:
.
".
'"
,
,Laboratorium voor Chemische Technologie
.... 1·
.,
p.
Verslag behorende
.
.bij het fabrieksvoorontwerp
van
.
...
W.~...
K+."H~...
J~g. _____ k!_~.!__
.~.~~;j'X.f!.~~!.~_~_________ _
'..
.onderwerp:
" "..
.
.
Van Leeuwenhoeksingel 19, Delft
Woutersweg
39,
ts-Gl;"avenzande
.
..
.•
<fr"c
rilc
c
c
o
c
c
c
c
( ( ( ( ( (
o
o
o
FABR IEKSVOORONT\oJ ERP
de bereiding van
K 0 0 L M 0 N 0 X I D E
door middel van
S TEE N K 0 0 L VER GAS SIN G
met behulp van het
COS 0 RBA BSO R P TIE PRO CES
w.
K1ut Van Leeuwenhoeksingel 19 Delft opdrachtdatum april 1977 verslagdatum juli 1977 L.J. Kuijvenhoven Woutersweg 39 's-Gravenzande1
INHOUDSOPGAVE
1 Inhoudsopgave
2 Samenvatting
3
Konklusies
4
Inleiding
-1-5
Uitgangspunten voor het onhrerp
6
Procesbeschrijving
7
Proceskondities
7.1 drooginrichting
7.2 Koppers-Totzek vergasser
7.3
quench koeler
7.4
scrubber
7.5
Sulfinol- en Claus proces
7.6
blowers
en
kompressoren
7.7
warmtewisselaars
7.8
kondensors
7.9
dimensionering van de absorptiekolom
7.10 dimensionering van de desorptiekolom
8
Motivering proceskeuze
8.1 vergassing
8.2 koolmonoxide zuivering
8.2.1
kryogeen proces (methaanwas)
8.2.11 Copper-Liquor proces
8.2.111 Cosorb proces
9
Proceskeuze
en Procesregeling
10 Massa- en warmtebalans
10.1 stroom/komponenten staat
11 Overzicht specifikatie apparatuur
11.1 apparatenlijst voor pompen, blowers,kompressoren
11.2 apparatenlijst voor reaktoren, kolommen, vaten
11.3 apparatenlijst voor warmtewisselaars/fornuizen
11.4 apparatenlijst voor diversen
11.5 torenspecifikatieblad voor de absorptiekolom
11.6 torenspecifikatieblad voor de desorptiekolom
12 Lijst van symbolen
13 Literatuur
1
3
4
5
7
11
13
13
14
14
15
15
15
15
15
16
18
20
20
21
21
22
23
27
28
36
40
40
42
44
47
48
49
50
53
c
( ( ( ( f (o
Bijlage 1: berekening van de evenwichtsligging in de vergasser
54
2: het rendement van een schotel
55
3:
gegevens voor de berekening van de absorptie- en
desorptiekolom
4: 4.1 dimensionering van de absorptiekolom
4.2 dimensionering van de desorptiekolom
5:
K.T.I. reference list Cororb plants
6:
economie evaluation
Grafieken
Patent van het Cosorbproces
Schotel
lay-out absorptie- en desorptiekolom
Flowschema
57
58
60
62
63
64
67
72
73
2
( ( ( ( ( (o
()-3-SAMENVATTING
Het proces beschrijft de bereiding van koolmonoxide door
ver-gassing van steenkool met lucht •
.
De vergassing vindt plaats in een Koppers-Totzek vergasser, bij
hoge temperatuur, waardoor praktisch alleen koolmonoxide,
water-stof en stikwater-stof in het produktgas zullen voorkomen.
Nadat het gas is
afgekoeld
en ontdaan van verontreinigingen en
nevenprodukten, wordt het koolmonoxide afgescheiden van de
water-stof en de stikwater-stof met behulp van selektieve absorptie aan een
koperaluminiumtetrachloride komplex. Dit is het zogeheten COSORB-proces.
Dit Cosorb proces werk selektief voor koolmonoxide en is ongevoelig
voor kooldioxide, in tegenstelling met andere absorptie processen.
Ook de stikstof in het gas is niet van invloed op de scheiding en de
zuiverheid hiervan, dit
in
tegenstelling met
een, fysi~hescheiding
die gebaseerd is op kookpuntsverschillen van de te scheiden stoffen,
zoals de kryogene scheiding.
Er kan vergast worden met
goedkope
lucht in plaats van zuivere
zuurstof.
De
absorptie
druk kan laag gehouden worden
en
de temperatuur kan
op omgevingstempera tuur
vlorden
gehandhaafd.
Uit de lit
e
ratuur blijkt dat dit Cosorb proces veel goedkoper kan
werken, dan de tot nu toe gebruikelijke scheidingsprocessen.
De zuiverheid van het produktgas kan gemakkelijk
99
%
of meer
bedragen.
In het hier beschreven geval is die zuiverheid
98,9%,
hetgeen
voor-namelijk te vlij ten is
aan
he t ontbreken van een flash-tank in het
systeem.
( ( ( ( ( ( (
o
3.
KONKLUSIES
- Het Cosorb-proces levert koolmonoxide met een zuiverheid van
ca.
99
%
;
indien men het systeem voorziet van een 'flash-tank' is een zuiverheid van ca.99,9
%
haalbaar.- He~ Cosorb-proces maakt het mogelijk de steenkoolvergassing
uit te voeren met lucht en bij lage druk.
Het Cosorb-proces is goedkoop door zijn eenvoudige proces-voering en de niet-eorrosieve eigenschappen van de
absorptie-vloeistof.
- Een Cosorb-unit heeft een maximale capaciteit, die equivalent is met de vergassing van ca. 1000 ton kolen per dag met lucht.
4
( ( ( (o
-5-INLEIDING
In verband met het tekort aan gasvormige natuurlijke brandstoffen is onderzoek noodzakelijk naar mogelijke vervangende brandstoffen. In aanmerking komen onder andere SNG ("synthetisch aardgas") en koolmonoxide.
Deze laatste stof is bovendien een belangrijke grondstof in
allerlei chemische syntheses, waaronder die van SNG.
Koolmonoxide kan op verschillende manieren gemaakt worden: 1) stoomreforming van methaan
2) partiële oxidatie van aardolie
3)
vergassing van steenkoolad 1) het is duidelijk dat deze methode buiten beschouwing moet blijven
ad 2) aardolie is een dusdanig politiek objekt geworden en de
bewezen voorraden zijn zo klein, dat ook deze grondstof
niet in aanmerking kan komen.
ad
3)
steenkool is op vele plaatsen en in grote hoeveelhedenbeschikbaar. De bewezen voorraden zijn groot en door het
stijgen van de aardolie prijzen worden de ekonomisch
win-bare hoeveelheden steeds groter.
De kosten per eenheid koolmonoxide zijn het laagst bij vergassing
van steenkool, zoals door Foo en Shortland (1) is weergegeven.
De keuze is daarom gevallen op winning van koolmonoxide door vergassing van steenkool.
Koolmonoxide is een belangrijke grondstof in de chemische industrie.
Het wordt gebruikt als reducerende stof bij reduktie van ertsen
en als bouwsteen in vele chemische syntheses, waaronder de
Fischer-Tropsch synthese en de bereiding van acrylzuur, azijnzuur, formaldehyde, fosgeen en methaan (SNG).
Daarnaast kan het worden gebruikt bij de bereiding van waterstof via de "water gas shift" reaktie
( ( ( ( (
c
o
(jr
De zo gevormde kooldioxide kan als zuurstofbron dienen bij de steenkool vergassing via de reaktie
CO
2 + C < ~ 2 CO
zodat op deze manier uit steenkool en water pure waterstof gemaakt kan worden.
Wil men koolmonoxide als brandstof gebruiken, dan zal men deze niet over grote afstanden dienen te transporteren, want de
kalorische waarde ervan is ongeveer een derde van die van methaan,
zodat de transport kosten per hoeveelheid warmte te hoog zullen worden. In tabel 1 is een en ander aangegeven.
kalorische waarde Wobbe index
(HJ/m3)
koolmonoxide
12
12methaan 34 45
Slochteren aardgas
29
37waterstof 10 38
tabel 1: vergelijking van koolmonoxide met enkele andere
brandstoffen
Bovendien zal men de branders moeten aanpassen, omdat de Wobbe
index te veel verschilt met die van methaan.
De Wobbe index is een maat voor de verbrandingseigenschappen
van een gas en is als volgt gedefinieerd (2):
\vobbe index
=
kalorische waarde (150
C en 760 mm Hg)
V
dichtheid t.o.v. luchtVoor huishoudelijk gebruik is koolmonoxide in eerste instantie
niet geschikt als brandstof -nog afgezien van de
giftigheid-maar voor industriële toepassing lijkt het een goede vervangende
( ( ( ( ( (
o
-7-5
UITGANGSPUNTEN voor het ONTWERP
De kapaciteit v
a
n de fabriek bedraagt 2000 ton steenkool per dag.
Deze kapaciteit is gebaseerd op het feit, dat een
g
aszuiverings-install
a
tie, die zw
a
velw
a
terstof, carbonylsulfide en kooldioxide
uit een g
a
sstroom verwijdert, een gasstroom kan verwerken, die
overeenkomt met 2000 ton kool per dag (3)
De steenkool h
e
eft de volgende s
a
menstelling:
(4)
voor drogen
na drogen
g
e
w
%
mass
a
(t/d)
g
ew
%
m
a
s
s
a (t/d)
koolstof
48,48
969,6
as
1
8
,87
377,4
zuurstof
14,10
28
2,0
Hater
14,42
288
,4
waterstof
2,71
5/
+ ,2stikstof
0,86
17,
2
zwavel
0,57
11,4
Tabel 2:
·
kools
a
menstelling
Samenstelling v
a
n lucht:
21 vol
%
zuurstof
79 vol
%
stikstof
Freon 12:
temperatuur
(5)
verd
a
mpingswarmte
chemische formule
_30
oC169 kJ/kg
C1
2
CF
2
C P -2= a
+bT
+cT
(cal/mol
K) Q-b
c.
koolmonoxide
6,60
1,20
1110-
5kooldioxide
10,34
2,74
1110- 3
-195,5
1110
3
stikstof
6,50
1,00
1110-3
w
a
terstof
6,62
0,81
1110-3
waterdamp
8,22
0,15
]I10-3
grafiet
2,67
2,62
]I10- 3
-116,9
1110
3
0de soorte11
J"
ke warmte
Tabel 3, konstanten vo r
C lucht
p=
1
+1,9
11AV (kJ/kg °C)
=
1,84(kJ/kg °C)
C tolueen (vloeistof)
p52,9
969,6
20,6
377,4
1
5
,4
2
82,0
6,6
120,0
3,0
5 4 ,2
0,9
17,2
0,6
11,4
~HO (kc4fmtA)
.ASO
(cat/rrul .. )
-26,42
47,30
-94,05
51,06
°
45,77
°
31,21
-57,80
45,11
°
1,36
( ( ( ( (
o
o
-8-~~ _e~gen-8-~~h~p~~~
(7b)
voor de assamenstelling is uitg
8
g
aa
n v
a
n orthoclase (KAlSi
2
0
8
)
smeltwarmte:
419 kJ/kg
C
=
69,26
+8,21
H10-
3
T - 2,3
3
1
*
10
6
T-
2
(Cal/mol K)
pstoomeigenschappen (5)
-HD stoom:
temperatuur 410 oe
LD stoom: temperatuur 190°C
druk
40 bar
druk
3
bar
w
a
rmteïnhoud 3135 kJ/kg
(
?:
'/"'-·
.i
a.Emt~ee~S~~d~n~
(8)
.
tolueen R
=
0,0012 m
2
°
C/W
2
0..
w
a
ter
R
=
0,0012 m
C/v!
warmte'inhoud 27
3
6 kJ/kg
'.warmteov
e
rdrachtskoëfficiënt:
1 U=
De warmteweerstand v
a
n de gebruikte pijp k
a
n bij deze benadering
buitenbeschouwin
g
blijven
Rendementen v
a
n de kompres
s
or:
(8)
--
-L
hydr
=0,8
7.
mech
=0,9
{
vol
=0,7
Kondensatie
. -~ - --- ---
--wa
-rmte tolueen:
- -----
- -- ---. Q =
7972 - 12,70
*
(t - 110) c
a
l/mol
Deze ei
ge
nsch
a
ppen zijn gelijk aan die van tolueen, met uitzondering
van het molecuulgewicht en de dichtheid.
molecuulgewicht: 452
dichtheid(40
o
c):
1300 kg/m
3
Molecuul zeven
Bij de schatting van de hoeveelheid molecuul zeven is uitgegaan van
een maximale vloeistofbelasting van 20 gew.
%
en een werkzame
c
( ( ( ( ( (o
-9-Diffusiekoëfficiënten:
Mengregel voor de berekening van de diffusiekoëfficiënt van
koolmonoxide in een mengsel van stikstof en waterstof:
(10)
Voor de
1 - Yeo
IDCO_H
2
+
absorptie kolom geldt:
IDeo_H = 7
4 ,6
1E10-
6
2
21,2
1E10-
6
IDeo_N = 2(11)
2
mIs
2
mIs
6
-6
2Uit de produkt gas samenstelling volgt hieruit: IDeo
=
25,
1E10
m /s(250e)
De temperatuurafhankelijkheid van de diffusiekoëfficiënt is (7c)
ID~Tl,75
Voor de desorptie kolom moet men de diffusiekoëfficiënt van
koolmonoxide in tolueen nemen.
Deze vindt men met de formule:
(10)
~ haalt men uit de tabel, die bij deze formule hoort
0-'
=
5/6
V1/3
c
Dit heeft tot resultaat dat IDllO
=
5,6
1E10-
6
m
2/s
ID135
=
5,7 1E 10-6
m
2
/s
Viskositeiten
(10)
Absorber:
mengregel voor viskositeiten van een gasmengsel bij lage druk volgens
~ ~
.
1
=~~
'{;jc
1
+
j~
CPij (
~j/~T)J
W~lke:
J*i
A~. (R'r
lp
Mi
)('1j
Dij)
'J
I - - - J( ( ( ( ( (
o
Benadering voor~
ij~Hl.
=
81,b
*\o-ll1/ófm
:L1
IJ,.;:11
8
*
/O-t""5/Ml.~c.o=
11Lf,9
~ (O-tNsl
rt)"Voor de gemiddelde koolmonoxide koncentratie in de absorptiekolom vindt men:
6
-6
2
L
=
17, JE 10 Ns/mTemperatuur afhankelijkheid: (7d)
~J.~
.:(rr
l.)3/:L
~1
rr
1hieruit volgt voor bovenin de kolom onderin de kolom
\1
=
19,0 JE 10-6 Na/ 2l
40 m~
55=
20,4 JE 10-6 Na/ 2 m Voor de stripper dient men de viskositeit van tolueen te nemen Via een nomogram in Perry (7e) zijn deze bepaaldbovenin:
~
110=
9,0 JE 10-6 Na/ 2 m onderin:~
135=
9,5 In Ptolueen=
=
2E!~~~~~~~~~~~
4308,1 + 17,873 T 2700 T + 14,48 JE 10-6 Na/ 2 m bij x=
0,34Oplosbaarheid van CO, N
2 en H2 in tolueen (13) 40°C 550C CO 0,009 0,009 H 2 0,004 0,0045 N 2 0,006 0,007 tabel 4, oplosbaarheden
oplosbaarheden in: mol/kg bar
( ( ( (
c
(o
o
(î-11-6
PROCES BESCHRIJVINGNadat de steenkool in een molen verpulverd is en gedroogd met hete lucht, tot een watergehalte van ongeveer
6%
en afmetingen kleiner dan 0,1 mm, komt de kool terecht in vier silo's, bij de vergasser. De vergasser is voorzien van vier branders.Vanuit deze silo's wordt de kool, tesamen met de voor de verbranding benodigde lucht in de reaktor geblazen, waar het direkt vergast wordt bij een temperatuur van 1600 °C. De branders dienen uitwendig gekoeld te worden, waarbij tevens lage druk processtoom wordt gewonnen.
De slak wordt in gesmolten toestand onder uit de reaktor verwijderd, waarna het wordt gequenched met water.
Het produkt gas bestaat uit koolmonoxide, waterstof, stikstof, waterstofsulfide, carbonylsulfide, ammoniak en sporen kooldioxide en hogere koolwaterstoffen, benevens een hoeveelheid vaste deeltjes. De hete gassen worden nu gekoeld in een quench, waarbij hoge druk
stoom wordt gewonnen. Door de snelle afkoeling van 1600 naar 4000
c
zal het gasevenwicht nagenoeg niet veranderen, waardoor het CO2 gehalte laag kan blijven.
Vervolgens worden in een cykloon de vaste deeltjes grotendeels
afgevangen, waarna verdere gaskoeling plaatsvindt, onder opwekking van lage druk stoom.
De laatste resten vaste deeltjes worden verwijderd in een scrubber, die tevens het gas afkoelt tot 30oC.
Het gas bevat nu CO, H2' N
2, H20, NH
3
,
H2S, CO2 en COS.Uit dit gasmengsel worden nu de laatste drie van de bovengenoemde stoffen verwijderd, met behulp van het Sulfinol proces.
Andere mogelijke processen zoals Purisol, Rectisol en DEA, werken bij verhoogde drw< (~50 bar) en komen dus niet in aanmerking ~4)
Het Sulfinol proces daarentegen stelt geen eisen aan de druk en kan werken van ongeveer atmosferische druk tot aan 70 bar.
Aan het Sulfinol proces is een Claus unit gekoppeld, waarmee zwavel geproduceerd wordt, uit de zwavelhoudende bijproduktgassen.
De CO
2 en S02 afgassen van deze unit kunnen eventueel weer gebruikt worden als zuurstofbron bij de vergassing van de kool.
De uitvoe:rspecifikaties van het Sulfinol proces zijn: 2 Jf 10-2 vol
%
1 JE 10-4
vol%
CO 2<
~-:, "';.; - H 2S<
Jc..
( ( ( ( ( (lo
Deze gehaltes zijn echter nog te groot voor het Cosorb proces. Bovendien bevat het ruwe gas nog grote hoeveelheden water en wat ammoniak.
Ter verwijdering van het meeste water en ammoniak wordt het gas o
afgekoeld tot ongeveer
3
C, waardoor ongeveer 9~~ van het water kondenseert. De ammoniak zal tevens oplossen in het kondensaat. De rest van het water, kooldioxide, waterstofsulfide en ammoniak-
-wordt verwijderd via een bed met molecuul zeven, totdat voldaan is
aan de invoerspecifikaties van het Cosorb proces. (Het 9Cl.S wordt weer 25°C.)
I
De gasstroom wordt nu in twee gelijke delen gesplitst, daar det,
I
appHet garaatuur voor het Cosorb proces anders veel te groot zou worden. s komt onderin -de absorber terecht, waar het in tegenstroom met het absorptiemiddel opstijgt. De koolmonoxide wordt uit de gas-stroom opgenomen in het absorptiemiddel en verlaat de absorber aan de onderkant. Het restgas bevat nu tevens tolueen, dat uit hetabsorptiemiddel wordt verdampt. Om deze tolueen terug te winnen wordt het restgas met freon gekoeld tot _30oC. Eventuele verdere zuivering van dat gas kan plaatsvinden door norit bedden achter de freon koelinstallatie te plaatsen.
De koolmonoxide-rijke stroom kan eventueel via een flash-tank
ontdaan worden van fysisch opgelost waterstof en stikstof, afhankelijk van de gewenste zuiverheid van het produktgas.
Na warmtewisseling met het bodemprodukt van de stripper komt de beladen absorbens boven in de stripper terecht. Het tolueen in het absorptiemiddel wordt gebruikt als warmteoverdragend middel, om de voor de de sorptie benodigde warmte te leveren.
Onder in de kolom wordt hiertoe een hoeveelheid to~ueen verdampt, met behulp van stoomverwarming.
Het bodemprodukt van de stripper gaat na warmtewisseling met de
strippervoeding terug naar de absorptiekolom, nadat het via een t k 1 d t t t 400C 1.' S b ht
ex ra oe er op e gewens e empera uur van ge rac •
De tolueen uit het bijproduktgas wordt hier ook weer aan toegevoegd.
Eventueel kan men de onbeladen absorbens in een regeneratie unit weer op de gewenste samenstelling brengen.
Het topprodukt van de stripper bevat veel tolueen. Via een koeler en een freon kondensor wordt dit grotendeels weer teruggewonnen.
Afhankelijk van de gewenste zuiverheid van het produkt kan men nog een norit bed in de gasstroom plaatsen, waardoor een praktisch tolueen-vrij gas verkregen wordt.
(. ( ( ( ( ( (
o
-13-7
PROCESKONDITIESZoals eerder beschrevon is wordt de gemalen kool eerst gedroogd tot een watergehalte van ongeveer
6%.
De lucht, die rondcirkuleert is niet alleen bedoeld om de kool te drogen, maar ook om de kool te transporteren.
Het is daarom moeilijk om een schatting te geven over de hoeveel-heid benodigde lucht.
Toch is een poging gedaan om althans een orde van grootte aan te
geven.
Uitgangspunten:
te verdampen hoeveelheid water spui temper~tuur
inlaat temperatuur droger inlaat temperatuur kompressor
1,94
l~5OC70°C
25°C
kg/sAV
=
0,068
Kl
~,<J\I .. \AV
=
0,053
AV
=0,016
Bij de berekening is ervan uitgegaan dat de hoeveelheid warmte die de steenkool opneemt te verwaarlozen is t~~ opzichte van de verdampingswarmte. Het is dan mogelijk om met adiabatische verzadi-gingslijnen te werken. Verder wordt aangenomen, dat de gekozen tem-peraturen hoog genoeg zijn om het water uit de kool vrij te maken.
Çi~~1"1 :
droo~iYl$bl6.tieSpu.\.
.
hoeveelheid cirkulatielucht:CPI\1,'-i
~m,i
<Pm'i 1
=
0,068-0,053
1
194
=
129,3
kg/s (droge lucht)dr~t" verse lucht naar kompressor:
<P"1,3
tv1
1
194
=
~"">
=
37,3
kg/s (droge lucht)0,068-0,016
maal iWlric\'h"3
8
ct>~,lI
M
3
4>",,"i teruggevoerde lucht:CPm.l.
=tPm,y -
~W!,1
=
92,0
kg/s (droge lucht) De temperatuur van het gas na de warmtewisselaar H4:Deze wordt berekend uit de warmtebalans op punt
A
(fig11<?"1,l",t
1JlCp,l T<?~I~*~'*
(P,3=-
(<t>m,:t4-
cl>1n,i)*
tLj *cp,'iVia trial and error vanwege de niet bekende waarde van C
3'
vindt menp, t
3
=
138 C
o , . . . - - - --Aangenomen wordt verder, dat de berekende
1
,
I1
j
(1
n
o
o
o
o
I) ,)c
c
r
( ( ( ( (..
".j../'- ,ft..-14-De dimensionering van deze vergasser is niet direkt mogelijk. De komplete apparatuur, inklusief de drooginstallatie wordt geleverd door Krupp-Koppers GmbH, Essen, BRD.
De kapaciteit moet zijn: 2000 ton kolen per dag
In deze grote kapaciteiten wordt de vergasser uitgevoerd met
4
branders (15). De bedrijfstemperatuur wordt op 16000
c
gehandhaaft,door middel van stoomkoeling.
De verbrandings"'larmte van de steenkool wordt als volgt berekend:
Eerst wordt alle water met voldoende kool omgezet via:
.6 H
=
131,5 kJ/mol[I,' ,/' I)'" ,
- r
Waarna de rest van de koolstof met zuurstof wordt omgezet inI
I koolmonoxide via:
I
co
AH=
-IlO,? kJ/molBij een bedrijfstemperatuur van 16000
c
kan de warmte inhoud vande produktgas,3en berekend worden en tevens die van de as.
De restwarmte dient dan met de stoom afgevoerd te worden.
In bijlage (1) zijn een aantal eve~wichts- en warmte-inhouds
berekening-en weergegevberekening-en. Voor een maximale koolmonoxide opbrengst is een vereiste, dat
het evenwicht 2 CO ~ CO
2 + C niet kan aflopen.
Dit kan worden bereikt door een zeer snelle afkoeling van het
gas-mengsel.
Een artikel van Mol (16) over quench koelers voor de bereiding
van etheen verschaft enige informatie.
De gasverblijftijden in de quenchkoeler liggen beneden de 100
milliseconden, waarbij gekoeld wordt van ca 14000C tot 400o
c.
Er treedt wel cokesvorming op, die "on line" verwijderd wordt
o
met een stoom/lucht mengsel van 900-950 C. Na een bepaalde tijd is
echter mechanische reiniging noodzakelijk.
White et. al. (l?) geeft met behu~p van driehoeksdiagrammen
mogelijk-heden om roetvorming te voorspellen bij afkoeling van synthesegas.
De beschreven gasmengsels bestonden naast de gebruikelijke
synthese-gaskomponenten voor een zeer groot gedeelte uit stoom (~ 50 vol
%)
Het artikel beschrijft de invloed van de water gas shift reaktie
n op de roetvorming. Het produktgas uit de Koppers-Totzek vergasser
~~~
'
voldoet
niet aan deze beschrijving, daar het geen stoom bevat.'~I Als de eventuele roetvorming homogeen in het gasmengsel plaatvindt,
zal bij voldoende grote gassnelheden afzetting wellicht voorkomen
kunnen worden, want roetvorming zal onget\-djfeld wel gebeuren.
/,
7.4
c
Scrubber
De scrubber zorgt ervoor, dat de laatste resten vaste stof zoveel mogelijk uit het produktgas verwijderd worden.
Bovendien wordt het gas afgekoeld tot 30oC.
Met het produktgas zal een hoeveelheid water verdwijnen, die later
r
weer moet worden aangevuld met vers water.( ( ( ( ( (1 (';
Wegens de algemene bekendheid van deze processen wordt volstaan met het noemen hiervan:
Sulfinol: '" 230 ton per uur CO/H
2/N2 gasmengselJ
O zie massabalans
Claus " " , 4 ton per uur zwavel
7.6
Blowers (C3 C10) en kompressor (C22) ___________ J ________________________ _De berekening van het vermogen van de blowers en de kompressor is op dezelfde wijze uitgevoerd:
Het vermogen is berekend via omkeerbare isotherme kompressie
/
PI~
Pth=
.0
m .J?LP
I
l n - -Pz=
.0
v Pl In PI P th P=
asL
hydr1
mechL
volPompvermogens zijn niet berekend wegens de onbekendheid met de geometrische opstelling van de vloeistofpompen.
Voor zover mogelijk zijn de oppervlakken van warmtewisselaars berekend, met de formule:
~'tl
A
=---Waarin f een korrektiefaktor is, voor het feit, dat in de warmte-wisselaars geen volledige tegenstroom bereikt kan worden.
7.8
Kondensors (H29, H33, H4l, H42)De in het Cosorbproces voorkomende kondensors zijn niet op een eenvoudige maniér te berekenen. In alle gevallen moet tolueen
c.q. water gehaald worden uit een voor kondensatie inert gasmengsel. De te volgen methode staat beschreven in de VDI-Wärme Atlas (18) en is een bewerkelijk iteratief proces.
1
I
1
i -,j
c
( Clo
o
o
o
I)o
c
r
(c
o
Cl
r
~
berekening van de diameter, gebaseerd op de onderste schotel:
f)
via de formule:
1
~tl
./,/
L
*"
b
"\tf9
~
di t is gelijk aan >-/'J,/b)
en grafiek (
1),kan men
debelastingsfaktor
.À
bepalen.
De op deze manier gevonden
À geldt voor een kolom met een
schotel-afstand van
0,5
meter.
,
-De diameter die hierbij hoort is
5,90
m. Daarom is gekozen voor
een schotelafstand van
-
i-;Ümeter,
waarbij de belastingsfaktor
vlord t :
A
mev<. (~~ : -1 màu)=
0,0'-/0en dienovereenkomstig de maximale gassnelheid: u
g,max
=
1,03
mis
Als
we de kolom dimensioneren op
80
%
van de maxima
a
l
toelaat-bare gassnelheid, vinden we een gassnelheid van
u
=
0,82
mis
g
de hierbij behorende doorsnede van de kolom is:
2
A
=
~ gI
u
g=
18,90
m
waardoor de diameter wordt:
D
=
4,90
m
~
berekening van de drukv
a
l over de onderste schotel:
de drukval is opgebouwd uit drie faktoren
I
de druk val tengevolge van de stroming door porien
11
statische drukval door de vloeistof, aanwezig beneden de
overlooprand
111:
extra statische drukval door de vloeistof aanwezig tengevolge
van de stroming over de overlooprand.
ad
I: p=
1
p~
(lI.SIP)l.
=
537,5
NI
2I CD m
ad
11: PIl =<t>Rwp,e
cr
=650
NI
2m
waarin
~bepaald wordt via grafiek
(2):cp
=
0,5
ad
111: PIlI= I,owft~
=
1235
NI
m2
waarin
h =0,67
H (uIb-)'3
ow
g
de totale drukval wordt dan
analoog voor de bovenste
schotel
Ptotaal
Ptotaal
=
2422,5
NI
2 m=
2360
NI
m2
~
berekening plaatselijk
schotelrendement~opde onderste schotel:
hiervoor
d~enen
we de stofoverdrachtskoëfficiënt te kennen,
hetgeen via de relatie voor het
S~rw~getal kan geschieden:
I t {-I
G
( (-17-k d met Sh
=
....s....E
ID
g4
QpP
gRe
=
T[ db t: g Sc=
1
9 ID gP
gUit de berekeningen volgt k
=
0,085
mis
g
Bovendien moet het fase grensvlak nog berekend worden, waarvoor de beldiameter bekend moet zijn:
0,6 :H Q45
db =
----~
=23
1
mm1/5 '
g
-( het fasengrensvlak is gedefineerd als a :H z met a
=
6EgI
db( (
c
o
o
z=
hlIE
1 (hl = h + h ) oww
Dit alles resulteert in:
k
*
a,1ZE
m1 -
exp ( - g )=
0,974
u
g,bed
Analoog geldt voor de bovenste schotel:
E
=
0,977
m
Via dit plaatselijk rendement kan het overall schotelrendement bepaald worden, zoals in de bijlage (2 ) is aangegeven.
- berekening van het aantal schotels:
fig 2
Bij de berekening van onder naar boven zijn bekend: a) de afstromcnde vloeistof samenstelling
b) de toestromende dampsamenstelling c) de totaal druk
berekeningsmethode:
Aan de hand van een gekozen
T
n wordt de
Peo
berekend bijx
=
0,34,
via de formule:.
-~-2,70
T
*
10
+14,48
InPeo
=
-Daar de evenwichtslijn als recht wordt verondersteld kan nu de P
eo
bij xn berekend worden ( zie ook de grafiek(3) )
Via de Peo
en Pt o ueen 1 volgt nuylf-
n en.óy* •
nBij bekende EO vinden we..c. y en de bijbehorende y •
m n n
Via de werklijn (grafiek (
5))
levert dit dan x 1 en dus ookAx •n+
n
Met A x is het aantal molen CO dat geabsorbeerd wordt bekend,
n
waarna het warmteeffekt berekend kan worden.
Uit de dampspanningsformule van tolueen haalt men nu het aantal
-( ( ( ( I (
r
o
o
verdampte of gekondenseerde molen tolueen, zodat het warmteeffekt
hiervan ook bekend is.
Het totale warmteeffekt levert een
T ,
die gelijk moet zijn aan den
in het begin gekozen gemiddelde temperatuur. Indien dit niet zo is,
dient men een nieuwe sChatting te maken en daarmee het proces te
herhalen, tot wel aan deze gelijkheid is voldaan.
Deze methode wordt voor elke schotel herhaalt, tot men aan de
ver-eiste specifikaties voldoet.
Het blijkt dat het aantal praktische schotels gelijk moet zijn aan
7.
In bijlage (4) is deze schotelberekening in tabelvorm weergegeven.
De werkwijze voor de desorptiekolom is geheel gelijk aan die voor
de absorptiekolom.
De gekozen schotelafstand is 2 meter.
-Men vindt voor de maximale belastingsfaktor:
À
= 0,064max
en dienovereenkomstig voor de maximale gassnelheid:
u = 1,15 mis
g,max
dimensioneren op 80
%
van de m~ximale kapaciteit:u
=
0,92 misg
Dit betekent dan weer een kolom diameter van 7,20 meter en
2
een doorsnede van 40,72 m
De kolom is dan gedimensioneerd op de onderste schotel.
Drukval over de onderste schotel:
PI
=if1(LL~:r
= 883,6 N/m2PIl =
~ ~'"
Pt
~
waarincp
PIII
=.2..0..
Pi
't
waarin h ow=
237,4 l'I/m2bepaald wordt via grafiek ( 2 ) :
=1035,8 N/m2
2./3
=
0,67 H ( Ug/b )<t>
=
De totale drukval over de onderste schotel is 2157 N/m2
analoog voor de bovenste schotel 1500 N/m2
Het plaatselijk schotelrendement:
db
=
21 mm a=
186 z = 0,34 k=
0,052 mis g 0,22( \1 ( ( (
o
o
-19-Dit resulteert dan in
k a z
E
=
1 - exp (-
g )=
0,90
m
u
g,bed
analoog voor de bov
e
nst
e
schotel: Em
=
0,94
ber
e
kening
vanhet a
a
nt
a
l schotels:
{"-I
-Pr'I.
r-Uit de temper
a
tuur en druk v
a
n de bovenste
schotel, in kombinatie met de toestromende
vloeistof met samenstelling x
l ' berekent
n-1
T~
L"t1
m
e
n de evenwichtss
a
m
e
n
s
t
e
llin
g
x*
v
a
n de
af-n
lopende vloeistof
4met behulp v
a
n gr
a
fiek
(~)
)(.v\ti~uu,. .3
Met een gekozen rendement (op vloeistofbasis)
bepaalt men de werkelijke samenstelling
x •
n
De hieruit volgende
AXlevert het a
a
ntal molen gedesorbeerde CO.
n
Het warmteeffekt hiervan dient gekompenseerd te worden door
de kondensatiewarmte van tolueen, zodat
4tolueen bekend is,
hierbij dient ook rekening gehouden te worden met het opwarmen
v
a
n vloeistof, afkoeling van de damp is verwa
a
rloosd ten opzichte
van de kondensatiew
a
rmte.
De naar de schotel opstijgende
de gassa
m
enstelling
ydoor
n
damp
yn+
1wordt gevonden uit
a) het a
a
ntal molen tolueen te vermeerderen met
Atolueen
b) het a
a
ntal molen CO te verminderen met
óCO
Op grond van de nu bekende gasstroom
y
1 en vloeistofstroom x
n+
n
is e
e
n murphree rendement te bep
a
len, dat gelijk moet zijn aan
het al eerder gekozen rendement, zoniet, dan moet dit proces
iteratief herh
aa
ld worden.
Is het rendement wel gelijk, dan vindt men de temper
a
tuur op de
schotel n+l, daar de samenstelling en de druk van het gasmengsel
op die schotel bekend zijn -de drukval per schotel is bekend-.
Uit deze l
aa
tste twee gegevens volgt de tolueen partiaal druk,
waarna via de formule:
In Ptolueen
=
4308,1
T +17,873
de t
e
mperatuur die bij die tolueen druk hoort te bereken is.
Voor de schotel n+l kan nu een soortgelijke berekening worden toe
gepast als voor de n-de schotel. Dit wordt voortgezet tot aan de
gewenste specifik
a
ties is voldaan.
Het blij
k
t d
a
t
3
pr
a
ktische schotels benodigd zijn.
I
1<,
( ( ( (c
o
o
8
MOTIVERING
-
PROCES
KEUZE
De verg
a
ssing v
an
steenkool kan op verschillende manieren worden
uitgevoerd. Voor de bereiding van koolmonoxide
zijn
de volgende
vergas
se
r
s
beschikb
aa
r (14,19)
1) de Lurgi drukvergas
s
er
2)
de
I,>
/inkler
fluïd
bed vergasser
3)
de Kop
pe
rs-Totze
k
v
e
r
gasse
r
Als zuustof
bron
komen
in
aanmerking:
a) lucht
b)
zuivere zuurstof
c)
stoom
Voor de
koolmonoxide zuivering zijn
beschikbaar:
I)
Kryogene
z
uivering
11)
Cop
pe
r-Liquor zuivering
111)
Co
so
rb
zuivering
8.1
VERGASSING
1) De Lur
gi
drukvergasser
werkt bij drukken v
a
n
25-30
bar en
temper~turcn
v
a
n
600-800
°C.
Het produktgas
bev
a
t teer, olie, fenolen
en ammoniak
benevens
kool
en
a
s de
e
ltjes.
/~
Er wordt
n
age
noeg
geen eis gesteld
aan de
kw"'liteit
van de kool
---
.. ~2)
De
winklet'
\.
-
.
,:"
·
b
asse
r bestaat uiteen flurd bed reaktor en
werkt bij
a
tmosferische druk
en
temperaturen van
800-1000
o
C.
Het
produkt gas
bevat
nagenoeg geen
teer
en
zware
koolwater-stoffen, maar wel
7~0van de as.
Er kunnen
vele
soorten steenkool
gebruikt worden met afmetingen
kleiner dan tien milimeter.
3) De
Koppers-Totzek
verg
a
sser werkt ook bij
atmosferische
druk
en
heeft
een v
er
brandingstemperatuur van l500-l800
o
c.
Het
produktg
a
s bevat dientengevolge
alleen
koolmonoxide,
water-stof (en
stikstof)
en pr
ak
tisch geen
andere
koolwaterstoffen.
De
as
verla
a
t de reaktor
grotendeels
in
gesmolten
toestand.
Rond de br
an
ders circuleert stoom voor koeling,
waarbij
tevens
LD processtoom wordt
gewonnen.
Er
kunnen vele soorten vaste en vloeibare koolstofhoudende
materi
a
len verg
as
t worden, waarvan het vochtgehalte 2-8%
mag
bedr
a
gen
en met afmetingen
kleiner dan 0,1 mmo
(,
-21-8.2
KOOLMONOXIDE ZUIVERING
.-.r'
Er zijn relatief weinig stoffen die gebruikt kunnen worden om
koolmonoxide uit een gasmen
g
sel te wassen. Het is namenlijk
slecht oplosb
aa
r in de meeste oplosmiddelen, inklusief
'-'
later •
~
1??
De zuurgr
a
a
d v
a
n het absorptiemiddel heeft geen invloed op de
(
~/"><",I
oplo
s
oaarheid,
'O
mdat koolmonoxide een indifferent oxide is.
(
(
(
o
o
Men is da
a
rom, althans voor een absorptie proces, aangewezen op
chemische
a
b
s
orptie.
E
e
n
a
ndere mogelijkheid biedt een kryogene scheiding.
Zo
a
l
s
onder I, 11 e
n
111 vermeldt zijn er drie industriële processen
voor de t
e
rugwinnin
g
v
a
n koolmonoxide, die hieronder kort b
e
schreven
zullen 1tJorden.
8.2.1) dit ty
p
e proces k
a
n in drie verschillende vormen voorkomen
I
a
) meth
aa
n w
a
s proces
Ib) CO kondens
a
tie d.m.v. waterstofexp
a
nsie
Ic) CO konden
sa
ti
e
m
e
t
e
en "N - loop"
2
MOLE·SIEVE DRYERS METHANE WASH COLUMN
r--'--~---CO PRODUCT
MAIN HEAT EXCHANGER FRACT IONA TOR REBOILER
Cryogenic carbon monoxide separation using methane wash process
fi
g
uur
J.t
procesvoering 15 bar is.
~~~~~~~:~~~_E~~~~~_(l)
Het vo
e
dings
ga
s wordt in
teg
e
nstroom gekoeld met de
uitg
a
ande produkten. Het tot
het d
a
uwpunt
g
ekoelde gas
wordt gewas
s
en met vloeibaar
metha
a
n, waarin alleen CO
absorbeert. Het topprodwct
is hoofdzakelijk waterstof
met enig meth
aa
n, dat door
kondensatie verwijderd wordt.
Een gedeelte van de waterstof
wordt geëxpande
e
rd om de
be-nodigde koeling te re
a
liseren.
Dit heeft als konsekwentie,
dat de minimale druk van de
De koolmonoxide wordt in de fr
a
ktioneer kolom als topprodukt verkregen
waarn
a
het g
a
s n
a
w
a
rmtewisseling het proces verlaat.
Het is duidelijk dat voor stikstofhoudend g
a
s dit proces niet
g
e
schikt is, da
a
r het kookpuntsverschil tussen stikstof en
kool-monoxide si
e
cht
s
6
°c
bedr
aa
gt, waardoor de fr
a
ktionering
moeilijk-heden zal geven.
( ( ( (
o
8.2.
IrDe invoer sp
e
cifik
a
ties zijn:
geen H
2
0 en CO
2
' daar dit v
a
ste stof vorming geeft in de "cold box"
H
2
S, S02 en NH
3
: 1 ppm
V
a
ri
a
ties op dit proces zijn beschreven het boek: Gas Purification (20)
rn nevenstaand figuur 5,is een
schema weergegeven.
Een voorgekoeld H
2
/CO/(N
2
)
gasmen
g
sel wordt onder
ver-hoogde druk in een absorptie
kolom door een koude
cupro-ammonium zout oplossing
gewas-sen-de oplossing bevat zouten
van zwakke zuren, zoals formiaten,
carbonaten of acet
a
ten-Het CO-rijke bodemprodukt ga
a
t
naar de regener
a
tie unit.
Copper-ammonlum-8slt process tor carbon monoxloe absorptIon
De oplossing wordt hier verdeeld
in twee stromen, de hoofdstroom
wordt gemengd met het
bodem-figuur 5
produkt v
a
n de
a
mmoniak scrubber. Na warmtewis
s
eling wordt deze
stroom in de re
g
ener
a
tor gevoerd, waar CO en NH
3
word~enuitgestookt.
Met behulp v
a
n de koude (met CO verzadigde) tweede stroom wordt de
ammoni
a
k uit het CO/NH
3
gasmengsel gewassen. Het zuivere koolmonoxide
v
e
rla
a
t de scrubber vi
a
de top als produktgas.
Reaktie ver
ge
lijkingen:
chemische absorptie:(lit 21)
CU(NH
3
)
~+ CO +
NH3
(
) CU(NH
3
) 3CO+
6
H
~-42kJ/mol
nevenre
a
kties:
1) 2NH 40H
+ CO2
~ (NH4 ) 2C03
2)
(NH
4
)
2C03 + CO
2 4' )2
NH4
HC0
3
redoxreakties:
2Cu
2+ + CO +
4
OH-
~
2
cu
~
+
+
CO~-
+ 2 H 20(dus CO
2
vorming)
C
2+
+ uCu
Om neersl
a
an van koper te voorkomen is ongeveer
2~~van het aanwezige
koper als cu(rr) a
a
nwezig.
Deze verhouding wordt in st
a
nd gehouden door injektie v
a
n lucht,
om cu(r) te oxideren via:
(; ( ( ( ( ~"-'-"
-23-In bovenst
aa
nde re
a
ktievergelijkingen stellen Cu+ en Cu
2
+
komplexen voor van CU(NH
3
)x.
Het voorga
a
nde m
aa
kt duidelijk dat de procesvoering ingewikkelder
is dan een "gewoon" absorptie/desorptie unit. Hierop wordt verder
ingeg
aa
n bij de bespreking v
a
n het Cosorb proces.
Verder is de absorpti
e
vloeistof zodanig korrosief, dat gewoon
kool-stofst
a
al ni
e
t gebruikt k
a
n \'lorden als konstruktiemateria
a
l.
Invoerspecifik
a
ties:
CO
2:
dit wordt mede ge
a
bsorbeerd, eisen afh
a
nkelijk van
de ei
se
n di
e
aan het pr
o
duktg
a
s word
e
n gest
e
ld
H 28
en
802 NH3
en
H2
0
1 ppm
geen eisen
8.2;
I I I 'COSORB PROCESS ! .---H, rich gas solvent recovery condenser degasser
~:
_" syntllesis gas r1~' FIG.6
carbon monoxide b" "":...0Het Cosorb proces voorziet volgens de literatuur (22,23,24,25) in de
behoefte
a
an een proces, dat aan de diverse wensen tegemoet komt
t.a.v. lage investeringen, hoge efficiëntie, produktzuiverheid,
gematigde proceskondities en afwezigheid van korrosieproblemen.
Het proces bestaat uit een eenvoudig absorptie/desorptie systeem,
dat een koperverbinding (CuA1C1
4
) gebruikt om koolmonoxide te
komplexeren:
( . ( ( ( (
o
o
c
·
-24-co
+ CuAlCl4
~ CO :CuAlCl4
Als oplosmiddel wordt tolueen gebruikt.Het komplex is stabiel, zodat de reaktie naar metallisch koper niet optreedt.
Het komplex reageert echter irreversibel met water onder vorming van zoutzuur en een oplosbaar reaktieprodukt.
Zwavelwaterstof reageert eveneens irreversibel met het komplex. Dit leidt tot de volgende invoerspecifikaties:
H 2S en H20 NH
3
CO 2 en COS 1 ppm 1 ppm geen eisenVooruitlopend op de eigenlijke proceskeuze volgen hierna enkele voorbeelden van het Cosorb proces ten opzichte van de andere twee:
het Cosorb proces wint vrijwel kwantitatief CO terug met een zuiverheid van
99:
%
,
terwijl tegelijkertijd een waterstofstroom van hoge zuiverheid geproduceerd kan worden, indien het ruwe gas alleen waterstof en koolmonoxide bevat. Bij de beide andere processen wordt dit nooit bereikt.Voedingen die synthese-gas komponenten bevatten, zoals CO
2, H2' CH
4
en N2 kunnen met het Cosorb proces verwerkt worden zonder voorbehandelingen.Een kryogeen systeem kan geen mengsel van koolmonoxide en stikstof scheiden in de zuivere komponenten, vanwege het kleine verschil in kookpunt.
Zoals eerder is opgemerkt is water enjof kooldioxide in de voeding voor het kryogene systeem fataal, dit in tegenstelling tot het
~
Cosorb proces, dat water tolereert en wat alleen tot berekenbare verliezen leidt.
het Cosorb proces is niet afhankelijk van hoge druk en lage temperatuur voor de effektieve verwijdering van koolmonoxide uit een gasmengsel. De procesvoering is daardoor eenvoudig, vooral vergeleken met het Copper-Liquor proces, met zijn nauwe
+ 2+
kontrole van de Cu jCu verhouding, de ammoniak terugwinning uit het produktgas en de hoge druk problemen.
het Cosorb oplosmiddel heeft een grote absorptie kapaciteit, een lage viskositeit en een hoge stabiliteit.
In tegenstelling met het Copper-Liquor proces vertoont de op-lossing geen verlies van aktieve komponenten uit de oplossing door neerslagvorming.
r
( ( ( ( (îo
(î-25-het Cosorb oplosmiddel is niet-korrosief. De beide andere
proces-sen vereiproces-sen speciale, duurdere konstruktiematerialen.
de CO produktie kosten zijn lager dan de konkurrerende processen
zoals in tabel
5
te zien is. Ook de investeringen zijn veel lager, hetgeen in tabel6
staat. Een vergelijking tussen de drie processen is te zien in de tabellen 7 en 8 - -----Expected operating utility and chemical requirements per million lb. of CO produced.
COSORB Cu Liquor Cryogenic
Water, miltion lb. Cooling water... ... 45.38.. ... ... ... 153.63 ... . 17.08 Wash water .... ... .... . ... _ _ _ 2_.8_3 ... _ _ _ Subtotals ... .... 45.38 Steam, lb. _~ 156.46 ... . 17.08 50-lb.jsq. in. gauge ... 1,282,000 ... _ .. 3,354,000 ... . 600-lb.jsq. in. gauge ... 231,000 .. ' .... __ ... . ... _ _ _ Subtotals ... 1,513,000 ... 3,354,000... Nil Power, kw. hr ... -... .... 87,696 ... _... 66,850 ... 187, 148 Chemica Is ./ Toluene, lb ... ' ... . 84 ... .. Ammonia, lb ... .
. 1-. lean MEA Solutian lb ... .
\,-v'1
Nitrogen, std. cu. ft ... . ... 3,588 ... . ... 1,968,750 ... . ) (.; ,,! j, ( . ... .426,062 \, ' ."''':;';.' "\
.
tew
Co:S~
fot'"
v..bllHes',"; - Ql"ld c~e .. ·tic<1lS
~-'"
'
L-_ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _
100 % ... 220'10 ... 19°'70 L:":--'
-Table 6 ~stimated capital requirements.
Plant Capacity million Ib.jyr . ... .. Estimated Capital ... . Capita I Greater than COSORB, % ... . Table 7
Feed gas to carbon monoxide recovery unit. Analysis Vol.-% H, ... .71.53 N
,
...
..
... 0.07 CO ... 24.77 CH4 . . . , . . . .. . .. . . .. 3.63 CO, ... 50 ppm 654,454 std. cu. ft.jhr.COSORB Cu Liquor Cryogenic
100 $2,250,000
96 ... 87.3 $3,170,000 ... $3,350,000
40.9 ... 48.9
Table 8 Product stream.
Analysis (vol. %) COSORB H, ... 0.12 N, ... 10 partsjmiltion CO ... 99.83 CH4•• ••• •••• •••••••••• 0.05 CO, ... Nil Recovery, % ... 99.50 CO, miltion Ib.jyr. ... 100.00
Analysis (vol. %) Hz ... .. N, ... . CO ... . CH4••••••••••••••••••• CO, ... . Recovery, 010 . . . . COSORB 94.93 0.09 0.17 4.80 0.01 99.90 CO Product Cu Liquor Cryogenic ... 1.39 ... 0.15 ... 7 partsjmiltion ... 0.27 ... 98.53 .' ... 99.38 ... 0.07 ... 0.20
... ,50 partsjmiltion ... Nil 96.90 ... 86.90 96.00 ... 87.30 H2 Product Cu Liquor Cryogenic
. ...
94.93 ... 98.08.
...
0.09 .. ... 0.01 ..
....
0.16 .. ... 1.90..
....
4.82 .. ... 0.01 ....
Nil .. ... Nil .....
..
99.50 .. ... 96.70, " I
r
c
(r
o
Opmerking: Hoewel alle financiële gegevens afkomstig zijn van
Tenneco zelf, l i jkt het Cosorb proces, gezien de toch grote voordelen
ekonomischer en eenvoudiger dan beide andere processen.
Een nadeel is, dat er nog weinig operationele ervarinG is met het
proces. In Europa is één proces in bedrijf. Zie verder bi jlage
5
Op het moment wordt het Cosorb proces gezien als methode voor
terug-winning van koolmonoxide uit spuigas van de acetyleen en methanol
fabrikage. (zie de figuren
7
en8)
Voor de toekomst ligt een grote toepassingsmogelijkheid in de
bereiding van koolmonoxide uit de vergassing van steenkool met
lucht.
Deze mogelijkheid wordt met name in dit fabrieksvoorontwerp onderzocht
Bijlage
6
geeft een ekonomische evaluatie van de kosten van kool monoxideproduktie uit Gronings aardgas door stoomreforming.
Hiervan bestaan twee uitvoeringsvormen:
a) Cosorb once through
b) Cosorb recycle
Bij het laatste wordt van een CO
2-recycle gebruik gemaak~ om het
grondstofverbruik te drukken.
FIG.
7
:
OVERALL COST OF MANUFACTURING CO FROM DUTCH NATURAL GAS AND METHANOL PURGE GAS (W. Europe, March 1974)FIG. INVESTMENT COST OF PLANTS FOR MANUFACTURING CO BY STEAM REFORMING AND RECOVERING CO FROM METHANOL PURGE GAS (W. Europe, March 1974)
200 . . ~..., _ _ .... _ ... _ .... . . , . . , . 180 160 140 120 ui ::J 100 Q) a.
...
:s
u '" c .~ u .e"
c..
E 80 60 40~~~~~~~--~~~~~
600800 1,000 .2,000 4,000 6,000 10,000plant capacity, Nm' per hr CO (100%)
c .2 Ë V> ui ::J 10~"~~"""~~~"~"~. 8 6 4 3 2 1.0 0.8 0.6 cfc.9 SOURCE: 'i~O METHANOL
o~'Q PURGE GAS
ePS
O.4~~~!!\!!II_~~~~!II!!!I~""~ 600 1,000 2,000 4,000 6,000 10,000 plant capacity, Nm' per hr CO (100%)
(' ( ( ( ( (
o
-27-9
PROCESKEUZE
Het is de bedoeling om zoveel mogelijk koolmonoxide te maken. Dit houdt in, dat de vergassingstemperatuur zo hoog mogelijk moet zijn.
De keuze valt dan op de Koppers-Totzek vergasser.
Het gebruik van de lage druk vergasser houdt ook in, dat alle
volgende stappen zo mogelijk bij lage druk dienen plaats te vinden. De kryogene zuivering en het Copper-Liquor proces werken bij ver-hoogde druk, het Cosorb proces bij lage druk.
De kryogene zuivering werkt bovendien slecht indien er stikstof in het produktgas voorkomt, er kan dan dus niet met lucht vergast worden, maar men moet zuivere zuurstof gebruiken, hetgeen t evens betekent, dat men stoom moet doseren, om een optimaal zuurstof gebruik te verkrijgen, daardoor neemt de hoeveelheid waterstof in het produktgas weer toe.
De kombinatie van hoge druk zuivering en vergassing met zuurstof zal duurder zijn dan lage druk zuivering met vergassing met lucht. Het Copper-Liquor proces werkt bovendien nog bij verlaagde temperatuur
(loC) in tegenstelling met het Cosorbproces, dat bij 25°C kan werken. Als proces voering komt dan naar voren:
Koppers-Totzek vergasser lucht als zuurstofbron
Cosorb proces om de koolmonoxide te scheiden van de rest
PROCESREGELING
Naast de gebruikelijke nivo-, druk-, flow- en temperat~urregelingen
is het noodzakelijk om het zuurstofgehalte te meten in het produkt-gas, dat de vergasser verlaat.
Een teveel aan zuurstof in dat gas, duidt erop, dat er teveel lucht in de vergasser wordt geblazen. Het zuurstofoverschot kan namelijk bij afkoelen van het produktgas reageren met de koolmonoxide onder vorming van kooldioxide en zodoende de opbrengst verlagen.
De zuurstofmeter moet gekoppeld worden aan een ~egelklep in de pers-leiding van de luchtkompressor.
In de produktgasleiding van de kolommen met mol sieves naar de Cosorb units moet een ratio controller worden aangebracht om de gasstroom evenredig over beide units te verdelen.
IN
waarts
Voor-
10
Massa -en
Retour
UIT
-Warmt eba lans
I.
c
M
Q
M
M
M
Q
I
Q
Q
I
I .-( Vöedinct i23,1
1812
71/1
ur-t--
I<!)
; ; ,M
I,
(1
i _. ( ~Ir.
M
~ t - - -- _.2
...
; iI
-t
_ ..
I
I"
I,
j..
31
13
0
~~ ,C
Luc.ht
..
I
r3
-@c
! ~~ [)H
4~A
-
-1,9
54
0
5
,
5
,.
tob8,4
S~OOW1,.
...
ft
kondensQ.Q...c ~1
,
9
1o
t
..
~..
!
,..
-... ~ I...
Cy
5
I if+-
I It
~
4~ ~r -- ".()
t-
~==
-(I
- - - -
-
--
-( ---- --
-
-
-(
---
-( • -( I (-0
44/~
0
-
-0 .. 21 1.
180437,0 (î-
-- --
-
-(-t
C
7
M
9
LLlch~
C
®
10
----...
S
1 1
t/m
14
lt
--
-f - - - - ---
-~
-- --
--
---_L
---
-J
9
/
1v
5
/
filZ
----.
.
-
-_
.
-'u'..
R
r1b,q
-
35
5
, Z
- - - + - - - 1
Wo,tel"~
1 5
lO StoOI'Yl ..1b,q
LtbZ3'1
Jb
...
-
-
-
-~ r---( 4/4.
®
t
._-"'--
-~M
( ltS,..
.4,~188/0
16
P"",
__
5
_
,
_
B
__
~~
1Z
~~
____~
~oeLw~\:;er' ~a.ter +-da ~ p5,8
"1'540,0~ r ,