• Nie Znaleziono Wyników

Onderzoek naar de toestand van de kade van de Haarlemmermeerpolder.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Onderzoek naar de toestand van de kade van de Haarlemmermeerpolder."

Copied!
77
0
0

Pełen tekst

(1)

I

Onderzoek naar de toestand van de kade van de Haarl emmermeerpol der

C-71.049

CENTRUM VOOR ONDERZOEI WATERKERINGEN

Onderzoek naar de toestand van de kade van de Haarlemmermeerpolder

CENTRUM V O O R ONDERZOEK

WAT ER K ER1 N 0 EN

Onderzoek naar de toestand van de kade van..de

II

Haarl emmermeerpol der

C-71.049

CENTRUM VOOR ONDERZOEK

I

i i

(2)

Onderzoek naar d e toestand van d e kade van d e Haarlemmermeerpolder

(3)

INHOUDSOPGAVE BLADZIJDE

1. I n 1 eiding 1

2. Beschrijving van het object in onderdelen 2

2.1. De Polder 2

2.1.1. Geschiedenis 2

2.1.2. Oppervlakte

en

peilen 2

2.1.3. Gevolgen

van

een doorbraak 3

2.2.

De

Boezem 3

2 . 2 . 1 . Peilen 3

2.2.2. Schei d i ngsmi ddel en

2.2.3. Boezempei lverl agi ng b i j doorbraak

3 3 2.3. De Kade 4 2.3.1. Afmetingen 4 2.3.2. Bekledingen 4 2.3.3. Vreemde elementen 5

2.3.4. Overige Onvol komendheden 6

3. Grondonderzoek 7

3.1. A l gemeen 7

3.2. Vooronderzoek 7

3.3, Stabi 1 i t e i tsonderzoek 8

4. Concl usi es 9

4.1. Kwal i t e i t

van

de kade 9 4.2. S t a b i l i t e i t van de kade 10

(4)

BIJLAGENLIJST Bijlagen

nr.

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 Omschrijving T e k e n i n g

nr.

R i n g d i j k Haar1 emmermeer A l 72.170 ten t i j d e van de inpoldering

A l gemene s i t u a t i e B3 71.129 DW.pr. 1 en 2

A5

71.130

DW.pr.

3 en

4

DW.pr. 5 en 6 DW.pr. 7 en 8 DW.pr. 9 en 10 DW.pr.11 en 12 DW.pr.13

en

14 Foto 1

t / m

3 Foto

4

t / m 5 Foto 7

t / m

9 A 5 71.131 A5 71.138 A5 71.139 A5 71.140

A5

71.141 A5 71.142 A l 73.51 A l 73.52 A l 73.53 Foto 10 en 11 A l 73.54 L.G.M.

-

Rapport I L.G.M.

-

Rapport I 1

(5)

1.

- 1 -

In1 eiding

i s een onderzoek ingesteld naar de veiligheid van de boezemkade

van

de Haarlemmermeerpolder.

Het

onderzoek

was

vooral gericht op de kwaliteit en s t a b i l i t e i t

van

de kade. De kade beschermt

een

g r o o t ,voornamel i j k agrarisch

benut poldergebied, waarin ook de dorpen Nieuw Vennep, Badhoevedorp, Vijfhuizen, Hoofddorp en Zwanenburg.

Verder bevindt zich in de polder de internationale 1 uchthaven ,Schiphol en een s t e l s e l

van

autosnelwegen.

Er i s een verkenning uitgevoerd, waarbij

onder

meer dwarsprof i el en z i j n gemeten, de bestaande hydro- logische, geologische en bodemkundige gegevens z i j n geanalyseerd

en

gegevens omtrent onderhoud en gedrag

van

de kade z i j n verzameld.

Het grondmechanisch onderzoek en de rapportering hierover i s verricht

door

het Laboratori

um

voor

Grondmecha- nica

(L.G.M.).

De rapporten C0-20909- I en C0-20909- I 1

z i j n a l s bijlage toegevoegd.

d i e door de Technische Dienst

van

het

Hoogheemraad-

schap

van

Rijnland beschikbaar z i j n gesteld.

In het kader van het systematisch kade-onderzoek

(6)

- 2 -

2.

2.1. De Polder

Beschrijving

van

het object i n onderdelen

2.1.1. Geschiedenis

Tot het midden van de 13e eeuw bestond het gebied van de Haarlemmermeerpolder, zoals we d i t thans kennen, u i t d r i e meren en een randgebied.

stond door middel van een slechts 200 m brede geul in open verbinding met het 5000 ha grote oude Haarlemmer- meer.

Deze was op z i j n beurt gescheiden

van

het noordelijk hiervan gelegen Spi eringmeer, groot 1430 h a , door een dam

van tenminste 9,00 m breedte.

In de loop der eeuwen breidde het water zich u i t w a a r b i j land verloren g i n g , z o d a t i n het midden

van

de 19e eeuw 7750 ha veengrond was

geërodeerd.

In zes

eeuwen

was d i t b i j n a een verdubbeling

van

d e wateroppervlakte. I n 1836 werd b i j de wet bepaald d a t de Haarlemmer- meer

zou

worden drooggemaakt.De voor de droogmaking be- nodigde ringdijk werd aangelegd.langs de enigszins

gestileerde rand aan het water op het nog aanwezige veen ( z i e bijlage 1)

mende specie werd gebruikt om de kade op

t e

werpen. De nieuwe r i n g d i j k werd benut om hierop een weg aan t e leggen. De binnen de ringdijk vallende gebieden werden

i n den droge verveend, terwijl aan de r i n g d i j k tevens z i j n

thans

nog aanwezige profiel gegeven werd.

Het Euideli j k gelegen Leidsche Meer, g r o o t 2670 h a ,

De Ringvaart werd geheel uitgegraven .en de uitko-

2.1.2. Oppervlakte en peilen

De Haar1 emmermeerpol der heeft een oppervl akte

van

18.130 ha, een zomerpeil van N.A.P.- 5,75

m t o t

N.A.P.

-

5,80

m

en een winterpeil

van

N.A.P.

-

6,OO m.

(7)

-

3-

i-n de hoge delen t o t N.A.P. -5,50 in de lage gedeelten. 2.1.3. Gevolgen

van

een doorbraak

nooit doorgebroken. Bij een doorbraak zal de polder gemid- deld 0,50

m

onderlopen, z o d a t veel schade aangericht zal worden aan de in hoofdstuk 1 genoemde bebouwing, verkeers- wegen en het vliegveld.

De

schade kan beperkt worden door

het benutten

van

de afsl ui tmiddel en in de scheidingsdi j k ,

die de polder in twee ongeveer gel i j ke delen verdeel t.

Voor

zover bekend i s de kade in het verleden nog

2 . 2 . De Boezem

2.2.1. Peilen

De Ringvaart

van

de Haarlemmermeerpolder maakt onder normal e omstandigheden deel u i t

van

het boezemwater van Rij nl and.

De waterstand van de boezem wordt in de zomer zoveel mogelijk gehouden op N.A.P.

-

0,55

m

en N.A.P.

-

0,60

m

en in de winter tussen N.A.P.

-

0,60

m

en N.A.P.

-

0,65

m.

Door meteorol ogi sche omstandigheden kan het boezempei 1 op- lopen. Bij de stabiliteitsberekening i s een peil van

N.A.P.

-

0,35

m

gebruikt om de invloed van een hoge boezem-

s t a n d o p de s t a b i l i t e i t v a s t t e s t e l l e n . I n verband met op- waaiingseffecten in het noorden

van

de Ringvaart, heeft het

L.G.M. nog een s t a b i l i t e i tsberekening uitgevoerd met een boezemstand van N.A.P.

-

0,20

m.

De uitkomst hiervan s t a a t

n i e t vermeld in bijgevoegde L.G.M.-rapporten.

2.2.2. Scheidi ngsmi ddel en

In

de

Ringvaart

bevinden zich twee opblaasbare keringen t e Aalsmeer

en

Lisse, d i e met enkele andere keringen in t i j d

van

nood

gesloten kunnen worden en de Ringvaart op deze wijze

i n

compartimenten verdelen. Binnenkort ral b i j Leimuiden een derde

kering

gereed komen.

De compartimenten

kunnen op

h u n

beurt

weer van de r e s t

van

Rijnlands boezem worden afgesloten. 2.2.3. Boezempiiilverlaging . . b i j doorbraak

(8)

-4-

geheel leeglopen met het gevolg d a t de scheepvaart

vol komen gestremd wordt. 2.3, De Kade

2.3.1, Afmetingen

Volgens Rijnlands Reglement moet een kade op de b i j de inwerkingtreding van d a t reglement bepaalde afmetingen worden onderhouden, waarbij in ieder geval aan de volgende minimum eisen moet worden v o l d a a n :

een kruinbreedte van 1,50

m;

een taludhelling aan de boezemzijde 2:3; een taludhelling aan de polderzijde 1:3; een kruinhoogte van N.A.P.

-

0,lO m.

Op de kade l i g t een rijweg ( foto 7 ) .

I n een vergunning geeft het Hoogheemraadschap hoogte en afmetingen aan

voor

de rijweg en het langs

de bebouwde gedeel ten gel egen verhoogde t r o t t o i r .

Indien e r , ten behoeve van kruisende verkeersbanen, verlaging

van

de t r o t t o i r s moet plaatsvinden, moet e r een hoogte van N.A.P.

+

0,15

m

aanwezig z i j n .

Tevens i s nieuw

aan

t e leggen bebouwing

aan

een vergunning onderhevig.

2.3.2. Bek1 ed i ngen

Het binnentalud van de kade is t e r plaatse van de onbebouwde gedeelten bekleed met een in goede s t a a t

(9)

- 5 - 2.3.3.2. vee sch de Bij kan

verkerende grasmat. Op de kruin l i g t een rijweg, di e verhard i s met a s f a l t of met klinkers.

Het buitentalud

van

de kade i s soms onbeschermd,

maar op de meeste plaatsen i s z i j voorzien van een oeverbescherming ( f o t o ' s 1 t / m 6 ) , d ie voor het merendeel u i t constructies b es ta a t , d i e n i e t geheel aan h u n functie voldoen. Achter de constructies z i j n uitspoelingen of verzakkingen geconstateerd, d i e in de meeste gevallen met grof materiaal z i j n opgevuld.

2.3.3. Vreemde elementen

2.3.3.1. In de loop der t i j d z i j n e r op veei plaatsen langs de kade huizen en bedrijven gebouwd. Ter plaatse

van

de bebouwing i s de helling van het binnentalud in de meeste gevallen zeer flauw.

ook

n u

wordt nog vergunning verleend voor het bouwen in en op de kade.

Bij verkenning i s ook nieuwbouw geconstateerd, d u s

Doordat de kade bebouwd i s , z i j n e r een grote hoe- heid leidingen

van

a l l e r l e i materialen en van ver-

11 ende ouderdom geconstateerd. Bij navraag bleek, d a t

eidingen in beheer z i j n b i j verschillende i n s t a n t i e s . de gesprekken bleek d a t men weinig concrete gegevens verstrekken over d e p la at s en de soort

van

de leidingen.

Dit l a a t s t e geldt vooral voor de wat oudere l e i - dingen.

2.3.3.3. In de kade bevinden zich op meerdere plaatsen kunstwerken, d ie op de kruisingen

van

de onder hoofdstuk

I

nr. 8,9 en 10). Bij de verkenning i s geconstateerd dat e r uitgebreide voorzieningen tegen z i j - en onderloops- heid z i j n getroffen.

(10)

- 6 -

2.3.4. Overige onvol komendheden

Volgens verkregen i n 1 i chtingen bl i j k t het onmogel i j k de bodem van de teensloot t e r plaatse van dwarsprofiel 4

op een gewenste diepte t e houden. De bodem wordt na

(11)

- 7 -

3. Grondonderzoek 3.1. Al gemeen

Beschrijvingen van de aanleg doen vermoeden d a t de kade over de gehele lengte weinig in samenstelling zal variëren. Er bestaat echter wel de mogelijkheid d a t de samenstelling van de kade door een oude geul verschilt

van

het deel d a t op het oude land i s aangelegd. Na over- leg met het Hoogheemraadschap i s besloten om i n vier dwarsprofielen grondonderzoek u i t t e voeren:

Dwarsprofiel 1: Een profiel dat i s aangelegd i n een oude geul.

Dwarsprofiel 2 :

Een

profiel d a t i s aangelegd op het oude land.

Dwarsprofiel 3: Een profiel d a t enkele natte plaat- sen vertoonde.

Dwarsprofiel 4: Een \profiel d a t enkele n a t t e plaat- sen vertoonde en waarbij de sloot- bodem

na

verdiepen opgeperst wordt.

Bovenstaande profiel en z i j n in het zui dwestel i j ke kadegedeelte gesitueerd. Om echter een totaalbeeld t e kunnen vormen, z i j n e r b i j een verkenning nog t i e n ken- merkende profiel en

voor

een grondonderzoek uitgezocht. 3.2. Vooronderzoek

Het vooronderzoek bestond u i t het maken

van

een aantal continu-boringen in

voornoemde

veertien

dwars-

profielen. I n de kruin werd tevens een sondering uitge- voerd, d i e

t o t

de vaste zandlaag voerde.

Een

beschrijving

van d i t onderzoek en de resultaten

s t a a n

beschreven in

rapport CO-20909

-

I.

de rijweg en de leidingen een belemmering

voor

het maken

van

boringen in de kruin.

(12)

- 8 -

Gezien de geschiedenis mag worden aangenomen d a t de kruin t o t op aanzienlijke diepte u i t verdicht, doorlatend materiaal bestaat.

dezelfde samenstelling heeft. Om een i n d r u k

van

de s t a b i l i t e i t t e krijgen, maakt het n i e t veel u i t welk\: profiel men aan een

nader

stabiliteitsonderzoek moet onderwerpen. Uit de metingen van de dwarsprofiel en b l i j k t

d a t profiel 14 het ongunstigste profiel heeft. Daarom i s d i t dwarsprofiel uitgekozen voor s t a b i l i t e i tsonderzoek.

Uit het vooronderzoek b l i j k t dat de kade nagenoeg

3 . 3 . S t a b i 1 i t e i tsonderzoek

Een beschrijving

van

het s t a b i 1 i t e i tsonderzoek in profiel 14 en de resultaten ervan z i j n beschreven in

r a p p o r t CO 20909

-

11,

Uit d i t onderzoek b l i j k t d a t de kade een ruime vei 1 i ghei d heeft tegen afschui vi ng

van

het bi nnental ud.

De invloed van de verhoging van de boezemstand van

N.A.P.

-

0960

m

t o t N.A.P.

-

0,35 m i s zeer gering.

Er mag worden aangenomen, dat een eventuele hogere s t a n d

dan laatstgenoemde i n geen geval i n s t a b i l i t e i t van de kade

t o t

gevolg zal hebben.

(13)

- 9 -

4. Concl usi es

4.1. Kwaliteit van de kade

4.1.1. Over het algemeen kan gezegd worden d a t de kade

qua afmetingen en hoogte voldoet.

4.1.2.

De

kade heeft o p a l l e plaatsen een goede grasmat. Waar echter n a t t e plaatsen voorkomen, i s het aan

t e raden

geen g r o o t vee toe t e l a t e n , daar d i t vee de grasmat verniel t.

haar functie. Gezien de intensieve scheepvaart en de op

vele plaatsen dicht langs het water gelegen weg l i j k t een stevige constructie (bijvoorbeeld damwand)

onont-

beer1 i j k .

4.1.3. Vreemde elementen

De oeverbescherming voldoet op vele plaatsen n i e t aan

4.3.3.1. Op de kade komt zeer veel bebouwing

voor$

d i e lang n i e t a l t i j d gevaarlijk voor de kade behoeft t e z i j n . Het zou gewenst z i j n om de invloed van de bebouwing op

de s t a b i l i t e i t van de kade geval voor geval t e bekijken en

zonodi g maatregel en t e nemen.

4.1.3.2. De grote hoeveelheid hoge- en Iage drukleidingen die de kade kruisen en in de qengte-richting

van

de kade 1 i g - gen, i s verontrustend.

lende beheerders n i e t geheel of geheel n i e t weten waar de

leidingen in de kade liggen.

gezien het belang van het in de polder liggende gebied, geen overbodige luxe z i j n .

Tevens dient t e worden nagegaan, o f de leidingen

aan

de leidraden

voor

constrwctie

en

beheer

van

gas- en vloei- stofleidingen voldoen

viescommissi e

voor

de Waterkeringen).

Deze onrust wordt nog versterkt,doordat de verschil-

De

aanwezigheid van een legger voor a l l e leidingen zou,

(14)

-

10

-

4.1.3.3.

De aanwezige kunstwerken

zijn

nagenoeg alle van

recente datum en hebben voorzieningen tegen onder- en

achterloopsheid.

Zij

vormen dus geen gevaar voor de kade.

4.1.4. De natte plaatsen aan de teen van de kade worden

veroorzaakt door de hoge stand van het freatisch vlak.

Dit is ook te zien

in

profiel 14 (rapport CO

20909

-

I1

bijlage G), waar de freatische

lijn

bij de teen bijna

tot

aan het maaiveld stijgt.

Het oppersen van de slootbodem vormt,gezien de

aanzienlijke afmetingen en de samenstelling van het

profiel, geen direct gevaar voor een doorbraak. Er zal

door het Centrum een nadere studie van dit verschijnsel

worden gemaakt.

4.2. De stabiliteit van de kade

Uit het door het L.G.M.-uitgevoerde stabiliteits-

onderzoek blijkt dat de kade voldoende stabiliteit be-

zit tegen afschuiven.

(15)

-

11

-

5.

Samen

vat

t

i

ng

van

de kade langs de Ringvaart

van

de Haarlemmermeer-

polder. Het

L.G.M.

heeft veertien dwarsprofielen grond-

mechanisch onderzocht.

kan worden gesteld dat de kade voldoende stabiel is.

Kwalitatief is de kade echter niet in orde wat betreft

bebouwing

op

en

in

de kade, oeverbescherming en een on-

overzichtelijke hoeveelheid leidingen, die door hun

hoge leeftijd lang niet allemaal aan de huidige eisen

zullen voldoen en zodoende een gevaar vormen voor de

vei

1 i

gheid.

Er is een onderzoek ingesteld naar d e veiligheid

(16)

... . . . * _ ... ~ - ... .,-. ... _. . - _ . . . _ _ . - . ~ . - . ~ - . L . .-lll .I.-. ." . -...- ... . I .. __ . . . ~- ~_.- . .~

. . . . . . I _ _ . . . . .~-. - ~. ~ ... ..r. ... . . . - . ~ ~ . ...

__

... . . . -. -

. . . - - , .- . . . ... ~ * . __ ... ... ... - . - ..- .I... - . ~

... _.._.__..--.~-_-___,.I ... .- _- ... ... ... - - _ .

. ...

-

... .- ... .--I ... -. . -____-...-..-I ... --... I.-.-..-..I.."..I_ ...

(17)

.. -.

(18)

i

(19)

t

(20)
(21)
(22)
(23)
(24)
(25)
(26)
(27)
(28)
(29)
(30)
(31)
(32)
(33)

L A B O R A T O R I U M V O O R G R O N D M E C H A N I C A

grundrneehanira

ddüt

STICHTING WATERBOUWKUNDIG LABORATORIUM

Vooronderzoek aan de kade rondom de Haarlemmermeerpolder CO

-

20909-1 maart 1972 vZ/Rdk

Werkzaamheden ten behoeve van opdrachtgevers worden slechts uitgevoerd op voorwaarde dat de opdrachtgever afstand doet van ieder recht op aansprakelljkstelling en zich verplicht tot vrijwaring voor ledare aansprakelijkheid jegens derden.

(34)

1-

L A B O R A T O R I U M V O O R G R O N D M E C H A N I C A

-I

-

In het kader van een systematisch onderzoek naar de standzekerheid van de boezemkaden is in opdracht van het Centrum voor Onderzoek Waterkeringen (Ca0.W.) door het Laboratorium voor Qrondmechanica

(LOGC.M.) een vooronderzoek uitgevoerd aan de kade rondom de Haarlem- mermeerpolder. De resultaten van het onderzoek worden in dit rapport vermeld

.

Algemene gegevens betreffende het uitgevoerde terreinwerk: Aantal onderzochte profielen :

14

Aantal middelzware sonderingen t 14

Aantal conlinuboringen 29 mm :

41

Periode terreinwerk 15-12-1971

-

13-01-1972

* * *

In

overleg tussen het L . G a M o en het C . O a W o zijn

14

dwarsprofielen in de kade door middel van een gezamenlijke visuele verkenning uitge- zocht voor een onderzoek, (zie bijlage P-I). Profiel I is speciaal uitgekozen als een profiel dat is gelegen in een deel van de kade dat door water is aangelegd. Profiel 2 is gelegen in een kadegedeelte dat in den droge op het oude land is aangelegd van materiaal dat bij het graven van de ringvaart is vrijgekomeno De profielen 4 en 11 zijn gekozen in delen van de kade waar door de beheerder kwel is gecon- stateerd,

In principe zijn in ieder dwarsprofiel uitgevoerd een middelzware sondering met kleefmantelconus in de kruin van de kade, voortgeeet tot het vaste zand, en drie continu gestoken boringen met een dia- meter van 29 mm en een gemiddelde lengte van 5 A 5,5 m, respectieve- lijk in de kruin van de kade, halverwege het talud en aan de teen van de kade.

In profiel

4

zijn slechts 2 boringen verricht vanwege het mislukken van boring

4-1

door de aanwezigheid van puin in de kade. Om dezelfde reden is boring 12-1 in profiel12 niet uitgevoerd. Deze beide borin- gen zouden worden uitgevoerd aan de boezemzijde van de kruin in het nu@unt van de meetlijn.

De tijdens de opmeting van de äwarsprofielen waargenomen waterstanden

in d e boezem en de k w e l s l o o t , z i j n ingetekend in de dwarsprofielen van bijlagen D-1 t/m

D-7.

(35)

L A B O R A T O R I U M VOOR G R O N D M E C H A N I C A

a

- 2 -

De dwarsprofielen en de maaiveldhoogten van de onderzoek-punten zijn opgemeten door de meetdienst van het C.O.W.

Van de boormonsters zijn in het L.G.M. de volumegewichten per meter boring bepaald, de grondsoorten beschreven en de resultaten gefoto- grafeerd. Tevens zijn aan de uitgelegde en in de lengte doorgesneden grondmonsters met behulp van een handpenetrometer de vastheden van de diverse grondlagen gemeten als hulpmiddel bij de beoordeling van

de aard en samenstelling van de grondlagen.

De resultaten van de boringen zijn ingetekend in de dwarsprofielen op de bijlagen D-l t/m D-7.

De bijlagen F1 t/m

F41

bevatten kleurenfoto's van de boorresultaten. De sondeerresultaten zijn grafisch weergegeven op de bijlagen S-1 t/m

S-14,

Resultaten

Uit de resultaten blijkt dat de

14

profielen alle ongeveer dezelfde laagopbouw bezitten, Bij de kruinboringen is vanaf het maaiveld een toplaag aangetroffen, in het algemeen bestaande uit een mengsel van klei, zand, veen en soms puin. De dikte van deze toplaag varieert tussen de verschillende profielen van 0 , 5

-

2 m.

In het hart van de kruin waar geen boringen konden worden uitgevoerd

is deze toplaag vermoedelijk dikker,

Bij alle profielen is bij de kruinboring onder de toplaag een veen- pakket aangetroffen met een dikte van 2,5 A 4 m. Dit veen wigt naar

de polder toe uit en is aan de teen van de profielen practisch ver- dwenen. Bij de profielen'l, 2 , 3 en 14 is aan de teen zelfs geen veen meer aangeboordo Het veen is vaak sterk heterogeen van samen- stelling en doorsneden met klei- en zandhoudende laagjes, Dit is vooral het geval bij de profielen I, 10, I 3 en 74- De heterogeniteit van het veen is niet verwonderlijk daar de kade bij de aanleg uit materiaal is opgebouwd, komende uit de gegraven ringvaart,

(36)

L A B O R A T O R I U M V O O R G R O N D M E C H A N I C A

-3-

Onder het veen í s een, met plantenresten vermengde kleilaag aanwezig, waarvan de dikte varieert van 0,2 tot

1.,5

m. Hieronder zijn tot het vaste gand dat op een diepte van I 0 A 13 m

-

N.A.P. is aangetroffen, over het algemeen zandhoudende kleilagen aanwezig, waarin conusweer- standen van I B 10 kg/cm 2 z i j n gemeten.

Een afwijking van deze algemene laagopbouw vertonen de profielen 4,

5,

6, 9 en l i , waar op geringere diepte vastere lagen zijn aange- troffen bestaande uit zand of iets kleihoudend zand. Bij de profie- len 5 en

6

zijn de sonderingen in deze lagen op ca

6 , 5

m

-

N.A.P.

gestopt wegens de overschrijding van de indruk-capaciteit van de sondeerapparatuur.

Bij profiel 5 is tevens de toplaag boven het veen afwijkend van de overige profielen; deze laag bestaat voornamelijk uit zand.

Samenvatting en conclusies

I. De kade heeft een zeer brede kruin, 10

-

12 m, gelegen op gemid- deld ca N.A.P.

+

0,lO m.

N.AeP.

-

0 , l O m bij profiel 9 , en de maximale hoogte N . A . P . + O , 3 4 m

bij profiel 11.

De taluds aan de polderzijde hebben een zeer flauw beloop van ca 1:s tot ca 1:iO en meer-

Het hoogteverschil tussen de kruin en de teen van de kade varieert van ca 3,5 m tot ca 4,s m.

De minimale hoogte van de kruin is

2. In het algemeen is de kade opgebouwd uit sterk heterogene slappe lagen, voornamelijk bestaande uit klei en veen, tot een diepte van ca I 0 i3 13 m beneden N.A.P.

De gemeten conusweerstanden in deze lagen zijn zeer gering. De onderzijde van het veen is uit de gemeten sondeer- en plaatselijke kleefwaarden goed te onderscheiden,

(37)

LABORATORIUM V O O R G RON D M ECHAN ICA

-4-

3 .

4 0

5 -

De laagopbauw van h e t i n de n a t t e gemaakte p r o f i e l 1 w i j k t e n i g s - a i n s a f van h e t i n den d ro ge gemaakte p r o f i e l 2 . D e a f w i j k i n g e n b e s t a a n v o o r a l h i e r i n d a t h e t veenpakket b i j p r o f i e l 1 v e e l min- d e r homogeen i s dan b i j p r o f i e l 2 , met d u i d e l i j k h o ge r e volume- g ew ich ten a l s g ev o lg v an b i j m e n g s e l e n van k l e i e n z a n d o D e onder- k a n t van h e t veen l i g t l j j p f i e l 1 ca 1 m d i e p e r dan b i j p r o f i e l 2.

De genoemde v e r s c h i l l e n t r e d e n e c h t e r ook b i j a n d e re p r o f i e l e n o p , zo d at h i e r geen d u i d e l i j k e c o n c l u s i e s a a n kunnen worden ve r - bonden.

B i j de p r o f i e l e n 4 e n 11, u i t g e k o z e n vanwege de g e c o n s t a t e e r d e kwel, is geen d u i d e l i j k e r e d e n a a n t e geven d a t h i e r wel en b i j a n d e r e p r o f i e l e n geen kwel o p t r e e d t .

E e r d e r zou men kwel verwachten b i j b i j v o o r b e e l d p r o f i e l 5, waar

zowel boven a l s o n d er h e t veen s t e r k z a n d i g materiaal i s aange- t r o f f e n o

Wel behoren de p r o f i e l e n 4 e n 11 t o t de

5

p r o f i e l e n ( n r s 4, 5 , 6 ,

9 e n 11) waar, i n t e g e n s t e l l i n g met d e o v e r i g e p r o f i e l e n , d i c h t o n d er h e t veen zand o f s t e r k z a n d i g materiaal i s a a n g e t r o f f e n

( z i e b i j l a g e n g4, Ss, S6, S e n S q 1 ) " D i t kan e e n o or z a a k z i j n van kwel v i a d eze d i e p e r e l a g e n , h e t g e e n dan e c h t e r ook b i j de p r o f i e l e n 5, 6 e n

9

h e t g e v a l zou moeten z i j n .

9

De r e s u l t a t e n van h e t vooronderzoek geven geen a a n l e i d i n g om e e n onvoldoende s t a b i l i t e i t t e v e r o n d e r s t e l l e n o

V o o r g e st e ld wordt OM i n é é n van d e 14 d w a r s p r o f i e l e n een nader'.

s t a b i l i t e i t s o n d e r z o e k u i t t e voeren-om e e n i n d r u k van de w e r k e l i j k e mate van s t a b i l i t e i t van d e z e b e l a n g r i j k e kade t e v e r k r i j g e n -

Voor d i t onderzoek d i e n t dan h e t op h e t oog mi n s t goede p r o f i e l t e worden gekozen.

O p g e st e ld door:

ir. R , J . v i n Zweden F:J, van Duren S p e c i f i c a t i e b i .i lagen: O : l e g e n d a P-1 : s i t u a t i e S - I t / m S-14 : s o n d e e r r e s u l t a t e n D-I t / m D- 7 : d w a r s p r o f i e l e n met b o o r r e s u l t a t e n F-I t / m F-41 : f o t o ' s b o o r r e s u l t a t e n .

(38)
(39)
(40)
(41)
(42)
(43)
(44)
(45)
(46)
(47)

L A B O R A T O R I U M V O O R G R O N D M E C H A N I C A T E D E L F T

!I

NGDI

JK HA AR LEMMER MEER POL DER.

IQN

I

IBIJL:

s

1

> L

DRING, SONDERING

EN

PL.

KLEEF.

I A 4 1 CO+ 20909

i

' 2 9 5 5

(48)

L A B O R A T O R I U M V O O R G R O N D M E C H A N I C A T E D E L F T

I

?I NGDIJK HAARLEM MER MEER POL DER.

13\w

I

IBIJL:

s

2

b c I

BORING, SONDERING

EN

PL.

KLEEF.

1

A,

I

C O +

20909

(49)

L A B O R A T O R I U M V O O R G R O N D M E C H A N I C A T E D E L F T

BIJL:

$

3

!I NGOI JK HA AR LEM M ER M EE R POL DER.

I

DRING, SONDERING EN

PL.

KLEEF.

A 4

CO*:*

20909

4 4 8 6 2 9 5

(50)

L A B O R A T O R I U M V O O R G R O N D M E C H A N I C A T E D E L F T

!I NGDI JK HA AR LEM M ER M EER POL DER.

IBIJL:

s4

DRING, SONDERING

EN

PL.

KLEEF.

C O +

20909

(51)

I

L A B O R A T O R I U M V O O R G R O N D M E C H A N I C A T E D E L F T

I NGDIJK HAARLEM MER M EER POLDER.

\

DRING,

SONDERING

EN

PL.

KLEEF.

4 4 8 6 2 9 5 5

(52)

I

L A B O R A T O R I U M V O O R G R O N D M E C H A N I C A T E D E L F T

BIJL:

S

6

RI NGDIJK H A AR LEM M ER M EER POL DER.

h

BORING, SONDERING EN

PL.

KLEEF.

A4

C O +

20909

2 9 5 5

(53)

L A B O R A T O R I U M V O O R G R O N D M E C H A N I C A T E D E L F T

RINGDIJK HA AR LEM M ER M EER POL DER.

qN

BIJL:

s

7

I I I

A 4

C O +

20909

2 9 5 5

BORING, SONDERING

EN

PL.

KLEEF.

4 4 8 6

(54)

F I

00

o

..

Z I- Z 3 II

(55)

L A B O R A T O R I U M V O O R G R O N D M E C H A N I C A T E D E L F T

I

?I NGDIJK HAARLEMMERMEER POL DER.

I A 4 1

CO-:*

20909

2 9 5 5

=RING,

SONDERING

EN

PL.

KLEEF.

1 4 0 6

(56)

L A B O R A T O R I U M V O O R G R O N D M E C H A N I C A T E D E L F T

I

I

R I NGDI JK HA AR LEM M ER M EER POL DER.

qN

BIJL:

SI0

I I

BORING,

SONDERING

EN

PL. KLEEF.

A 4

CO+

20909

2 9 5 5

(57)

I

L A B O R A T O R I U M V O O R G R O N D M E C H A N I C A T E D E L F T

q$

BIJL:

s

11

A 4

RI NGDIJK H A A R LEM M ER M EER POL DER.

CO*:*

20909

(58)

L A B O R A T O R I U M V O O R G R O N D M E C H A N I C A T E D E L F T

1

~ i w

IBIJL:

~ 1 2

J

I

NGDI JK HA AR LEM M ER MEER POL DER.

DRING, SONDERING

EN

PL.

KLEEF.

I

A 4

I

CO+ 20909

2 9 5 5 4486

(59)

I

L A B O R A T O R I U M V O O R G R O N D M E C H A N I C A T E D E L F T

I

BIJL:

s

13

RINGDIJK HAARLEMMERMEER POLDER.

IEDRING,

SONDERING

EN

PL.

KLEEF.

C O +

20909

2 9 5 5

(60)
(61)

j l i

.~ . . , , - i

(62)

-L A B O R A T O R I U M V O O R G R O N D M E C H A N I C A

yrnndrnechanica d~ûln

STICHTING WATERBOUWKUNDIG LABORATORIUM

Stabiliteitsonderzoek in een dwarsprofiel van d e ringvaartkade

van d e Haarlemmermeerpolder.

CO

-

20909-11

juni 1972

-__ _.

* Werkzaamheden ten behoeve van opdrachtgevers worden slechts uitgevoerd op voorwaarde dat de opdrachtgever afstand doet van ieder recht op aansprakelijkstelling en zich verplicht tot vrijwaring voor iedere aansprakelijkheid jegens derden.

(63)

L A B O R A T O R I U M VOOR G R O N D M E C H A N I C A

-1

-

In het kader van een onderzoek naar de standzekerheid van de boezem-

kaden is in opdracht van het Centrum voor Onderzoek Waterkeringen

(C.O.1J.) door het Laboratorium voor Grondmechanica (L.G.M.) een sta-

biliteitsonderzoek uitgevoerd aan een dwarsprofiel van de ringvaart- kade van d e Haarlemmermeerpolder.

De resultaten van het onderzoek worden in dit rapport vermeld,

* * *

Inleiding

Aan de hand van de resultaten van een vooronderzoek (zie rapport

CO-20909-3, maart 1972), bestaande uit iniddelzware sonderingen en continuboringen 29 m m in een 1 4 - t a l profielen, werd geconcludeerd dat e r geen reden bestaat om een slechte stabiliteit van de ringvaart- kade te veronderstellen, In het rapport van het vooronderzoek werd

door het LoG.Mo voorgesteld om in verband met de belangrijkheid van

de Haarlemmermeerpolder, toch in één van de 14 onderzochte profielen

een nader stabiliteitsonderzoek uit te voeren om een indruk van de

werkelijke stabiliteit van de kade te verkrijgen.

In overleg tussen het C.O.\IJ. en het L.GOM, is profiel

14

uitgezocht voor een nader stabiliteitsonderzoek, als zijnde een profiel dat op

het oog tot de minst stabiele behoort,

---

* * *

In het dwarsprofiel zijn 3 continuboringen met een diameter van 66 mm

en een totale lengte van ca 1’7 m uitgevoerd, te weten: boring 14-1

aan de bovenzijde van het droge talud in de kruin, boring 14-2 hal-

verwege het droge talud en boring

14-4

aan de teen van het talud

(bijlage

D-8).

Be boringnummers komen overeen met die uit het voor-

onderzoek.

(64)

L A B O R A T O R I U M V O O R G R O N D M E C H A N I C A I n h e t l a b o r a t o r i u m z i j n 1 7 langzame c e l p r o e v e n v e r r i c h t op m o n s t e r s d i e aan de b o o r r e s u l t a t e n z i j n o n t l e e n d , t e r b e p a l i n g van d e w r i j v i n g s - e i g e n s c h a p p e n van d e d i v e r s e g r o n d l a g e n i n v o l l e d i g g e c o n s o l i d e e r d e t o e s t a n d , D e r e s u l t a t e n van d e c e l p r o e v e n z i j n weergegeven op de b i j - l a g e n C - l t / m C - 6 *

De b o o r p r o f i e l e n met de daar i n aangegeven p l a a t s e n van d e c e l p r o e v e n z i j n g e t e k e n d op b i j l a g e B-1, Op deze b i j l a g e s t a a n t e v e n s de boor- p r o f i e l e n g e t e k e n d van de b o r i n g e n welke b i j h e t vooronderzoek i n d i t p r o f i e l werden u i t g e v o e r d ,

I--

Aan de b o o r r e s u l t a t e n i s v e r d e r e e n 1 8 - t a l m o n s t e r s o n t l e e n d waarvan de volumegewichten z i j n b e p a a l d . De r e s u l t a t e n h i e r v a n s t a a n eveneens op b i j l a g e B-I aangegeven,

Met de v e r k r e g e n grondgegevens z i j n stabiliteitsberekeningen u i t g e - v o e r d , met gebruikmaking van c i r k e l v o r m i g e g l i j v l a k k e n . De d e f i n i t i e van de e v e n w i c h t s f a c t o r welke f a c t o r a l s r e s u l t a a t van de b e r e k e n i n g e n wordt gevonden, s t a a t vermeld o p b i j l a g e O.

De f r e a t i s c h e l i j n i n de kade welke b i j de b e r e k e n i n g e n i s t o e g e p a s t , i s opgemeten door h e t C.O.W. Deze d i e n s t h e e f t t e v e n s h e t d w a r s p r o f i e l e n de maaiveldhoogten van de b o o r p u n t e n b e p a a l d ,

* * *

R e s u l t a t e n

De werkwijze welke i s g e v o l g d om t e komen t o t e e n berekeningsmodel v o o r de stabiliteitsberekeningen i s als v o l g t geweest.

Aan de hand van d e b o o r r e s u l t a t e n van zowel h e t vooronderzoek a l s h e t

o n d e r h a v i g e o n d e r z o e k , alsmede a a n de hand van de gevonden volume- g e w i c h t e n e n c e l p r o e f r e s u l t a t e n i s e e n laagopbouw van h e t p r o f i e l b e p a a l d , w a a r b i j a a n e l k e l a a g b e p a a l d e g r o n d e i g e n s c h a p p e n z o a l s v o l u - megewicht e n w r i j v i n g s g r o o t h e d e n z i j n toegekend, Deze e i g e n s c h a p p e n worden i n e e n g e h e l e l a a g c o n s t a n t v e r o n d e r s t e l d , G e t r a c h t i s om met de b e s c h i k b a r e gegevens e e n zo goed m o g e l i j k e b e n a d e r i n g van d e werlte- l i j k h e i d t e v e r k r i j g e n . Het z a l d u i d e l i j k z i j n d a t d o o r de h e t e r o g e n e opbouw van de kade s l e c h t s van e e n b e n a d e r i n g s p r a k e kan z i j n .

(65)

I --. L A B O R A T O R I U M VOOR G R O N D M E C H A N I C A -3- De stabiliteitsberekeningen z i j n v e r v o l g e n s u i t g e v o e r d v o o r de v o l - gende g e v a l l e n :

-

a , e e n f r e a t i s c h e l i j n v e r l o p e n d v o l g e n s de metingen van h e t C.O.W. ( F L - i ) ; d i t i s een momentopname behorende b i j een boezemwater- s t a n d van c a 0,6 m beneden N.A,P, D i t p e i l i s voor de r i n g v a a r t h e t normale, meest voorkomende p e i l ,

-

b o e e n aangenomen f r e a t i s c h e l i j n (FL-2) behorende b i j e e n maximale boezemwaterstand van 0,36 m beneden N,A.P.

B i j d e b e r e k e n i n g e n wordt g e z o c h t n a a r de g l i j c i r k e l welke de k l e i n s t e e v e n w i c h t s f a c t o r o p l e v e r t ; h i e r b i j wordt zowel de l i g g i n g van h e t middelpunt a l s de s t r a a l l e n g t e g e v a r i e e r d . B i j d e r g e l i j k e b e r e k e n i n - gen worden soms v e r s c h i l l e n d e g e b i e d e n gevonden waar e e n minimum g l i j - c i r k e l o p t r e e d t ; i n h e t o n d e r h a v i g e g e v a l i s e c h t e r i n b e i d e g e v a l l e n

(FL-I e n FL-2) s l e c h t s é é n g e b i e d gevonden; b i j b e i d e f r e a t i s c h e l i j n e n z i j n h e t z e l f d e middelpunt,doch v e r s c h i l l e n d e s t r a l e n gevondeno

U i t de b o o r r e s u l t a t e n b l i j k t d a t de kade b e s t a a t u i t k l e i - en zand- houdend v e e n , a f g e d e k t met e e n c a 1 m d i k k e t e e l a a r d e laag ( d i t i s

e e n mengsel van v e e n , zand e n k l e i ) , Onder de k l e i - e n zandhoudende v e e n l a a g , welke o n d e r de k r u i n c a 2 , s m d i k i s e n n a a r de t e e n van h e t t a l u d t o e u i t w i g t , i s e e n 1 à 1,5 m d i k k e z u i v e r e v e e n l a a g aan- wezig welke eveneens n a a r de t e e n t o e u i t w i g t o Onder h e t veen i s c a

1

a

1,5 m k l e i met p l a n t e n r e s t e n aanwezig, gevolgd door s l i b - e n k l e i h o u d e n d zand. Het p r o f i e l . i s v o o r de b e r e k e n i n g e n i n 8 l a g e n o n d e r v e r d e e l d . De g r o n d s o o r t e n e n de g e b r u i k t e g r o n d e i g e n s c h a p p e n i n de d i v e r s e l a g e n z i j n i n e e n t a b e l op b i j l a g e G-7 verzameld. Op d e z e b i j l a g e s t a a n t e v e n s d e l a a g v e r d e l i n g e n de g l i j c i r k e l s g e t e k e n d ,

-

n = 2,04 n = 1,93 De gevonden e v e n w i c h t s f a c t o r e n z i j n :

* * *

(66)

.

L A B O R A T O R I U M V O O R G R O N D M E C H A N I C A

-4-

U i t de r e s u l t a t e n b l i j k t d a t h e t o n d e r z o c h t e p r o f i e l e e n hoge s t a b i -

l i t e i t b e z i t , zowel b i j e e n normale a l s b i j e e n e x t r e e m hoge boezem- w a t e r s t a n d o

Aangezien u i t h e t vooronderzoek i s g e b l e k e n d a t de o v e r i g e 13 p r o -

f i e l e n e e n ongeveer g e l i j k e laagopbouw b e z i t t e n a l s p r o f i e l 1 4 e n e e n i n verband met d e s t a b i l i t e i t i e t s g u n s t i g e r vorm van d w a r s -

p r o f i e l v e r t o n e n , kan worden g e c o n c l u d e e r d d a t de kade ter p l a a t s e v a n de p r o f i e l e n 1 t / m 13 t e n m i n s t e e e n even hoge s t a b i l i t e i t b e z i t a l s b i j p r o f i e l 14,

o p g e s t e l d d o o r :

i r , R o J o van Zweden F.J, van Duren

B i j d i t r a p p o r t behorende de volgende b i j l a g e n : O : l e g e n d a P-7 : s i t u a t i e U-8 : d w a r s p r o f i e l 14 B-1 : b o o r p r o f i e l e n C - 1 t / m C-6 : c e l p r o e f r e s u l t a t e n G - I F-42 t/m F-44: f o t o ’ s b o o r r e s u l t a t e n ---1-”----1_________1___111____--- : r e s u l t a t e n s t a b i li k e i t s b e r e ke n i ngen

(67)

F.L. P .B. S . B . c .b. C. B.

6

P T. V. C' pl'

c

= freatische lijn = puleboring = steekboring = continuboring 29 mm = continuboring

66

m m E volume gewicht in t/m3 = han4 penetrometerwaarde in kg/cm' I torvane-waarde in kg/cm 2 I cohesie in kg/cm 2

ii hoek van inwendige wrijving

= beproefd moneter

-

C = c s l p r o e f 1 klef 2 zand f i j n 3 zand 4 zand grof

5

veem 6 klei houdend

7

slibhoudend

8

zandhoudend 9 humushoudend I O veenhoudend 11 plantenresten 12 achelpen 13, grind 14 houtresten I 5 kei i leem

16

leem 17 puin

18

koolaa

x

laagjes

& = volume gew,cht

H = horizontale doorlatendheid V m verticale doorlatendheid Se= samendrukkingeproef $t m oontinuboring 29 m m

1i1

a oontinuboring

66

m m O P puleboring O = ateekboring X = oppervlakteboring

V

P diegeondering

v

5 middelzware eondering P waterspanningarneter

fl

za peilbuis n .ievenwichtafautor = c '

+

tg 6' beischikbaar

o

+

tgjd benodigd voor evenwioht

L A B O R A T O R I U M V O O R G R O N D M E C H A N I C A T E D E L F T

RINGDIJK H A A R L EMMERME ERPOLDER

I

I

I

BIJLAGEO

(68)
(69)

;o Z

o

U c

x

I D b

x

I- m

-

-

3

3

3

IT! Äl

m

m

o

I- U m

x?

(70)

I

L A B O R A T O R I U M V O O R G R O N D M E C H A N I C A T E D E L F T

'

i

RINGDIJK HAARLEMMESMEERPOLDER

Ry

BIJL:^

1

I

C E L P R O E V E N .

A4

co-:.2r3909

' 3

(71)

J L A B O R A T O R I U M V O O R G R O N D M E C H A N I C A T E D E L F T K A DEONDERZOEK HA~RLLEMMER~IEERPOI-DER B I J L .

c

2

CELPROEVEN.

A4 CO.:. 2 O 9 0 9 I

r

4 4 0 6 2 9 5 5

(72)

,

L A B O R A T O R I U M V O O R G R O N D M E C H A N I C A T E D E L F T

RINGDIJK HAARLEMMERMEERPOLDER BIJL.

c

3

CELPROEVEN.

A4

CO+

20909

4 4 8 4 2 9 5

/

(73)

L A B O R A T O R I U M V O O R G R O N D M E C H A N I C A T E D E L F T

I

RI NG DIJK HAAR LEMMERMEER WLDE R RIJL.

c

4

CELPROEVEN.

A4 CO+ 20909

(74)

L A B O R A T O R I U M V O O R G R O N D M E C H A N I C A T E D E L F T

RINGDIJK HAARLEMMERMEJERPOLDER

.

BIJL.

c

5

L

CELPROEVEN.

A4 c0.:.20909

(75)

t

i

.

L A B O R A T O R I U M V O O R G R O N D M E C H A N I C A T E D E L F T I B I J L .

C

6

RING DIJK HAARLEMMER MEERPOL DER

C

E L PROEVEN.

A4 CO.:. 20909

2 9 5 5

(76)
(77)

Cytaty

Powiązane dokumenty

Niestety, pozostałe badane parametry ulegają w czasie starzenia znacznemu pogorszeniu i z tego względu papier ten nie może być stosowany w pracowniach

Dokładniej skupiono się jedynie na zapewnieniu prawidłowej obsługi parkingowej (przynajmniej jedno miejsce postojowe na każde rozpoczęte 50 m 2 powierzchni użyt- kowej) oraz

[r]

Nevertheless, this comparison still shows the suitability of using the pressure-impulse theory for predicting the loads to be expected in standing wave impacts on vertical

Dwa problemy wymagaj¹ obecnie rozwi¹zania: (a) ciê¿- koœæ objawów – aby oceniæ nasilenie wielu objawów DSM zaleca dokonanie tego w po³¹czeniu z oszacowaniem funk-

Hence, the upscaled co-simulation presents satisfactory results (both qualitatively and quantitively) and the tools and interfaces developed in this work can be used as

The water supply duct must be dimensioned such that the applicator can withstand the required waterjet pressure, the corresponding pres- sure drop is acceptable, while the

A com- parison of the braking input from the start of the drive until the lane change con firmed that participants often braked when driving with HMI 1 (top view), HMI 5 (recom-