J ü
o
o
o
o
o
üo
o
~ ~
C(.,V\ 't~)
3> ,~1'
?)()tt
;-l-.-s
1-F.V.O. Nr.
~968Vakgroep Chemische Procestechnologie
B.l. Bax
Verslag behorende
bij het fabrieksvoorontwerp
van
A.C. van der Heijden
adres:
Spoorsingel 62
Hippolytusbuurt 27
,J~~.'f
onderwerp:
Katalytische Luvo voor DeNO
xopdrachtdatum:
verslagdatum :
17-2-1992
01-5-1993
T
U
Delft
Faculteit der Scheikundige Technologie en der Materiaalkunde Technische Universiteit Delft- - - -- - - .. - -... ... ... . . ... . . . ... . . . . . . .
::::<
K
:
t
::
I
:
t
·
..
:~:::::::::::h:: L···:·:::::::::·:·:·:·:::·:·:·:::·:::.. ::·:::·:::::·:·:··::
D
·
..
···
N
····:····:::::::·::::::::
...
. . . ....
..·
a
·
. . .a
.
y
.
·
IS
·
C
. . .·
·
e
···
. . . . . .uv
·
o
. .·
.·
voor
. . . . . . ..··· ..
e
· .
. . . . .0
-····
...
::::>::::
:
.:.:
.:
••••.
...:
.•
:
...
...
: ...
::
•.•.•.•••.•.•.••
........•••.
:
.•
•
•.•
...•
•
: •• : ••.
:.:
•
•
: •.
:
.•• : ••••••.
••
•••••••••
·
...
·.
·
.·.·.
·
.·.·.
..·
.·.:··.·.·.·.·.·.·
... ....
..
·.:··.·.
·
·.
·
x
·· .. .
. ... ... . :::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::: :.:.:.:-:.:.:.:.:.:.' .. ::
.
:::
.
:
.... ::
:
::.
:
::.
:·:·:Jfer:~lilg·fCl:b.,.t~/csvó()/tJfrf$KrpN();·:!9§~···.::::::::«<
.. -... . . ... . ... ... . . . . . .. .. Begeleiders:Prof. ir. J. Grievink
Drs. F.A. Meijer
Delft, 1 mei 1993
Vakgroep:
Chemische Proces Technologie
Periode: 17-2-1992 tlm 1-5-1992 10-9-1992 tlm 14-10-1992 20-2-1993 tlm 10-3-1993 12-4-1993 t/m 1-5-1993 Studenten: B.J. Bax Spoorsingel 62 2613 BA Delft 1t 015-122682
A.C. van .der Heijden Hippolytusbuurt 27 2611 HM Delft
I ·J
Katalytische Luvo voor DeNOx Samenvatting
Samenvatting
In dit voorontwerp wordt uitgegaan van een 223 MW electriciteitscentrale die gestookt wordt met aardgas. Deze centrale produceert 200 Nm3/s rookgas met een NOx uitstoot van 500 ppm (622 mg/Nm3).
Gekeken is naar de mogelijkheid om deze centrale zo aan te passen dat de rookgasstroom gezuiverd wordt zodat de wettelijk maximaal toegestane norm van 200 mg/Nm3 gehaald wordt.
In dit fabrieksvoorontwerp wordt de mogelijkheid onderzocht om de reeds aanwezige luchtvoorverwarmer (Luvo) om te bouwen tot een selectieve katalytische reductie reactor. Als katalysator wordt gebruik gemaakt van Vanadium oxide met Titaanoxide als dragermateriaal. Deze katalysator wordt aangebracht op de warmtewisselende platen van de Luvo. Door ammoniak te injecteren in de rookgasstroom werkt de Luvo tweeledig: als
warmtewisselaar en als reactor.
De werking van de Luvo als warmtewisselaar en selectieve katalytische reactor (SeR) is gesimuleerd met behulp van een Turbo Pascal
computerprogramma. Het met dit programma berekende temperatuursprofiel komt goed overeen met de verwachtingen. Bij dit temperatuursprofiel blijkt volgens de simulatie dat de ingaande NOx concentratie van 622 mg/Nm3 bijna volledig kan worden omgezet. Aangezien meer waarde gehecht wordt aan experimentele gegevens van de Kema is aangenomen dat de seR-Luvo de NOx concentratie in ieder geval tot de wettelijke 200 mgINm3 kan
terugbrengen, waarbij de uitgaande NH3 concentratie onder de wettelijk toegestane norm van 5 ppm blijft.
Voor het installeren van de katalytische werking in de Luvo zijn de volgende aanpassingen nodig:
• Aanbrengen katalysatorlaag op de warmtewisselende platen van de Luvo. • Installeren ammoniak injectie systeem
• Monitoren uitstoot van NOx ,zodat de procesregeling deze informatie kan gebruiken voor het regelen van de toe te voeren NH3 stroom.
Het verlagen van de [NOxl tot een niveau onder de wettelijke norm door het aanbrengen van de katalytische werking in de Luvo kost per jaar
I
3.458.520 . Aangenomen dat de verkoopprijs per kWh eerstI
0,10 was, dan wordt de prijs na bovenbeschreven zuivering van NOx 10,102 per kWh.I~
Katalytische Luvo vooi·DeNOx Conclusie
Conclusie
Uit dit fabrieksvoorontwerp blijkt dat het mogelijk is om een rookgasstroom die afkomstig is van een op aardgas gestookte electriciteitscentrale te
zuiveren van NOx door de luchtvoorverwarmer tevens als SCR reactor te laten functioneren.
De werking van de luchtvoorverwarmer (Luvo) als warmtewisselaar en selectieve katalytische reactor (SCR) is gesimuleerd met behulp van een Turbo Pascal computerprogramma. Het met dit programma berekende temperatuursprofiel komt goed overeen met de verwachtingen. Bij dit temperatuursprofiel blijkt volgens de simulatie dat de ingaande NOx
concentratie van 622 mg/Nm3 bijna volledig omgezet kan worden, waarbij tevens bijna alle NH3 wordt verbruikt.
Het gebruikte computerprogramma is echter een vereenvoudigde weergave van de werkelijkheid zodat meer waarde wordt gehecht aan de
experimentele gegevens van de Kema, waarbij de omzetting van NOx minder groot is. Op grond van de gegevens van de Kema is bij de berekening van de massabalans, warmtebalans en de financiële gevolgen aangenomen dat de SCR-Luvo de NOx concentratie in ieder geval tot de wettelijke 200 mgINm3 kan terugbrengen, waarbij de uitgaande NH3 concentratie onder de wettelijk toegestane norm van 5 ppm blijft.
Bij de berekening van de financiële aspecten wordt uitgegaan van een reeds bestaande centrale. De kosten van het aanbrengen van het denitrificeren van de rookgasstroom tot de wettelijke toegestane norm bedragen
f
3.458.520 .Dit komt neer op
f
0,002 aan extra kosten op de bestaande prijs vanf
0,10 per geleverde kWh.De volgende aanbevelingen kunnen worden gemaakt:
1- Het is beter de problemen bij de bron aan te pakken, dat wil zeggen de NOx uitstoot met primaire maatregelen te beperken. Wanneer dit niet mogelijk is, om financiële of technische redenen, dan pas komen secundaire maatregelen ter sprake. Het in dit fabrieksvoorontwerp uitgewerkte idee om de Luvo als SCR-reactor te gebruiken verdient in die gevallen zeker de nodige aandacht
I
l~
,--,'
Katalytische Luvo voor DeNOx Conclusie
2- Bij het simuleren van de Luvo is een aantal aannamen gedaan die voor verbetering vatbaar zijn:
Slip stromen modelleren in de Luvo
Uitgebreider kinetiek model met meerdere reacties meenemen De warmtegeleiding tussen de verschillende schijven in de matrix niet verwaarlozen
Testen welke ronddraaitijd van de Luvo de beste omzetting oplevert, en het gunstigste temperatuursprofiel
De katalysator kan worden aangebracht in het gebied met maximale activiteit, hetgeen een besparing op de kosten van de katalysator oplevert
3- Uitvoeren van experimenten met een SCR-Luvo met als doel het valideren en eventueel verbeteren van het computermodel.
4- Onderzoeken van de mogelijkheden om in de Luvo, bij het bestaande temperatuursprofiel, met een andere katalysator ook andere
schadelijke stoffen te verwijderen.
5- Luchtvoorverwarmers worden niet alleen in bestaande
electriciteitscentrales aangetroffen, maar ook bijvoorbeeld op schepen. Ook hier is ruimte een beperkende factor, zodat het installeren van een SCR-Luvo zijn voordelen biedt indien de rookgasstroom gezuiverd dient te worden.
1-Katalytische Luvo voor DeNOx Inhoudsopgave
Inhoudsopgave
Samenvatting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Conclusie . . . .. .. .. .. .. .... .. .. 11 Inhoudsopgave . . .. . .... . ... . . ... .. . . IV Index A B C Vll Bijlagen . .... . .. . ... .. . . .. . . ~ . . . vii Figuren . . . .. .. . . ... . . Vll Tabellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . V111 I. Inleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1 11. Uitgangspunten Ontwerp .. .. . . .. . . ... . . . 4 111. Beschrijving Proces . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 IV. Procescondities . .. . . . ... . ... . . . 8IV.I. Gestelde eisen aan de katalysator . . . . . . . . . . . .. 8
IV.2. Reactiemechanisme . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. 9
IV.3. Kinetiek . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
IV.4. Temperatuur en druk. . . . . . . . . . . . . . . . . .. 10
V. Motivatie Gekozen Apparatuur . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. 11
V.I. Katalytische Luvo . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
V.I.1. Luchtvoorverwarmer . . . . . . . . . . . . . 11
V .1.1.1. Werking V.l.l.2. Modellering V.I.I.3. Ontwerp
- - - _._.
Katalytische Luvo voor DeNOx Inhoudsopgave
V.l.2. SeR reactor . . . . . . . . .. 16
V.I.2.1. Werking V.1.2.2. Modellering V.l.2.3. Ontwerp V.l.2.4. Resultaten V.I.3. Resultaten Modellering . . . 18
V.2. Aanbrengen ammoniaksysteem . . . .. . . . . . .. 20 V.2.1. Opslagvat . . . .. . . 20 V.2.2. Leidingensysteem . . . . . . . . . . . . .. 20 V.2.3. Pomp . . . . . . . . . . . .. 21 V.2.4. Injectiesysteem . . . . . . . .. 21 V.3. Ventilatoren . . . ... . .... 23 V .4. Procesregeling . . . 23 V.5. Veiligheid .... .. . . 24
VI. Massa- en Warmtebalans . . . 27
VII. Overzicht Specifieke Apparatuur . . . . . . . . . . . .. 31
VII. 1. Apparaatlijst voor Luvo als luchtvoorverwarmer .. 31
VII.2. Apparaatlijst voor SeR-Luvo en opslagvat . . .... 32
VII.3. Apparaatlijst voor ammoniakpomp en ventilatoren . . . 32
VIII. Economische Aspecten. . . . . . . . . . . . . . . . .. 33
VIIl.l. Omzettingsafhankelijke kosten . . . . . . . 34
VIII.l.l. Kosten ammoniak . . . . . .. 34
VIII.I.2. Electriciteitskosten ammoniakpomp .... 34
VIII. 1.3. Totale omzettingsafhankelijke kosten ... 34
VIII.2. Investeringskosten . . . . . . . . . . . . . . .. 35
VIII.2.l. Fixed capital kosten .. . . ... . ... 35
VIII.2.2. Kosten niet tastbare zaken. . . . . .. 37
VIII.2.3. Kosten werkkapitaal, voorraden, cash en terreinen . . . . . . . .. 37
VIII.2.4. Totale investeringskosten . . . 38
VIII.3. Loonkosten ... . .... .... . . .. .. 38
VIII. 3 .1. Bepaling aantal benodigde extra personen . . . 38
VIII.3.2. Totale loonkosten. . . . . . . . . .. 38
Katalytische Luvo voor DeNOx Inhoudsopgave
VIlI.4. Totale investeringskosten exclusief afschrijvingen
en rentekosten. . . . . . . . . . . . . . . . .. 39 VIII.5. Afschrijvingen en rentekosten . . . ... .. .. . 39 VIII.6. Totale kosten inclusief afschrijvingen
rentekosten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40 VIll.7. Totale kosten per kWh . . . .. . . ... . .. . 40
IX. Symbolenlijst 41
X. Literatuuroverzicht . . . . . . . . . . . . . . . . .. 43
- - - --- -
-Katalytische Luvo voor DeNOx
Index
A
Bijlagen
1 Aannamen modellering Luvo
2 Modellering Luvo: Constanten en uitgangspunten 3 Modellering Luvo: Warmtebalansen
4 Modellering Luvo: Massabalansen
5 p en Cp van het rookgas en de verbrandingslucht 6 Ontwerp parameters van de Luvo
7 Bepaling opvoerhoogte ammoniakpomp 8 Berekening vermogen ventilatoren 9 Fysische constanten NH3
10 Verbranding aardgas met 5% overmaat zuurstof 11 Cp en ~H voor W &M balans
Index
12 Listing Turbo Pascal programma voor simulatie SCR-Luvo
B
Figuren
1 Eenvoudig proceschema van de katalytische Luvo . . . . .. 5
2 De Ljungström Luchtvoorverwarmer . . .. . . 6
3 Reactie schema voor de overall reacties aan de katalysator 9
4 Opengewerkte Luvo met de warmte-uitwisselingselementen 11
5 Schematische voorstelling van de werking van een Luvo 12
6 Modellering van één sector . . . . 13
7 Tank in serie model (voor de gasfase) ... . ... ... 13
8 Eén tank nader bekeken ... . .. . ... . . . 14
9 Rookgastemperatuursprofiel over warme sector van Luvo . 18
10 Matrixtemperatuursprofiel over warme sector van Luvo . . 18
11 NOx concentratieprofiel over warme sector van Luvo . . . . 19
12 NH3 concentratieprofiel over warme sector van Luvo .. .. 19
13 NH3 Injectie Systeem . . . . . . . . . . . . . . . .. 22
14 Procesregeling NH3 Injectie Systeem ... . . .. ... .... 24
15 Processchema van de katalytische Luvo ... . ... .. . 27
16 Investeringsopbouw van een Nederlandse fabriek .. . .. 35
Katalytische Luvo voor DeNOx Index
eTabellen
I Oorzaken vorming NOx . . . . 1 II Samenstelling aardgas . . . . .... . . 4 III Samenstelling rookgas . . . 4
IV Ontwerp parameters Luchtvoorverwarmer . . . . . . . .. 12 V Weerstandsgetallen van de diverse appendages . . . . . .. 21 VI Prijsopgave benodigde investeringen . . . 36
Oorzaak
tabel I
Oorzaken vorming NOx
Verbranding van fossiele brandstoffen Verbranding van biomassa
Onweer Stratosfeer
Oxidatie van ammonia
r) r 0/0 28 - 44 40 - 57 8 3 - 5 1 - 5 r r
Katalytische Luvo voor DeNOx Inleiding
I.
Inleiding
Grote hoeveelheden fossiele brandstoffen, zoals olie, gas en kolen worden verbrand om in de nog steeds toenemende energie behoeften
te kunnen voorzien.
Bij deze verbranding ontstaan verontreinigingen die vervelende
eigenschappen hebben voor mens en milieu. Naast het ontstaan van
vliegas en stof worden grote hoeveelheden zwavel- en stikstofoxyden
gevormd die, wanneer ze niet verwijderd worden, in het milieu terecht
komen.
De vorming van NOx heeft een aantal oorzaken. Deze oorzaken staan
weergegeven in tabel I. In deze tabel staat in procenten aangegeven in
welke mate deze oorzaak bijdraagt aan de luchtverontreiniging.
Totaal wordt 35 tot 58.106 ton NOx per jaar gevormd. Eén van de
belangrijkste bronnen is de verbranding van fossiele brandstoffen.
Binnen deze groep zijn met name het weg- en luchtverkeer en de
industriële verbranding van fossiele brandstoffen verantwoordelijk
voor de vorming van stikstofoxyde.
Stikstofoxyden worden vaak beschreven als NOx ' Onder NOx vallen
zeven oxyden, te weten NO, N02, N03, N20, N203, N204, en N20s.
De verbrandingsgassen van fossiele brandstoffen bevatten echter
hoofdzakelijk NO en N02. Hierin is het aandeel van NO zelfs 95%,
zodat men vaak alleen NO in ogenschouw neemt als het over NOx
gaat.
NOx kan op drie verschillende manieren worden gevormd in de
verbrandingsgassen:
• Thermisch
• Verbranding
• Prompt
Thermische NOx wordt gevormd door de fixatie van atmosferische
stikstof. Bij verbrandings NOx wordt de NOx gevormd door de
verbranding van in de brandstof aanwezige stikstof bevattende
I ~,
v
Katalytische Luvo voor DeNOx Inleiding
componenten. De NOx die gevormd wordt door oxydatie van HeN
noemt men prompt NOx ' Aangezien in dit fabrieksvoorontwerp wordt
uitgegaan van een op aardgas gestookte electriciteitscentrale zal er in
dit geval alleen thermische NOx vorming plaatsvinden.
NOx emissies kunnen zowel door primaire- als secundaire maatregelen
gereduceerd worden. Onder het motto "voorkomen is beter dan
genezen" zullen de primaire maatregelen de voorkeur verdienen. Een
aantal primaire maatregelen is:
• Injecteren vàn stoom of water in de verbrandingskamers om de
piektemperatuur te verlagen hetgeen resulteert in een lagere
NOx emissie. .
• Het laten circuleren van de verbrandingsgassen reduceert de
NOx productie met 20 tot 50% omdat de vlam-temperatuur
wordt verlaagd door het mengen van het gas met de
verbrandingslucht. Deze techniek verlaagt vooral de vorming
van thermische NOx '
• Uit onderzoek aan de faculteit Natuurkunde van de T.U. Delft
blijkt dat de vorming van NOx afhankelijk is van een aantal
factoren zoals de hoek waaronder het aardgas en de
verbrandingslucht worden geïnjecteerd in de verbrandingskamer
en de snelheid waarmee dit gebeurt. Het optimaliseren van deze
factoren kan ook gezien worden als een primaire maatregel. Naast de primaire maatregelen zijn er de 'end of the pipe' oftewel de secundaire maatregelen die toegepast kunnen worden voor verdere
verwijdering van NOx uit de rookgassen. Voorbeelden van secundaire
maatregelen zijn:
• Selectieve niet-katalytische reductie (SNCR).
Dit is een thermisch proces waarbij NOx selectief gereduceerd
wordt tot N2 en H20 door NH3. Nadeel van deze techniek is het
smalle temperatuursgebied ( 850 - 1050 °C) waarbij deze
reactie effectief is. Een ander nadeel van deze techniek is de
grote hoeveelheid NH3 waarmee gewerkt wordt in verband met
eventuele ammonia lekkages en zoutvorming.
• Een relatief nieuwe methode is de selectieve katalytische
reductie (SCR) van NOx met NH3. Voor deze methode wordt
sinds de jaren zeventig al onderzoek verricht naar een geschikte katalysator. Deze is gevonden in de vorm van Vanadiumoxyde
. J
Katalytische Luvo voor DeNOx In1eiding
(V 205) met als drager Titaanoxyde (Ti02). Het zal duidelijk zijn dat bij het ontwerp van nieuwe
electriciteitscentrales voornamelijk met behulp van primaire
maatregelen geprobeerd zal worden om de NOx uitstoot tot een
minimum te beperken. Zijn de eisen heel erg streng dan zal eventueel
ook gebruik gemaakt moeten worden van secundaire maatregelen om
de wettelijke NOx uitstoot norm te halen. Tevens is het mogelijk dat
reeds bestaande fabrieken aan deze norm moeten voldoen. In dit geval
kan worden besloten gebruik te maken van SCR technieken.
De selectieve katalytische reductie van NOx met NH3 wordt al op
grote schaal toegepast om NOl{ emissies van electriciteitscentrales te
reduceren. Bij de conventionele SCR technologie wordt de katalysator
in een aparte reactor geplaatst. Volgens Kotter [16] heeft deze reactor
een groot volume, 1 à 2 m3 per MW, nodig. Bij reeds bestaande
centrales kan dit grote volume een nadeel vormen omdat er bij het
bestaande ontwerp geen plaats voor de reactor is.
Dit probleem kan vermeden worden door gebruik te maken van de Ljungström luchtvoorverwarmer van de electriciteitscentrale. De warmtewisselende elementen uit de Luvo, metalen platen met grote
oppervlakten, kunnen worden bedekt met een dunne katalysatorlaag .
Op deze wijze werkt de luchtvoorverwarmer dan simultaan als warmtewisselaar en als SCR reactor.
In dit fabrieksvoorontwerp zal worden bekeken of het technisch en economisch haalbaar is om met behulp van een tot SCR reactor
omgebouwde Luvo de NOl{ uitstoot te beperken tot de wettelijk
gestelde nórmen.
Uitgangspunt in dit FVO is het rookgas dat afkomstig is van een
bestaande op aardgas gestookte 223 MW elektriciteitscentrale. Het
aardgas wordt verbrand met een overmaat van 5% zuurstof. Deze
centrale stoot 200 Nm3/s rookgas uit met een NOl{ concentratie van
500 ppm.
1-
-tabel 11
Samenstelling aardgas
Component Vol. Mol.
% % C2
H
4 81,30 81,29 C2H6 2,85 2,87 C3Hs 0,37 0,38 C4H1O 0,14 0,15 CSH12 0,04 0,04 C6H14 0,05 0,05 N2 14,35 14,32 O2 0,01 0,01 CO2 0,89 0,89 tabel 111Samenstelling rookgas
Component
I
Vol. %I
N2 71,9281 O2 0,8997 Ar 0,8391 CO2 9,1737 H20 17,1595 NOs: 500 ppm r r Gew. % 69,97 4,63 0,90 0,47 0,16 0,23 21,52 0,02 2,10 Îr
J
Katalytische Luvo voor DeNOx Uitgangspunten Ontwerp
11.
Uitgangspunten Ontwerp
Bij het maken van dit fabrieksvoorontwerp is uitgegaan van een electriciteitscentrale die een vermogen levert van 223 MW.
De centrale wordt gestookt op aardgas dat een samenstelling heeft zoals weergegeven is in tabel Il. Het aardgas wordt verbrand met 5% overmaat aan zuurstof. Het rookgas dat bij de verbranding wordt geproduceerd, 200 Nm3/s, heeft de samenstelling zoals die is weergegeven in tabel 111.
Omdat de centrale op aardgas wordt gestookt, wordt er geen S02 of S03 gevormd en ontstaat er geen vliegas.
De temperatuur van het rookgas voordat het de luchtvoorverwarmer ingaat bedraagt 390
oe.
De temperatuur van de ingaande luchtstroom, aan de koude kant van de Luvo is 20 °C.De temperatuur van de uitstromende verbrandingslucht bedraagt gemiddeld 345 °C, terwijl het gezuiverde rookgas na de
luchtvoorverwarmer gemiddeld een temperatuur heeft van 150
oe.
De druk waarbij gewerkt wordt is 1 bar.Op dit moment stoot de electriciteitscentrale volgens KEMA [2]
rookgas uit met een NOx concentratie van 500 ppm. De laatste
wettelijke normen voor de uitstoot van NOxbedragen 200 mg/m3. Na
installatie van de katalytische activiteit in de luchtvoorverwarmer dient de concentratie NOx in het rookgas lager te zijn dan de wettelijke norm.
De NH3 slip is de hoeveelheid NH3 die niet heeft gereageerd met het NOx en dus met het rookgas wordt uitgestoten. Deze NH3 slip moet lager zijn dan 5 ppm. De fysische constanten van het gebruikte
ammoniak staan vermeld in bijlage 9.
De katalysator die volgens Bosch [14] gebruikt moet worden is een Ti02 skelet met daarop aangebracht 3.42 wt.% V20S'
- -
-Ketel
-- ~
-figuur 1
Eenvoudig proceschema van de katalytische Luvo
_ _ _ .... _ _ . . . . ...,.,1--... Gezuiverd Rookgas Ç=:= lucht r r Î Î
Katalytische Luvo voor DeNOx Beschrijving Proces
111.
Beschri,jving Proces
De op gas gestookte electriciteitscentrale voldoet op dit moment niet aan de gestelde wettelijke eisen op het gebied van de uitstoot van stikstofoxyden (NOx). Het idee bestaat om de uitstoot te verlagen met
behulp van selectieve katalytische reductie (SeR). Door ruimte gebrek
in de bestaande installatie is er geen plaats om een aparte SeR reactor
aan te leggen. Het idee bestaat om de bestaande luchtvoorverwarmer
(Luvo) te gebruiken als SeR.
Het principe van SCR reactoren berust op de omzetting van
stikstofoxyden naar stikstof met behulp van een selectief
reductiemiddel, in dit geval ammoniak. De omzetting vindt plaats volgens:
(1)
(2)
Over het algemeen is het aandeel NO groter dan 95%, zodat gesteld kan worden dat alleen reactie 1 van belang is. Dit betekent dat voor
een volledige omzetting van NOx een equimolaire hoeveelheid NH3
aan de rookgasstroom moet worden toegevoegd. Doordat de reactie
nooit volledig zal verlopen zal er altijd sprake zijn van enige NH3
slip. Om aan de wettelijk gestelde eis van een maximale uitstoot van 5
ppm NH3 te kunnen voldoen wordt er met een verhouding van NH3 en
NOx gewerkt van:
~ 0.95
Het vereenvoudigde processchema van de electriciteitscentrale met katalytische luchtvoorverwarmer staat weergegeven in figuur 1.
(3)
Lucht wordt door middel van een verbrandingsluchtventilator aangezogen en aan de onderkant van de luchtvoorverwarmer
ingebracht met een temperatuur van 20°C. Deze lucht wordt door de
- ---
---"
) r r figuur 2 De Ljungström Luchtvoorverwarmer Wann Rookgas,
r Koude Lucht ÎKatalytische Luvo voor DeNOx Beschrijving Proces
Luvo opgewarmd tot ongeveer 345°C.
In de ketel wordt het gas met deze warme lucht verbrand. Het rookgas
dat hierbij ontstaat heeft na de warmtewisselingsbanken van het fornuis een temperatuur van 390°C. Door de verbranding heeft het
rookgas een NOx concentratie van 500 ppm gekregen. Aan dit rookgas
wordt zoveel ammoniak toegevoegd als nodig is om de in formule (3)
genoemde verhouding van NH3 en NOx te laten ontstaan. Hierna
stroomt het rookgas door de Luvo heen waarbij de temperatuur daalt
tot 150°C en de NOx concentratie daalt tot onder de wettelijke norm
van 200 mg NOx per Nm3
.
Doordat de electriciteitscentrale op gronings aardgas wordt gestookt
bevat het rookgas geen S02 en wordt er geen vliegas gevormd.
Hierdoor hoeven geen andere zuiveringen plaats te hebben.
Het hart van het DeNOx systeem wordt gevormd door de katalytische
luchtvoorverwarmer. Deze regeneratieve warmtewisselaar staat
weergegeven in figuur 2 en werkt als volgt:
De Ljungström luchtvoorverwarmer, de Luvo, is een roterende
cilinder waarin zich metalen platen bevinden. Lucht en rookgas
stromen in tegenovergestelde richting door de twee helften van de Luvo.
Tijdens het roteren van de cilinder wordt er warmte overgedragen van het rookgas aan de lucht. Dit gebeurt doordat het rookgas de metalen platen in de Luvo verwarmt, waarna deze opgewarmde platen langzaam de koude sector in draaien en daar de
opgenomen warmte weer afgeven aan de koude lucht. Hierna draaien de afgekoelde platen de warme sector in om wederom opgewarmd te worden.
Door deze rotatie zijn de platen afwisselend met rookgas en lucht
in contact. Er ontstaat dus een temperatuur profiel over de Luvo.
Doordat de platen zijn bedekt met een laagje katalysator, en de omzettingskinetiek afhankelijk is van de temperatuur ontstaat er
ook een concentratieprofiel over de Luvo.
De ammonia, die met de NOx reageert wordt aan het te reinigen
rookgas toegevoegd. Op deze manier werkt alleen dat gedeelte
van de cilinder waar het rookgas door stroomt als ·SeR reactor.
Uitgaande van de bestaande electriciteitscentrale moeten de volgende
Katalytische Luvo voor DeNOx Beschrijving Proces
aanpassingen worden gedaan om de NOx concentratie terug te
dringen:
• De warmtewisselende platen moeten worden vervangen door
platen waar tevens een laagje katalysator op is aangebracht.
• De opslag, de pomp, het injectiesysteem en de regeling voor de
ammoniak moeten worden aangebracht.
Naast de NH3 slip moet ook rekening worden gehouden met de
vorming van (explosieve) ammoniumnitraten. Dit zout kan worden
gevormd op plaatsèn die een temperatuur hebben die lager is dan
l30°C. Ter voorkoming van dit probleem wordt ervoor gezorgd dat de
uitgaande rookgasstroom rond de 150°C ligt.
De flexibiliteit van het DeNOx systeem wordt bewerkstelligd door de
procesregeling van het ammoniak systeem. Deze zorgt ervoor dat er
bij zowel vol- als deellast gewerkt kan worden.
Bij het in bedrijf stellen moet voordat het DeNOx systeem in werking
gesteld mag worden eerst de luchtvoorverwarmer op temperatuur zijn. Dit is noodzakelijk ter voorkoming van explosieve ammoniumnitraten
en ter voorkoming van een te lage omzetting en dus een te hoge NH3
slip.
'.-'
Katalytische Luvo voor DeNOx Procescondities
IV
lVi.
Procescondities
Gestelde eisen aan de katalysator
De katalysator, die op de warmtewisselende platen van de
luchtvoorverwarmer wordt aangebracht moet ervoor zorgen dat de
afbraak van NOx zo voorspoedig mogelijk verloopt. De eisen waaraan
de gebruikte katalysator dient te voldoen zijn de volgende: •
•
•
•
•
De gebruikte katalysator moet een hoge activiteit vertonen bij
een geringe NH3 slip. De maximaal toegestane waarde voor de
concentratie van de NH3 aan het uiteinde van de reactor
bedraagt 5 ppm.
Het NH3 gebruik moet laag zijn. Dit betekent dat de katalysator
selectief moet zijn en niet de ook aanwezige O2 mag omzetten.
Voor een katalysator is de concentratie NH3 optimaal wanneer
de verhouding NH/NOx zo ingesteld is dat bij een zo klein
mogelijke NH3 slib een zo groot mogelijke NOx omzetting
plaatsvindt.
De katalysator moet thermisch en mechanisch stabiel zijn. Dit is van belang voor de levensduur van de katalysator omdat de katalysator op bewegende platen aangebracht wordt die een
cyclisch temperatuursgebied doorlopen.
Voorwaarde voor deze toepassing van het aanbrengen van de katalysator op de warmtewisselende platen is dat het
katalysatorlaagje goed warmte-geleidend is, zodat de warmtewisselende werking van de Luvo niet afneemt.
Omdat de katalysator direct in de Luvo wordt aangebracht dient zij een hoge conversie te vertonen in het temperatuur traject
van 150
oe
tot 400oe
.
Dat de gekozen katalysator hieraanvoldoet staat uitvoerig beschreven in diverse literatuur
[1 ][2][12 ][14][16].
De katalysator die aan alle hierboven genoemde eisen voldoet wordt
beschreven door Bosch [14]. De katalysator bestaat uit een Ti02 skelet
met daarop aangebracht 3.42 wt.% V20S' Het aanbrengen van deze
katalysator op de platen van de Luvo wordt beschreven door Neufert
-figuur 3
Reactie schema voor de overall reacties aan de katalysator
Reduction of surface sites
...
~It.~ 0 0 0 0 OH ONH2 11 11 11 11 I I NH • V V-
V V-
V V 3 !\ !\ !\ !\ !\ !\ ONH2 I 2 V-
2 V + R R + 2 H,O !\ !\ OH OW!, I I v v-
2 V IfNO.
H,0 !\ !\ !\Reoxidation of reduced surface sites
0 0 11 11 0
.
v v _ v V 2 !\ !\ !\ 1\ ON.,
0 0 2v
_
IJ
11 11 2 NO • V-
V V.
N 1\ 1\ 1\ fast 1\ 1\ 2 ONH2 0 I V NO + V-
+ N N + H20 !\ !\Other surface reactions
ON 0 0
.,
0 I 11 !! I !! v v-
v v-
v v • NO !\ !\ fa.et !\ 1\ fast !\ !\ OH 0 0..
I I1 I1J
v v _ v !\ !\ !\ 1\ Î OH OH 0 I I 11 v v _ v v + H 20 1\ !\ 1\ 1\ Overall reactions (~Katalytische Luvo voor DeNOx Procescondities
IV2.
IV.
3.
en Zürbig [19]. De katalysator heeft een dichtheid van 4000 kg/m3 en de dikte van de aangebrachte laag op de wamtewisselende matrix van de Luvo bedraagt volgens Bosch [14] 50 ~m.
Reactiemechanisme
Het reactiemechanisme van de omzetting van NOx door NH3 aan het katalysator oppervlak is weergegeven in figuur 3, en afkomstig van Bosch [14).
In het KEMA rapport [2] staat de kinetiek van de katalytische denitrificatie beschreven, met de volgende overall reactie:
Kinetiek
(4)
In het KEMA rapport [2 J worden de kinetiekparameters experimenteel bepaald.De reductie reactie is temperatuur afhankelijk, en de
omzettingssnelheid kan worden weergegeven met:
r = k . [NO] . _K_A_' _[N_H_J_
o s 1 + KA' [NHJ
(5)
met:
ks
ko"
exp
(-E.
1
R·T
(6) en: KA =KO "
exp (
ili~
1
R·T
(7) waann:ko
=
19.196 [mis] EA=
33.02.103 [kJ/kmoIK]Ko
=
84.9.103 [-]tJ-Iads
=
13.3.103 [kJ/kmoIK]Katalytische Luvo voor DeNOx Procescondities
IV4.
Deze omzettingsnelheidsvergelijking (5) geldt voor een temperatuur
traject van 250
oe
tot 400oe.
Bij het modelleren van deluchtvoorverwarmer als reactor wordt ervan uitgegaan dat deze kinetiek parameters, zij het met een kleine afwijking, ook nog bij
lagere temperaturen gebruikt kunnen worden.
Aangezien het feit dat de omzetting bij een lagere temperatuur dan
250
oe
toch lager is dan bij een hogere temperatuur is de eventueelgeïntroduceerde afwijking die hierdoor optreedt minimaal.
Tevens wordt er van uitgegaan dat de katalysator dezelfde temperatuur heeft als de warmtewisselende platen van de Luvo waarop deze is aangebracht, en dat de warmte-uitwisseling met- en zonder katalysator
hetzelfde is.
Temperatuur en druk
Druk en temperatuur zullen naar wordt aangenomen niet verschillen
van de oude situatie waarbij de Luvo niet als SeR wordt gebruikt.
Op het ammoniak injectie systeem na werkt alle apparatuur bij
atmosferische druk. Over de Luvo is een kleine drukval van 2.5 mbar,
zodat ventilatoren gebruikt moeten worden om het rookgas te
verwijderen en de verbrandingslucht door het systeem te trekken.
Het ammoniak injectie systeem dient op hoge druk gehouden te worden, 20 bar, omdat dit het uitgangspunt is van het door
Flockenhaus [4] voorgestelde injectiesysteem.
Het temperatuurstraject waarbij de gebruikte katalysator NOx
maximaal omzet is het traject van 400
oe
naar 250oe.
Het rookgaskoelt echter af van 390
oe
naar 150oe.
De hierdoor eventueelgeïntroduceerde fout is -zoals eerder vermeld- niet groot.
De verbrandingslucht wordt gelijktijdig opgewarmd van 20
oe
naar345
oe
.
Verwacht mag worden dat de reactiewarmte van de omzetting van de
NOx met NH3 verwaarloosbaar klein is, aangezien het slechts om 500
ppm gaat.
figuur 4
Opengewerkte Luvo met haar wannte-uitwisselingselementen
r) , -, r' r ("
Katalytische Luvo voor DeNOx Motivatie Gekozen Apparatuur
V.
Motivatie Gekozen Apparatuur
Vl.
Katalytische Luva
v.J.J.
V.l.l.I.
Het hart van het proces wordt gevormd door de katalytische Luvo. Dit
apparaat is zowel een luchtvoorverwarmer als een SCR reactor. In het onderstaande worden deze twee verschillende functies apart
beschreven.
Luchtvoorverwarmer
WerkingIn processchema's van de electriciteitscentrales zijn in het algemeen
luchtvoorverwarmers te vinden. Het doel van deze
luchtvoorverwar-mers is om het warme rookgas uit de ketel af te koelen, en met deze
energie de koude verbrandingslucht op te warmen. Hoe meer warmte wordt uitgewisseld hoe meer energie er bespaard wordt dus hoe
eco-nomischer het proces.
Het probleem bij warmteuitwisseling tussen gasstromen is het feit dat de warmteoverdrachtscoëfficiënten zeer laag zijn, zodat de warmtewis-selaar een zeer groot warmtewisselend oppervlak per volume-eenheid nodig heeft. Het grote warmteuitwisselende 'oppervlak van de
Ljungström luchtvoorverwarmer is duidelijk te zien in figuur 4. Deze luchtvoorverwarmer wordt dan ook vaak toegepast.
Het warmteuitwisselend oppervlak van de Ljungström luchtvoorver-warmer komt afwisselend in contact met de koude en de warme gas-stroom. Dit betekent dat deze warmtewisselaar tot de categorie van de
regeneratieve warmtewisselaars behoort. Doordat de verbrandingslucht
en het rookgas in tegenstroom door de Luvo heen stromen, is het
mogelijk om de verbrandingslucht tot zo'n 20°C [23] onder de
tempe-ratuur van het ingaande rookgas op te warmen. De
luchtvoorverwar-mer kan zowel horizontaal als verticaal draaiend worden geleverd. In
dit fabrieksvoorontwerp wordt uitgegaan van een horizontaal draaiende rotor.
-
-figuur 5
Schematische voorstelling van de werking van een Luvo
Katalytische Luvo: afbeelding Sector
Sector
tabel IV
Ontwerpparameters Luchtvoorverwarmer
Parameter Symbool
Warmtestroom Q
Warmte uitwisselend oppervlak Au Opp./volume verh. pakketten AN
Volume Luvo V Drukval Luvo ~p -Waarde 130 [MW] 17637 [m2] 478 [m-1] 36.9 [m3] 2.5 [mbar] r r r ,r-r r
Katalytische Luvo voor DeNOx Motivatie Gekozen Apparatuur
In figuur 5 staat de werking van de Luvo schematisch weergegeven.
De luchtvoorverwarmer is opgedeeld in een aantal secties. In deze
secties zijn de warmteuitwisselende delen als pakketten aangebracht.
De pakketten bestaan uit een matrix van metalen platen. Het geheel
van al deze pakketten wordt in dit fabrieksvoorontwerp aangeduid als trommel of matrix. Door het langzaam roteren van de trommel komen de pakketten afwisselend in de warme en de koude sector terecht. In de warme sector worden de pakketten opgewarmd door het warme
rookgas. In de koude sector staan de pakketten de opgenomen warmte
weer af aan de koude verbrandingslucht. Op deze wijze ontstaat er in de Luvo een temperatuursprofiel over de hoogte en over de (rond-draai)tijd.
Economisch gezien is het gunstig om de Luvo zodanig te ontwerpen dat de temperatuur van de uitgaande rookgasstroom zo laag mogelijk
is. Men moet echter met de volgende beperkende factoren rekening
houden:
• De temperatuur van de warmtewisselende platen mag niet onder de maximale dauwtemperatuur komen van de elementen uit het
rookgas. Hierbij moet vooral worden gelet op de vorming van het
zeer corrosieve zwavelzuur.
• Het minimale temperatuursverschil tussen rookgas en lucht is 20
oe
[23].Aan het eerste punt kan op twee manieren worden voldaan:
• Verhoging van de temperatuur van de ingaande verbrandings
-lucht. Dit kan geschieden door stoom-lucht voorverwarming of door recirculatie van hete lucht.
• De Luvo moet zodanig werken dat de temperatuur van het
uitgaande rookgas niet onder de 150
oe
komt.Methode twee wordt het meest toegepast. Deze methode heeft als voordeel dat de temperatuur van de warmtewisselende platen in de
koude sector boven de 130
oe
ligt, zodat er geen gevaar bestaat voorde vorming van (explosieve) ammoniumnitraten.
Een berekening van het benodigde warmteoverdragende oppervlak
(zie bijlage 6) levert de parameters volgens tabel IV. Volgens
Saunders [22] is de drukval over de Luvo in het algemeen laag:
Sector
figuur 6
Modellering van één sector
•
•
Buis
Tank
in
serie model
figuur 7
Tank in serie model (voor de gasfase)
Matrix
GasfÇlSe
Tank 1
Tank 2
Etc.
r r rI J
Katalytische Luvo voor DeNOx Motivatie Gekozen Apparatuur
V.J.J.2.
2.5 mbar. Aangenomen wordt dat de drukval over de hier gebruikte
Luvo 2.5 mbar bedraagt.
Modellering
De Luvo wordt opgedeeld in een aantal sectoren, waarbij één van
deze sectoren wordt gevolgd tijdens een ronddraaicyclus. Wordt naar
één bepaalde punt op een bepaalde hoogte van deze ronddraaiende sector gekeken dan zullen het gas en de matrix op dat punt tijdens het ronddraaien telkens een andere temperatuur hebben. Na precies één rondwenteling echter zullen het gas en de matrix - in het geval van een steady state - op die bepaalde hoogte en plaats exact dezelfde temperatuur hebben als bij de vorige rondwenteling.
Op het moment dat er gekeken wordt naar één sector die ronddraait
kan gesteld worden dat het systeem tijdsafhankelijk is.
De sector die al ronddraaiend wordt gevolgd wordt beschouwd als een ronde buis, waarbij wordt aangenomen dat de dwarsdoorsneden van
de sector en de buis aan elkaar gelijk zijn. Op zijn beurt kan de buis
weer worden gemodelleerd door een aantal tanken in serie. Per tank
kan nu de gas en matrix temperatuur worden uitgerekend. Op deze
manier wordt in feite één dimensie gediscretiseerd: de hoogte.
Hier-door blijft de tijd als enige onafhankelijke variabele over. De model-lering van één sector is schematisch weergegeven in figuur 6 en wordt
uitgebreider besproken in bijlage 1.
Bij het discretiseren van de hoogte is het van belang om het aantal
discretisatiepunten vast te stellen. Aangezien de matrixtemperatuur
over de hoogte ongeveer 200
oe
verschilt, en de precieze temperatuurvan de matrix belangrijk is voor de uiteindelijke kinetiek van de
De-NOx reactie die plaatsvindt op het katalysator oppervlak op de matrix,
is er voor gekozen om een groot aantal tanken (100) te gebruiken, om op deze wijze zeker te weten dat met een betrouwbare
matrixtempe-ratuur wordt gerekend. Dit grote aantal tanken houdt echter impliciet
in dat de buis als (redelijk) ideaal wordt beschouwd.
Voor de werking van de Luvo als luchtvoorverwarmer is de
warmte-balans over één tankje van belang. In figuur 7 is te zien dat voor de
gasfase gebruik wordt gemaakt van het tank-in-serie model, maar dat voor de matrix geen interactie optreedt met de matrix vóór en ná de beschouwde tank. Dit betekent dat de geleiding in de matrix wordt verwaarloosd ten opzichte van de uitwisseling tussen gas en matrix
figuur 8
Eén tank nader bekeken
<l>m
,gas,m.
Tgas.inTankn
Tmatrix
<l>m,
gas,mt.
,r-. Tgas,uit r r î Îv
Katalytische Luvo voor DeNOx Motivatie Gekozen Apparatuur
[14].
In figuur 8 wordt één tank nader bekeken en worden ~m, T gas en T matrix
voor de in- en uitgaande stromen gedeclareerd. Aangezien het ideale
tanken betreft zijn de temperaturen (en concentraties) in de uitgaande stroom gelijk aan de temperaturen (en concentraties) in de tank zelf. Op grond van figuur 8 wordt de warmtebalans over een tank
opge-steld. Deze warmtebalans kan zowel voor de warme als de koude
sector gebruikt wor,den, waarbij de ingaande stromen qua grootte,
temperatuur en gas eigenschappen voor beide sectoren verschillend zullen zijn.
De massastroom, cl>m,gas die de tank instroomt is gelijk aan de totale
massastroom, cl>m,gas,totaal gedeeld door het aantal sectoren N waarin de
warme C.q. de koude sector wordt verdeeld.
In bijlage 3 zijn de warmtebalansen voor de gasfase en de matrix uitgewerkt. Door het gebruik van het tank-in-serie model zijn de
balansen gereduceerd tot differentiaal vergelijkingen naar de tijd.
Voor de gasfase levert dit als vergelijking:
Hierin is:
c
1 = cP m,gas,tot • Sen
A HVoor de matrix geldt:
dTmatrix dt V Tilir Tilir Cp,gQ3 ·Pgas H·2 - - - ·(T gas.uit - T matrix) D . p matrix • C p,JMtrix (8) (9) (10)
In het Turbo Pascal computerprogramma wordt een begin schatting
v
Katalytische Luvo voor DeNOx Motivatie Gekozen Apparatuur
voor de gas- en matrix-temperaturen over de hoogte (dus per tankje) van de Luvo aangenomen en wel op het moment dat de sector de warme sector van de Luvo binnen draait.
Vervolgens wordt met de genoemde differentiaalvergelijkingen eerst de warme sector doorgerekend, gevolgd door de koude sector. Aan het eind van de koude sector zal het berekende temperatuursprofiel moeten overeenkomen met de beginschatting. Is dit -binnen de gestel-de nauwkeurigheid- niet het geval dan wordt het berekengestel-de tempera-tuursprofiel de nieuwe beginschatting, en worden de berekeningen nog een keer uitgevoerd. Dit herhaalt zich totdat de gewenste nauwkeurig-heid is bereikt. Deze beginschatting van het temperatuursprofiel wordt
tenslotte bewaard.
Op het moment dat het temperatuursverloop over hoogte en rond-draaitijd benodigd is wordt de bewaarde beginschatting als
uitgangs-punt genomen. Door telkens het temperatuursprofiel over de hoogte
om de ~t seconde weg te schrijven, kan het temperatuursverloop over
de Luvo gevolgd worden.
V.1.1.3. Ontwerp
Bij het ontwerp van de warmtewisselende capaciteit is ervan uitgegaan
dat het rookgas wordt afgekoeld van 390
oe
tot 150oe.
Met eeniteratieve procedure is in bijlage 6 bepaald dat het rookgas onder deze
omstandigheden dan opwarmt van 20
oe
tot 345oe
.
Metonderstaan-. de formules kan volgens Saunders [22] vervolgens het benodigde
warmteuitwisselende oppervlak bepaald worden:
A
u=
QMet een L\T1n= 198 K, en een volgens Kotter [16] ~= 50 W/m
2
K
(11)
(12)
Katalytische Luvo voor DeNOx Motivatie Gekozen Apparatuur
V.l.2.
V.1.2.l.wordt voor het benodigde oppervlak gevonden A = 17637 m2.
Vol-gens Kotter [16] geldt AN = 478, zodat hiermee als benodigd volume
wordt gevonden: V = 36,9 m3.
Op grond van deze berekening wordt aangenomen dat de bij de elec-triciteitscentrale aanwezige luchtvoorverwarmer een hoogte heeft van
2 m en een straal van 2,5 m.
Als verdere aanname wordt genomen dat de ronddraaitijd van de Luvo een halve minuut is, en dat de warme en koude sector beide even groot zijn. De gebruikte ontwerpparameters van de katalytische Luvo
als luchtvoorverwarmer staan tevens vermeld in bijlage 6.
seR
reactor
Werking
In dit fabrieksvoorontwerp wordt de geschiktheid onderzocht van het gebruik van de luchtvoorverwarmer als SCR reactor. Er is een aantal voordelen van het aanbrengen van katalytische activiteit in de Luvo
ten opzichte van het aanleggen van een aparte SCR reactor:
• Er wordt minder ruimte in beslag genomen • De drukval is lager
• Men heeft niet de kosten van een extra reactor
Als nadelen kunnen gezien worden:
• Er is minder ervaring op het gebied van katalytische Luvo's
• De Luvo heeft 2 keer zoveel katalysator nodig, aangezien de
katalysator alleen in de warme helft werkzaam is.
• Er heerst een temperatuursprofiel in de Luvo, zodat de optimale
temperatuur voor de omzetting van NOx nooit precies bereikt
wordt, maar altijd met een bepaalde bandbreedte varieert.
Uitgaande van een bestaande Luvo zal naast het aanbrengen van het ammoniakinjectiesyteem ook de katalysator moeten worden aange-bracht op de matrix alvorens de Luvo geschikt zal zijn. voor het
ver-wijderen van NOx' Volgens Bosch [14] bestaat de katalysator uit een
skelet van Ti02 met daarop aangebracht 3.42 wt.% V205. Fabrikanten
van warmtewisselende elementen kunnen op dit moment de standaard
o-.J
-.J
Katalytische Luvo voor DeNOx Motivatie Gekozen Apparatuur
V.l.2.2.
elementen leveren met een laag van bovengenoemde katalysator.
Modellering
Voor de modellering van de omzetting van NOx is de massabalans van belang. Aangenomen wordt dat de dunne laag katalysator op de warmtewisselende platen de warmteoverdracht van gas naar matrix niet beïnvloedt. Een andere aanname die wordt gemaakt is dat de reactie op het katalysator oppervlak plaatsvindt bij de berekende tem-peratuur van de matrix. Het luchtvoorverwarmingsproces vertoont een 0
cyclisch temperatuursprofiel, zodat met bovengenoemde de omzetting 0 •
vàn NOx ook een cyclus zal vertonen, aangezien de reactiesnelheid afhankelijk is van de cyclisch wisselende temperatuur van de matrix. De omzettingsterm kan volgens Lodder [2] worden weergegeven met:
(13) met: ka
kg'
exp(-E
A1
(14) R-T en: KA :;:::Ko'
exp(Mf~
1
(15) R-T Hierbij geldt: ko=
19.196 [mis] EA=
33.02.103 [kJ/kmoIK]Ko
=
84.9.103 [-] iliads=
13.3-103 [kJ/kmoIK]De kinetiek staat uitgebreid beschreven in bijlage 2.
Op grond van deze kinetiek kan voor het tank-in-serie model de vol-gende massabalans voor één tankje worden gevonden (zie bijlage. 4).: Indien voor "X" "NO" wordt ingevuld geldt deze massabalans voor NO, wordt voor "X" "NH3" ingevuld dan geldt deze voor NH3.
figuur 9
Rookgas temperatuursprofiel over de Wanne Sector van de Luvo
700 ~---, 650ts~~~~~===--==---~ 600 +---~~----~=---~~~---=~~~ ,..., ~~~-~ ~550 +---~~---~~---~~'~----~ ~
,
Ö 500 +---~~~----~~---~ "-Cl)~ 450
+---
--
--
~
~----~~~
....
400 +---~~----~ 350 +---~~ 300 +---,---.---'---,---'---'---'---'---'-~o
10 20 30 40 50 60 70 80 90 100Hoogte in Luvo [Schijf #]
figuur 10 Tijd WS
=
0.5 s Tijd WS :;;; 1.0 s Tlfd WS=
5 s Tifd WS :;;; 7.5 s Tijd WS = 10 s Tijd WS :;;; 15 sMatrix temperatuursprofiel over de Wanne Sector van de Luvo
700 .---, 650~~~~=--==---~ 600 +---~~---~~----~~~---~ ,... ~550 +-~~~---~~----~--~~---~~
3
ê 500 +---~~---~~---~~--~ ~ Cl) Q..i
450 +---~~~----~=---~....
400 +---~~----~~~ 350 +---~~----~ 300 +---,---~--,---~--.---.---.---.---.-~o
10 20 30 40 50 60 70 80 90 100 Schijf#
in Luvo Tijd WS=
0.5 s Tijd WS=
1.0 s Tijd WS = 5 s Tijd WS :;;; 7.5 s Tird WS=
lOs Tifd WS = 15 s r r (- - - _ . - . - - - -
-Katalytische Luvovoor DeNOx Motivatie Gekozen Apparatuur
V.l.2.3.
V.J.3.
[X1;n ) Pgas,1j. (16) A V OntwerpUitgangspunt van het ontwerp voor het aanbrengen van de katalyti-sche activiteit is het terugdringen van de NOx concentratie tot beneden de 200 mg/Nm3. De omzetting gebeurt met behulp van NH3.
Uitgaande van de bij de luchtvoorverwarmer berekende afmetingen van de Luvo is de katalytische activiteit in de Luvo aangebracht door een laagje katalysator op de matrix aan te brengen. Volgens Bosch [14] bedraagt de laagdikte van de katalysator 50 ~m.
In bijlage 2 is een lijst opgenomen met de ontwerpparameters van de Luvo als SCR.
Resultaten Modellering
In bijlage 6 zijn de ontwerp parameters van de Luvo bepaald met behulp van de door Saunders [22] gegeven formules en het
programma Mercury. Als aanname is de rookgasstroom afgekoeld van 390
oe
tot 150oe
.
Hierbij wordt de verbrandingslucht opgewarmd van 20oe
tot 345oe.
Met behulp van het in bijlage 12 beschreven Turbo Pascal programma zijn de temperatuursprofielen van het rookgas en de matrix in de warme sector van de Luvo berekend. Deze zijn weergegeven in figuur 9 en 10. Bij een ingaande temperatuur van het rookgas van 390
oe
is '. met het computerprogramma een gemiddelde uitgaanderookgastemperatuur van 180
oe
berekend. Met behulp van de overall warmtebalans in hoofdstuk VI is berekend dat de verbrandingslucht wordt opgewarmd van 20°C tot 336oe.
Deze gemiddelde gegevens komen goed overeen met de berekeningen volgens Saunders.In figuur 9 is de temperatuur van het rookgas uitgezet tegen de "hoogte" in de Luvo. De totale hoogte is opgedeeld in honderd-'
. . . . .. - . -.. - .. - . - - - - . -- .- ... - _ _ . • _ _ _ _ ~__011 _ _ _ _ _ _ _ _ _ • _ _ 500 450 400 350 .--. ~ 7300 3 "6 250 ~ Cl) ~200 Cl) ~ 150 100 50 figuur 11
Concentratieprofiel
NDz
in ppm over de Warme Sector van de LuvoTTfd WS = 0.5 s Tij d WS = 1.0 s Tifd WS = 1.5 s Tijd WS = 2.0 s Tijd WS = 2.5 s
~\
~
Tijd WS = 3.0 s~
~
o
0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100 300 250 Cl) 150 :;:: o ~-
c Cl) g o U 100 50o
Schijf # in Luvo &guur 12Concentratieprofiel NH3 in pptn over de Warme Sector van de Luvo
Tifd WS
=
0.5 s Tijd WS :: 1.0 s Tijd WS = 5 s Tijd WS = 7.5 s Tifd WS=
10 s \\.\
Tijd WS = 15 s\,
o
10 20 30 40 50 60 70 80 90 100 Schijf # in Luvo ,-I II
(
"
I
Katalytische Luvo voor DeNOx Motivatie Gekozen Apparatuur
schijven, waarbij elke schijf een ideaal tankje voorstelt. Een
lengtedoorsnede over de Luvo is gevolgd gedurende het ronddraaien in de warme sector van de Luvo. Op t=O s draait de gevolgde
doorsnede vanuit de koude sector de warme sector binnen en op t= 15s bereikt deze het eind van de warme sector. Het temperatuursprofiel over de lengtedoorsnede van de Luvo is op verschillende tijden weergegeven in de figuur. In figuur 10 is hetzelfde gedaan voor de temperatuur van de matrix.
Bovenin de Luvo is het temperatuursverschil tussen rookgas en matrix in het begin (t=o s) het grootst, en wordt dus de meeste warmte
overgedragen. Door deze overdracht neemt de temperatuur van de matrix echter toe zodat de drijvende kracht achter de
warmteoverdracht op deze plaats afneemt. Hierdoor blijft het rookgas langer warm, zodat de warmte van het rookgas lager in de Luvo aan de matrix wordt overgedragen. Dit proces levert de kromme
verbanden in de figuren 9 en 10. De uitkomsten van de modellering van de Luvo als warmtewisselaar blijken te zijn zoals verwacht. De in het programma berekende temperatuursprofielen worden gebruikt om de omzetting van NOx met NH3 te berekenen. Hierbij wordt aangenomen dat de temperatuur waarbij de reactie plaatsvindt gelijk is aan de temperatuur van de matrix. Uit de molbalans blijkt dat bij de door Kema voorgestelde ingaande molverhouding van NH3 :
NOx = 0.8 en een gewenste omzetting van NOx van 622 naar 200
mg/Nm3 altijd een uitgaande NH3 concentratie wordt gevonden die aanzienlijk hoger is dan de maximaal toegestane 5 ppm. Uit simulaties blijkt dat de beste omzetting wordt bereikt bij een molverhouding van 1,01.
In figuur 11 en 12 staan de berekende concentraties van NOx en NH3 weergegeven bij deze molverhouding. Het blijkt dat halverwege de Luvo de NOx en NH3 al vrijwel volledig gereageerd hebben. Bij deze instelling heeft het uitgaande rookgas een gemiddelde NOx
concentratie van 0,13 ppm, bij een NH3 concentratie van 2,59 ppm. Geconcludeerd kan worden dat de in bijlage 6 berekende afmetingen van de Luvo, die voldoende zijn voor de warmtewisselende functie, ruimschoots voldoende zijn voor de DeNOx functie.
Katalytische Luvo voor DeNOx Motivatie Gekozen Apparatuur
In het verdere verslag is uitgegaan van het feit dat de SeR-Luvo zodanig kan worden ingesteld dat de NOx concentratie afneemt van 622 mg/Nm3 in de ingaande rookgas stroom tot gemiddeld 200 mg/Nm3 in de gezuiverde. Tevens is aangenomen dat de uitgaande NH3 concentratie gemiddeld 5 ppm bedraagt. Dat deze twee aannamen gerechtvaardigd zijn is aangetoond met bovenvermelde simulaties die laten zien dat de reacties bij het berekende temperatuursprofiel in de Luvo vrijwel volledig verlopen.
Katalytische Luvo voor DeNOx Motivatie Gekozen Apparatuur
V2.
Aanbrengen ammoniaksysteem
V.2.J.
V.2.2.
Het aanbrengen van het ammoniaksysteem kan worden onderverdeeld in het aanbrengen van het opslagvat, het leidingensysteem, de pomp,
het injectiesysteem en de procesregeling van de toevoer.
Opslagvat
Uit veiligheidsoverwegingen wordt ervan uitgegaan dat de
ammonia-kopslag' zich op vrij terrein bevindt en wel op een afstand van 400 m
van het ammoniakinjectiepunt.
De verzadigingsdruk van ammoniak bij 25°C is 10.1 bar. Bij 45°C is
de verzadigingsdruk echter al opgelopen tot 18 bar [10]. Uit
veilig-heidsoverwegingen wordt door Dillon [9] dan ook een opslagdruk
aangehouden van 20 bar. Het opslagvat is gemaakt van R.V.S. en
heeft een volume van 100 m3
.
De MAC waarde van ammoniak bedraagt 25 ppm (18 mg/m3). Dit
vormt geen probleem omdat het opslagvat in de buitenlucht staat
opgesteld.
Leidingensysteem
Het door Flockenhaus [4] voorgestelde ammoniak injectie systeem kan
maximaal 1500 ppmv NH3 (=1150 mg/m
3
) gelijkmatig verdelen. Bij
een rookgasmassastroom van 250 kg/s betekent dit een maximale NH3
massastroom van 0.1 kg/s. De ammoniakpomp moet maximaal deze
hoeveelheid NH3 naar het injectiepunt kunnen verpompen.
Omdat de optimale molverhouding NH3 : NOx van 0.8 is volgt hieruit
voor de verhoudingen van de massastromen de factor 0.45.
Bij een maximale [NOx] van 1000 ppm (0.25 kg/s), bij dezelfde
rook-gasmassastroom van 250 kg/s) moet er maximaal een massastroom
van 0.1125 kg/s NH3 naar het injectie punt worden geleid. In bijlage 7
is de optimale en de benodigde buisdiameter bepaald:
7.9
= 10.6
[mm] [mm]
Op grond van de bovenstaande berekende diameters is gekozen voor
een pijpdiameter van 10.6 mmo Aangezien dit geen standaard maat is
tabel V
Weerstandsgetallen van de diverse appendages
I
Appendage
I
Aantal aanwezig Weerstandsgetal
(~) (per appendage) 90° bocht 5 1.0 T-stuk 1 1.5 in/uittree verlies 2 0.3 regel kraan 1 20 "
,
,... I ' I I ÎKatalytische Luvo voor DeNOx Motivatie Gekozen Apparatuur
V2.3.
V2.4.
wordt gekozen voor de dichtstbijzijnde standaard diameter van 12.7
mm (Yl inch). De totale lengte van de leiding bedraagt 420 m. Hier-van is 400 m benodigd ter overbrugging Hier-van de afstand en 20 m ten behoeven van het omhoogbrengen van de ammoniak.
Voor de berekening van de drukval over de diverse appendages in de
NH3 leiding wordt uitgegaan van de in tabel V opgesomde aanwezige
appendages met bijbehorende weerstanden (datacompanion [27]). Op grond van deze gegevens is de drukval over de appendages
be-paald (zie bijlage 7) op 12.3 bar .
Pomp
Aangenomen wordt dat het ammoniak injectie punt zich 20 mboven het opslagniveau van de ammoniak bevindt. Dit hoogteverschil zorgt
samen met wrijving, bochten en afsluiters in de leiding voor een
drukverlies. Aangezien het niet gewenst is dat de ammoniak al in de
leidingen verdampt zal de druk niet lager mogen worden dan de op-slagdruk van 20 bar. De pomp zal dus het drukverschil ten gevolge
van de hoogte, wrijving en bochten moeten overbruggen. Aangezien
de pomp de drukval van 12.3 bar moet opvangen moet de pomp een druk leveren van 12.3 bar.
Dit betekent dat de pomp aan vermogen moet leveren: P pomp
=
<l>V,NH3 '!1Ptotaal
=
217 W (17)Bij een rendement van 60% komt dit neer op een verbruik van 360W.
Injectiesysteem
De katalytische reductie van NOx vindt plaats met ammoniak. Bij deze
omzetting is het belangrijk dat de ammoniak gelijkmatig wordt ver-deeld in de te reinigen rookgasstroom. Is dit niet het geval dan zal
enerzijds de efficiency van de omzetting van NOx dalen en anderzijds
wordt de kans groter dat de ammoniak doorslaat. Het feit dat men in dit systeem te maken heeft met lage concentraties maakt een goede menging extra moeilijk.
Op dit moment wordt meestal gebruik gemaakt van het systeem om de opgeslagen vloeibare ammoniak eerst te verdampen en vervolgens
met de gasstroom op te mengen. Het voordeel van het opmengen met
I I I I I I
10
.---1
I I I I I I I r--~---.J I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I ---H--J-figuur 13
NH3 Injectie Systeem