)
e
TECHNISCHE HOGESCHOOL DELFT
AFDELING DER SCHEEPSBOUW- EN SCHEEPVAARTKUNDE
LABORATORIUM VOOR SCHEEPSHYDROMECHANICA
Rapport No. 441
-M. Buitenhek
WAARNEMINGSVERSLAG VAN DE EXPERIMENTEN MET EEN EENVOUDIGE
I . Inleiding
De opzet van de uit te voeren experimenten was, orn een indruk te krijgen over de rnogelijkheid orn de in (1) en (2) beschreven "wegwerp't golfboei in bepaalde gevallen te voorzien van een eenvoudige verankering.
De vraag moest beantwoord worden op welke plaats de verankering aan de golfrneet boeíbevestigd moest worden orn een zo gering mogelijke beinvloeding door stroorn
op de stand van de golfmeetboei te verkrijgen.
De beinvloeding betreft in de eerste plaats de vertikale stand van de rneetboei. Ter vergelijking van een aantal situaties zijn voor zover rnogelijk gelijktijdig
een tweetal golfmeetboeien geobserveerd, respectievelik verankerd via de eigen
stabilisatiestaart en veranderkd via een ankerboei.
Met behulp van foto-en filmopnarnen is getracht enige waarnerningen vast te
leggen.
2. Bijzonderheden
Datum : 7 mel 1976
waarnerning : tussen 9.45 en 10.45 uur
waterdiepte : 17 m
plaatsbepalingscoordinaten : Hifix 195 - 735
Weer- en zeegangsgegevens te Hoek van Holland.
12 hoogwater : 8 uur windrichting : 133 windsnelheid : 6 rn/sec. zeegang : 0.60 m verwachte stroomsnelheld bij aanvang bij aftrap : ± 2mijl/uur : ± 0.7 rni]l/uur. 1
3. Verankeringsmethoden
3.1. De golfmeetboei verankerd via de eigen stabiljsatjestaart
In fig.
iis de situatie geschetst.
3.1.1. Gegevens
ankerkabel
d=6inm1=50 meter
stabilisatiestaart d1.5 mm
1= 10m.
Markeringsboei
; kleur
:oranje.
kabel van markeríngsboei
125 meter.
dreg
parapluieanker 3.5. kg.
Ter onderscheiding van de andere uitgezette go1fmeetbj is op de antenne
een driehoekig wit vlaggetje bevestigd.
3.2. De golfmeetboei verankerd via een ankerboei
3.2.1. Situatie volgens fig. 2.
3.2.1.1. gegevens
ankerkabel
d 6mm1=50 meter
drijvende verbindingskabel
kleur
:rood
1=15 m.
ankerboei
kleur
:geel
stabilisatiestaart
d=1 .5irnii1=10 meter
dreg
:verstelbare anket-dreg 5 kg.
aangrij pingspunt
van de verbindingskabel
:in hoogte op de middelljjn van de bol
op de golfmeetboei
3.2.2. Situatie volgens fig. 3
3.2.2. 1
gegevens als bij 3.2. 1 . I.
De waarneming
Getracht is orn de waarnerning van de 2 golfboeien, die zich ± 30 rneter van elkaar
)
in zee bevonden, vanaf een positie te doen, die loodrecht staat op destroom-richting.
In de aangegeven positie zal de afwijking van de vertikale stand van de
golf-rneetboei, ten gevolge van de stroorn, het duidelijkst waarneembaar zijn.
De resultaten
Bi] de volgens fig. I verankerde golfrneetboei werd de gerniddelde
evenwichts-toestand geschat op een positieve hoekverdraaiing van 7 graden.
Hieromheen werden oscillerende bewegingen waargenornen waarvan de arnplitude + 8 graden bedroeg. Geconstateerd is, dat de rnaxirnale hoekverdraaiing t.o.v. de vertikaal, veroorzaakt door de stroornsnelheíd van water en de golfbe-weging, een waarde van + 15 graden niet overschreden heeft.
Bij de volgens fig. 2 verankerde golfrneetboei werd een gerniddelde evenwichts-toestand geschat op -7 graden.
Geconstateerd is, dat de maximale hoekverdraaiing t.a.v. de vertikaal,
in-clusief de verdraaiing ten gevolge van de golfbewegingen, een waarde van
-15 graden niet overschreden heeft.
Verankering volgens de situatie van fig. 3 gaf een duideli.jke verslechtering aan.
De geconstateerde maximale positieve hoekverdraaiing bedroeg 30 graden.
Een goede evenwichtstoestand werd gevonden bij de situatie volgens fig. 4, waar-bij het aangrijpíngspunt zich 33 cm onder de rniddellijn van de meetboei be-vond. De hoekverdraaiingen waren symmetrisch t.o.v. de vertikaal, waarbij een maximale waarde geconstateerd werd van 8 graden.
Ter illustratie is in fig. 5 een foto afgedrukt waarbij rechts in het beeld een meetboei zichtbaar is volgens de in fig. I aangegeven verankering en
links een meetboeí volgens de situatie van fig.2. In fig. 6 is de situatie
weergegeven volgens de in fig. 4 geschetste verankering.
6. Berekeningen
Ter vergelijking van het in 5 empirisch gevonden evenwichtspunt is getracht
orn met behuip van de vergelijking voor het bepalen van de weerstand van orn-stroornde lichamen, het evenwichtspunt te berekenen.
Uitgegaan is van de vergelijking
w=
pV2CF
waarin soorteiijke dichtheid p= 101 kg/rn3 watersnelheid v 0.75 rn/sec.
weerstandscoefficient
C1 .0
frontaal opperviak F
Hoewel de weerstandscoefficient afhankelijk is van zowel de vorm van het
lichaarn als van het Reynoldsgetal is ter vereenvoudiging voor alle gevallen
cw=1 .0 aangehouden.
Uitgegaan is van het feit dat in de evenwichtstoestand de sorn van de momenten nul moet zijn.
De mornenten zijn bepaald doorhetprodukt van de berekende weerstand en de
af-stand van het gewichtszwaartepunt tot het evenwichtspunt.
De uitkomst wijst uit, dat de berekende plaats van bet evenwichtspunt ± 5cm
verschilt met de empirisch gevonden waarde.
Bij deze goede overeenkomst, dienen echter de volgende opmerkingen betrokken te
worden:
De keus van de weerstandscoefficient C1.0 voor alle onderdelen is nogal arbitrair. Zoals reeds eerder bekend, is de coefficient afhankelijk van
het Reynoldsgetal en van de vorm van het omstroomde lichaarn.
Ook de wederzijdse beínvloeding tussen by. de bol en de
stabilisatie-staart is niet in rekening gebracht.
7. Conclusies
Rekeninghoudend met het feit, dat de gebruikte golfmeetboei ontwikkeld is
orn als "wegwerpboei" dienst te doen, kan aan de hand van de waarnemingen steld worden dat een tijdelijke verankering d.m.v. een hulpboei zoals ge-schetst in figuur 4, zeer wel mogelijk is.
Hoewel de verplaatsing van de verankerde boei niet gerneten is, kon wel vast-gesteld worden, dat met het gebruikte eenvoudige verankeringssysteern, een zeer lage driftsnelheid verkregen werd.
8 . Slotoprnerkingen
8.1. De keus van de gebruikte ankers is vrij willekeurig tot stand gekomen. Onder andere is geen onderzoek gedaan naar het "krabben" van de ankers.
Dit laatste houdt ook verband met de grondsoort die in hettemeten gebied
aangetroffen wordt.
8.2. Gelet op het gestelde in 6 kan het zinvol zin orn, ter ondersteuning van de berekening, enige eenvoudige sleeproeven uit te voeren.
9. Dankbetuiging
Ten behoeve van de uitvoering van het experiment is de medewerking verkregen
van de Heer Kamerrnans van het Bureau Havenmonden Hoek van Holland en van de bemanning van de "Pavo".
De opsteller van dit rapport spreekt bij deze hiervoor zijn erkentelijkheid
uit.
lo. Referenties (1)Buitenhek, M.
A disposable wave buoy, rapport no. 397 Laboratorium voor Scheepshydromechanica
(2)Buitenhek, M.
A disposable wave buoy, Part II rapport nr. 407 Laboratorium voor
s cheep shydromechanica.
s troomrichtíng markeringsboe i s t ab i i i s at i e -staart golfmeetboei + draairichting
dreg
O
stroomrichting __
Figuur 2 : Verankering via een markeringsboei, situatie A
O
markeringsboei golfmeetboei
stabiiisatie-staart
stroomrichting înarkeringsboe i stabilisatie-staart
D
golfmeetboeiFiguur 4 : Verankering via een rnarkeringsboei, situatie C markerings boei stroornrichting - stabilisatie-staart