Veiligheid Duinenkust 1983

I

I

I

I

I

I

I

directie waterhuishouding en waterbeweging district kust en zee

adviesdienst hoorn

I

_nota

_WWKZ-84.H010

I

Veiligheid duinenkust 1983

I

I

I

I

p'tojeclcocfe

I

autElur(s) : _{projekt,groep Vei.lighèid pui.nenkusc} 16 novembe r 1984

datum:

I

bijlagen: 10 s'amenv..'lt·lng:

I

In de "leidraad voor de beoorQeli'ng van de veiligheid van dui.nen als waterket'ïng"

wordt aangegeven hoe aan de bij de Deltawet vastgestel.<le veiligheids'norrtten de duinen als primaire waterkerikg moeten worden getoetst.

De veiligheid v-an de Nederlandse duinenkust is op grond van de sltuat'ie in 1983 bebordeeld. Tevens is de bezwijkkans bepaàld voor 1990, het jaar waarin de werken

"in'het kader van de tlettawet worden a.fgesloten.

Niet overtil langs de Nederlandse kust blijken de duinen het achterland voldo'ende

tegen overstroming te beschermen.

Onderstaande tabel geeft hiervan een overzicht.

I

I

I

I

provincie Kustdeel Raaien Berekende

_*

,!

bezw ijk-kans

Zeeland NoGrderstrand Schouwen 0.74

-

2.84 2,9.10-4 350 No~~dkustWalcheren zie tabel 1, 8.1.0-4 _'25

Zuidkust Walcheren blz. 8 9.10...5

ri

oo

zeeuws~Vlaanderen 1,4.10-3 :f0

3,6.10-5

i

.ZUid-HollaRd Delfland bij Ter Heijde 108~07

-

108.45 28()0 109.20

-

114.88 1.10~3 '100

Noord-Holland Callantsoog 11.45 - 13.40 1,4.10-4 700

Zwanènwatervia Zuid- 16.68 en 17.55 4.10-3 , 1.00 Schinkeldijk ,Ameland 14.00 4.10-3 25 _.

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

§ g datum: _{16 november 1984} 2 bladnr: INHOUD: blz. 1 Inleiding 4 2 Vraagstelling ₆ 3 Werkwijze ₇ 4 Veiligheid duinen 4.1 Zeeland 4.2 Zuid-Holland 4.3 Noord-Holland 4.4 Waddeneilanden 4.4.1 Texel 8 8 10 11 13 13 15 16 17 18 4.4.2 Vlieland 4.4.3 Terschelling 4.4.4 Ameland 4.4.5 Schiermonnikoog LITERATUUR ₃ BIJLAGEN:

1 Leden projectgroep "Veiligheid duinenkust".

2 Beoordeling veiligheid.

3 Veiligheid duinen 1983, Zeeland.

4 Veiligheid duinen 1983, zuid-Holland. 5 Veiligheid duinen 1983, Noord-Holland. 6 Veiligheid duinen 1983, Texel.

7 Veiligheid duinen 1983, Vlieland. 8 Veiligheid duinen 1983, Terschelling 9 Veiligheid duinen 1983, Ameland.

10 Veiligheid duinen 1983, Schiermonnikoog.

<, Reg.nr. 84.441 84.442 84.443 84.434 84.435 84.436 84.437 84.438 84.439

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

§ g behoort bij: nota WWKZ nr. 84.H010 datum: 16 november 1984 3 bladnr: LITERATUUR: 1 T.A.W. ,

Leidraad voor de beoordeling van de veiligheid van duinen als waterke-ring;

Staatsuitgeverij 's-Gravenhage.

2 Ing. P.Roelse,

Notitie WWKZ-84.V319: "Randvoorwaarden langs de Zeeuwse kust ten behoeve van de T.A.W.-leidraad Duinafslag"; Adviesdienst Vlissingen.

3 Ir. E.H.Ebbens en ing. P.Roelse,

Nota WWKZ-82.V017; "Golfrandvoorwaarden duinwaterkeringen in Zeeland"; Adviesdienst Vlissingen.

4 Ing. B. van der Duin, ir. H.O.Rakhorst,

Nota WWKZ-84.H003: "De veiligheid van de duinen bij Callantsoog in 1983";

Adviesdienst Hoorn.

5 Ir. H.O.Rakhorst,

Notitie WWKZ-84.H233: "De veiligheid van de duinen bij Callantsoog en de benodigde suppletiehoeveelheid".

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

§ g WWKZ nr. 84.H010 datum: _{16 november 1984} 4 bladnr: 1 Inleiding

Door de Technische Adviescommissie voor de Waterkeringen (T.A.W.) is de "leid-raad voor de beoordeling van de veiligheid van duinen als waterkering" [1] vastgesteld. Er bestaat behoefte aan inzicht in de veiligheid van de

Neder-landse duinenkust, waartoe deze nota is opgesteld door de projectgroep "Vei -ligheid Duinenkust". Deze projectgroep bestaat uit vertegenwoordigers van de adviesdiensten van het district Kust en Zee van de directie waterhuishouding en Waterbeweging, het C.O.W. en het Waterloopkundig Laboratorium (bijlage 1).

In deze nota wordt de veiligheid van de Nederlandse duinenkust op grond van de situatie 1983 aangegeven. Tevens is de bezwijkkans in 1990, het jaar waarin de werken in het kader van de Deltawet worden afgesloten, bepaald. De project-groep heeft gebruik kunnen maken van de verzamelde data-bestanden van de jaar-lijkse kustmetingen van de Nederlandse kust (het zogenaamde JARKUS-bestand). Op vele plaatsen kan de buitenste duinregel (zeereep) de op grond van de Del-tawet nagestreefde veiligheid niet alleen bieden, waardoor duingebieden gevaar lopen te overstromen. De bezwijkkans van de zeereep wordt gegeven.

Achterliggende duingebieden kunnen in combinatie met de zeereep wel de beoogde veiligheid voor het achterliggende land geven.

Met betrekking tot de in deze nota gebruikte nomenclatuur en notatiewijze zijn twee opmerkingen te maken:

- in deze nota wordt de term bezwijkkans gebruikt, evenals in de inzendbrief behorende bij de leidraad. In de leidraad zelf wordt de term doorbreekkans gebruikt, terwijl men in de praktijk meestal over faalkans spreekt. Alhoewel deze woorden in absolute zin niet hetzelfde betekenen, zijn ze voor deze no-ta gelijkwaardig, omdat ze gebaseerd zijn op een eenduidige filosofie en be-rekeningswijze.

- De presentatie van de bezwijkkans (in keren per jaar) wordt meestal gegeven als bijvoorbeeld 5.10-4• Dit is hetzelfde als een bezwijkkans van

5 1

I

I

I

I

I

I

I

I

-

I

_-I

- , -I !

,

I

!

I

I

I

-,

-

I

I

I

I

§

I

g

!:l

behoort bij: nota _{WWKZ nr. 84.H010} datum: _{16 november 1984} 5 bladnr:

Doordat bepaald is dat de maximaal toelaatbare bezwijkans een factor 10 kleiner moet zijn dan de overschrijdingskans van het ontwerppeil, kan een bezwijkkans van een duin van 5.10-4/jaar

=

1 per jaar vertaald worden

---2.000

naar een waterstand welke 1x per 200 jaar voorkomt, waarbij het duin niet bezwijkt •

Behoudens in de samenvatting, zal de term bezwijkkans in keren per jaar ge-bruikt worden en gepresenteerd worden als bijvoorbeeld 5.10-4•

I

I

I

I

I

I

I

I

-

I

I

I

I

,

I

I

;

I

I

I

I

§

I

g ~ behoort bij: nota WWKZ nr. 84.H010 datum: _{16 november 1984} 6 bladnr: 2 Vraagstelling

In deze nota is de veiligheid van de Nederlandse duinenkust op grond van de situatie in 1983 beoordeeld met behulp van de leidraad. Tevens is de bezwijk-kans bepaald voor 1990, het jaar waarin de werken in het kader van de Deltawet worden afgesloten.

Tevens is bezien:

- waar de gewenste veiligheid door de buitenste duinregel (zeereep) alléén ge-boden wordt en

- waar grotere duingebieden als geheel de zeewerende functie vervullen.

Voor de beantwoording van deze vragen zijn veel basisgegevens benodigd. Naast de beschikbare kustmetingen moeten in principe de duinhoogten over het gehele duingebied bekend zijn. Dit is vaak niet het geval, omdat de jaarlijkse kust-metingen slechts tot de duintop of tot maximaal enige honderden meters over de eerste duintop uitgevoerd zijn. De kustkaarten kunnen verdere informatie ge-ven, doch vaak ook niet voldoende.

Verder zijn bepaalde delen van de duinenkust niet met de leidraad op hun vei-ligheid te beoordelen en zal nader onderzoek plaats moeten vinden. Dit geldt met name voor de duinen nabij stroomgeulen en duinen welke min of meer verde-digd zijn.

Verder geeft ook de leidraad geen objectief uitsluitsel over het al of niet veilig zijn van duinen in het geval dat ver landinwaarts het duin onvoldoende hoogte heeft om het, in de leidraad aangegeven, zogenaamde grensprofiel te kunnen bevatten. Dit is vooral het geval bij de zeewerende duinen van de Wad-deneilanden en aan de landzijde van het Zwanenwater onder Callantsoog. Ge-voelsmatig zijn deze duinen veilig omdat ze honderden meters tot kilometers

landinwaarts liggen en een minimale hoogte hebben van circa 0,5 m boven het rekenpeil (dit is circa 1 m boven het ontwerppeil).

Deze zeewerende duinen worden in deze nota als veilig beoordeeld.

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

Á,

,

I

I

I

I

,

I

I

I

..

I

I

§l'S ~ behoort bUonota _{WWKZ nr. 84.8010} datum: _{16 november 1984} 7 bladnr: 3 Werkwijze

Uitgangspunt is het JARKUS-bestand van het meest recente jaar.

Van dit JARKUS-bestand is een werkbestand gemaakt, waarbij meer landinwaarts raaigegevens (uit voorgaande en/of latere jaren) toegevoegd zijn.

Tevens wordt zonodig een apart werkbestand gemaakt voor de zeereep. Vervolgens is het duinafslagprogramma volgens het leidraadrecept [1] voor iedere hiervoor geschikte raai toegepast. Dit programma levert o.a. de ligging van de

afslag-lijnen en geeft de beoordeling over de veiligheid. Indien een raai niet veilig is, wordt een lager rekenpeil bepaald, waarbij het duin wel veilig is. Dit kan iteratief gebeuren met het duinafslagprogramma met voor het lagere rekenpeil aangepaste randvoorwaarden of direct met een apart hiervoor ontwikkeld pro-gramma, het RPL-programma.

Doordat rekenpeilen direct aan bezwijkkansen gekoppeld zijn, is de bezwijkkans te bepalen.

Deze werkwijze geeft niet in alle gevallen de gewenste resultaten, zoals in hoofdstuk 2 reeds beschreven is. In deze gevallen wordt het beoordelen van de veiligheid aan de "deskundige" overgelaten.

De gegeven bezwijkkansen zijn echter altijd de theoretische bezwijkkansen, dus ook rekening houdend met het grensprofiel.

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

behoort bUo nota WWKZ nr. 84.H010 datum: _{16 november 1984} 8 bladnr: 4 Veiligheid duinen

In de leidraad is aangegeven dat op grond van het advies van de Deltacommissie

over de normering tussen de overschrijdingskans van het ontwerppeil en de

be-zwijkkans een factor 10 dient te zijn.

Conform het advies in de leidraad is dan ook voor de toetsing van de

veilig-heid van de duinen langs Centraal-Holland (tussen Hoek van Holland en Den

Helder) aan de Deltacommissie-norm een bezwijkkans van 1.10-5 per jaar

bepa-lend. Voor de Zeeuwse- en zuidhollandse eilanden en Texel moet volgens de

Del-tacommisie-norm vanwege de economische reductie met een bezwijkkans van

2,5.10-5/jaar worden gerekend en voor de overige Waddeneilanden met een

be-zwijkkans van 5.10-5/jaar.

Zo mogelijk wordt aangegeven waar de gewenste veiligheid door de buitenste

duinregel (zeereep) alléén geboden wordt en waar grotere duingebieden als

ge-heel de zeewerende functie vervullen.

Bijlage 2 geeft enige voorbeelden van de beoordeling van de veiligheid.

4.1 Zeeland

Voor Zeeland Z1Jn in verband met het bankengebied voor de kust apart de

rand-voorwaarden bepaald voor de duinafslagberekeningen ([2] en [3]>.

Bezwijkkansberekeningen zijn alleen daar uitgevoerd waar dit zinvol werd

ge-acht. Deze zijn b.v. achterwege gelaten bij profielen met een gering

zandte-kort, doch waarbij extra veiligheid kan worden toegekend in verband met een

duinvoetverdediging of een achterliggende dijk.

De duinen van Zeeland worden veilig geacht bij een bezwijkkans kleiner of

ge-lijk aan 2,5.10-5/jaar.

Tabel 1 geeft een overzicht van de op bijlage 3 aangegeven mogelijk onveilige

duinvakken, met een beschrijving van die eigenschappen die de veiligheid

beïn-vloeden, en dus in de beoordeling dienen te worden meegenomen. Tevens is in

deze tabel de te verwachten theoretische bezwijkkans in 1990 gegeven.

N.B. de in 1983 en _,1984 aangebrachte kustsuppleties op Walcheren bij

West-kapelle en or)njezon zijn bij de berekeningen meegenomen.

I

I

I

I

I

I

I

I

:

1

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

§g j:l TAbel 1. behoort bUonota WWKZ nr. 84.H010

theoretische bezvijk- opm. kana 1n kerenpIj aar nr. ".n ra.i

t./.raai

datum: _{16 november 1984}

9

1983 1990

bladnr:

beoChrijving

0.74- 2.~ Schouwen Noorderstrand. Duinvoetverdediging tot ca. ~.A.P ••4,2S ~ Aanwe%lg. De-ze geeft vo19~ns .odelonderzoek echter geen reductie van de afslag bij ontver~

eil. Aanzandend kustvek. In 2000 wellicht no enkele raaien onve!1! .. Schouwen Westerban. Zeereep op diverse plaa~6en niet deltavellig. Achter11 9gen-gende duingordel wel delteveillg. Duinterrein op N.A.P.+J,S à4,0 m loopt bij stormvloed 1/300 pIj_ar gevaar van inundatie.

3 8.00- 8.20 3A 9.65- 9.85 4 10.25-11.25 4. oen 13.0 4b13.66 5 15.00-15.20 6 15.30-15.40 6. 15.90

~.lcheren Oranjezon. Enkele diepe atuifgaten In de 1eereep. Achterli9gend te r-rein meestal op ontwerppe11. Tweede ~ulnregel, doch ~oorstromin9 via waterwin

-kanaal mogelijk. ~ustvak stabiel.

en~ ~ulnterrein ruim boven ontwer elI. ~alcheren Watertoren Domburg. Inscharing naast ~uinvoetverdedi9in9. Bewoona duingebie~ loopt gevaar. Achterland op ca. 1 mboven ontwerppeil, dus geen inundatie ~alcheren. Eroderend kustvak.

.alcheren Domburg. Ouinvoetverdediqing aanwezig. ~chterland (bebouwde kom) op ca. ontwerppeil. Wateroverlast doch geen inundatie van Walcheren. EYoderend

ku st.vak,

ensaeval. 8

1 '6.12-17.35 .alcheren golflinks. Lichte duinvoetverdediging a~~wezig. Zal bij ontwerpstorm zeker bezwijken. ~ustachteruit9an9 0 à 1,5mij.

.alcheren Badstrand Westkapelle. Zeereep onveilig, doch breed duinterrein tot N.A.P.+6 à7 m en inlaagdijk van 1944 opN.A.P.+6,70 m. Deltaveilig.

2,5.10-5 2,5.10-5 2) <2,5.10-3 2,5.10-5 8.10-4 3.10-5 2) <2,5.10-5 2,5.10-5 8.10-5 2,3.10-4 1) < 2 ,5.10-5 2,5.10-5 1,4.10-4 1,4.10-4 1) 1)

9 _{Walcheren Westkapelle Erica. Zware duinvoetverdediging tot N.A.P.+9,20 m. In} feite deltadijk met groot zandmassief, dat de kleiafdekking vervangt. Lichte kustachteruitgang. Ter plaatse van beëindiging duinvoetverdediging in 1990 ~aarschijnlijk te zwak.

11 24.~-25.27 ~alch~ren, omgeving kustlicht. Lichte Kustachteruitgang<O,5 -Ij.

25.55 4,3.10-4 1,7.10-3 3) 4,2.10-5 4,2.10-5 9.10-5 9.10-5 1) 1) 2,5.10-5 2,5.10-5 1) 1) 1.10-4 1.10-4 1,5.10-4 3,5.10-4 1) 2) 3 ) 4,3.10-5 4,3.10-5 1,3.10-4 1,3.10-4 1,4.10-3 8.10-5 8.10-5 3) 1.10-3 1.10-3 -, 11. 25.90 12 31.e9-32.30 31.53 13 32.89 14 15 4.50- 4.72 16 10.46-11.00 17 11.62 18 12." 12.41-13.35 19 13.81-14.12 20 14.67-15.14

~alcheren Zout~lande. ~us~achteruit9ang ca. 0,5 mij. In 1990 aansluiting

________________ ~~~u~i~n:_odpeltadijt. waarschijnlijk te %Wak.

~alcheren Vijgeter. Vrij %ware duinvoetverdediging tot N.A.P.+7,OO m. Volgens modelonaer%oek i6 ligging teen tehoog gezien ootgrondingskuil. Lichte kU6t-acht..eruitganq.

Duin in 1990 grensgeval.

Walche~en Nolledijk. Duinvorming in v.m. sluuitqat (1944). Dijk met voo rlig-gend ~uin lijkt veilig. Stabiel kustvak.

Zeeuws Vlaanderen, Oud Breskenspolder. Duin na r~p 1953 tot dijk omgebouwd.

Plan tot deltave~rwaring in gEvorderd stadium. Verder als dijk beschouwen. Zeeuws Vlaanderen, omgeving Groe~5e duin~n. Vrijwel overal achterli99~nde dijk aanweziq. Plan voor deltaverzwaring goedgekeurd. Bij oostelijke aansl ui-tin bIl ft een stuk e~uin over. Stabiel Kustvak.

Zeeuvs Vlaanderen. Tie~~onderdpolder. In 1980~~:nprofiel t.p.v. aansluiting met dijk verzwaa~d. Hoewel kleidijk in duin aa~wezi9, waarschijnlijk toch niet

veilig. Licht eroderend ~ustvak.

Zeeuws Vlaanderen Vlaminçpolder. Licht eToder~~~ kustvAk.

Zeeuws Vlaander~. ~evitte-Oost en Vla~ingpolder. Plan voor deltaverzwaring

~ste~sklaar. Modelonderzoek naar invloed bunkers uitgevoerd. Xustachte ruit-gang ca. 1 mIj. Vooruitlopend op deltaverzwaring duin reeds gedeel~elijk in uitvoering met elders vrijkomend zand.

ZeeuwsVlaanderen Xievitte-West. In 1980 deltaverz~aring uitgevoerd. Hierbij kleidijk ~ot N.A.P.+7,5 m ingebouwd. Gezien ligçing afslagpunt waarschijnlijk veilig. Licht eroderend kustvak.

Zeeuws Vlaanderen Oudelandsche polder. Duin gelegen aan het Zwin. Toeslag op duinafslag en grootte qren&profiel leiden hier tot onevenredig grote aan vul-ling. Heel licht aedimenterend kustvak.

Opmerkingen:

1) Leidraad niet toepasbaar. 2) Rooqte grensprofiel niet aan~zig.

I

I

I

I

I

I

I

-

I

I

I

,

I

,I )

-

_I

I

I

,

I

I

I

I

'

I

§g ::s behoort bl]: nota WWKZ nr. 84.H010 datum: 16 november 1984 10 bladnr: 4.2 Zuid-Holland (bijlage 4)

In Zuid-Holland zijn de duinen van Delfland onveilig. De overige duingebieden

worden veilig beoordeeld.

Voor de kustgedeelten bij de boulevards van Noordwijk, Katwijk en Scheveningen

mag de leidraad niet worden toegepast. Meestal ligt hier landwaarts nog

vol-doende hoog duin, echter niet hoog genoeg om het grensprofiel te bevatten. Bij

superstorm zal hier wel schade aan de boulevards en bebouwing kunnen

optre-den.

In Katwijk zijn momenteel werken in uitvoering om de Deltaveiligheid te

waar-borgen. Achter de onveilige duinenkust van Delfland ligt een onbeduidende

sla-perdijk, welke de bezwijkkans niet beïnvloedt. Van raai 104 tot raai 108

treedt kustachteruitgang op.

Voor Voorne en Goeree gelden in verband met het banken gebied voor de kust

aparte randvoorwaarden. Op Voorne kan de gewenste veiligheid veelal niet door

de buitenste duinregel alleen worden geboden. Er is hier een breed

achterlig-gend duingebied (natuurgebied) aanwezig. Of in het achterliggende duingebied

een zeewerend duin aanwezig is, is onbekend. Op de kop van Voorne vindt

kust-achteruitgang plaats, overigens is er kustvooruitgang te constateren door de

invloed van de afsluiting van het Haringvliet. Op Goeree kan de buitenste

duinregel over een klein gedeelte niet alleen de gewenste veiligheid bieden.

Hier vindt ook kustvooruitgang plaats.

Tabel 2 geeft een overzicht van die gebieden welke theoretisch niet veilig

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

~

I

I

I

I

I

I

I

:1

§

g ~ behoort bij: nota _{WWKZ nr. 84.H010}

datum: _{16 november 1984}

11 bladnr: Tabel 2. Nr. Van raai Bijzonderheden Theoret.l..che be e.. ljk-t/m raai kans/~aar 1983 1990 1 81.00- 81.75 Boulevard Noord..ijk, leidraad geldt niet 2 86.50- 87.50 Boulevard ~at..ijk, leidraad geldt niet 3 99.25-102.00 Boulevard en haven Scheveningen, leidraad

geldt niet, kunstwerken apart beoordelen 4 108.07-108.45

}

2,4-3,6.10-5

109.20-114.50 Delfland 1,6.10-5-1.10-3

114.88 4,2.10-5

5 9.00- 9.40 Voorne, zeereep onveilig in 1983, door 5.10-4 <2,5.20-5

fluppletie in 1985 veilig

10.01- 10.04 Leidraad geldt niet, te sterk gekromde 5.10-4

-

5.10-4

10.801 11.20

}

kUflt 1.10-4

-

1.10-4

6 11.60 Zeereep onveilig? eind 1983 is hier een 7.10-5

suppletie uitgevoerd 6.10-4

7 18.02 Goeree, zeereep onveilig, totale duin <2,5.10-5 <2,5.10-5

veilig

4.3 Noord-Holland (bijlage 5)

De duinenkust van Noord-Holland is onveilig bij Callantsoog ([4] en [5]) en het Zwanenwater. De overige duingebieden worden veilig beoordeeld.

Van IJmuiden tot de grens van Zuid-Holland (Rijnland) kan de buitenste duinre-gel alléén de gewenste veiligheid bieden. Van de Hondsbossche zeewering tot IJmuiden is een breed duingebied aanwezig dat altijd veilig beoordeeld moet worden. Toch komen bij Bergen aan Zee en Egmond aan Zee enige raaien voor met een berekende bezwijkkans groter dan 1.10-5• Dit komt omdat de raailengte in het duin te kort is.

De duinen welke aan zeezijde het Zwanenwater tegen de zee beschermen, zijn niet overval deltaveilig.

af-I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

§ g behoort bij: nota _{nr. 84.H010} datum: _{16 november 1984} 12 bladnr:

slag + toeslag echter in het 2e duin, terwijl het grensprofiel niet in het overgebleven duin past, omdat daarvoor niet voldoende hoogte aanwezig is. Bij raai 16.68 is de theoretische bezwijkkans S.10-3/j, de werkelijke bezwijkkans is kleiner (orde 1.10-3/j), omdat nog een kerende hoogte achter het punt van afslag + toeslag (gelegen op 230 m uit de duinvoet) aanwezig is van circa

N .A.P. + 7,10 m.

Bij raai 17.55 zijn de binnenduinen met een geringe zandhoeveelheid zeekerend te maken. OVerigens bestaat de mogelijkheid dat tussen de berekende raaien in, duinen aanwezig zijn met grotere bezwijkkansen.

De duinen voor het Zwanenwater zullen gedetailleerd onderzocht moeten worden, waarbij wellicht extra raaien gemeten moeten worden.

Landwaarts van het Zwanenwater ligt de 2e waterkering bestaande uit de Zijper-zeedijk en de Zuid-Schinkeldijk, welke met het duin verheeld zijn. In deze dijk zitten enkele lage plekken.

Maatgevend is de toegang tot het Zwanenwater met een hoogte op circa N.A.P. +

3 m. Indien het Zwanenwater overstroomt, zal ook de achterliggende polder kun-nen overstromen. Vooralsnog wordt daarom met een berekende bezwijkkans van 5.10-3/j gerekend.

Bij Groote Keeten valt de lijn van afslag + toeslag in de zeereep. Het

grens-profiel is echter noch in de zeereep noch in het 200 machterliggende 2e duin

of het 400 à 500 machterliggende 3e duin aanwezig. Dit 2e en 3e duin heeft

een hoogte van 6 à 7 m. De duinen worden hier veilig geacht.

Nabij Huisduinen is een raai niet veilig volgens de LeLdr'aad , omdat het

grens-profiel niet aanwezig is. De veiligheid in m2 is echter enorm. Bovendien mag men hier de leidraad niet zonder meer toepassen, omdat er een langsgradiënt aanwezig is en omdat andere golfrandvoorwaarden gelden door afscherming door de Noorderhaaks •

.Van Den Helder tot Egmond aan Zee vindt kustachteruitgang plats, evenals bij Bloemendaal (raai 59.30 t/m 63.00). OVerigens gaat de kust licht vooruit.

Tabel 3 geeft een overzicht van de gebieden waar de zeereep voor het jaar 1983 niet veilig beoordeeld wordt, alsmede de bezwijkkans van de gehele primaire waterkering voor 1983 en 1990.

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

§g Tabel 3.

behoort bij: nota

datum: nr. 84.H010 bladnr: 13 16 november 1984 Nr. Van raai tI..raai

Bijzonderheden Bezwijkkans in keren pIjaar

zeereep totale duin 1983 7.10-4 4.10-4 1.10-4 1.10-2 <1.10-5 1983 1990 1.50 <1.10-5 <1.10-5 B 18.62-20.15 2 2.10- 2.30 3 8.08- 8.89 4 9.09-10.23 5 10.54-10.85 6 11.45-12.65 13.20-13.40 13.60 7 15.65 1 I 16.68 ~ 17.49-17.55

J

9 29.35-29.65 30.25-30.75 31.25-32.75 10 33.25 11 12 38.00 48.75 13 49.50-50.25 lig beoordeeld!

Zeereep onveilig, gehele duin veilig (Callants

-oog) •

Zeereep ls deltakering, onveilig! (Callantsoog). 1,4.10-4

Zeereep is deltakering, onveilig! (Callantsoog). 8.10-5

<1.10-5 Leidraad mag niet zonder meer toegepast worden.

Veiligheid is 1335",2, wordt veilig beoordeeld! Zeereep en kleine duinvallei onveilig.

Zeereep onveilig (Groote Xeeten).

Afslag + toeslag in zeereep, grensprofiel niet

aanwezig ook niet ln2e en 3e duin; wordt v

ei-<1.10-5 <1.10-5 <1.10-5 <1.10-5 <1.10-5 <1.10-5 <1.10-5 <1.10-5 1,4.10-4 5.10-4 8.10-5 1.10-4 <1.10-5 1,7.10-5 <1.10-5 3.10-5 1.10-2 3,5.10-3 5.10-3 4.10-3 6.10-4 4.10-3 2.10-5 3.10-4 <1.10-5 <1.10-5 <1.10-5 <1.10-5 <1.10-5 <1.10-5 <1.10-5 <1.10-5 <1.10-5 <1.10-5 <1.10-5 <1.10-5 <1.10-5 <1.10-5 <1.10-5 <1.10-5 Zwanenwater onveilig! Overstromen Uitlandse

polder via Zuid-Schinkeldijk.

Zeereep en soms 2e duin onveilig; Zwanenwater veilig.

Zeereep en duinvallei.

idem idem

Bergen aan Zee, geen grensprofiel aanwezig,

zeer grote veiligheid (1465 m2).

Egmond aan Zee, geen grensprofiel aanwezig.

Zeereep net veilig (vooruitgaande kust).

Zeereep en enkele duinpannen niet veilig.

Bij raaien 6.68; 14.83; 15.24; 15.85; 26.54; 28.47 en 34.00 is de zeereep ook niet veilig. Het achterliggende duin is wel veilig. Hiertussen ligt alleen een duinpan.

4.4 Veiligheid Waddeneilanden

4.4.1 Veiligheid Texel (bijlage 6)

De veiligheid tegen overstromen van Texel wordt zeker tot 1990 gewaarborgd

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

§g nr. 84.H010 behoort bi]: nota datum: _{16 november 1984} 14 bladnr:

minimale hoogte van N.A.P. + 7 m en een minimale kruinbreedte van 10 m. Vaak is deze deltakering veel zwaarder, bijvoorbeeld bij de Slufter.

Op een aantal plaatsen zal bij een superstorm de zeereep doorbreken en een aantal lage, buiten de deltakering gelegen, gebieden overstromen.

Een overzicht hiervan wordt gegeven in tabel 4.

Tabel 4.

Bijzonderheden _{Bezwijkkans/jaar}

tlm raai Nr. Van raai

van de zeereep

1 9.74-10.33 De vallei "de Geul" loopt onder 2 12.10-12.30 Moksloot en Grote Vlak lopen onder

12.49-14.30 Het Noordvlak en het Binnenvlak lopen onder 3 16.84-17.63 De buitenste duinrij is niet veilig, hoogte

grensprofiel is niet aanwezig, het direct achterliggende duin biedt veiligheid 4 18.33-21.31 Gebied bij De Koog, de dubbele duinrij is

veilig, zeereep is onveilig, waardoor cam-ping niet deltaveilig ligt

5 21.51-23.40 De Buitenmuy loopt onder

6 25.60-27.20 Vallei tussen zeereep en stuifdijk loopt onder

7 27.60-28.20 Parkeerterrein bij paal 28 loopt onder 8 29.00-29.77 Mandenvallei loopt onder

1.10-1 1,3.10-3 5.10-4 4.10-3 6.10.-2 1.10-1 4.10-3

In 1984 is tussen km 18 en 25 een zandsuppletie van circa 3.10-6 m3 aange-bracht. Hierdoor is de bezwijkkans van de zeereep verkleind. Overigens wordt in de duinen veel geschoven.

Over de gehele duinenkust van Texel treedt kustachteruitgang op. Het sterkst bij de koppen, het minste bij de Koog.

I

I

I

I

I

I

I

I

I

-

I

I

,

I

I

-I

I

I

I

I

§g ~

behoort bij: nota _{WWKZ nr. 84.H010}

datum: _{16 november 1984}

15

bladnr:

4.4.2 Vlieland (bijlage 7)

Vlieland bestaat vrijwel geheel uit zandplaat en duinen. Op Vlieland is geen als zodanig aangemerkte deltakering aanwezig. Het gehele duingebied wordt als zeewering beschouwd. Aan de oostkant van Vlieland is een gebied aan te geven dat ook tot 1990 voldoende veiligheid heeft. In dit gebied ligt het dorp Oost-Vlieland en belangrijke recreatieterreinen.

Een overzicht van de onveilige duinen (f >5.10-5) wordt gegeven in tabel 5.

Tabel 5.

Nr. Van raai Bijzonderheden _{Bezwijkkans/j.} van de zeereep 1 40.82-42.66 Kroon's polders lopen onder, ook via

Wad-denzee.

2 43.40-45.72 Achterliggend duingebied loopt onder. 3 46.63-47.72 Achterliggend gebied loopt onder. 4 51.75-54.20 Zeereep van de oostpunt is onveilig.

Zeker vanaf raai 53.46 mag de leidraad niet zonder meer toegepast worden.

3.10-2 3,5.10-2 6.10-3

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

§g ~ behoort bij: nota datum: WWKZ nr. 84.H010 bladnr: 16 november 1984 16 4.4.3 Terschelling (bijlage 8)

Op Terschelling is een waterkerend binnenduin aanwezig met een minimum hoogte van N.A.P. + 6,0 m en een minimale kruinbreedte van 25 m welke de veiligheid te-gen overstromen zeker tot 1990 waarborgt.

Tabel 6 geeft een overzicht van de stukken waar de buitenste duinregel niet al-léén de gewenste veiligheid kan bieden.

Tabel 6. Nr. Van raai t/rnraai 1 6.40 8.40 2 16.00-16.40 3 17.00-18.00 4 18.40 5 18.80-19.00 6 19.40-20.00 Bijzonderheden Bezwijkkans/jaar

Enkele stukjes van de recent ontstane zee- 1,3.10-4 reep welke nog niet veilig zijn. De direct 2.10-3 erachter liggende duinregel is deltaveilig

stuifdijken, waar het grensprofiel niet aanwezig is

7.10-5 Stuifdijk

Stuifdijk, grensprofiel niet aanwezig Stuifdijk, grensprofiel niet aanwezig Stuifdijk

4.10-4 1,6.10-4 4,5.10-4 2.20-3

Bij km 18.00 en 19.20 lopen duinregels naar de binnenkant van het eiland. De mi-nimum hoogte van deze duinregels ligt rond de N.A.P. + 5 m.

De duinen van km 1 tot km 14 worden in de toekomst steeds veiliger, vanaf km 14-steeds onveiliger.

I

·

1

I

I

I

I

I

I

I

I

:

1

I

I

I

I

I

I

I

I

§0 M !=l behoort bij: nota datum: WWKZ nr. 84.H010 bladnr: 16 november 1984 17 4.4.4 Ameland (bijlage 9)

pet grootste deel van de buitenste duinregel van Ameland kan niet alleen de gewenste veiligheid waarborgen. Landwaarts is in het duingebied een deltake-ring aanwezig met een minimale kruinhoogte van N.A.P. + 5,60 m en een minimale kruinbreedte van 10 m.

Vrijwel alle duingebieden tussen de zeereep en de deltakering zullen bij een superstorm overstromen.

Tabel 7 geeft een overzicht van de onveilige raaien van de zeereep.

Tabel 7. Bijzonderheden Maximale be -Nr. Van raai tI'" raai .1 _{1.00- 1.20} 2 2.60- 3.00 3 3.40- 4.00 4 5.00- 5.20 5.4!)-7.40

Onveilig, echter leidraad mag in dit gebied niet toegepast worden, h oog-te in Hollumer Duinen onbekend

Zeereep niet veilig. de gehele westpunt van Ameland bestaat uit een uitgestrekt duingebied. dat deltaveilig wordt verondersteld

Grensprofiel niet aanwezig. duinen hebben zeer breed voorland

Grensprofiel in zeereep niet aanwezig. ook niet in de 200 m meer lan d-~aaTts liggende 2e kering.

Gebied van de Lange ~Jinen niet veilig.

5 9.00 Onveilig. instroming tot Ballumer Stuifdijk mogelijk

6 9.40-11.20 Onveilig. instroming tot Ballumer Stuifdijk en Z~anenwater stuifdijk

7 11.40-13.20 Instroming tot MOchdijk. de Nesser- en Briksduinen voor zover gelegen

onder S.V.-peil lopen onder.

Achter de raai met de grootste bezwijkkans ligt een camping

8 14.00 Tweede duin is deltakering. hier met minimale hoogte van N.A.P. + 6,00 m 9 15.20-16.60 Buurder duinen niet veilig. onder de Buurder duinen loopt de deltakering.

welke onder raai 18.6~ aansluiting heeft op de Kooid·uinen. Het ligt in

de planning in 1985 de Kooiduinen ook deltakerend te maken.

10 17.0Q-21.00 Op enkele raaien na is de stuifdijk niet deltakerend

zwijk'kans/jaar 1,7.10-2 4.10-2 6.10-3 3.5.10-1 3.5.10-1 4.10-4 5.10-) 2.5.10-2

De deltakering van Ameland heeft niet voldoende hoogte om volgens de leidraad deltaveilig te zijn. In de meeste gevallen ligt de deltakering ver landin

-waarts en wordt daarom zeker tot 1990 veilig verondersteld. Bij raai 14.00 is de deltakering het ruim 100 m achter de zeereep liggende tweede duin. De pun-ten van afslag en afslag + toeslag liggen i~dit tweede duin, het grensprofiel is niet aanwezig. De bezwijkkans is hier 4.10-3/jaar en in de toekomst groter.

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

,,

'

I

I

.

1

-

I

I

I

I

I

:

1

§

0 '" ::l behoort bU: nota WWKZ nr. 84.H010 datum: _{16 november 1984} 18 bladnr: 4.4.5 Schiermonnikoog (bijlage 10)

Schiermonnikoog heeft door het bevorderen van aanstuiving in het algemeen voor-uitgaande duinen.

Er is een hoog binnenduin aanwezig (circa N.A.P. + 10 m); dit duin heeft een la-gere uitloper (circa N.A.P. + 6 m) welke aansluit op de oostzijde van de Wadden-zeedijk.

Tabel 8. geeft een overzicht van de onveilige delen van de zeereep. Tabel 8.

Theoretische

be-2

Nr. Van raai Bijzonderheden

t/m raai _{zwijkkans/jaar} 1 1.06-1.40 Leidraad niet toepasbaar; grensprofiel niet 3.10-2 tot 3.10-4

aanwezig. Landinwaarts ligt de Waddenzee-dijk. Veilig beoordeeld

3.60 Grensprofiel net niet aanwezig; grote vei- _6.10-5 ligheid namelijk 831 m2

Grensprofiel niet aanwezig; 300 m breed duin boven rekenpeil; grote veiligheid (835 m2). Veilig beoordeeld

5.20-7.00 Grensprofiel niet aanwezig; raaien 5.40; 3 4.80

4

6.00 en 6.40 zijn veilig; grote veiligheid aanwezig (400-940 m2).

7.20-9.60 Recente stuifdijk 5

. In het beschouwde gebied van km 1 tot km 10 worden de duinen steeds veiliger. Zeker tot 1990 worden de duinen veilig beoordeeld.

I

I

I

I

I

I

I

I

_;

I

;

1

I

I

I

I

_I

I

I

I

I

I

§0 '" ~ behoort bij: nota WWKZ nr. 84.H010 datum: _{16 november 1984} 19 bladnr:

Leden projektgroep "Veiligheid Duinenkust"

Distrikt Kust en Zee, Vlissingen ing. P.Roelse ir. H.J.Verhagen*

ing. J.F.P. de Beukelaer ing. B. van der Duin ing. P. van der Molen Distrikt Kust en Zee, Hoorn

ir. H.D.Rakhorst (+ vanaf 1 november 1984) Distrikt Kust en Zee, Hellevoetsluis: W.Visser

Distrikt Kust en Zee, Den Haag R.Nolten

dr. J.Bruinsma* (+ tot 1 november 1984)

Centrum Onderzoek Waterkeringen Waterloopkundig Laboratorium

ir. C.J.Otten (tot 1 oktober 1984)

mevr. ing. G.J.M.Nijland (vanaf 1 okt. '84) ir. D.Dillingh*

ir. P.Vellinga* (tot 1 september 1984) ir. J. van OVereem (vanaf 1 september 1984)

*lid TAW-5 +projectleider

I

I

I

REKENPEIL

I

I

·

1

I

I

I

I

I I I

APH LT ;ofslog+toeslog

I;;

r~~t 1

st 2..; BEOORDELING: VEILIG

BEZWIJKKANS

<

1.10-5 hootdrooi

I

MIN.GRENSPROFIEL PAST NIET IN ZEEREEP BEOORDELING: ONVEILIG

BEZWIJKKANS> 1.10-5

REKENPEIL BIJ f =1.10-5

min.

I

I

hoofdrooi _{londwoorts~ begrenzing}

_I

_/

...

-

....

_\

bes tcnd

---i.~1

I \

[...

...

-_./

r-\

I

rnin.çrens- .; \ protiel I ,\

I

_{REKENPEIL BIJ f = 1.10-5}

I

I

I

BEOORDELING:TOTALE DUINEN VEILIG ZEEREEP ONVEILIG BEREKENDE BEZWIJKKANS > 1.10-5

rnin.gre nspr otiet

~\

.. Deltokering"

BEOORDELING:TOTALE DUINEN VEILIG ZEEREEP ONVEILIG BEREKENDE BEZWIJKKANS >1. 10-5

I

rijkswaterstaat

directie waterhuishouding en waterbeweging district kust en zee - adviesdienst hoorn

nota WWKZ-8L..H010 bijl. 2

qec.

f

!;

'

proj.nr. H81..09 A schaal

'

.

''

.

1

~N~O~O~R~D~Z~E~E~-~K~U~S~T~V~E~R~D~E~D~I~G~IN~G~---;gez.

BEOORDELI NG VEILI GHEID _akk.

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

/-

c

--.

/~V

.,

~

~

~ -==:::::2- / ---ZEEREEP \_~ .IVllAM '... \ \

\ duinvoetverdediging

hooggelegen achterland (l ,, I' \ .. E " z u D • E -I. 1.5.10

f"""""":',:,,·.l VEI LI G VLGS LEIDRAAD bSSSSSSSS'1 LEIDRAAD NIET

rijkswaterstaat

directie waterhuishouding en waterbeweging district kust en zee - adviesdienst hoorn

.A4 nr. 84.1.42

gel.

0~

nota WWKZ-84.H010 bijl. 3

geco~i.~: proj.nr. H 81..09 A

NOORDZEE - KUSTVERDEDIGING

~~~~~--~~~~~~~---1gez.

VEILIGHEID DUINEN 1983. ZEELAND

(SCHOUWEN1982)

schaal akk.

I

I

I

I

I

I

I

₁

I

I

i

-

I

,1 .~

I

I

I

I

I

I

I

I

,

SosSl'nhel

+

Wassenaar _',////,. voorscnoten

-

s

f =3,6.10 ,/

r

-_

- <, l.. <, ZUID _ HOL LAND

•

+

Vo orne _ Put ten

• EXCLUSIEF SUPPLETIE 1983

I

~

ONVEILIG

~:':':':

_.

'

:':':':':':':i

_l,..

_,

~:~~:EP ONVEILIG; TOTAL

DUIN VEILIG

I

rijkswaterstaat

gel,

0l.

nota WWKZ-8L..H010 bijl.

directie waterhuishouding en waterbeweging ----~ -district kust en zee

_-

adviesdienst hoorn gec.

p!!

proj.nr. H8L..09 A

NOORDZEE - KUSTVERDEDIGING

schaal gez.

VEILIGHEID DUINEN 1983. ZUID -HOLLAND _akk.

I

I

I

I

I

I

I

I

:

I

1

~

'l_,.!

I

I

I

I

I

·

1

I

'.

I

I

·

1

-4 1.10 1.10- 2 7.10-3 ONVEILIG: 1.4.10-4 in zuid -schinkeldijk .zwanenwater

NOORD-HOLLAND

-3 3.5.10 "" schoort alkmaar -4 3.10 f. hoorlerp ,~- \ VEILI G BIJ f = 1.10- ~ REKENPE IL NAp· 5.50 t/m NA.P· 5.76m ONVEILIG ,·.·.·.·.·.·.·;·.·.·;·;·.·.·.1VEI LIG

i

.

.

...:

.

.

:

.

:.!

.

:.

:

.:

.

:

-:-:

J

ZEEREEP ONVEILIG; TOTALE DUIN VEILIG

~

i

~

r#(d:A~~

/~tfmsterdGm','J @':'11~t~r};;

/l;~~/'.'" '

;~ i.~ zandvoort' .' " " !

,

<, get. _{nota WWKZ-8l..H010 bijl. 5} pr oj.nr. H8l.09A gez. schaal akk. _{AI. nr. 81..l.31.}

rijkswaterstaat

directie waterhuishouding en waterbeweging

district kust en zee - adviesdienst hoorn

NOORDZEE - KUSTVERDEDIGING

I

I

I

I

i I

,

I \

I

I

,I

I

•

I

I

_'

_i

~

I

I

..

;

'

1

.I_,

'I

I

I

i

I

I

<,

:

1

:

1

T EX E L

DELTAKERING min. hoogte NAP. +1m

min. kruinbreedte lOm

VEILIG BIJ f =2.5.l0-5;j

REKENPEIL NAP.+5.35m ZEEREEP ONVEILIG

.VEILIG

DELTAKERING

F···d

rijkswaterstaat

get. nota WWKZ-8t.HO10 bijl. 6

directie waterhuishouding en waterbeweging

i).

district kust en zee - adviesdienst hoorn geco

J(I;

:

proj.nr. H84.09A

NOORDZEE- KUSTVERDEDIGING

~~~~~--~~~~~~~---;gez. schaal VEILIGHEID DUINEN 1983. TEXEL

I

I

I

I

I

I

I

I

I

1

I

I

I

I

I

.,

I

I

I

I

I

VLIELAND

-2 3.10 BIJ SUPERSTORM VEILIG GEBIED -2 3.10 VEILIG BIJ f = 5.10-5

.1

;REKENPEIL N.Ä.P.+5.15m ZEEREEP ONVEILIG ZEEREEP VEILIG t·.·.·.·.·.·.·.·.·.·.·.·.·.·.1 <, get.

(j)

_{nota WWKZ-84 HO10 bijl. 7} qec.

;4

'

_{proj.nr. H84.09 A} gez. schaal akk. A4 nr. 84.436

rijkswaterstaat

directie waterhuishouding en waterbeweging district kust en zee - adviesdienst hoorn

NOORDZEE - KUSTVERDEDIGING

I

I

I

•

, I

I

I

I

,

I

I

. .1

I

I

I

I

1

I

I

I

I

I

TERSCHELLING

- 5/

VEILIG BIJ f

=

5,10 Ij ;REKENPEIL N.A.P+5.25m ZEEREEP ONVEILIG VEILIG WATERKEREND BINNENDUIN MIN.HOOGTE N.A.P.+ 6m MIN,KRUINBREEDTE 25m F,····;.···'·:·...·· :.J t:··:···... ':1

rijkswaterstaat

directie waterhuishouding en waterbeweging

district kust en zee - adviesdienst hoorn

get.

0

cft.

nota WWKZ-84HO10 bijl. 8

geco

f

é.~

pro).nr. H 84.09 A

NOORDZEE - KUSTVERDEDIGING

r-~~~~--~~~~~~~~---~~gez. _schaal

VEILIGHEID DUINEN 1983, TERSCHELLING

I

I

I

-3 ::::;3.10

AMELAND

-2 6.10

I

'

1

-3 4.10 -2 2.5.10 -3 5.10 -4 4.10 -1 3.5.10 ·i

I

-3 6.10

'

1

-2 4.10 -2 1.7.10

VEILIG BIJ f =S.10-l'j ;REKENPEIL NAP.+S.55m ZEEREEP ONVEILIG .

I···.·.·.·.·.·.·.·.·.·.·.·.·VEI.·! LIG

f:-::::::.:: • .............• :..::.::::::::.:.1 DELTAKERING min.hoogte N.A.P+S.60m

min.kruinbreedte lOm

.1

I

I

rijkswaterstaat

directie waterhuishouding en waterbeweging

district kust en zee - adviesdienst hoorn

gel.

W

.

nota WWKZ-84.H010 bijl. 9

/Î/ H 8 0 geco 1fh proj.nr. 4. 9 A

I

NOORDZEE - KUSTVERDEDIGING ~~~~~--~~~~~~~~---~gez.

I

schaal

VEI LIGHElD DUINEN 1983. AMELAND

I

I

I

I

'.1

•

·.1

~

I

·

1

.

1

I

I

r

I

i

I

I

I

SCHI ERMONNIKOOG

-1 3.10

•

•

•

•

-Sj

VEILIG BIJ f: 5.10 /s.REKENPEIL N.A.P..+5.60m

ZEE~EEP ONVEILIG VEILIG BINNENDUIN I kruinhoogte co. N.A.P.+ 10m I BINNENDUIN Ikruinhoogte co. N.A.P.+ 6 m )

,

.

;

....;;;;;;;;;;;;;;, 1::-:.:... ::·:-:-:1 CJDDOIJ

rijkswaterstaat

directie waterhuishouding en waterbeweging district kust en zee - adviesdienst hoorn

nr. 84.439

get.

Q[P

.

nota WWKZ-84.H 010 bijl. 10

geco

/d

.

j

·

proj.nr. H8L..09 A

I

r-~~~~--~~~~~~~---~gezNOORDZEE - KUSTVERDEDIGI NG . schaal VEILIGHEID DUINEN 1983. SCHIERMONNIKOOG