U i
tgraven wel
l e n b i jPannerdencch Kanaal
S-80.054Centrum voor Onderzoek Waterkeringen
J.A. Beijersbergen
I n h o u d
1. Inleiding
2 . De afschuiving nabij hmp 96
3. Het ui tgraven van de wellen b i j hm 100,5
4. S1 otopmerki
ngen
Bijlagen
1. Dwarsprofiel hmp 96
2 . Dwarsprofiel hm 100,5
3. Bovenaanzicht uitgegraven wellen.
4. Fotobi j l a g e , foto 1
t / m
82 ( 2 1 bladen A4)Blz.
-
1 1 1 3 Form./tek.nr. 5Z/ 83.029 5Z/83.006 A4/83.007 A4/83.008/28- 1 -
1. Inleiding
Naar aanleiding
van
het hoogwater in februari 1980 i s door hetCOW
een in v en ta ris a tie gemaaktv a n
de markante verschi jnselen opgetreden tijde n s d i t hoogwater.Eén
v a n
de schadegevallen betrof het afschuivenvan
een deel van het binnentalud van de d ijk langs de Pannerdensche liaard (kaartblad 40D) welke langs het Pannerdensch Kanaal l i g t .Deze afschuiving was het gevolg van de noodmaatregelen t e r be- s t r i j d i n g
van
de zandmeevoerende wellen welke i n de teensloot voorkomen.I n het kader van het koppelen van de r e s u lt at e n
van
het piping- onderzoekaan
de praktijk werd besloten enigevan
de i n de teen- s l o o t voorkomende wellen af t e graven, teneinde t e onderzoeken of het gangenstelsel i s op t e sporen.2. De afschuiving nabij hmp 96
Op bijla g e 1 i s zowel de s i t u a t i e b i j de Galgendaalse d i j k a l s het dwarsprofiel b i j hmp 96 weergegeven.
I n de uiterwaard i s vrijwel geen afdekkende kleilaag aanwezig en aangezien de teensloot aan de binnenzijde de afdekkende kleilaag doorsnijdt, i s de kwelweg k o r t .
Tijdens hoogwater ontstaan e r d a n ook zandmeevoerende wellen wel ke de s tabi 1 i t e i t
van
de d ijk bedrei gen. Om zandui tspoel i ng u i t de ondergrond tegen t e gaan werden de wellen afgedekt met filter doe k . De waterspanni ngen 1 iepen hierdoor op waardoor u i t - ein d elij k het binnentalud afgeschoven i s hetgeen t e zien i sop de f o t o ' s 1 en 2 .
Door f i 1 terdoek t e bal 1 a s t e n i s gepoogd verdere ui tcpoel ing tegen t e gaan en de s t a b i l i t e i t van de d ijk aldus t e vergroten.
Na het hoogwater besloot de beheerder de teensloot met grind op t e vullen z o d a t het CON toestemming kreeg enige grote wellen verderop in de s l o o t u i t t e graven.
3. Het uitgraven van de wellen b i j hm 100,5
Vlak b i j de hoogspanningsmast, t e zien op f o t o 2 , bevond zich een d r i e t a l wellen welke op 4 juni 1980 z i j n uitgegraven. Op b ijla ge 2 i s het dwarsprofiel t e r plaatse van de wellen weergegeven hetgeen vrijwel overeenkomt met d a t t e r plaatse
- 2 -
Op 4 juni s t o n d e r ongeveer 10
cm
water i n de s l o o t (slootniveau ca. NAP t 9,70m ,
z i e b i j l a g e 1 ) .Handbori ngen nabij binnen- en bui tenteen wezen u i t d a t h e t zand-
pakket o p ca. NAP t 9,50
m
r e s p e c t i e v e l i j k op ca. NAP t 10,50m
b e g i n t . Voor enkele voorbereidende werkzaamheden z i e f o t o 3 t / m 7.Op b i j l a g e 3 i s
een
schematisch bovenaanzichtvan
de s i t u a t i eweergegeven.
In de teensloot bevond zich een d r i e t a l wellen A, B en C
( z i e b i j l a g e 3) waarvan de wellen A
en
B h.o.h. ca. 1,50 mvan e l k a a r lagen en de a f s t a n d tussen wel A en C bedroeg h.o.h. c a . 4,30
m.
Het uitgraven
van
de wellen v e r l i e p i n een aantal fasen welke hieronder vermeld z i j n :le. Aangezien h e t s l o o t p e i l t e hoog was om zonder l a s t van het water de wellen u i t t e kunnen graven werd besloten een dam van zand t e
maken
en met
behulpvan
pompen hetwater
n a b i j de wellen a f t e voeren.Het opwerpen van deze dam i s t e zien op f o t o 3
t/m
1 2 . Als a f - dichting i s een p l a s t i c v l i e s i n de dam aangebracht.Ze. Teneinde zonder wateroverlast de wellen A en B a f t e graven
werd tussen de dam en wel A met behulp
van
een pomp hetwater
zoveel mogelijk afgevoerd ( f o t o 13 en 1 4 ) .3e. Vervolgens werd g e s t a r t met het met de schop afgraven van de wellen A en B ( f o t o 15 t / m 1 7 ) .
4e. Vanwege de grote wateroverlast werd besloten aan de andere z i j d e een tweede zanddam op t e werpen ( f o t o 18).
5e. Het verder uitgraven van de wellen A en B ( f o t o 19 en 20) leverde geen r e s u l t a t e n op; door het water bleef het zand vloeien
waar-
door
v a n
een eventueel gangenstelsel n i e t s k o nworden
gezien. 6e.Voor
het verwijderenvan
degrote
hoeveelheid zandvan
wel Cwerd
gebrui k gemaakt van een graafmachi ne d i e daarvoor vl akboven de binnenteen werd g e p l a a t s t ( f o t o 2 1 t / m 2 5 ) .7e. Het begin van het afgraven
van
wel C i s t e zien op f o t o 26 t / m 30.De h o l t e op f o t o 31 en 32 i s gemaakt door de graafmachine.
Op de volgende f o t o ' s (33 t / m 39) i s d u i d e l i j k t e zien d a t de pomp- c a p a c i t e i t onvoldoende was om het water af t e voeren. Hierdoor
bleef het zand voortdurend vloeien
waardoor
mogelijke gangen moei 1 i j kt e ontdekken
waren.Op foto 40 i s het begin van een gang t e zien welke zich vlak b i j de teen bevindt en r i c h t i n g dijk loopt.
Verder gravend richting wel B s t u i t t e men op een l a a g k l e i i g
en
venig materiaal ( f o t o 4 1 t / m 48).Op de f o t o ' s 49 t / m 56 l i j k t eveneens een plaats ge vonden t e z i j n waar een gang e i n d i g t .
8e. Aangezien het zand
van
wel C t i j d e n s verschillendehoogwaters
i s aangevoerd i s onderzocht of e r een mogel i jke "1 aagverdel i ng" i n het zand aanwezigwas.
Dit bleek n i e t duidelijk het geval t e z i j n ( f o t o 57 t / m 6 3 ) .ge.
Hierna
i s t e r plaatsevan
wel C tegen de binnenteenaan
verder gegraven ( f o t o 64 t / m 7 1 ) . Hier i s over een oppervlaktevan
ca. 2 x 5m
de wel diep uitgegraven ( f o t o 72 t / m 78). Het grondwater bleef h i e r b i jeen
probleem vormen.10e. T o t s l o t i s m.b.v.de graafmachine de teen zelf p l a a t s e l i j k afgegraven(nabij wel C ) waarbij men g e s t u i t i s op uitgangen van het gangenstelsel d i e moeilijk t e zien waren door
het voortdurend toestromen
van
water ( f o t o 79t / m
8 2 ) .l l e . Hiermee werd het uitgraven
van
de wellen beëindigd waarna met de graafmachine de s i t u a t i e globaal i n de oorspronkel i jkes t a a t
i s teruggebracht.4. Slotomerki
naen
Voorui tiopend op de verbetering van de dijk i s t e r voorkoming van
zandmeevoerende wel 1 en b i j vol gende hoge r i vi erafvoeren de s l o o t
gedempt met zand
en
afgewerkt met klei en gras. Tijdens het hoog- water v a n j u l i 1980 werden grote plassen t e r plaatse van de ge- dempte s l o o t aangetroffen.Het dichten van de s l o o t zoals uitgevoerd, i s d a n ook geen goede d e f i n i t i e v e oplossing.
Wat b e t r e f t aanbevelingen k a n het volgende opgemerkt worden: