VOORDRACHT FOEUZE q VAN
BIJZONDERE EINE
VAAflJIGFNIng. F. de Beer
VR-A- 152A-152 b
GASI'COLLE:
"KEUZE EN O!IWP VAN BIJZONDE KLEINE VAATUIGEN"
Technische tJniversiteit 1ft Faculteit der Werktuiqbouwkuride
en 4aritie Techniek
Vakgroep Ont.erp en Fp1oitatie Maritieme Objecten
r
ONIS'ERPEN VAN VMRIJIGEN WORDT N(X TEVEFIGEZ lEN ALS EEN OP ZICHZET,F STAANDE UIflJOISTAAK
BINNEN HET TCTE'ALE PPOS VAN TE STEILEN
RET TEANSPORT/WERKPLPTFORM. RET ONIWERPPROCES KAN
ECHT BEN VAN DE BFIARIJKSTE INSTRUME7I'EN Z IJN CM VAN INVENTIE TÍJT INNOVATIE TE KCMEN C. Q.
WENSCHAPPJIJ}OE UI'IVINDIMEN
INDUSTRIEEL TOE TEPASSEN EN
UIT TE WERKEN. RET 0tI1PPROCES ZOU MEER
MOETEN WORDEN GEZ lEN ALS BEN TNTRML TOETSIS-SYSTEEM. BINNEN DIT PROC DIENEN DE OPERATIONFIE EISEN ALS AFGFTFIDEN VAN DE GESTFIDE TAKEN PERMA-NENT GETOET TE WORDEN MN FYSISCHE, TECHNISCHE, VEILIGHEIDb'rlCHNISCHF, SOCIALE, FINANC IEET,-ECONO--MISCHE EN BEDRIJF'SECONOIEET,-ECONO--MISCHE MEIJIJKHEDEN EN/OF CRITERIA. DMRNAAST IS HEI STELLEN VAN PRIORITEITEN BINNEN RET PROCES BEN 1'X)ODZAAK, DAAR EL( O!7IWERP
NIET MEER KAN ZIJN DAN BEN TIJEXEB(DEN CCMPRCt4IS.
1
_7L
-H
I I\ _
ça 1. -[7 V I--L LA-152
Loel voordracht
Inleidinq
Het schip; een stuke qeschiedenis
Scheepssoorten en scheepstyn Veiligheidsvoorschriften Onterp beqrenzingen Operationele criteria Investerinc en exploitatiekosten Inzetbaarheid Keuze scheepstype
Gtrprnethodiek (+ enige voorbeelden)
Ter afsluitinq
Ref erenties
Aarthanq sels
INHOUD
= Referenties; publicaties, rapporten en notities gebanteerd voor deze voordracht.
* ) = extra toelichtinq/rianericlatuur
= t1plaatje" (voor overhead projector) behorende bij de vocrdracht.
EXEL VOORDRACPI'
Het informeren van o rn. 'Iti-studenten cmtrent de door de Afdeling Rijksvaartuigen * toeqeoaste
- KEUZE- O'flWERPMETHODIEOEN in het aIqneen en
- INZETBAARHEIDSPREDICrIES in 1t bijzonder
voor relatief kleine "special purpose" vaartuigen.
* AFDI
RIJKR'IUIG;
Directie Veiligheid en Thezicht, Di rectoraat-Generaal Scheepvaart en Mar itine Zaken
(Ministerie van Verkeer en Waterstaat)
De hoofddoelstelling van de interdepartentaal rkende beleidsafdelinq is:
HE'T BEVDRD VAN DO21ATIGE OPBO(JW EN
INZET VAN DE VLOOT CIVI2 ZEAANDE (R IJKS)
VMR1JIGEN MIDDFT E SAMENHA'X3END INTER
A-152 1-1
1 . INLEIDI (1)
Het wordt steeds duidelijker dat de Nederlandse scheepsbouwindustrie alleen maar een kans van overleven heeft indien men zich meer en meer richt op het bouwen van gespecialiseerde en geavanceerde vaartuigen en doorqaat net pruktie-rationaliserinq.
Naast de bouw van technisch gespecialiseerde vaartuigen, zoals oor1cgsschepi, hydrografische openingsvaartuigen etc., dient het
vooral qezocht te worden in een zeer hoge ontwerptechnische kwali-teit van de te bouwen vaartuigen.
Ce mogelijkheden van kerinisvergroting en -verdieping zijn in derland aanwezig; MARIN, T. U. -Deift, TJ/IWECO.
Overdracht van de noodzaicelijke kennis riaar het bedrijfsleven blijkt echter nog steeds moeilijk plaats te vinden.
Ce stichting Coördinatie Maritieirt Criderzoek (4O) is in 19O oçxe-richt an onder meer door verschillende researchproqrarttna's hierin verbetering te brengen. Daarnaast rroet worden geconstateerd dat de opqebou1e kerinis en ervaring zeer versnipperd is en er noq steeds vele 'witte plekken' zijn. Daar teqenover staat dat het wiel al te
vaak opnieuw wordt uitgevond.
Naast de markt voor zeer gespecialiseerde vaartuigen, die orn een aantal redenen klein is en dit waarschijnlijk oak zal blijven, is er een groeiende behoefte aan kleine maar geavanceerde vaartuiqen, net
scheepslengtes tot 50 à 60 meter. Juist orn op het laatstqenoeire terrein concurrerend te werken, dient alle beschikbare kennis en ervaring te worden toeqepast.
Ce ontwerper en de bouwer zullen steeds meer te maken kr i jgen net zqri. non-profit organisaties, zoals overhederi, stichtingen etc., nu de markt voor vrachtschepen, tankers en passaqiersschepen voor Nederland grotendeels verloren is geqaan.
Daarbij spelen beschikbare budgetten, firiancieringogelijkheden en faciliteiten vaaic een grotere rol dan marktnechanisinen zoals vraag en aanbod. De 'ontwerper' 71 derhalve een rol rroeten spelen in het zichtbaar maken van de baten van het project, in de vorm van bijv. de inzetircgelijkheden van het vaartuig in een gesteld vaargebied.
Binnen de markt worden twee straningen zichtbaar; aari de ene kant de behoefte aan vaartuigen geoptirraliseerd voor één specifieke taak, aan de andere kant die aan vaartuigen welke in staat moeten zijn orn verschillende taken uit te kunnen voeren, de zqn. multipurpose
Nieu
scheepstyn, zoals SWATh1), draavleugel- en
luchtkussen-vaartuigen, worden in het algetTeen ontworpen voor het uitvoeren van
én scifiek anschreven taak.
Ret conventioriele enkelrornp schip blijkt nog steeds het middel te
zijn orn meerdere taken uit te kurinen voeren.
Veiligheidstgeving, zoel technisch als sociaal gezien, qaat een
steeds belariqrijker rol spelen binnen het ontrpproces.
Gesteld kan worden dat vooral bij het kleinere vaartuig de
verhou-dingen tussen de hoofdafrnetinqen grotendeels hierdoor worden
bepaald. Ret 'qezicht' van het vaartuiq wordt derhalve sterk bepaald
door de van toepassing zijnde voorschriften en criteria.
Rekening houdend rret het bovenstaande dienen er ontrçthodieken
te worden gehanteerd voor kleine maar bijzondere vaartuigen,
arbij
het oriderling vergelij ken van scheepsconpten, het toetsen aan
technisch/econornische moqelijkheden, het hanteren van
randvoorar-den, het stellen van prioriteiten en het qebrui1cnaken van aanwezige
kerinis en ervaring, een oeïnteqreerd onderdeel vorrnen van het
systeem.
1)
Sitall Waterolane Area Twirl Hull ship
A-152
2-1
2. RET SCRIP; EEN S'IJKJE GESCHIEDENIS
(2)
(3)
Sinds de mens de boomstain en het viot (sarnenqebonden boomstamen)
als vervoerrnjddel op het water is qaan qebruikeri, worden
enkeiromp-en multi-romp vaartuiqenkeiromp-en toegepast.
Scheepstypen, zoals het enJcelranp deplacentvaartuiq, de catamaran,
en de SWATH, zijn moderne vorrren van bovenqenoemde basis typen.
Sinds 5000 v.C. zijn in
ypte afbeeldinqen van vaartuiqen
aarigebracht op ternpelmuren, vazen en koningsqraven.
Ret hierna volgende plaatje zou de vroegst bekende
Catamara.n 2)
Door de lerse arts, William Petty, is in
1662, rrt steun van Koning Cr1es II,
de multi-ranp (catamaran) de "INVFThrIC
I"
ontworpen, op basis van o.m. inforrratie
verkreqen van Abel Tasman.
de bouw van drie schepen stoDte
tty
errree;
aarschijnhijk problemen met
con-structie en gewicht.
2) Het woord catamaran is afkanstig uit
de taal Thrriil en is afaeleid van de
woorden 'Katta' en 'Maran' ('Maman'),
dat ]etterlijk
tekent 'sarnengebonden
x1T1sta1TITen'.
E-let wordt nu in het algerreen gebruikt
voor dublrarrvaartuigen, waarvan de
ranoen boyen de
ter1ijn aan e11.ar
gebonden zijn.
In het oude Eqyptische schrift
(hiëroqliefen, ontstaarì zo'n
3000 v.C.) is het ideogram
voor:
zuid',aarts qaan :
schip met zell; en
noortharts gaari: schip zander zeil.
Crl.che Irr, Pcty S
Egyøtisch vaartuig
4000 - 600 v.0
A-152 3-1
3. SCHEEPSSOORTFTN EN SCHEFPSYPEN
3.1. Scheepssoorten (1)
De scheepssoort is gebaseerd op de functie c.q. taken elke een vaartuig uitvoert, zoals het vervoeren van lading, het uitoefenen van de visserij etc.
De volgende belariqrijkste scheepssoorten kuririeri worden onder-scheiden:
- vrachtschen
- droae lading schepon- tankers
- ntons etc.
- passagiersschepen - cruise schepen - bijz. veren etc.
- vissersschepn - trawlers
- kotters etc.
- offshore - boorschepen/'oorplatfonns
- .erkplatforns etc.
- special purpose schepen3) - onderzoekingsvaartuigen - partrouillevaartuiqen
- brandblusvaartuigen 3 *
- erkvaartuigen etc.
In dit kader kunnen oorlogsschepen ook worden be-schou als zqri. special-purpose vaartuigen.
In derland is de veiliaheids.etgeving overqend opqezet als functie van o.rn. deze soorten, afgebaicend door parameters, zoals bruto-tonriage, lengte, voortstuwingsverrnoqen en aantal passa-giers/special persoriel c.c. opstappers.
Bijzondere scheepstyn zullen in het alqreen qevoriden worden binnen de soorten passaciersschep, offshore- en special-purpose schepen.
De laatste jaren wordt in Nederland, naast het converitionele enkelrorp vaartuig, rreer en rreer aandacht besteed aan c.ci. onder-zoek verricht naar scheepstypen, zoals het Surface Effect Ship
(5ES) en het nall Waterolane Area Tin Hull ship (SWATH).
3.2. Scheepstyn (4)
(5)Ret scheepstype is niet gebaseerd op de functie c.q. taken welke
een vaartuig uitvoert, maar zeqt jets van het instrument vaartuio
zeif.
De volgende typen kunnen (globaal) worden oriderscheideri:
depi.
r \-
kelromp vaartuigen
- Multi-romp vaartuigen
Overzicht scheepstvpen
snel
depi.
/
--R D a O T 1CM SEMI DISPLACEMENT HULL HARD CH!NE PL A N N Gplan.
SUBMERGED F 0 iL S SUF1rACE TICIICING OILS-
deplacement/snel deplacement
- plane rend
- draagvleuqel
door wateropperviak stekende
vieugels
volledig ondergedanpelde
vieuqels
- luchtkussen (ACV)
- luchtkussen (SES)
- catarna rari/tr irnaran
-
THSCHPST'1P
KROMP
draag-vleug.
lucht-kussen
CV SESi
rL
MULTI -ROMP cata-mar ari AIR 4STH
y
VITER AIR CUSHIONS.ALL WATER LANE AREA
VE HICL E
TWIN NUL L
IACVI SURFACE EECTS
ISTKI
A-52
3-3De oritwikkeling van de diverse scheepstvpen (5)
methode naar het middel s.araan vorengenoene typen hun opwaartse kracht oritlenen, zijn:
- hydrostatisch (deplacernent) - hydrcdynamisch (draagvlakken)
- rostatisch (luchtkussen)
Scheepstype als functie van 1iftopsekking (5)
5
6
SC H SE PS TY PE
'.ijze vin lift opekkin
hvdro-tat. hydro-dyn. seto-dyn. Enkel-romp Depl./snel dept.
4
Plane rend DraagvleugelLuc h tkus sen
AC
.s.S..
M u t t
i.-romp
SES
Catana ran/ trimaran
54A 1K
4. VEILIGHEIDSVRSCHRIFT
(1)
9)De toe te passen veiligheidsvoorschriften, normen en
con-structievoorschriften hebben veel invloed op het ont.erp.
ck .ettelijke grenzen, zoals de lenqtegrens van 24 m (load
line conventie) en de diverse bruto tonnaqe- en
verrrKqens-grenzen, kunnen van qrote invloed zijn op het uiteindelilke
ontrp.
De volgende asçekten hebben direct of indirect invloed op het
ontrp:
- stabiliteitscriteria
- voorschriften voor vrijboord en boeqhooqte
- constructie voorschriften
- normen m,b.t. geluid/trillingen
- accomnodatie voorschriften
- brandveiligheids- en milieu-eisen
- uitrustingsvoorschriften.
Overzicht van stabiliteitscriteria en vrijord- en boeqhoogte
voorschriften
Veiligheidsnormen en
voorgchr i ften
Wetgeving
Oprrerkinqen
stabiliteit
- basis criteria
o.m. min.
- (1 criteriurn
als functie van
- winänoment
internationaal/
rtionaal
nationaal,
Rijksvaartuigen
internationaal/
riationaal
onbelangrijk
criteriurn voor
kleine vaartuiqen
ter voorkornina
van
instabili-teit
vooral van belang
voor kleinere
vaartuigen
vrijboord
-
arden volqens
uitwaterings-verd rag
- nationale
waar-den
internationaal/
nationaal
nationaal voor
L24 m
conventionele
snelle vaartuigen
hebben rreestal
overrnaat aan
vrijboord
boechocçte
- idem
- idem
nat. voor Bf 5
int./nat.
Bf 8
(wirìdkr.-becerkincen)
deze eis
over-ruled de minimum
vrijcrd
A-152
4-2
De gestelde stabiliteitscriteria in Nederland (in het bijzonder het
windncment) hebben grote invloed op de verhouding tussen de
hoofdafrnetingen.
Cm deze redenen dienen conventionele enkeiromp vaartuiqen met een
lenqte
28 à 35 m van een zqn. wirkrachtberkinq te worden
voor-zien
kiassebureaus kennen ock dergelijke beperkincen (middels een
kiassenotatie). Vooral licht qecoristrueerde (enkelrarrc) vaartuien
met een groot windopervlak worden door windmoment criteria rioqal
zwaar 'gestraft'.
Daarnaast is gebleken dat conventionele (seni-) planerende
vaartuiqen een duidelijk hoqere metacenterhooqte nodig hebben dan
het
ttelijk minimum.
Orn instabiliteit tijdens hoqe sneiheid te voorkonien, dient dit tve
vaartuic een aanvangsrretacenterhooqte
te bezitten van minimnaal
ià 1,20 mn.
\Toor rijksvaartuiaen qeldt derhalve cok een "CP criteriurn" als
functie van de snelheidsgraad:
= f (Fn)4).
De
maximnuxn haalbare
, afgeleid van het windmoment criteriurn,
bealt in wezen het toe te kennen vaarqebied met everitueel
bijbehorende windkrachtbeperking.
Ret vrijboord dient te voldoen aan de eisen gesteld in het
uitwa-ter ingsverdrac.
Voor vaartuigen kleiner dan 24 m, die daarvan ziln uitqezonderd,
heeft men in Nederland een minirrazn vrijboord vastqesteld.
In het alqneen zal de irwloed van deze eis op het ontrp van
kleine conventionele (special purpose) vaartuiqen niet qroot zijn.
Ret vorenqenoe verdrac eist cok een zqn. minimum boeqhooqte.
In Nederland is voor vaartuiqen met een hecerkt vaarqebied (met
wjrkrachtberkinq) eeri aanqepaste (kleinere) boeqhoocte
vastge-steld. Zander deze aanssing zou de boeghooqte-eis voor het
kleinere vaartuig zeer zwaar zin.
Ret aantai. banninqsleden eri het soort reis bepalen middels
eventueel gestelde accomrodatievoorschriften de vereiste ruirrìten.
Indien geen eisen zijn qesteld, dient de ontwerper deze inforrnatie
van de opdrachtaever te ontvancen.
Tot de belanarijkste ontwerpDararreters voor bet kleinere
conventio-riele vaartuip behoren de benodiade irthouden en oppervlakten.
Zoals eerder gesteld, soelen de constructievoorschriften, de
waterdichte indeling, de braridveiligheidseisen en de vocrgegchreven
uitrustirig, een belanqriike rol binnen het ontercproces. re
rrteriaa1 keuze: staal,alurniniurrt of oe1ster (Vg)*, wordt vooral
bij kleinere vaartuiqen hierdoor beald, waarbij de snelheidsaraad
een zeer belangrijke
rameter is.
5.1.
Sneiheid, oewicht en scbeeostvpe (6)Ret vaststellen van de sneiheid/sneiheden voor een vaartuiq is niet altijd een eenvoudice zaak; nsen en eisen vorrrn vaak een geheel.
In de praktijk is de sneiheid één van de basis stafeisen. In theorie is het een afeleide eis; taken, vaarqehied etc. dienen te leiden tot een snelbeid of meerdere oeenste sneiheden.
Daarnaast is er een direct verband tussen snelheid, gewicht en hoofdafrretingen als functie van bet type vaartuig.
Da volende twee ficuren aeven dit aan voor het conventionele enkelromp type, waarhij is uitqeqaan van de volgende grenzen:
Enkelrcntp (conventioneel)
- deplacement
- snel deplacement - semi depi. - semi plan.
- planerend
(0,1 L)3
* Engelse definitie
5 Fn1 = V (getal van Froude)
Jo
. L 6) s = (slankbeidscraad)* A-1 52 5-1 5. ON'TWFRPRFXRENZ INFNFnl
5s 6)
max. 0,4 min. 9 0,4 - 0,7 8 - 9 0,7 - 1,0 max. 7 min. 1,0 max. 6Verband tussen lengte, sneiheid en scheepsty .0 :j o r'' f'?/--
//-j
L._:
TT -L -L TrITT: 0fTif
H
T:LT:
tLE-"
rPl. CFtIt IAAItCU)0r-'
3. ..- SE9 )-OEPI.. ir.( t
__.___. ichtepic hip)
- r. 5F' Fl ASTir Ill VAARTtJ)0
O PLA$ER)'O_SaflT
Verband tussen lenate, icht en scheepstve
A-152
5-3
L: o o20
lu
-rninirnaal vereist
N
N
S s'N
N
s'N.
$N
N
N
scrieepslerite L
(in m.)
N
N
s'N
N
.5.N
N
s'N
-5--5min.
Bf 5
N
N
N
N
'.
oribeperi
N
N
-5' -5.s'
min. G1 Bf
s'
.55-I I L 20 30 ¿.0
5.2. Stabiliteitscriteria (6)
vicereride stabiliteitscriteria, als furictie van vaarcebied
en
wirikrachtbecerkinaen, selen een belanqrijke rol binnen het
ontweropros.
Bij het kleinere deplacementvaartuiq wordt de (min.) breedte
hierdoor bepaald.
In een vroea stadium dient derhalve de 'stabiliteit' bij het
proces betrokken te worden.
Aanvangsrnetacenterhoogte GM en windkrachtbeperkinq
(licht qeconstrueerde enkelromp
trouillevaartuiqen)
10e
5.3. Vr±jboord en boeqhocçte (F)
(7)
Het vrijboord dient te voldoen aarì de eisen cesteld in het
uitwaterinçsverdraq.
Voor vaartuigen kleiner dan 24 m. die daarvan zijn uitcezonderd,
heeft men in Nederland een minirrnnn vrijboord vastoesteld.
In het algemeen zal de invloed van deze eis on het ontwerp klein
ziin.
Ret bovenoenoe-rde verdra
eist oak een zan. min. boeqhooqte.
In Nederland is voor vaartuicen met een beerkt vaarqehied (met
windkrachtbeperkinc) een
aangeoasteeqhooqte vastqesteld.
Indien een deraelilke aanoassinq niet wordt toecest, is deze eis
voor het kleinere vaartuig zeer zwaar.
Vrijord als f unctie van scheeoslenqte
30
engtt 1. 5)
Boechoote als furìctie van scheepslengte en
windkracht-beerking
1.3300
-3000
20:33
irtboor0 3v.
MLntu.m ,rt000rd reer vrtjboord)
conventLontel enneirvens ,aartu
ODDCUW . 0.35 L cv ec aver voll. br..dt.)
CB
tee; govt standard
L Schepenne, laIt 10 2' 30 50 nO 31. 333 23,
-O -a C' -a 11 123f S
- -
-a flOCl)flIJl3f 5
A-152 5-5
5.4. Actieradius (6)
'Nssen actieradius en het vaarebied is een cluidelijk verhnd; een vaartuic met een zeer berkt vaarcebied, zec 5 miji uit de
derlandse kust, hoeft in bet alqenieen qeen actieradius van 1000 zeiiijl.
re actieradius is direct afhankelijk van de brandstofcapaciteit en scheenssnelheid.
ssen de brandstofcapaciteit en de lenqte c.c. afmetincen van een vaartuig is ook een verband; het laadvermcqen of
l 'deadioht'
van het kleinere patrouillevaartuiq bestaat voor ca. 80% aanbrand stof.
Brandstofcapaciteit als functie van scheepsiengte
(serie enkelrorn patrouillevaartuiqen)
L = scheepsiencte
5.5. Cevarenden (6)
Ret min. aantal bernanninosleden is in Nederland wette1ik vast-Qeleod.
Ret totaal aantal onvarenden, bemanninq + ocstapcers, is afhanke-lijk van de uit te voeren taken.
5kls functie van taalc( en), vaarehied en actieradius kan men spreken over:
i) dagreizen of 1 één wacht systeern; en
(ii) meerdaacse reizen of 1 te of meer wachten svstei.
r tte1ijke eisen (het wachtensysteem) en de uit te voeren taken
bepalen in grote lijnen het aantal opvarenden.
Voor secia1 purpose vaartuigen met een lencte tot ca. 40 à 45 m. is 45 à 55% van de ruimte onderdeks beschikar voor accomodatie. Ee vereiste accotrmodatieruimte is in de ste1ijke re1d in het algerneen een primaire stafeis in die zin, dat de hoofdafmetinqen van het enkeiromp deplacementvaartuig daar rede door worden bepaald. I i -' r H :.
rl
7TiT --DOUANE I -S-:
.T1 ,j:;
---. _..__ -: - --i1-í /.
I -1 - --- - - a*.l4Ssft S - -//\»
' 1
i D
5.6. Parameter aebieden (1)
(6)
O)L'it het voorqaande komt duidelijk naar voren dat de variatie van
scheenscararneters becerkt is.
r-vdrostatische en hydrodynamische asnekten, veilicheidsnorrrn
en
voorschriften en de stand van de techniek bepalen binnen vrij
nau
grenzen de hoofdoarameters van een relatief klein vaartuig.
Ret volcende
del
et worden cezien als een voorbeeld.
volqende uitaanqspunten zijn cebanteerd:
- soort vaartuio
- tvce vaartuig
- snelheidsaraad
- lengte w.1.
- breedte w.l.
- blokcofficient 0h
- zwaartepunt in hoocte
- rnateriaal vaartuig
- voortstuwing
- laadvermogen (d.w.)
- voorwaarderj
5-7
patrouillevaartuig
enkelrornp conventioneel
Ff1 = 0,7 - 1,0
15, 25 en 35 m.
2,5 - 10,0 m.
0,40 - 0,45
0,8 H (H = holte midscheeps)
romp staal
opbouw staal/aliininium
conventioneel (dieselmotoren +
schroeven)
5 - 50 ton
vaarcebied
- Nederlandse kustwater
voorschriften- Veiligbeidsnorrnen en
Voorschriften voor
Ri j ksvaartuicen
(wR 1976)
Ee volgende figuur ceeft aan bet cebied waarhinrien
een 15 m.
-
7 2r
--'.\Tr»
-.. I 2MO :L - 1 r 1-- LJ
OQ 4 ijJ...__ N 8 ./ L-'S..r -C.,..,:'Ontserp gebied' 15 m. patrouillevaartuig
d.. .T.5T d. . - 2.0 T h 1700 pk Tot.0 go.Mcht (T) 7,7 - i.5 ,:, 1.0 - 23.5 'o 1.7 - 10,5 Kn 1,5- 35.3Kn
Het gearceerde gebied geeft aan waarbinnen een semi-planerend vaartuig globaal kan worden ontworpen.
Een optimaliser ing naar weerstand en zeegangsqedrag dient daarna nog plaats te vinden; een wirdkrachtbeperking moet voor dit gebied worden opgelegd.
volgende figuur geeft een beeld van het gehele berekende model.
Itran030usten Typ. Irt. L1 Ch Mo brIsai nkelroinp CCIV 15 o. Ob - 0».5 stasi Vntb./bosçhoOMte2( 8 b i b o. h 00g t o, Mo .22 b. b. o».o 0».o
-Ii.
1c...o 'nj
750 50 250 c.ler O: s :..14
s4e'-
/,':''7;s
--
_4_4-__'___1
-fluidelijk komt naar varen at een relatief klein aantal voorwaarden het cehied afbakenen waarbinnen een vaartuia kan
orden ontworcen
Met andere woorden: veilioheidsvoorschrifften en crestatiearerzen als functie van scheeostvce benalen in arate limen het ontra.
A-1 52 _Q
'Ontwerp aebieden' voar een serie conventionele enkeirorm-vaartuicen
6. 1. ¿eeoancsaedrac en taakuitoefeninq (1) (6)
en vaartuig wordt in het alQneen ontworpen op basis vari een aarital omschreven operationele eisen.
Bij het zeeqancsgedraq van een vaartuig wordt echter nogal eens volstaan met de ornschrijvina: "het vaartuiq dient een qoed
zeecanascedrag te bezitten".
Een derQelijke ornschrijving leent zich echter niet als
ontrp-oararneter.
Het stellen van zeeoanqscriteria vraact l orn een zeer duidelijke anschrijvinq van het vaartuiq als middel orn de cestelde taken te kunnen uitvoeren.
6.2. Sneiheid en zeeoariosoedrac (1) (6) (17)
Naast het zeeqancsgedrag is ook de sneiheid een belangrijke
ontwerpparan'eter.
Het vaststellen van de juiste operationele snelheden voor een vaartujq is een moeilijke zaa]c; verlangens worden als eis
qepresenteerd, rkelijke operationele vereisen worden sorns niet tijdi onderkend.
Fr is een duidelijke relatie tussen snelheid in zeeqang en het scheepstvpe.
Ee volgende fiquren geven dit (globaal) aan.
Vol te houden snelheid in zeeqang als f urictie van
scheepstype
L;) 60n 50
ç) LJ ç)t
00 00 80 70 40 30 20 AOV 4-SES 2' HOUF5) D:SLCEME:7 S-R(2l HQuí5) 2 HOURS) ING SHIP ('1 HOURS) SE ST.tE 200 1 VH 'C LES H(O RC FOIL -o i C 3 4 5 6 7S NiFC.'T '..iE rGrT
p 15 16 A-1 526-2
zeeaanqsgedrag en sneiheid als furictie vari scheenstvpe
j,
63
chir en zeeaano (6)
100
e fvsische grenzen van het schin worden hpaald door
veilichejds-en construtievoorschriftveilichejds-en (veiliabeidstoevinc:
.T. en
klasse-bureaus).
Een schip kan zodanig ontworpen worden dat, uitzonderlijke
situaties naqelaten, er geen berkinoen behoeven
te zijn.
ij relatief kleine vaartuigen wordt dit middels
instructies c.g.
windkrachtbeoerkinaen en/of snelheidslirnitaties bereikt.
Maast de bestaande reqels/voorschriften met betrekking
tot
veilla-heidstechnisch en nautisch aebruik van een schip lijkt het zinvol,
vooral als het qaat orn ook andere scheepstvpen dan
alleen het
conventionele enkelrornpschip in beschouwing te
niien, een
criteriurn te stellen voor 'slamT\inc'
c.c. paaltjes pikken.
Veel onderzoek zal echter nog nodiq zijn voordat een dercelijk
criteriurn bij elk projekt kan
rden qehanteerd; zie figuur.
Inzetbaarheidsrendernent als furtctie van slairrnlnq
en
scheepstvDe (uitgaande van kans op slarrrninq
= 1 %)17
Aanqenomen dat elk kontakt
met de dekconstructie
re-sulteert in slain.
t
Panqenorren dat 10% van
alle ontrroetinqen waarbij
Honchull ord. 18 (90% van A.L.L.)
uit het water treedt,
re-Aari.aL slams per uur
6.4. ?1enselijke Drestatie (1)
(6)
(8)
fle mens is vaak de crootste beperkinc als het oaat orn de inzet van
een relatief klein vaartuia in zeecang, waarbij de
fysische
arenzen absoluter zijn aan te aeven dan de psychische
arenzen.
Te
mens wordt in het alqneen al zeeziek hij versnellinqen
= 0,2 a
(als functie van freouentie/ontrroetingsDeriode).
sulteert in slain.
Te hierna ;olaende ficuren aeven dit qiobaal
aan.
A-152 Zeeziekte 84C E.LTN
t
O-25E E
O I III
O-I 03-U/M..N TDL.JCE TQ \ThL /\OTION
Menselijke waardering van optredende versnellinqen
0.6 - 0.5 0.4 C, C
0.3
0.2
and rage lijk
(zeer)
hinderlijk
TDLE4 BLEg = 9.81
rn/s2 Ao.'
-waarneeinbaar
i I I I J 2 4 6 8 10 12pr'iode van de beweging
(ins.)
fluidelijk blijkt dat de neriode van bqing een larìqrijke rol
sceelt; no los ezien van het feit dat de optredende iekver-snellincen 2 à 2,5 x hacer zijn dan de significante versnellinaen.
18
loo
t
flaariaast moet worden cesteld dat, ondanks dat de heviaste
reacties octreden in het verticale scheesvlak in kooqolven,
andere resoonsies hij een afwijkende colfrichtincî cok crote
inviced kunnen hebn op de rrenselijke prestatie.
linoerweqinqen en laterale versnellincen bereiken in het
alqerneen de grootste amplitude in dwarsqolven.
rrnselijke prestatie aari board als functie van de uit te
voeren
rkzaantheden/taJçen wordt vooral bepaald door optredende verticale
versnellinqen; slincer- en starnohoeken worden minder als
een
beoerkinq ervaren.
[e volgende figuren qeven een relatie aari tussen het menselik
prestatieverrrcen aan board, als furictie van het soort
rk en
optredende versnellinqen en sterno- en slinqerhoeken.
Menselijk crestatie als functie van vertikale versnellinaen
o
0.5
1.0
(g)
ve::.c.a1e versneli.nen
19
?-1 52 1Cc -J -J
Sc
t
enselijke rirastatie als furictie vari ootredende st airhoe ken
t
loo
o olo
s .rnphoekenseiijke prestatie als functie van oDtredende si inQerhoeken 5 Zwaar werk iL) licht werk 5 e o
is
0- slinerhcek (gr)Licht werk & comrnuriicatie
0a1/3 (yr)
19
b.v. flexibel
Mo to rkame r
Indelina op basis van zeecanascedrac
stuurhuis
N
s tuurs tand
20/
20 5.5. Geluidsnormen (1) (9) 6)et menselijk prestatieveraen wordt, naast de ontredende beecinc, ock noc bamnvloed door het aelujdsnivpau aari boord. In 'ederland worden ock normen ten aanzien van het max. celuids-niveau nesteld. Deze dienen in een vroec stadium bij het ontwer proces te worden hetrokken, vooral bu relatief kleine maar snelle vaartuiqen.
Deze normen hebben namelijk crote invloed op cewicht en indelinq van het vaartuiQ.
Sen optimale iridelinq orn te voldoen aan de cestelde celuidsnorrren is niet altijd optimaal te noeiîen als het gaat orn zeecanosqedrag.
De volgende figuren qeven dit als voorbeeld aan voor een patrouillevaartuig.
A-12
ç»:;. Sub_svstarnen (1)
(10)
aat de mens kunnen ook de suh-svsternen7) van inv]oeç zin on de
van een vaartuic.
'er'k o.v. aan duikoperaties, lancsziikomeri hi
andere schecen en
heliconter oeraties.
E.7. C'ntwercnroces en ocerationele criteria ()
(10)
Binnen bet verwervinasproces van civiele zeecaaride
(rijks)vaar-tuicen dienen orationele criteria te worden nehanteerd orn
scheensconcepten onderlinc te kunnen veraelijken en orioriteiten
te verbinden can aestelde ooerationele eisen en/of wensen.
Coerationele criteria c.c. zeeqarascriteria zijn instrumenten orn
vooral voor de Pijksoverheid, als non-profit orcanisatie, te kornen
tot ontirnale middelen orn de cestelde taken te kunneri uitvoeren.
Criteria welke het rnoceliik maken in een vroec stadium de inzet
van een vaartuig als functie van taak(en), werkqehieden en
seizoen, redelijk
trouwar vast te stellen, zijn onontbeerlik
orn te komeri tot zo objectief rnocelijke besluitvormina.
Ret civiele zeecaande vaartuiq voert zijn taak of taken op zee
uit; het vervoert in het aloemeen Qeen ladino van haven A
naar
haven R.
Ret vaartuig is niet meer dan een werkplatform orn taken op of in
het water uit te voeren; of dit nu het nemen van waterrtnsters is
of het inscteren van objecten.
Naast de beperkincen die voortvloeien uit vicerende
veilicheids-recimes, in het zeecancsarac benalend
voor de inzet van het
werkclatform/vaartuia.
Ret colfrnifleu als functie van tid en
laats, is een ceceven.
vaartuiQ als middel orn taken uit te voeren, is het nrodukt
van
tecbnolcische en financile rrocelijkheden,
maar vooral van de
cehanteerde method ieken.
flx
cehanteerde rnetbodiek(en) kan hecalend zijn voor bet
iodresultaat
- wordt alle beschikbare kennis aehruikt?
- .aar hocen de fysische arenzen?
- behoeft veiliqheidsrecelaevinc eannassinc?
- durven
wenieuwe concenten te hanteren?
7)
In dit aeval worden onder susvstemen verstaan, desten
(ir.richtina, uitrustinn, etc.) welke nodia
ziin -m
e
akr. ji'
Als bet direct de veilicheid treft worden deraeliike criteria al anice tijd toecerast; denk can o.m. de constructie van scheren in zeecana als functie van sobe ssnelheid en seastate en de eisen
e
h.î.
worden aesteld can bet 'itvoeren van helicorter oraties co eri nahij scheren.()ok is ciobaal bakerid wan.neer men beraalde acties dient te stonnen; bet nerren van watermonsters X met schip Y moet cestopt worden bu seastate Z.
Mathatische relaties ziin echter voor al dit soort situaties rico niet vastoesteld, laat staan dat er criteria zijn aeformuleerd.
Te hanteren orerationele criteria dienen te zijn cebaseerd co: de fvsische/vchische arenzen van de mens c.c. het rnenselijk orestatievermocen (mohiliteit)
de fvsische grenzen en veilicheidstechnische mooelijkheden van het schir; en
de fvsische grenzen en technoloaische rrocelijkheden van de inrichtina en uitrustina vari het schin (suh-svstemen), nodia orn de taken te kurinen iitvoeren.
Vooruitlooend op de definitieve vaststeflinc van orationele criteria voor strecial nurpose vaartuicen hariteert de afdelina Rijksvaartuiqen voorlooic de hierna volcende mobiliteitscriteria hij haar becordelinc van scheeosconcepten.
:aarnaast kan men cok een zari. tbelastircstijdl hanteren; h.v. in nlaats van a 1/3 stuurhuis = fl,35 a:
a. 1 3 stuurhuis = 0,1 a voor daareizen
( x 8 uur) h. 1/3 st:urhujs = 0,3 a voor rreerdaacse reizen.
octredend verschinsel crerationele c.c. rnohiliteitscriteria verticale versnellinq 1'3 = 0,5 a op 90 % van ALL 1/3 = 0,35 a op 0,5 L of stuurstand
A-152 6-10
Het navoiqeride schna geeft de plaats aan van de criteria
binnen het ontrpproces
Orationele criteria f man-cile moge- lijk-he id beleid taak/ taken 4 operationele eisen echeepaconcep ten toetsing/stellen van prioriteite stafeisen schip (vloot) vaarge- j veilig- heids-bied freie golf-milieu eventuele beperkin-gen fysische- en technologische mogelijkheden mens 1 schip 21 appara-tuur 3 ge b ri. iks -oms tan-digheid criteria
i
2 soort werk type schip7. IWESTI
EN ELOITATIEKTEN
7.1. Rosten-baten relatie
(11)
(12)
De kosten-baten relatie voor de Rijksoverheid, als non-profit
organisatie, moet gezieri worden als een prnie-risicodekking
relatie.
Ret inzetten van (een) vaartuig(en) dient orn taken uit te voeren
lke nodiq zijn orn maatscl-iappelijke risico's te verkleinen en/of
te voldoen aari internationale verplichtingen.
Een vaartuig (vloot vaartuigen) vorrnt slechts een schakel binnen
het geheel van rratschappelijke/ço1itieke afgingsprocessen.
Rosten-baten analyses voor rijksvaartuigen dienen derhalve
an te
kornen tot:
Middelen
lke de qestelde taken op een zo optirnaal
rrge1ijke wijze uit kunnen voeren tegen zo laag
mogelijke kosten.
De afging van kosten en baten van de produktie in de collectieve
sector betreft steeds een afqing voor de sarnenleving als geheel
en niet voor de collectieve sector zeif.
E-let houdt derhalve in:
Een afging vari de maatschapçelijke kosten en baten
van de produktie.
Samenqevat:
Mar}ctsector
(financieel)
Collectieve sector
(rraatschaielijk)
Kosten
Prijzen die
bedrijfs-huishoudinqen voor
haar
produktiernidde-len in rekeninq
wor-den gebracht
Ret beslaq dat de
produktie legt op de
maatschap1i j ke
halpbronnen (arbeid
en kapitaal)
Baten
Prijzen die de
be-drijfshuishouding op
haar heurt voor de
geleverde coederen
en diensten aan
der-den in rekeniriq
brengt
De behoefte
bevredi-ging die de
geprodu-ceerde qoederen en
diensten aan de
qe-meenschap
verschaf-fen
A-152
7-2
7.2. Kosten
(1)
(6)
Ret is zinvol reeds in de ontrpfase het verband te leqqen tussen
de inzetbaarheid/inzet en de te verwachten bouw- eri
exploitatie-kosten.
Met behulp van eeri exploitatinodel kan een ontrt), als
instru-ment orn gestelde taken uit te voeren,
rden qeoptirnaliseerd.
Ret voiqeride model is opqezet voor een serie enkelratip
patrouille-vaartuigen.
De exploitatiekosten van dit model zijn gebaseerd op:
- aflossing + rente (investerinq en operationele levensduur)
- bnanninqskosten (exci. opstappers)
- onderhoudskosten (qemiddelde over een ceriode van 4 à 5 jaar)
- brandstofkosten (functie van qeiiddelde sneiheid)
- diverse kosten (water, srneerrniddelen, havengelden etc.).
Rekening houdend met de theoretische inzet geeft de hierria
volgende fiquur de exploitatiekosten per jaar van de bovenaenoe
serie als f unctie van scheepsiengte
en soort reis.
Exploitatiekosten per jaar als functie van
scheeps-lengte en soort reis (gecorriqeerd middels
inzet-beperkingen)
22 o o-304-3o
25/
i'.1
o o 20 o i i..-/
_'
L-25
15/
_O','
D - dagreizen - j___/ /
=:(16 uur)
f
.'.4 L - 20
C conirìu L - 15p
/P
L 35 L 40 1000 2000 3000 4000 5000 60 0 70.0 BOSO één jaar bedrijf/vaaruren 40 35Het hlijkt dat de exploitatiekosten van een 30 m vaartuiq ca. 3 x za ho zijn dan een 15 m vaartuig. De inzet van het 30 m vaartuiq
is echter meer dan 2 x za groot, waarbij no kaut dat 15 m
vaartuigen bij Bf 5 binnen moeten bi! jven en een 30 m vaartuig nog kan worden ingezet.
D totale inzetbaarheid/inzet van een vioot wordt dus niet zonder meer vergroot door het aanta]. vaartuigen uit te breiden. Daarbij komt oak nog dat een 30 m vaartuig qeschikt is voor het maicen van meerdaagse reizen en een 15 m vaartuig dit slechts bij
uitzonde-ring kan. Nog daidelijker wordt dat als men de kosten per bedrijfsuur gaat vergelijken.
En komt naar voren dat een grotere investering zonder meer op kan qen tegen een kleine verhoging van de geniddelde uur kosten, als men daarvoor een hogere inzetbaarheid verkrijgt.
Bij de te verwachten exploitatiekosten ret oak de investering c.q. bouwkosten van het vaartuig worden betrokken.
De hierria volgende fig uur qeeft een over zicht van uurkosten van een 20 en een 40 m vaartuig.
Duidelijk is te zien dat 'inzet' een belangrijke ontrpparameter
is.
Kosten per uur 20 m en 40 m vaartuig
a
_-"etaJ.8
dagboot ¿o . vaartuig 20 . vaartuig ureninzet a13 weekreie vaartuig = 'ax. inzetbaarheid
op baais van veiligheid en/of zeegangscriteria
I I i I J I I i
2000 000 6000 8000 1 jaar
A-152 7-4
7.3. Baten (6) (13) (12)
Zoals eerder gesteld, zijn de baten voor de collectieve sector niet direct in geld uit te drukken; inmaterieel/maatschappelijk. Gestreefd dient derhai.ve te worden naar een optimale relatie tusseri de investering erierzijds en het aebruik (inzet) van het middel anderzijds.
De inzet van een vaartuig is oak te vergroten en de exploitatie-kosten per uur te verlagen rniddels apparatuur c.q. systemen die het gedrag van het vaartuig in zeeqang verbeteren.
Op deze wijze kan het gedrag van een klein vaartuig zodanig invloed worden dat het zich gedraagt als een grater vaartuiq. De extra investering bij het kleine vaartuig eegt vaak op teqen de investering voor een grater vaartuig.
Op dit marnent bestaan er een aantal mogelijkheden ciii het slinger-gedraq in gunstiqe zin te beïnvloeden.
taarnaast zijn er ontwikkelingen gaande orn na te gaan of de stamp-en daiipbegingstamp-en vari kleine maar snelle vaartuigstamp-en te verbeterstamp-en ziin.
Voor beeld
Een 15 m peli- en rreetvaartuig kan de gestelde taak uitoefenen binnen de 5 begrenzing tot significante golven met een hoagte van zo'n 0,50 à 0,55 m.
ror het plaatsen van het slingerdpingssysteern kan het vaartuiq de taaic uitoefenen tot significante golven van zo'r1 0,75 m à 0,80 m haag. De inzet binnen 5 kan derhalve oplopen van 55 tot 75% van de max. Bf 5 inzet.
De kosten per vaaruur bedragen ca. f. 620, per uur en dalen bij een qrotere inzet tot ca. f. 470, per uur.
De extra kosten per uur draqen ca. f. 9,.
De inzet wordt dus vergroot met zo'n 35% en de uurkosten dalen, na de extra investering, met ca. 24% (een 2e vaartuiq behoeft niet meer te worden ingezet).
Indien deze berekening wordt uitgevoerd voor 16 uurs beschikbaar-held per dag, dalen de uurkosten met ca. 23%.
TtiT
H--
i :iopoSi ingerdempirigssysteem
T. D igjft5
iiu..
24 Tii
functe v&n
REDUCYI5 LIN1RMO(K Ç. ZONOfR 3 5Y3T(1? ti- e t1iegr
..j.:LJ
,_T]Ti.: j:.:J:
g1o.L10 rcn a1
'urct.ç vari.tyo roiG
re
iL, Thncie
van, tlLkn/zaaj
'T- --T
-'-Th-Kosten vaartuig voor en na aarissing
8.1. Effectiviteit vaartuig (1) (6) (8)
De relevante eigenschappen in een verqelijking tussen vaartuiqen/ scheepsconcepten kunnen als volat worden aanqeqeven:
i) eigenschapçen die van invloed zijn op de kosten; en
(ii) eigenschappen die van invloed zijn op de effectiviteit van een vaartuig voor de op zee uit te voeren taken (missie-pro--f iel).
Pet verhend tussen (ontsrp)techriische/veiligheidstechnische eigenschappen en de kosten (investering/exploitatie) is goed aan
te geven; het verband tussen bovengenoeme eigenschappen en de effectiviteit is moeilijker vast te stellen.
De grootheid (instrument) "inzetbaarheid" kan echter de relatie tussen eigenschappen en effectiviteit van vaartuigen (in zekere
mate) zichtbaar rnaicen.
Ce inzetbaarheid is een parameter waarirede, in een zeer vroeg stadium, het verband tussen vaartuig (hoofdparameters, sneiheid etc.), vaargebied (golfmilieu), veiligheid (event. windkracht-beperkinq) en te stellen criteria aan te tonen is.
De inzethaarheid geeft aan de theoretische maximale inzet van het vaartuig in een vaargebied als functie van veiligheidsvoorschrif-ten (oçelegde windkrachtbeperkingen) en/of operationele criteria, uitgedrukt als percentage van de beschikbare tijd.
De inzet van het vaartuig in het vaargebied is het feitelijk aebruik vari het vaartuig in het betrokken vaargebied, eveneens
uitgedrukt als percentage van de beschikbare tijd.
De rkelijke inzet wordt bepaald door factoren, zoals o.mn.: - de bezettinqsgraad (soort reis);
- de benodigde tijd voor reparatie en onderhoud (rtheurten); - de henodigde tijd voor reisvoorbereiding (bevoorrading en
plaatsing/verwijderinq van speciale apparatuur);
- de operationele beperkingen (zeeqanqsbeperkinqen in verband met metingen, strijken eri hijsen van jollen etc.).
De inzetbaarheid en de inzet zijn factoren die een maatstaf leverei-i voor het beheer en oebruik van vaartuigen, met name ten aanzien van qroeoen vaartuiqeri met overeenkomende eigenschappen.
8.2. Inzetbaarheid als functie vari windkrachtheerkincen (1) (6) Ce volgende figuur qeeft op basis hiervan de inzetbaarheid op de Noordzee aan als functie van opqeleqde windkrachtbeperkingen.
A-1 52 8-1
Inzetbaarheid op de Noordzee als functie van opgelegdewindJcrachtbee rkinqen
(gerniddeld over het jaar).
loo
-90
af8
80
60
-50 30-nI.20
-n N 10 t o I I I I 10 20 30 ¿.0 50 60 70 1.ngt. V..rtuig () bran: KNMI8.3. Inzetbearheid als f urictie van operationele-, zeeqangs- en rnobiliteitscriterja (1) (6) (8) (14) (15) (16) (19)
Op dit rnanent is het nce1ijk rniddels uterprogralrrr&s* o.m. de significante versnellingeri, lke optreden als functie van
scheepssnelheid en aeqeven co1fsctrurn, te berekenen.
Met behulp van te stellen criteria kan worden aangeqeven onder lke anstandiqheden een vaartuig ..1 of niet voldoet binnen een zeker golfmilieu.
Ret qolfrnilieu van het vaarqebied is een belanqrijk qeqeven. Voor de Noordzee zijn er redelijk betrouwbare qolfmilieus nschreven; de verschillen tussen de rretplaatsen zijn echter groot.
*
Trial, a ccrncuterproqram to calculate the behaviour of a ship
in rular and irregular ves. J.M.J. Journée en W. Beakelrnan. noven'r 1977, T.U.-Eelft rappert nr. 451.
3f 5 3f 5
8f 8
Mn de waarde van inzethaarheidsçercentaqes mag (rìoq) geen absolute betekenis worden qehecht, daar het inzetbaarheidsniveau zeer sterk afbankelijk is van de qehanteerde criteria en de betrouwarheid van de golfrnilieu-informatie van het betrokken vaargebied.
Ret inzethaarheidspercentae is echter een goede rnaat voor onder-linge vergelijkinc van varianten in het scheepsvoorontrp.
tjiteindelijk zal het begrip scheepseffectiviteit of inzel±aarheids-rendnent tot een meer objectieve rnaatstaf getransforrneerd moeten worden, vooral bij bet ontrpen van kleine vaartuigen. Hiertoe za]. onder meer aandacht besteed rnoeten worden aan een gedetaifleerd statistische beschrijving van bet golfklimaat, de slinqerbegingen in dwarsgolven een nauwkeuringe beschrijving van de scheepsvorm, de f requenties van de scheepsbes..eginqen en het voorspellen van
eventu-ele extrne resnsies in zeeqanq.
Inzetbaarheid van een 15, 25 en 35 rn vaartuig (kustwateren Noord e)
IL4ZCTMARHZI3 IN WAVE SCATEI SLAG8AII (/..) 8UOr CIOORDZE 26
Meerpunt Cueree cc. 10 at)I utt de 60CC
t2
3 1 2 3 4 5 6 3 5 10 11 12 13 - nu1dootcn9.1o1fpertodi r2 (C) b) (e) Model nr. I. () I (.3 r 3.) Z..;nn9e-crtt.rt InreCb..rh.td (t) OnolPeid 20 (kn) 2 15 3,8 0.9 ord. 10(L) L15 e L25 n '.33 e 1 25 5.6 1.5 32 35 1.4 2.3 c*. 8 0,35 48(c) 83 (b) 93 (c)/
/f
i
///
t 4/
A /
i2___ç .0'r
'S51 31
53 322 1' 1 44 201 58 13 1 56 (3? 31 ) L 'n) 3 .X Irzet4roet.J t 0 b (5 l, 25 3.0 63 c 35 5) Pt- 1 52 8-3De hierna volgende figuur geeft inzetbaarheidsercentaqes voor een serie conventionele trouillevaartuicen binnen het qolfmilieu:
kustteren Noordzee.
De door de qolven veroorzaakte versnellingen zijn qetoetst aan het gestelde criteriin (een maximaal toelaatbaar versnellinasniveau).
De inzetbaarheid kan nu bepaald worden door de maxirnaal toelaathare golth000te in cornbiriatie met de qolfriode te verqelijken met het
B
A
Wnve Acotter diagran. niidden Hoordzee (winterruaandefl) L4 5 ¿ 7 8 9 O 47! 9 :5 29 :13 3» 7 i1O :2 io :6 121! 2 10 11
SWATH L 33 a A- 242 ton V - 14.5 knoop
Monohull L - 0 a A- 046 ton V - 19.0 knoop
Met inzethaarheidsarden, gecorrigeerd middels inzetbecerkinaen, kan een ontsrp en/of eeri reeds bestaand vaartuig q1oa1 qetoetst
rden aan:
de (cec..enste) operationele eisen
et (beschikre) budqet
- de (te verwachten) exploitatiekosten
de (rre1ijke) uitwisselbaarheid en inzetbaarheid voor andere doeleinden.
De "inzetbaarheidswaarde" is een instrrent c te korrn tot een obectievere technische en financjee].Jeconanjsche toetsing van scheeDsconcecten aan este1de (aenste) ocerationele eisen.
criteria:
1/3 - 0.35 g op L Zcg)
SLAM - 0.01 kan. op .Iaraaing)
iii: il 12 jj! SWATH vert. veranelling ENKSLSOMP vert. ceronelling 2!l I :
p3.1 2:
1.11 LTh' lili :11 :: :I[ iI)/1[IhI I f'Ï II1I Iih1iII1 : ,: .1:1{jIIu.:
t,
Ii ENKELNOMPi!I
IiI!i i laa.1.ng: :
SWATH
27 De hierna voloende fiquur qeeft de inzetha.arheid aan van 2
scheepstypen binnen het qolfmilieu: midden Noordzee (wintermaanden).
Inzetarheid van een rrcnohull en een SWTH
(Bec.)
0 1 2 3
- financial. g.- TAJOEN
lijkheden uit te vooren op
- haalbaarh.jd en/ot in het
studies water gegeven randvoor-waardert - kennia/erv&ring - onderzoeç BELEID DOELSTELLING (EN) MIDOEZ. de taken uit te voeren VAARTUIC OPERATIONELE EISEN STAFXSEN SAS LS STAFE I SEN ONrJERp-P ROC ES
H
-
randvoorwaarden _____ - prioriteiten prioriteiten. financile m.iddelen te stellen rand-voorwearden ontwerp methodiek - compurerproramnia8 28 A-1 52 9-1 9. KEUZE SCHEEPSTYPE9. 1. Operationele eisen en randvoorwaarden (1) (6)
De operationele eisen kan men anschrijven als het palcket voorwaar-den araan het instrurrent vaartuig dient te voldoen orn qestelde taken, als uitvloeisel van een te voeren beleid, te kuninen
uitvoeren.
De vaststelling dat het middel een vaartuig dient te zijn, speelt zich als regel buiten het gezichtsveld van de ontwerper af.
Deze beslissing bemnvloect echter wel de door de opdrachtgever te formuleren operationele eisen.
Dit proces is schernatisch ergegeven in de voiqende f iquur.
Van beleid tot onts.rpproces
kosten- bat.n
Een vaartuig of een vloot van vaartuigeri is niet rreer dan het
middel/instrument orn de qestelde taken op of in het water te
kunnen uitvoeren
of dit nu het inspecteren van objecten is, het
nerren van boderrinonsters of het assisteren bij calarniteiten.
Een opdrachtgever, of dit nu een overheid of een particuliere
reder is, moet de operationele eisen, waaraan een nieuw vaartuiq
dient te voldoen, vertalen in een pakket eisen.
De
operationele eisen
araan een vaartuig rroet voldoen, dienen te
zijn gebaseerd op:
de uit te voeren taken door het vaartuig;
de condities (water en weer) waaronder deze taken dienen te
worden uitgevoerd;
(iii) de sociale voorwaarden (bijv. werktijden) waarbinrìen deze
taken dienen te worden uitgevoerd; en
iv) de middelen (bijv. apparatuur) welke nodig zijn orn de taken
uit te kunnen voeren.
In de praktijk blij1ct dat een opdrachtgever (reder, beheerder)
zijn eisen en wensen, bewust of oribewust, baseert op de ervaring,
opgedaan met eerder gebouwde vaartuigen en toevallig beschikbare
informatie.
Vaak worden cok eisen, wensen en behoeften gecreëerd door externe
factoren; denk aan het socia l/eonniscF
beleid, politieke
situatie etc.
Dit alles kan het proces belerrrneren dat doorlopen rnoet worden orn
te karen tot een optirnaal middel orn de gestelde taken uit te
voeren.
De 'onts..erper' moet de qeleqertheid krijqen orn het vaartuig te
ont-werten op basis van de gestelde taken en de randvoorarden
waar-binnen deze taken dienen te worden uitgevoerd. Daarbil is van
belang dat de opdrachtgever duidelijk de prioriteit van elke
gestelde eis aangeeft.
De
oçerationele eisen dienen alle wensen en eisen waaraan bet
vaartuig, op basis van de gestelde taken moet voldoen, te
orn-schri j ven.
Bij vorengenoerte randvoorwaarden kan men onderscheid maken tussen
te stellen en gegeven randvoorwaarden.
De
te stellen voorwaarden zijn verbonden c.g. afqeleid van de
operationele eisen en/of qestelde taken.
De gegeven voorwaarden gelden in principe voor elk vaartuiq binnen
een zeker vaargebied.
A-152
9-3
Gegeven raridvoorwaarden:
- vorm en afiretinqen vaargebied (geografische liqqinq)
- soort vaargebied; wind, qolven (qoif spectra), strominq,
ondiep-ten, etc.
- verkeersintensiteit betrokken gebied
- situatie en aantal havens of rede/schuilqebieden binnen het te
bestrijken qebied.
etc.
Te stellen randvoorwaarden:
- veiliqheidsvoorschriften als functie van soort, tyçe en
vaarge-bied
- inzetbaarheidspercentages als functie van taken
- operationele criteria als functie van uit te voeren taken
- frequentie van de uit te voeren taken op het water
- snelheidsopbouw te controleren vloot en/of andere objecten
- vlootopbouw c.q. het aarital vaartuigen
lke kunnen worden
inge-zet (als functie van de taak)
- uitwisselbaarheid/rnulti-inzetbaarheid
etc.
Gesteld dient te worden dat het onderscheid tussen operationele
eisen en randvoorwaarden niet altijd duidelijk is aan te ceven.
Veiliqheidsvoorschriften zijn door de mens bepaald en derhalve aan
te passen, maar bij het onterroces dient men het te beschous.n
als een gegeven raridvoorwaarde.
9.2. Scheepstyn (5)
(17)
(18)
r<orte ornschrijving per scheepstype
i) Deplacernent/ snel deplacennt vaartuig
29 *
Het deplacernentsvaartuig ugt in het lage
snel-heidsgebied (FniIO,4)
De oçartse kracht
rdt ceheel geleverd door de
waterverplaatsiriq. Aet kenmerkt zich door vloeiende lijnen
in het achterschip.
De maximun snelbeid is becrensd door de
golfeerstandstoe-narre. Deze golferstand is maxirnaal bij de pr irnaire htinp in
de .eerstandskrome.
Pet deplacentsvaartuiq kent nauslijks beperkinqen met betrekking tot afmetingert en gewicht.
Pet snelle deplacernentsvaartuig ligt in het overqançsqebied (Fn1 0,4 - 1,0).
In dit qebied nent de hydrostatische lift qeleidelijk af en de hydrodarnische lift qeleidelijk toe.
Pet snelle deplacnentsvaartuig kenmerkt zich door slanke boeg, vlakke bodem met uitgesprokeri kirmn.
Bij dit type vaartuig lopen de lijnen bij het achterschip niet naar elkaar toe, maar zijn veel qestrekter; hierdoor ontstaat er een brede spiegel.
Voor een gegeven scheepsiengte is de erstand zeer gevoelig voor veranderingen in deplacement. Er kunnen vooral g rote
erstandsverschi11en optreden ter plaatse van de primaire hump.
Ret snelle deplacementsvaartuig wordt gebousx met een lenqte tot z&n 100 m en een deplacement van ca. 1000 ton, met een max. sneiheid tot 40 à 50 knoop.
ii) Planerend vaartuig
Pet planerend vaartuig ugt in het hoqe snelheidsqebied
(FNi 1,0).
Pet kenmerkt zich door scherpe kirTrnen, viakke verticalen en een scherp afgesneden spiegel.
romp van een planerend vaartuig wordt in algemeen ont-worpen an de hydrcdynamische lift te optimaliseren, hetgeen in strijd kan zijn met een optirnaal zeegarigsqedraq.
Pet planerende vaartuig vindt men met een lengte tot ca. 30 à 40 m.
Pet snelheidsbereik ugt tussen de 20 en 50 knopen, echter sterk afhankelijk van het golfrnilieu, waarbinnen het vaar-tuig dient te opereren.
Dit scheepstype is door zijn hoge snelheid en zijn noodzake-li jk watercontact au de noodzake-li ft op te rken, zeer qevoelig voor zeegang.
(iii) Draagv1eelboot
Pet gewicht van draagvleugelboten rdt voor de operationele snelheid volledig door een aantal onder water, lift produce-rende vieugels, gedraqen.
Daardoor is de go1ferstand minimaal geworden.
Ee vorrrevinq van de romp rroet zodaniq zijn, dat met het qeinstalleerde vermocen voldoende snelheid kan rden
cemaakt, zodat de draagvleugels voldoende lift kunnen pro-duceren orn het vaartuic uit het water te tillen. Dit houdt tevens in dat het gewicht van dit type vaartuig zeer nauw luistert.
A-152
9-5
Draagvleuqelboten zijn cebouwd met een leriate tot ca. 40 m
en een deplacernent tot 200 tori, met onts..erpsnelheden van 30
tot zo'n 50 knoop.
Bu
dit type vaartuig kan onderscheid gernaakt worden naar
het type draaqvleugels. Twee typen komen voor (oak el
conibinaties), te weten:
- waterlijn doorsnijdende vieuqels
- ondergedornpelde vieugels.
iv) Luchtkussenvaartuiq (ACV) (Air Cushion Vehicle)
Dit type vaartuiq ontleent haar lift aari een luchtkussen wat
een overdruk in stand haudt tussen de scheepsrarip en het
wate roppervla.k.
Bij dit type wordt het lucht.kussen door middel van rondoni
aanzice flexibele rubber skirts vastgehouden, waardoor
deze vaartuiqen, indien zij van luchtschroeven voor hun
voortstuwing zijn voorzien, volledig arnfibisch kunnen
opere ren.
Op viak water kan dit scIepstype een zeer hoge sneiheid
behalen (tot zo' n 60 knoop).
y) Luchtkussenvaartuig SES (Surface Effect Ship)
Dit type ontleent haar lift aan een luchtkussen wat een
overdruk in stand houdt tussen de scheepsromp en het
water-opperviak.
Bij de SES (vaartuiaen) wordt
t luchtkussen aan beide
zijkanten door in het water stekende lange smalle rompen
begrensd en aan de voor- en achterzijde door flexibele
seals. Dit biedt de mogelijkheid voortstuwing middels
(water)schroeven toe te passen.
De koersstabiliteit en manoeuvreerbaarheid van dit type
luchtkusserìvaartuiq is beter dan die van de ACV's, ondat dit
type het late raal contact heeft.
Op viak water kan dit scheeDstype bijzonder hoge sneiheden
behalen; tot 50 à 60 knoop (in de riabije toekanst 100
knoop!).
In zeeqana valt deze hoqe snelheid terug. Niervoor zijn de
luchtkusserthoaqte en de lengte-breedte verhouding
belanrijke pararreters.
Het zeeqanqsqedrag kan echter verbeterd worden middels o..rn.
"ride control" systerren8).
8) Een nieuw systeern is in ontwikkelinq,
het zgn. "Pitch
vi) Catamaran9)
De catamaran bestaat uit tee rornn elke door middel van
een boyen het water geleqen dekconstructie aan elkaar verbonden zijn.
Ret catamaran type wordt al jaren toeqepast.
De catamaran koppelt een groot dekopperviak aan een relatief kleine scheepsiengte.
Naast de slankheidsqraad (relatie tussen lengte en gewicht) heeft de afstand tussen de ranpen g rote invloed op de
erstand als furictie van de sneiheid (interactie van de
qolfsystn vari beide ranpen).
9) De trimaran (vaartuig met drie romn) is buiten beschou-wing qelaten.
(vii) 1O)
Ret "na1l Waterplane Area Twin Hull" ship bestaat uit te diep ondergedompelde torpedo-vormiqe licharnen, lke door middel van slanke kolorrrnen met een vrij haag boyen het water gelegen dekconstructie verbonden zijn.
Door het kleine doorsnijdinqsofxervlak met het water en het eigenlijke vohure dat ver beneden het wateropperviak ugt,
zijn de golfkrachten op bet vaartuiq geringer dan bij vergeli j kbare enkelrornchepen.
De wrijvinq-serstand is door het grotere nat-oppervlaic iets hoqer dan die van een enkelrornp vaartuig; de golferstand is echter lager.
Dit type is niet qeschikt voor grate variaties in belading. De diepang en trirnwijziginen variëren dan narrelijk sterk, wat de gebruiksrrcqelijkheden enigszins beperkt.
Ret zeer grate dekopperviak en het gunstige gedrag in zeeqang zijn kenmerken elke bet vaartuiq oeschikt rnaken voor militaire eri si-militaire toepassingen (patrouille-vaart, helicopter carriers etc.) en passaqiersvervoer. Vooral door zijn quristice zeecanaseicenschappen is het
scheepstype voor de toekornst rrcqeliik concurrerend voor die toepassingen, waar, aezien de operationele anstandigheden,
relatief rote conventionele vaartuigen worden gebruikt, maar bet scheepsvohnne niet nocxzake1ijk q root behoeft te Voor hun langsscheepse stabiliteit hebben deze vaartuigen
el (actief gereqelde) virinen ncxig.
De dieanq en de breedte zijn van dit type vaartuiq qroter dan die van een enkelranp vaartuig bij oeli.jk deplacnent.
10) Vergelijkre typen, zoals SSC (Serni-Surerqed Catamaran) en CAT-SFAI zijn huiten beschouwing aelaten.
bi Q
t( j
I
)(WEF(-1 F.
Iuydi ustat tSCI(
hydIotatiscli/
luydi udynaunlscl( tlLILACtt11Ml uuìbepet ki Lut 1000 toIlflL1)lE lu Ku ) VIISX al s Lyol E Lw! Fit! 0,4 WLEkSTANL)
¿EEGAHUSUEbtAU EU MANOEUVREERHAARIIE (ii
LAAUVLIMUUEti
weeiitaiìd begt eud dour gOjtweerstajìd ( pt irna I i-e hump)
Zeejai(çsgedtag ts matig. Veel snel-
Iieidsvurlis in
zeeaug . redelxjke uuiauu- Vt eerbaaì heid.qrootdout yuuìstttje Verliûud my
15 -50, i) , 4 Ful -i , -i) i , (j < Fit 2 5
werstauid uleeoit at
btj lìojere
snellìedeu iii viak watetals bmj dup1acinr-
sclimp, vers1echttd biliogete suelhedeu
wemuuig laadvt,i- mocjen door
cje
-vc1 iyiieid vooz deplacenientvei- andvt.tiìyen
-Itydi odylianimseit tot ca . 200 toui O -50 Ful
10
Fi)tot
t 4,0
weerscaiìd neunt
steth at blj hoçjei
anelhedeusiecht zeeqauigsgedt-ag doot slamming. zeer gevoelig voor deplacementvetandet- mugen èfl verandermncj van ligging zwaarte- Punt in lengte.
wemnig laudvt- uìyèu door ge- voelighemd voor deplace- ment verandet- layen.
hydrodyuawlbclu
gebouwd tot M0 toli
[s -i
tot oU
(V
0,5 Vmax
take ott sneiheid) sp -> tot 50
is gevocitgeutot ti
= o»i Vuiex
:
depl. vaartuig,
hletduot veci weer- stand door vieugels zeel goed, ouk blj lagere sneihedeit, dankzij R.C.S. systeem. goad uìanoeuvteerbaarwelnmcj iaadvet-iuogen
toy, enkel-
romp60 à 10, Vgem. over 'hat Kansal"
i 40
u(auwell)ks weet- stand. Heett siech- ter voortstuwmngs- rendement dan SES
elechter als SES
Weinig iaadveiuiogen
toy. enkel-
rOmpaetodyulauijschi ltydrostattschi)
mn uabije toekouist tot 1000 ton
tot 50 à 60 (100!)
weerstand neemt
niet vecI toe bxj
hoyere anelheden, dus relatmet laag btandstotverbruik. weerstand bij laye snelhedeu als van enkeiromp schip. weerstand "on-cus- limon' athankelijk van ttlmluchtkussenhoogte bepaall snelheid in zeegang.
off-cushion": gedray
ale catamaran. met R.CS.goad
zee-ganygediag. (bewegin- gen 20 - 25 % geredu- ceerd) - bewegmngen 2
-3 keer
zo klein ais vergelmjk
bare enkelcomp.wemnig laadvermogen
to.v. enkel-
romphtydtostatisch thiydtodyna- 0115cl)) )tydrobtdttSCII
tot ca.
3000 toitVmax ais
Ful
i
0,5,want dan is er de guuìstigste goifweer- stand.
als ml hoyer of
lager is dan 0,5,
dan is de weerstand slechiter als piane- tend vaattuig.kletn
slingerhoekeuì
en kleine versneliiny
gouLe stamphoeken CII grote versneli muyen en dus matmy zeegangs gedtag. gevoelig voor trim.wemnly laadvermogeui (t 10
'1.
depiacement
toy. enkel-
lOilIpjebouw tot 4000 ton
15 - 35, lagete goitweerstand t.oV.
eukelrOuip Wemnig sneiheids- veriles in zeegang. grote wiijvmngs- werstauid, door groot nat opp. himardoor 5
-10 3.
lanyzamer als enkel romp vaal tuig mn 'li Ai.'
zeer qoed zeegaitys- gedtag (200 ton SWATH vetyelmjkbaai met 3000 ton enkel- romp vaattuig) goed mauioeuvreei- it.i,ii
-weiuilçj iamd- veinloyen door cjrote mnziii-
king pr toil.
o (D 9 1 (D N :i
I-(-t Ç) o e-t-o s s (n Cl) C) rtVAAI(ILJ 1G'IYL EUKLL.RoMI VAAIe lu i Utu UI<ELFCÚHP VAA(I'LJ I UE11 ( beltit -dt)j j- (elneji t } E
E L I( UMP
VAARTU 1 (;EN planet cud HYLiItUFUI L
(tully bub-
ieijed
[
su r t a.- t, p1eCifl(J
p1
A (t)
20CC
1000
Deplacerrent als functie vari lenqte en vaartuiqtvpe
(indicatief)
o
20 40
Totaal dekopçervlaic als functie van lenate en vaartuiqtype
(indicatief)
Geïnstalleerd verrrgen als functie van lengte en scheepstype
benodiqd voor een sneTheid vari 25
cioop in v1aJ water
(indicatief)
60
L (m)
L rn)
A-152 9-9
Brandstof capaciteit als functie van lengte, actieradius en
scheetype
(indicatief)
so
o
1000
bij 13 kn.
(8)1500
bij operatloneel profiel
20 40 acheepsiengte L (m) 60 10% tijd 10 kn 75% tijd 13 kn 15% tijd 19 kn
9.3. Keuze scheepstype (8)
De keuze van het scheepstyçe kan plaatsvinden in de heqinfase van het verervingspres, of het resultaat zijn van een evaluatie/ toetsingsprocedure van een aantal uitgewerkte (voor ) ontrpen. Bepalend hiervoor is de anschrijvinq van het pakket operationele eisen mcl. randvoorcsaarden, de qestelde prioriteiten, de
'hardheid' van de te hanteren operationele- zeeqanqscriteria, de financiele moaelijkheden, maar vooral de beschikbare kennis van eri ervaring mat bijzondere scheepstypen, zoals SES en SWATH.
Voorbeeld
Kwal itatieve vergel! j kirn van ve rschillenie scheepstyçen op basis van een pa.kket ope rationele eisen
- - 3lecht
- - matig
+
- redelijk
- goed
* Noordzee patrouillevaartuig
De vergelijk.ing i o.m. geba8eerd op informatie verkregen uit de openba.re literatuur.
Het overzicht heeft slechts een iridicatieve wearde
31 scheepstype enkel-romp draag-vieugel SWATH SES ejeen a-hoge sneiheid -/+ ++ + +4 minimum sneiheid 4+ - - + sneiheideverlies in zeegang - + 4+ + huipvaartuig
opera-ties
- +/- + + helikopter operaties-
-
+4 + dekoppe.rvlaic --
+4 +4 dekiast 4+-
- -laad.raaij. capaciteit +-
--Operationele eisen
* b.v. L x B
2JV,
gecicht/Ladirig X ronC
dekoppervlak Y & - irizetbaarheid Z Z bij zeegangscriteria a en bin go1fi1ieu r
SCHEEPST?PEN 32/
Scheepspararnete r i coefficient * bij sneiheids-13 Kosten; investering en exploitatie bij operationele levens-duur-"-- parameter gebied op basis van:
- fysisohe rnogelijkheden - stand rechniek
- veiligheidsvoorschriften - prestariegrenzen
A-152 9-11