• Nie Znaleziono Wyników

Een Heldendaad: Een zwartgerande komedie

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Een Heldendaad: Een zwartgerande komedie"

Copied!
96
0
0

Pełen tekst

(1)

Een heldendaad

een zwart gerande komedie

naar een gegeven van Nikolaj Erdman bewerkt door Paul Maas

(2)

Een heldendaad

1131"{J

!Jo606

r

l

rr~

e11)

(3)

211-Een heldendaad

een zwartgerande komedie

naar een gegeven van Nikolaj Erdman bewerkt door Paul Maas

(4)

Uitgegeven door: Delftse Universitaire Pers Stevinweg 1

2628

CN Delft

(015) 78 32 54

in opdracht van: Theater de Tobbe Postbus

160

2270

AD Voorburg

070) 86 48 80

ClP-gegevens Koninklijke Bibliotheek, 's-Gravenhage ISBN

90-6275-997- 1

Copyright

©

1990

van deze bewerking: Paul Maas

No part of this book may be reproduced in any form by print, photo-print, microfilm or any other means without written permission from the author.

All rights reserved.

Opvoeringen van deze oorspronkelijke bewerking van dit theater-werk zijn verboden zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteur, per adres Delftse Universitaire Pers, Stevinweg

1,2628

CN Delft.

Printed in The Netherlands.

De gespeelde tekst kan op sommige plaatsen afwijken van de in deze uitgave gepubliceerde.

(5)

Verantwoording

'Een heldendaad' is een bewerking van een Russische komedie, die werd geschreven door Nikolai Erdman, maar die zo tegendraads werd ervaren dat dit toneelstuk nooit in Rusland mocht worden opge-voerd. De oorspronkelijke problematiek is in deze nieuwe Nederland-se bewerking geactualiNederland-seerd.

Het stuk is wel degelijk een komedie, maar wel een met een zwart randje. Het is een satire met een zeer verrassende afloop. Het gaat over een eenvoudige werkloze man, die, hoe kan het anders, het slachtoffer dreigt te worden van zijn omgeving. Erik Sprokkereef wordt door allerlei groeperingen naar voren geschoven ter beharti-ging van hun zeer persoonlijke belangen. Zonder enig probleem gaat men daarbij echter voorbij aan het eigen belang van Erik: hij dreigt er bijna (?) onder te bezwijken.

Het stuk werd geschreven in 1928. Toen het in 1932 door de censuur in de Sovjet Unie werd verboden was het nog nooit in het openbaar opgevoerd. Slechts één doorloop in costuum onder regie van Meijer-hold was voldoende voor een definitief verbod tot opvoering en zelfs voor publikatie!

De auteur, Nikolai Erdman (1902-1970) heeft, met deze schrik in zijn benen, nooit meer wat voor het theater geschreven. Daardoor is hem arrestatie of opsluiting in een werkkamp, wat zijn collega-schrijver Babel en de regisseur van zijn verboden stuk Meijerhold overkwam, bespaard gebleven.

Net als de hoofdpersoon uit 'Een heldendaad' verkoos hij te overle-ven en misschien is hem dat alleen maar gelukt omdat hij satiricus was of omdat hij na zijn 26ste jaar nooit meer als toneelschrijver een pen op papier heeft gezet.

'Een heldendaad' werd voor het eerst opgevoerd op vrijdag 25 mei 1990 in Theater de Tobbe in Voorburg in de regie van Lex Prinzen. De uitvoerende groep was 'Het Tobbe-toneel', een ad-hoc groep be-staande uit vrijwillige medewerkers van dit theater. De gespeelde versie is een geheel nieuwe bewerking waarin de al te zeer gedateer-de Russische problematiek uit het originele stuk werd geactualiseerd en 'vertaald' naar situaties die nu nog in Nederland spelen. De lokatie is een klein-burgerlijk stadje aan de noordelijke Veluwezoom en het verhaal speelt zich af twee jaar voordat Europa één zal worden.

Voorburg, 15 mei 1990 Paul Maas

(6)

Personen

in volgorde van opkomst

Erik Sprokke reef,

een beroepswerkeloze

Nel Nagelhout,

zi;n vrouw

Anna Nagelhout,

haar moeder, een pensionhoudster

Bart Buurkes,

videotheekhouder en gast in het pension

Alie van Schootbrugge,

diens maitresse

Pieter van der Kolthoorn jr.,

denkt intellectueel te zi;n

Abigaël -zeg maar Jansje- Hooghordel,

kent de betekenis van het

woord travestiet

Johan Junte,

postbode

Jaap Bot,

slager

Anton Engeltjes,

schri;ver

Herman Grootkarzijn,

geesteli;ke

Truitje Ouwerkerk,

beoefent een zeer oud beroep

Oud vrouwtje,

een oud vrouwt;e

Jochie,

een kleine ;ongen

Violist,

een muzikant

Ober,

een bediende in een restaurant

Onguur 1 ,

een onguur individu

Onguur 2,

ook een onguur individu

Fleurop 1,

bezorgt bloemen door het hele land

Fleurop 2,

hi; ook

Graver 1 ,

een doodgraver

Graver 2,

nog een

en eventuele anderen

Het stuk telt vijf bedrijven:

eerste bedrijf: een pension in Alburg, vroeg in de ochtend tweede bedrijf: zelfde plaats, later op die dag

derde bedrijf: een lokaal café, tegen middernacht pauze

vierde bedrijf: weer het pension, twee uur later vijfde bedrijf: hetzelfde pension, twee dagen later

(7)

bedrijf

1

I scene

1

(een opkamer van café-pension 'De Smeede' in Alburg; het loopt tegen de ochtendschemering; Erik en Nel liggen gezamenlijk in een twijfelaar)

frik

(ligt te woelen, kan blijkbaar de slaap niet vatten) NeL ..

Nel

(kreunt in haar slaap) Mmmm ... frik

NeL .. !

Nel

(schiet wakker) Wat is er aan de hand? frik

Niks, ik ben het maar ...

Nel

Oh~ .. (valt onmiddellijk weer in slaap) frik

Ik lag zo te denken ... en ik vroeg mij af ... Nel? .. Nel! Slaap je weer?

Nel

(wordt weer wakker) Wat is er nou weer? frik

Niets, ik ben het toch maar

Nel

Gelukkig! frik Hoezo?

Nel

Stel dat je iemand anders was ... frik

(8)

Nel

Dan sliep ik nu met een vreemde vent (draait zich naar Erik toe en legt bijna liefdevol een arm om de borst van Erik; dreigt vervolgens weer in slaap te sukkelen)

Erik

Ik, eh ... , ik vroeg me af of ... het lampje in de koelkast uit is ...

Nel

Het lampje in de koelkast?

Erik

Ja, of dat uit is. Anders kost het maar stroom

Nel

Natuurlijk is dat uit!

Erik

Hoe weet je dat?

Nel

Jezus, man! (gaat rechtop zitten) Moet je me daar nou midden in de nacht voor wakker maken? Het lampje in de koelkast, waar meneer zich al niet druk over maakt! De hele dag loop ik te sjouwen, hier in het café van mijn moeder om tenminste nog een paar centen te verdienen omdat jij het verdomt om werk te krijgen. Wil ik 's nachts een paar uur slapen en dan begin je me ook dàn op mijn zenuwen te werken. Dat jij niet kunt slapen moet je zelf weten, maar dat je een ander haar nachtrust niet gunt, dat pik ik niet ... ! He, Erik, ik praat tegen je, je slaapt toch niet?

Erik

(sliep wel degelijk) Mmmm ...

Nel

Erik!

Erik

(schiet op zijn beurt wakker! Wat is er aan de hand?

Nel

Wat er aan de hand is? Als je zelf niet kunt slapen dan hoef je mij toch niet wakker te maken en zeker niet voor zo'n stom lampje!

Erik

Maar het gaat helemaal niet over dat lampje!

Nel

(9)

frik

Ik dacht, als jij nou toch gaat kijken of het brandt, dan zou je meteen een stukje leverworst voor me kunnen meenemen ...

Nel

(ontploft) Wel heb ik van mijn leven, jij stuk egoïst!

frik

Rustig, rustig ...

Nel

Niks rustig! Mij met een smoes wakker maken omdat jezelf te beroerd bent op te staan voor een stukje leverworst! Mijn moeder en ik sloven ons de hele dag uit om 's avonds een fatsoenlijke maaltijd voor je neer te kunnen zetten. Jij komt niets te kort: jij krijgt zelfs altijd het grootste stuk vlees en wie pakt er steeds het laatse restje van het toetje?

frik

Ik weet waarom jullie dat doen. Alleen maar psychologie! Op die manier laten jullie aan iedereen zien hoe Erik Sprokke reef in de watten wordt gelegd. Jullie doen dat enkel en alleen maar om me te vernederen. Vernedering, dat is het en niets anders ...

Nel

Rustig, rustig ...

frik

Niks rustig. We liggen samen in bed en ik zeg je dat ik honger heb. Maar juist omdat er niemand bij is wil jij geen stukje leverworst voor mij halen.

Nel

Natuurlijk wel, lieverd. AI zou je de hele worst willen op~ten; wacht, ik zal wat voor je halen (scharrelt uit bed en loopt het duister in) Het is hier stakkedonker! Waarom hebben we ook geen nachtlampje?

frik

Doe dan de koelkast open, dáár brandt licht!

Nel

Wat zei je?

frik

Niets.

Er

moet nog ergens een kaars liggen ..

Nel

(vindt de kaars, steekt deze aan en loopt daarmee in nachtelijk ge-waad en op blote voeten naar de keuken, onderwijl mompelend) God in de hemel, wat een leven met zo'n vent, maar wat kan je er aan doen? leverworst! (opent de koelkast; het licht straalt haar een

(10)

ogen-blik tegemoet, maar valt plotseling uit; loopt vervolgens met een stuk leverworst en de nog steeds brandende kaars terug naar het bed) Het licht in de koelkast is uitgevallen!

frik Mooi zo!

Nel

(wil reageren, maar bedenkt zich) Eh ... Wil je wit of bruin brood, schat?

frik

Kan me niks schelen, ik wil toch geen hop!

Nel

Geen hap? frik

AI begraaf je mij er in!

Nel

Wat nou weer? frik

Je bent net de dominee: eerst houd je een donderpreek en daarna serveer je het genadebrood

Nel

(met grote ogen) Genadebrood? frik

Kom in bed!

Nel

Wat zeg je? frik

Ik zei: naar bed!

Nel

Eerst even een bommetje voor je smeren ... frik

Geen denken aan!

Nel

Doe ik toch! frik

(11)

Je denkt de baas over mij te kunnen spelen omdat ik geen baan heb! Denk je dat ik dat leuk vind: het spook van de werkeloosheid dat nu al meer dan een jaar in mijn nek hijgt? Kijk eens wat jij me hebt aange-daan. (gaat rechtop zitten in bed; slaat de deken terug en kruist zijn benen, tikt met zijn knokkels vlak onder zijn knieschijf, het betreffende been schiet omhoog) Zag je dat?

Nel

Wat?

frik

Een zenuwtie! (gaat weer liggen en trekt de deken weer over zich heen)

Nel

Maar Erik, zó kunnen we toch niet doorgaan? Dit is toch geen leven samen!

frik

Dit is geen leven samen! Wat bedoel je daarmee? Val dood, zeker! Je zou willen dat ik dood was! Vooruit, zeg het dan ... , zeg het dan als je durft! Je durft niet te zeggen dat jullie me alleen maar onderhouden om aan anderen te kunnen vertellen 'Kijk eens hoe goed we voor hem zorgen, ook al heeft hij geen baan!' Wat ik van jullie krijg is medelij-den, alleen maar medelijden! Als ik krepeer, dan ben je mooi van mij af, dan hoef je ook geen leverworst meer voor me te halen ... laat ik je dit zeggen Nel Nagelhout, onder vier ogen en in de intimiteit van onze slaapkamer, dat jij, als er niemand bij is, mij zelfs geen stukje lever-worst gunt!

Nel

Maar Erik ... ! (laat kaars vallen; toneel is donker; Erik gaat af)

bedriif

1 /

scene 2

Nel

(Anna komt op, eveneens in nachtgewaad, en botst tegen Nel) Rund!

Anna

Meisje toch, ik ben het maar!

Nel

(12)

- - - - -- - -

-Anna

Waarom maken jullie herrie? Je maakt het hele huis wakker en het licht is ook al kopot! (Nel barst in wenen uit) Nel, waarom huil je, wat is er aan de hand?

Nel

Vraag dat maar aan Erik

Anna

Erik ... , Erik, zeg eens wat

Nel

Erik ...

Anna

Erik Sprokkereef!

Nel

Mam, hij zal toch geen beroerte hebben gekregen?

Anna

Hoe kom je daar nou bij ... Erik!

Nel

(schuifelt door de donkere ruimte) Erik ... , schat ... , Erik ... , Mam!

Anna

Wat is er?

Nel

Steek de kaars eens aan

Anna

God sta me bij, wat is er met hem gebeurd?

Nel

Steek die kaars nou aan

Anna

Waar ligt die?

Nel

Ergens op de vloer, ik heb hem laten vallen ... Ja, als je blijft staan vind je hem nooit! (Anna gaat door de knieën) Oh, Erik, je hebt toch niets ernstigs? .. Mam, wat ben je aan het doen?

Anna

Ik kruip

(13)

Nel

Nee, niet daar, bij de lamp! (stilte; Anna kruipt voort; plotseling valt er wat) Wat was dat?

Anna

De lamp! Nel Erik!

Anna

De kaars! Nel Waar is hij?

Anna

Ik heb hem gevonden!

Nel

Erik?

Anna

Nee, de kaars

Nel

Steek hem dan aan!

Anna

Rustig, rustig (steekt onderwijl een lucifer aan en vervolgens de kaars; op dat moment gaat het toneellicht aan) Hé, het licht!

Nel

Er is vast iets verschrikkelijks gebeurd

Anna

Wel nee! Het licht brandt weer! Nou kunnen we zien wat we zeggen. Waar is hij?

Nel

(trekt deken weg) Zie jij hem?

Anna

Nee

Nel

Ik ook niet

Anna

(14)

- - -- - -

-Nel

Weg! En het bed voelt ook al koud aan. Erik!

Anna

Erik Sprokkereef! (Nel kruipt onder het bed) Wat doe je daar?

Nel

Ik pak mijn schoenen. Ik ga buiten zoeken, hij is overspannen wegge-lopen (komt onder het bed vandaan met een schoen aan en de andere in haar hand)

Anna

Naar buiten? Doe dan wel een rok aan! (geeft rok aan Nel)

Nel

Hij heeft zijn zenuwtic aan mij laten zien (trekt rok aan)

Anna

Nee toch ...

Nel

... en weet je wat hij nou wil gaan doen?

Anna

Nee, nee ...

Nel

(dramatisch) ... de hand aan zich zelf slaan!

Anna

Zich zelf? En dat zeg je nu pas! Schiet een beetje op Nel en vergeet je andere schoen niet!

Nel

Mijn jas! Waar is mijn jas?

Anna

(opeens opgelucht) Zijn broek! God zij dank!

Nel

Wat is er met zijn broek?

Anna

(pakt broek van Erik op) Als zijn broek hier nog is, dan is hij er zelf ook nog

Nel

Waarom?

(15)

Anna

Als een man de hand aan zich zelf wil slaan dan doet hij dat toch niet zonder broek, alhoewel. .. (vervalt in gepeins)

Nel

Waar zou hij dan naar toe zijn?

Anna

De WC natuurlijk!

Nel

Dan doet hij dáar zich zelf wat aan

Anna

Misschien slaat hij alleen maar de hand aan zich zelf

Nel

Eén schot en hij is er geweest!

Anna

God beware mij!

Nel

Wat kunnen we doen? Ik ga op de deur bonzen! (af)

Anna

(kijkt haar na en vervolgens naar boven; probeert een mislukkend kruisteken te slaan) Heilige Maria, moeder van God, bidt voor ons zondaars, nu en in het uur van zijn dood. Amen (doet nog een poging tot bekruisiging)

Nel

(holt kamer binnen) De WC-deur is op slot!

Anna

Heb je met hem gepraat?

Nel

Ja

Anna

Wat zei hij?

Nel

Niks, geen woord!

Anna

(16)

---~

---Nel

Ik ga mijnheer Buurkes wakker maken. Die kan de WC-deur wel openbreken!

Anna

Je kunt onze pensiongasten niet storen en zeker niet Bart Buurkes. Hij heeft vorige week toch zijn vrouw begraven! Het is een gebroken man die hier wil bekomen van zijn emoties ...

Nel

Dan begrijpt hij mijn situatie ook wel (loopt ferm naar de deur van Buurkes kamer)

Anna

Maak het nou niet erger dan het al is!

Nel

(bonst op de deur) Mijnheer Buurkes, mijnheer Buurkes ... (tegen Anna) Ga jij eens aan de WC-deur luisteren. (Anna af)

bedriif

1 /

scene 3

Nel

Mijnheer Buurkes ... Bart

(van achter de deur) Huh?

Nel

Ik ben het, Nel, Nel Nagelhout! Bart

(idem) Wat is er?

Nel

Ik heb u nodig! Bart

(idem) Waarvoor?

Nel

Ik moet een man hebben! Bart

(17)

Nel

Jawel, maar Erik is weg en nu heb ik u nodig! Bart

(idem) Schreeuw dan niet zo; zoiets vraag je heel discreet! Nel

Ik begrijp dat uw hoofd er niet zo naar staat, maar ik ben alleen, helemaal alleen. Wat moet ik doen?

Bart

(idem) Neem een koude douche! Nel

Maar mijnheer Buurkes, Bart, asjeblief ... Bart

(idem) Ik wil slapen, verdomme ... Nel

Ik moet de deur openbreken! Bart

(gestommel achter de deur) Nee, niet doen ... Wacht, verdomme! Nee zeg ik je, nee! (deur gaat open en Alie van Schootbrugge verschijnt, spaarzaam gekleed)

Alie

Zo, de deur openbreken! Een merkwaardig gedrag voor een jonge dame, zal ik maar zeggen. Het woord slet zou beter bij je passen ... Nel

Alie van Schootbrugge! Wat doe jij bij mijnheer Buurkes? Alie

Daar hoef ik aan jou geen verantwoording voor af te leggen. Ik troost Bart met het verlies van zijn vrouw. En daar heb ik jou helemaal niet bij nodig, laat staan die obscene opdringerigheid van je. Wij zitten hier rustig te praten over zijn vrouw, die arme ziel, en dan kom jij hier plotseling de deur openbreken!

Nel

Deze deur! Waar zie je mij wel voor aan? Alie

Dat heb ik je zojuist al gezegd, ordinaire hoer ... , walgelijk! Bart

(komt eindelijk in beeld; wurmt een T-shirt met filmreclame erop over zijn blote lijf) Alie, kom nou naar binnen! Maak nou geen herrie, morgen schoppen ze me nog uit dit pension (gaat weer naar binnen)

(18)

- - - -- - - ~

Nel

Waarom noem je mij een hoer?

Alie

Jij zit achter vreemde kerels aan

Nel

luister, ik ben getrouwd!

Alie

Ik ook!

Nel

Moor hij wil zich dood schieten!

Bart

(verschijnt weer) Wie goot zich dood schieten?

Nel

Erik, mijn man

Bart

Sprokke reef? Waar?

Nel

In de WC

Alie

Wie schiet zich nou dood op de WC?

Nel

Wat moet een werkeloze anders?

Bart

(komt nu echt noor buiten; hij heeft inmiddels ook een broek aange-trokken en schoenen over zijn blote voeten) Door gaan we wat aan doen, Nel!

Nel

Wilt u als videotheekhouder mijn moeder en mij helpen de deur van de WC open te breken? In die videotheek van u hebt u toch ook allemaal films waarin deuren worden ingetrapt, denk moor eens aan Rambo! Don zal het zeker wel lukken

Bart

Oh, dot!

Nel

Ik ben alleen bang dot hij zich ècht dood schiet als we de deur openbreken!

(19)

Bart

Dan overvallen we hem bij verrassing

bedriif

1 /

scene

4

Bart

Kijk zo ... (doet zijn schoenen uit en loopt op zijn tenen richting WC-deur; Nel met kaars daarachter en vervolgens Alie die gedurig haar spaarzame kleding herschikt om zoveel mogelijk bloot bedekt te houden) Shhht!

Nel

Shhht!

Alie

Shhht! (bij de deur aangekomen hoort men plotseling een heftig ge-kreun gevolgd door een verlossend 'Aaahh!')

Allen

Shhht!

Anna

(holt op) Niet naar binnen! Niet openbreken!

Nel

Oh, Erik is dood! Bart

Wat is er gebeurd?

Anna

Erik zit niet op de WC, het is de gast van kamer drie

Nel

Weet je dat zeker?

Anna

Ik heb het toch zelf gezien! Ik stond stiekum naar de deur te kijken voor het geval dat ... Oef!

Bart

(20)

-~---~- - -

~-Ne/

Het is jouw schuld, mam, ik zei toch dat hij de straat op is gegaan. Ach mijnheer Buurkes, wilt u hem gaan zoeken?

Anna

Hoe kan hij de straat op gaan zonder broek? (wijst naar de broek van Erik)

Ne/

Oog in oog met de dood maakt het niet meer uit of je een broek aan hebt

A/ie

Dat is te zeggen ... Als een man geen broek draagt dan ... (wordt onderbroken)

Bart

Houd je mond! (tegen Nel) Heb je het hele huis doorzocht? Ne/

We hebben overal gekeken ...

Anna

... behalve in de keuken! Bart

(iedereen wil naar de keuken hollen) Kom mee, Nel, en blijven jullie maar hier! (af met Nel; vanuit de keuken weerklinken achtereen de volgende geluiden: 1. het woord 'Stop' van Bart, 2. een dichtslaande deur, 3. een huiveringwekkende kreet van Erik, 4. de dreun van een vallend lichaam, 5. doodse stilte)

A/ie

Wat was dat?

Anna

Het is gebeurd; hij heeft het gedaan, hij heeft zich een kogel door zijn kop geschoten

A/ie

Wat moeten we doen?

Anna

Ik ga gillen, ik moet gaan gillen

A/ie

Asjeblief niet!

Anna

(21)

-

- - -

-A

/ie

Ik ook

Anna

Komen ze er aan?

A/ie

Nee toch ... Ik durf niet te kijken

Anna

Ze dragen hem naar binnen

A/ie

Nee!

Anna

Ja, dat doen ze wel

A/ie

Dat doen ze niet!

Anna

Echt wel, reken er maar op

A/ie

Maar waarom dan toch?

Anna

Ze kunnen hem toch niet in de keuken laten liggen

Alie

Wat moet, dat moet! (Bart sleept een zeer verschrikte Erik, in kamerjas en op blote voeten, aan zijn arm naar binnen)

Erik

Wat doe je toch ... ?

Bart

Wind je maar niet op

Erik

Laat me los, ik zeg, los!

Anna

In geen geval, houdt hem vast!

A/ie

Niet loslaten!

Anna

(22)

Bart

Die ligt in de keuken ...

Anna

ligt in de keuken? Oh, de smeerlap, hij heeft haar toch niet ...

Bart

Ze is flauw gevallen

Anna

Heer in de hemel. waar moet dit allemaal naar toe? (holt af richting keuken, gevolgd door Alie)

bedriif

1 /

scene 5

frik

Blijf met je handen uit mijn zakken! En laat me met rust

Bart

Ik heb gezien dat je hem in je mond wilde steken!

frik

Ik heb niks in mijn mond gestoken, laat me los!

Bart

Okay, okay. Maar dan moet je wel beloven dat je naar me wilt luisteren ...

frik

Ik luister. ..

Bart

Goed. Ga zitten (Erik doet dat; Bart gaat voor hem staan) Wacht, een ogenblik (loopt naar het raam en schuift het gordijn open; het grauwe ochtendlicht van een miezerig stadje aan de Veluwezoom onthult het

omgewoelde bed, de omgevallen lamp en de rest van de nu zeer deprimerende kamer) Erik, het leven is mooi!

frik

(23)

Bart

Hoe bedoel je dat? Kijk om je heen, we leven in de twintigste eeuwen over tien jaar zelfs in de eenentwintigste, in de eeuw van de verlich-ting, van het licht! We leven in een wereld vol technologische wonde-ren, telefoon, radio, televisie, CD, video (kijkt om zich heen) nou ja, maar jullie hebben wel een koelkast. Dat is toch mooi!

Erik

Maar als de stroom uitvalt doet die koelkast het mooi niet meer!

Bart

Kijk dan naar buiten, naar de bomen en het groen en naar alles wat de Here heeft geschapen ...

Erik

... als ik naar buiten kijk denk ik alleen maar: oh, wat is het leven prachtig, nog dertig jaar, dan ben ik tachtig ...

Bart

Je bent een eeuwige pessimist, je moet het leven juist po,sitief benade-ren. Grijp het beet: steek je handen uit de mouwen en ga aan de slag ...

Erik

Dat probeer ik nu al meer dan een jaar. Maar op mijn leeftijd liggen de baantjes ook niet voor het oprapen

Bart

Bijscholing, man! Dat is het: je leert gewoon een heel ander vak, waar wel emplooi voor is. Informatica of zo, computers, weet je weL .. In het leven mag je niet stil blijven zitten!

Erik

Maar ik heb niet stil gezeten; kijk eens wat ik hier heb ... (grabbelt onder zijn matras en haalt een boekje te voorschijn)

Bart

Wat is dat?

Er

i

k

!leest de titel! 'Leer u zelve harmonium spelen'

Bart

(zeer verbaasd) Harmonica ... Ja, ja ...

Erik

Harmonium, muziek weet je wel? Het is geschreven door Theodor Hugo Schultz, hoogleraar muziek-dramatiek aan de universiteit van Kampen. Je kunt het leren in twaalf lessen. Ik heb het allemaal

(24)

uitge-- uitge-- - - ~

werkt (haalt een papiertje tevoorschijn) Als ik het spel eenmaal onder de knie heb ga ik de kerkdiensten hier in het stadje begeleiden. Ik vraag twee tientjes minder dan de oude organisten, dus die schoppen ze dan wel op straat. Dat wordt dan één dienst op zaterdag en twee op zondag, dat maakt elke week

f

150,-. Daarbij komen dan de rouw- en trouwdiensten voor het dubbele tarief en 's avonds, door de week, speel ik hier in het café van mijn schoonmoeder, dan kunnen de gasten dansen! Weer

f

25,- per avond nog afgezien van de fooien. Alles bij elkaar minstens

f

450,- in de week. Mijn kostje is gekocht: het plan is goed, en hier is de handleiding, maar ... ik heb alleen nog geen harmonium ...

Bart

Zo is het leven nu eenmaal. Maar, komt tijd, komt raad! Je mag de moed niet laten zakken

frik

Was ik ook niet van plan Bart

Ik ben blij dat ik je uit de put heb kunnen helpen! Mooi zo, geef me dan nu even je revolver ...

frik

Welke revolver? Bart

Begin nou niet opnieuw! Ik heb toch gezien dat je die in je mond stak ...

frik

Ik? Bart Ja jij!

frik

In mijn mond, waarom? Bart

We weten allemaal dat je een eind aan je leven wilt maken ...

frik

Wie wil er een eind aan zijn leven maken? Bart

Jij

frik

(25)

Bart

Precies!

frik

En waarom zou ik dat dan doen?

Bart

Weet je dat dan niet?

frik

Geen flauw idee

Bart

Je zit al een jaar zonder werk en je schaamt je rot omdat Nel jullie kostje bij elkaar moet scharrelen!

frik

Nou zeg, wie heeft je dat verteld?

Bart

Nel!

frik

Nel? Wil jij nu ogenblikkelijk oprotten! Weg! Foetsie!

Bart

Alleen als je mij die revolver geeft

frik

Hoe zou ik nu aan een revolver moeten komen?

Bart

Die koop je voor drie roodborstjes op elke hoek van de straat

frik

Vijfenzeventig gulden?

Bart

Het is een koopje, maar een vergunning krijg je nooit. Geef me die revolver!

frik

Nee!

Bart

Dan maar met geweld ... (pakt Erik vast)

frik

(26)

- - - '

-Bart

Dat doe je toch niet ...

Erik

Ik tel tot drie (steekt een hand in de zak van zijn kamerjas) Eén ...

Bart

Nee, niet doen ...

Erik

(hand gaat nog dieper) Twéé ...

Bart

Ik ga al (rent af naar zijn eigen kamer)

bedriif

1 /

scene 6

Erik

Drie! (haalt een stuk leverworst uit zijn zak en neemt er een hap van; loopt naar de tafel en begint te zoeken) Drie geeltjes! Nel! Ik zal je laten zien hoe ik me ervoor schaam om door jou te worden onderhou-den (vindt ondertussen, op verschillende plaatsen verstopt, drie brief-jes van! 25,- en steekt deze bij zich) Je zult er nog van opkijken! (trekt zijn broek aan, schoenen, laat zijn kamerjas achter, neemt nog een

. hap leverworst en gaat af)

Bart

(van achter de deur) Erik, Erik, ik zal niet binnen komen, maar ik wil je nog wat zeggen. Je zult wel verbaasd zijn over mijn vasthoudendheid, maar toch wil ik de vrijheid nemen om je te attenderen op het feit dat het leven móói is! (steekt zijn hoofd om de deur; op dat moment sleept Alie aan één arm de bewusteloze Nel naar binnen; zij wordt gevolgd door Anna)

Anna

Wacht, wacht, laat mij haar andere arm pakken ...

Alie

Voorzichtig maar ... (slepen gezamenlijk uitermate onhandig Nel naar het midden van de kamer)

(27)

Anna

(tegen Bart die inmiddels weer is binnengekomen) Maak jij haar knoopjes los, ze moet lucht hebben ...

Bart

Met alle soorten van genoegen (en hij gaat aan de slag)

Alie

We moeten haar benen omhoog houden, dan stroomt het bloed naar haar hoofd (en voegt de daad bij het woord)

Anna

(tegen Bart) Zo is het wel genoeg ...

Bart

Het zijn nog maar twee knoopjes!

Nel

(komt bij) Waar ben ik?

Alie

Je bent weer bij de mensen (laat plompverloren Nel's benen los)

Nel

(probeert overeind te krabbelen) Erik, waar is Erik? Hij is toch niet dood?

Bart

Nog niet, Nel, maar het scheelt niet veel meer

Nel

Nee! Dan moeten we vlug naar hem toe!

Bart

Nee! Dat zou juist zijn dood betekenen!

Nel

Wat kunnen we dan doen?

Bart

Een harmonium!

Anna

Een harmonium?

Bart

(28)

Nel

Wat moet Erik nou met een harmonium? Hij kan geen noot spelen

Bart

Geld verdienen. Ik weet zeker dat hij geen zelfmoord pleegt als we een harmonium voor hem kunnen vinden

Anna

Wat kost een harmonium?

Bart

Een paar duizend gulden, denk ik

Nel

Ik heb nog wel ergens! 75,-, maar een paar duizend gulden! Als we zoveel geld zouden hebben dan hoefde hij zich ook zonder harmo-nium niet dood te schieten!

Alie

Wacht eens, mijn oude buurvrouw in de Smeedestraat, die heeft een harmonium. Ze is al 86 jaar en stokdoof

Anna

Door dat harmonium?

Alie

Ik zal eens met haar gaan praten

Bart

Dat zal dan wel schreeuwen worden

Nel

Ik ga met je mee. Maar doe dan wel wat ààn, Alie! (beiden af naar de kamer van Bart)

bedriif

1 /

scene 7

Anna

Bart, ik ben zo bang dat hij ... , voor het harmonium arriveert ... , dat hij ... (maakt een wurggebaar)

(29)

Bart

Daar kan jij wat aan doen! Je moet hem bezig houden tot ze terug zijn met dat instrument

Anna

Maar hoe dan?

Bart

Je gaat gewoon naar hem toe en je doet of je van niets weet. Je gaat gewoon een beetje met hem gekken

Anna

Op mijn leeftijd? 't Is mijn schoonzoon!

Bart

Nee, dat niet! Je gaat gewoon met hem praten, je vertelt hem bijvoor-beeld een mop!

Anna

Ik ken helemaal geen moppen

Bart

Dan verzin je er maar een paar. Het leven van jouw schoonzoon staat op het spel! Vertel hem dan die mop van die dominee ...

Anna

Nee!

Bart

Hè, wat zeg je?

Anna

Nee

Bart

Nee? Ik zei dominee, ja?

Anna

Ja Bart Ken je die?

Anna

Nee ... Bart

Die dominee dus, ligt op een vroege zondagmorgen te woelen in zijn bed omdat hij zijn preek wil repeteren die hij een paar uur later moet houden. Hij roept plotseling uit: 'laten we één worden, één

(30)

gemeen-schap met elkaar'. Zijn vrouw wordt wakker en zegt: 'Nee Theofjel, een keer gemeenschap per maand is toch genoeg' (barst in lachen uit) Snap je hem?

Anna

Van die vrouw begrijp ik niets

Bart

Of van die kikker? Dat is ook een goeie! Er komt een kikker bij de dokter. Vraagt de dokter: 'Wat kan ik voor u doen?' Zegt de kikker: 'Ik heb zo'n last van mijn billen' (begint zelf al weer te lachen) Dan zegt de dokter: 'Met een half ons roomboter en twee teentjes knoflook tien minuten stoven in de pan!' (giert het uit) Begrijp je, dat soort moppen: pikant en toch niet schunnig! Houdt hem aan de praat, ik ga de dames helpen sjouwen (gaat af)

Anna

God sta me bij, wat moet ik nu allemaal gaan vertellen. Een dominee en een kikker ... (gaat af richting keuken)

bedriif 1 / scene 8

Erik

(komt op met een wazige blik; haalt een revolver uit zijn zak en laadt deze; loopt naar de tafel, gaat zitten en pakt een papiertje; schrijft) 'Als ik dood ben .. .'

Anna

(op) Oh, Erik, ik was je al aan het zoeken. Zeg, ik ken een goeie mop, wil je die horen?

Erik

Wat?

Anna

Een goeie mop, om je dood te lachen!

Erik

Nee!

Anna

Dan zal ik hem vertellen! Er komt een dominee bij de dokter ... hoe ging hij ook al weer ... er was ook een kikker ... oh ja, er komt een dominee bij de dokter met een kikker op zijn hoofd. Vraagt de dokter: 'Wat kan ik voor u doen?' Ken je hem al?

(31)

frik

Ja! De kikker zegt: 'Ik heb een gezwel aan mijn reet!'

Anna

Nee, zo ging het niet, het had ook met vrijen te maken ...

frik

Ach mens, rot op!

Anna

(wanhopig) Maar Erik, die kikker. ..

frik

Sterf met die kikker (werkt een zeer zorgelijke Anna de deur uit) en als

je nog eens over die dominee begint duw ik die kikker door je strot! (gaat weer aan tafel zitten en strijkt zijn papiertje glad; leest) 'Als ik dood ben .. .' (schrijft verder) dan heeft ... (zeer snelle fade-out; het eerste bedrijf is afgelopen)

(32)

bedriif 2 / scene 9

(dezelfde ruimte als in het vorige bedrijf; er is echter opgeruimd èn er staat een harmonium; Erik zit achter of voor het manuaal met zijn instructieboekje; Nel en Anna zijn vol verwachting op de achtergrond eveneens aanwezig)

Erik

(bladert in het boekje) Ik begin maar met de eerste les

Nel

Gelijk heb je!

Anna

Zo is James last ook begonnen!

Erik

(leest) 'les één. Hoe te beginnen? Men neemt plaats voor het manuaal en opent de klep. Men ziet nu 36 toetsen, witte en zwarte, die men in gedachten van links naar rechts nummert van 1 tot en met 36. Druk nu toets 18 in en luister naar de klank (Erik telt zich een rotje, drukt vervolgens op de toets maar 'men' hoort niets; leest verder) 'Dit is de toon

C'

(kijkt op van zijn leeswerk) Dit moet de rusttoets zijn, als je even niet wilt spelen

Nel

Nee, nou wèl doorgaan!

Anna

Haal hem nou niet uit zijn concentratie!

Erik

(doet of hij niets heeft gehoord; leest) 'Daarna drukt men achtereen-volgens de toetsen 19 tot en met 22, direct gevolgd door 16, 17 en daarna 23' (Erik doet het zonder enig hoorbaar gevolg; leest verder) 'Men heeft nu voor de eerste maal een volledige toonladder ge-speeld. Wanneer men nu de toetsen achtereenvolgens in ogenschijn-lijk -men lette op het woord ogenschijnogenschijn-lijk- willekeurige volgorde beroert speelt men harmonium. Einde les één. les twee .. .'

Anna

Heb jij wat gehoord?

Nel

(33)

frik

Ik zei: les twéé! (leest weer) 'les twee. Hoe nu verder? Vóór men met de eerste les begint moet men de luchtpedalen leren te bedienen. Deze bevinden zich aan de onderzijde van het instrument. Men plaatst de linkervoet op het linkerpedaal en de rechter. .. ' (Erik kijkt op uit zijn boek) Ja, dat zal wel! (leest verder) 'Door nu vervolgens met beide voeten tegelijk in tegengestelde kadans de pedalen op en neer te bewegen ontvangt het instrument de lucht om de tongen, pijpjes, leertjes en rieten tot trilling te brengen (begint zeer heftig te trappen) Men oefent deze trapbeweging tenminste drie uur per dag geduren-de twee weken voordat men overgaat tot les één'

Anna

We waren toch al bij les twee?

Nel

(kwaad tegen Anna) Hij moet het nog leren! (bidt) Heer in de hemel, stuur uw geest om even mee te blazen!

frik

(kijkt kwaad op, maar trapt wel door) Als jullie nou niet even je mond kunnen houden stop ik er mee! (wil kwaad opstaan, legt beide handen op het manuaal om zich op te drukken; op dat moment klinkt tot ieders verbazing het eerste rijke accoord door de zaa\)

Nel

Dat is het bewijs! God bestaat!

frik

Vanaf vandaag hoef jij niet meer te werken!

Nel

Waar moeten we dan van leven?

frik

Ik heb het allemaal opgeschreven (graaft in zijn zak en haalt er een papiertje uit; leest) ... Als ik dood ben dan heeft ... (stilte) Dat is het niet (stopt het terug en pakt een ander; leest weer) ... minstens

f

450,- per week, afgezien van de fooien! (kijkt Nel aan) Begrijp je nu waarvan we zullen leven (wijst naar het instrument)

Nel

Maar je kan toch nog niet spelen?

frik

Je doet gewoon dit (speelt zonder te trappen een partijtje weg op het harmonium; geen noot is te horen; praat echter onverwijld door) Dank zij dit harmonium kunnen we nu ècht gaan leven. Stel je voor, ik kom thuis van een concert of ballroom dancing avond en ik zeg tegen je:

'Nel, hier, honderd gulden! Waar is mijn drankje?' En ik ga op de bank liggen en jij brengt me dan elke dag vers gerookte IJsselmeerpaling ...

(34)

Nel

Die is niet meer te betalen, want die zit vol met kwik ...

Erik

Wie betaalt dot, jij of ik? En wat dot kwik betreft, door leven we toch van: quick, quick, slow ... quick, quick, slow ...

Anno

Alleen ...

Erik

(draait zich om noor Anno) Hou jij je mond. Ik moet repeteren, luister noor mijn vorderingen (plotseling weerklinkt vanuit het binnenste van het harmonium -middels bond en luidsprekers- het zogenaamd ge-speelde harmoniumspel, met tijdvertraging dus; Erik verstijft, rugge-lings voor het manuaal gezeten; Anno en Nel zoeken steun bij elkaar; na circa 20 seconden houdt de muziek op en herleeft het tableau-vivant; met kijkt elkaar aan, Erik herwint zich als eerste) Als dit geen wonder is ... Snel verder (pokt zijn boekje weer op; leest) Les drie. Een belangrijk advies. Men heeft nu kennis gemaakt met het instrument. Men stoot nu dus voor de beslissing door te gaan met de studie middels dit boekwerk en de volgende acht lessen door te nemen. Moor door zelfstudie zal men nooit als musicus aan de slag geroken. Professioneel musicus wordt men slechts door les te nemen bij de schrijver dezes, Theodor Hugo SchuItze .. .' ... godverdomme, die op-lichter! ... 'het lesgeld bedraagt

f

100,- per drie kwartier' ... Hoe hoolt die man het in zijn hoofd (borst in snikken uit) ... Nel, dit harmonium was mijn enige hoop voor de toekomst ...

Anna

Moor Erik, wij zorgen toch ook goed voor je

Erik

Dat is het precies, jullie zorgen té goed voor me. Ik leef op jullie zak!

Nel

Maar we hebben nu toch ol een jaar long het hoofd boven water weten te houden ...

Erik

En ik moor meedrijven! Dot wil ik niet, verdomme. Jullie hebben dit café en ik zit er moor bij, voor lul. Ik moor dankbaar zijn voor elke aardap-pel op mijn bord. Vroeger was het anders, toen ik nog werkte (stoot op en pokt een kopje) Wie heeft bijvoorbeeld dit kopje gekocht, dit schoteltje en deze borden? Ik! Als ik er nou een kapot gooi, kunnen jullie don nieuwe kopen?

Nel

Natuurlijk!

(35)

frik

Echt waar?

Anna

Z~ker weten ... frik

Dat wil ik zien (gooit kopje kapot). En dit bord? Heb je geld om een ander te kopen?

Nel

Ik denk van weL ..

frik

Doe het dan! (smijt bord aan barrels) ... en dit bord?

Nel

(snikt) Jo!

frik

Daar gaat het dan! (weer een bord!) En deze schoteltjes?

Anna

Erik, houdt op! Dit kan zo niet doorgaan!

frik

Dat betekent dan dat we zo niet verder kunnen leven! Als je geen nieuwe borden meer kunt betalen, hoe kan je mij dan nog verder onderhouden? (pakt weer een bord)

Nel

Natuurlijk wel (probeert bord van de vernieling te redden)

frik

Dat zullen we zien! (gáát weer een bord) En deze vaas?

Anna

!tegen Nel) Zeg nee!

Nel

Nee, Erik

frik

Hoepelen jullie dan maar op, allebei!

Nel

Nee! (pakt vaas af van Erik) Wil je echt alles kapot gooien?

frik

(36)

Nel

Dat doe je niet!

frik

Dat doe ik wel!

Nel

Behalve dit! (smijt zelf de vaas kapot)

frik

Wat gebeurt er toch allemaal met me? ... Willen jullie me asjeblief even

alleen laten ... (Anna en Nel vertrekken, zij het met aarzeling)

bedriif 2 / scene 1 0

frik

Alles kapot ... kopjes ... borden ... vaas ... leven ... Mijn hele leven!

Vre-de ... menselijkheid ... een kuil in de grond ... en er staan maar twee

mensen bij. Dat is alles: het leven in een notedop !loopt naar de tafel)

We hebben altijd kunnen rondkomen van haar bij elkaar gescharrel-de centen, we zullen het ook nu wel weer overleven (doet lade open)

Of niet? Ik denk van niet! (haalt papiertje uit zijn zak; leest) ... Als ik

dood ben dan heeft ... (pakt pen en schrijft verder; laat beschreven

papiertje op tafel liggen en pakt een revolver uit de la; zet deze tegen

zijn slaap) Erik, daar gaat je vers gerookte Ijsselmeer paling, dit is het

antwoord. Tel tot vijf en haal de trekker over! (doet zijn ogen dicht)

Een, twee, drie ... (er wordt op de buitendeur gebonsd; Erik stopt de

revolver snel in zijn zak; roept) Wie is daar? (deur vliegt open en Pieter

van der Kolthoorn jr. stormt binnen)

Pieter

Ik hoop niet dat ik stoor? Gaat u toch vooral door met datgene waar u

mee bezig was!

frik

Oh nee ... Ik heb geen haast. Wie bent u en wat komt u doen? Het café

is nog gesloten

Pieter

Zou ik mogen vragen met wie ik het genoegen heb ...

frik

Oh ja, mijn naam is ... eh, ik kan er niet opkomen ... ach, Sprokke reef,

(37)

Pieter

Aangenaam. Ik ben misschien wat vrijpostig, maar dan bent u dus degene die van plan is zichzelf dood te schieten?

frik

Wie heeft u dat gezegd? Hoe komt u daarbij? Dat moet echt iemand anders zijn!

Pieter

Heus? Hoe kan dat nou! Ik heb toch het goede adres gekregen ... (ziet het papiertje op tafel liggen) Hé, wat staat hier op? (leest) 'Als ik dood ben dan heeft niemand anders dan ikzelf daaraan schuld. Erik Sprok-kereef' Dat bent u toch?

frik

(aarzelend) Ja Pieter

Kom, kom, Sprokkereef. Dat kan toch niet! Wie heeft daar nou wat aan? (leest) , ... dan heeft niemand anders dan ikzelf daaraan schuld~U bent het toch met me eens dat dit niet kan? U moet juist uw stem verheffen en de wereld aanklagen! U wilt uzelf doodschieten. Prach-tig! Maar doe het dan tenminste voor een goed doel! Doe het als slachtoffer van de maatschappij. U bent niet alleen op de wereld. U bent zelf werkeloos en met u 800 000 andere Nederlanders. Kijk eens om u heen en wat ziet u? Ook precies 800 000 gastarbeiders! Als zij vandaag zouden vertrekken hebt u morgen weer een baan! Maar wie durft zoiets hardop te zeggen? Niemand. De politici zwijgen, de intellectuelen zwijgen. En waarom houden zij hun mond? Omdat nie-mand hun mening vraagt. Maar de doden spreken de waarheid. Ik ben naar u toegekomen, Sprokkereef, omdat u al met één been in het graf staat. Ik kom namens alle weldenkende mensen ...

frik

Leuk u te ontmoeten. Gaat u zitten ... Pieter

U neemt afscheid van het leven. Daarin heeft u gelijk. Het leven kan soms ondragelijk worden, maar als dat zo is, dan moet het toch iemands schuld zijn? Ikzelf, in mijn positie, kan me daarover in het openbaar niet uitlaten, maar, u bent daar wel toe in staat. U heeft niets meer te verliezen. U bent tenminste een vrij man. Zeg eens eerlijk, frank en vrij ... aan wie geeft u de schuld?

frik Ik? Pieter Ja, u!

(38)

frik

Aan Theodor Hugo Schuitze ...

Pieter

(vraagtekens in zijn ogen) Ongetwijfeld is hij schuldig. Maar hij niet

alleen! U moet ze allemaal de schuld geven. Ik ben bang dat u nog niet

helemaal begrijpt wáarom u zich wilt doodschieten. Mag ik het u

uitleggen?

frik

Nou ... heel graag

Pieter

Sprokkereef, u sterft omdat u pal wil staan voor de waarheid!

frik

Daar zit wat in ...

Pieter

Maar de waarheid kan niet eeuwig wachten. Zet er spoed achter. Verscheur dit papiertje (wijst naar het briefje op de tafel) en schrijf een ander. Beschrijf de situatie waarin de werkelozen verkeren en de enige reden waarom dat zo is! En stel de vraag waarom bij de oplossing van dit probleem geen beroep wordt gedaan op die fijnge-voelige, loyale en ervaren man die Pieter van der Kolthoorn jr. toch onmiskenbaar is ...

frik

Wie is dat dan?

Pieter

Dat ben ikzelf. Wanneer u zo'n laatste wil opstelt, zal uw zelfmoord een heldendaad zijn. Uw dood zal het in slaap gesuste geweten van

ons land wakker schudden. Uw foto zal op de voorpagina's van alle kranten verschijnen. Uw dood wordt het gesprek van de dag!

frik

Dat klinkt aantrekkelijk. Ga door ...

Pierer

landelijke politici zullen zich rond uw kist verzamelen om eer te bewij-zen aan degene die eindelijk zijn mond opende om de waarheid te

zeggen. U zult worden overstelpt met rouwkransen en uw katafalk zal, onder bloemen bedolven, door witte paarden, gedekt door zilverge-rande zwarte kleden, naar uw laatste rustplaats worden getrokken!

frik

(39)

Pieter

Ik zou ook mijzelf kunnen doodschieten, Sprokkereef, maar dat kan ik niet. Een kwestie van principe. Wel, we zijn het eens met elkaar. U schrijft een bondige afscheidsboodschap ... misschien is het beter dat ik dat voor u doe? Dan hoeft u alleen maar te tekenen en daarna te schieten ...

frik

Doe geen moeite, ik kan het zelf weL ..

Pieter

U bent een held. laat mij u omhelzen (omarmt Erik) Zelfs toen mijn moeder stierf heb ik niet gehuild ... maar nu ... (gaat snikkend af)

frik

Zo krijgt het leven zin! Witte paarden met zwarte kleden! Ik ga het meteen opschrijven (zoekt naar papier) De waarheid van de werkelo-ze ... Precies zoals het is. Waarom zij wel en ik niet? Nou nog een papiertje! Even naar de winkel (wil aflopen: Nel op)

bedriif 2 / scene 11

Nel

Waar ga je naar toe?

frik

Papier kopen, om de waarheid op te schrijven. Geef je me even mijn jas en een knaak? Oh ja, wat ik je nog moet zeggen: ga je een beetje optutten want er komen straks politici over de vloer. Dat schept ver-plichtingen!

Nel

Wat moet ik dan aantrekken?

frik

Doe een kettinkje om of knoop een shawl in je bloes, maar was in elk geval je haar (Nel overhandigt jas en rijksdaalder) en zet alvast maar thee! (Nel af; trekt jas aan en bekijkt zichzelf in de spiegel; Anna steekt haar hoofd om de deur)

Anna

(40)

Erik

Laat haar maar binnenkomen (Abigaël Hooghordel, transvestiet,

wiegt naar binnen)

Jansje

Ik kom voor Erik Sprokkereef, ben jij dat?

Erik

Ja

Jansie

Mag ik mij voorstellen (steekt hand naar voren om een handkus te

ontvangen) Abigaël Hooghordel, maar zeg maar Jansje ...

Erik

Jansje?

Jansie

Nu wij elkaar kennen zou ik je een klein verzoekje willen doen

Erik

Zeg het maar

Jansie

Als je je toch gaat doodschieten, schat, zou je dat dan om mij willen

doen?

Erik

Hoezo ... om jou?

Jansie

Doe niet zo flauw, Erik. Doe het toch om mij ...

Erik

Dat kan niet meer. Ik heb het al aan iemand anders beloofd

Jansie

Aan wie dan wel? Toch niet aan Truitje Ouwerkerk? Waarom heb je

dat gedaan? Hoe kon je dat doen? Als jij je voor die slet doodschiet dan wil Jan-kees niets meer met me te maken hebben. Als je het voor mij doet dan laat Jan-kees háár vallen. Kijk, Jan-kees is zo gevoelig hè, maar Truitje is een smerige teef en zo jaloers! Zij wil het alleen maar op z'n frans, maar toen ik hem laatst vroeg of mijn borsten al groot genoeg waren om met die rottige hormoon pillen op te houden

had je haar moeten meemaken! Hij zat net gezellig met zijn handen in

mijn bloese en toen beet ze een stuk uit haar glas! En ze heeft niets

anders aan haar kop dan zijn lijf: vlees om in te bijten! Maar ik, ik wil

de geest, de spiritualiteit! Kies voor verstandelijke liefde en schiet je

neer om mij! Honderd jonge jongens zullen je kist begeleiden en net

(41)

frik

... gedekt met zilvergerande zwarte kleden ...

Jans;e

Wat zei je? frik

(loopt op haar af met wazige blik) Sorry, ik laat me even gaan ...

Jans;e

Nee niet doen, nou niet zoenen! frik

Ik wil je alleen maar ...

Jans;e

Dat begrijp ik, dat begrijp ik ... Daarom moet je nu Truitje Ouwerkerk afzeggen

frik

Ik wil je alleen maar zeggen dat ik met háár nog nooit een woord heb gewisseld!

Jans;e

Dat komt dan nog wel! En dan begint ze te praten over haar buik, dat iedereen helemaal gek is van haar buik, geen onsje vet en zo glad! Ze scheert zich daar, zelf gezien! Maar neem nou haar gezicht ... Kom eens wat dichterbij, zie je niets aan me?

frik Nee

Jans;e

Echt niet? Als je hier niet kunt zien dat mijn gezicht buitengewoon knap is, Erik, lieverd, ga dan met me mee naar huis. Daar heb ik een vergrootglas en dan mag je me hélemaal bestuderen ...

frik Nou zeg ...

Jans;e

En niet alleen mijn gezicht! En daarna drinken we koffie en dan zet je

alles op papier! .

Erik

Op papier?

Jans;e

Wat je voor mij voelt, schat. Dat je van mij helemaal hoteldebotel bent, maar dat ik je geen tegenliefde bood en dat je er daarom een einde

(42)

aan maakt. Dot ik dot jou allemaal moet vertellen, je bent zelf toch ook een romanticus?

frik

Oh jo, altijd ol geweest ...

Jans;e

Zie je wel, kom go je mee? (Nel op met een emmer water, zeep en handdoek) Vooruit, ze gaan hier de vloer schrobben ...

Nel

Niks de vloer, ik go mijn hoor wassen

Jans;e

(tegen Nel) Zei ik wat tegen je? (Nel of met attributen; tegen Erik) Wie is die visvrouw?

frik

Dot is ... jo eh, ... dot is de werkster (Anno op met stoffer en blik)

Anna

Go je weg, Erik? De thee is klaar, wil mevrouw misschien een kopje? frik

Zeker niet! Ruim jij de kamer nou moor op; ik go met deze dame ergens ... koffie drinken (gaan of; onderwijl) Dot is de moeder van de ... werkster (beiden nu echt af)

.

bedriif 2 / scene 1 2

Anna

(goot op hoor knieën het kapotte aardewerk bij elkaar vegen; als ze het bijna aan kont heeft -uit praktische overwegingen moet het toneel immers scherfvrij zijn- komt Johan Junte, hulppostbode op; deze kijkt om zich heen, moor ziet niemand; op de achtergrond is Nel zichtbaar,

slechts gekleed in BH en slip, die hoor horen droogt met een hand-doek; Johan loopt op zijn tenen naderbij om hoor te bekijken; Anno richt zich op) Hé Junte, geil mannetje, waarom sta je zo noor Nel te gluren?

Johan

(schrikt zich wezenloos, moor hij herstelt zich wonderbaarlijk snel) Voor mijn studie, mevrouw

(43)

Anna

Wat studeer je dan wel?

Johan

Ik bestudeer de vrouwelijke anatomie, mevrouw

Anna

Dus toch gewoon gluren, jongeman

Johan

Echt niet, mevrouw

Anna

Hoe oud ben je?

Johan

Achttien jaar, mevrouw

Anna

Kijk dan naar de meisjes van je eigen leeftijd en niet naar fatsoenlijk getrouwde vrouwen

Johan

Mijn studie betreft de vrouwelijke anatomie van 8 tot 80 jaar. Daarom zou ik u ook wel eens wat nader willen bestuderen (loopt naar Anna toe)

Anna

Help!

Nel

(op; heeft inmiddels een kamerjas aangetrokken) Wat is er aan de hand?

Anna

Hij wil me bestuderen!

Nel

Doe niet zo gek, mam! (tegen Johan) Kom je de post brengen, Johan?

Johan

Nee, ik kom in verband met de komma's en de punten ...

Nel

(begrijpt hier uiteraard niets van) Komma's?

Johan

Ja, èn punten! Ik kom nou niet als hulppostbode, maar als schrijver voor de krant. Maar ik weet niet zo goed raad met die punten en komma's

(44)

- - -

-Nel

(neerbuigend maar toch lief) ZÓ, schrijver, je bent volwassen gewor-den, Johan. Dan zul je nu wel snel trouwen!

Johan

Trouwen? Nel

Als je gaat schrijven, dan ben je verliefd! Hoe heet je inspiratiebron?

Johan

Inspiratiebron? Nel

Ja, hoe heet ze?

Johan

Bart Buurkes!

Anna

Hij is gek geworden, verliefd op Bart Buurkes! Nel

Nee toch?

Johan

Jazeker! Ik word helemaal gek van die man! Ik ben bijna radeloos! En daarom ben ik gaan schrijven. Ik pakte mijn pen en ik schreef en schreef, het ging gewoon vanzelf!

Anna

Waardoor heeft hij je zo geïnspireerd?

Johan

Door zijn erotische gedrag!

Anna

Hoor nou toch eens! Nel

Maar wat heb je dan in vredesnaam geschreven?

Johan

Een ingezonden brief aan de Alburgse Courant. Als jullie mij beloven me te helpen met de komma's en de punten zal ik die voorlezen. Is dat goed?

Anna

(45)

Johan

(haalt uit zijn binnenzak een stuk papier en leest de tekst daarop monotoon voor, er staan immers geen punten of komma's in) Geachte redaksie ik grijp de pen om u te weizen op een schandalige situatie in onze stat want wanneer je plotseling wort onderbroken in je studie waar je dagelijks al je vrije uren aan weit te weten de studie van de vrouwelijke anatomie dan pik ik het niet langer dat de enigste studie-bron waaruit te putten valt is drooggevallen ik bedoel natuurlijk de videotheek van de heer Bart Buurkes waar ik elke week mijn studiema-teriaal vandaan kon halen steeds weer de vrouwelijke anatomie dit kan niet langer want de videotheek is gesloten wegens persoonlijke omstandigheden staat op een bordje achter het raam schandelijk ik weet waarom Buurkes persoonlijke omstandigheden zijn dat hij met Alie van Schootbrugge als een geile beer legt te wippen en wel in een kamer van een pension hier in de stat en daar kompt nu al meer dan een week geen einde aan en de deur maar gesloten en ik ken fluiten naar mijn studie wat ik niet langer pik want dan kom ik achter en ken het verder wel voor gezien houden ik bedoel dus geen video's meerte kijken en geen vrouwelijke anatomie daar moet een einde aan komen was getekend twaalf postbodes ...

Anna

Hebben die twaalf postbodes allemaal ondertekend?

Johan

Nee, alleen ik

Anna

Waarom schrijf je dan: 'Twaalf postbodes'

Johan

Dat is mijn pseudoniem

Anna

Je bent gek geworden! Je moest je schamen, als ze dit publiceren is die man geruïneerd ... (Alie en Bart op)

bedriif 2 / scene 1 3

Bart

Is Erik al thuis, Nel?

Nel

Nee, maar je komt als geroepen. Dit is Johan Junte, de hulppostbode. Ik denk dat hij je wat wil vragen ...

(46)

Bart

Zeg het moor ...

Johan

Het goot er om waar ik de komma moet zetten in de volgende zin (leest) ... 'als een geile beer legt te wippen en wel in een kamer .. .'

Bart

Achter 'wippen' en 'legt' moet 'ligt' zijn

Johan

Bedankt! Gouw noor de redaktie ... (of) Nel

Hoe heb je dot nu kunnen doen, Bart! Je hebt hem geholpen met een komma, moor weet je wel wie die geile beer is?

Bart

Geen idee! Nel Dot ben jij!

Bart

Ik? Alie

(tegen Bart) Nou geen gekanker over komma's, bij welke slet heb jij een punt gezet?

Bart

Alleen bij jou!

Anna

Bij niemand anders ... Alie

Hoe durven jullie mij een slet te noemen Nel

Hij heeft een ingezonden brief geschreven over jullie samen omdat hij weer pornofilms wil huren in de videotheek

Bart

Vlug, go achter hem

aan ... Ik gooi de zaak weer open. Probeer hem

asjeblief tegen te houden (Nel en Anno of) Wat moeten we nou doen, Alie?

Alie

(47)

Zullen we noor je kamer gaan om nog even gezellig over je vrouw te praten? (beiden of; Joop Bot, slager, op)

bedriif 2 / scene 14

Joop

Hallo, is hier iemand? (Anton Engeltjes, schrijver van beroep, op) Anton

Mag ik binnenkomen? Bent u Erik Sprokkereef? Jaap

Nee, ik sta ook op hem te wachten Anton

Dot zie ik... (Herman Grootkorzijn, een geestelijke, op) Herman

(tegen Anton) Neem me niet kwalijk, Sprokkereef...? Anton

Ik? Nee, het spijt me ... Herman

(tegen Joop) Don moet u het zijn! Jaap

Gelukkig niet! IPieter op) Herman

Dit is don Sprokke reef! Pieter

Zeer zeker niet! (Bart op) Kijk, mijnheer Buurkes! Jaap

Ho, die Bart! Bart

Hallo slagertje! Wat heb je in de aanbieding? (Truitje Ouwerkerk, hoer, op in beroepsuniform)

Truitje

(48)

Bart

(probeert haar te sussen) Niet waar al die mensen bij zijn! Truit;e

Jij probeert me te bedonderen, Buurkes! Je hebt me voor de gek gehouden met die Sprokkereef. Waarom ben ik ook zo stom geweest jou dat geld te geven? En nou gaat hij zich doodschieten voor die bi -sexuele trien! En je hebt nog wel beloofd dat hij het voor mij zou doen en nu is hij op stap met die Jansje Hooghordel. ..

Anton

Neem me niet kwalijk, maar wie is Jansje Hooghordel? U heeft Sprok-kereef aan mij beloofd

Herman

Aan hèm, mijnheer Buurkes? Ik heb u er al voor betaald namens de gehele kerkgemeente!

Bart

Maar beste mensen, luister nou eens even! Waarom kopen mensen een lot in een loterij? Alleen maar om een kansje te wagen, je geluk te beproeven. En dat geldt ook voor Erik Sprokkereef. Onze dierbare dode is nog steeds springlevend. Hij heeft tal van aanbiedingen gekregen, jullie zijn niet de enigen die ervoor hebben betaald. Ik zal er een paar voorlezen (haalt bundeltje papier uit zijn zak) ' ... Als ik dood ben is dat uitsluitend te wijten aan het vreemdelingenbeleid van onze regering ... ', of hier' ... Ik sterf ter ondersteuning van de doelstel-lingen van de Vereniging voor Euthanasie .. .'

Jaap

Een mooie gedachte ... Bart

(gaat onverstoorbaar verder) Of bijvoorbeeld deze' .. .lk maak er een einde aan omdat ik niet langer kan leven in een maatschappij waar géén plaats is voor mensen die hun kinderen niet willen laten inenten en die uit principe geen ziektekostenverzekering willen afsluiten ... ' Zo zou ik nog even kunnen doorgaan. AI deze verklaringen zullen aan hem worden voorgelegd en ik kan echt niet voorspellen welke hij kiest!

Pieter

Ik kan stellen dat hij zijn keuze al heeft gemaakt. Hij gaat zich dood-schieten voor de het idee van ónze partij, dat heb ik een half uur geleden persoonlijk met hem afgesproken

Bart

Dat is geen manier van doen! Alles moet worden geregeld door mij als tussenpersoon. U hebt geen recht op enige voorkeursbehandeling!

(49)

Pieter

Zoek dan een ander lijk voor je klanten. Zij kunnen best nog even wachten!

Bart

Dat geldt even zo goed voor u

Pieter

Maar niet voor mijn partij, dit is onze enige hoop op erkenning!

Jaap

Ook het slagersvak heeft het moeilijk! Iedereen koopt zijn vlees te-genwoordig bij de supermarkt en niet meer bij ons, kleine midden-standers; denk aan het vlees ...

Anton

... en de kunst!

Jaap

Kunst, zei je dat? Het runnen van een slagerij, dát is pas een kunst!

Anton

Kunst is tegenwoordig ook een bedrijf. Docht je dat wij schrijvers het ons kunnen permiteren alleen maar romans te schrijven? Nee, om de andere dag moeten we opdraven om in een of ander gat vier boeken te signeren of een lezing te houden voor de Vereniging van huisvrou-wen, of deel te nemen aan een of ander stom televisieforum, alleen om een paar rotcenten te kunnen verdienen! Dank zij de TV leest niemand meer een boek. De televisie en de video (kijkt vals naar Bart) vreten ons schrijvers de kads van het brood ...

Bart

Neem dan pindakaas ...

Pieter

Wij willen enkel dat de overheid naar ons luistert, dat er rekening wordt gehouden met onze wensen

Herman

We moeten de jeugd zien te winnen!

Pieter

Hoe dan wel?

Anton

Hoe? Met ideeën natuurlijk!

Pieter

Vroeger hadden de mensen een idee, waarvoor ze desnoods wilden sterven. Tegenwoordig hebben mensen die willen sterven geen ideeën meer. En de mensen die wèl ideeën hebben willen niet sterven.

(50)

Tegen die ontwikkeling moeten we vechten. We hebben meer ideolo-gische doden nodig!

Herman

Erik Sprokkereef is koren op onze molen

Jaap

Sorry ... ónze molen!

Anton

Precies, onze molen en niet de uwe

Pieter

Waarom die van jullie en niet die van ons? Herman

Niet waar, het blijft die van ons!

Jaap

... van ons!

Bart

Mensen asjeblief, laten we geen ruzie maken! Deze bijzondere over-ledene is gemeenschappelijk bezit. We zouden er immers allemaal gebruik van kunnen maken!

Truit;e

Wel wat mager ... één dode voor ons allemaal

Anton

Die dode man is niet van belang. Wat telt is datgene wat na zijn overlijden voortleeft ...

Jaap

Als je dood bent, ben je dood. Neem dat maar van een slager aan!

Herman

Maar zijn geest leeft voort in alle eeuwigheid. Amen (Erik op)

bedriif 2 / scene 1 5

frik

Komen jullie allemaal voor mij?

Pieter

(51)

Jaap

U bent onze laatste hoop

Herman

U bent een martelaar, moor ónze verlosser, één, heilig, algemeen en apostolisch

Anton

Een held!

Truitie

Mijn lieve held ...

frik

Echt?

Truitie

Je hoeft niet zo bescheiden te zijn, Erik, je bent en blijft mijn allerliefste held! (woelt door Eriks hoor)

Pieter

Heb je ol besloten wanneer je je goot dood schieten?

frik

Nog niet ...

Truitie

lieverd, je bent wel heel bescheiden ...

Pieter

Don stel ik voor dot je het vannacht om twaalf uur precies doet. Schikt dot?

frik

Middernacht?

Herman

Er komt een afscheidsdiner!

Truitie

Allemaal voor jou!

Pieter

Zullen we don zeggen: om tien uur vanavond in het restaurant bij de hoven?

frik

(52)

Pieter

Het feestdiner!

Erik

Oh, het diner ... ja, dat komt me wel uit ...

Pieter

Mooi zo, dat is dan afgesproken. Het feest begint om tien uur en om twaalf uur precies ga jij voor het laatst op reis ...

Erik

Waarheen?

Pieter

Dat zou ik je niet kunnen zeggen ...

Anton

Naar een onbekende verte ...

Jaap

Misschien naar het niets!

Herman

Of het 01. ..

Truitje

Je zult het eerder weten dan wij.

Bart

Tot straks lallen af, behalve Erik)

bedriif 2 / scene 1 6

Erik

Op reis ... ! Wat doe ik met mijn portefeuille? Die geef ik aan mijn broer ... en mijn dikke winterjas ... ? Ook aan mijn broer. Wat is er nog meer. .. , mijn goede broek! Die doe ik zelf aan, ideaal voor het feest INel en Anna op)

Cytaty

Powiązane dokumenty

In Paris, contemporary parks and gardens not only express new forms of nature, they also form part of a green infrastructure network in their own right.. As a series

Duidelijk mag zijn dat projectorganisaties gedurende het pro- ject telkens beter kunnen inschatten wat de onzekerheden zijn wat de verhouding tussen het VO en OO dynamisch maakt (zie

In inhibit sense multiple access (ISMA), the base station broadcasts a busy signal when an incoming packet is being received, to inhibit other terminals from

Stanisław Dziekoński, Rektor UKSW zrekapitulował historię Polonii Kana- dy oraz znaczenie Kongresu Polonii Kanadyjskiej: W okresie II wojny światowej wielu zna-.. komitych

Piotr Raźniak i Monika Grochal (2014) przedstawili wpływ uchwalenia miejscowych planów zagospodarowania przestrzennego (MPZP) na rynek nieruchomości, budowlany oraz dochody

Technologia druku 3D jest w stanie wyprodukować w pełni funkcjonalne części wykorzystując przy tym szeroki wachlarz materiałów: metale, ceramikę, polimery, kompozyty, materiały

W Muzeum Pierwszych Piastów na Lednicy już w 1999 roku czyniono przygotowania do uroczystości, w których Ostrów Lednicki jako rezydencja Bolesława Chrobrego i miejsce

Jankélévitch pisze, że człowiek jest prawie wszechmocny jeśli chodzi o „kiedy” i „jak” śmierci, ponieważ nigdy nie jest konieczne umrzeć tego a nie innego