• Nie Znaleziono Wyników

Melaminebereiding uit ureum volgens BASF-proces

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Melaminebereiding uit ureum volgens BASF-proces"

Copied!
76
0
0

Pełen tekst

(1)

,

..

~~" c . . ,

laboratorium voor

Chémische

Tec~nologie

Verslag behorende bij het processchema

van

onderwerp:

(2)

. ,

(3)

"

volgens

de

door de

BASF

uitgevoerde

methode,wat

inhouilieen

lage druk proces dat

uit~evoerd

wordt

in een fluide bed

bij 400

0

C.De

melamine wordt hier

niet uit de

gasstroom

ge-wonnen

door quenchen

met water,rnaar

door

koelen

met een

gasstroo~.Op

deze manier ontstaat vrijwel zuivere melamine

dat

geen verdere zuiverinc=; behoeftC99,9

%

zuiver)T

De

ont

worpen

fabriek heeft een capaciteit van 30 000 ton

melamine per jaar

en

gebrui~t

als

lrondstof ureum.

Aangezien ook weer een mengsel van ammoniak en kooldioxide

wordt gespuid is

het gunstig

om

een

ureumfabriek bij

.

deze

melamine

plant

te hebben.De

gunstigecconomie

van djt

proces

steunt dan ook voor een deel op

de

integratie van melamine

en ureumsynthese.

Voor

zover

de

vele

patenten

dit

toelieten is de

appara-tuur

gedimensioneerd.Het

blijkt dat twee reaktoren die

paralel

geschakeld

zijn

vel~

voordelen bieden boven

~én

grote

reaktorCo.a.betere

warmteoverdracht,kleinere

gasvo-lumes,dus

kl~inere

leidingen nodig).

In eerste instantie lijkt dit proces

gemakkelijker

te

reali-seren te zijn

dan

het DSM proces,dat een veel

ingewikkel-der

melamine winnings

en zuiveringssysteem heeft.Het is

echter moeilijk om uit

de

opgaven van de fabrieken

goede

verGelijkingen tussen de processen te trekken. Voor een

goede

vergelijkingsmogelijkheid is dan ook een

proces-voorontwerp

volgens

het DSM proces noodzakelijk.

(4)

I

Inhoudsop

p;

ave.

Hoofdstuk

H I

Inleiding

H 11

HIlI

H IV

H V

Uit~angspunten

voor

het

ontwerp

A)externe

gegevens

B)internegegevens

Beschrijving

van

het

proces

Procescondities

l' )Thermodynamica

2)Reaktiemechanisme

3)Nevenreakties

4)Katalysator

Massa en warmtebalans

blz.

1 2 2

3

5

8 8 1: 1 12

14

16

H

VI

H

VII

Apparaatkeuze

en berekening

38

H

VIII

Beschrijving

en

vergelijking van

enige

in

de

industrie toegepaste melamineprocessen

50

Economie

van de verschillende processen

56

S y:iTI bol en 1

ijs

t

Literatuur

58

60

(5)

"

f

Hl Inleidinp;.

Melamine

(2,

4,6

triamino,1,3,5 triazine)begint dankzij een

veel goedkopere produktiemethode een steeds belangrijkere

grondstof voor de kunststoffen industrie te worden.Het is

een

vaste kristallijne stof,die smelt bij 355°C en in

op-lossing zwak basisch is.(lit.t)

,/'

Met formaldehyde reageert het melamine tot een kunsthars,

die

gebruikt wordt

voor het maken van

o.a.

spaander en

board-.,~f''''''~

platen

met een speciaal

oppervlak

,plastic

schalen,pers-'.'IJ) massa's,la~ken

en houtlijmen.Ook in de papierindustrie en

,~

in de textiel

vindt het toepassing.(lit.2)

De

produktie,die in t965 160.000 ton/jaar

bedroeg(voor-namelijk in Amerika,Japan en Duitsland)vertoont bijna

overal

een

sterke stijging:voor

Nederland

wordt de

ver-koop dit jaar

geschat

op

1500-2000

ton per jaar,in

Enge-land

is dit 6500 ton,in

West-Duitsland

(

BASF

)25000

ton en

in de U.S.A is dit 80.000 ton per jaar.De produktie-groeit

danook met zo'n 12% per jaar.(lit.6)Dit komt ook tot

uit-drukkin

g

in de capaciteiten van de nieuwe fabrieken: in

1966

werkte men

met

een fabriek van

maximaal

10.000 ton

per j&ar,terwijl

nu

fabrieken van 30.000 ton per jaar

ge-reed zijn

(o.a.

DSM,American

Cyanamid,Kashima)(lit.3),waar-bij

de lagedruk processen over het algemeen voorop lopen.

Deze

ontwikkeling is voornamelijk te danken aan het feit

dat nu

pr

oces

sen

kunnen worden gebruikt

die

van ureum als

grondstof

uitgaan,hetgeen een

v~el

goedkopere bereidingswijze

is dan het vroeger bekende proces via calciumcyaanamide.

Een kostenvergelijking

voor

de twee processen komt uit op

• ,. \ f

f\l,\;-··.·\:/

114

eenheden voor het dicyaanproces en 101

voor 't

ureüm-..

.

,~.,:!

proces. (li

t. 4) (

Hier

is uitgegaan van een

hogedrukureumpro-"

,

p

~'~

;

ces,

bij lagedruk is het ureumproces nog gunstiger). S

taats-\\

.".

'/

mijnen

clai

mt

voor

't

melamine

slechts een prij s

van 10

t

.V \

,;l"'~;v~.;'-

per pound.(lit.5)Fer

1

januari 1'971 heeft DSM de prijzen

met

.\~~.

\'t'·

5-10% verhoogd. Ook de buitenlandse concurrentie verhoogt de

'lf'':'\ ~

prijzen.(lit.6)

.... \ \./J1A,/I1 \ j lA , 1 " \ , " L \ I i . l'~-:: , \

(6)

"

..

r,

,

A)Exierne

gege~ens~

Bij

dit voorontwerp

is

uitgegaan van

een

fabriek zo

a

ls ze

de laatste jaren

worden

gebouwd, dus meteen capaciteit van

on

g

eveer 30.000 ton melamine

per

jaar.Bij

een aantal

be-drijfsdagen van 300 per jaar(7200 bed

r

ijfsuren)komt dit

~~~

.... ~._, !J (

- " r ~,

neer op een productie van 100 ton melamine per

dag. '-~ ~

Als

grondstof wordt

ureum gebruikt,zoals dat

uit ammoniak

en kooldioxide wordt

gemaakt

via het carbamaat.Er is hier

verondersteld dat dit ureum volkomen zuiver

is.

Voor een

goed

draaiende melaminefabriek is di t

ge~n string~nte

eis

:O~k \0,~,

)J~k.z.'~~'-ureum dat als kunstmest wordt

gebrulkt(dus

nlet volledlg

~v-zuiver)kan

als grondstof

toe

g

epast

worden.

~

De zuiverheid

wordt

voor

alle moderne

proce

ss

en

opgegeven

als

groter

dan

99,9

%,wat op

Een

volkomen zuiver

eindpro-duct wijst.Door de verkoopkantoren

wordt algemeen

de

vol-gende

specificatie

van de

geleverde melamine

opgegeyen:

melamine

>

99

s

9

%

arnmeline e.d •

<

'

0,01%

niet in water

op-losbare stoffen

<

0,01%

as

<0,01%

ureum

<

0, 01%

water

natrium

<0,05%

4ppm

ijzer

4ppm

Behalve koelwater en

koellucht

voor de verschillende

warmtewisselaars ,is in deze fabriek ook veel stoom nodig

aangezien

het

ammoniak-kooldioxide

mengsel

niet beneden

de

sublimatietemperatuur

van

het

carbamaat mag komen,want dit

zou onmiddellijk verstopping

geven.De

leidingen moeten dus

getracerd worden met stoom.

Een aparte

voorziening vereist de reactor.Deze moet n.l.

extra verwarmd

worden.Doet men

dit via de buitenwand,dan

zal een

ge

s

molten zoutmengsel of

zelfs

een gesmolten

na-trium/kaliu

m

men~sel

nodig zijnCzie

flowschema).Aangezien

het

toepassen van

deze

laatste oplossing in de praktijk

ook

zeer speciale

(t

echno

lo

gische

)moeilijkheden oplevert,

is

het aanle.:;gen van een_binnenverwarming

via pijpen

(7)

..

-schien

een goedkopere

oplossin

g

,die in de industrie

danook

wordt

toegepast.(DSM~Binnen

en

buitenverwarming

zijn

na-tuurlijk te combiner

en

,b.v. door te

ge

lij

ker

tijd

buiten

op

de reactor branders te

zetten.(zie

verder bij berekening

apparaten)

Bllnt~rne_g~6~v~n~.

De belangrijkste

gegevens

van de in het proces voorkomende

stoffen worden

hieronder

weergegeven.De stoffen

zijn:grond-stof ureum,hulpgas

en

reaktiebijprodukten:a~noniak

en

Kool-stofdioxide,tussenprodukt:isocyaanzuur,eindprodukt:mel&~ine

(lit.7,8)

ureum

ammoniak

kooldioxide

isocyaanzuur

melamine

ureum

ammoniak

kooldioxide

isocyaanzuur

melamine

Mol.gew.

dichtheid

g.

k 6

/m

3

60,06

1330 (298

0

K)

1

:

7,03

0,771 (273

0

K)

44 , 01

-7

1 , 977 ( 273 oK )

43,O

~

_~

~

980K)

126,12

1573 (298

0

K)

SO HO

J/moloK

KJ/mol

298

0

K

298°}\

1-04,6

-333,1

192,5

- 46,19

213,6

-393,51

238,1

-123,7

149,1

- 71,67

smeltpunt

oe.

1:33

-80

GO

J/mol

298

0

K

-660,8

- 65,6

-1323

594

sublimatiepunt van

melamine:

354

0

e/

sublimatiew

a

rmte van

melamine:

121,8

KJ/mol.

smeltwarmte van ureum: 14,52

KJ/mol.

soortelijke warmten(c

p

)(lit.7)

J/moloK

298

0

K

400

0

K

500

0

K

6000K 700

0

K

ammoniak

35,52

38,53

41,65

44,73

47,91 zie

graf.B

kooldioxide

37,12

41,31

44,61

47,31

49,55 zie

graf.C

(8)

20

K 40

K 60

K

K

ureum

5, 1

1:8,07 28,4

35,7

41,3

melamine 5,1

19,4 34,18

46,23 56,57

80,79

105,9

155,9

ureum:zie grafiek Ajmelamine:zie grafiek D

(ti.~3)!>6)

De Cp waarden zijn in grafieken .uitgezet tegen de

tempera-tuur en

w~ar

nodig geextrapoleerd,zodat voor elke

tempera-tuur deze waarden direkt konden worden afgelezen(zie bijlagen)

Katalysator:hieryoor wordt

g

ebruikt het tA1203.Dit kan

wor-den bereid door verhi tten van aluminium (!lydr )oxide onder

waterdarnpdruk tot 400

0

C.(lit.9)Men verkrijgt dan een

struc-tuur met een inwendig oppervlak van 80 -150 m2/gram,die

als voordelen een zeer goed melaminerendement en een lange

levensduur heeft.Bovendien bestaan er procedures die het

mogelijk maken om de katalysator in de reactor te maken(lit.

10) •

eigenschappen:

mol. gewicht: 101,9

dichtheid

:3965 kg/m3

inw. oppvl. :80 -i50 m2/g.

deeltjesgrootte:tussen 0,1 en 0,5

mmo

Fluidisatiegas:als fluidisatiegas werd een mengsel van

am-moniak en kooldioxide gebruikt in de verhouding van:

mol

NH):

moiC0 2

=

2 :1

corrosieaspekten:Vloeibaar ureum is een uiterst corrosieve

vloeistof.Er kan in dat deel van de apparatuur,waar

vloei-baar ureum voorkomt danook niet met gewoon

kool~tofstaal

of lowcirboristeel worden gewerkt.De moeilijkheden zijn

vrijwel volledig op te lossen door f

·

t gebruik van roestvrij

staal(18-8-Cr-Ni staal) en het toevoegen van enkele ppm.

zuurstof.De corrosieve werking van het

ammoniak/kooldi-oxidemengsel is beduidend minder,maar aangezien in een deel

van het proces ook vaste melaminedeeltjes worden

meege-voerd moet worden

.

gelet op gecombineerde corrosie-erosie

problemen.(lit.11)

(9)

ij 111 Beschrijvin~

van

het proces.

(gegevens over temperatuur en druk

worden

hier

niet

ver-meld,aangezien

deze gemakkelijk

op het flowschema zijn af

te

lezen~

De

grondstof,vast

ureum,wordt toegevoerd aan

het smeltvat

V1,waaruit

aan

de andere

zijde

een- stroom

vloeib

aa

r ureum

wordt

gepompt.Het grootste gedeelte

van

deze stroom

(2)

gaat

als

wasvloeistof

naar de

scrubber

T7,die later zal

wor-den beschreven. Een

klein gedeelte

van deze

stroom

echter

wordt als voedins de

reactor R3 ingepompt

en da

a

r in het

fluid bed gesproeid.Dit fluid bed,dat bestaat uit

kataly-satordeeltjes van aluminiumoxide,wordt gefluidis

e

erd door

een ammoniak/koolzuur

m

engsel,dat via verhitter

Hl0

en

compressor C9

wordt aangevoerd.

In de reactor reageert het ureum in de

gasvorm,waarschijn-...

---

--

... ---...

lijk via isocyaanzuur,onder

afsplitsing

van ammoniak en

koolzuur,tot

melamine.Deze

reaktie vraa

g

t een flinke

hoe-veelheid warmte,die het fluidisatiegas alleen niet

kan

leveren,vooral omdat de temperatuur niet boven

4000

C mag

komen

i.v.m.

de vorming van on5ewenste bijprodukten

zoals

melam,melon e.d.Het is daarom

nodig

dat het bed

wordt

bij-verwarmd.ln dit

geval

is voor een buitenmantelverw

a

rming

gekozen,die door een

gesmolten zout-

of

natrium/kaliummeng-sel

wordt

v~rwarmd.Andere

oplossingen zijn echter ook

mo-gelijk(zie blz.2)

De produkten

gaan

in

gasvorm

met het fluidisatiegas over

de top van de reactor,via warmtewisselaar

H13,die

het

even-tueel gevormde nevenprodukt condenseert.Verontreinigingen

en meegekomen katalysatorstof kunnen worden afgevangen in

filter

M4.

Hierna

gaat het

mengsel de afscheider H5 in,waar

gekoeld

wordt

met

een (relatief)koud

gasmengsel(NH

J

/C0

2

)dat

be-neden langs de

wand

tangentiaal

wordt

ingevoerd.Het

mela-mine

(d~)sublimeert

in fijne kristallen,die met het

grote

gasvolume

onderuit

H5

naar een cyclonenbatterij

worden

ge-voerd.Hier

wordt

de

melamine

afgevangen,indien nodig

no~

gekoeld en

opgesla5en.

(10)

afkornstig,in het gas wordt gesproeid.Dit gebeurt in

gelijk-stroom om de drukval zo klein mogelijk te houden.Door te

sproeien ontstaat toch een goed contact tussen vloeistof

en gas.Nadat het gasmengsel op deze mannier gezuiverd is

van resten melamine en isocyaanzuur en bovendien gekoeld

is tot 140

0

C,g

8at het via ontluchtingsvat V8 naar de

com-pressor C9 die het

~asmengsel

weer door de installatie moet

sturen. Voor de compressor wordt een klein gedeelte van het

gasmengsel gespuid, omdat immers bij de reaktie ammoniak

en kooldioxide gevormd worden.Deze gespuide hoeveelheid

gas kan men b.v. weer gebruiken in een ureumfabriek.

Uit de compressor C9 komt het gasmeng

sel met een flinke

temperatuurstijging.De stroom wordt hier gesplitst:Het

grootste deel moet dienen als koelgas voor de afscheider

H5.Daarom moet het eerst weer in koeler Ht2 op de juiste

tem-peratuur worden 6ebracht.Het andere deel van de

gas~troom

gaat naar de reactor als fluidisatiegas en moet worden

opgewarmd in verwarmer H13,waarvoor eventueel de smelt

kan dienen die ook voor het verwarmen van de reactor werd

gebruikt.

Het smeltvat is in zoverre een merkwaardig smeltvat dat

er geen warmte toegevoerd behoeft te worden,aangezien de

vloeibare urewn,die uit de scrubber T7 komt al voldoende

l

warmteinhoud he

E

ft om de nieuw aangevoerde ureum te kunnen

smelten.Een goede m

enging in dit vat is dan wel een eerste

vereiste.

Als men deze installatie wil opstarten,moet eerst een

gas-mengsel worden ingepompt,aangezien in het systeem een grote

hoev

eelheid gas nodig is.Dit gasmengsel kan via een

lei-ding naar compressor C9 in het systeem gebracht worden.

als men een goede

gascirculatie heeft verkregen kan

be-gonnen worden met ureum in de reactor te breng

en.

Zoals uit de apparaat berekeningen blijkt kan het

techno-lochisch aantrekkelijk zijn om de reactor in tweeen te

splitsen en deze twee reactoren paralel te zetten.Ze zijn

dan gemakkelijker te verwarmen(kleinere doorsnede),terwijl

dan ook de buisdi

R

meters redelijke wa8

.rden houden. Voor de

(11)

ideaal zijn,want als er bij een reactor storingen zijn,of

als

b.v.

de katalysator vernieuwd moet worden,dan kan

men

nog altijd met de

andere

re

a

ctor op halve

capaciteit

door-draaien.Verder zijn met een

goede

temperatuurregeling

fluctuaties in de hoeveelheid te

produceren

melamine of

in te spuiten voeding

g

oed

in de hand te houden.

(12)

-De

reaktie

van ureum

naar melamine kan

het

best verklaard

worden

door als tussenprodukt

het isocyaanzuur aante nemen.

Men krijgt

dan

de

vol~~nde

_

~e

~~~k~~~:e~:~~:

.

"

jkin

.

gen \

r

6

CO(NH 2 )2

~

6

~

cI

~1

6

N~

S -

' " ' 1 -

~ v~

~

~".~

6

HOCN

~

C

3

N

3

(NH

2 )3

+

3

CO 2

Als overall

reaktie

krij~t

men

dan de volgende

vergelij-king:

..

Voor het berekenen van de

reaktiewarmte

van de

verschil-lende

reakties

en

later

ook voor

het bepalen van de

enthal-pieverandering,werd

de volgende procedure

gebruikt:

Voor de

reaktie:

n

A

--+z

B

kan men

voor

de

enthalpie-v

s

randering

bij

reaktie(dus de

reaktiewarmte)

schrijven:

AHa

=

zH

o _

nH

o

r,s

v,sB

v,sA

v = vorming ,r

=

reaktie

s

=

sta

n

daardtemperatuur

°

=

standaarddruk

LlH

o

= HO

+

TV( c )dT

r

r,s

Ts/'

p

Cp = zCp,B

-

nCp;A

.t1

H

1

=T;Sj

cp ;reaktantendT

A. H -

Tr(

C

dT

~2-

Ts}

p,produkten

.

AHa

r

= A HO

r,s

+An1 +AH2

Met

behulp van deze vergelijking

werden

de

reaktiewarmten

van de tw

ee

tussen reakties bepaald:

a)De

reaktie

tot

isocyaanzuur.

6H

o

=

6

HO

+

6

HO -

6

HO ( . )

r,s

vHOCN,s

-

v

NH

3

s

v CO

NH

2

2s

=(-123,7 -46,19

-333,1)x6

c • . =

.

979'j

3 KJ/mol

Dit is

de reektiewarmte bij

de stand

aardtemper

atuur

n.l.

25

0

C.Om

de reaktie warmte bij de

,

werkelijke

reaktietempe-ratuur te kunnen berekenen moeten we via

het

smeltpunt van

ureum(135

0

C)

opwarmen tot 380°C.

Vergelijkingen van

c

"s als

functie van de

temperatuur

p

zijn meestal niet bescnikbaar,dcarom nemen we als

benade-ring de

gemid

d

elde

temperatuur over een temperatuur

(13)

dus voor het ureum van 25°C tot 135°C

krijgt

men:

Ep,ureum

x(135-25)

=-107,57 x 110x10-

3

=-11,83 KJ/mol.

verder nodig voor het opwarmen van 25°C

naar

135°C

smeltwarmte ureum

=

14,52 KJ/mol

opwarmen ammoniak: 37,06

x

110 = 4,08

KJ/mol

ppwarmen

isocyaanzuur : 47,89 x 110

=

5,27 KJ/mol

AH~,1350C

=

H~,s+

opvJarmen ureum + smeltwarmte ureum +

op-warmen ammoniak +

opwarmen

i

s

ocyaanzuur

=

146,22

KJ/mol.Voorzes molen ureum: 877,32 KJ/mol.

O:n de reaktiewarmte

bij

380°C. te berekenen moet de

ammo-niak en het isocyaanzuur nog

worden

opgewarmd:

4H~,380oc=6

H~

,1350C

+ opwarmen

ammoniak

+opwar

m

en i

s

ocya

a

n-zuur

=

877,32

+

143,40

=

102

0

,72

KJ/mol.

Gezien het

betrekkelijk

eEnv

oucli

.;e

model

dat is a

a

n,:!;eno-men

,komt deze

waard~ ~oed

over

ee

n

met de

in de literatuur

gevonden

waarde:

999,6 KJ/mol(lit.12)

b) de reaktje tot

melamine

11 TTO HO 3I-I0 _6~_TO •

uor,s

=

'v,melamine,s + v,kooldioxide,s

-·V,lsocyaanzuur,s

= -71,67

+

3

x

-393,51 - 6 x 123,79

= - 510,06 KJ/mol • .

Om de reaktiewarmte bij 380°C te kunnen berekenen moet men

het volsende meetellen:het op

wa

rmen en

sublimeren

van de

melamine,het opwarmen van de kooldioxide en de

warmteinhoud

van de uit

6

angsstof isocyaanzuur.

isocyaanzuur:

ë

(25-380)

=

-18,81 KJ/mol;voor zes molen:

p

-111,89 KJ/mol.

opwarmen

melamine:

Ep (380-25)

=243

x 355 xl0- 3=86,26 KJ/mol •

.

opwarm

e

n

kooldioxide:

E (380-25) = 0,043 x 355=15,26 KJ/mol.

p

voor drie molen: •••.. 45,.79 KJ/mol.

sublimatiewarmte melamine: 121,8 KJ/mol.

6H~,

3800C =

Ó

H~,

s+warm te isocyaanzuur+opwarmen melamine +

su-blimatiewarmte + opwarmen kooldioxide

= -510,06 -111,89 +45,79 + 86,26 + 121,8

=

=368,1 KJ/mol.

In de literatuur is voor deze reaktiewarmte gevonden de

waarde - 357,70

KJ/mol.

(lit.13)zodat de door ons

bereken-de waarbereken-de een

goede benadering

lijkt.

(14)

de twee "tussenreakties" bij elka

a

r optellen.r

il

en krij

g

t d

a

n

ÖH~,380oC

=

1020,72

+

-368,1

=

652,62 KJ/mol.

In de literatuur werd gevonden voor deze reaktiewarmte:

642,6 KJ/

m

ol. melamine,hetgeen toch weer een goede

over-eenkomst met de door ons berekende waarde geeft(fout 1,5

%).

(15)

Zoals in het vorige ho

o

fdstuk

al

werd

aangegeven,kan men

de reaktie verdelen in twee trappen,waarvan

de

reaktie-vergelijKing luidt:

6CO(NH

2)2 ~ 6NH3 + 6HNCO 6HNCO 4 1 - - . C

3N 3 (NH2) 3

+

3C02

De eerste reaktie

is wel aannemelijk,als

men

erbij

betrekt

dat

b.v.

een stof

als

ammoniumcyanaat,wat een

isomeer

is

van

ureu~,bijzonder

gemakkelijk thermisch

ontl

eed

(lit.14)

De tweede reaktie is echter veel moeilijker te verklaren.

Men kan denken aan tussenprodukten zoals cyanamide(NH

2

CN),

maar hieruit is

niet

het

grote

warmteeffekt te verklaren,

dat bij de tweede rektie optreedt(sterk exotherm).Bij

proe-ven met een reaktor,wa

a

rin de twee reakties na elkaar

wor-den uitgevoerd(O.S.W.proces)bleek

n.l.

in het tweede bed

een scherpe temperatuurstijging aan het begin van het bed

op te treden(lit.14).

Gebaseerd op thermodynamische

metin~en

en

infraroodon-derzoek is men nu

tot

het volgende theoretische

mechanis-me

gekomen,waarbij

het isocyaanzuur weer zou ontleden in

carbodiimide en kooldioxide,w

aa

rna het min of

meer

fictieve

carbodiimide trimeriseert tot

melamine:

2HOCN 4 - - . CO

2 + HNCNH

3HNCNH ~ C

3N3(NH2)3

Aangezien deze laatste reaktie sterk exotherm is en zeer

snel verloopt omdat het carbodiImide

er~

instabiel is,kan

men met dit

model het warmte effekt

öoedverklaren.Bezwaren

tegen dit

model

is het

gebruik

van het carbodiImide,dat

eigenlijk

maar een

hypothetische stof is,en die (voor zover

bekend)noö niet in deze melaminereaktie is aanöetoond.

Bij dit

reaktiemechanisme

moet nog het volgende worden

aan-getekend:Bij

de reaktie van ureum tot isocyaanzuur in de

6as-fase is het van

groot

belang dat de

temperatuur

vrij

plot-seling sterk

stij~t,want

bij een

kleinere

stijgin~

van de

temperatuur wordt een isome

e

r van isocyaanzuur

gevormd

n.l.

cyaanzuur(lit.14).

Verder

werd

vroeger

algemeen aangenomen

dat

kooldioxide

een

nadelige

invloei op het

evenwicht van de tweede tussenreaktie

(16)

aanwijsbare invloed van het kooldioxide te vinden is,mits

er wel een overmaat ammoniak aanwezig is.Het is echter wel

mogelijk dat bij 't gebruik van een minder goede katalysator

de hoeveelh

e

id kooldioxide wel van belang is bij deli

g

ine

van het evenwicht.(lit.12)

3)Neyenr~aktie~.

Als men het ureum op de verkeerde wlJze verhit kunnen een

groot

~antal

bijprodukten ontstaan 0.a.:biureet(H

2

NCONHCO

N

H

2

),

triureet en cyanuurzuur.Deze produkten kunnen weer

reage-ren met ureum of met elkaar,zodat o.a. kunnen

ontstaan:ureum-cyanura

a

t,biur

e

etcy

a

nuraat e.d.

Het grote bezwaar van deze la

a

tste produkt en is dat ze

direkt sublimeren en doorreageren,zodat de kans er nog wat

van terug te winnen niet zo groot is.Bij een temperatuur

o .

van

±

200 C kan hydroly

s

e op gaan treden,waardoor

produk-ten als ammeline

·

en ammelide kunnen ontstaan.Deze produkten

zijn niet vluchti

g

en komen dus als een vaste verontreiniging

in de melaminestroom.Deze verontreinigingen kan men vermijden

door zo veel mogelij

k

in een watervrij milieu te werken

en de verg

a

ssi

n

g v

a

n het ureum zo snel mogelijk uit te

voeren.

Zoals eerder in dit voorontw

e

rp èl is aangegeven mag men

in de reaktor de temperatuur niet boven de 4000C laten komen

omdat anders gevaar ontst

a

at voor de vor

m

ing van

ingewik-kelder ve

r

bindingen zoals

m

el

a

m,melon,melem,via een

verge-lijking zoals: 2 melamine

~ .

melam

+

ammoniak

De aanwezige overm

a

at am

m

oniak kan bij niet te hoge

tem-peraturen het even

w

icht vrij

w

el geheel naar links

verschui-ven zodat vrijwel alleen melamine gevormd wordt.Een andere

overweging om de te

m

peratuur laag te houden is het feit dat

boven de 480 C ammoniak kan ontleden in stikstof en

water-stof,waarbij de re

ak

torwand nog katalyserend werkt op deze

reaktie.Bij e

e

n dergelijke ho

g

e temperatuur kunnen trou

we

ns

ook andere in het systeem aanwezige (tussen)produkten gaan

ontleden.(b.v. isocy

a

anzuur)(lit.16)

Voor de

s

truktuur

f

or

m

ules

v

an produkt en bijprodukten zie

blz.13.

(17)

En.ig~ .ê.tEuctuurfQr~u1.e.ê.

va!LPEoQukt_e!}.

yeEoQtrein!0jJl~n_

die

yOQr_kunn~n_kQm~n~ h N, H NC

r

'C-NH 2

r

11 2

N

N

~C/ I NH 2

melamine.

~g~

N

N

I

IJ

H 2N-C C-NH2

~N/

ammeline

CYAlWURZUUR

~H2

C

/

~

N

N

I1 I HO- C C-OH

'"

~

ar.unel~de

N" NH N~ . ~,/'-..,../~: H N

-

C~

'c

C CNH 2 2 I 11 I1 I N~ I'J N N

~C/

"'c~

l1H

2

tm

2

melam

rv':elem

o

If /C" HN NH 1 I

o

=-C C:::O

' N /

H

(18)

In

de

literatuur

worden steeds twee

verschillende typen

als goede katalysator voor de melaminereaktie Genoemd.

dit

zijn;(lit.

9):

a) amorfe stoffen met een

inwendi~

oppervlak van 180 tot

650 vierkante

meter per gram.Dit kunnen bijvoorbeeld

zijn:

silicagel,aluminagel,titaanoxide

6el,zirconiumoxide gel e.d.

Met

deze

katalysatorsoort kan men een opbr

e

ngst bereiken

van 10 tot 92

%

van de theoretisch

mogelijke

opbren~st. 1-\

Ook boriumfosfaat en

aluminiumfosfaat worden wel gebruikt,

hoewel ze niet zo'n bijzonder

groot

inwendig oppervlak

~

hebben.De opbrengst gaat hier tot

+

90

%.

In

b)kristallijne

stoffen met bijna geen

inwendig oppervlak.

Dit zijn

meestal gemengde katalysatoren

die bestaa

n

uit

\

\

mengsels van oxiden van

metalen met een zuurstofverbinding

van

fosfor,borium,zwavel

of

arseen.Als metaaloxiden worden

o.a.

gebruikt

de oxiden van aluminium,tita

a

n,zjrcoon,vana-dium,chroom,yzer of

Van

koolstof.De opbrengsten lopen op

,J

tot oneeveer

90

%

van de theoretische opbrengst.

Verder

zijn

nog

katalysatoren be

s

chreven

die

bestaan

uit

een aluminiumoxide drager

~aarop

o.a. een fosforhoudende,

een zwavelhou

d

ende

of

een

boriumhoudende verbinding

ge-hecht kunnen

wor

d

en.Ook deze zouden een opbrengst

geven

van 90

%.Een bezwaar

van deze laatste

groep

is dat er

slechts

geeevens

zijn over een

operatietijd van één dag

wat voor

een

technisch

gebruik

natuurlijk volkomen

onvol-doende is.

Geen

enkele

van de tot nu toe

genoemde

katalysatoren

vol-doet

echter geheel

in de technische toepassingen.D

o

or hun

grote

adsorptievermo~en

adsorberen

de

katalysatoren

veel

melamine dat dan doorreageert en de kat verontreinigt met

nevenprodukten.Ook

kunnen

de

amorfe

stoffen

kristalliseren

(zoals o.a.

silicasel)waarna

de

kleine kristallen

de reaktor

worden uitgeblazen.

Er is

echter één kat

die al

deze nadelen niet

vertoont n.l.

kristallijn

aluminiumoxide,dat slechts

een oppervla

k

te

heeft

van

80 tot

150 m

2

/gram.(lit.9).Het

kan worden gemaakt

door

het verhitten van

a

luminiumhydroxide

tot

400

0

C,onder

(19)

stabiel,onBevoelig voor fluktuaties in

het

proces, terwijl

de

kat

ook veel

mjnder verontreini6d wordt,en daardoor een

lang-ere

lev

e

nsduur heeft.

Een

verklarin~

voor

deze goed

e

werkinG is

het

feit dat naast

de fysische adsorptie ook ch

e

misorptie een grote rol

spe~lt

bij de katalytische

werkin~.Uen

d

e

nkt a

a

n

het volgende

me-chanisme(lit.14)(lit.16):

kat-OH

+ Hi~CO

--.--.

kat-NH

2

kat-NH

2

+

HNCO

---+

kat-OH

+

CO

2

+

(H2

N-C:;N)

1

HN=C=NH

Dit laatste

produkt(cyanamid

e

) trimeriseert dan

weer

tot

melamine(~ie

reaktiemechanisme

blz.11)Na

verloop

van(lan~ere)

tijd

gaat de

aktiviteit toch

achteruit

doordat zich

ont~

ledingsprodukten op de kat afzetten.Het is echter mogelijk

door de kat in de

melaminereaktor

tot

hoge

temperaturen

te verhitten,om de oorspronkelijke aktiviteit

weer

terug

te verkrijgen,zo

d

at de

uiteindelijke

levensduur meerdere

(20)

H-V) M.ASSA- EN WARlkrEBALANS:

Voor elk apparaat is een massa- en warmtebalans opgesteld.

A) MASSABALANS:

Hierbij zijn de volgende reacties van belang;

Uit deze reactievergelijkingen en de molecuulgewichten, volgen de volgende omrekeningsfactoren:

Uit één kg ureum ontstaat

0,350

kg melamine e~ Uit één kg ureum ontstaat

0,716

kg isocyaanzuur.

B) WARMTBB.ALANS:

Bij de berekening is voor iedere component steeds de enthalpiewaarde HT, behorende bij de heersende temperatuur, berekend. Hierbij is de volgende formule

II

=

~

-

H298 oK

=

J

298

gebruikt ( lit.22

Deze integraal is te berekenen

als cp,als functie van T, bekend is. Uit de grafieken A, B, C, D en E,

samengesteld uit literatuurgegevens (li t7 ,23), is cp bij een bepaalde temperatuur af te lezen. -(zie ook lito 36)~

De formule voor H wordt dan: H;;: RIf - H298 ;;: cp (T- 298), waarbij cp =(c p, 298 + c p,T )

/2

is.

(21)

MASSA- EN \·/AruvITEBi~LAN0.8N:

Alle nummers van de apparaten en de leidingen

corresponderen met die op het f1owschema.

I) Reactor-R3.

A) Massabalans:

1) De benodigde hoeveelheid ureum (stroom

3

).

Als productie eis is 100 ton melamine per dag gesteld. Rekening houdend met de verschillende rendementen, t.w.

a) katalysator-rendement van 95%, betrokken op ureum omgezet naar meirunine.

b) afscheider-re~dement van 98% c) cycloon-rendement van 99% en

d) productzuiverheid van 99,9% wordt de benodigde hoeveelheid ureum:

x. 95/100. 98/100. 99/100. 0,35= 100

x= 310 ton/dag

=

310.103

=

3,6 kg/sec. = 60 mol/sec.

24.3600

In de aangevoerde hoeveelheid ureum is nog melamine aanwezig tgv.

a) niet afgescheiden melamine in de afscheider.

b) niet afgevangen melamine door de cycloon.

Van de ureum wordt 95% in de reactor omgezet tot melamine; dit is 95/100. 3,6. 0,35 kg/s.Hiervan wordt 2% niet afgescheiden; dit is 95/100. 2/100. 3,6. 0,35 =0,024 kg/s =0,191 mol melamine/se In de

cycloon wordt 1% niet afgevangen; dit is 1/100. 95/100. 98/100. 0,35=

0,012 kg/s = 0,095 mol melamine/se

(22)

2) Fluidisatiegas (stroom 15).

gegevens: a) volume verhouding NH3:C02 =2:1

b) gasdebiet =7,5 m3/sec.

c) dichtheden bij 400 oe

f

NH3 =0,617 kg/ m3

f

CO2 =1,60 kg/m 3

Hieruit volgt dat de samenstelling gelijk is aan 2/3. 7,5. 0,617=3,085kg/s=

181 mol ammoniak/s en 1/3.7,5. 1,60=4,0 kg/s=90,9 mol kooldioxide/s.

3) Producten: (stroom 4).

We nemen aan dat de omstandigheden in

de reactor ideaal zijn, dwz a) 95% van de toegevoegde ureum reageert tot mel~nine, ammoniak en kooldioxide volgens:

~ C3N

é

I6 +6 NH

3 + 3 CO2•

b) 5% van de toegevoegde ureum ontleed alleen tot isocyaanzuur volgens:

+

6

NH

3

c) melm1ine reageert niet door tot verdere

condensaatproducten, er ontstaat dus geen melam, melem, ed.

Melamine:

95% van de ureum wordt melamine; dit is 95/100. 3,6 =3,42kg/s= 57 mol ureum/s. Hieruit ontstaan, volgens bovenstaande reactievûrgelijking, 1/6. 57= 9,5 mol melamine/s=1,2 kg/s.

Inde ureumstroom zat nog 0,036 kg/so Er komt dus totaal

(23)

Isocyaanzuur:

5% van de ureum ontleedt alleen tot isocyaanzuurj dit is 5/100. 3,6=0,18 kg/s=3 mol ureum/se Hieruit ontst~an 3 mol

isocyaanzuur=0,129 kg/se

Ammoniak:

Tijdens de reactie worden 57 mol/s gevormd, terwijl bij de ontleding van ureQm tot isocyaanzuur er 3 mol/s vrijkomen. In het

fluidisatiegas "laren reeds 181 mol/se De totale uitgaande stroom

bevat dus 181 +60=241 mol/s=4,101 kg/se

Kooldioxide;

Bij de reactie ontstaan 28,5 mol/si in het fluidisatiegas

waren reeds 90,9 mol/s, zodat er totaal uit het fluide bed 119,4 mol/s= 5,255 kg/s gaan.

B) Warmtebalans:

Bij alle warmteberekeningen is aangenomen, dat er

geen warmteverlies aan de omgeving optreedt.

Ingaande stromen:

stroom 3: T=135 °C=408 OK.

a) ureum:

cp=107,1 J/mol,oK (zie grafiek

A

).

H408= -333,1 +107,1. (408-298).10-3

=

-321,32 KJ/mol smeltwarmte H totaal

=

14,52 KJ/mol

=

-30ó,8 KJ/mol.

(24)

b) melamine: ~ =181,9 J/mol,oK (zie grafiek D).

H408= -71,67+181,9. 110. 10-

3

= -51,67 KJ/mol. Er zijn 0,3 mol

melamine/s, zodat de warmte-inhoud 0,3.-51,67= -16 KJ/s is. De

totale warmte-inhoud van stroom 3 is dus gelijk aan -18408-16 =

-18424 KJ/s.

STROOM 15:

a) ammoniak:cp=41,15 J/mol,oK (zie grafiekB).

H.

673= -46,19+ 41,15. (673-298).10-:- 3 = -30,76 KJ/mol. Er zijn 181 mol

a~oniak/s, zodat de warmte-inhoud 181. -30,76= -5568 KJ/s is.

b) kooldioxide: cp = 43,08 "(zie grafiek C).

H673= -393,5+ 43,08. (673-298).10- 3= -377,3 KJ/mol. Er zijn 90,9 mol

kooldioxide/s, zodat de warmte-inhoud 90,9.-377,3= -34297 KJ/s is.

De totale warmte-inhoud van stroom 15 is dus -5568-34297= -39865 KJ/S.

Uitgaande stroom 4:

a) melamine:

c

= 241,9 J/mol,OK (zie grafiek D).

p H653= -71,67+ 241,9. (653-298) .10- 3.

=

+14,20 KJ/mol sublimatiewarmte H totaal =121,8 KJ/mol =136,00 KJ/mol.

Er zijn 9,8 mol melamine/s, zodat de warmte~inhoud 9,8.13ó=+1333 KJ/s is.

- 0

b) ammoniak: cp = 40,9 J/mol, K (zie grafiek B).

H653

=

-46,19+ 40,9. 355.10- 3

=

-31,67 KJ/mol. Er zijn 241 mol amml)niak/s,

(25)

- 0

c) kooldioxide: cp

=

42,8 J/mol, K (zie grafiek C).

H653 = -393,5+ 42,8.355.10- 3 = ~378,3 KJ/mol. Er zijn 119,4 mol

rurunoniak/s, zodat de warmte-inhoud 119,4. -378,3= -45169 KJ/s is.

d) isocyaanzuur: cp = 52,2 J/mol,OK (zie grafiek E).

H653 =- 123,7+ 52,2.355.10- 3 = -105,2 KJ/mol. Er zijn 3 mol

isocyaanzuur/s, zodat de warmte-inhoud 3. -105,2= -316 KJ/s is. De

totale warmte-inhoud van stroom 4 is gelijk aan +1333-7632-45169-316=

-51784 y~/s.

Aangezien we te maken hebben met een endotherme reactie zullen

we extra warmte moeten toevoeren. Bezien we de ingaande stromen en de

uitgaande stroom, dan blijken deze resp. aan warmte te bevatten

-58289 KJ/s en -51784 KJ/s. We moeten dus aan extra warmte toevoeren:

---::

)

6505 KJ/s.

.~ v (;1~

te

Dit getal komt redelijk overeen met de in de literatuur

gevonden waarden. De warmte nodig voor de vorming van melamine bedraagt

volgens (lit.24) 153 kcal/mol. dus 153. 4,2. 9,5=6104 I\Jjs.

Voor de 9,5 mol melamine/s is dit,

Volgens (lit.25 ) is voor de vorming van isocyaanzuur nodig

238. 0,5=119 kcal/s =500 KJ/s. Totaal is dit 6604 KJ/s.

- ~ (jL) '"

'jv \

Controle van massa- en warmtebalans OVGr de reactor.

Ingaand: stroom3, bevattende 3,636 kg/s

stroom15, bevattende 7,085 kg/s toegevoerde warmte: en -184~4 KJ/S. en -39865 KJ/s. 6505 KJ/s. Totaal: 10,721 kg/s en -51784 KJ/S.

(26)

II) Koeler Hl3:

Hier moet de productstroom zo ver afgekoeld worden

dat men boven het sublimatiepunt van melamine ( 354°C ) blijft (zie pag. 3). We koelen de gasstroom daarom dan ook maar 200C af.

De ingaande stroom 4 is qua massa en warmte-inhoud al

bij de reactor berekend (zie pag. 21).

Stroom 5:

a) melamine: cp =236,45 J/mol,oK (zie grafiek D).

E633= -71,67+ 236,45.(633-298).10- 3 = +7,53 KJ/mol sublima tie'.7armte

Htotaal

= 121,8 KJ/mol =129,33 KJ/mol.

Er zijn 9,8 mol melamine/s, zodat de warmte-inhoud 9,8. 129,33= +1267 KJ/s is.

- 0

b) ammoniak: cp = 41,75 J/mol, K (zie grafiek

B).

H633= -46,1,9+ 41,75.335.10- 3= -32,204 KJ/mol. Er zijn 241mol ammoniak/s, zodat de warmte-inhoud 241. -32,204= -7761 KJ/s is.

c) kooldioxide: cp = 42,575 J /mol, OK (zie grafiek C).

-3

H633= -393,51+ 42,575.335.10 = -379,25 KJ/mol. Er zijn 119,4 mol

kooldioxide/s, zodat de warmte-inhoud 119,4. -379,25= -45282 KJ/s is.

- 0

d) isocyaanzuur: e =51,95 J/mol, K (zie ~rafiek

E).

p

H63Y -123,7+ 51,95. 335.10- 3 = -106,3 KJ/mol. Er zijn 3 mol

isocyaanzuur/s, zodat de warmte-inhoud 3. -106,3 = - 319 f.J/s is.

De totale warmte-inhoud van de uitgaande stroom 5 bedraagt +1267-7761-45282-319= -52095 KJ/s.

De warmte-inhoud van de ingaande stroom 4 bedraagt -51784KJ/~

(zie reactor). Zodat aan warmte aan het koelwater afgestaan.

(27)

111) Stoffilter ll4:

Daar we aangenomen hebben dat de reactor ideaal

werkte, dwz. er worden geen katalysatordeeltjes uit de reactor geblazen. en er worden geen hogere producten dan melamine gevormd, werd het stoffilter niet in ds berekeningen voor de massa- en warmtebalans opgenomen.

(28)

IV) Afscheider H5:

Inp,aande stromen:

1) stroom 5; deze is qua

massa-en warmte-inhoud bekmassa-end. (zie reactor R3 en koeler H13 )

2) stroom 17; het koelgas voor de afscheider. Volume verhouding NH

3 :C02 =2:l.

Stel er zijn p mol ammoniak/s en q mol kooldioxide/s, of te wel

p:q =2:1, zodat p=2q.

Uitgaande stroom 6:

Van de ingevoerde hoèveelheid

melamine wordt 98% als vast afgescheiden, dit is 98/100. 1,236= 1,211 kg/s

=9,60 mol/se Het resterende deel (0,025 kg =0,20 mol) verlaat als

gas de afscheider.

WarmtGbalans:

1) stroom 17: T=140oC =413°K.

a) ammoniak: c

=

37,25 J/mol,oK (zie grafiek B).

p

H413= -46,19+(413-298) .37,25. 10- 3 = :-41,91 KJ/mol. Er zijn p mol

ammoni~k/s, zodat de warmte-iWloud -41,91.p 10/s is.

b) kooldioxide: c =39,375 J/mol,oK (zie grafiek

cl.

p

H413= -393,51+ 39,375. 115.10- 3= -388,98 KJ/mol. Er zijn q mol

kooldioxide/s, zodat de warmte-inhoud -388,98.q 10/s is.

De totale warmte-inhoud van

stroom 17 is (-41,91.p-388,98.q) KJ/s.

2) stroom 5:

De warmte-illiloud

(29)

3) stroom 6:

a) melamine: cp =192,45 J/mol,oK (zie grafiek D).

H453, vast melamine = -71,67+ 192,45.(453-298).10-3 ::::: -41,84 KJ/mol. . H45 3,gasvormig melamine

=

-41,84+ 121,8 =+79,96 KJ/mol.

Er zijn 9,6 mol vast melamine/s en 0,2 mol gasvormig melamine/s, zodat de warmte-inhoud -41,84. 9,60+ 79,96. 0,20= -386 KJ/s is.

b) ammoniak: cp =37,85 J/mol,oK (zie grafiek B).

H

453

=

-46,19+37,85. 155.10- 3= -40,32 KJ-mol.

E~

zijn (241+p ) mol ammoniak/s, zodat de warmte-inhoud (241+p) .-40, 32 =(-40,32p-9717) KJ/s is.

c) kooldioxide: c =40,05 J/mo1, oK (zie grafiek C).

P

H453 = -393,51+ 40,05.155.10- 3= -387,30 KJ/mol. Er zijn (1l9,4+q) mol kooldioxide/s, zodat de warmte-inhoud (1l9,4+q). -387,30=

(-387,30q -46244) KJ/s is.

d) isocyaan'zuur: cp::::: 48,85 J/mo1,oK (zie grafiek E).

H

453= -123,7+48,85.155.10....:

3= -1l6,1 KJ/mol. Er zijn 3 mol

isocyaanzuur/s, zodat de warmte-inhoud 3. -116,1 =-348 KJ/s is.

De totale ïvarm"te-inhoud van stroom 6 wordt dus: -386- 40, 32p-9717-387,30q-46244-348:::::(-40, 32p-387, 3q-56695) KJ/s.

Hoeveelheid warmte in = hoeveelheid warmte uit. -52095-41,91p-388,98q ::::: -40,32p-387,3q-56695 of te wel

4600 =1,59p+ 1,68q en daar p= 2q, wordt 4600= 4,86q. zodat q=4600/4,86

=

946,5 mol CO2/s

=

41,66 kg/se

(30)

2) stroom 17; bevattende 32,24 kg/s ammoniak en 41,66 kg/s kooldioxide. Totaal is dit 73,90 kg/s.

warmte-inhoud: voor ammoniak 1893,0. -41,91= -79336 lUIs en

voor kooldioxide 946,5. - 388,98= - 36817

°

KJ} s. Totaal

bevat stroom 17 dus aan warmte; -447506 lU/s.

Totaal gaat de afscheider H5 dus in: 84,621 kg/s aan massa en

-499601 X3/s aan warmte.

Uitgaande stroom 6:

Aan massa bevat deze stroom de volgende

hoeveelheden: 1,236 kg/s melamine, 0,129 kg/s isocyaanzuur,

2134mol/s =36,342 kg/s ammoniak en 1065,9 mol/s =46,914 kg/s

kooldioxide. Totaal is dit gelijk aan 84,621 kg/s.

a) melamine; b) ammoniak;

Aan warmte bevat deze stroom de volgende hoeveelheden:

2134. -40,32 . -386 KJjs = -86043 KJ/s c) kooldioxide; 1065,9. -387,3

=

-412824 KJ/s d) isocyaanzuur; -348 KJ/s Totaal

=

--499601 KJ/s.

(31)

v) Cycloon M6:

A) Massabalans:

Van het vaste melamine wordt 99%

afgescheiden, zodat boven uit de cycloon afgevoerd worden:

a) 1% vast melamine, wat niet afgescheiden is (dit is 0,1 mol/s).

b) 0,2 mol/s gasvormig melamine.~

c)

3

mol/s isocyaanzuur

d) 2134 mol/s ammoniak en

e) 1065,9 mol/s kooldioxide. "\

99% wordt afgescheiden, dit is 9,5 mol/s= 1,198 kg/s.

Uitgaande stromen:

a'} stroom7: 0,3 mol melamine

=

0,038 kg/s

3 mol isocyaanzuur = 0,129 kg/s

2134 mol ammoniak =36,342 kg/s

1065,9 mol kooldioxide =46,914 kg/s

Totaal =83,423 kg/s.

b) productstroom:9,5 mol melamine

=

1,198 kg/s.

Ingaande stroom 6: .

Deze bevat 84,621 kg/s aan massa (zie afscheider H5).

B) Warmtebalans:

1) stroom

6

bevat -499601 KJ/s.

2) stroom 19:

H453= -41,84 KJ/mol voor vast melamine (zie afscheider H5). Er zijn

(32)

3)

stroom

7:

a) melamine:

H453

vast melamine

= -41,84

KJ/mol

H453

gasvormig melamine

= 79,96

KJ/mol (zie afscheider

H5).

Er zijn

0,1

mol vast melamine en

0,.2

mol gasvormig melamine, zodat de warmte-inhoud

0,1. -41,81 +0,2. 79,96 = + 12

KJ/s is.

b) ammoniak:

H

45 3= -40,32

KJ/mol (zie afscheider

H5).

Br zijn

2134

mol ammoniak/s, zodat de warmte-inhoud

2134.-40,32=

-86043

KJ/s is. c) kooldioxide:

H45 3= -387,30

KJ/mol (zie afscheider

H5).

Er zijn

1065,9

mol kooldioxide/s, zodat de warmte-inhoud

1065,9. -

38

7,3 = -412,824

KJ/s is.

d) isocyaanzuur:

(

H45 3= -1l6,1

KJ/mol (zie afscheider

H5).

Er zijn

3

mol isocyaanzuur/s, zodat de warmte-inhoud

3. -116,1 = -

348

KJ/s is.

De totale warmte-inhoud van 3troom

7

is dus;

+12- 8

604

3-

412824- 348=

-499203

KJ/s.

Controle warmte balans:

uitgaand: stroom

7

en

19,

bevattende

-49

9

203-398= -499601

KJ/s.

(33)

VI) Scrubber T1:

De ingaande stroom 1 is bekend (zie cycloon M6).

Stroom 18 bestaat uit ureum en melamine en wel in de verhouding van

60: 0,3= 200 : 1, want stroom 18 heeft dezelfde samenstelling als

stroom 3 ,de voedingsstroom, van de reactor R3.

Stel er wordt x mol ureum aan de scrubber toegevoegd,

dus ook 0,005x mol melamine.

De aanwezige 3 mól isocyaanzuur wordt met 3 mol

ammoniak omgezet tot ureum, zodat stroom 8 bestaat uit 2134-3=2+31 mol

-ammoniak; 1065,9 mol kooldioxide; (0,3+ 0,005x) mol melamine en

(3+X) mol ureum.

Warmtebalans:

1) stroom 18:

a) ureum:

cp

=101,1 J/mol,oK (zie grafiek A).

H408= -333,1+ 101,1. (408-298) .10- 3= -321,32 Y~/mol

smeltwarmte = 14,52 KJ/mol

litotaal

=

-306,8 KJ/mol.

ureum/s, zodat de warmte-inhoud -306,8.x KJ/s is.

b) melamine:

H408= -51,67 KJ/mol (zie reactor R3).

Er zijn x mol

Er zijn

O,005x mol melamine/s, zodat de warmte-inhoud -51,61. 0,005x=

-0,26 KJ/s is.

(34)

413

ammoniak/s, zodat de warmte-inhoud 2131. -41,8= -89075,8 KJ/s is.

- 0

b) kooldioxide: c

=

39,38 J/mo1, K (zie grafiek C).

P

R413= -393,5+ 39,38.115.10- 3 = -389 KJ/mol. Br zijn 1065,9 mol

kooldioxide/s, zodat de warmte-inhoud 10ó5,9. -389= -414635

KJ/s

is.

c) ureum: cp

=

107,57 J/mo1,oK (zie grafiek A).

R

413= -333,1+ 107,57.115.10- 3= -320,7 KJ/mol

smeltwarmte Htotaa1

=

14,52 KJ/mol

=

-306,2 KJ/mol. Er zijn (3+x) mol

ureum/s, zodat de warmte-inhoud (3+x). -306,2=(-306,2x- 918,6) KJ/s is.

- 0

d) melamine: cp =182,9 J/mol, K (zie grafiek

D).

R413= -71,7'+ 182,9.115.10- 3

=

-50,7 KJ/mol. Er zijn (0,3+ 0,005x) mol

me1amine/s, zodat de warmte-inhoud -50,7. (0,3+O,005x) = (-0,25x- 15,21) KJ/s is.

De totale warmte-inhoud van stroom 8 is dus (-306,45x- 504644,8) KJ/s.

Bij de reactie tussen isocyaanzuur en arnnoniak tot ureum komt +500 KJ/s

vrij (zie reactor). Vreder komt aan desublimatiewarmte van melamine

nog vrij +121,8. 0,2 = +24,36 KJ/s.

(warmte)uit -(warmte)in = reactiewarmte R

-306,45x -504644,8- (-307,06x- 499203)

=

524,4

0,61x = 5441,8 + 524,4 = 5966,2

(35)

stroom 8 bestaat dus uit 2131 mol !ffi

3

=

36,291 kg/s; 1065,9 mol C02=

46,914 kg/s; 49,2 mol melamine= 6,205 kg/s en 9784 mol ureum =

587,621 kg/s. Totaal is dit gelijk aan 677,037 kg/se

stroom 18 bestaat dus uit 9181 mol ureum =587,447 kg/s en

48,9 mol melamine =6,167 kg/se Totaal is dit gelijk aan 593,614 kg/s,

stroom 7 heeft een massa-inhoud van 83,423 kg/s (zie cycloon M6).

Totaal komt er dus in descrubber: 593,614 +83,423 =677,037 kg/se

Warmte-inhoud stroom 18: a) ureum -306,8. 9781

=

-3000811 KJ/s b) melamine -0,26. 9781_-_-_ _ 2..c;.5...:..43::.-·KJ-'-l-/..;:..s Totaal

=

-3003354 KJ/s. Warmte-inhoud stroom 8· a) ammoniak - 89075,8)<J/s . . I b) kooldioxide - 414635 KJ/s c) ureum -306,2.9781 -918,6 = -2995860,8 KJ/s d) melamine -0,25.9781 -15,21 -- 2461 KJ/s Totaal = -3502032,6 KJ/s. Controle warmtebalans:

(warmte)uit -(warmte)in =reactiewarmte R.

warmte-inhoud stroom 8 -(warmte-inhoud stroom7 +warmte-inhoud stroom 18)=R.

-3502032,6 -(-3003354 -499203) =R

(36)

VII) Ontluchtingsvat V8:

Hier wordt stroom 8 gescheiden in een stroom

die alleen maar gassen (ammoniak en kooldioxide) -stroom 10- en in

een stroom die alleen maar ureum en melamine -stroom

9 -

bevat.

Stroom

9

bestaat dus uit:

a} ureum M= 587 , 627 kgf s en

b) melamine M= 6,205 kg/s

Totaal M=593,832 kg/s.

en

Stroom 10 bestaat dus uit:

a} ammoniak M=36,291 kg/s en b) kooldioxide M=46,914 kgjs en Totaal ~=83,205 kg/se Q= -2995860,8 KJ/s Q= -2461 KJ/s Q= -2998321,8 KJ/s. Q= -89076 KJ/s Q= -414635 KJ/s Q= -503711 KJ/s.

(37)

VIII) Smeltvat Vl:

Voor procesvoering moeten we 57 mol ureum/s toevoegen.

Immers in de reactor zijn 60 mol ureum/s nodig, terwijl in de scrubber

3mo1 ureum/s wordt gevormd. In de was sectie circuleren 9781 mol

ureum/s (zie scrubber).

stroom 1 T=25 c= 298 K. o 0

M= 57 mol/s =3,42 kg/s.

H298= -333,1 KJ/mol, zodat de warmte-inhoud 57. -333,1 = -189G6 KJ/s is.

, Verder komt het smeltvat nog binnen stroom 9;bevattende

M.= 593,83 kg/s en Q= -2998321,8 KJ/s.

Uit het smeltvat gaat stroom 2, die zich later in

stroom 3 en in stroom 18 splitst.

stroom 3, bevattende: M= 3,636 kg/s en stroom 18, bevattende: 111=593,614 kg/s en stroom 2 ,bevattende: M=597 , 2'.50 krjs. en Q= -18424KJ/s Q= - 3003354 KJjs + Q= -3021778 KJ/s.

Totaal komt het smeltvat dus binnen:

M=3,42 +593,83

=

597,25 kg/s en Q= -10986 -2998321,8

=

-3017307,8 KJ/s.

(38)

IX) Spui:

massastroom 12 = massastroom 15 + massastroom 17.

voor ammoniak: stroom 15 lJi= 3,085 kg/s dit is 181 mOl/s stroom 17 M=32!24 k~Ls dit is 1893 molLs +

stroom 12 M=35,325 KG/s dit is 2074 mol/se voor kooldioxide: stroom 15 M= 4,0 kg/s dit is 90,9 mol/s

stroom 11 M=41!ó6 k~Ls dit is 946!~ molLs +

stroom 12 11=45,66 kg/s dit i s 1037,4 mol/se Zodat stroom 12 dus aan massa bevat: 35,325 +45,65 = 80,985 kg/se

Stroom 11 (de spuistroom)

= stroomlO -

stroom 12.

massa: a) ammoniak; 36,291 -35~ 325 = 0,966 kg/s

= 56,7 mol

/se b) kooldioxide; 46,914 -45,66

=

1,254 kg/s

=

28,49 mol/se warmte:

a) ammoniak; H413

= -41,9! KJ/mol (zie scrubber T7). Er zijn

56,7 mol ammoniak/s, zodat de warmte-inhoud 56,7. -41,91 = -2376 KJ/s is.

b) kooldioxide; H413

= -38

8,98 KJ/mol (zie scrubber T7).

Er zijn 28,49 mol kooldioxide/s, zodat de warmte-inhoud 28,49. -388,98 = -11082 KJ}s is.

De totale warmte-inhoud van de spui stroom is dus gelijk aan: -2376 -11082 = -13458 KJLs.

(39)

x) Compressor C9:

Hier wordt het mengsel van ammoniak en kooldioxide van een tot twee atmosfeer gecomprimeerd. De temperatuur stijgt

hierbij van l400C tot 214,5°C (zie pag. 49) en er zijn 9294 KJ/s nodig.

De warmte-inhoud van de ingaande stroom 12 kan

berekend worden; en is gelijk aan die van stroom 10 - stroom 11 (zie

spuiberekening) •

QNff

3 = -89076-(-2376) = -86700 KJ/s

en Qc02 = -414635 -(-11082)

=

-403553 KJ/s, zodat de

totale warmte-inhoud van stroom 12 gelijk is aan -86700 -403553

=

-490253K.Jjs is.

Voor de uitgaande stroom 13 wordt dit:

"

-..,. ,

- 0

a) ammoniak; cp

=

38,375 J/mol, IC (zie grafiek B) •

H487 ,5

=

-46,19 + 38,375. (487,5-298).10- 3 = -38,92 KJ/mol. Er zijn

2074 mol ammoniak/s, zodat de warmte-inhoud 2074. -38,92= -80720 KJ/s is.

b) kooldioxide; cp = 40,65 J/mol,oK (zie grafiek C).

R487 ,5 = -393,51

+40,65.189,5.10~3

= -385,81 KJ/mol. Er zijn 1037,4 mol

kooldioxide/s, zodat de warmte-inhoud 1037,4. -385,81 = -400239 KJ/s is.

De totale warmte-inhoud van stroom 13 is dus gelijk aan:

(40)

XI) Koeler H12:

. Hier wordt stroom 16 van 214,5°C tot 1400C

afgekoeld. Stroom 16 bevat dezelfde massa als stroom 17, en wel

1893 melis NH 3

=

32,24 kg/s en 946,5 mol/s CO

2= 41,66 kg/s (zie

afscheider H5).

De warmte-inhoud van stroom 16 is als volgt te

berekenen: a) ammoniêk; H

487,5

=

-38,92 KJ/mol (zie compressor C9).

Er zijn 1893 mol ammoniak/3, zodat de warmte-inhoud 1893. -38,92 =

-73676 KJ/s is.

b) kooldioxide;H

487,5 =-385,81 KJ/mol (zie compressor C9).

Er zijn 946,5 mol kooldioxide/s, zodat de warmte~inhoud 946,5. -385,81

=

-365169 KJ/s is.

De totale warmte-inhoud van stroom 16 is dus

gelijk aan -73676 -365169

=

-438845 KJ/s.

De warmte-inhoud van stroom 17 is -447506 KJ/s,

(41)

XII) Verhitter R10:

Hier wordt stroom 14 van 214,5°C tot 4000C

opgewarmd. Stroom 14 bevat dezelfde massa als stroom 15, en wel

181 mol ammoniak/s =3,085 kg/s en 90,9 mol kooldioxide/s

=

4,0 kg/se Warmte-inhoud:

a) ammoniak; H487,5

=

-38,92 KJ/mol. Er zijn 181 mol ammoniak/s, zodat

de warmte-inhoud 181. -38,92 = -7044 KJ/s is.

b) kooldioxide: H

487,5

=

-385,81 KJ/mol. Er zijn 90,9 mol kooldioxide/s,

zodat de warmte-inhoud 90,9. -385,81 = - 55070 KJ/s is.

De totale warmte-inhoud van stroom 14-is dus

-7044 -35070 = -42114 KJ/s.

De warmte-inhoud van stroom15 is -39865 KJ/s (zie

(42)

a) Hoeveelhe'id te maken melamine:

Volgens de externe

gegevens (zie'pag. 2) moet de fabriek 100 ton melamine/dag fabriceren.

. . {~;'.r -''J'"<, . "C .>.') A \. V)

r

,

,'-

r' ~ , ••.• , .!' y

V.o 1,1,; b) Hoeveelheid katalysator:

( ~,,);J.r:' /. Volgens Cli t 26) kan

6,6 gram melamine/uur bij een conversie van 95%, met behulp van 200 gram

katalysator, bereid worden. De katalysator is

t -

A1 203 met

afmetingen van 0,1 tot 0,5 mmo (litJ.O) Voor een opbrengst van 100

ton/dag aan melamine is de benodigde hoeveelheid katalysator dus

100.10

6

.200. 10- 6 = 126 ton.

6,6.24 . ,' , 0: (r'

.r7 // J'l't; .

De dichtheid van de

katalysator is 3,9. 103kg/ m3, zodat het volume van de katalysator

gelijk is aan 126.10 3/ 3,9.103 = 32,3 m3• Volgens (lit.14 ) mag

het katalysatorbed in ruste maximaal een meter hoog zijn, waardoor

.

,1-het oppervlak 32,3 m2 wordt. Hieruit volgt\dat de diameter van de

reactor D=6,42 m.

c) Porositeit van het katalysatorbed:

De katalysator

1\ • ') " "-' ~ ... . TV ,AI

)

heeft een orthorhombische kristalstructuur. Volgens J.J. Martin (lit.

21 )

zal de porosi tei t

E

dan gelijk zijn aan 0,3954. ' Van 1 m3 is dus

1 -0,3954 =0,6046 m3 katalys2.tor. j\!Iet een

f

van 3,9. 103 kg/m 3 zal

het gewicht vah de katalysator in 1 m3 bed gelijk zijn aan

0,6046. 3,9.103= 2,36.103 kg. Voor 126 ton is dus 126/2,36 =53,5 m3 bed.

o 2 .J

Het oppervlak is 32,3 m , zodat de hoogte h=1,65m.

Gezien deze

getallen kan de re~lctor de volgende afmetinGen hebben: h=2,5 m en

D=6,42m. Het materiaa.l. zal roestvrij staal moeten zijn, gelet op

de producten.

(43)

d) Gassnelheden in de reactor:

Het fluidisatie gas is een

mengsel van ammoniak en kooldioxide, in de verhouding van 2:1 (lit.28 ).

Aangenomen is dat de gassen zich als ideale gassen gedragen, zodat

PV=RT of PM =RT.

P

NH 3 :

p

=2. 1 1°13. 8,3l. CO2:

p

=2. 1 1° 1

2 .

8,3l. P= 2atm =2. 1,013.105 N/m2 R= 8,31 J/grol T= 4000C =6730K 112°3. 105 = 0,617 kg/m 3• 673 44 1°l. 105= 1,60 kg/m 3 • 673 pmengSel =2/3. 0,617 +1/3. 1,60 =0,944 kg/m 3 • Volgens (lit.37) is

~

NH3 = 22,8. 10- 6 Ns/m2

~

CO2 = 35. 10-6 Ns/m2 •

./ rz

6 -6

zodat de kinematische viscositeit wordt: voor NH

3 T = _ = 22 28. 10- =37.10 P 0,617 -J" -6 6

2/

en voor CO2 T =35.10 = 21,8.10- m s. 6 6 1,60 ~ mengsel =2/3. 22,8.10- + 1/3. 35.10- = 26,9.10- 6 Ns/m2.

1)

de minimum fluidisatiesnelheid:

De grootste deeltjes

moeten net gefluidiseerd zijn, want dan zijn de kleinere deeltjes

zeker gefluidiseerd.

v ,; 1. g.

d~.

(f

s-

f

m).

[~f

mf f

1.

1-êmf

(li t. 29 )

f =180, voor ronde bollen g =9,8 m/s 2 d -0 p - , •

5

10-3m stel [mf =0,4

f'..

-s =3,9.10 3 kg/m3.

~

m =0,944 kg/m 3 •

~

=26,9.10- 6 Ns/m2• vmf = __ 1 __ •

9

18 • 2

5

.10-8 .<3,gol03 - 01944) • 64. 10- 3 = 0,21 mis. 180 26,9. 10- 0, 6

Cytaty

Powiązane dokumenty

Z tego czasu mamy oczywiœcie najwybitniejszy pomnik literatury polskiego twórcy powstaây w języku obcym – Manuscrit trouvé à Saragosse Jana Potockie- go, który dopiero w

При этом речь может идти не обязательно о политической борьбе, а всего лишь о первенстве в моде, в роскоши, в любви… Так,

N ależy zaznaczyć, że typowe dla tw órczości Thom psona p rzejście od prawdy do zupełnej fik cji nie powoduje dyskom fortu czy sprzeciw u ze strony

Wiąże się to z tym, że zawodnicy z formacji młyna biegają częściej na krótkie dystanse, a zaraz po takim biegu wymaga się od nich wykazania się swoją mocą i siłą podczas

Warto dzisiaj przypomnieć, iż zanim nastąpiła era Nowego Testamentu, krzyż występował nie tylko jako prosta dekoracja lecz także jako symbol niosący głębokie treści, w tym

Ilustracje jako elementy ramy wydawniczej i dopełnienia treści, dowodzą, że zarówno miedziorytowy herb, jak i drzeworytowe inicjały oraz winieta początkowa z roku 1684 pozostają

Wstępne wyniki naszych badań nie wykazały patolo- gicznej senności dziennej ocenianej skalą Epworth, mimo obecności zaburzeń anatomicznych w obrębie górnych dróg oddechowych u

Dalej przedstaw ione są w ybrane zagad­ nienia z praw a cywilnego (niektóre przepisy ogólne: podmioty stosunków p raw ­ nych, zdolność do czynności praw nych,