• Nie Znaleziono Wyników

Hulpzeilvoortstuwing

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Hulpzeilvoortstuwing"

Copied!
5
0
0

Pełen tekst

(1)
(2)

HulpzeilvüüPtstuwing

b a c h e l o r e i n d p r o j e c t

In dit b a c h e l o r e i n d o n d e r z o e k zijn t w e e retrofit hulpzeil voort-stuwingsystemen voor e e n v r a c h t s c h i p met e l k a a r v e r g e l e k e n . In het e e r s t e c o n c e p t w o r d e n z e s Flettner roteren gebruikt e n in het t w e e d e c o n c e p t w o r d e n drie DynaRigs gebruikt. Eerst is h y d r o d y n a m i s c h e d a t a v a n e e n modeltest met a ë r o d y n a m i s c h e c o ë f f i c i ë n t e n v a n d e tuigvormen g e c o m b i n e e r d tot e e n v o o r s t u w i n g s b e r e k e n i n g (zie figuur 1). D a a r n a is s a m e n met windstatistiek over e e n route R o t t e r d a m - New York e e n b e s p a r i n g op het h o o f d v e r m o g e n b e r e k e n d . D e c o n c l u s i e v a n het o n d e r z o e k is d a t d e t w e e c o n c e p t e n e e n v e r g e l i j k b a r e v e r m o g e n s b e s p a r i n g o p l e v e r e n .

Door M a r j a d e J o n g , Gijsbert Struyk, Roderik V o g e l s e n C o l i n V o n c k e n

d V/ars k r a c h t o o r t s t m v e n d e k r a c h t

Hydro

ur 1: Aero- en hydrodynamische krachten op het schip. Bron: G. Struyk

1. Inleiding

Recent is onderzoctit' welice zeil-vormen geschikt zijn voor hulp-voortstuwing voor vrachtschepen'. tHiertoe zijn verschillende bestaande methoden van windvoortstuwing met elkaar vergeleken. De conclusie van d a t onderzoek is dat de Flettner rotor en hetDynaRig het efficiëntst zijn in het opweicken van liftkracht en daarmee een goede kandidaat zijn om hulpvoortstuwing leveren. De Flettner rotor is een actief aangedreven ronddraaiende verticale cilinder die door het zogenaamde Magnuseffect liftkracht opwekt. Het DynaRig is een moderne versie van een dwarstuig zoals op zeilende vrachtschepen van eind 19^ eeuw te vinden is. Zie tabel 1 en foto's rechts.

De onderzoeksvraag luidt: met welke van deze twee tuigages, toegepast op het gegeven schip en de gegeven route, kan het meeste motorvermogen bespaard worden? Hierbij wordt uitgegaan van een zogenaamde retrofit: de tuigvorm wordt geïnstalleerd op een bestaand schip.

Deze studie bestaat uit een ontwerpdoel en een onderzoeksdeel. In het ontwerpdoel wordt voor elk van de twee tuigvormen een configuratie gekozen: het Flettner Rotor Concept (FRC) en het DynaRig Concept (DRC). Het onderzoeksdeel dient ertoe inzicht te krijgen in de

hydrodynamische eigenschappen van een vrachtschip onder zeil. Hiertoezijnmodelproeven uitgevoerd. Deze proeven zijn noodzakelijk o m d a t van vrachtschepen weinig bekend is over de hydrodynamische eigenschappen onder zeil, in tegenstelling tot zeiljachten.

De studie resulteert voor elk c o n c e p t in een besparing op het benodigde motorvermogen. Om een vergelijking te kunnen,, maken tussen de c o n c e p t e n , wordt deze besparing uitgedrukt als een percentuele vermogensreductie.

De hypothese is dot het toepassen van het FRC de grootste ver-mogensreductie oplevert op de gegeven vaarroute van het gegeven schip. Dit wordt verwacht omdat uit windtunnelproeven blijkt^^' dat de Flettner rotor op aan-de-windse

koersen meer voortstuwende kracht kon leveren dan het DynaRig.

2. Methode

Het onderzoek gaat uit van een retrofit zeilsysteem dat als hulpvoortstuwing dient voor een bestaand vrachtschip. De vermogensbesparing wordt bepaald voor de veel gevaren route van Rotterdam naar New Vorken terug. In het onderzoek wordt uitgegaan van een constante scheepssnelheid van 13 knopen. De vermogensbesparing wordt voor zowel het FRC als DRC bepaald.

Onfwerpdeel

Allereerst zijn met behulp van een literatuurstudie^-' de aspect-ratio's van de twee verschillende zeilvormen bepaald. Voor beide zeilvormen zijn verschillende concepten ontwikkeld. Per concept is het aantal en de

zeilplan Aero coëff. weerstand dwarskracht stabiliteit - r Berekening snelheid Polaire plot

Figuur 2: Onderzoeksmethode. Bron: G. Struyk

(3)

faculteit

plaats van de masten gevarieerd. Het ontwerp van de concepten en de uiteindelijke keuze van tiet door te rekenen concept is gebaseerd op onder andere de volgende randvoorwaarden:

De constante tiellingshoek van

tiet schip mag in geen geval

meer dan 10° zijn.

De doorvaarthoogte is maxi-maal 60 m, bepaald door de Verrazano-Narrows brug in New York.

De masten dienen te worden ondersteund door een dwors-en/of langsschot.

Het gebruikte materiaal voor de masten is staal.

• De masten hebben een

cilin-drische doorsnede.

Onderzoeksdeel

De weerstand en dwarskracht op een modeischip zijn gemeten met behulp van een experiment in een sleeptank. De metingen zijn verricht bij combinaties van vier snelheden, drie drifthoeken en vier hellingshoeken. Voor de metingen is een model van het Victoryschip' gebruikt. Dit is een doorsnee vrachtschip van circa 10.000 ton deadweight. De gemeten waarden worden geëxtrapoleerd naar ware grootte volgens de methode van Froude'.

Als opstelling voor de experimenten in de sleeptank is dezelfde gekozen als gebruikt in de Delft Systematic Yacht Hull Series. Middels deze opstelling kan men twee

dwarskrachten (voor en achter) en de weerstand meten terwijl het model vrij is om te schrikken, dompen, rollen en stampen.

De hydrodynamische eigenschap-pen zijn gecombineerd met de aërodynamische coëfficiënten van de Flettner rotor^ en het DynaRigl Met deze eigenschappen is een berekening van de scheepssnelheid voor een reeks van windsnelheden en -richtingen g e m a a k t . in een zogeheten Velocity Prediction Program (VPP), dit is schematisch weergegeven in figuur 2. Met het resultaat is de reductie op de voortstuwende kracht van de hoofdmotor berekend in een Trust Prediction Program (TPP).

Vervolgens is de gevonden reductie gecombineerd met windstatistieken gebaseerd op metingen over 735.756 vaaruren' voor de gegeven route Rotterdam - New York. Met deze gegevens is de gemiddel-de benodiggemiddel-de voortstuwengemiddel-de kracht vanuit de hoofdmotor over deze route berekend. Vervolgens is een vermogensberekening ge-maakt waarin het openwater schroefrendement is meegenomen. Hiermee is de vermogensreductie van de hoofdmotor berekend.

3. Resultaten

De gemiddelde vermogensreductie bij het FRC bedraagt 15%, die van het DRC 13%. De resultaten en het onderzoek worden apart besproken.

Flettner Rotor Concept ( F R C ) DynaRigs Concept (DRC)

Aantal masten Aspectratio Diameter mast Lengte mast Dikte mast Totaal geprojecteerd zeiloppefvlak 6 6 4 m 24 m 8 mm 576 m2 Aantal masten Aspectratio Diameter mast Lengte mast Dikte mast Lengte zeil Breedte zeil Totaal zeiloppervlak 3 2 2 m 39 m 11 mm 32 m 16 m 1511 m2

Tabei 1: Resultaten. Bron: G. Struyk

Versciiillende afbeeldingen beiiorend bij het onderzoek. Bron: G. Struyk

(4)

Ontwerpdeel

In Tabel 1 zijn de belangrijkste resultaten van de ontwerpen weergegeven. Het FRC bestaat uit zes Flettner retoren die op de dwars-en langsscFiottdwars-en geplaatst zijn, tiet DRC bestaat uit drie DynaRigs die midsctieeps op de dwarsschotten zijn geplaatst.

Onderzoeksdeel

Lilt de metingen blijkt dot de weerstand toeneemt met de snelFieid. De weerstand neemt ook toe bij toenemende tielling en/of drifthoek. De dwarskractit neemt toe bij toenemende drifttioek en neemt af bij toenemende hellingsFioek. De geïnduceerde weerstand neemt lineair toe bij tiet kwadratiscti toenemen van de dwarskractit. Deze verbanden voldoen aan de verwachtingen en komen overeen met bekende hydrodynamische eigenschappen van een schip.

Figuur 3a geeft het polairdiagram van FRC, figuur 3b voor DRC. Elke kromme geeft voor de ware windsnelheid de scheepssnelheid over de ware windhoek weer. Af te lezen volt dat het FRC vooral op aan-de-windse koersen [70°-90°) meer snelheid genereert dan DRC.

Als controle op de uitkomst van de VPP is nog een handberekening uitgevoerd voor 18 windsituaties. De scheepssnelheiden uit deze handberekeningen vallen met name bij de aan-de-windse koersen hoger

uit don de met WinDesign berekende snelheden.

4. Discussie en conclusies

Uit de resultaten blijkt dat het FRC de hoogste vermogensreductie oplevert. Echter, de handberekeningen vertonen afwijkende waarden. De gevonden besparingen van de twee c o n c e p t e n verschillen slechts twee procentpunten van elkaar. Dit leidt ertoe dat niet met voldoende zekerheid kan worden geconcludeerd welk c o n c e p t de meeste vermogensbespa-ring oplevert. Hiermee kan de onderzoeksvraag dus niet worden beantwoord. Wel is geconcludeerd dat de beide concepten een vermogensbesparing opleveren. Als aanbeveling voor

vervolg-onderzoek, zou men het effect van het benodigde vermogen voor de aandrijving van de Flettner roteren kunnen uitzoeken. Aangezien het verschil in vermogensbesparing tussen het FRC en DRC erg klein is, kan dit nog een aanzienlijk effect hebben op de uitkomst van de vergelijking.

Referenties

1. Vogels, R.H. (2012). PowerSoils. Delft: Sectie Scheepshydro-mechanico en Sterkte TU Delft 2. Goeman, A. (1990). Onderzoek

aan roterende cilinders al of niet in combinatie met roeren. Delft: Sectie Scheepshydromechanica en Sterkte TU Delft

3. Aërodynamische coëfficiënten verkregen via Dijkstra & Partners, Naval Architects. Amsterdam 4. Enercon (2010), Windblatt,

Enercon Magazine for wind energy issue 02-2010. Bremen 5. Liberty Ships and Victory Ships,

America's Lifeline in War. (http:// www.cr.nps.gov). Opgevraagd 04-06-12

6. Watson, D.G.M. (1998). Practical Ship Design. Oxford: Elsevier Science Ltd.

7. Tuijl, van, J.J. (2012). Evaluation of auxiliary wind propulsion systems for merchant ships. Delft

De onderzoeksgroep: Roderik Vogels, Marja de Jong, Colin Voncken, Gijsbert Struyk. Bron: G. Struyk

(5)

Shot

De Oud-Hollandse Botten B L J 1 3 a "Trui" drooggevallen op het Duitse wad. Met deze eil<enhouten platbodem wordt gevaren door de leden van D.S.V. "Nieuwe Delff'-D.S.S. de Bolk. In de winter wordt de Botter op authentieke wijze onderhouden. "Trui" is de oudste nog varende Botter ter wereld. Zie verderop in het Boegbeeld voor het artikel over dit bijzondere schip.

Cytaty

Powiązane dokumenty

trując strukturę handlu żywnością LDCs w układzie regionów geografi cznych, moż- na stwierdzić, że dominującą rolę w eksporcie artykułów żywnościowych krajów

Conference on the Behaviour of OffThore Srtuctures, 1994.. Hydrodynamics and Cable Dynamics, Ed. Numerical Investigations of hyd,odynomk coefficients and hydrodynamnic

Rocznik Towarzystwa Literackiego imienia Adama Mickiewicza 2,

Trzeba dodać, że sumienie, podnoszące naszą naturę na poziom mo­ ralny dobra i zła dzięki inteligencji i woli, a przez łaskę przemieniające ją w kierunku

Całość zaś problematyki związanej z tą myślą przedstawia w strukturze siedmiu rozdziałów obejmujących kolejno: postawienie problemu i wyznaczenie teoretycznej płaszczyzny

tion events that can be visually interpreted as such are weak and discontinuous. These might have even been further attenuated by the surface-wave attenuation or simply re- moved

Znalezione na dnie kanału fragmenty naczyń terra sigillata oraz cegła ze stemplem Legio I Italica Gordiana pozwalają przypuszczać, że kanał powstał najpóźniej

Wikariusz parafii w Niegowici koło Bochni 1948–1949; wikariusz kolegiaty Świętego Floriana w Krakowie 1949–1951; duszpasterz akademicki w Krakowie 1951–1958;