hl Joe.

Mug Client: I need to know wh.t ti me the meeti ng is.

Figuur 10. De chatfunctie van FirstClass

Verder is het mogelijk om vanuit een conferentie door te klikken naar een documenten-opslagplaats, een adresboek met email-adressen en naar de 'on-line chatrooms'. Alle informatie in de folders wordt via een vaste opmaak en structuur automatisch

beschikbaar gemaakt voor het Internet. Door het aanpassen van tekststijl en tekstkleur is het zelfs mogelijk voor docenten om commentaar toe te voegen aan door studenten ingeleverde huiswerkopdrachten. Verder kunnen studenten zichzelf voorstellen aan hun medestudenten via een persoonlijke homepage. Tenslotte bevat FirstCiass een aantal handige gereedschappen om oft-line te werken en om verstuurde berichten te 'volgen' (is het al gelezen, is er al op gereageerd?).

(24)

Virtual Leaming WebCf TopCiass BSCW First

University Space Class

Onderwijskundig ++ ++ ++ ++ ++ ++ Communicatie -email + + + ++ + ++ - conferenties ++ ++ ++ + + ++ -chat - - +

-

- + Samenwerking -uitwisselen bestanden - + + + ++ + -gezamenlijke werkplek - + + - ++

--electronic whiteboard - - + - -

-Toetsing

-versch. typen vragen - + + + -

--zelf toetsing - + + + -

--automatische feedback/correctie - - + - -

--aanpassing niveau student - - + + -

-Extra's

- eigen aantekeningen toevoegen - + + - +

--kalender + + + - -

--verklarende woordenlijst +

-

+ + -

--zoeken

-

- + - - +

-achtergrondmaterialen + + + + - +

- eigen homepage studenten - + + - - +

Ondersteunende modules + ++ ++ + -

-Cijferregistratie en analyse ++ +/- ++ ++ -

-Verbinding met het WWW - + + + + +

Volgen van studievoortgang - - + ++ -

-Gebruikersvriendelijkheid

- look and feel +/- ++ + + + ++

-ondersteuning in pakket ++ + + +/- + ?

- hulp buitenaf + +/- ++ ++ ++ ?

Technische specificaties -Unix -Domino -Unix, -alle platfonns - Unix, -alle platfonn server Windows Windows platfonns

-Windows

- standaard en Unix -standaard -standaard standaard -standaard browser -Lotus browser browser browser browser

Client

Prijs 200 student-accounts $3500 FL 1300,- $750 $4750 GRATIS FL 2860,

-(voor periode van 1 jaar) Toekomstplannen

onbekend meer realtime onbekend chat, stand- vertalen, onbekend

en alone versie vatiog en administratie voor affiine

(25)

5.1 TWEE SOORTEN SYSTEMEN

Uit de tabel komt duidelijk naar voren dat er binnen onze selectie sprake is van twee soorten systemen. Aan de ene kant zijn er de pakketten die een breed scala aan functionaliteiten bieden en die zich voomamelijk richten op het aanbieden van een complete cursus via Internet: Virtual-University, LearningSpace, Web CT en TopCIass. Aan de andere kant zijn er pakketten die zich meer richten op een specifieke

(onderwijs)taak en gereedschappen aanbieden om deze taak zo goed mogelijk op afstand uit te voeren. In onze selectie gaat het dan om de pakketten BSCW en FirstClass.

5.2 BSCW EN FIRST CLASS COLLABORATIVE CLASSROOM

5.2.1 DE BELANGRUKSTE VERSCHILLEN

BSCW en FirstClass richten zich allebei op het 'samenwerken op afstand'. BSCW legt daarbij echter meer de nadruk op het samen produceren van rapporten en andere documenten, terwijl FirstCIass zich veel meer richt op de communicatie tussen personen onderling en op de communicatie binnen groepen. In beide pakketten is het echter mogelijk om vanaf afstand met anderen te communiceren en elkaar bestanden toe te sturen.

5.2.2 PLUS- EN MINPUNTEN VAN FIRSTCLASS

Het sterkste punt van FirstClass is dat het pakket al bijna 10 jaar bestaat, geen kinderziekten meer bevat, zeer eenvoudig is in het gebruik en bereikbaar is voor iedereen met een PC en een modem, zelfs onder DOS. Het zwakste punt van FirstClass is dat er, behalve communicatie, niet veel mogelijk is. Sinds de laatste update is er een publikatiefunctie toegevoegd zodat alle conferentieberichten, bestanden e.d. ook via Internet te raadplegen zijn. Tevens is er een mogelijkheid gekomen voor studenten om zichzelf voor te stellen via een persoonlijke homepage. Indien gebruikers méér willen dan een uitstekend communicatiesysteem, kunnen zij beter overstappen op een van de andere pakketten uit onze vergelijking. Deze andere pakketten zijn wellicht wat moeilijker te installeren en aan te leren, maar bieden veel meer mogelijkheden. Als een docent of faculteit echter op zoek is naar een gebruikersvriendelijk en eenvoudig systeem om op afstand met studenten te communiceren, dan is FirstClass Collaborative Classroom een uitstekende keuze.

5.2.3 PLUS- EN MINPUNTEN VAN BSCW

Het sterkste punt van BSCW is de altijd bereikbare en voor ieder projectlid toegankelijke werkplek. Het unieke van BSCW is de mogelijkheid van versie-management. Gebruikers die een document aan willen passen werken altijd met een kopie van het origineel. Oude versies van documenten worden niet overschreven, maar kunnen te allen tijde nog eens worden opgevraagd. Op deze manier gaat er nooit informatie verloren als twee gebruikers tegelijkertijd hetzelfde document aan het aanpassen zijn. Een zwak punt van BSCW is dat het niet meer is dan een uitstekend gereedschap om documenten centraal beschikbaar te stellen en er vervolgens

(26)

aan een cursus toe te voegen. Kortom, WebCT is een pakket met bijzonder veel mogelijkheden en weinig minpunten.

5.3.5 PLUS- EN MINPUNTEN VAN TOPCLASS

De sterkste kant van TopCiass is de onderwijskundige invalshoek die zij kiezen in combinatie met de wijze van implementatie. Dit pakket heeft vanaf het begin duidelijk gekozen voor een benadering waarbij de student met zijn sterke en zwakke kanten centraal staat. Het duidelijkste voorbeeld hiervan is de mogelijkheid om extra cursusmateriaal aan te bieden aan studenten die onvoldoende hebben gescoord op een toets. De manier waarop het cursusmateriaal wordt opgeslagen en gestructureerd, maakt het heel makkelijk om individuele studenten een extra module, extra oefeningen of extra achtergrondmateriaal aan te bieden. Ook kan de voortgang van studenten goed in de gaten worden gehouden door de docent. Deze kan overzichten opvragen waarin nauwkeurig wordt bijgehouden welke resultaten studenten tot nu toe behaald hebben voor opdrachten en toetsen, en welke delen van het cursusmateriaal al door de studenten zijn doorgenomen. De toetscijfers kunnen eventueel worden geëxporteerd naar Excel om daar nader te worden geanalyseerd. Een zwak punt van TopClass zijn de

ondersteunende modules voor het samenstellen van een cursus. Deze zijn wel aanwezig, maar niet zo gebruikersvriendelijk als bij andere pakketten uit deze selectie. De uitleg binnen de modules is minimaal. Men moet regelmatig de handleiding pakken om op te zoeken waar een bepaalde optie voor dient. Daar waar andere pakketten alleen HTML-kennis vereisen bij het geschikt maken van cursusmateriaal voor het Internet, hebben TopCiass-gebruikers ook HTML-kennis nodig bij het vaststellen van de cursus lay-out. Een ander nadeel is het hoge prijskaartje. In vergelijking met WebCT is TopClass erg duur. Daarbij moet wel worden opgemerkt dat WebCT zijn prijzen berekend per cursusdeelnemer en dat TopClass uitgaat van het aantal gelijktijdige gebruikers van de server. Kortom, TopClass is een krachtig, maar duur pakket, met een duidelijk eigen onderwijskundige invalshoek. Het pakket draait op alle bekende platforms en er wordt hard gewerkt om het in de toekomst uit te breiden met extra functionaliteit. Interessant zijn de plannen voor een stand-alone versie van het pakket zodat er off-line gewerkt kan worden.

(27)

6. CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN

Nu bekend is wat de mogelijkheden zijn van de geselecteerde pakketten voor het ontwikkelen van een digitale leeromgeving, en bovendien in kaart is gebracht wat over het algemeen de sterke en zwakke kanten van deze pakketten zijn, zal nog antwoord gegeven moeten worden op de tweede onderzoeksvraag van dit project:

'Welk softwaresysteem is het meest geschikt voor docenten aan de TU-Delft die een

digitale leeromgeving voor hun vak willen gaan ontwikkelen?'

Hieronder worden twee criteria opgesomd die bij de keuze van een systeem voorop

gesteld worden. De keuze voor deze criteria wordt vervolgens toegelicht, waarna op

basis hiervan een advies zal worden uitgebracht.

CRITERIUM 1. EEN RUIM AANBOD VAN STUDENTGEREEDSCHAPPEN PASSEND BU

ONDERWIJSVORMEN DIE OP DIT MOMENT IN DE BELANGSTELLING STAAN AAN DE TU

Aangenomen wordt dat docenten aan de TU-Delft verschillende wensen hebben ten aanzien van de inrichting en het gebruik van gereedschappen binnen een digitale leeromgeving. Dit zal mede afhankelijk zijn van de wijze waarop zij de cursusinhoud willen aanbieden. Docent X wil bijvoorbeeld graag inhoudelijke informatie aanbieden via Internet en studenten de mogelijkheid bieden om hierover een toets te maken om hun deficiënties vast te stellen, terwijl docent Y met name geïnteresseerd is in de discussiemogelijkheden van het pakket in combinatie met een eigen werkplek voor projectgroepen. Het is daarom belangrijk dat een pakket een ruim scala aan

gereedschappen biedt en niet beperkt blijft tot één of twee aspecten van een digitale

leeromgeving zoals bijvoorbeeld communicatie op afstand of het hebben van een werkplek op Internet waar bestanden kunnen worden uitgewisseld. Om deze reden bieden pakketten als Virtual-University, LearningSpace, WebCT en TopClass, meer perspectief voor docenten aan de TU-Delft, dan pakketten zoals BSCW en FirstClass. Verder is het van belang dat de gereedschappen die binnen een pakket worden aangeboden aansluiten bij de onderwijsvisie van docenten en bestuurders. Momenteel

staat bijvoorbeeld het samenwerken in projectgroepen sterk in de belangstelling aan de

TU-Delft. Ondersteunende gereedschappen voor het werken in projectgroepen mogen daarom niet ontbreken. Dit argument pleit met name voor de pakketten WebCT en LearningSpace, die beide goede voorzieningen bieden op dit punt en in de toekomst nog meer voorzieningen willen gaan aanbieden. Tenslotte wordt de mogelijkheid om de

(28)

studievoortgang van studenten te volgen hier nog even aangestipt. Juist bij de introductie van een nieuwe leeromgeving hebben docenten de behoefte om de studievoortgang van studenten en het gebruik van de digitale leeromgeving te

observeren en te volgen. Indien een gedeelte van de contacttijd is omgezet in het werken in een digitale leeromgeving is deze behoefte naar verwachting nog sterker aanwezig omdat docenten minder zicht hebben op wat studenten doen. Mede hierom krijgen pakketten zoals TopClass en WebCT een pluspunt. Beide pakketten hebben ingebouwde voorzieningen om de vorderingen van studenten door de leeromgeving te volgen. In LeamingSpace is deze functionaliteit afwezig.

CRITERIUM 2.

EEN GEBRUIKERSVRIENDELUK PAKKET MET GOEDE HELPDESKVOORZIENINGEN

Het opzetten van een cursus in een digitale leeromgeving kost tijd en vaak zal er tijdens de cursus nog van alles in de omgeving veranderen om in te kunnen spelen op de actualiteit, wat een sterk voordeel van de digitale leeromgeving is. Het is daarom van belang dat een docent niet teveel tijd kwijt is aan het onder de knie krijgen van het systeem. Hetzelfde geldt voor studenten. Ook voor hen loont het werken in een digitale leeromgeving niet als zij veel tijd kwijt zijn met het leren gebruiken van het systeem. Juist daarom is het van belang om hoge eisen te stellen aan de gebruikersvriendelijkheid van het pakket. Ook goede helpdeskvoorzieningen zijn hierbij van groot belang. Bij de evaluatie van onderwijs waarbij gebruik wordt gemaakt van computers is het falen van de technische voorzieningen een regelmatig terugkerend verschijnsel. Omdat technisch falen nooit kan worden uitgesloten is het van belang dat deze problemen zo snel mogelijk kunnen worden opgelost indien zij zich voordoen. Een goede helpdesk is daarbij onontbeerlijk. Indien de in ons onderzoek geselecteerde pakketten op dit criterium worden vergeleken komen Web CT en BSCW als beste uit de bus en scoort met name LeamingSpace slecht in de technische hulp van buitenaf.

CONCLUSIE: WEBCT BESTE KEUS

Indien de 6 geselecteerde pakketten met elkaar worden vergeleken op basis van criteria die voor docenten aan de TU-Delft belangrijk zijn, blijkt met name het pakket WebCT hoog te scoren. WebCT heeft een zeer breed scala aan mogelijkheden, is

gebruikersvriendelijk en biedt goede ondersteuning aan de gebruikers. In vergelijking met de overige pakketten biedt het een uitstekende prijs-kwaliteit verhouding. Kortom: WebCT biedt ons inziens de beste keus.

(29)

REFERENTIES

Droste, J. (1998). Een vergelijkend onderzoek naar tele-leerplatforms als hulpmiddel

voor het flexibiliseren van leer- en doceeromgevingen . Centrum voor innovatie van

opleidingen, Den Bosch.

Mirande, M., Riemersma, J.

&

Veen, W. (1997). De digitale leeromgeving. Hoger

Onderwijs Reeks. Wolters Noordhoff, Groningen. Jef Moonen, werkplan Idylle

(http://www.ctit.utwente.nl/Docs/projects/idyHe/werkplan.htm)

WWW-ADRESSEN VANPRODUKTEN:

BSCW http://bscw.gmd.de/

FirstClass http://www.softarc.com/

LearningSpace http://www.lotus.com/

TopClass http://www.wbtsystems.com/

Virtual-University http://virtual-u.cs.sfu.ca/vuweb/

WebCT http://homebrew .cs .ubc.ca/webct/

EVALUATIE-STUDIES OP HET WWW

http://webclass.cqu.edu.au/Tools/

http://www8.zdnet.com/pcweek/reviews/0818/18chart .html

http://www.ctt.bc.ca/landonline/choices .html

(30)
(31)

BULAGEA.

Al.

UITGEBREIDE BESCHRUVING VAN VIRTUAL UNIVERSITY

1.1 ALGEMEEN

Virtual University is gebaseerd op meer dan 10 jaar research in netwerk-leren en mens-computer-interactie. Het is ontwikkeld door Linda Harasim en Tom Calvert van de Simon Fraser University, British Columbia en is sinds 1996 in gebruik. Inmiddels is het systeem ondergebracht bij Virtual Learning Environments Inc. Op dit moment is versie 2.3 op de markt. Meer informatie is te vinden op http://virtual-u.cs.sfu.ca/vuweb/.De informatie in dit hoofdstuk is verkregen via de Virtual-University-site, via het bekijken en uitproberen van de software en via enkele evaluatiestudies. Daar waar gebruik is gemaakt van de ervaringen van anderen wordt dit vermeld.

1.2 ONDERWUSKUNDIGE PRINCIPES

Virtual University richt zich met name op collaboratief leren. Dit blijkt uit het feit dat er veel aandacht is besteed aan de functionaliteit van het communicatie-systeem waarin het mogelijk is om specifieke rollen te verdelen onder de studenten (voorzitter, notulist e.d.) om ze te leren een discussie te leiden en te structureren. Verder is er een aparte

instructie-site waar docenten op de hoogte worden gebracht van de manieren waarop zij Virtual-University kunnen gebruiken om samenwerking onder studenten te stimuleren. Het geheel wordt onderbouwd door onderzoeksresultaten. Er is uitleg aanwezig over de volgende instructievormen :

- Peer Learning', 'Student Work Groups', 'Small Group Discussions'en 'Learning Partnerships': studenten die iets uitleggen aan medestudenten hebben een beter begrip van het materiaal. Verder zijn studenten vaak meer geneigd te communiceren in kleine groepen dan in grote groepen. Dit pleit voor het stimuleren van discussie in tweetallen en kleine groepen.

- Debatteren:' met name geschikt voor het bevorderen van kritisch denken en argumenteren.

- Rollenspelen: om toe te passen wat er is geleerd en om vanuit verschillende gezichtspunten te leren handelen.

- Simulaties: om te experimenteren in een veilige omgeving, te leren van ervaringen en theorieën toe te leren passen.

- Virtual café: om een goede communicatie te bewerkstelligen is het belangrijk dat studenten en docenten elkaar leren kennen. Een virtueel café kan studenten een kans bieden om elkaar in een informele sfeer te leren kennen.

(32)

1.3 DE MOGELUKHEDEN VAN HET PAKKET

1.3.1 VANUIT HET OOGPUNT VAN DE STUDENT

Virtual University heeft een sterke analogie met een campus. Na het intypen van een persoonlijk wachtwoord kan een student toegang kiezen tot verschillende gebouwen die ieder hun eigen functie hebben, bijvoorbeeld een café, een conferentie-oord, de bibliotheek of het cursus-gebouw. Bij iedere cursus hebben studenten de beschikking

over een aantal studentgereedschappen:

De kalender

Bevat informatie over deadlines van opdrachten.

De woordenlijst

Bevat een verklarende woordenlijst voor de cursus. Conferencing-tool

Hiermee kunnen studenten elektronisch discussiëren over cursus gerelateerde

onderwerpen. Via het conferencingsysteem kunnen boodschappen worden gepost naar

groepen (bijvoorbeeld mede-cursisten). De boodschappen worden hiërarchisch

opgeslagen waardoor de discussie goed te volgen blijft. Het conferencingsysteem van

Virtual-University heeft verder de unieke mogelijkheid om specifieke rollen te verdelen

onder studenten om ze te leren een discussie te leiden en te structureren.

-de 'creator': heeft minimaal de bevoegdheid om een nieuwe conferentie te

beginnen

- de 'moderator': kan minimaal subconferenties creëren en structureren. Degene die de conferentie creëert bepaalt wie er toegang heeft. De boodschappen binnen

een conferentie kunnen verder worden gesorteerd op onderwerp, auteur en op datum.

-de deelnemer: kan minimaal boodschappen lezen en posten - de observator: kan alleen boodschappen lezen.

Het cijferboek

Hiermee kunnen de eigen cijfers worden opgevraagd.

De printfunctie

Studenten beschikken over de mogelijkheid om alle cursus-componenten uit te printen

of lokaal te bewaren. Zij kunnen op deze manier ook offline werken.

1.3.2 VANUIT HET OOGPUNT VAN DE DOCENT/CURSUSBEHEERDER

De docent ziet in principe hetzelfde als de student, maar heeft toegang tot een eigen

werkruimte (workspace) om een cursus te kunnen ontwikkelen. Via de workspace heeft

een ontwikkelaar meer mogelijkheden en ook meer rechten dan een student. De

(33)

De 'course viewer'

Na een cursus te hebben aangemaakt, of een verandering in een cursus te hebben aangebracht kan een docent het resultaat bekijken met de 'course viewer'. Hij krijgt hiermee hetzelfde te zien als de student. Een cursus in Virtual-University bestaat altijd uit een aantal chronologische units (bijvoorbeeld weken) met een eigen onderwerp, eigen cursusmaterialen en cursusactiviteiten. De structuur bevat een algemene beschrijving van de cursusinhoud. Om bij de echte inhoud te komen moet je doorklikken op de links die in de diverse cursus-units zijn opgenomen.

• De 'course editor'

Om de cursusstructuur in te vullen wordt de docent ondersteund door de course editor. Via de editor worden voorgestructureerde velden gevuld met informatie. Op deze manier wordt de docent gedwongen om een cursus volgens een vaste opzet te presenteren en in te delen. Hierbij worden de volgende velden gepresenteerd:

1. algemene cursusinformatie (met info over de cursusnaam, vakkode, faculteit, duur, collegetijden, een algemene cursusbeschrijving e.d.).

2. gegevens over de docent

3. informatie over wekelijks terugkerende gebeurtenissen (bijvoorbeeld colleges) 4. de verdeling in units (bijvoorbeeld cursusweken) met het bijbehorende onderwerp, de benodigde materialen, en links naar online bronnen, bijbehorende conferenties en opdrachten/toetsen.

Samengevat: de course editor ondersteunt de docent bij het definiëren van de indeling, onderwerpen, opdrachten en bronnen voor de cursus. De docent hoeft hiervoor geen HTML te beheersen. Vanuit deze algemene cursusstructuur kan worden doorgeklikt naar de echte cursusinhoud.

• De 'submissionbox manager' voor cursus-opdrachten

De 'submissionbox' is een interface naar de module 'cursus-opdrachten'. Via deze module kan een docent opdrachten aanmaken, aangeven of een opdracht een cijfer oplevert, wanneer de deadline is en hoe vaak een student een opdracht mag overdoen. Verder kan de interface door de docent worden gebruikt om ingeleverde opdrachten online te bekijken en er commentaar bij te plaatsen. Opdrachten worden namelijk niet automatisch nagekeken in Virtual-University. Nadat de docent de opdracht heeft nagekeken, kunnen studenten vervolgens het commentaar op hun werk online opvragen.

• Het 'gradebook'

Studenten kunnen alleen de eigen cijfers opvragen en eventueel het klassegemiddelde bekijken. Docenten kunnen via het 'gradebook' zeer veel informatie opvragen: de cijferverdeling voor een vak, het gemiddelde cijfer, het minimum en het maximum, cijfers van individuele studenten voor individuele activiteiten en selecties van cijfers voor alle studenten in een groep. Hiervan kunnen automatisch grafieken worden opgevraagd. Op deze manier kan de voortgang van (groepen) studenten nauwgezet in de gaten worden gehouden.

(34)

• De 'course-space manager' voor het bestandsbeheer

De 'manager' (ook wel 'my files' genoemd) is een interface van waaruit docenten bestanden kunnen overzetten van PC naar de 'course-space' van Virtual-University. De meeste typen bestanden (behalve tekstverwerkerbestanden) kunnen gedownload worden: audio, video, plaatjes en tekst (HTML, txt). In de 'course-space' staan alle bestanden die een student voor een cursus moet doornemen. Deze bestanden worden via de cursusstructuur aan de student gepresenteerd.

• 'System administration tools'

Deze gereedschappen zijn bedoeld voor de beheerder van de server. Er kunnen nieuwe gebruikers mee worden toegevoegd of verwijderd, nieuwe cursussen mee worden aangemaakt, docenten en student-identificaties worden toegewezen aan specifieke cursussen e.d.

1.4 GEBRUIKERSVRIENDELUKHEID

De 'look-and-feel' van Virtual University

Door te kiezen voor een campus-analogie met een cursusgebouw, een bibliotheek e.d. weet een student snel de weg te vinden binnen het systeem. Het is duidelijk waar men moet zijn voor welke informatie. De informatie is echter niet altijd overzichtelijk weergegeven. Bij het betreden van het cursusgebouw krijg je de cursusinformatie gepresenteerd. Alles wat men moet weten is aanwezig, maar het scherm is veel te vol. Door het gebruik van voorgedefinieerde templates is het niet mogelijk hier

veranderingen in aan te brengen. Een cursusontwikkelaar moet dus spaarzaam zijn met het verstrekken van informatie.

Ondersteuning bij het opzetten van een cursus

De docent wordt via standaardstijlbladen/templates geholpen bij het opzetten van een cursus. Dit heeft als voordeel dat de docent een aantal vaste stappen doorloopt en dat hij wordt gedwongen om na te denken over de structuur van de cursus die hij wil

aanbieden. Na het doorlopen van het menu staat de cursusopzet vast en kan het opvullen van de cursus met informatie en opdrachten beginnen. Handig is dat de docent tot op dat moment niets hoeft te weten van HTML. Nadeel is dat er weinig kan worden aangepast aan de eigen wensen. Alles is voorgedefinieerd. Vervolgens moet de cursusontwikkelaar zijn cursusbestanden gaan uploaden naar de server. Het gaat hier om audio, plaatjes, bestanden met de cursusinhoud in HTML-formaat e.d. Het uploaden zelf is goed geregeld via een ondersteunend menu. Een groot nadeel is dat er in de course-space geen subdirectories kunnen worden aangemaakt. Bij grote cursussen met veel verschillende bestanden kan makkelijk een onoverzichtelijke situatie ontstaan. Na het uploaden van de bestanden naar de server moet men terug naar de cursus-editor om de bestanden in de cursusstructuur te hangen. Er is weinig technisch inzicht voor nodig (een docent hoeft bijvoorbeeld niet zelf zijn hyperlinks aan te maken), maar het is allemaal wat omslachtig geregeld.

(35)

Installatie

Hier is geen informatie over aanwezig. Hulp

Het verkrijgen van hulp is goed geregeld in Virtual-University. Er zijn uitgebreide hulpbestanden voor studenten, er is een instructie-site voor docenten met tips voor werkvormen en instructies, vragen en technische problemen kunnen gemaild worden

naar de ontwikkelaars van het pakket en er is een discussielijst voor

Virtual-University-gebruikers waar ervaringen kunnen worden uitgewisseld. Ervaringen elders

De universiteit van Texas heeft Virtual-University opgenomen in een evaluatie-studie,

samen met LearningSpace, WebCT, TopClass, Web-Course-In-a- Box, Interactive

Learning Network en FirstClass (http://www.utexas.edu/cc/cit/tools). De vele

navigatiebuttons en de onoverzichtelijkheid van Virtual-University worden als grootste

nadelen genoemd. Sterke kanten van Virtual-University zijn het cijferboek, de gebruikersvriendelijke interface voor docenten en de goede administratie-module.

1.5 TECHNISCHE SPECIFICATIES

Virtual University (2.3) draait alleen op UNIX-servers (Solaris, HP/UX en Linux).

Binnenkort komt de Windows-NT versie op de markt. Studenten en docenten kunnen

Virtual-University benaderen met recente versies van Netscape en Internet Explorer.

1.6 PRUS

Virtual-University is de eerste 5 maanden gratis uit te proberen met een onbeperkt

aantal cursusdeelnemers. Daarna zijn verschillende pakketten mogelijk. Onderstaande prijzen zijn inclusief telefonische-en email-support en ook inclusief upgrades van de huidige versie. Nieuwe versies moeten apart worden aangeschaft.

$500 per jaar t/m 50 cursistenplaatsen* $3,500 per jaar

Urn

500 cursistenplaatsen

$3,500 plus $3 per cursist voor 500-1000 cursistenplaatsen $5,000 plus $1.25 per cursist voor 1000-5000 cursistenplaatsen $10,000 US voor meer dan 5000 cursistenplaatsen

* Eén cursistenplaats kan meerdere studenten representeren. Voorbeeld: binnen 1 jaar

kunnen 3 studenten 1 cursistenplaats innemen; ieder 4 aparte maanden.

1.7 TOEKOMST VAN VIRTUAL UNIVERSITY

Het is onbekend wat men in de toekomst nog aan het systeem gaat toevoegen.

(36)

• Communicatie gereedschappen

1. Het conferencing systeem is bedoeld voor boodschappen aan groepen. Het is overal vanuit het systeem direct aan te klikken via een speciaal ikoon. Aan het uiterlijk van dit ikoon kan direct worden gezien of er nog ongelezen

boodschappen zijn. Studenten kunnen vakinhoudelijke discussies voeren met de hele groep of alleen met de leden van hun projectgroep. De boodschappen

worden netjes op onderwerp gesorteerd zodat discussies goed te volgen zijn.

Het conferencing systeem kan ook worden gebruikt als bulletin board. In dat geval worden er alleen algemene vragen of boodschappen gepost die

vervolgens voor iedereen beschikbaar worden gesteld.

2. Als een conferencing-ikoon wordt aangeroepen terwijl een student in de cursus-inhoud aan het bladeren is, neemt het systeem aan dat de student een artikel wil posten of een vraag wil stellen die gerelateerd is aan de

cursusinhoud . De boodschap zal daardoor automatisch de titel meekrijgen van en gelinkt worden aan de huidige cursuspagina.

3. Het email-systeem is bedoeld voor een-op-een communicatie tussen cursusdeelnemers. Ook hier is het direct te zien als er nieuwe boodschappen zijn binnengekomen.

4. De chat-functie is bedoeld voor realtime communicatie tussen

cursusdeelnemers. Er zijn zes chat-rooms beschikbaar: vijf hiervan kunnen worden toegewezen aan een specifieke cursus en de zesde is toegankelijk voor alle studenten uit alle cursussen. Van vier chatrooms kan een 10gbestand worden bijgehouden voor het geval de docent de uitwisselingen in de chatbox

nader wil bekijken.

• Samenwerkings- en presentatie gebied voor studenten

Projectgroepen kunnen in WebCT toegang krijgen tot een presentatiegebied voor de publikatie van groepswerk. Alleen groepsleden hebben het recht om het werk aan te

passen, maar iedereen heeft het recht om het groepswerk te bekijken. Het gaat hier om

Web-documenten en niet om bijvoorbeeld Word-documenten.

, Electronic whiteboard'

Om de samenwerking tussen studenten op afstand te ondersteunen is er een elektronisch whiteboard (vergelijkbaar met een schoolbord) waarop projectgroepen met meerdere personen tegelijk kunnen inloggen om op te schrijven en te tekenen.

• Het maken van aantekeningen

Web CT heeft de mogelijkheid om studenten persoonlijke aantekeningen aan een cursuspagina toe te laten voegen. De aantekeningen blijven gedurende de hele cursus bestaan en zijn alleen zichtbaar voor de student zelf.

• Cursus-kalender

Aan iedere cursus kan een kalender worden toegevoegd waarin zowel studenten als docenten belangrijke deadlines of andere informatie kunnen noteren. Aan het

(37)

kalender-• Woordenlijst

De student kan de beschikking krijgen over een cursuswoordenlijst. Er kan gezocht worden op letter, maar het is ook mogelijk om vanuit de cursusinhoud via een link direct naar de definitie van dat woord in de woordenlijst te springen.

• Zoeken in een index

Web CT heeft de mogelijkheid om automatisch een doorzoekbare indexpagina aan te maken. Hier staat de cursusinhoud op alfabetische volgorde weergegeven. Dit is een handig stuk gereedschap voor studenten die een specifiek stuk informatie zoeken in een grote cursus.

• Referentie-pagina

De referentiepagina bevat referenties van interessante artikelen, papers, boeken en URL's. Iedere referentie is verbonden met de cursuspagina waarin het betreffende onderwerp wordt behandeld. Studenten kunnen via deze optie makkelijk een overzicht krijgen van andere relevante literatuur op het vakgebied.

• Verdergaan waar je gebleven was

Door het indrukken van het 'session-resumption-ikoon' net voordat een student uitlogt, kan de volgende keer worden verdergaan op de cursuspagina waar de student op dat moment gebleven was.

• Printgereedschap

Bij gebruik van deze 'tooi' wordt een lijst gepresenteerd van alle cursus-elementen. De

student kan hieruit een eigen keuze maken door individuele cursuspagina's te selecteren. De geselecteerde documenten kunnen met een druk op de knop worden uitgeprint. • Homepages

Er is een speciale interface beschikbaar waarmee studenten een eigen eenvoudige homepage kunnen maken om zichzelf voor te stellen. Er is hiervoor geen kennis van HTML vereist.

3.3.2 VANUIT HET OOGPUNT VAN DE DOCENT/CURSUSBEHEERDER

Als de docent inlogt op het systeem, krijgt hij toegang tot dezelfde omgeving als de studenten. De docent heeft alleen meer opties tot zijn beschikking via een speciaal frame met ontwerpgereedschappen .

• Ontwerpgereedschap voor de cursushomepage: customize homepage editor

Dit is een gereedschap om de lay-out, kleuren, teksten, e.d. van de pagina's aan te

passen. De docent wordt redelijk vrij gelaten in de vormgeving van de pagina 's en kan ook zelf beslissen welke gereedschappen hij de studenten wil aanbieden: wel of geen chatbox, wel of geen online toetsen etc. Een cursus in WebCT is geconcentreerd rond een homepage 'waar diverse 'tooipages ' aan hangen. Samen vormen deze een hiërarchie

(38)

niet aanzetten van een button. Alleen de teksten moeten in HTML worden aangeleverd. Dit is goed te doen via bestaande HTML-converters of via de ingebouwde HTML-editor van Netscape (Nets cape Composer).

Installatie

Bij het installeren van WebCT zijn geen grote problemen geconstateerd.

Hulp

Studenten kunnen hulp vragen over het gebruik van de conferencing software en de email. Van de overige student-tools zijn alleen korte beschrijvingen aanwezig. Voor docenten is er een FAQ, een mail archief, een tutorial (Dr.CT) , een manual en een emailadres voor technische ondersteuning.

Ervaringen elders

Gijs van Rij ondersteunt toekomstige WebCT gebruikers aan de RUL. Uit de reacties van WebCT-gebruikers aldaar komen de volgende problemen naar voren: de door WebCT mee geleverde Apache-server blijkt op Unix- en Linuxplatforms regelmatig opnieuw gecompileerd te moeten worden en er verschijnen regelmatig problemen met betrekking tot de responstijd van de WebCT-server. Het is nog niet goed duidelijk wat de kritische grens is van het aantal studenten wat tegelijkertijd aan bijvoorbeeld een WebCT-toets kan werken. Op http://webclass.cqu.edu.aufTools/ staat een

evaluatieformulier voor CBT-systemen. Veertien mensen hebben hier hun ervaringen met Web CT beschreven. Als belangrijkste komt hieruit naar voren dat het leren omgaan met WebCT 'straight forward' tot 'moderately difficult' is. Het maken van

cursusmateriaal wordt door de meesten 'very easy' gevonden. Cursusontwikkelaars moeten goed om kunnen gaan met computers (advanced users) , maa studenten hebben weinig tot geen computerervaring nodig om met Web CT te kunnen werken.

Ook de universiteit van Texas heeft WebCT opgenomen in een evaluatie-studie, samen met LearningSpace, TopClass, Virtual-University, Web-Course-In-a-Box, Interactive Learning Network en FirstClass (http://www.utexas.edu/cc/cit/tools). WebCT is uiteindelijk terecht gekomen op een eerste plaats. Als sterke punten worden genoemd: zeer studentvriendelijk, een indrukwekkend lange lijst met gereedschappen, een goede look-and-feel, een krachtige toetsmodule met directe feedbackmogelijkheden en mogelijkheden tot het volgen van de studievoortgang. Een zwak punt is dat het soms wat lastig is om naderhand extra cursusmateriaal toe te voegen aan een eenmaal ontwikkelde cursus. Het aanpassen van cursusmaterialen kan nog verbeterd worden.

3.5 TECHNISCHE SPECIFICATIES

WebCT 1.3 (januari 1999) draait zowel op een UNIX-platform (Solaris, SunOS, Irix, FreeBSD, Linux, AlX, HPUX) als op Windows-NT. Studenten hebben een

standaardbrowser nodig om de server te benaderen (bijvoorbeeld Netscape of Internet Explorer).

(39)

3.6 PRUS

Het gebruik van WebCT is kosteloos tot op het moment dat er student-accounts worden aangemaakt. Er zijn dus geen kosten verbonden aan het installeren van het pakket, aan

cursusontwikkeling en het uittesten van de digitale leeromgeving. Alle licenties zijn

inclusief technische ondersteuning via e-mail. Upgrades worden gratis verstrekt tijdens

de licentieperiode.

Aantal student-accounts* Licentiekosten

4mnd 6mnd 8mnd 12mnd ------- ---50 $100 $140 $180 $250 71 $150 $210 $270 $375 100 $200 $280 $360 $500 200 $300 $420 $540 $750 400 $400 $560 $720 $1000 800 $500 $700 $900 $1250 1600 $600 $840 $1080 $1500 3200 $700 $980 $1260 $1750 6400 $800 $1120 $1440 $2000 12800 $900 $1260 $1620 $2250 25600 $1000 $1400 $1800 $2500 51200 $1100 $1540 $1980 $2750 onbeperkt $1200 $1680 $2160 $3000

*

Het aantal accounts is de som van alle accounts over alle cursussen op de server. Een

student die voor twee Web CT-cursussen staat ingeschreven, levert dus twee accounts

op. Als er tijdens de licentieperiode aansluitende cursussen worden gegeven, koop je

een licentie voor het maximum aantal student-accounts dat op een bepaald moment is

aangemaakt. Bij 3 elkaar niet overlappende cursussen van 4 maanden aan 100 studenten, kan een 12-maanden-licentie voor 100 studenten worden aangeschaft.

3.7 TOEKOMST

De laatste versie van WebCT is kortgeleden Ganuari 1999) opgeleverd. Het is nog niet

(40)

"II'!

.

..

_-A5.

UITGEBREIDE BESCHRUVING VAN BSCW

(Basic Support for Cooperative Work)

5.1 ALGEMEEN

--BSCW is ontwikkeld door het instituut voor Toegepaste Informatie Technologie (FIT) dat valt onder het Nationaal Research Centrum voor Informatie Technologie (GMD) in Duitsland. Versie 2 van BSCW heeft de eerste plaats verworven in de European Software Innovation Prize 1996 (ESIP'96). Meer informatie is te vinden via

http://bscw.gmd.de/.Deinformatie in dit hoofdstuk is verkregen via de BSCW-site en via het bekijken en uitproberen van de software. Daar waar gebruik is gemaakt van de ervaringen van anderen wordt dit vermeld.

5.2 ONDERWUSKUNDIGE PRINCIPES

BSCW is ontstaan vanuit de gedachte dat samenwerking, gebaseerd op het uitwisselen van informatie, steeds belangrijker wordt in deze maatschappij. Er is een toenemende behoefte aan effectieve methoden om informatie te delen en activiteiten te coördineren.

Alhoewel een toepassing zoals videoconferencing dit probleem op zou kunnen lossen, blijkt uit empirisch onderzoek dat systemen die (a) toegang geven tot (gedeelde) informatie, (b) op elk tijdstip en vanaf iedere plaats beschikbaar zijn en (c) gebruik maken van een minimale technische infrastructuur, de belangrijkste vereisten zijn van samenwerking in een gedecentraliseerde werkomgeving. Alhoewel Lotus Notes dit soort diensten aanbiedt binnen organisaties, ontstaan er problemen als de grenzen van een bedrijf worden overschreden en er verschillende computerplatforms gebruikt worden.

BSCW is daarom gericht op het platform-onafhankelijk uitwisselen van informatie.

5.3 DE MOGELUKHEDEN VAN HET PAKKET

BSCW is een pakket wat zowel door studenten als onderzoekers gebruikt kan worden om met meerdere mensen tegelijkertijd te werken aan een gemeenschappelijk document. Er wordt bij dit pakket, in tegenstelling tot de pakketten die in hoofdstuk 1 tlm 4 behandeld zijn, geen onderscheid gemaakt tussen een student- of een docentgebruiker. Het aantal mogelijkheden in vergelijking met pakketten als Virtual-University, LearningSpace, WebCT en TopClass is een stuk beperkter, maar BSCW is daarentegen een zeer krachtig instrument voor 1 functie: het produceren van documenten op afstand. • Shared workspace

BSCW ondersteunt samenwerking op afstand door toegang te bieden tot 'shared workspaces' via Internet. Een 'shared workspace' kan door meerdere personen tegelijkertijd worden gebruikt om documenten (of andere objecten) op te slaan die behoren tot een bepaald project of werkgroep. Op een BSCW-server kunnen een groot

Cytaty

Powiązane dokumenty

Badania doświadczalne zużycia główki endoprotezy stawu biodrowego ze stopu kobalt-chrom oraz z tlenku l;lluminium

After analysis of the flow solution, the shape optimization is performed based on 7 time instances, and the corresponding averaged total pressure loss coefficient is chosen as

Tabl e 5 Most import ant inform ation typ es All actor s Truck operato rs Barge operato rs Impo rters Containers Pre-check container available (6, 8) Confirmation import

Kino rozszerzone natomiast jest niezwykle istotnym układem odniesienia dla kina interaktyw- nego, gdyż, po pierwsze, ta właśnie kategoria oraz krąg zjawisk, do których się

kształtują się organa centralne oraz dokonuje się in­ tegracja towarzystw terenowych i kółek rolniczych.. i tę datę można

Cel ten realizowany jest przez przygotowanie filmowej obudowy wystawy i zastosowanie w niej dwojakich, często przeplatających się ze sobą środków: wprowadzenie

‘Building with nature’: the new Dutch approach to coastal and river works de Vriend, van Koningsveld and

In addition, Ampyx’ financing needs in- creased significantly, and Richard will give insight in some of the crucial choices Ampyx made in its financing strategy, with particular