april 1969
OPWARMEN oUROGAS WATER ~---!
....
-+---~"""-,J-~...
... _
.
.
lUCHT ZWRSH)F H. - 5.150 1.15 H. -28.3S0 T.l0 H. +9JO T.25 H .• 250 T.25 ".9.13 ~ 40 B.9.63 P. 1,0 C.l0,03 ~ \0 A.9 iJ ~ 40 w.w. A.O,lO ONTZWAVELEN STOOM H.-5.71Q T.40 H.-22.600 T.300 P 10,0 ~0~.~2~,'~1~ ________________________________________ ~EXPVAANTSE ~50 EJECTEUR EJECTEUR H.-2'-l10 T.l72 H.+tI7Q T.l ' A.9.63 B. 63 ~ 2.7 ~ 2,7 REACTIE REACTOR P 2.0 KOElEN -W.W.IEN I KOELER oH. -4.700 H.-)lB40 T.'liO CO-CONVERSIE MASSABALANS 5 TROHEN IN HmJ/S€C DRUK IN ATHOSFE ER CO 2 ABSORPTIE A AAR(X;A5 B. STOOM/ .... TER C. LUCHT O. ZUURSTOF E. METHAAN F. CO G. WATERSTOF ~.' ~~n.STOFCONVERSIE VAN AARDGAS MET
STOOf"! EN ZUURSTOF IN EEN FlUIOBEO REACTOR
DP HOIJER H.MW WERKER
r
OPWA_N ONTZWAVELEN HENGEN OP'WMHEN REACTIE KOELEN CO-CONVERSIE CO 2 ABSORPTI E1
~
,..- -... ,... ----] -L ... ~-:><::
"1•
AARDGAS ( : I) ~~- ~ . ' ,><
rW~~
'-.:.-/><
~ ( ) ~ ... ... ----~t
... ... ~T
1
~ --1 "- STOOM1
([1.I; ~ ( , : II ) : ~ ~ M I WATER ~ ---- --_A' ... _ ... _----T ---T
~A
f
)
~ W.-
W.IEH I LUCHT ZWRSTOF1
H.-18.170 ~RMTEBALANSI
A. AAAOGA.S F. CO Hoool
H. IN '.CAL/SEC B. STOOM/WATER G. WATERSTOF H. - 5.150 W.W.I T IN oe C. LUCHT.
.
~~~STOF T.1S AH.+'40 H.-5.710 H.·2t.Jl0 O. ZUURSTOF L. W.W.~
T.40 I EJECTEUR r T.I72 1 AH. '5.440 E. METH ... N REACTOR T.1.ooo H. -21.350 W.W.U: H-1UOO FORNUIS H.-22.600t
t
1.10 AH. 04950 TlIO 6H.+700 T.300 ~ 001
H.-rn~ KOELER H.-31B40 CO CO 2 } - - .î'
T.190 KOELERH ... g30 COM' AH. -4.700 CONVERSIE ABSORPTIE
H.·920 11,+1.170 W.W. H.·4.100 PRESSOR EJECTEUR +
f
T.2S I>M. ·10 T.2S T." I>H,2.930 T,700 H.·25O H .• 250 EXPANSIE T.l0 T.2S VAT p 20,
,
~m I 8.8,35I
A.9,13 A.96J ONT· E.O,25,
,
, COz .~ CO ~ 40j
~ 40 , ZWA VELINO , P 40,
EJECTEUR ~ 2,7 F.7,18REACTOR G. 18,8 I CONVERSIE I 'ABSORPTIE ~B.9,63 _TER T " ~ 2,0 K.l,97 ~ 1,0
1
ww. P'l,4 FORNUIS Pl.' L. ',72 A.O,10 II
g~8C.l0,03 COM· CONVERSIE VAN AARDGAS
~ \0 PRESSOR ~ 10,0 EJECTEUR ~ 2,7 MET
MA SSABALANS STOOM EN ZUURSTOF
r - t \ 1 EEH FlUIOBEO REACTOR
0.2,81 EXPANSIE IN
~50 VAT STROMEN IN Nm 3/SEC DP HOIJER
DRUK IH ATMOSFEER H.MW WERKER MEI
1 1 1
-
----! ... . blz.Hoofdstuk
I
Samenvatting
H
oo
fdst".lk
11
Inleiding
Hoofd
s
tuk
111
Vervallen
H
oofd
stuk
IV
Bes
chrijvin
g
v
an het
proces
H
oofdstuk
V
f
·j
assabalans
VJarm
teba
lans
Hoofdstuk VI
Fny
sische en
Chemisch
e
Aspecten
Hoofd
s
tuk
VII
A. Reactor-ontwerp
B.
Cntzwav
e
1ings
i
nstal
latie
C. Luchtcom
pressor
D.
Ejecteurs
E.
Warmtewisselaars en
fornuis
F.
M
eet e
n R
egel apparatuur
Hoofd
s
tuk V
II
I
Literatuurlijst
2 47
10
19
27
28
36
37
37
4043
45
-2-Hoofdstuk I
Kort overzicht van de technologische uitvoering van het proces.
Opdracht:
een eenvoudige berekening van een installatie, die uitgaande van aardgas, stoom en zuurstof in een
fluïde bed synthesegas produceert voor de bereiding van 1000 ton ammoniak per daB.
Bij de berekeningen moest voor zover mogelijk en rede-lijk l i t . l als leidraad gebruikt worden.
Ontzwaveld aardgas, stoom en zuurstof worden in de verhou-ding 1:1:0,6 verhit, gemengd en in een fluïde bed reactor geleid. De temperatuur in deze adiabatische reactor
is 1000oC.; de druk 2 ata. De reactie wordt versneld
----
-met een katalysator. (lit.2). In de reactor reageert het methaan, de belangrijkste component uit het aardgas
voor
99
%
en levert een mengsel van H2,CO, H20 en CO2• Teneinde de voor de bereiding van NH
3
noodzakelijke molaire verhouding van
3
molen H2 op 1 molN
2 te verkrijgen wordt de zmurstof voor een deel in de vorm van lucht toegevoerd.
Vallende buiten het bestek van dit verslag is de weg van het gasmengsel verder als volgt:
CO wordt omgezet in CO
2 door extra toevoeging van stoom en gebruik van een katalysator. De CO
2 wordt geabsor-beerd met behulp van een ethanoldiamine oplossin~.
-3-N2-H2 mengsel bij hoge druk en temreratuur tot reactie
gebracht. Hierbij ontstaat am~oniak. Dit is een
belangrijke grondstof. Bijvoorbeeld voor stikstofhoudende
kun~;t:r:est •
De ver~elijkinb ']let andere processen
is in het ontwerpstadium, dat in dit verslag bereikt is
nog moeilijk. jij zijn gebeigd aante nemen, 6at het
proces Qua investeringskosten niet veel verschilt
van andere processen voor de bereiding van synthesegas.
~~
~
~W""
Hoofdstuk 11
EiEenschaD~~n nroduct:
H~t synthesegós wordt gebruikt voor
de productie van ammoniak. Na de CC-conversie moet de
~
molaire verhouding van waterstof en sikstof dus 3:1 zi~n.
Verder moet de hoeveelheid bijmen~sels ( methaan, argon)
zo klein mogelijk zijn, omdat anders onevenredig veel
gespuid moet worden bij het ammoniakproces. Het
rnethaan-gehal te is
<
1%
.
Technische Bereidingsmorrelijkheden~
Lit.9 verstrekt het
volgende staatje:
procenten
wijze van fabricage febr·'59 febr. '62
aardgas 31 38
fuel oil 15 13
raf. gas 9
'1
cokes en kolen 40 40
andere methoden
5
2Uitgaande van cokes als grondstof is het oudste proces het watergasnroces, dat opereert bi~ atmosferische druk en een wisselende tempeartuur van 1000-15(00C.
Bij het Lurgi-ox?gaspr oces is het proces continu gemaakt. Bij 17000C. wordt koolstof in tegenstroom met stoom en lucht vergast.
Het fluIde bed van tinkler kenmerkt zich door een grote
flexibiliteit
t.a.v.
de voeding.Bij de koolwaterstoffen kan men onderscheid maken naar het femt, of een katalysator gebruikt wordt en of stoom dan wel zuurstof de belëmgrijkste tweede grondstof vormt.
In de V.S. wordt veel synthesegas gemaakt door kataly-tische conversie van methaan met stoom bij 7500C., 15 ata en een CH4-H
20 verhouding van
t.
Voor gebieden, waar"J
aardgas schaars is ontwikkelde Iel een proces, waarbij-5-lichte nafta katalytisch met stoom bij gemat igde
tem-peraturen en drukken omgezet wordt.
\ In ~uropa l igt de nadruk meer op de partiële
oxidatie-~ processen. . ~
Ke llor;rg, C:;;TA en r;ontecatini ontwikkelden katalytische processen, terwijl Texaco, 3hell en Fluor niet- kata-lytische processen ontwierpen.
e...v.."..
o
De niet-katalytische processeb werken bij een hogere temperatuur dan de katalytische processen, nl. tot
1800oK4 het probleem van de roetvorming doet zich bij niet-katalytische processen dan ook veel voor.
Het gebruik van ziurstof maakt een dure zuurstoffabriek
nodig. Daarentegen gebruiken processen ~et stoom dure katalysatoren.
De ontwikkelingen van de laatste tijd worden gekenoerkt
door een hoger wordende druk.
Lit. 9,8 ,~,6,5 geven een nadere beschrijving van de 2 ~ gebruikte bereidingsmethoden.
Toepassingen v~~ synthesegas.
Synthesegas wordt voornamelijk
gebruikt voor de bereiding van stikstofhoudende
kunstmesten.
Daarnaast wordt synthesegas gebruikt voor de produktie van koolwaterstoffen in die gebieden, waar geen aardolie voorhanden is.
1.\.
Tenslotte wordt methanol~gesynthetiseerd
synthesegas. ~b-~
{
---t~
-
6-Ontz'
,':a
ve lir.::r :
(lit.15)
Ontz'"m
ve
lin
gtot
e
e
n
gehalte kleiner dan
1
ppm.vl.is
nodig, omdat
:
1. de in het flulde bed te
g
ebr
uiken
katalysator
gevoeliG
is
voor
zwav
el
.
2.
de bij de
latere
CO
-c
onversie
te
geb
rui
ken
kataly-sator
zeer
gevoelig
is voor zwavel.
3.
de
flex
ibili
teit
wat betreft
de
voeding
fI
'oter wordt.
Aardgas bevat
25mg
.
zwavelhouden
de
componenten
per
r~m3
.
De veel gebruikte
natte
ontzwavelings
pr
oce
ssen
,
zoa
ls
het
sulfinol-
en
de
et
hanolam
i
ne I)rO
CeSsen,
rea
g
eren
op zure
bestand
d
elen in
het
gas
~.
~etde
H~S c:.zou dan
ook
de
CO
2verwijderd worden. Dit is niet noodzakelijk
en
zou de installaties alleen zeer
veel
groter maken.
Bovendien
is
bij
het sulfinolproces de
fysische
oplosbaarheid
van de
koohJate
r
stoffe
n
ho
g
er
dan methaan
aanzi
enlijk
, zeker als
de ontzwavelin
g
onder druk wordt
uit
g
evoer
d
.
De
voorkeur
moe
t
daaro
m
uitgaan naar e
e
n
droge
ontzwavelin
g
met
behulp
van
ijzeroxide.
De eis:
maximu
m
1ppm.w.
zwa
vel
is
met
het ijzeroxideproces
makke
lijk te bere i
ken
.
i12S
en
de
andere
zwav
e
lhoud
ende
componenten, zoals
COS
en
CS
2
,
rea
ger
en vlot
tot
FeS.
Voor een goede
werking
van het
pro
ces is het
nodig
0,8
~zuurstof
aan
het aardgas
toe te voegen voor
de regeneratie ter plaatse van het
gevormde FeS.
Bij deze regenar
a
tie ontstaan vri
j
e zwavel en ijzeroxide.
Tevens moet
3
NI/sec.
ammoniak toegevoegd w
e
rden om
de pH in de ontzwavelin
g
st
:
rens op
8
à
I
C
te houden.
In principe kan men bij ontzwaveling zuiver
ijz
e
roxide of ijzeraarde
g
ebruiken. Gezien
de
vrij kleine
installatie en de vereiste zuiverheid
moet de
voorkeur
gegeven worden aan zuiver ijzeroxide.
-7-Hoofdstuk IV
Beschri~ving van het proces.
Bij het opstel len en berekenen van het
fa-brieksvoorontwerp is uitgegaan van de volgende omstan-digheden waaronder de grondstoffen besccikbaar zijn:
druk temperatuur
aardgas 40 atm 15°C
water 1 atm 100e
lucht 1 atm
'V
25°Czuurstof 50
ato/~f
'
25°eDaar de katalysator (nikkel op drager) zeer gevoelig is voor zwavel, zal er eerst voor gezorgd
dienen te worden dat al de zwavel uit het aardgas is
verwijderd. Daartoe wordt het aardgas met behulp van
een warmtewisselaar opgewarmd tot 400e en vervolgens
ontzwaveld in torens, gepakt met ijzeroxide.
Het aldus ontzwavelèe aardgas zal alvorens de
reactie plaats vindt eerst gemengd dienen te worden
met stoom. Daar bij deze menging absoluut geen conden-satie van stoom mag plaats vinden wordt gewerkt met
oververhitte stoom. Deze stoom wordt bereid door eerst
water in een ketel te verdampen om het vervolgens in
een fornuis te verhitten tot 300oe.De druk van deze
oververhitte stoom mag niet hoger worden dan 1,4 atm.
De drukbegrenzing is hierom noodzakelijk, om
-dat het aardgas en de stoom het beste gemengd kunnen worden in een ejecteur. Willen we de gewenste einddruk
van 2,7 atm. na de ejecteur handhaven, dan spreekt het
-8-De mengir-g
van lucht en
zuurstof geschiedt
evene
ens
in een ejecteur. Als
"hoof
dgas
I1kan jar:
ir.
_er
ge
-noeg de zuurstof
niet fungeren, daar
ruim vier
maal
zoveel 11..<.cht
hiermee
gemengd
moet worden.
Daarom zal
eerst de zuurstof in een expansievat
~oetenexpanderen,
tot een druk die
hier
1,1 atm is
genomen.
Daar de
eind-druk na de ejecteur evenals in het vorige geval weer
2,7
atm.
moet
zijn
zal de
lucht
met
behulp van een
compressor
moeten
worden
opgevoerd tot
minstens
10
atm.
Na
de
meging met behulp
van
de
ejecteurs
dienen de
Qengsels eerst te
worden opgewarmd. Dit is
noodzakelijk,
daar anders de
reactie
niet
verloopt
zo-als gewenst wordt.(zie
hoofdstuk V
)
Het
opwar
men geschiedt
in een gaswarmtewisselaar,
waar-bij
de warme reactiegassen als warmtebron fungeren.
De te reageren mengsels
worden aldus
verhit tot 7000 C,
wat
voor
het juist verlopen van de reactie
voldoende
is.
De twee verhitte
gasmengsels
worden
vervol-gens gescheiden
in de
reactor
gevoerd(zie
hiervoor de
reactorbeschrijvin
g)
.
Tijdens
het verloop
van
de reactie
stijgt
de temperatuur tot 1.0000C en bij deze
tempe-ratuur verlaten
de
fassen
de fluid-bed reactor.De
gassen
worden
dan
op
de reeds
boven
beschreven methode in
een
gaswarmtewisselaar gekoeld
en verlaten
de
warmtewisse-laar bij
352
0
C.
Het nu
verkregen
mengsel bevat naast de
com-ponenten van synthesegas nog een zekere hoeveelheid
niet
gereageerd methaan, stoom,
CO
2
en natuurlijk
stikstof.ln
het
verdere
proces wordt eerst
de CO
om-gezet in een CO-conversietoren.Het
is nu een zeer
ple-zierige bijkomsti
gheid
,
dat reeds al de
zwavel is
ver-ijderd.
N
u is
het mogelijk met katalysatoren, zoals
conversie--
9
-temperatuur van slechts 1900C voldoende is.Het mengsel
kan dus verder affekoelt worden, waarbij de dan vrij
-komende warmte nuttig gemaakt kan worden voor de op
-warming van de gassen.
Na de CC-conversie wordt nog verder afge
-koeld voor de C02-absorptie~ vervolgens me~e
en tenslotte de ammoniak synthese.
Daar het niet in dit bestek valt al deze
processen te behandelen zijn de makers van dit fab rieks-voorontwerp niet verder gegaan dan tot de CO-conversie. Daarbij werd wel beseft, dat hierdoor vergelijking met een ander proces zeer moeilijk werd.
Wel moet hierbij opgemerkt worden dat het
zeer twijfelachtig is of voor de menging van twee g as-stromen geen betere oplossing lliogelijk is dan een ejec-teur met de nu hierbij behorende (dure) compressor.De
gekozen oplossing lijkt verre van ideaal, doch i s voor het proces niet van wezenlijk belang. en daarom wordt
c~<{~
e..
t
'tt11.~ Col. f
c..
~ z-Co ~C,tDz ~ zCo;::'.~71
OK.. It,p /( L Co C-o (
~. l P
--Ie",,~,
~~
~ ~~OZ
Hoofdstuk V ~assa- en Warmtebalans.
De r:assatalans.
In een specificatie van het Groningse aard-gas vinden we voor de samenstelling van het aardgas
uit Slochteren het volgende:
~
CH4 88,3 Vol. % C 2H6 2,5, ,
%C
3
HS
1.1,
,
1; N 2 7,1,
,
%
\~ CO 2 1,0'
,
%
Voor de berekening van het evenwicht in de
reactor zijn de volgende aannamen gedaan:
1.
De problematiek wordt geeeel ther~odynamisch enstoechiometrisch benaderd.Er wordt met de kinetiek
van de reacties geen rekening gehouden. (wel controle).
2.
De oxidatie met zuurstof vindt plaats onder in dereactor en heeft geen invloed op het eindevenwicht.
3.
Alle aethaan en propaar. verbrandt eerst met de zuur -stof en vervolgens een deel van de methaan.4.
In het eindgas bevindt zich geen zuurstof meer.5.
Er wordt geen externe warmte toegevoegd.6.
In het eindgas moet de verhouding(CO
+E
2
)
:
N
2
=
3
te zijn, i.v.m. de hieropvolgende a~moniaksynthese.
De reacties in de reactor worden als volgt
voor~esteld:
G)
CH4
+H20
~CO
+3R2
(1)
~ +~~C02+4H2 '~ (2) _
(J)
CH4 + 202 _ CO2 + 2H2C
i~
(!)
Go~ ~
\'\1.-"~ ~
Co"\- }\'l.O /Bij de reacties (1) en (2) horen de volgende evenwichtsconstanten: P p
3
CO
•
H?
Kl=
~P
CR
4•
PH
20
,terwijl ln Kl=
11·570 + 13,04 T; C)
C...-o
C V t c....'1'1N1.
qJ~~
~ciJ-/~~
~J~~
~~(J
-k
\1't oIJ)
t)
I\'
, ,~
---
)'2..
I Ir
/
(-IL
I
·
1
PH 2 4
terw
ijl
In K') :::
-<-2.9
0 8 +11
,
5
3
T(zie li
t
.
3)De
reactie
(3)is aflopend naar
recht
s
. (aanna
me
4)
1
f
il
et
behu
lp
V8
.n
deze
5
vergelijkingen
is
het
mogelijk
de
5
onbekenden op te
lossen,
indien
de
totaal
-,
druk
wordt
vas
tge
le
gd
.
I
Dit oplossen is
geprobeerd met
beh
ulp
v~~de
TR-4, doch
dit
bleek zeer
tijdrovend te
zi
jn
,
vooral
d0
0r
het feit
dat er
een
8e
graad vergelijking
ontst
aat
.
Daarom is
hier tensl
o
tte
een
graf
isc
h
e o
pl
os-si
ng
g
ekozen,
die
bovendien
een
beter inzicht
in
de
vari
atie
van
diverse
fact
oren
gee
ft.
Van
gr
oot
belang
voer
het
reactorontwerp
is
hier
de
druk
,
ter
wij
l
men
bovenaien
het
nodi
ge
w
il
weten
ov
e
r
de
con-versie va
n
het aard
g
as.In
een
graf
i
ek
wor
den
uit
g
ezet
de
druk tegen
de co
n
centratie
methaan
in
het
eind
g
as
bij
verschillende
temperaturen
.
De
grafiek
werd als vo
lgt
bepa
a
ld.
Uitgegaan wordt
van 1
Nm
3
aard
ga
s
en
1
Nm
3
stoom.
Om
aan
punt
5
van
de
aannamen
te voldoen ';
lord
t
een
ze-kere hoeveelh
eid
zuurstof toe
ge
voegd.
B
ov
end
ien is
een
verschil tussen afvoer
tempe
ratuur reactie
p
roducten
en
invoertem
pe
ratuur der
reactanten van
on
g
eveer 300
0nodig,
(zie lit 1), o.a. voor
goede
warmtewisseling.
Uit de reacties:
CH4
+2 02--' CO2
+2H20
+191,7 kcal
en
CH4
+H20
~CO
+3
H2
- 50
kçal
~~~
?
volgt voor een isotherme reactie:
1
Bij de warmtebalans bleek echter, dat deze
verhoudin
g
niet helemaal juist was en
moest
zijn 2
-
: 1
Het zal later blijken,
dat
deze verhoudin
g
voldoende
is voor het handhaven van de temperatuur in de reactor.
.
.
-12-Als
uitga
nGsprod
ucten
wordt
nu
ge
nomen:
aardgas
stoom
zuurstof
stikstof
1 1Nm
3
Nm
3
? 0,5 I-çm3_",~ . P Nm3
De
stikstof
hoeveelheid
wo~dtl
at
er bepaald
en
aan
de han
d
daarvan
d
e
hoeveelheid lucht en extra
toe
te
voeren
zuurstof.
Eerst wordt aangen
o
men
,
dat
alle C
2
H
6
en
C
3
HS
verbran
d
t
en
vervo
l
g
ens
met
de
rest
van de
ov
er
-gebl
even
zuurstof een
deel
v
an de methaan
.
Totaal is
nu
aanwezi
g
:
C
H
4C
2
H 6C
3
H
8
N2
°2
CO
2
H
2
0
O
n
derin
de
C
2
H 6 +3+
C
3
HS
+5
CH4
+2
Zo wordt verkre
g
en:
Uit 25
N
l.
aethaan
Uit
11N
l.
propaan
Over aan zuurstof:
500
Nl.
8
83
25
111.000
P+71
50010
1.000
r
e
actor eerst de
°2
°2
°2
--+2
CO2
---
3
C
O2
--
CO2
50N
l. C
O
2 +33
N
l. CO2
+Nliter
+ + +,
,
,
,
.,
,
,
,
,
,
,
,
ox
idat
ie
3
H20
4
H20
2
H2
°
75
N
l.
H2
044
N
l.
H 2088
Nl.
-
55
N
l.
=
358
Nl.
02Dit verbrand met
179
N
l. methaan en vormt dan:
179
N
l. CO2
+358
N
l.
H20
Alle zuurstof is nu verbruikt , zodat voldaan is aan
aanname 4.(zie lit 1.)
-13-Gevormd is door
de
ze oxi
da
tie:
CO
2
50
N
l.+
33
N
l. + 179
N
l.
=26
2
N
l.
H
2
0
75 N
I.+
4
4
l'~l.+ 35
8 N
l.
=477
N
l.
Verbrui
k
t a
a
n
CH4
1
7
9
N
l. , zo
da
t voor h
e
t vervo
18
van
de reactie resteert:
CH4
8
8
3
-
17
9
=
704
I
n.
H20
1.000
+
477= 1.477
In.
CO
2
10
+
262
=
27
2
I
a.
N
2
1.000
P + 71
~ü.N
u
zal
in contac
t IT.
et
d
e
k
atalysator het
metha
ê.
n met de s
t
oom r
e
a
g
e
ren
CH4
+H
2
0
~CO
+2
H
Lt _ _ .-:;::..:.0---""""vol
g
ens:
+3
H
2of
De
CO
en
CO
2
zullen
weer van
elkaar afhangen volgens
het
Wat
e
r
g
as-ev
e
nwicht:
CO2
+H2
~CO
+Stel nu de hoeve
e
l
h
eid CO die gevor
m
d wordt X
en
de hoeveelhei
d
C
O
2
d
ie
ge
vormd wordt Y,
dan
kunnen
we met
behulp van
bovensta
a
nde
reactievergelijkingen
voor
het
eind
g
as dat de reactor verlaat het
volgende
opschrijven:
CH4
H 20CO
704
-
X
-
Y
1.477 -
X
- 2Y
X272
+
Y
3X
+4Y
1.COO P
+71
Tot. 2524+P+2X+2Y
Wanneer
de
evenwichtsconstanten worden opgeschreven:
X
• (
3X + 4y)3
Ptot
3
•
C704-X-Y).(1477-X-2Y)
(2
5
24+P+2X+2Y)
In plaats van
K
2
kan
ook
de Kw worden
o
pge
s
chreven, wat
rekentechnisch
enorme voordelen heeft.Aldu
s
:
-14-X.(1477-X-2Y)
(272+Y).(3X+4Y)
(log
K, =-1
2jO
+ WT
1,66 !
(lit
4)
De K's worden bij
de
betrokken
te~peratuurbepaald
en in
de vergelijking ingevuld.
:·1et
behulp van deze twee
vergelijkingen wordt
Figu~rI bepaald.
Voorbeeld
Stel
temp
eratuurl
.
050
0C.
De
K's worden uitgerekend.
Kl
=
72,5 en Kw
=
Neem
aan
dat
er
34 liter CH4
resteert,
m.a.w.
1,85
X+Y
=
670
Dan
52
+ CO
=
4X+4Y
=
2680
H2+CO
2680
N2=
=
3
3
=
893
m.a.w.
P
=
893
-
71
=
822
Uit X+Y
=
670 vol
gt
uit de
vergelijking van de
Kw
'
dat Y
=
-82
en
X
=
752.
Invullen van
deze
X en Y
in
de
eerste
verge-lijking
met
P
to
t
=
1
atm. geeft
een
Kl
=
8,15.
vJillen we
nu
voldoen
aan
Kl
=
72,5
,
dan moet
Ptot
hoger
zijn en wel:
V
'/:
::
,5'
=
3,0
8,15
Het totale eindgas
heeft nu een volume
van
2524
+822
+ 2.(670)
=
4686
De concentratie van
CH4
in
dit eindgas bedraagt
dan
34
• 100%
=
0,73
%
4686
Voor dit voorbeeld vinden
we dus
een
eindconcentratie
van CH4
=
0,73
%
bij een druk
in
de reactor van 3 atm.
Zo zijn voor verschillende
waarden van
CH
4
en bij diverse temperaturen
de reactordrukken
bepaald,
wat tot figuur 1 leidde.
In het uiteindelijk verkregen synthesegas
is de hoeveelheid
CH4
van
groot
belang.De
hierin
aan-wezige methaan is als
volgt
saillengesteld:
1,8
1.6
en
~
1.4
Clz
-w
z
1,2
z
<l:1,0
<i
:r:
~w
~0.8
w
~~
q6
~z
w
u
5
0,1.
,
-,.---u
0,2
-1
5
-FIG UUR
I
TEMPERATUUR IN
oe
T. 850
T. 1000
T. 1050
1
2
3
4
5
6
--~)DRUKIN ATMOSFEER
7
-~---IN DE REACTOR
-16-a. Restant
methaan
na de
reacto~b. CO dat resteert
na
de CO-conversie
c.
CO
2
dat
overblijft na de CO
2
-absorptie.
De overgebleven CO en CO
2
worden
in een
methanisator tot methaan omgevormd, daar CO en
CO~c..
sterke
giften
zijn
voor
de ammoniaksynthese-katalysator.
(li
t1?)
Is
de concentratie
CH
4
in het synthesegas nu te hoog,
dan
zal er bij de ammoniaksynthese veel gespuid moeten
worden.De benodigde hoeveelheid synthesegas zal dan
groter
moeten
zijn, wat
economisch
zeer
on
gunst
i
g
is
(o.a.
door
groter
aardgas verbruik en het groter worden
van
de
gehele
installatie.
Rekening houdend met deze
fact
oren
~oetuit
Figuur
1de
optimale
co
nditie
gekozen worden, door
het varieren van
temperatuur, druk en
concentratie
CH
4in
het eindgas.
Het werken
onder
een kleine verhoogde druk werpt direct
vruchten
af in de
vorm
van een veel kleinere reactor.
De
temperatuur
kan zonder gebruik te maken
vfu~zeer
dure
constructie-
materialen
niet hoger zijn dan 1.OOOoC ,
indien
nog een zekere
veili
gh
eidsmarge
in acht wordt
genomen.
Bij een druk
van
2,0atmosfeer
werd ,
werkend
bij een temperatuur van 1.O
O
OoC
een eindconcentratie
van CH
4
=
0,55
gevonden, wat aanvaardbaar is.
Voor het
proces zijn
dan ook de volgende
omstandig-heden
genomen:
Druk
Temp.
2
atmosfeer
1.0000 C
Na
itereren wordt de hoeveelheid CH4 dan
26 NL.
en
dus X
+Y
=
678
waaruit
volgt
N
2
=
4/3 .678
=
905
Nl
.
Totale volume:
2524
+(905-71)
+2.678
=
4.714
Nliter.
Alles uitgewerkt
geeft
voor de samenstelling van het
gas, dat de reactor verlaat:
'--17-
!
L
A-~j(l.
ft-
t
j , Y"-I ... /.?r""'
<./
...t/ ~ I \ ' ~, c)J-'%
%
gedroogd
gas
ONIA
CH
4 26Nl
0,55 0,67 0,1 ~ ~H
20 867Nl
18,4CO
74ó lü 15,8 19,4 19,2 CO2 204Nl
4,3 5,3 8,0H
2 N 2 1966la
41,6 51,1 50,2 905Nl
19,2 23,5 22,5Ter
vergelijking zlJn hierbij de waarden,
gevonden bij
het ONIA-proces(zie lito 6)
vermeld.
Dat
de
daarbij
gevonden
CO
2
waarde hoger is is niet
verwon-derlijk
gezien de veel lagere temperatuur waarmee
ge-werkt
wordt, n.l.
7500C
Uit
het
bovenstaande
blijkt, dat totaal nodig
per
Nm
3
aardgas:
905Nl
.
N~.In
c..het aardgas
bevindt zich
reeds
71Nl, zodat afkomstig uit de
lucht:
905 - 71
=
834Nl.
Hiervoor is
nodig:
10. 834=
1.041In
.
lucht.ln deze
hoeveelheid lucht
be~indt
zich
~.
1041=
208Nl.
02'zodat nog
eens
extra
aan zuurstof moet worden
toegevoegd:
500 - 208
=
292Nl.
M.a.w.
per
Nm
3
aardgas moet
worden toegevoegd:
stoom
1,00Nm
3lucht
1,04Nm
3
zuurstof
0,29Nm
3Volgens opgave dient de totale productie
aan ammoniak
1.000ton
per
dag
te
bedragen.
Rekening
houdend met de reeds
gememoreerde
spuiverliezen, te
schatten op
1/7
deel, dient de productie te bedragen:
7
~~y~~.)
8/7 •
1.000 = 1.143ton Idag, d.w.z.
1.14J)
17
3
-18
-Nodig
aan
H
2
+CO
/ 1. 14
3.
103
3
2 .17
=
101.103 k.mol
pe
r
dag
of
1,167
k~ol/
sec
.
1
kmol
=
22,4
Nm 3
,
dus
nodig aan
H
2
+C
O
1,167 •
22,4
=
26,1
1:m3
/sec.
Uit
1
Nm 3
aardgas wordt geproduceerd:
1,966
+0,746
==2,712
Nm3
H2
+CO
Dan
is nodig
per seconde:
26,1
=
9.63
I
'
~:n3
aardgas
2,712
Uit
de
reactor
komt dus
per
secon
de
:
CH4
0,25
Nm 3
==11,2
mol
N
2
8,72
Nm 3
=
389
mol
CO
2
1,97
Nm 3
7-=
88
mol
CO
7,18
Nm./
=
321
mol
H2
0
8,35
Nm 3
=
374
mol
H
2
18,90
Nm 3
==845
mol
Totaal
45,37
Nm)
.,,-rfer controle:
H
2
+CO
=
18,90
+7,18
=
26,08 Nm 3
N2
=
8,72
Nm 3
H2
+CO
26,08
= =3,0
N
2
8,72
-19-De 'h'armtebalans
CT.1 de warmtebalans
te
berekerlen dient men
eerst
te weten
bij
welke temperatuur
en
druk
de
reac-tan
ten het proces binnen
treden en bij
welke
temperatuur
en
druk
de
reactieprcducten het
pro
ces
verlaten.
De
intreed-o~standighedenzijn als
volgt gekozen:
aardgas
15°C
40 atm. (hoofdnet)
stoom(water)
100e
Iatm.
lucht
25°C
1 atm.
zuurstof
25°C
50 atm.
Deze
veron
derstel
li
ngen
zijn
vrij
willekeurig
gekozen.
Immers
op een
raffinaderij
b.v. zal
altijd
stoom
aanwezig zijn en
wellicht
ook
perslucht,
zodat de lucht,
stoom
en
evt. zuurstof
onder geheel
andere omstandi
ghed
en
daar aanwezig zijn.
De CO-conversie geschiedt
met behulp
van een
katalysator, bestaande uit oxid
en
van koper, chroom en
zink met een toeslag van aluminium en magnesium.De
con-versie
kan
dan reeds
plaats
vin
de
n bij
een
t
emp
eratuur
van 190°C ,
waarbij
zeer lage CO-concentraties bereikt
worden.
De eindgassen verlaten daarom het door ons berekende
systeem bij een druk van 2 atmosfeer en
een
temperatuur
van 190
0e
Het aardgas, dat bij een temperatuur van 15°C uit het
h
o
ofdnet wordt opgenomen, dient
te
worden ontzwaveld bij
een temperatuur van 40 o e.In
de
volgende tabel wordt de
enthalpie van
het
aargas bepaald bij een druk van 40 atm.,
( J''''~ .• \
waarbij gebruik
wordt gemaakt
van:
:
,
'.Ir-Y,l / : )Bij deze druk dient een druk-correctie te
-20-Hierbij
worden
~etbehulp van grafieken de enthalpie
van
een reëel
gas
(H)
afgelezen bij bepaalde Tred en
P
re
dals
de enthal~ie-
van het biloehorende ideale gas
v(H*)
beker:d is.
De er;.thalpie van aardgas
wordt voornameli
jk
bepaald door
de CH
4en daarom
is
de
druk-correctie
al-leen
voor de CR
4uitgevoer
d
.
Het
CH4
C
2
H
6
C
3
H8
CO
2
N
2
totale
Tkri t. Pkri t
_82
045,6
Voor CH4 zien
we
2261
-
H
1,0
=191
beeld wordt aldus
Invoer
1,51
0,
88
dan
:
dus
H=
2261
met behulp
van
A
q
0(Oo
K)
mol/sec.
(H~
-H
~)
+ -Jlfi
380
•(2,07
15,99)
==10,8
•(2,33
16,52)
==4,7
•(3,21
19,48 )
==4,5
•(2,10
93,97)
==30,5
•(2,97
0 ) =Totale enthalpie
invoer
aardgas
- 191
lit
n*-H
Tkrit •
1,0
=2070
21
:kcal.
-
5.280
150
75
410
+60
- 5.850
cal.
Na
verlaten van
de warmtewisselaar
is de temperatuur 40°C.
Dan krij
gen
we:
Uitvoer
(
HO
_
HO)
+A
H
~(Oo
K)
kcal.
mol/sec
T
°
-,
f~CH
4
380
• (2,42
15,99
)
=
- 5.150
C
2
H
6
10,8
• (2,80
16,52 )
=
145
C
3
H
8
4,7
• (3,89
19,48)
=
72
CO2
4,5
• (2,41
93,97)
=410
N 230,5
• (2,20
0
) = +67
-21-Hieruit volgt, dat door de warmtewisselaar moet
worden toegevoegd per seconde:
5.850 - 5.710
=
140 kcal/ sec.Van het wat~r, dat bij een temperatuur van lOoC het
proces binnenstroomt, wordt eerst stoom van 1,4 atm.
gemaakt bij 1100C en vervolgens in een fornuis
over-verhit tot 300oC.
Voor de stoombereiding Totaal opwarmen: 9,63 1Jm 3
=
Water van 10 naar 1100C verdampingsw. 7.740 3<.0,54 Totaal nodig: is nodig: 430 mol
=
774 kcal 4.180,
,
4.954 kcal 7.740 gram.Dus door de warmtewisselaar moet worden
toe-gevoerd: 4.950 kcal/sec. In het fornuis:
Enthalpie stoom vóór het fornuis: (temp 110o C)
430. (3,06 - 57,11)
= -
23.300 kcal Enthapie stoom ná het fornuis: (temp 300°C)430. (4,65 - 57,11)
= -
22.600 kcal Door het fornuis moet per seconde worden toe-gevoerd23.300 - 22.600
=
700 kcal. De compressie van de luchtUitgegaan is dat de temperatuur na de com-pressie hetzelfde is gebleven als er voor,
n.l.
250C, met in gedachte de veronderstelling, dat de gecompri-meerde lucht van een centrale compressor wordt aangevoerd en onderweg zodanig afkoeld, dat deze de omgevingstempe-ratuur aanneemt. De veronderstelling dat de compressie aldus isotherm geschiedt is natuurlijk onjuist en bij de berekening van de compressor dient daarmee rekeninggehouden te worden.
, , ,
Bepaling enthalpie van de lucht voor en na de compressor:
totaal 10,03 Nm 3 lucht, bestaünde uit 80% N 2 en 20
%
O-22-N
2
358,5
•(2,072
-
°
)=
+744 kcal
°2
~ po, ,,
7
(2,070
-°
)=
+1
86
,
,
Totale enttal
l
J
ie
lucht voor com.";)ressie
+9
30
kcal
t:a
de
co
;:;press
ie
d
i
ent
weer een drukcorrectie
te worden
toefepast ::1et behu
l
D
van
lit
20
*"
T
krit
P
krit
Tred
P
red
H-H
°c
atm
Tkrit
N
2
-147
33,5
2,4
0,3
0,18
°2
-119
50
1,9
0,2
0,15
Dit
geeft dan;
N
2
H*=
2.072 cal
IJ=
2,072-
Tk ·O,1
8
=
2,050
kcal
°2
H~=2
.
070
c
al
Ii=
2,07
0
- Tk ·0,15
=
2,0 4 7 kcal
Voor
de gecomprimeerde lucht
vinden we:
N
2
358,5
•(2,05
0
-
°
)=
+735
kcal
°2
89,7
•(2,047 - °
)=
+185
,
,
totale ent
halpie
lucht na
compressie
+920 kcal
De enthalpiedaling
als gevolg
van de compressie
bedrCtagt:
930 - 920
=
10
kcal
pe
r seconde.
Il
et
smoren
va
n
de zuur
st
of.
Dit moren is veronder
s
teld vlak bij de
ejec-teur en is isenthalpisch aangeno
m
en.
Vóór
he
t smoren
be-draagt bij een
temperatuur
van 25°C de enthalpie bij een
druk van 50 atm. :
*
H' -H
atm
°2
50
Tk Ot
°
r~ C-119
1,0
Dan is de enthalpie van één mol:
2070 -
0,7.154
=
1.
962
Totale zuurstof inlaat: 2,
8
2
Nrn 3
Voor smoren enthalpie zuurstof:
126. (1,962 - 0)
=
1,98
T
krit
0,7
cal
=
1,
96
2 kcal.
=
126
mol
248 kcal
Het smoren is isenthalpisch verondersteld, dus na het
smoren eveneens 248 kcal., bij
een
druk van 1,1 atm.De
hierbij behorende temperatuur is
door
itereren gevonden
en blijkt dan 283
0K te zijn
(=10°C)
Het mengen en gedeeltelijk ook smoren
van de diverse gasstromen in de ejecteurs is eveneens isenthalpisch verondersteld~Voor de ejecteur No I vin
-den we :
Som van de twee stromen: - 5.710 - 22.600
=
-
28.310 kcalNa de menging dient de temperatuur benaald te worden.
Bij 445°K werd gevonden: CH4 380 • (3,79 - 15,99) = 4.635 kcal C 2H6 10,8.(5,10 - 16,52)
=
123, ,
C 3H8 4,7.(7,25 - 19,48) = 58,
,
CO 2 4,5.(3,67 - 93,97) = 407,
,
N2 30,5.(3,10 - 0 )=
+ 95,
,
H20 430 .(3,56 57,11)=
23.090,
,
Totale enthalpie bij 445°K
-
28.313 kcalHieruit volgt dus, dat de temperatuur van
het gasmengsel na de ejecteur 172°C bedraagt.
Voor de tweede ejecteur wordt een identieke
procedure gevolgd.Het totale mengsel bestaat uit:
358,5 mol N
2 en 216 mol 02 terwijl de totale
enthalpie 248 + 919
=
1167 y.cal bedraagt.Na itereren volgt een temperatuur van de gassen, die de
tweede ejecteur verlaten van lSoe.
Voor het berekenen van de
L1
H
bij de warmte-wisselaars na de ejecteurs dient men eerst de ingang
s-temperatuur van de gassen van de reactor te weten. Zoals
reeds bij de massa-balans was vastgesteld is de uitgang
s-temperatuur van de reactor 1.OOOoe, e~ is de
samenstel-ling hiervan bekend.De enthalpie van de uitgangsgassen
kan dus bepaald worden.Deze bedraagt:
CH4 11,2 • (16,57 - 15,99)
=
+ 6,5 kcal N 2 389 • ( 9,38 - 0 )=
+ 3.650, ,
CO 2 88 • (13,87 - 93,97)=
7.055,
,
CO 321 • ( 9,47 - 27,20)=
5.700,
,
H 20 374 • (11,40 - 57,11)=
17.120, ,
H 2 845 • ( 8,97 - 0 )=
+ 7.570, ,
, ,
-24-D
a
ar er
verondersteld
wordt
,
dat·
er geen warxt
e
ui
t
-wendi
g aan de
reactor
wordt
toe- of
afgevoerd
,
mag aan
-genomen
worden,
dat
de
reactor adiabatisch
wer
kt,
m
.
a
.w.
A
H
=
O
.
De
enttalpie
van
de
i
nvoer ligt dus
nu vast,
n.l.
1
8
.
773
k
cal em
met itereren dient de
ingangstem-peratuu
r
bepaald
te
w
or
den. Bij
een
teepe
rat
uur
v
an
973
0K
wordt
voor
de
in
gang ge
vonden:
CH4
3
8
0
•(11,14 -
15,99)
:;:1.840
kcal
C
2
H
6
10,8. (17,
58
-
16
,52)
:;: +11
,
,
C
3
H
8
4,7. (
24
,
60
-
19,48)
:;: +24
, ,
N
2
389
• (7,01
-°
) :;: +2.730
, ,
CO
2
4,5.
(9
,97 -
93
,9
7)
:;:378
,
,
H
2
0
430
• (8
,34 -
57,11)
:;:20.900
, ,
°2
216
(7,30
-
°
)=
+1.580
, ,
Totale enthalpie invoer reactor
18.773
kcal
H
ieruit volgt
dus, dat
de
invoert
empe
ratuur
van de
gassen
in de reactor
700°C
m
oet bedragen.
~1et
behulp van
deze gegevens
is
het nu
ook
m
o
gelijk
de
hoeveelheid
warmt
e ov
er
te dragen door de
warmtewisselaars na de ejecteurs
te berekenen.
De enthalpie van de
gassen
na ejecteur I Ce
draa
gt
~28.313
kcal.De
gas
se
n
worden
in een warmtewis
s
elaar
op-gewarmd tot
700°C
(van
172°C
af).
De
enthalpie zal
hier-door toenemen en
wel tot:
CH4
380
•(11,14-15,99)
:;:1.840
kcal
C
2
H
6
10,8. (17,58-16,52)
:;: +11
,
,
C
3
H8
4,7. (24,60-19,48)
:;: +24
,
,
CO
2
4,5.
(
9
,97-
93
,97)
=
378
,
,
N 230,5.
(
7,01-
°
)=
+214
,
,
H
2
0
430
•(
8
,34
.,..57,11)
:;:20.900
, ,
Totale
enthalpie
na
w. w.
22.869
kcal
Door
de warmtewisselaar dus
over
ged
ragen:
-25-Na de e
j
ect
e
ur voor het lucht-zuurstof
me
ngsel bedroe
g
de totale
e
n
t
h
alpie
p
er sec
+1.167 kcal, bij een
tem
p
eratu
u
r van l
S
o
e
.
N
a de warmtewiss
ela
ar
d
ient de
te~peratuur
7
00
0e
t
e
bedr
a
gen,
m
et ee
n
totale enthal
p
ie:
358
• (
7,01
- 0 )
21
6
•
(
7,
30
-
0
)
Totale enthalpie
lucht-zuurstof-=
=
+
2.516 kcal
+
1.58
0
,
,
mengsel bij ir-voer reactor :
+4.096 kcal
Door de
warmtewi~selaardient
dus te
worden
toegevoerd:
4.096 - 1.167
=
2.
92
9 kcal/s
e
c
De
reactieproducten die
de
reactor verlaten
worden in
de
boven
g
eno
e
mde warmtewisselaars gekoeld.
Daartoe
moet de massastroom
op
de juiste
wijze
worden
verdeeld en
wel
in de
verhoudir.g
5
•
44 4 = 1 ,87
2.919
Is dit het
geval, dan komen
de
producten
na
de warmtewisselaars
weer bij gelijke temperatuur
bij
elkaar.
Deze temperatuur
w
erd als volgt bepaald.
Enthalpie
reactie
Afgestaan
W.W. I
Afgestaan
W.W.
11
Totaal afgestaan
prod.
1.000oe
5.
444 kcal
2.929
, ,
8.373 kcal
Enthalpie reactieprod. na
W.W.
- 18.773 kcal
8.373
,
,
- 27.146 kcal.
De temperatuur van dit
mengsel werd wederom
na itereren vastgesteld en bedroeg 498
o
e.
We
kunnen voor
de
CO-conversie de gassen
af-koelen tot
190°C (zie
terug).Daarom
wordt
nog een koeler
ingeschakeld.
o
Bij 190 e bedraagt de enthalpie van de reactieproducten
31.840 kcal/sec , zodat door
de
koeler nog eens
31.S40 -
27.140
=
4.700
kcal Der sec.
-26-Conclusie warItebalans.
Bi~ een beschuowing van de warmtebalans
van het gehele proces zien we, dat er
een
extrahoe-veelheid warmte dient te worden gesuppleerd, immers:
Warmtewisselaar I
Warmtewisselaar 11
Tot.
toe te voeren Bij de koeler komt vrijTekort over proces
+ 140 +4.950 +5.090 -4.700 390 kcal/sec
,
,
kcal/sec. kcal/sec kcal./sec.Dit tekort moet extern worden toegevoerd,
b.v.
in de vorm van overgehouden warmte bij een anderproces of indien dit niet mogelijk is, met een groter
fornuis (waardoor stoomtemperatuur hoger komt te liggen)
Extra toevoegen van zuurstof in de reactor zal
n
, Ij
-27-Hoofdstuk VI
Phvsische er. c~~~iscte asnecten.
- " ' - - - -
-Reeds in het vorige hoofdstuk zi~n bij het vaststellen var. de maassa en warmte balans de reactie en de thermodyr.a~ica naar voren gekomen en uitvoerig be -handeld.
Over de katalysator dient vermeld te worden, dat deze
bestaat uit nikkel, op een drager van aluminiumoxyde. Deze katalysator is goed bestand tegen de hoge tempera-turen (I.OOOoe), die bij de reactie optreden.De deeltjes
-grootte bedraagt
0,5
m.m. (lit.1
)
Het grote nadeel van de nikkelkatalysator is zijn gevoe -l ighei d voor zwavel. Indien daarom i n het aardgas zwavel-verbindingen voorkomen zal de reactie onmi ddellijk stoppen als gevolg van vergiftiging van de katalysator.Experi
-menteel heeft ~en gevonden, dat het zwavelgehalte kleiner dan I ppm. moet zijn.
Het besctikbare aar dgas (Slochteren) bevat 30 ppm. zwavel verbindinsen.In het proces moet het aardgas dus ontzwa -veld worden, waarvan later in het proces, o.a. bij de
CO-conversie profijt getrokken kan wor~en.
De beschrijving van de ontzwaveling geschiedt in hoofdstuk VII.
Verder is aangenomen, dat de benodigde lucht, zuurstof en het water voldoende zuiver zi~n. lÜleen de
edelgassen die uit de lucht afkomstig zijn hinderen bij de ammoniaksynthese , daar hierdoor een grotere hoeveelheid gas gespuid zal moeten worden dan ,noodzakelijk is.Verwij-dering van deze edelgassen zal echter financieel zeer on-aantrekkel ijk zijn, zodat dit spuien op de koop toe genomen zal moeten worden.
-28-De berekeninp
van
de
appara~~,mr.Be
pali
ng
van de
flurdisatiesnelhe
i
d
.
Cm de
kat
alysa
torde
eltjes
in flurde
toestand
te bren
gen
is een
bepaalde
o
inimu
m
flurdisatiesnelbeid
noodzakelijk.
U~,+,kan
berel=snd
',.;orden doo
r
de
kra::::
ht,
,i •• _i
die het
ga
s op d
e
deeltjes uitoefent
gelijk
te stellen
aan het
ge
wicht van
de
deeltje
s.
Wel m
oe
t dan
in vele
gevallen
een
corre
ctie voor de turbulente
stro
ming
ron
d
een
deeltj
e
aangebracht worden
.
fr'oeven
v
un
.ei.E
.
It'Jhi
tehead en
D.
C.
Der~t(li
t.
IC)hebb
en
uitgewezen, dat de
flurdis
at
iesne
lhei
d
zeker een
een be
paalde
kretische
wa
arde
'J"moet
hebben
o
m t
e
111
bereiken,
dat
alle uitstro
omopen
ingen
goed
werken.
Deze
kritische
wa
arde
u
kan
een factor 2 groter
zijn
ffi
dan de
minimale
flur
d
isati
esne
lheid
U
f'.J~,
Wanneer
de
flurdisatiesnelh
e
id
ee
n
bepa~ldewaarde overschrijdt
zullen de katalysatordeeltjes
uit
het bed
gebl
azan
worden
.
De drie
grootheden
U f'
mU
m, en
U
r;-,axzullen
nu berekend
worden.
Minimale
flurdisatiesnelh
eid
.
Volgens
( lito 11)
de
formule:15C.~1_t) .2. U .. w.fe. •
d c: plaminaire term
E=
porositeit
:
C,46.
kan U
m
f berekend worden met
.
1
7
.-
,,2+ ,
3:J·
Ff • u Hd =(
fs
-
f
f) . g€ • d
P