• Nie Znaleziono Wyników

Bouwprojecten door opknippen vaak negatief beinvloed: Alliantie light-model aanzet voor betere aanpak

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Bouwprojecten door opknippen vaak negatief beinvloed: Alliantie light-model aanzet voor betere aanpak"

Copied!
3
0
0

Pełen tekst

(1)

FEBRUARI 2015

Alliantie Iight=mo£3el aanzet v@or betere aanpalc

Bouwprojecten door opknippen

vaak negatief beïnvloed

H e t o p d e l e n v a n g r o t e b o u w p r o j e c t e n l e i d t i n d e pral<tijl< v a a k n i e t t o t e e n b e v r e d i g e n d r e s u l t a a t . O n d u i d e l i j k e a f s p r a k e n e n het o n t b r e k e n v a n e e n b e e l d v a n m o g e l i j l < e p r o b l e m e n t i j d e n s e n n a o p l e v e r i n g z i j n d a a r v a n e n k e l e o o r z a k e n . D e s o n d a n k s is o p k n i p p e n e e n o n d e r b e l i c h t f e n o m e e n . H e t a l l i a n t i e l i g h t - m o d e l k a n u i t k o m s t b i e d e n . Dirk D u b b e l i n g

Grote bouwprojecten, zoals infrastructuurprojecten of een combina-tie van infrastructuur- en utiliteitsbouwprojecten, worden vaak op-gedeeld in deelprojecten. Veelal zijn dit projecten waarbij publieke opdrachtgevers zijn betrokken die met geïntegreerde contracten

werken, zoals Design & build, Design, build & maintain en Design, build, maintain & finance. Recente voorbeelden zijn de Betuwe-route, de Randstadrail en de HSL-Zuid.

In de regel worden dergelijke bouwprojecten gegund aan één hoofdaannemer of aan een bouwconsortium, die voor de deelpro-jecten zelf onderaannemers zoeken. Hoewel deze uitbestedingswijze voordelen heeft, zoals kortere doorlooptijden, lagere aanbestedings-prijzen en een gelijkmatige l<waliteit, kan het anderzijds onwenselijk of zelfs onmogelijk zijn om een groot bouwproject via één hoofd-aannemer te realiseren. Zo kan het project te groot zijn voor één aannemer, bijvoorbeeld als delen van een project tussentijds opge-leverd en in gebruik moeten worden genomen, of als een gespecia-liseerde aannemer nodig is, of als eisen voor latere onderdelen nog niet beschikbaar zijn. Ook wetgeving kan het voor opdrachtgevers noodzakelijk maken om grote projecten in delen aan te besteden. Zo moet het midden- en kleinbedrijf in de bouw conform EU-richtlij-nen (verwerkt in het proportionaliteitsbeginsel in de Aanbestedings-wet uit 2013) via deelprojecten kunnen meedingen naar bouw-opdrachten. Er worden dan deelcontracten afgesloten voor onder-delen van een project.

Voordelen en problemen

Door het 'opknippen' ontstaan zogenoemde projectinterne raakvlak-ken, en juist op de punten waar werkzaamheden van verschillende betrokkenen elkaar raken of overlappen, ontstaan kansen op

(2)

FEBRUARI 2015

{

Een spoortunnel in Delft maakt bovengronds de bouw van een sta-tionshal annex stadskantoor mogelijk.

men: als gevolg van het ontbreken van afspraken of onduidelijke af-spraken, of onduidelijke verantwoordelijkheden (zie tabel 1). Proble-men zijn bijvoorbeeld dat raakvlakken fysiek niet op elkaar aan-sluiten. Raakvlakken hebben een grote kans op vertraging en zijn van een lagere kwaliteit dan de rest van een project. Het niet opti-maal op elkaar aansluiten van raakvlakken bemoeilijkt innovatieve bouwmethoden, ook doordat ze niet door één partij worden uitge-voerd. Nadelen van het opknippen zijn verder dat de coördinatie van nevenaannemers óók kosten met zich meebrengt. Aannemers verdisconteren een extra risico-opslag in het geval met andere par-tijen moet worden samengewerkt die zij nog niet kennen. Vaak zijn de raakvlakken vooraf onvoldoende uitgewerkt, met extra werk en extra kosten tijdens en na de bouw tot gevolg. Samenwerking en het testen van de raakvlakken zijn vaak niet in de deelcontracten op-genomen, maar moeten alsnog worden uitgevoerd. Vaak komen ook deze kosten ten laste van de opdrachtgever. Problemen worden vaak niet voorzien, maar komen pas in de uitvoeringsfase aan het licht, met hoge kosten om de ontstane problemen op te lossen. Het opknippen van bouwprojecten kan echter ook voordelen heb-ben, specifiek wanneer de opdrachtgever zelf het uitbesteden van de deelopdrachten regelt. De opdrachtgever spaart opslagen uit door zelf uit te besteden aan onderaannemers in plaats van dat aan een hoofdaannemer over te laten. Met uitbesteden onder meerdere deelnemers kunnen bovendien nog eens gunstiger prijzen worden bedongen. Risico's worden gespreid onder meerdere partijen en de kans op piekbelasting bij een aannemer wordt teruggedrongen. De lijnen tussen de opdrachtgever en de aannemers zijn korter dan wanneer de opdrachtgever via de hoofdaannemer onderaannemers benadert.

Ook als de opdrachtgever zelf het opknipproces regelt, blijkt de be-slissing vaak gebrekkig onderbouwd en is er weinig inzicht in de mogelijke gevolgen van het opknippen. Zo blijkt uit het evaluatie-rapport over de HSL-Zuid onder meer dat de raakvlakken onduide-lijk waren gedefinieerd, implementatie van de raakvlakorganisatie te laat plaatsvond, er te veel raakvlakken waren en de locaties van de knip ongeschikt waren.

Zelf verantwoordelijk

Voor problemen of tegenvallende resultaten bij nevenaanneming zijn de opdrachtgevers in de meeste gevallen zelf verantwoordelijk, hoewel aannemers verantwoordelijk zijn voor het ontwerp en de uitvoering op het raakvlak. Deze scheve verhouding is mede de oor-zaak van risico's.

EenTU Delft-afstudeeronderzoek onder drie spoorprojecten - de uit-breiding van sporen rond station Amsterdam Zuid, de sporen en

bebouwing van het stationsgebied Utrecht en de spoortunnel onder Delft (zie tabel 2) - bracht achttien knips met project-interne raak-vlakken op basis van vijfendertig knipmotieven aan het licht en ruim dertig raakvlakrisico's met bijna honderd verschillende oorza-ken. Ook worden op basis van het onderzoek een ruim aantal pre-ventieve maatregelen aangedragen. De OV-terminal in Utrecht kent vijf knips, zoals tussen de stationshal en het stadskantoor en tussen de stationshal en de perronkappen. Er zijn acht deelcontracten afge-sloten. Het spoorproject bij Amsterdam heeft een oost- en een westcontract. De zes knips daartussen liggen op drie verschillende plekken, wat de raakvlakken complex maakt. Voor de spoorzone in Delft zijn vijf deelcontracten afgesloten en zeven knips gemaakt. Er zijn raakvlakken tussen de spoortunnel en het nieuwe stadskantoor dat op de spoortunnel komt te staan, maar ook tussen hardware-in-stallaties en software die het treinverkeer in de spoortunnel rege-len.

Classificatiematrix

Op basis van interviews met experts is een classificatiematrix sa-mengesteld waarin motieven zijn gegroepeerd die in de praktijk een rol spelen in het besluitvormingsproces rond al of niet opknippen van bouwprojecten en hoe groot de invloed van die motieven kan zijn (zie tabel 3). De motieven zijn verdeeld in zes categorieën: meer of minder belemmerend (1-2), meer of minder faciliterend (3-4) en meer of minder stimulerend (5-6).

Kiem oplossing ligt in ontwerpfase

De motieven in groep 1 spelen slechts een kleine rol, maar kunnen wel degelijk belemmerend zijn, zoals oplopende procesmanage-mentkosten en een geologische situatie die opknippen niet mogelijk maakt. De groep-2 motieven spelen een grotere belemmerende rol, zoals het aanbestedingsbeleid van de opdrachtgevers dat opknip-mogelijkheden tegenhoudt, of een gewenste snelle doorlooptijd die beter met één aannemer gerealiseerd kan worden. Faciliterende motieven zijn er ook. Deze spelen een rol bij de overweging om wél te knippen. Extra invloed op een specifiek deel van het project kan een rol spelen. Ook als meer dan fasering nodig is of wanneer tech-nische mogelijkheden inzetbaar zijn kunnen dat aanzetten zijn om tot opknippen over te gaan. Bescheiden stimulerende motieven, zoals een specifiek kwaliteitsniveau en het politieke klimaat dat op-knippen stimuleert, spelen een belangrijke, maar nog geen overwe-gende rol om te knippen. Bij motieven met een grote stimulerende rol is de kans het grootst dat er ook daadwerkelijk geknipt wordt, bijvoorbeeld als een bouwproject te groot is om in één keer aan te

Tabel 1 K a r a k t e r i s t i e k e n onderzochte b o u w p r o j e c t e n

K a r a k t e r i s t i e k e n OV t e r m i n a l Utrecht Zuidtak A m s t e r d a m Spoorzone Delft O m g e v i n g S t a t i o n s g e b i e d I n f r a s t r u c t u u r - S t a t i o n s g e b i e d k n o o p p u n t B o u w s e c t o r B & U e n G W W G W W B & U en G W W T y p e o p d r a c h t g e v e r ( s ) P u b l i e k e n p r i v a a t P u b l i e k P u b l i e k A a n t a l o p d r a c h t g e v e r s 3 1 2 Type o p d r a c h t n e m e r s B o u w c o m b i n a t i e s , B o u w c o m b i n a t i e s B o u w c o m b i n a t i e s , t r a d i t i o n e l e n e v e n - t r a d i t i o n e l e n e v e n o p d r a c h t n e m e r s o p d r a c h t n e m e r s N e v e n o p d r a c h t n e m e r s 4 2 4

Type c o n t r a c t e n UAV 1989/2012 U A V - g c 2005, UAV 1989/2012, a l l i a n t i e U A V - g c 2005,

a l l i a n t i e

A a n t a l g r o t e d e e l - 8 2 5 c o n t r a c t e n

(3)

F E B R U A R I 2 0 1 5 Tabel 2 Classiflcatiemalrlx O p k n i p k l a s s e 1 Kleine b e l e m m e r e n d e rol 3 Kleine f a c i l i t e r e n d e rol 5 Kleine s t i m u l e r e n d e rol Motieuen G e o l o g i s c h e k e n m e r k e n P r o c B s m a n a g e m e n t k o s t e n F u n c t i e s y s t e m e n G r o n d p o s i t i e I n v l o e d op een s p e c i f i e k d e e l G e o g r a f i s c h e s p r e i d i n g v a n p r o j e c t d e l e n Invloed op het t o t a l e b o u w p r o c e s F u n c t i o n e l e e i s e n Politieke en m a a t s c h a p p e l i j k e o m s t a n d i g h e d e n D r a a g v l a k c r e a t i e A r c h i t e c t o n i s c h e k w a l i t e i t K w a l i t e i t s g a r a n t i e Invloed op de a r c h i t e c t O p k n i p k l a s s e 2 Grote b e l e m m e r e n d e r o l 4 Grote f a c i l i t e r e n d e rol 6 Grote s t i m u l e r e n d e rol M o t i e v e n G e w e n s t e d o o r l o o p t i j d v a n de u i t v o e r i n g I n t e r n e k e n n i s , e r v a r i n g en c a p a c i t e i t S t i m u l e r i n g a r b e i d s m a r k t A a n b e s t e d i n g s b e l e i d F a s e r i n g v a n h e t p r o j e c t C o n t r a c t v o o r k e u r R u i m t e l i j k e o r d e n i n g s p r o c e d u r e s T e c h n i s c h e m o g e l i j k h e d e n R i s i c o b e h e e r s i n g G e w e n s t e d o o r l o o p t i j d v a n h e t o n t w e r p G e w e n s t e t i j d s z e k e r h e i d O r g a n i s a t i e c u l t u u r en - s t r u c t u u r C a p a c i t e i t B o u w c u l t u u r A a n b e s t e d i n g s w e t E x t e r n e k e n n i s en e r v a r i n g V o o r g e s c h r e v e n p r o d u c t e n e n l e v e r a n c i e r s P r i j s z e k e r h e i d Fase v a n h e t p r o j e c t

besteden, of wanneer de Aanbestedingswet van toepassing is en opknippen simpelweg verplicht is.

Alliantie light-model

Voor het veilig opdelen van grote projecten onder meerdere uitvoe-rende bouwbedrijven is een 'alliantie light'-model ontworpen. Daar-mee kunnen raakvlakrisico's al in de initiatieffase worden opge-spoord, waarna deze risico's mogelijk kunnen worden voorkomen, beperkt, of overgedragen (zie tabel 4). Het model probeert een beter evenwicht tussen de betrokken partijen te creëren. Daartoe zijn vijf-entwintig voorwaarden voorgesteld waaraan een raakvlak tussen twee deelprojecten zou moeten voldoen.

Opknippen niet altijd te

voorkomen

Een belangrijke voorwaarde Is dat nevenopdrachten op raakvlakken tussen drie in plaats van twee partijen moeten worden afgesloten: niet tussen de opdrachtgever en de hoofdaannemer, maar tussen de opdrachtgever en de partijen aan beide zijden van het raakvlak. Zo staan zij onderling rechtstreeks met elkaar in contact.

De alliantie dient gericht te zijn op de ontwerpfase, omdat daaruit vaak onduidelijke verantwoordelijkheden voortkomen en raakvlak-ken in het ontwerp te weinig aandacht krijgen. De aannemers aan beide zijden van een raakvlak worden dan ook medeverantwoorde-lijk voor het raakvlakontwerp. Meerwerk kan met deze opzet tot een minimum worden teruggedrongen. Om te garanderen dat raakvlak-aannemers ook werkzaamheden op zich nemen die net buiten de opdracht vallen en om problemen op het raakvlak niet aan elkaar over te laten, kan een financiële vergoeding worden ingebouwd waaraan ook de opdrachtnemer deelneemt; de drie partijen dekken hun risico financieel af met een gezamenlijk risicofonds. Verliezen én winsten worden zo door de drie partijen gedeeld.

De richtlijnen voor het ontwerp en de risicoverdeling kunnen bo-venop de standaard uitvoeringscontracten worden toegepast.

Tabel 3 Meest voorkomende r a a k v l a k r i s i c o ' s O n d u i d e l i j k e c o ö r d i n a t i e O n d u i d e l i j k e o n t w e r p v e r a n t w o o r d e l i j k h e d e n op h e t r a a k v l a k O n d u i d e l i j k e en v e r k e e r d e t o e d e l i n g v a n u i t v o e r i n g s v e r a n t w o o r d e l i j k h e d e n op h e t r a a k -vlak O n b e k e n d e en o n v o o r z i e n e r a a k v l a k k e n T u s s e n t i j d s e s c o p e w i j z i g i n g e n v a n d e e l p r o j e c t e n P l a n n i n g s w i j z i g i n g e n v e r o o r z a a k t d o o r e e n a n d e r d e e l p r o j e c t A a n b e s t e d i n g s p r o b l e m e n V e r k e e r d e l o c a t i e en b e e l d v o r m i n g op d e knip O n d u i d e l i j k h e d e n t i j d e n s de o p l e v e r i n g O n d u i d e l i j k e a a n s p r a k e l i j k h e d e n na de o p l e v e r i n g B e d r i j f s m a t i g e o o r z a k e n I n f o r m a t i e t e c h n i s c h e f o u t e n

Tabel 4 Enkele van de preventieve m a a t r e g e l i n g e n

C o ö r d i n a t i e v e r a n t w o o r d e l i j k h e i d bij v o o r k e u r bij de o p d r a c h t n e m e r W a c h t m e t a a n b e s t e d e n o p v o l g e n d c o n t r a c t t o t na o n t w e r p v o o r g a a n d e c o n t r a c t U i t v o e r i n g s w e r k z a a m h e d e n v a n d e e l c o n t r a c t e n pas s t a r t e n na a f r o n d i n g v a n o n t w e r p -w e r k z a a m h e d e n G e l i j k t i j d i g en g e z a m e n l i j k s c o p e d o c u m e n t e n o p s t e l l e n P r o c e d u r e a f s p r a k e n bij a a n s l u i t e n d e d e s i g n & c o n s t r u c t - c o n t r a c t e n R a a k v l a k r i s i c o ' s zo v r o e g m o g e l i j k t r a n s p a r a n t m a k e n T o e v o e g i n g op de c o ö r d i n a t i e o v e r e e n k o m s t d o o r o p d r a c h t g e v e r s F i n a n c i ë l e p r i k k e l s i n b o u w e n v o o r g o e d c o ö r d i n e r e n v a n d e e l p r o j e c t e n Risico's o n t w e r p r a a k v l a k k e n z o w e l bij d e o p d r a c h t g e v e r als a a n n e m e r s l e g g e n

Eén c o n t r a c t t y p e op de r a a k v l a k k e n D e e l c o n t r a c t e n v a n a c h t e r e n n a a r v o r e n o p s t e l l e n Een l e i d e n d c o n t r a c t b o v e n o p d e e l c o n t r a c t e n A l l i a n h e v o r m bij d e z e l f d e o p d r a c h t g e v e r F i n a n c i ë l e p r i k k e l s op de r a a k v l a k k e n O n t w e r p v e r a n t w o o r d e l i j k h e i d v a n h e t r a a k v l a k bij v o o r k e u r bij o p d r a c h t g e v e r A a n b e s t e d e n via t r a d i t i o n e l e c o n t r a c t e n i n d i e n b e p a a l d e a a n s l u i t i n g e n v a n h e t z e l f d e p r o -d u c t o f -d e z e l f -d e l e v e r a n c i e r zijn Dit a r t i k e l is g e b a s e e r d op h e t a f s t u d e e r p r o j e c t ' R a a k v l a k r i s i c o ' s bij n e v e n a a n n e m i n g . H e t o r g a n i s a t o r i s c h en c o n t r a c t u e e l a f s t e m m e n v a n d e e l c o n t r a c t e n bij m u l t i d i s c i p l i n a i r e p r o -j e c t e n ' v a n Eurvel W i n t e r s . Het r a p p o r t is b e s c h i k b a a r op w w w . r e p o s i t o r y . t u d e l f t . n i .

Cytaty

Powiązane dokumenty

Analiza nekrologu zdaje się potwierdzać hipotezę Pigonia sugerującą, że Mickiewicz mógł być jego współautorem. Do wniosku takiego upoważnia nas szereg

W trzech prezentowanych rozdziałach po- znajemy sylwetki kolejnych peregrynantów z Rzeczypospolitej, przebieg ich studiów, konta- kty naukowe, drukowane dysputacje, kontakty

również podpisy należące do przedstawicieli ziemiaństwa, jednak nie w tak dużej ilości jak to miało miejsce w księdze gości zwiedzających pałac w latach 1887-1935,

1. Charakterystyczne zjawiska w długoterminowej mobilność polskich studentów 2 Według najnowszych danych UNESCO w roku akademickim 2007/2008 za granicą studiowało 32,6

Przeznaczanie znacznych kwot pieniędzy publicznych na inwestycje, in­ frastrukturę, edukację czy tworzenie oraz wdrażanie nowych technologii może pobudzać

Houden we echter rekening met recourse, dan zien we dat een groter deel van de rei- zigers naar knoop C rijden, omdat zij daar 20% (0,2) kans hebben dat zij gebruik kun- nen maken

Dlatego pojaw iają się postulaty „uzdrowienia doświadcze­ nia”, rozumiane jako „uwolnienie doświadczenia z wypaczeń, które go dotknęły, i rozwinięcie teorii

Abstract—Networks are used in many research domains to model the relationships between entities. We present a publicly available toolkit to extract graphs from datasets or data